free specials: aufguss/infusion ceremony - fruits and snacks - sugar or salt body scrub nieuwezijds armsteeg 95 - www.sauna-nz.com for questions: nzgenderfluids@gmail.com 1
E D T N U E P COC ST A H C S N E E M E G * S N TRA
N TOL
T VA FOTO GEER
p en gericht o alige initiatiev h bijdrage sc n in e e e kl ld t e n e nds steu bijvoorb o n F re lo e ve g le n e A I’s. W n feest voor COC’s Bob tie van LHBT ag en aan ee ta kd p n e ce d ac e G n e r kkaansnde ontmoeting nth, Transge kunnen Maro o s M d n ty fo ili t e ib h is V kzij eren naar aan Gender eren en jong lzoekers. Dan is ie an as r rg e o d n st e m sg ko een door tran uwjaarbijeen BTI’s een nie H L se d n a rl Nede w Queer event. gen voor jou een Black & rage aanvra ijd b n e e lf steunen of ze gelo Fonds lofonds Het Bob An nl/bobange c. co ck e h C activiteit?
2
‘Altijd maar stiekem vrouw zijn, stiekem je eigen zijn. Je wist niet eens dat het een naam had.’
iet
op
en
.
jk
rkt
es.
t s Mijn
Verkrijgbaar op boomgeschiedenis.nl en in de boekhandel 3
Inhoudsopgave
4
Colofon
6
Editorial
8
Terminologie
9
Transitie en relatie: Een koppel aan het woord
10
Minister van Engelshoven
18
Mijn Plek: transgender personen en hun veilige omgeving
20
Moeders over de transitie van hun kind
28
Groen licht van genderpoli, maar toch geen transitie – danser Louis Alves vertelt
32
Uit de kast in Albanië
36
Gedicht Knight Guy
41
Hij is een zij gaat het vijfde seizoen in – Jan Kooijman vertelt over zijn rol als presentator
44
Verslag van ervaringen met seksspeeltjes na medische transitie
50
Vervreemding
57
Review What a genderful world - tentoonstelling
62
Joods en queer: hoe verenig je je kruisende identiteiten
66
Transenbord – een bordspel
71
Jezelf een nieuwe naam geven, hoe?
76
Amber Vineyard over motherhood en realness
80
Transmannenweekend, hoe en wat?
90
Mike en Iebele doen het met humor
94
Gendereuforie
98
Van Caro naar Tijn
103
Transspotting in boeken, films, series - reviews
108
62 5
Hoofdredactie
Meike van der Lippe
Eindredactie
GabriĂŤl Bos Eus van der Grift Meike van der Lippe Marieke de Ridder
Corrector Redactie
Vertaling Stagiare
Jans Schaper Simon Abramov
Vormgeving
Jamilla Grannetia Bappie Kortram
Technisch
Jip Merijn Meertens
Illustraties
Jan Broekhuizen Jamilla Grannetia Ted van Koelen
Fotografie
Jasmine de Vries Roos Klijn Jip Merijn Meertens
Sociale Media
Jan Broekhuizen Max Wijnen Simon Abramov
Denise Roodbeen Jan Broekhuizen Eus van der Grift Jip Merijn Meertens Raph Rachel Jans Schaper Max Wijnen
Met bijdragen van
Ingrid van Engelshoven Roos Klijn Simon Abramov Samuel
Met dank aan
Tino Stuij, Lisa Peters, Iebele van der Meulen, Marisa van Velzen, SIT StudyAbroad, Gemeente Amsterdam, SPE, Corine van Dunfonds
Uitgever
Meike van der Lippe, Stichting Inclusief, www.inclusiefmedia.nl
Cover Coverfotograaf Drukker Online Prijs
Louis Alves Jasmine de Vries PRinterface transmagazine.nl 8,95 euro
Disclaimer
Alle rechten zijn nadrukkelijk voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden gereproduceerd en/of verveelvoudigd op welke wijze (waaronder mechanische, fotografische en/of digitale) dan ook, of worden opgeslagen in een database, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Mocht u vragen hebben of verdere informatie willen, dan kunt u contact met ons opnemen: info@transmagazine.nl.
6
Meike van der Lippe
GabriĂŤl Bos
Eus Grift
Jan Broekhuizen
Jasmine de Vries
Simon Abramov
Max Wijnen
Bappie Kortram
Jamilla Grannetia
Jans Schaper
Jip Merijn Meertens
Rachel
Roos Klijn
Raph
7
Welkom bij editie 2020 van TRANS magazine: het jaarblad over genderidentiteit. Bijna vijf jaar geleden ontstond het plan om een tijdschrift voor en door transpersonen te maken. Samen met Stichting TransAmsterdam organiseerde ik vanuit mijn Stichting Inclusief de eerste redactie: jonge transpersonen die de beeldvorming over transgender personen in de media wilden nuanceren door zelf media te gaan maken. En nu ligt het derde blad er en voelt het ineens heel echt. Ik realiseer me dat er al meer dan vijftig gedreven, creatieve, intelligente, eigenzinnige transpersonen hebben gebouwd aan dit idee. Sinds ons begin is er veel gebeurd en veranderd in de representatie van genderdiverse personen in de media. Er zijn veel meer rolmodellen voor transpersonen zichtbaar geworden en dat heeft een zichzelf versterkende werking: wie zich herkent in een ander, kan zichzelf beter plaatsen en kan zo meer zichzelf zijn, en zo anderen weer tot voorbeeld worden. Een fotoserie, een persoonlijk verhaal, een gesprek, een onderzoek of een opinie: het zijn relatief eenvoudige middelen waarmee we anderen aan het denken
editorial
kunnen zetten en kunnen confronteren met cultureel gevormde kennis, aannames, vooroordelen. Dat hopen wij te doen met artikelen die eigenlijk vooral gaan over de schoonheid van genderdiversiteit en de liefde die aan de oppervlakte komt, als je voorbij het vertrouwde durft te kijken. Als je de angst voor het onbekende overwint. Voor de makers van TRANS magazine was de productie van dit tijdschrift en de online media een uitdaging en ontdekkingstocht, en een beleving van één van de vele vormen van gendereuforie (lees op pagina 98): ‘Herkenning en erkenning vinden bij mensen die precies begrijpen wat je bedoelt’. We zijn trots op wat we samen hebben bereikt. Dank lezers en volgers voor jullie support, we kijken uit naar de reacties! Tot de volgende keer. Meike
8
Terminologie ‘De transgender gemeenschap’ verwijst naar zoveel verschillende soorten mensen dat je ze nooit allemaal recht kunt doen, maar we doen een poging. ‘Transgender’ in ruime zin is: iemand van wie de genderidentiteit niet correspondeert met de geslachtskenmerken. Volgens de mediarichtlijnen van TNN moet je ‘transgender’ als bijvoeglijk naamwoord gebruiken: ‘transgender persoon’, en niet als zelfstandig naamwoord: ‘transgenders’. Met ‘transgender’ als zelfstandig naamwoord objectiveer en reduceer je individuen tot alleen hun gender. Toch zijn er genoeg transen die het zelfstandig naamwoord ‘transgenders’ probleemloos gebruiken, net zoals je bijvoorbeeld ‘roodharigen’, ‘hetero’s’ of ‘Nederlanders’ zegt, in plaats van ‘roodharige personen’, ‘heteroseksuele personen’ of ‘Nederlandse personen’. Met ‘cisgender’ is een tegenovergestelde gecreëerd ten opzichte van ‘transgender’. Daarmee ontstaat gewild en ongewild een ‘zij’ tegenover ‘wij’. Uit begrippen als ‘genderfluïditeit’ en ‘non-binair’, spreekt juist het verlangen om dit soort hokjes op te heffen. Hierbij een overzicht van gangbare definities voor verschillende genderidentiteiten. Dit is maar een greep uit het groeiende aantal mogelijkheden en beperkingen, waarmee je identiteiten kunt omschrijven. Definities zijn nodig, maar ze blijven willekeurig en kunnen tekortschieten. Gender Culturele, sociale en psychologische invulling van mannelijkheid en vrouwelijkheid. Agender Het gevoel geen gender te hebben. Androgyn Zie non-binair. Bigender Jezelf zowel man als vrouw voelen. Binair Iemand die zich man óf vrouw voelt. Non-binair / genderfluïde / genderqueer / androgyn Jezelf geen man of vrouw voelen of juist (een beetje) allebei. Buiten de binaire hokjes van man óf vrouw. Cisgender Niet-transgender, je genderidentiteit komt overeen met je geboortegeslacht. Crossdressing Het dragen van kleding en aannemen van een genderrol, die in jouw cultuur meer past bij die van het andere geslacht. Genderdysforie Het onbehagen dat iemand voelt doordat biologisch geslacht en genderidentiteit niet overeenkomen. Genderidentiteit Innerlijke beleving van vrouw en/of man zijn. Genderqueer Zie non-binair.
Geslacht Anatomische en fysiologische kenmerken, waarmee lichamen worden onderverdeeld naar vrouw of man. Geslachtsaanpassende / genderbevestigende behandeling medische behandeling die het lichaam zoveel mogelijk in overeenstemming moet brengen met de genderidentiteit. Genderexpressie Presentatie van de persoon naar de buitenwereld, bijvoorbeeld met kleding, gedrag, haarstijl, stem. Genderfluïde Zie non-binair. Intersekse persoon Iemand met een lichaam dat inwendig of uitwendig zowel mannelijke als vrouwelijke kenmerken heeft. Queer Mensen die hun gender of seksuele voorkeur liever niet in de bestaande hokjes van bijvoorbeeld transman, cisgender, transvrouw, hetero, homo of bi plaatsen. Seksuele voorkeur Romantische of seksuele aantrekking tot een bepaalde groep mensen. Trans Afkorting van transgender. Transgender Overkoepelende term voor mensen van wie de genderidentiteit niet overeenkomt met het geboortegeslacht en/of met de daarbij behorende verwachtingen, en die daar op verschillende manieren uitdrukking aan geven. Transitie Overgang van de ene naar de andere gender, mogelijk ondersteund door medische, juridische en sociale interventies. Transseksualiteit Ernstige vorm van genderdysforie die bestreden wordt met hormoonbehandeling en operaties. Deze term wordt steeds minder gebruikt, omdat die verwarrend is. ‘Seksueel’ impliceert namelijk onterecht dat transseksualiteit een seksuele variant is, zoals hetero- of homoseksualiteit. Transman Iemand met een mannelijke genderidentiteit, maar die bij de geboorte als meisje werd geregistreerd. Ook wel ftm (= female to male) of vm-er (vm= vrouw naar man) genoemd. Transvrouw Iemand met een vrouwelijke genderidentiteit, maar die bij de geboorte als jongen werd geregistreerd. Ook wel mtf (= male to female) of mv-er (mv= man naar vrouw) genoemd. Travestie Genderexpressie waarbij een persoon zich presenteert op een manier die cultureel gezien niet past bij het toegewezen geslacht. Meestal betreft dit personen die van geboorte man zijn en zich kleden en uiten als vrouw. In hoeverre zij zich als vrouw identificeren, verschilt per persoon.
9
10
DIT IS GEEN SAD STORY Fotografie Jasmine de Vries
11
Bappie (29 jaar) sloot zich in 2018 als vormgever aan bij de makers van TRANS magazine. Al gauw raakte zijn vriendin Jamilla (26 jaar) ook betrokken bij de opmaak van dit blad. Met liefde & positiviteit als thema van deze editie van TRANS magazine, richten we graag de spotlight op ons eigen vormgeversduo: Hij transman, zij cisvrouw, beiden net geen 1.60 meter, en ‘de luxe hebbend eruit te zien als een standaard heterokoppel’. Gaan graag samen uit eten, winkelen en tattoos laten zetten en zijn beiden grafisch ontwerper. Hij is rap van tong en zij genuanceerd. Bappie en Jamilla raakten bevriend op het Mediacollege en hebben inmiddels zeven jaar een relatie. Een tweegesprek met de zelfbenoemde ‘minst bedreigende queers die je kunt treffen’. 12
‘Ik vroeg Jamilla bij welke mate van mannelijkheid die zich bij mij zou kunnen ontwikkelen, zij zich nog veilig zou voelen.’
Wat is het geheim van jullie liefde? Jamilla: Communiceren. Wij praten heel fijn met elkaar. Bappie: Ja, lekker zoetsappig, maar voor mij geldt ook: goeie communicatie werkt. Jamilla: Het klinkt ook wel zakelijk ofzo, want als je het hebt over liefde, denk je meer aan een bepaald gevoel. Bappie: Ja, maar zo is het wel bij ons: het eerste wat we tegen elkaar zeiden toen onze relatie begon, was dat we altijd eerlijk en duidelijk moesten zijn. We hebben echt een soort regels opgesteld. De background story: we komen allebei uit een gebroken gezin, met moeders die niet goed aangaven wat ze wel en niet wilden. Perfecte voorbeelden van hoe het niet moet.
Wat trok je aan in Bappie? Jamilla: Ik voelde me vanaf het begin heel erg op m’n gemak bij hem, omdat hij zo ongeremd en eerlijk is. Daarbij had ik niet het gevoel dat Bappie ergens op uit was. Alles was altijd gewoon chill en gezellig. We werden goede vrienden en dat groeide uit tot een relatie.
En waarom Jamilla? Bappie: Met Jamilla voelde ik gelijk een klik. Ik kon en kan mezelf zijn bij haar: lekker dom doen, maar ook open en gevoelig zijn. Ik hoef me nergens voor te schamen. Jamille kan mij ook afremmen als ik te impulsief reageer. Er is eigenlijk niemand naar wie ik luister, behalve mijn moeder en Jamilla.
Toen jij Bappie leerde kennen, was hij al twee jaar in transitie, wat wist je daarvan? Jamilla: Bappie was nog niet aan de hormonen toen ik hem leerde kennen, al had hij wel al drie haartjes op z’n kin. Ik twijfelde er meteen over of Bappie transgender zou zijn, maar ik vroeg er niet naar. Ik wacht altijd liever af wat de persoon er zelf over zegt. Dat duurde niet lang. Het feit dat Bappie er zo makkelijk en open over was, maakte het trans-zijn een bijzaak. Daarnaast waren we zo druk met onze examens, een woning zoeken en financiën dat we gewoon geen tijd hadden om er mee bezig te zijn.
Hoe ervaar jij Bappie’s transitie? Jamilla: Hij is hariger geworden! Dat was wel te verwachten met zijn Spaans-Surinaamse genen. Het is zo geleidelijk gegroeid, dat het mij niet eens echt opviel.
13
‘Het eerste jaar dat wij seks hadden, droeg ik altijd een T-shirt, ik douchte zelfs met een shirt aan.’ Niets persoonlijkers dan een transitie. In hoeverre is het ook iets van jullie samen? Bappie: Voordat ik met de mannelijke hormonen begon, hadden we een open gesprek over wat hormonen met je kunnen doen, welke veranderingen er zouden gaan optreden. Ik wist dat Jamilla de nare ervaringen van haar vorige relatie nog aan het verwerken was en dat zij machomannen eng vond. Ik vroeg haar bij welke mate van mannelijkheid die zich bij mij zou kunnen ontwikkelen, zij zich nog veilig zou voelen. Gelukkig heb ik die grens niet bereikt, of misschien is de grens bij Jamilla ondertussen wel opgeschoven.
mijn schoot, zijn voeten op een tafeltje. Mijn moeder kwam binnen en wist niet wat ze zag. Bappie deed ook gelijk fysiek aanhankelijk naar mij toe en daar schrok ze duidelijk van. Maar vooral was ze in de war over of Bappie nou een man of een vrouw was. Toen we alleen waren kreeg ik honderd vragen naar mijn hoofd: ‘Hebben jullie echt een relatie?’, ‘Ik dacht dat je op andere types viel’ en ‘Ben je dan lesbisch?’. Ook vroeg ze zich hardop af hoe ze dit aan de familie moest vertellen en wat anderen er wel van zouden denken.
Vragen die je jezelf nooit gesteld had?
De grootste stappen hebben we gezet toen we echt intiem werden. Sociaal ging het goed: Jamilla’s vrienden waren relaxed, de familie bleek wel te wennen. Maar met fysiek intiem zijn moest ik even een drempel over. Ik was het niet gewend om zonder shirt rond te lopen. Het eerste jaar dat wij seks hadden, droeg ik altijd een T-shirt, ik douchte zelfs met een shirt aan.
Jamilla: Nou, ik zat er al heel lang mee of ik soms op mannen én vrouwen viel. Voordat ik Bappie leerde kennen, had ik al eens gevoelens gehad voor een vrouw. Daar heb ik lang mee gestruggeld, en dat nooit aan mijn moeder verteld. Inmiddels is het voor mij geen issue meer en weet ik gewoon: gender maakt voor mij niets uit. Ik vind de persoonlijkheid belangrijk en dat ik me echt op m’n gemak kan voelen bij iemand.
Jamilla: Ik denk dat je dysforie minder is geworden sinds de hormonen.
Mijn moeder is trouwens helemaal bijgetrokken: ze is totaal gek op Bappie.
Bappie: Zou kunnen. Ik kijk in ieder geval positief naar mijn hele transitie. Er is geen sad story. Ik ben niet in strijd met hoe het ‘hier beneden’ zit. Waarom zou ik mezelf haten voor iets waar ik niets aan kan doen? Fysiek heb ik al twee blokkades - aan mijn borstkas - waarom zou ik mezelf ook nog emotioneel en psychologisch gaan beperken? Al dat soort donkerheid draag je ook over op je relatie. Ik vind het heel belangrijk dat zodra we thuis zijn en de deur dicht is, wij zo open mogelijk zijn.
Bappie, hoe zagen jouw vorige relaties eruit?
Jamilla: Ik had in het begin ook best moeite met naakt zijn, maar ik deed het wel. Ik begrijp het dysforie-gedeelte. Maar als je nu nog steeds een T-shirt zou dragen, zou ik denken dat je je niet bij mij op je gemak voelt.
Jamilla, hoe reageerde jouw omgeving op jullie relatie? Jamilla: Toen Bappie de eerste keer bij ons over de vloer kwam, liet hij bij mijn moeder niet echt een goede indruk achter. Ik had van tevoren tegen hem gezegd: ‘Wees gewoon jezelf en doe alsof je thuis bent’. Die hint had hij nogal letterlijk genomen: hij ging languit op de bank liggen met zijn hoofd op
14
Bappie: Ik was zo bezig met het uitzoeken van wie ik was, dat ik geen aandacht had voor relaties. Mijn focus was op mijn genderidentiteit. Ik wilde er vooral voor zorgen stabiel te worden. Nu weet ik wie ik ben, en kan ik er zijn binnen een relatie. Als iemand nu zou zeggen: ‘Ik wil je niet daten, want je bent trans’, dan is mijn antwoord: ‘Dat klinkt als jouw probleem’, en kan ik weer verder met mijn leven.
‘In het openbaar worden we eigenlijk niet geconfronteerd met vooroordelen van mensen, omdat we ogen als een cisheterokoppel.’
15
Wat zijn de grootste vooroordelen over trans-zijn waar jullie meearonteerd worden? Jamilla: Dat we een problematisch seksleven hebben. Het verbaast me altijd dat mensen zomaar aan me vragen: ‘Oh, maar hoe doe je het dan?’. Bappie: In het openbaar, dus op basis van ons uiterlijk, worden we eigenlijk niet geconfronteerd met vooroordelen, omdat we ogen als een cisheterokoppel. Mensen zien niet dat ik trans ben. Ik zeg het dus meestal zo hardop mogelijk. En dan praat ik er vervolgens heel open over. Zoals ik al zei, dat hele ‘transdrama’ zit er bij mij niet in. Ik denk daarom dat wij een makkelijk bruggetje vormen voor niet-transpersonen die interesse hebben in de queerwereld. Jamilla: We zijn open naar elkaar, en dat uit zich waarschijnlijk ook naar de buitenwereld. Ik voel ook geen schaamte over mijn seksualiteit. En ik vind dat genderidentiteit en seksualiteit bespreekbaar moeten zijn.
Overal en altijd? Jamilla: Op mijn werk ben ik er wel voorzichtig mee. Daar kwam trans-zijn een keer toevallig ter sprake. Een collega vertelde over een buurmeisje dat een jongetje werd. Er kwam allerlei commentaar naar boven. Ik wilde niet neutraal blijven en zei dat mijn vriend trans is. Er viel een stilte, en daarna barstten de vragen los. Over ‘of het niet zwaar voor mij is’, en over mijn seksuele identiteit. Iemand vroeg ook of Bappie ‘al geopereerd’ was. Ik antwoordde van niet, en zag nog meer vraagtekens oppoppen. ‘Maar je hebt toch bepaalde behoeftes?’. Ik zei ‘Hoe bedoel je? Ik kom niets te kort.’ Bappie: We vinden het leuk om mensen aan het denken te zetten. Ik ben daar behoorlijk direct in. Ik verkondig bijvoorbeeld dat ik een ex-lesbienne ben. Laatst op een feestje gingen mensen vragen stellen. We deden gewoon een vraag terug: ‘Hoe zou jij het vinden als je vriend morgen zegt: “Ik heb besloten om vrouw te worden”. Blijf je dan nog bij hem?’. Anders blijf je alleen maar vragen ontvangen en word je heel moe. Soms moet je de bal terugkaatsen!
16
‘Gender maakt voor mij niets uit. Ik vind de persoonlijkheid belangrijk en dat ik me echt op m’n gemak kan voelen bij iemand.’
Own Yourself gendercorrigerende onder- en badkleding ontwerp en verkoop
PUZZEL VOOR KORTING BIJ DANAË: STREEP DE 24 WOORDEN WEG EN VIND DE OPLOSSING. DAT IS JE KORTINGSCODE WAARMEE JE 10% KORTING KRIJGT BIJ WWW.TRANS-MISSIE.COM
www.trans-missie.com
17
Rolmodellen Ingrid van Engelshoven Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
‘Onbekend maakt onbemind’, luidt het gezegde. Je kunt daar van alles van vinden maar zo werkt het bij ons, mensen, nu eenmaal. Het zit erin gebakken – en niet alleen bij starre, conservatieve types. Ook progressieve mensen die een open geest zeggen te hebben, moeten vaak wennen aan dingen die nieuw voor ze zijn. Laten we het er maar op houden dat dat evolutionair zo bepaald is: voor ons overleven zijn we op onze hoede voor het onbekende. Gelukkig laat onze soort zich niet verlammen door die angst, want we hebben wegen gevonden om daarmee om te gaan. Rolmodellen zijn daarbij van onschatbare waarde: mensen die hun nek durven uit te steken en een voorbeeldrol durven te vervullen; voorlopers die de weg bereiden voor het nieuwe en ons laten kennismaken met het onbekende. Rolmodellen als Jessie Maya, Loiza Lamers en Nikkie de Jager zijn echt ontzettend belangrijk voor de acceptatie van transgender personen. Maar wat Jessie, Loiza en Nikkie voor het grote publiek doen, doen alle transgender personen – op hun eigen manier - voor hun eigen omgeving: laten zien dat je jezelf mag zijn - wie of wat je ook bent. Ik heb dat zelf in mijn omgeving ook van nabij gezien. In de tijd dat ik wethouder was, had ik een transgender persoon in mijn staf. Ik zag wat dat deed op het stadhuis. Alleen al door er te zijn opende ze mensen de ogen voor de verscheidenheid die de samenleving – soms onopgemerkt – in zich verenigt. Daarmee was zij voor mij het levende bewijs dat één rolmodel meer kan doen dan duizend regels, voorschriften of wetten. Onbekend maakt nog steeds onbemind. Dat veranderen we niet zomaar. Maar elk rolmodel dat ons laat wennen aan het nieuwe, brengt een veelkleurige samenleving waarin ieder zichzelf kan zijn, een heel klein beetje dichterbij. En dat verdient alle steun!
18
19
MIJN PLEK
Transgender personen vertellen over hun veilige omgeving Fotografie en intro: Jip Merijn Meertens
Ik loop over straat, kijk naar de mensen. Ik word heen en weer geslingerd tussen nieuwsgierigheid en angst. De buitenwereld kan voor transgender personen voelen als een jungle vol onzekerheden. Soms ervaar ik dat sterk. Alsof ik er niet echt bij hoor. Ik herken me niet in de onderverdeling in ‘mannen’ en ‘vrouwen’ en de sociale normen die daaraan worden gekoppeld. Gelukkig weet ik waar mijn veilige plek is, waar ik geborgenheid vind en mezelf kan zijn. Gesprekken met andere transgender personen inspireerden mij tot het maken van een fotoserie over hun eigen, veilige omgeving.
20
S p iege l
Rachel ( 34 )
‘Ik kan veel in mijn hoofd zitten en nadenken over mijn genderidentiteit. Ik neem elke dag de tijd om mezelf in de spiegel te bekijken. Als ik dit doe, merk ik dat de twijfels over mijn gender verdwijnen. Ik neem een aantal diepe ademhalingen en met elke adem valt de wereld buiten mijn blik steeds meer weg.’
21
La n gs d e wilgen
Ash ( 24 )
‘Op mijn favoriete plek staan langs het pad grote, oude wilgen. Steeds als ik hier kom, vallen deze wilgen mij op en neem ik de tijd om naar ze te kijken. Het mooie aan deze bomen vind ik hoe ze groeien. Sommige staan bijna horizontaal en lijken in het water te vallen, maar toch blijven ze doorgroeien, hoe bar de locatie ook is waar ze zijn begonnen. Ik betrek dit idee altijd op mijzelf. Wat er ook gebeurt, waar ik ook ben in mijn leven en hoe lastig mijn ‘groeisituatie’ ook is, ik blijf doorgroeien en geef de hoop niet op.’
22
M et eve nwi ch tsb al Jasse ( 29 ) ‘Zoeken naar balans. Evenwicht. Dat is een terugkerend thema in mijn leven. Als negenentwintigjarige met een aangeboren botgroeistoornis, chronische gewrichtspijn, autisme en genderdysforie struggle ik met mijn zelfbeeld en balanceer ik op mijn unieke manier door het leven. Zoekend naar evenwicht organiseer ik mijn rust en activiteiten, en als het even niet gaat, moet ik de plannen bijstellen. Die flexibiliteit daarin betrachten is moeilijk vanwege mijn autisme. Ik ben idealistisch en perfectionistisch, wil graag iets betekenisvols toevoegen aan de maatschappij. Maar wat ik wil, strookt vaak niet met wat ik kan. Steeds weer word ik geconfronteerd met mijn lichaam en mijn grenzen. Ondanks dat wiebelige evenwicht zet ik door en zoek ik naar vreugde en verbondenheid. In dans heb ik mijn passie gevonden. Als ik dans, zwier ik in het rond, balanceer ik met mijn ene been voor het andere. Ik zet stappen. Blij en vrij. Man of vrouw, mijn beperkingen doen er even niet toe. Ik ben ik.’
23
M ijn stoe l
Max ( 31 )
‘In mijn hoekje verdwijn ik in de wondere wereld van een goed boek en knuffel ik graag met mijn katten, die er totaal niet mee bezig zijn met hoe ik eruitzie, zolang ik maar met ze wil knuffelen. Het is een plek waar ik vrij ben om mijzelf te zijn, zonder bezig hoeven te zijn met wat voor effect dat heeft op mijn omgeving. Het is een plek waar ik echt thuiskom. In de tijd dat ik hier kwam wonen, heb ik zoveel liefde voor mijzelf ontwikkeld, dat ik nu pas echt doorheb wat thuiskomen betekent. Ik kom nu op een plek die een representatie is van alle aspecten van mijn wezen, en die mij versterkt in de persoon die ik ben en word. Een plek waar ik mij volledig veilig, vertrouwd en vrij voel.’
24
O p z’ n ko p
Jip ( 61 )
‘In beweging zijn is voor mij essentieel. Als het tegenzit, kruip ik het liefst diep weg onder de dekens. Dat is een valkuil: als ik niet beweeg dan slaat mijn denken vast, zoals bij een motor die vastroest wanneer die lange tijd niet draait. Dus ik sport graag en regelmatig: buiten, in de sportschool, of thuis op mijn yogamatje. Als kind kwam ik thuis na school, smeet mijn tas en jas in een hoek en ging op mijn hoofd staan, of op mijn handen met de voeten tegen de muur. Net zo lang tot alle stress van de dag was weggevloeid. De laatste jaren heb ik die gewoonte weer uit de kast gehaald en opgepoetst. Ik sta weer regelmatig ondersteboven en bekijk de wereld vanuit een andere hoek. Het werkt heel louterend om andere, nieuwe perspectieven te onderzoeken.’
25
Aa n zee
Jans ( 37 )
‘Thuis heb ik me nooit thuis gevoeld. Misschien omdat ik mij van mijn lichaam ontheemd voelde. Ik ben graag buiten: aan de oever van een rivier, of op het strand. Stromend water heeft iets kalmerends, maar ook iets onkenbaars. Niemand weet waar water vandaan komt. Het is niet ondenkbaar dat het op aarde is gekomen door ingeslagen meteorieten. Zo onverklaarbaar vreemd maar toch zo doodnormaal.’
26
Par k
Sammy ( 26 )
‘Als ik onrustig of gestrest ben, of met problemen zit waar ik even niet aan wil denken, maak ik een wandeling — vanaf mijn huis — door het park en de binnenstad. De zonsondergang, de verlichte historische gebouwen en het half verlaten park vangen mijn aandacht. Door hierop te focussen, kan ik mijn problemen naast me neer leggen en kom ik tot rust.’
27
SAMEN IN TRANSITIE Tekst: Max Wijnen Illustratie: Jan Broekhuizen
28
Een transitie doorloop je alleen, maar in zekere zin ondergaat je directe omgeving ook een transitie. Zo heb ik dat zelf zien gebeuren. Ik ben Max, 31 jaar, non-binair en transgender, sinds twee en een half jaar uit de kast. Een van de personen die mijn transitie het meest intens meemaken, en die persoonlijk meeontwikkelen in dit proces, is absoluut mijn moeder. Omdat ik ouders van transgender kinderen herkenning wil bieden, besloot ik mijn eigen moeder, Ingrid, te interviewen. Ook heb ik Christa, de moeder van transman Tijn, bij het interview betrokken.
Hoe was het voor jou mam, toen ik uit de kast kwam? Ingrid: Als een donderslag bij heldere hemel. Ik heb dat niet zien aankomen. Ik had niet de indruk dat jij met je genderidentiteit worstelde en ik kende het fenomeen transgender niet echt. Jij had daar zelf heel veel over nagedacht voordat je ons als familie hiervan op de hoogte stelde. Op dat moment begon voor ons het bewustwordingsproces pas. Er komen zoveel vragen omhoog. Wat betekent dit voor ons kind en hoe sta ik hier zelf in? Natuurlijk wil je vooral dat je kind gelukkig is. Of dat nou als man is, als vrouw of geen van beiden.
En hoe ging dat bij jullie, Christa? Christa: Bij mij ging het anders. Tijn was heel open over zijn gevoelens en vertelde veel. Zijn coming-out vier jaar geleden kwam niet als een verrassing. Wat Tijn vertelde over zijn genderidentiteit nam ik steeds goed in me op. Soms begreep ik het niet meteen helemaal, of kon ik me er niet direct iets bij voorstellen. Ik heb veel nieuwe dingen een plekje gegeven en dat heeft tijd nodig gehad. Wat ik vooral lastig vond, was om mij te realiseren hoe eenzaam die struggle voor zijn comingout moet zijn geweest. Dat raakt je als moeder. Als ik nu naar Tijn kijk, weet ik dat het helemaal oké is. Ik voel hetzelfde als Ingrid: het is mijn kind, en hoe die eruitziet maakt niets uit.
Wat waren jullie zorgen? Christa: De wereld ziet je kind als ‘anders’ en wat betekent dat voor zijn geluk? Dat is natuurlijk je zorg als moeder. En omdat ik verpleegkundige ben, is snijden in een gezond lichaam wel een hobbel om te nemen. De risico’s van narcose, ik weet wat de consequenties kunnen zijn. Wat me heeft geholpen, is te zien hoe zwaar het lichamelijk was voor Tijn om dagelijks met een binder om te lopen. Pijn in zijn ribben en moeite met ademen. Ingrid: Heel herkenbaar! Max heeft een verleden met slecht reageren op medische behandelingen, dus maakte ik me extra zorgen over hormonen en operaties. Hoe moest het als dat niet zou lukken? En zorgen om zijn veiligheid, als iemand die als ‘buiten de norm’ wordt gezien. Die bezorgdheid hou je.
Hoe ging het gebruik van de nieuwe voornaam en ’hij’ in plaats van ‘zij’ jullie af? Ingrid: Dat ging best vloeiend, alleen las ik eens in een interview dat je niet van je kind zou houden als je het aanspreken niet op de juiste manier doet. Ik merkte dat ik daar erg onzeker van werd. En als ik nerveus ben, dan ga ik juist de fout in! Toen ik dit met jou besprak, reageerde je er gelukkig heel relaxed op.
29
Christa: Tijn vroeg ons hoe hij had geheten als hij een jongetje was geweest. Toen zei hij: ‘Dan wordt het Tijn, dan hebben jullie mij toch nog mijn naam gegeven.’ Dat vond ik zo ontroerend mooi, en heel bijzonder. Langzaam zijn wij aan zijn nieuwe naam gaan wennen. Dat voelde als samen in transitie zijn.
Wat wisten jullie over ‘transgender’? En hoe kwamen jullie aan informatie? Christa: Ik wist van het bestaan, maar ik had me er nooit echt in verdiept. Het meeste weet ik nu van Tijn en dat vind ik ook wel prettig. Ik zoek er niet veel informatie over op. Het betekent vooral er zelf veel over nadenken en Tijn vragen stellen. Hij is een Zij heb ik wel af en toe bekeken, vooral uit nieuwsgierigheid naar hoe het onderwerp gebracht werd. Heel respectvol vind ik. Ingrid: Ik heb wel veel gegoogled, magazines gelezen, filmpjes op YouTube en documentaires gekeken. En natuurlijk ook naar Hij is een Zij gekeken, dat vormde ook vaak een goede aanleiding om er met jou over te praten. Dan kon ik je makkelijker mijn vragen stellen. Het gaat over jou, dus dan wil ik er alles over weten. Bijvoorbeeld over non-binair-zijn en de aanspreekvormen daarbij. Dat die een meervoudsvorm hebben, dat associeer ik met God en de koning. Dus dat is echt even ‘omdenken’ voor mij. Erover lezen en praten met jou helpt. En als ik merk dat iets me in de weg blijft staan, dan stel ik mezelf tegenwoordig de vraag: is dit wel zo belangrijk? Dan is het antwoord meestal ‘nee!’. Dat heb ik trouwens van jou geleerd.
Hoe gaan jullie om met vragen van vrienden, familie, collega’s en kennissen? Ingrid: Het ligt eraan wie de vraag stelt, en hoe. Als het met respect gaat, geef ik op alles antwoord, en zeg ik ook gerust dat ik iets niet weet. Maar het is wel een dilemma, vooral bij mensen die mij nog kennen met twee dochters. Ik ben aan het leren dat ik de vrijheid kan nemen om te zeggen dat ik een dochter heb en een zoon. En dat die zoon trans is, punt. Meer niet. Christa: Ja, die grens bewaken, ook dat moet je leren. Buitenstaanders stellen soms zulke intieme vragen, en je wilt niet botweg zeggen dat het ze geen donder aangaat, of dat je toch ook niet zulke dingen vraagt over hun kind. Christa: Ja, die grens bewaken, ook dat moet je leren. Buitenstaanders stellen soms zulke intieme vragen, en je wil niet botweg zeggen dat het ze geen donder aangaat, of dat je toch ook niet zulke dingen vraagt over hun kind.
30
Willen jullie iets meegeven aan ouders van kinderen in transitie? Ingrid: Lees je in, zoek het op online, ga naar de bibliotheek, dus zorg dat je weet wat het inhoudt. Wat het voor jouw kind inhoudt. Je moet dus praten, want iedereen is anders, iedere transitie is anders. Maar het belangrijkste is dat je het accepteert. En dat de wereld het accepteert, te beginnen je eigen familie. Christa: Daar kunnen wij als ervaringsdeskundige ouders bij helpen. Ga het gesprek aan met mensen in je omgeving, maar geef ook je grenzen aan. En blijf praten met je kind. Stel al je vragen, maar accepteer dat je niet altijd een antwoord krijgt. En onderzoek ook waar jouw grenzen als ouder liggen. Dat is zo belangrijk, want ook daarmee steun je hem, haar of hen.
For those entrepreneurs that are eager to shine
that are eager to deliver remarkable results that truly dare to stand out from the crowd. For those of us
that are done with ordinary marketing that want to make it happen yesterday
that are ready to go deep and fly high.
This is where the magic starts.
Meridaux Extraordinary marketing for extraordinary entrepreneurs. +31 (0)6 1418 3886 • marisa@meridaux.nl
Marisa van Velzen
31
Zielen zijn genderless Tekst: Jans Schaper Fotografie: Jasmine de Vries
32
Danser Louis Alves kreeg op achttienjarige leeftijd groen licht van de genderpoli om met vrouwelijke hormonen te starten. Kort daarna ontving hij een scholarship om twee prestigieuze opleidingen in Amerika te volgen. Hij vertrok naar New York en toen hij met de felbegeerde diploma’s op zak weer terug in Nederland was, besloot Louis niet in transitie te gaan. Als gevestigde danser en docent blikt Louis nu terug op dit proces en vertelt over de invloed die de omgeving heeft gehad op zijn zoektocht naar zichzelf.
Toen ik drie, vier jaar was, was ik altijd geïnteresseerd in de dingen die meisjes deden. In principe gaat het je pas opvallen wanneer je iets ouder wordt, zodra je merkt dat je gecorrigeerd wordt. Dat heeft mijn identiteit verder niet veranderd. Ik heb me als kind niet ingehouden. Ik identificeerde me niet met het mannelijke geslacht. Ik was bezig met het meisje zijn. Ik vond het kwetsend als iemand ‘jongetje’ zei. Ik vond het fantastisch als iemand tegen mijn ouders zei: ‘Ik wist niet dat je een dochter had’. Dan gingen mijn ogen stralen. Als ik mijn moeder dan hoorde zeggen: ‘Nee nee, dat is mijn zoon’, voelde dat heel awkward. Ik was acht of negen toen ik met dansen begon. Ik ging gelijk de professionele kant op. Dat heeft me in veel dingen een uitlaatklep gegeven: ik kon er frustratie in kwijt. Dansen was mijn alles. Binnen een Kaapverdiaans gezin staan ze echt niet te wachten op een kind dat anders is. Ik werd vaak gecorrigeerd en hoorde constant: ‘Waarom gedraag je je zo? Je bent geen meisje, je bent een jongen. Jongens gedragen zich zo niet. Kijk naar je broers.’ Dat waren echt jongens-jongens. Toen ik achttien was, zag ik Kelley van der Veer op de televisie in de Travestieshow. Zij vertelde dat zij zich vrouw voelde en in transitie ging. Ik dacht: ‘Oh het is mogelijk, je kunt er echt een keuze in maken en voor het vrouw zijn kiezen’. Met elke cel in mijn lijf voelde ik toen: ik ben vrouw. Ik schreef een brief aan mijn familie om te zeggen dat ik geen man ben en eigenlijk vrouw hoor te zijn. En dat ik naar het VU ziekenhuis ging. Mijn familieleden reageerden verschillend. Een paar hadden zoiets van: ‘Ik wist altijd al dat je anders was, maar ik dacht dat je ‘gewoon’ gay was.’ Andere familieleden zagen al dat ik heel vrouwelijk was en stonden er niet van te kijken. Ze vonden het knap dat ik dit had gedeeld en ervoor wilde gaan. Mijn broers hebben nooit gereageerd. Ik was excited om naar de VU te gaan. Want ik dacht: ‘Ik ga er nu echt iets mee doe’. Maar ik vond het ook eng. Want dat betekende dat ik bezig was om stappen te ondernemen. Op dat moment wist ik dat ik vrouw was, me vrouw voelde, en vrouw wilde zijn. Maar ik wist niet of ik als vrouw ook met mijn dans verder kon, want zou ik dan wel passabel genoeg zijn? Zeker toen ik jong was, leefde dit sterk, nu denk ik daar anders over. Toen was het heel belangrijk dat ik mee kon gaan met alle andere tieners: uitgaan en jongens leren kennen. Ik was ook bang dat mijn kracht zou afnemen als ik vrouwelijke hormonen zou gebruiken. Je lichaam gaat veranderen, maar je weet niet exact hoe. Niemand kon dat voorspellen. Dat was wel altijd mijn vraag: ‘Hoe verhoudt transitie zich met dans?’
33
‘Je kunt man én vrouw zijn. Als we dit leven loslaten, zijn we zielen. En zielen zijn genderless.’ Nadat ik groen licht kreeg voor het transitietraject, ben ik met een scholarship naar New York en Los Angeles gegaan. In Amerika merkte ik dat men daar veel opener was. Daar ervaarde ik wat ik in Nederland niet had, ook niet binnen de dansscene: ze deden niet raar tegen me. Ik voelde me veel meer geaccepteerd, in de grote steden tenminste. In Nederland was ik bezig met hip hop, en binnen die scene was de cultuur macho: ‘Boys are like this, and girls are like that .’ Dat was voor mij lastig. Ik voelde in Nederland niet dat ik een plekje had. Maar in Amerika had ik mijn baggy broek en een panty aan, liet mijn nagels groeien, vlocht mijn haren. Dat ik vrouw ben of me als meisje identificeer, wil niet zeggen dat ik niet stoer kan dansen. Dus in dans voelde ik me daar comfortabel om die kant van mezelf te laten zien. Omdat ik mensenschuw was, deed ik dat in het dagelijks leven juist zo min mogelijk. Vroeger ging ik voornamelijk om met witte mensen. Dat kwam omdat ik vanuit de zwarte cultuur negatieve reacties kreeg op wie ik was. Mensen binnen die cultuur hadden altijd wel wat te zeggen. En ze dachten vaak op de manier waarop mijn ouders ook dachten. In Amerika zag ik dat het ook anders kan gaan. Daar waren de stoere jongens van: ‘Hé, hoe is het met je’, en van elkaar knuffelen. Het was zo raar voor me dat een donker iemand zo open en relaxed was. Die keek niet naar wat ik aan had, maar zag me als persoon. En dat was het moment dat ik mezelf ging accepteren en zag dat ik niet per se een gender hoefde te kiezen. Ik kon zo vrouwelijk zijn als ik was. In Amerika werd dat gevoel meer gestimuleerd. Mede daardoor verdween dat noodzakelijke gevoel om in transitie te gaan. Rond mijn achtentwintigste wilde ik meer commercieel werk gaan doen. Die commerciële danswereld heeft heel sterke cisman en cisvrouw vibes: een weerspiegeling van onze maatschappij. Ik wilde meer geboekt worden en ben mezelf toen meer als man gaan presenteren. Ik werd comfortabeler in die rol. Ook ben ik meer gaan trainen. En ik deed mee met So You Think You Can Dance, waar ik een baard moest laten staan. Je had tien jaar daarvóór echt niet tegen me moeten zeggen dat ik ooit een baard zou hebben, of zelfs borsthaar, toen ik echt van plan was het allemaal weg te laten laseren. Dus ja, hoe zou ik mijn identiteit nu benoemen? Ik ben vooral mezelf. Rond mijn negenentwintigste ontstond er meer harmonie met mijn mannelijke kant. Ik voelde
34
me steeds comfortabeler worden met het stukje man in me. Maar ik merk dat ik het esthetisch toch wel mooi vind ook een wat vrouwelijkere shape te hebben, maar niet per se zoals de shape die ik tien jaar geleden wilde. Toen wilde ik echt vrouw zijn, maar wist niet hoe. Dat heb ik nu al een paar jaar niet meer. Dus als je vraagt of ik later die transitie zou willen maken, dan zeg ik nee. Ik vind het gewoon mooi als een man iets vrouwelijks heeft, of als een vrouw iets mannelijks heeft. Mijn oma was een wijze vrouw, heel spiritueel. Ze heeft altijd gezegd: ‘Je bent in het leven gekomen om bepaalde lessen te leren, en je bent goed zoals je bent. Je kunt man én vrouw zijn. Als we dit leven loslaten, zijn we zielen. En zielen zijn genderless, jij hebt dat proces nu al. Je hoeft niet te kiezen.’ Het vrouwelijke is een onderdeel van mij geworden. Als ik dat weg zou cijferen, zou ik mezelf weg cijferen. So that wouldn’t make sense, en zeker niet met dansen. Jezelf neerzetten en daarbij je authentieke zelf zijn, dat is de manier waarop iemand echt uitstraling krijgt, anders is het fake. Dus ik heb dit vrouwelijke stuk van mij niet weggestopt, en ik maak er ook geen geheim van. Het is een onderdeel van mij, het is een proces geweest. Maar ik plak geen labels meer op mezelf. Mijn gender is niet relevant. Ik ben gewoon Louis en just see me as a human being.
‘Mijn gender is niet relevant. Ik ben gewoon Louis en just see me as a human being.’
35
Uit de kast in AlbaniĂŤ Tekst: Eus van der Grift Illustraties: Ted van Koelen
36
Ik ben dichtgenaaid. Bloed sijpelt mijn schoen in. Ik schreeuw het uit van de pijn. Middenin de Albanese heuvels duw ik de fiets knarsetandend de helling op, terwijl Amma naast me loopt. Zonder haar was ik nooit in deze situatie beland. Zonder mezelf ook niet – waarom heb ik het mezelf zo onmogelijk gemaakt? Loyaliteit aan haar, de angst voor stilstand. Flarden uit de laatste twee dagen en de afgelopen jaren trekken voorbij.
Een filosoof heeft ooit geschreven dat het geen zin heeft om voor jezelf te vluchten en op reis te gaan: uiteindelijk neem je jezelf mee. Die wijsheid kan me gestolen worden: voor mij is die confrontatie met mezelf de reden om juist wel te gaan. Zes jaar geleden zijn Amma en ik begonnen aan een reis in etappes met als vertrekbasis Bad Nieuweschans. Ik wist alleen dat ik het moest doen, maar niet waar het zou eindigen, niet waarom ik het deed. Nu pas is duidelijk waarom. En waarheen: over een jaar wil ik de grenzen opzoeken van Europa en eindigen in Istanbul. Iedere keer liepen we een stuk, gingen naar huis en pikten later de route op waar we de vorige keer gebleven waren. Na twee jaar moest ik door een blessure stoppen met wandelen. Kort daarna lag ik ziek te ijlen in bed, tot stilstand gekomen en gestrand. Ik krabbelde overeind, pakte half genezen de rugzak weer in en ging verder. Nog geen twee maanden later kwam ik er in Enschede achter waarom ik ziek was geworden: het lukte me niet meer verder te leven als vrouw. Zo raakte de reis verweven met mijn transitie. Door een rugblessure verruilde ik in Luxemburg de rugzak voor een bakfiets. Ik trapte het loodzware ding met Amma over de Alpen naar Verona. Wie kon mij nu nog wat maken? Die gedachte hield ik vast, terwijl ik me door het psychologische traject van de genderpoli in Amsterdam worstelde. Middenin de Sloveense bergen ging drie jaar geleden ineens de telefoon: het was de genderpoli die me vertelde dat ik het groene licht kreeg voor de lichamelijke transitie. In Bosnië verruilde ik een jaar later de bakfiets voor een normale fiets. Mijn lichaam begon al mannelijker vormen aan te nemen, en daar ervaarde ik voor het eerst hoe het was om soms als man, maar soms nog als vrouw behandeld te worden. En dat het reizen als transgender risico’s heeft: op de laatste dag in Bosnië wist ik net uit de handen van de politie te blijven. Waarschijnlijk was die nieuwsgierig naar iemand met een M in zijn paspoort, die ze zagen als vrouw. Toch besloot ik vorig jaar verder te gaan, door Albanië. Het was de enige manier om verder te groeien. Onderweg heb ik bijna nooit verteld dat ik transgender ben. De eerste keer zei ik het een reisgenoot middenin de bergen. Vlak daarna zag ik ineens iets raars in zijn ogen. Hij ging ervandoor en liet me op de bergpas achter. Toen ik hem even verderop weer tegenkwam, stond hij te trillen van woede en schreeuwde dat ik hem met rust moest laten. Geen idee of mijn bekentenis er iets mee te maken had, maar daarna keek ik wel beter uit.
37
Net als de burneshas houd ik mijn geboortegeslacht verborgen en mijn ware aard: geen vrouw, maar ook niet honderd procent man. Nu fiets ik met Amma rond in Albanië, het land waar de burneshas in de bergen in het Noorden wonen. Een familie waarin geen mannelijke erfgenaam is, wijst een dochter aan die als jongen wordt opgevoed en als man leeft. Deze burnesha krijgt een mannennaam en alle privileges van een man: een pistool, sigaretten roken… maar geen seks. Het blijft de vraag waarom een persoon zulke vrijheden alleen als man zou kunnen hebben en waarom de burnesha maagd moet blijven. Wat is het probleem: dat de burnesha anders als homo door het leven gaat door met een man te zijn? Of als lesbisch door met een vrouw te zijn? Toch spreekt de manier waarop Albanezen met gender omgaan, me ergens wel aan: hun conventies lijken hokjes waarvan de wandjes gemakkelijk worden verplaatst als dat nodig is. Net als de burneshas houd ik mijn geboortegeslacht hier verborgen en ook mijn ware aard: geen vrouw, maar ook geen honderd procent man. De testosteron heeft zijn werk gedaan, maar er is niets geopereerd. Zolang ik de rits van mijn fietsshirt dichthoud, kan ik doorgaan voor man, en in mijn nieuwe lichaam voel ik me krachtig en vrij om te gaan waar ik wil. Met volle teugen geniet ik van de verkeerschaos, van de Albanezen. In hen zie ik niets terug van het meest rigide communistische regime van Europa, waarvan ze vijfentwintig jaar geleden afscheid hebben genomen. Geen postcommunistische chagrijnigheid, wel vriendelijkheid en warmte. Na drie dagen fietsen suizen we tevreden omlaag de berg af, naar de stad Elbasan. Het luxe hotel lonkt daar beneden, na campings met sanitair dat uit elkaar valt. Beneden in de stad rijden we in slalom tussen de toeterende auto’s en scooters door naar het hotel, langs een vrouw die haar koe uitlaat op de fiets, en voorbij karren getrokken door ezels en paarden. In het hotel spring ik onder de douche. Na deze zware dag in de brandende zon heb ik trek in koud bier, ik rammel van de honger en kijk reikhalzend uit naar een Albanese maaltijd in het restaurant in de burcht, middenin de stad.
…Ik zie de film: een hotelmedewerker morrelt aan de glazen deur, terwijl ik er naakt achter sta met mijn vrouwelijke lichaamsdelen… Maar na de douche gaat de schuifdeur niet meer open. Die staat rotsvast op de stenen vloer. Hoe lang zal ik hier zitten? Ik zie de heerlijke maaltijd in het restaurant als sneeuw voor de zon verdwijnen. Ik roep om hulp, maar na tien seconden stop ik – wat als er iemand komt… ik zie de film: hoe een hotelmedewerker met een tang en schroevendraaier aan de deur morrelt. Ondertussen sta ik daar in mijn naakte lijf achter de glazen deur,
38
met mijn vrouwelijke lichaamsdelen, terwijl ik net bij de balie heb ingecheckt als man. De hotelmedewerker kijkt, hij rent weg en laat me achter... De film stopt. Het beeld doemt weer op van de bergpas waar mijn reisgenoot me alleen achterliet in de kou. Het spook van eenzaamheid, afwijzing en angst staat achter me in de douche. Zijn kille vingers glijden langs mijn rug omhoog, over mijn schouders, ze klemmen zich om mijn keel. Ik raak in paniek, schudt het spook van me af en doe wat ik voor de transitie al zo vaak heb gedaan na jaren van afwijzing en onbegrip: ik los dit zelf op. Voorzichtig til ik de deur omhoog en schuif hem opzij. Een harde tik. Een stuk breekt af, de douchedeur spat uiteen en daalt rinkelend op me neer in een regen van glas.
Ik ben transgender, dus je snapt wel dat ik me liever niet uitkleed. Red je me eruit? Door het glas in het oog kan ik niet zien hoe de badkamer erbij ligt, hoe ik erbij sta. Ik spoel een stukje eruit en zie dan de ravage, de prijs die ik heb betaald voor de angst om als transgender ontdekt te worden. Overal liggen scherven. Bloed loopt uit mijn armen, been, tenen, vingers, ik moet mijn oog verder uitspoelen, Amma komt binnen, ik kom handen tekort. Ik bulder dat ze weg moet – liever een gekwetste ziel dan nog een gewonde. Met moeite dwing ik mezelf rustig te blijven, verbind de wonden met zakdoeken en ondergoed, ren half aangekleed de gang op en roep om hulp. Amma krijgt een knuffel, ik spring in de auto bij de hoteleigenaar, die er vol gas vandoor gaat. Met de rust en concentratie van iemand die een racespelletje op de Play Station speelt, manoeuvreert hij de auto door de spits – langs verkeerslichten die op rood staan, over trottoirbanden en voorbij voetgangers die haastig van het zebrapad rennen. Wat ben ik blij dat Albanezen niks om verkeersregels geven. De hoteleigenaar heet Bujar en lijkt me redelijk openminded. Als we de parkeerplaats oprijden, vraag ik of hij nog even wacht met uitstappen: ‘Luister, in mijn paspoort staat een M. Ik ben een transgender, dus je snapt wel dat ik me liever niet uitkleed. Als ze me daarom vragen, red je me er dan uit?’ Bujar stelt me gerust: ‘Ik vind het prima, ik heb daar geen mening over.’ In de Tweede Wereldoorlog is geen enkele Albanese Jood naar het concentratiekamp afgevoerd, in geen enkel moslimland heb ik zoveel kruizen langs de weg gezien. Albanië staat niet als transgendervriendelijk bekend, maar het lijkt alsof ze behalve de verkeersregels ook andere dogma’s aan hun laars lappen. Ik krijg het steeds sterkere vermoeden dat mijn angst onterecht is geweest als transgender rot behandeld te worden Het geruste gevoel verdampt op het ziekenhuisbed. Ik mag mijn ondergoed aanhouden terwijl een verpleegkundige hardhandig een injectienaald in mijn bil duwt. Daarna naaien ze me dicht, zonder onderzoek, zonder mijn oog uit te spoelen, zonder een splinter te verwijderen. Waar eerst een gapende wond in het been zat, sluit de huid zich nu als een dichtgeregen
rollade om het glas binnenin het vlees. Om het bed staan dokters, verplegers, de hoteleigenaar, zijn vriend, en een schimmige agent die weggelopen lijkt uit een gangsterfilm. Van hem krijg ik een verhoor: ‘Is het de schuld van de mensen van het hotel?’ Ik antwoord van niet. ‘Dus het is jóuw schuld?!’ Ik vrees in een risicovol steekspel te belanden, en doe alsof ik de vraag niet begrijp. Straks beland ik op het bureau, en wie weet gaan ze daar alsnog moeilijke vragen stellen over mijn lijf. En ik heb meer zorgen aan mijn hoofd. Er zit nog een stukje glas in het oog, maar pas morgen is een oogarts beschikbaar. Morgen? Morgen ben ik misschien half blind. Ik pleeg een telefoontje aan de Nederlandse ambassade. Arjana van de ambassade wil de arts spreken, en de telefoon gaat van mij naar dokter naar Bujar naar verpleger naar agent. Binnen een uur arriveert een oogarts uit Tirana, die een tranend middel in het oog spuit. Het glasstukje lijkt weg te zijn. Op de terugweg naar het hotel legt Bujar me uit dat de politie een schuldige zoekt: dan kunnen ze iemand afpersen.
maar noem het woord schuld niet. De hoteleigenaar heeft ontzettend zijn best gedaan en in het ziekenhuis waarschijnlijk een hoog bedrag aan steekpenningen voor jou betaald. Als je het hotel als schuldige aanwijst, kan dat zich tegen jou keren. Ik stuur je de tekst die je in de verklaring moet zetten’, sluit ze af. Ik voel me alleen en onveilig. Na een onrustige nacht word ik met een brandend oog wakker, er komt pus uit het been, het verhaal van de politie vliegt me aan. Het wordt me te veel, en voor het eerst doe ik iets wat ik op reis nog nooit heb gedaan: ik gooi de handdoek in de ring en besluit naar huis te gaan, naar een fatsoenlijk ziekenhuis. Ik bel de reisverzekering, die oordeelt dat ik waarschijnlijk met het vliegtuig naar Nederland moet. Hoe dat met Amma moet, lijkt mijn zaak. Die mag dat vliegtuig alleen met een transportbox in – en die is hier nergens te krijgen. Het antwoord van de verzekering: dat had ik moeten bedenken voordat ik met een hond op vakantie ging. Ik ontplof en beëindig het gesprek.
…De politie zoekt een schuldige, maar noem het woord schuld niet.
Ik loop te ijsberen op de hotelkamer, mijn gedachten snellen voor me uit. Urenlang heb ik met de verzekering gebeld, alternatieve reisroutes opgezocht, tevergeefs online naar dierenwinkels gezocht waar ik een transportbox kan kopen. Ik kan geen kant uit: het is niet verantwoord verder te reizen, maar de enige weg naar goede medische zorg betekent Amma hier achterlaten. Zonder haar ga ik niet terug naar Nederland. En er is nog een reden om niet terug te willen: nu de reis opnieuw ten einde lijkt te komen, voel ik de verstikking van stilstand weer, van muren die op me afkomen.
De agenten hebben de badkamer waarschijnlijk niet zo tactvol onderzocht: als ik terugkom, blijkt Amma de gang op gevlucht. Ze zit bedremmeld in en hoekje tegenover de hotelkamer. Ik troost haar en verkas naar een andere kamer. Uitgeput plof ik op bed neer en bel mijn vriendin. Rond middernacht gaat de telefoon. De ambassade: ‘Je moet morgen een schriftelijke verklaring afleggen. De politie zoekt een schuldige,
39
Er doemt een veel groter spookbeeld op dat mijn leven te lang heeft beheerst: een leven dat voorbij gaat terwijl ik stilsta. Ik moet denken aan de lunch van een uur geleden met Bujar. Hij keek naar Amma, die in de zon lag bij te komen. ‘Ze is sterk’, zei hij, ‘Ze heeft gisteren een heftige ervaring meegemaakt, maar ze kan goed met haar emoties omgaan’. Mijn hond wel, maar ik zit te piekeren. Ineens word ik chagrijnig op mezelf. Ik wist dat dit risico bestond, toch? Deal er dan mee! Als ik me de afgelopen jaren zo had gedragen als de afgelopen middag, was ik nooit uit de kast gekomen, nooit in transitie gegaan. Hier zit ik, te bang om eerst uit mijn eigen glazen kast te komen, en nu met de gevolgen te dealen. Gooi ik nu alles weg wat deze reis me heeft gebracht? Ik hoor stemmen van mensen in Nederland, eerst van mijn vriendin: ‘Ik ken je wel, je doet toch altijd wat je zelf goedvindt. Doe maar.’ Daarna verschijnen twee priemende ogen die me door een zwart montuur indringend aankijken, de ogen van een transvrouw aan het begin van mijn transitie: ‘Wil je als transgender verder komen? Ga de wereld in, binnen blijven zitten brengt je helemaal niets!’ Achter de angst om als transgender ontdekt te worden en een blind oog te krijgen, doemt nu een veel groter spookbeeld op dat mijn leven te lang heeft beheerst: een leven dat verder gaat terwijl ik stilsta. Vierenveertig jaar zijn voorbij gegaan, terwijl ik leefde als iemand die ik niet was. Daarna heb ik twee jaar lang gewacht totdat ik bij de genderpoli eindelijk het groene licht kreeg. Er is geen tijd meer om te wachten op verzekeringen, geen tijd voor gepieker en angst. Ineens is het zonneklaar wat met te doen staat: zo ver mogelijk naar het Zuiden fietsen, samen met Amma. En als dat niet lukt, verder met de taxi naar de havenstad Sarandë en de boot naar Griekenland, naar een fatsoenlijk ziekenhuis. Een vriendin-arts in Nederland schrijft op afstand oogdruppels voor en geeft adviezen voor het been. Mijn zus belt dat ze me desnoods met de auto komt ophalen uit Nederland. En in dit chaotische land weet ik zeker dat ik altijd op de hulp van de Albanezen kan rekenen. Ik ben niet alleen. Die avond doe ik wat ik mezelf de vorige dag had beloofd: ik ga naar het restaurant in de burcht, om deze overwinning op mezelf te vieren. De volgende ochtend zwaait het hek van de hotelpoort open, en met een gloeiend been rijd ik weg, met Amma in het kratje op de bagagedrager, door de binnenlanden. In een café in een troosteloos stadje loop ik ’s ochtends de wc binnen, waar een dronkenlap hangt over te geven. Om een lantaarnpaal gevouwen scheldt hij me daarna verrot – ook hij heeft z’n sanitaire momenten waarop hij liever geen ongewenst bezoek heeft. We rijden de prachtige heuvels in, waar bijna geen mens te bekennen is. Ineens houdt het asfalt op. Amma springt uit het kratje om naast de fiets te lopen. Ik hoor
40
‘pang!’: een geknapte spaak. Met een slag in het wiel lopen we verder. Ik voel en zie mijn been veranderen in een gloeiende, roze worst. Op een steile helling stoot ik het ook nog tegen de trapper. Bloed sijpelt de schoen in. Ik schreeuw het uit van de pijn en vloek op mezelf, omdat ik mezelf in deze situatie heb gebracht, eerst door mijn eigen angst, daarna door mijn stijfkoppigheid. Maar daarna kijk ik vol tevredenheid om me heen. Ik had nu ook nog chagrijnig op een hotelkamer kunnen zitten, wachtend op een verzekering die me naar huis zou brengen. Ik heb deze situatie aan mezelf te danken, en feliciteer mezelf. Iets zegt me dat dit goed gaat komen. Ik heb meer dan vijfenveertig jaar leven als vrouw overleefd en alles wat daarbij hoort, dus dit gaat me ook lukken. En het kwam goed: in een dorp verderop reed een rijke Albanees ons in zijn pick-up truck naar de fietsenmaker in de stad. Ik nam een dag rust en knipte de hechtingen weg. Met een nagloeiend been fietste ik daarna de bergpas over, eerst duizend meter omhoog en daarna omlaag naar de zee. Euforisch waste ik daarin de wonden en stak enkele dagen later de Griekse grens over. Over enkele weken ga ik terug om weer verder richting Istanbul te reizen – vanuit Albanië natuurlijk. Ik zal er niet mee te koop lopen dat ik een transgender ben, maar ik zal me evenmin laten meeslepen door mijn angst om ontdekt te worden. En glazen schuifdeuren laat ik voortaan open als ik ga douchen.
Knight guy I’m not like the other girls I just don’t get them I can’t be myself So I hate who I am I love soccer, climbing in trees But I’m a girl That’s how the world sees Me But it makes me crazy And feel alone It makes me feel hopeless I’m here on my own Where is the light People are saying The future is bright But for me there is No future in sight Every day just Feels like a night Don’t you see me I’m losing this fight You say I’m a princess But I know I’m a KNIGHT! I am a boy, please stop crying I try to be happy But you act like I’m dying You call me she and Jane Don’t you know It hurts hearing my old name My name is Joshua and I’m a man I try to be gentle the best I can I wish you’d call me Josh and he I wish that you could see I didn’t change I’m just me! door Samuel
41
Trans United Nederland, uit de fotoserie Trans in Amsterdam Trans in Amsterdam portretteert twaalf verschillende Amsterdamse transgenderorganisaties. De serie laat de kijker kennismaken met mensen die bij de organisaties betrokken zijn: als bezoeker, als volger op Instagram, als cliĂŤnt of als vrijwilliger. Zij poseren op een plek die van belang is geweest voor de transbeweging en voor henzelf. Zo worden stukjes geschiedenis zichtbaar die van levensbelang zijn geweest voor de transgenderbeweging. Deze fotoserie is een initiatief van Transgender Netwerk Nederland. Fotografie: Jasmine de Vries Productie: GabriĂŤl Bos Mede mogelijk gemaakt door de gemeente Amsterdam 42
43
Meer diversiteit in Hij is een Zij Een gesprek met presentator Jan Kooijman Tekst: Max Wijnen Fotografie: Janey van Ierland
44
Een van de bekendste Nederlandse televisieprogramma’s over transgender personen is Hij is een Zij van KRO-NCRV, dat gestart is in 2014. In deze zesdelige serie worden elk seizoen acht verschillende transgender jongeren een jaar lang gevolgd in hun transitie. Voor mij is dit programma heel belangrijk geweest. Ik herkende veel, en het heeft me geholpen mijn genderidentiteit als non-binair te bepalen. Voor dit magazine sprak ik in de winter van 2019 met Jan Kooijman die sinds 2016 de presentator is van het programma.
Hoe kwam het presenteren van Hij is een Zij op jouw pad? Ik ben gevraagd. Arie Boomsma presenteerde de eerste twee seizoenen en vertrok daarna bij de omroep. KRO-NCRV wilde graag verder met dit programma en heeft mij toen benaderd. Ik werkte al voor deze omroep en was gelijk enthousiast. Inmiddels heb ik twee seizoenen achter de rug en ben ik bezig met de voorbereidingen van het volgende seizoen.
Wat trekt je aan tot het programma? Ik houd van de documentaire-achtige aanpak en de lange tijd om mensen te volgen, zodat je echte portretten kunt maken. Verder houd ik ervan televisieprogramma’s te maken waarbij ik mijn nieuwsgierigheid de vrije loop kan laten, en dat mag bij dit programma. Het is altijd een uitdaging om een bestaand programma over te nemen. Ik wilde er wel mijn eigen sausje aan geven.
Waar bestaat dat sausje uit? Mijn missie luidt: presenteren met humor! Het onderwerp is best zwaar. Een transitie betekent voor alle acht personen die we filmen een flinke tocht die niet zelden gepaard gaat met moeilijke momenten. Het is dan mijn uitdaging om naast de zwaarte er wat luchtigheid in te brengen, een glimlach te creëren. Niet lachen óm de mensen, in tegendeel zelfs, maar lachen mét de geportretteerden.
Een voorbeeld? Vorig jaar gingen we met Ivan en Luna naar Danaë Trans-Missie, een bedrijf dat ondergoed maakt voor transpersonen. We bespraken het belang van goede onderkleding maar maakten ook grapjes over de neppiemels die er uitgestald stonden. Transgenders zijn vaak bekend met deze accessoires, maar andere kijkers niet. We laten zien wat er allemaal op de markt is, en relativeren met wat humor de ernst die om het onderwerp kan hangen.
Een transitie heeft dus ook minder dramatische kanten? Absoluut! En dat proberen we ook elk seizoen te laten zien. Er zijn mensen die redelijk gemakkelijk door hun transitie heen gaan, zoals Luna, die met haar toenmalige vriendje Ivan in het afgelopen seizoen te zien was. Zulke verhalen zorgen voor relativering en brengen een prettige balans aan ten opzichte van de heftiger verhalen.
45
‘Veel mensen hebben een eenzijdig, vaak negatief, beeld van transgender personen, en die kunnen van ons programma veel opsteken.‘ Wat is het belang van dit programma volgens jou? Nou, zelf ik was nooit bewust bezig met ‘genderbeleving’. Ik ben geboren als jongen, en vond dat de normaalste zaak van de wereld. Wel heb ik al jong geleerd, doordat ik in de danswereld terecht kwam, niet zo’n onderscheid te maken in mijn benadering van mannen en vrouwen, en open te staan voor vriendschap met iedereen. Veel mensen hebben een eenzijdig, vaak negatief, beeld van transgender personen, en die kunnen van ons programma veel opsteken. Met ons programma laten we zien dat transpersonen net zo ‘gewoon’ mens zijn als niet-transgender personen. Daarnaast kan het programma steun bieden aan degenen die worstelen met hun genderidentiteit, en aan degenen die nauw betrokken zijn bij mensen met genderidentiteitsvragen.
Jouw danscarrière heeft je dus op dit programma voorbereid? Jazeker, de danswereld heeft de reputatie gedomineerd te worden door vrouwen en homo’s, en het klopt wel dat veel dansers gay zijn. Natuurlijk heeft die wereld mij gevormd tot wie ik ben en is mijn kijk op gender, geaardheid en seksualiteit daardoor beïnvloed. Ik zie het zelf als een groot voordeel, deze vorming. Opgroeien in de danswereld heeft mij als mens rijker gemaakt. Ik kom uit een ruimdenkend gezin en ook dat heeft ertoe bijgedragen dat ik een open houding heb naar datgene wat als ‘anders’ wordt beschouwd.
En hoe zie jij jouw rol als presentator? Ik vind het mijn taak om een zo breed mogelijk publiek te bereiken. Niet alleen degenen die al thuis zijn in het onderwerp maar ook degenen die er nog niet veel van weten. Daarom stel ik soms de vragen die ‘Harrie en Katrien’ op de bank thuis zich vast ook stellen. We maken het programma al een aantal jaren en we bereiken altijd weer nieuwe kijkers. Daarom moet ik af en toe bepaalde onderwerpen of termen die voor wat meer ingewijde kijkers bekend zijn, opnieuw uitleggen of toelichten. Ook dat is mijn rol.
46
Hoe reageert de transgender community op jouw programma? Er komt wel eens kritiek op de vragen die we stellen of de terminologie die we gebruiken. We proberen hier scherp op te blijven maar we moeten, zoals ik net zei, ook echt rekening houden met de niet-ingewijde kijkers die we op een laagdrempelige manier iets willen bijbrengen. En soms kiezen we dan voor een insteek die voor mensen die vol in de transscene zitten, te weinig genuanceerd is. Toch bewaken wij, vind ik, altijd het respect voor het onderwerp en voor de deelnemers aan het programma.
Waarom gaat het bijna alleen over jongeren in transitie? In televisieland wordt vooral gedacht in doelgroepen en NPO 3 wordt gezien als een jongerenzender. Zelf ben ik van mening dat we tegenwoordig niet meer zo strikt vast hoeven houden aan dit onderscheid in doelgroepen, want kijkers kiezen hun programma’s daar toch al lang niet meer op uit. En van het begin af aan had ik de wens om een keer iemand te portretteren die ouder is, waar de omroep gelukkig in mee durft te gaan. Het leek me interessant om iemand in transitie te volgen die vijftig jaar of ouder is, die vast andere ervaringen heeft dan jongeren en tegen meer weerstand is aangelopen. Ik kan al verklappen dat het gelukt is! We gaan iemand filmen die niet alleen ouder is maar ook kinderen heeft. Daar ben ik erg blij om, ook door de diversiteit die we zo kunnen laten zien.
Waarom besteedt Hij is een Zij geen aandacht aan transgenders die geen medisch transitie hebben ondergaan? Tja, daar kunnen we zeker een keer ruimte voor maken. Er zijn inderdaad genoeg transgenders zonder een medisch traject. Zo’n behandeling is niet noodzakelijkerwijs doorslaggevend voor iemands identiteit. Iemand kan zich vrouw of man voelen of iets anders, maar dat hoef ik jou niet uit te leggen. Mensen bepalen zelf hoe ze daaraan uiting geven. Dat is mij tijdens het maken van het programma wel duidelijk geworden.
‘De genderscene is enorm in beweging en het is relevant om dit te laten terugkeren in het programma.’
47
Je hebt kinderen. Ben je je als ouder ervan bewust hoe gendergericht de wereld is? Ja, heel opvallend hoe dat werkt, die gendergestuurde maatschappij. Maar ik moet ook zeggen dat bepaalde genderaspecten soms in mensen verankerd zitten, hoe jong ze nog zijn. Mijn partner en ik voeden onze kinderen zo ruimdenkend mogelijk op maar toch kiezen ze schijnbaar zelf voor genderstereotype spullen en gedragingen. Als je daar als ouder wat in wilt bijsturen, merk je dat het genderspecifieke soms al in het kind zit. Tegelijkertijd zie je ook dat steeds meer kinderen makkelijker met gender omgaan. In ons programma zeggen kids al op de basisschool dat zij zich een jongen voelen in plaats van een meisje of andersom. Als je ziet hoe daar door leeftijdgenootjes op gereageerd wordt, heel relaxed: “Oké! Gaan we dan nu een boterham met pindakaas eten?”
Waardoor verandert dat gedrag dan zo snel? Dat is aangeleerd. Je ziet hetzelfde mechanisme optreden bij zoiets als racisme, dat is ook aangeleerd gedrag. Dat leer je pas op latere leeftijd van de mensen om je heen. Volgens mij gaan jonge kinderen echt makkelijk om met kinderen die een beetje anders zijn, maar op een gegeven moment komt er een soort omslagpunt. Dan gaan zaken meespelen als groepsdruk en wordt het belangrijk waar je bij hoort en wie jezelf bent. De eigen identiteit komt centraler te staan en dan wordt het ingewikkelder om af te wijken van de norm.
48
Zo’n norm bestaat ook in de transwereld. Zo wordt er vaak raar aangekeken tegen mijn non-binair zijn. Voor mij was het dan ook een verademing om Mik in de laatste twee seizoenen van jouw programma te zien. Snap ik! Mik is agender, die voelt zich geen man en geen vrouw. Met deze thematiek gaan we dit seizoen verder. We portretteren opnieuw iemand die zich niet als man of vrouw identificeert en die graag een X in het paspoort wil krijgen. De genderscene is enorm in beweging en het is relevant om dit te laten terugkeren in het programma. En men vindt Hij is een Zij een belangrijk programma bij NPO3, dat hebben ze me onlangs laten weten, en dat beschouw ik als een grote eer.
49
Let’s talk about
SEX TOYS SEX TOYS SEX TOYS Seks is een interessante uitdaging voor transpersonen die in fysieke transitie gaan, want er verandert lichamelijk van alles. Bij transmannen stijgt de testosteronspiegel, en daarmee neemt het libido meestal toe. Bij transvrouwen gaat de testosteronspiegel omlaag, maar dat betekent niet altijd minder zin in seks. Want als je lekkerder in je vel zit, is seks vaak fijner. Voor velen gaat er een nieuwe wereld open, waarin van alles te ontdekken valt. Seksspeeltjes bijvoorbeeld! Transman Raph beschrijft zijn eerste ervaring met een sekspeeltje, transvrouw Alice licht een tipje van de sluier op van haar uitgebreide ervaring met verschillende toys.
50
Ik Ik had had het het gevoel gevoel als als transman transman in in een een niemandsland niemandsland te te zitten zitten tussen tussen mannen mannen en en vrouwen vrouwen in. in. Veel Veel sex sex toys toys voor voor mannen mannen passen passen mij mij niet niet en en de de toys toys voor voor vrouwen vrouwen vind vind ik ik niet niet leuk. leuk. Naam: Gender: Leeftijd: Sekualiteit:
FTM sleeve toy
Raph Transman 27 jaar Biseksueel
Masturberen kan voor transmannen een uitdaging zijn. In mijn geval wordt het de laatste tijd lastiger om geconfronteerd te worden met het enige deel van mijn lichaam dat nog vrouwelijk voelt: mijn vagina. Ik gebruik nu ongeveer drie jaar testosteron: een leuk hormonaal goedje dat niet alleen het libido laat groeien, maar ook de clitoris. Die krijgt de vorm van een micropenis. Bij mij hield die groei na ongeveer twee centimeter op. De toename in omvang geeft me het gevoel dat mijn geslachtsdeel ergens tussen mannelijk en vrouwelijk in zit. Het nadeel van de gegroeide clitoris is dat die mijn zelf-aangeleerde masturbatietechniek door de war heeft geschopt. Maar de gegroeide clitoris brengt ook nieuwe masturbatiemogelijkheden, dus een mooie gelegenheid om eens op ontdekkingsreis te gaan. Voorheen had ik het gevoel als transman in een niemandsland te zitten tussen mannen en vrouwen in. Veel sex toys voor mannen passen mij niet, en de sex toys voor vrouwen vind ik als transman niet leuk, omdat ze een vrouwelijke seksbeleving teweegbrengen. Gelukkig zijn er enkele seksspeeltjes specifiek voor transmannen. Ik ben vooral geïnteresseerd in de speeltjes van Buck Angel, de transman die naam heeft gemaakt als pornoacteur. Tegenwoordig is hij activist en schrijver, en‌ hij heeft een eigen reeks sex toys op de markt gebracht, speciaal ontwikkeld voor de anatomie van een transman. In de seksshop Mister B valt mijn oog op de Kiss-X, de opvolger van de Buck-Off. De vorm van
de Buck-Off heeft wel iets weg van een deurstop die ik ooit bij de Action heb gezien. Het speeltje past in je handpalm en bestaat uit een zacht soort siliconen: SilaSkin. De binnenkant is hol en geribbeld, zodat het speeltje om je clitoris of kleine penis blijft zitten. Door het heen- en weer te bewegen en door wat te knijpen kun je je ermee aftrekken. Voor optimaal plezier van dit specifieke speeltje heb je een penis van een duim groot nodig: de omvang van Buck Angels eigen geslachtsdeel. De Buck-Off sluit er dan strak op aan en geeft een zuigeffect. Maar als de minipenis niet zo groot is, zit de Buck-Off te los. Na feedback van gebruikers die het speeltje maar niks vonden, heeft Buck een nieuwe variant op de markt gebracht: de Kiss-X. Die is meer geschikt voor een geslachtsdeel van het formaat van een pink. Ik besloot deze te kopen en kon niet wachten om het speeltje daarna thuis uit te proberen.
Voor optimaal plezier van dit specifieke speeltje heb je een penis van een duim groot nodig Thuis haal ik het speeltje uit de verpakking, breng er wat glijmiddel in aan en ga op bed liggen. Het enthousiasme zorgt al voor een kleine erectie, waardoor het makkelijk wordt het speeltje om mijn minipenis heen te schuiven. De eerste twee minuten met de Kiss-X gaan prima. Ik voel de ribbels en zit enthousiast te bewegen en te knijpen. Ik word er wel opgewonden van, maar na de eerste minuten begint het een beetje ongemakkelijk te worden. Door het glijmiddel glibbert het speeltje alle kanten op, en de
51
geilheid houdt geen stand. Het slurpende geluid dat het glijmiddel in de Kiss-X maakt, is voor mij een extra afknapper. Na enkele minuten verschillende posities te proberen, komt het goede gevoel niet terug. De extatische sensatie en de oogrollende orgasmes die ik had verwacht, blijven uit. Na die eerste poging probeer ik het nog een aantal keer, maar steeds met hetzelfde resultaat: het begint leuk, maar na wat onhandig gefriemel eindigt het altijd met een handmatige finish zonder seksspeeltje. Daardoor heeft de Kiss-X niet het gewenste effect van buffer tussen mij en mijn geslachtsdeel. Het brengt er juist meer aandacht naartoe, omdat ik steeds moet kijken of ik nog goed aan het richten ben. Dat is moeilijker dan het eerst lijkt. Bovendien is het niet goed mogelijk het met je onderbroek aan te gebruiken, omdat het glijmiddel je ondergoed vies maakt. Als je dat niet wilt, moet je de Kiss-X naakt gebruiken, en die gedwongen naaktheid maakt het voor mij niet prettiger. Ook het gehannes na de beurt is niet ideaal, want de ribbels - bedoeld voor extra plezier- zijn lastig schoon te maken. Bovendien moet je de Kiss-X na de schoonmaakbeurt goed laten drogen. Voordat al die hoekjes en gaatjes in de ribbels droog zijn, ben je een halve dag verder, en ondertussen staat dat ding bovenop de verwarming te wachten totdat je hem vergeet terwijl je bezoek krijgt.
De hele ervaring is voor mij een redelijke teleurstelling geworden, omdat de Kiss-X niet goed werkte. Maar voor degenen bij wie hij wel werkt, moet het vast een geweldig speeltje zijn, die de dysforische gevoelens tijdens de masturbatie op afstand houdt. Ik zal nog even verder moeten zoeken naar iets wat beter bevalt. Maar er zijn vervelendere dingen om te onderzoeken, en als er dan ook nog een speeltje is dat wĂŠl voor me werkt, wordt het alleen maar leuker.
52
De De vagina vagina van van een een transvrouw transvrouw is is minder minder diep. diep. Ik Ik ben ben daarom daarom niet niet zo zo blij blij met met heel heel grote grote speeltjes speeltjes waar waar sommige sommige bedpartners bedpartners mee mee aankomen. aankomen. Naam: Gender: Leeftijd: Sekualiteit:
Alice Transvrouw 49 jaar Biseksueel
Vóór mijn transitie had ik een keurig bestaan met een vrouw als partner en zonder uitbundig seksleven. Vlak voor mijn scheiding en transitie lag dat vrijwel helemaal stil. Na mijn transitie veranderde dat. Ik heb nu meerdere bedpartners en ben heel tevreden over een fijn en gevarieerd seksleven. Ik doe aan BDSM:Bondage, Dominantie, Sado Masochisme. Binnen zo’n BDSM-relatie is één persoon de dominant en de andere de onderdanige. Veel transvrouwen hebben een neovagina, die ze diep en breed moeten houden door te dilateren. Je brengt dan een kunststof penis naar binnen. Maar het kan ook door te penetreren tijdens de seks. Een belangrijk verschil met de vagina van een cisvrouw is de diepte: die van een transvrouw is minder diep. De mijne is veertien centimeter: goed genoeg, maar speeltjes van meer dan 15 centimeter lang gaan er niet in. Natuurlijk hoeven seks en masturbatie niet met seksspeeltjes, maar die kunnen het extra leuk maken. Ik heb een behoorlijk voorraadje, waarvan ik een groot aantal bij Mail & Female koop. Ik ga ook naar andere seksshops in en buiten Amsterdam, in Berlijn bijvoorbeeld. Ik denk dat transvrouwen de meeste speeltjes kunnen gebruiken die ook voor cisvrouwen geschikt zijn. Er is dus volgens mij geen behoefte aan speeltjes speciaal voor transvrouwen. Alleen de grootte is soms een probleem. Ik ben daarom niet zo blij met heel grote speeltjes waar sommige sekspartners mee aankomen. Ik heb een vibrator die de vorm van een echte penis heeft, gemaakt van siliconen, met bloedvaten en een voorhuid. Omdat hij behoorlijk groot is, moet ik echt opgewonden zijn voordat die ‘erin’ past.
53
Ik geniet van alle speeltjes die ik heb en blijf openstaan voor nieuwe ervaringen.
Voor de BDSM heb ik een koffertje met allerlei seksspeeltjes, waaronder opblaasbare dildo’s. Er zitten ook butt plugs in, maar die zijn niet voor mijzelf: ik houd namelijk niet van dingen in mijn kont. In Berlijn heb ik laatst balletjes gekocht die heen en weer gaan. Die zitten aan een touwtje. Je brengt ze in je vagina naar binnen. Binnenin zit iets wat gaat bewegen als je ze schudt. Als je ermee loopt, geeft het schuivende gewicht in de balletjes een soort trilling. Ik heb ook nog zo’n staafmixer: een grote vibrator. Die heeft wel tien standen, maar standje twee is al heftig genoeg. Het lekkerste vind ik een speeltje dat je om je vinger kan schuiven. Het is iets groter dan drie vingerkootjes en trilt. Als je hem over je lichaam heen beweegt, geeft dat een lekker gevoel. Op dit moment zoek ik een eitje dat je in je vagina kunt inbrengen. Dat lijkt me heel spannend. Ik heb er al een, maar die bedien je met een afstandsbediening, dus
54
daarvoor moet iemand in mijn buurt zijn die hem kan bedienen. Maar het eitje dat ik nu zoek, kun je met je telefoon verbinden. Het is mogelijk hem met een app te laten trillen. Als een andere persoon die app ook heeft en als ik die persoon toestemming heb gegeven, kan die vanaf iedere willekeurige plek het eitje aan- en uitzetten. Mijn transitie betekende voor mij een enorme verrijking van mijn seksleven, waarbij het gebruik van seksspeeltjes tot nu toe erg leuk is geweest. Ik geniet van alle speeltjes die ik heb en blijf openstaan voor nieuwe ervaringen.
6 Years...
IsBurning
Warehouse Elementenstraat 12.04.2020
55
TICKETS HLFEIVAL.NL 56
VERVREEMDING Tekst: Rachel
Ik heb me nooit helemaal thuis gevoeld in mezelf en tussen mensen in mijn omgeving. Jarenlang wist ik niet waarom, maar inmiddels wel: zij begrepen me niet, en zagen me niet zoals ik was. Ik wist zelf niet eens wie ik was. Ik viel altijd op allerlei soorten mensen. Een stukje van het antwoord vond ik in mijn seksuele identiteit, toen ik op mijn vijftiende besefte dat ik biseksueel was. Met dat besef vond ik binnen de queer community een plek, waar ik redelijk in paste. Daar zocht ik verder. Steeds als ik daar een nieuwe term hoorde, zoals genderqueer of demiboy, zocht ik dat op: ging dat over mij? Sinds een half jaar weet ik dat ik op zoek was naar mijn genderidentiteit. Die noem ik nu non-binair of genderflux. Dit inzicht heeft me dichter bij mezelf gebracht. Toch kan ik nog steeds van mezelf vervreemd raken als ik te veel over mijn gender nadenk. Of ik krijg het gevoel dat ik de boel belazer, dat ik ‘niet trans genoeg’ ben. Op sommige dagen identificeer ik me ineens helemaal of gedeeltelijk met mijn geboortegeslacht, op andere dagen wil ik daar juist niets van weten. Dat geeft verwarring. De beelden van deze fotoserie laten zien hoe dat voor mij is.
Fotografie: Roos Klijn Blijf zacht. Dat vertel ik mezelf, bij alles wat ik doe en maak. Ik volg de transitie van mijn lief Tijn elke dag van dichtbij – zo snel en zo traag tegelijk. Ondertussen verander ik zelf ook, van altijd maar zoeken naar steeds meer vinden. Dat is precies waarom Rachels woorden iets met me doen. Voor mij gaan die over harder voelen en zachter kijken.
57
58
59
60
61
AND I THINK TO MYSELF: WHAT A GENDERFUL WORLD! Tekst en Illustraties:: Jan Broekhuizen
62
Daar sta ik dan als non-binaire cultuursnuiver in een van de mooiste musea van Nederland. Het is jaren geleden dat ik voor het laatst het Tropenmuseum van binnen zag, maar een tentoonstelling met de naam What A Genderful World mag ik natuurlijk niet aan me voorbij laten gaan.
Het Tropenmuseum brengt wereldculturen in beeld, waarbij het menselijke verhaal centraal staat. De tentoonstellingen laten universele menselijke thema’s zien. Zo’n thema is het begrip ‘gender’. De tentoonstelling What a Genderful World geeft een indruk van de manieren waarop verschillende culturen met gender omgaan en confronteert de bezoeker met de manier waarop die zelf naar gender kijkt.
Als ik de trap op loop, valt me als eerste op dat de ruimtes spaarzaam verlicht zijn. Hier en daar hangen felle spotlights. Het geeft de statige zalen een hedendaagse uitstraling. Door die spaarzame verlichting moet ik soms wel érg dicht bij een bordje gaan staan om de informatie erop te kunnen lezen. Praktisch of niet, de schaduwachtige ruimtes lijken de bezoeker op een ontdekkingsreis mee te nemen: bij sommige vitrines moet ik op een knopje drukken om de belichting te activeren. Op die manier is het in de schaars verlichte ruimten bijna niet mogelijk vooruit te kijken naar de dingen die gaan komen. Naarmate ik verder loop door de tentoonstelling, ontdek ik meer over de betekenis van gender en over de uitingsvormen ervan in verschillende culturen: Samoaanse fa’afafines, Albanese burneshas, Zapoteekse muxes, Native American two-spirit mensen, en Zuidoost-Aziatische hijra’s komen voorbij. Hier wordt duidelijk dat de expositie vooral is samengesteld voor mensen die nog onbekend zijn met het onderwerp gender en met de manieren waarop verschillende culturen over de hele wereld dit begrip invullen. Dat is natuurlijk niet erg, maar voor de meer ervaren genderavonturier mist de tentoonstelling daardoor soms diepgang.
In de borstenballenbak vind ik de boei Breasts don’t define me Ik blijf in dezelfde ruimte. Daarin hangen ook twee gigantische emoji-boksballen: de een in de vorm van een aubergine, de ander in de vorm van een taco. Iedereen die thuis is in de dubbelzinnige online emoji-taal, snapt dat het hier gaat om een penis en een vagina. Ik word uitgenodigd mijn kracht te testen door een paar bokshandschoenen aan te trekken en een mep tegen een van de bungelende emoji’s te wagen. Ik kan dit interactieve element wel waarderen, maar de ruimte is klein, en als een groep enthousiaste basisschoolkinderen op de boksballen losgaat, breng ik mezelf snel in veiligheid.
63
Voor mij is De zee van objectivering van That Lady Thing een hoogtepunt. Het is een borstenballenbak met kleine ronde borsten in plaats van plastic ballen. Ik word uitgenodigd in de ballenbak plaats te nemen en met een van de reddingsboeien te poseren. Op de reddingsboeien staan verschillende teksten. Welke tekst boeit mij? Ik zoek tussen de boeien. Breasts don’t define me. Ik vind het tof dat ik juist dat gendernormen tegenkom, want in mijn eigen ontdekkingstocht naar mijn genderidentiteit komt ‘En je borsten dan?’ regelmatig voorbij. Alsof die borsten me minder non-binair maken. Voor mij doen ze niets af aan mijn non-binaire identiteit.
Wie zijn jouw gendervoorbeelden?
Gendervrij, iedereen blij?
Hoe doorbreek jij gendernormen?
Steven Tyler lijkt met gender te spelen. Hoewel ik graag het denken in hokjes loslaat, had ik deze ruige rocker nooit een ander label opgeplakt dan dat van ‘man’. Het is verfrissend en confronterend te ervaren dat ook ikzelf vooroordelen heb op het gebied van gender.
Daar hangt de zanger van Aerosmith, die ik altijd het label had opgeplakt van ‘man’ Als ik weer uit de borstenballenbak ben geklommen, vervolg ik mijn ontdekkingsreis. Ik kom in een knalrode zaal met lange doeken, die in een cirkel van het plafond omlaag hangen. Op de doeken staan enorme foto’s van celebrities. Onder iedere foto hangt een ander doek met een quote van die persoon over gender. Sam Smith, die in 2019 als non-binair uit de kast kwam. Conchita Wurst, de Eurovisie-winnares met de baard. De gebruikelijke celebs die je ziet als het over gender gaat. Maar er hangt ook een doek met daarop een meer-dan-levensgrote foto van Steven Tyler: de zanger van Aerosmith. Stevens uitspraak? ‘I’ve been misquoted in saying that I’m more female than male. Let me set the record straight - it’s more half and half.’
64
De ontdekkingsreis eindigt in een donker zaaltje met zes scherp uitgelichte panelen in regenboogkleuren. Die bestrijken de hele wand. Op ieder paneel staat in hoofdletters een vraag. Daaronder krijgen bezoekers de ruimte een briefje te hangen waarop ze hun eigen antwoord op die vraag hebben geschreven. Ik ga de vragen langs en probeer zelf antwoord te geven voordat ik mijn blik op de briefjes laat vallen.
Wanneer speel jij met gender?
CISGENDER, TRANSGENDER, NON-BINARY, BINARY, GENDERFLUID, AGENDER, BIGENDER POLYGENDER, NEUTROIS, INTERGENDER, GREYGENDER, INTERSEX
De tentoonstelling What A Genderful World bevat nog veel meer moois dan de dingen die ik heb beschreven. Het is een ontdekkingsreis voor onervaren genderavonturiers, maar is ook zeker de moeite waard voor doorgewinterde genderontdekkers. Dingen die mij zijn bijgebleven, maken op jou misschien helemaal geen indruk. En wat op mij als vanzelfsprekend overkomt, is voor jou misschien gloednieuw. Ga dus vooral zelf op onderzoek uit in het Tropenmuseum! Je kunt de tentoonstelling nog bekijken tot en met 23 augustus 2020.
65
66
‘OMG, JOODS EN OOK NOG QUEER!?’ Tekst Simon Abramov Fotografie: Jasmine de Vries
Religie en gender non-conformiteit met elkaar verenigen voelt alsof je twee niet-passende stukjes van een puzzel krampachtig in elkaar drukt. Het lijkt niet te kunnen, en misschien hoeft dat ook niet. Het werkt pas als je beide onderdelen van die identiteit niet als puzzelstukjes ziet, maar als bouwstenen. Op die manier ben ik gaan begrijpen dat transen non-binaire mensen veel gemeenschappelijk hebben met de Joodse gemeenschap.
Vaak worstel ik met de gedachte dat mijn Joodse identiteit en gender nonconformiteit niet tegelijk kunnen bestaan. Dat gevoel wordt nog sterker als ik probeer te bedenken hoe ik mijn gender en culturele religieuze opvoeding een plek moet geven. Ik word dikwijls geconfronteerd met de complexiteit van twee identiteiten die door elkaar heen lopen. Zo’n moment deed zich voor op het vliegveld van New York, aan het begin van mijn reis naar Nederland. Voordat ik door de douane ging, nam ik afscheid van mijn ouders. Ik was opgewonden, zenuwachtig, en mijn vingers jeukten om mijn lipgloss aan te brengen nadat ze vertrokken waren. Ineens stopten mijn gedachten toen mijn moeder mijn kettinkje met de Davidster onder mijn T-shirt verstopte: ‘Ik zei je toch dat je die niet moest meenemen,’ mopperde ze. Toen ze vertrokken waren, en ik eenmaal voorbij de controles was, trok ik het kettinkje meteen onder mijn kleren vandaan en deed een laagje lipgloss op mijn lippen. Nu voelde ik me meer mezelf.
67
Trans- en non-binaire personen hebben een probleem met zichtbaarheid, dat sterk lijkt op dat van de Joodse gemeenschap: een toename in zichtbaarheid betekent een toename van geweld gericht op identiteit. Beide groepen veronderstellen veilig te zijn als ze onzichtbaar zijn: de een door de religieuze identiteit te camoufleren, de ander door zich te presenteren in de gender die overeenkomst met het geboortegeslacht. Precies daarom wilde mijn moeder dat ik mijn joodse identiteit verborgen hield, en precies daarom voelde ik me niet veilig om in haar aanwezigheid lipgloss op te doen. In mij zijn deze twee worstelingen onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Ik trok het kettinkje onder mijn kleren vandaan en deed een laagje lipgloss op. Toen ik als non-binair uit de kast kwam, vond ik het lastig mijn genderidentiteit met mijn diepgewortelde joodse identiteit te verzoenen. Binnen mijn idee van het traditionele Jodendom was er in die tijd geen plek voor mijn queeridentiteit. Die queeridentiteit vond vooral geen ruimte in bepaalde joodse tradities, zoals gender-gesegregeerde ruimtes, -gesegregeerde praktijken en homofobie. En de andere kant op verzetten queermilieus waarin ik zat, zich heftig tegen georganiseerde religie. Hoe kon ik nou mijn Jodendom queerifiĂŤren als beide omgevingen elkaars politiek verwierpen? Om mijn queerness te behouden, onderdrukte ik mijn joodse karakter. Ik deed mijn ketting met de Davidster af, oefende mijn geloof niet meer uit en weigerde nog een voet in de synagoge te zetten. Veel queer joden in mijn omgeving hebben een vergelijkbare ervaring. Toch kwam mijn joodse identiteit altijd weer boven. Altijd was ik de enige Jood in de kamer en de enige pleitbezorger tegen antisemitisme als de discussie daarover plaatsvond. Tijdens het Trump-presidentschap wonnen zowel transfobie als antisemitisme aan invloed, en daardoor kon ik een geheel nieuwe queer-joodse identiteit opbouwen.
68
Oplaaiende transfobie en antisemitisme tijdens Trump, stimuleerden mij een nieuwe queer-joodse identiteit op te bouwen.
Het was fantastisch te leren hoe de joodse traditie meer dan twee geslachten en genderidentiteiten erkent
Dat was het moment waarop ik mijn joodsheid opnieuw omarmde. Niet als geloof, maar als een gedeelde geschiedenis, cultuur en ervaring: een gedeelde etnisch-religieuze identiteit. Daarmee ging ik begrijpen wat de basis-queerness is: een losse set ideeĂŤn over gender- en seksuele identiteit, over het vermogen dingen te veranderen, over zichtbaarheid, geweld en tolerantie. En door alle onderdelen van mijn identiteit uit te pakken realiseerde ik me dat mijn joodsheid net zo kneedbaar is als mijn genderidentiteit. Ik kan het vormgeven op een manier die bij mij past, want ik ben degene die het zich eigen moet maken. Juist te midden van politieke onrust werd ik steeds zelfverzekerder in het verdedigen van het bestaansrecht van non-binaire Joden. Online en op de universiteit vond ik een gemeenschap van queer joden, die vergelijkbare ervaringen hebben van verzoening en herovering van hun twee identiteiten. Die andere queer joden stelden me in staat om de prachtige elementen van joodsheid en het Jodendom te verkennen die goed bij mijn queerness pasten en deze aanvulden. Het was fantastisch te leren hoe de joodse traditie meer dan twee geslachten en genderidentiteiten erkent. Variaties in geslacht en gender staan uitgelegd in de Misjna: de orale Torah. De begrippen in de Misjna zijn eeuwenoud, waardoor ze niet helemaal aansluiten bij hedendaagse definities van geslachtsen genderidentiteit. Hoewel het onderscheid tussen genderidentiteit en geslacht daarin nogal dubbelzinnig is, geven de Misjna een breder scala aan genders dan ons huidige begrip van twee genders, namelijk maar liefst zes. De eerste identiteit is van toepassing op iemand met mannelijke kenmerken: zachar. Het is niet helemaal duidelijk of die kenmerken op gender of geslacht slaan. De tegenhanger van zachar is nekevah: de identiteit van iemand met vrouwelijke kenmerken. De teksten beschrijven een derde, non-binaire seksuele en genderidentiteit met mannelijke ĂŠn vrouwelijke kenmerken, zoals een intersekse persoon. Ik beschouw mezelf als een tumtum: een vierde identiteit van iemand wiens seksuele kenmerken onbekend of verborgen zijn.
69
In de moderne westerse wereld komt dat overeen met de non-binaire identiteit of agender identiteit. De Misjna identificeert ay’lonit als de vijfde identiteit, voor een persoon die bij de geboorte het vrouwelijke geslacht krijgt, maar mannelijke kenmerken ontwikkelt tijdens de puberteit. Dat komt ongeveer overeen met een transman. De zesde: saris, is de identiteit voor iemand die bij de geboorte een mannelijk geslacht krijgt, maar tijdens de puberteit vrouwelijke kenmerken ontwikkelt.
Voor mij is queer-zijn net zoals de Talmoed: rommelig, ingewikkeld en mooi. De joodse traditie geeft geen heldere set richtlijnen, maar is er trots op een constant debat aan te moedigen en ideeĂŤn in twijfel te trekken. Juist dat debat en die twijfel vormen de inhoud van de Talmoed, waarin betwiste commentaren en interpretaties van het Joodse schrift staan. Voor mij is queer-zijn net zoals de Talmoed: rommelig, ingewikkeld en mooi. Voor mij lijkt queerness daarin intrinsiek op de joodse traditie, want beiden geven richting in een omgeving van verwarring en discriminatie. Religie, cultuur en gender non-conformiteit hoeven niet in afzonderlijke domeinen te bestaan, want er zijn veel manieren om je te bewegen binnen identiteiten die door elkaar heen lopen. Als je die nog een keer tegen het licht houdt, kom je er misschien achter dat je eigen tradities en gewoonten oorspronkelijk meer queer zijn dan je vooraf had verondersteld. Stel je daarom open voor de mogelijkheden om verschillende delen van je identiteit die je ooit als absolute waarheid aannam, af te leren en opnieuw te leren.
70
71
72
73
TRANSEN TRANSEN BORD BORD
74
Speel Transenbord met je dierbaren: de leukste manier om het onderwerp ‘transgender’ bespreekbaar te maken! Gooi om de beurt met de dobbelsteen en ga het aantal vakjes dat je ogen hebt gegooid vooruit. Wie het eerst uitkomt op vakje 63, heeft gewonnen! Veel plezier!
WAT HEB JE NODIG - 2 tot 6 spelers - 2 dobbelstenen - Een pion voor iedere speler. Je kunt je eigen pionnen maken: een mannetje, een vrouwtje, of iets van allebei. -Het spelbord: haal deze pagina’s voorzichtig uit het magazine.
SPELREGELS SPELREGELS 1 Gooi allemaal eerst de dobbelstenen. Degene die
het hoogst gooit, begint. 2 De winnaar is degene die als eerste uitkomt op de spiegel: hokje 63. 3 Je moet precies op vakje 63 uitkomen. Het aantal ogen dat je over hokje 63 heen gaat, moet je terug. 4 Als je uitkomt op een vakje met een plaatje, voer dan de opdracht uit die daarbij hoort:
VAKJES 5. De transitie wordt je partner even te veel. Gooi de
dobbelsteen opnieuw en ga zoveel plaatsen achteruit..
6. In je nieuwe gedaante ben je de liefde van je leven tegengekomen. Je krijgt vleugels. Ga direct naar 12.
9. Je bent blij met je nieuwe binder. Het oude exemplaar kan in de vuilnisbak. Gooi de dobbelsteen en ga zoveel plaatsen terug om je om te kleden. 14. Je hebt gewinkeld en komt terug met nieuwe
kledingstukken. Kijk in de spiegel en bewonder jezelf in de meest geweldige outfits. Ga drie plaatsen vooruit.
19. Bad hair day! Zo kun je niet naar buiten... Sla twee beurten over.
23. Je bent een oudere transgender. In het
bejaardentehuis word je nooit uitgenodigd voor de spelletjesmiddag. Gooi de dobbelsteen en ga zoveel plaatsen terug.
27. Blub blub! Je telefoon valt uit je kontzak in de genderneutrale toiletpot. Je bent onbereikbaar. Sla een beurt over.
TRANSEN TRANSEN BORD BORD 31. Je hebt een leuke date gehad, en zit lekker in je vel. Gooi de dobbelsteen en ga zoveel plaatsen vooruit. 32. Je voelt je een jongen, maar moet met het meidenteam meevoetballen. Blijf chagrijnig op de WC zitten, en sla een beurt over. 36. Je loopt mee in de Pride Walk. Wow, wat voel je je trots! Gooi de dobbelsteen en ga zoveel plaatsen vooruit.
41. Bij de online boeking van je vliegreis moet je een ‘m’ of ‘v’ aanclicken. Dat weiger je. Nu kun je geen ticket boeken. Gooi de dobbelsteen en ga zoveel plaatsen achteruit. 42. Je gaat op vakantie naar een land waar transgenders niet geaccepteerd zijn. Ga terug in de kast, ga naar 30. 44. Je krijgt een telefoontje van de genderpoli: de
wachtlijst loopt tien weken op. Gooi de dobbelsteen, en ga zoveel plaatsen achteruit.
50. Je stem wordt hoger. Je hond wil niet meer naar je luisteren. Gooi één dobbelsteen. Bij 2, 4 of 6 ga je zoveel plaatsen vooruit. Bij 1, 3 en 5 ga je zoveel plaatsen achteruit. 52. Je bent de weg kwijt in het labyrint van LHBTIQ+afkortingen. Neem de tijd om je hier even rustig op te oriënteren. Sla 2 beurten over. 54. Je durft voor het eerst met je nieuwe torso naar de sauna. Gooi de dobbelsteen en ga zoveel plaatsen vooruit. 58. Je hebt je verslapen op de dag van je
borstoperatie. Nu moet je opnieuw op de wachtlijst. Ga terug naar START.
59. Je voelt je als herboren na je geslachtsbevestigende operatie. Gooi de dobbelsteen en ga zoveel plaatsen vooruit. 63. Gefeliciteerd! Je kijkt in de spiegel en… je ziet jezelf.
75
Va n algoritme tot b a by n a a m Tekst en Illustratie: Jan Broekhuizen
What’s in a name? Veel, zeker voor transmensen. Het loslaten van de oude, ‘dode’ naam is voor hen namelijk een belangrijke stap in de zelfontplooiing. Aan de keuze van mijn eigen, nieuwe naam is een lang proces van denken voorafgegaan. Ik wilde niet helemaal van mijn geboortenaam afstappen, vooral omdat ik naar verschillende familieleden ben vernoemd. Dat vind ik juist heel mooi. Daarom ben ik op zoek gegaan naar een variatie op mijn geboortenaam. Tijdens die zoektocht vond ik verschillende namen: vooral namen die óf niet bij mij pasten, óf veel te genderspecifiek waren, en ik zag mezelf niet door het leven gaan als Johan of Hanne. Daarom koos ik uiteindelijk voor een verkorting van mijn oude naam: ik stel me nu voor als Jan. Voor mij en mijn omgeving was dat handig, want veel vrienden noemden me al zo. Nu is mijn verhaal mijn verhaal. Hoe kiezen andere transmensen hun nieuwe naam? Hoe hebben ze die gevonden? Evan, Tess, Eus en Mik vertellen je hoe zij dat hebben gedaan.
76
- Wist je dat… in Portugal, Duitsland, Denemarken en IJsland genderneutrale namen niet zijn toegestaan?
Evan Johannes Arnoldus (30 jaar, hij/hem) Waarom heb je juist voor deze naam gekozen? Mijn moeder wilde mij vroeger Eva of Laura noemen. Laurens leek me niets, maar de Engelse naam Evan heb ik altijd mooi gevonden. Toen ik van mijn oude naam af wilde, besloot ik die te gebruiken, maar dan op z’n Nederlands uitgesproken Johannes is de eerste naam van mijn stiefvader. Ik heb zijn naam genomen uit respect voor hem, omdat hij voor mij meer een vader is dan mijn biologische vader. Arnoldus is de naam van mijn opa. Hij leeft helaas niet meer, maar ik vond het een passende naam. Toen ik werd geboren, wilde mijn moeder altijd Annelies in mijn naam gebruiken: de naam van haar moeder. Maar mijn biologische vader wilde dat niet. Uit respect voor mijn moeder en mijn opa heb ik nu de naam van mijn moeders vader gekozen: Arnoldus.
Waar heb je je naam gevonden? Ik kan me niet meer herinneren waar ik Evan voor het eerst zag. Ik gebruikte deze naam voor het eerst toen ik veertien of vijftien was, voor een personage in role playing games en fan fictions. Toen ik uit de kast begon te komen, vroeg ik mijn beste vrienden of ze mij Evan wilden noemen. Zo kon ik peilen hoe dat aanvoelde. Toen ik er zeker genoeg van was, heb ik openbaar mijn naam veranderd.
Is een bepaalde reactie op je naam je bijgebleven? Voordat ik mijn hormoontherapie begon, zei iemand tegen me dat hij niet wist dat Evan een meisjesnaam was… Mensen vragen wel eens hoe ik op de naam gekomen ben, en dan leg ik het uit. Als vrienden naar mijn dode naam vragen, vertel ik ze eerst dat het niet zo netjes is om daar naar te vragen. Als ik ze genoeg vertrouw en mijn dode, oude naam toch vertel, vinden ze unaniem dat die naam echt niet bij mij past. Ik heb zelf ook altijd een hekel aan die naam gehad, niet eens alleen vanwege genderdysforie.
- Wist je dat… de studie die de betekenis, de oorsprong en de verspreiding van namen onderzoekt onomastiek heet? Dit komt van het Griekse ónoma, dat betekent: naam!
77
Mik (27 jaar, hij/hem) Waarom heb je juist voor deze naam gekozen? Mik klopt gewoon. Ik heb de naam Mees nog overwogen, maar die is iets te zacht voor mij, dus werd het Mik. De naam staat volledig los van mijn dode naam. Helaas is mijn nieuwe voornaam nog niet officieel. Voordat ik mijn naam en geslacht wettelijk kan veranderen, moet ik mijn geboorteakte uit Zuid-Afrika – waar ik geboren ben - zien te ontvangen. Dit duurt nu al maanden, met het gevolg dat ik nog regelmatig met mijn dode naam wordt aangesproken. Voor mij één van de weinige momenten waarop ik nog dysforie ervaar.
Waar heb je je naam gevonden? Mijn vrouw en ik hadden Mik bedacht als naam voor onze mogelijke baby. Toen ik over mijn eigen naam ging nadenken, kwam ik er achter dat geen naam zo goed bij me past als deze! Ik besprak het met mijn vrouw en zij reageerde gelukkig meteen enthousiast. Is een bepaalde reactie op je naam je bijgebleven? Ik vond het raar dat mensen me in het begin soms Kim noemden, in plaats van Mik. Verder vind ik het heel leuk om te horen dat mensen Mik goed bij mij vinden passen!
Eus Nehalennia Jean (48 jaar, hijzij/hemhaar of hij/hem) Waarom heb je juist voor deze naam gekozen? Ik vond Eus wel lekker genderneutraal. Nehalennia wilde ik zo houden, omdat ik het een prachtige naam vind en omdat ik ook iets vrouwelijks wilde behouden. Dat is de naam van een Zeeuws-Romeinse-Keltische godin, want ik ben in Zeeland geboren. En Jean is het mannelijke gedeelte. Dat komt van mijn oma Johanna, die inmiddels overleden is. Een genderneutrale, een vrouwelijke, en een mannelijke naam dus.
Waar heb je je naam gevonden? De naam heeft mij gevonden! Bijna al m’n vrienden noemen me al meer dan vijfentwintig jaar Eus, omdat ze Eugenie te lang vonden of niet bij mij vonden passen. Ik wilde geen Eugène heten, want zo heette mijn vader al.
Is een bepaalde reactie op je naam je bijgebleven? In het buitenland kunnen mensen Eus vaak niet onthouden of uitspreken. Dan zeg ik meestal dat ze zelf maar iets moois moeten verzinnen, dat bij me past.
78
Tess (40 jaar, zij/haar) Waarom heb je juist voor deze naam gekozen? Ik wilde graag een voornaam die dichtbij de naam lag die mijn ouders me hebben gegeven. Ik heb negenendertig jaar Thomas geheten, dus ik ben er toch aan gehecht. Het moest dus een korte naam zijn, beginnend met een T, eindigend op een S.
Waar heb je je naam gevonden? Ik ben een praktisch aangelegde IT-er. Geloof het of niet, maar een klein beetje programmeren heeft me geholpen. Niet zo’n romantisch verhaal, hè? Met een simpele zoekopdracht en een tekstbestand met meisjesnamen was het antwoord snel gevonden:
$ grep “^T.*s$” names.txt Tess TESS! Monosyllabisch en lekker pakkend. Ja, dat lag me wel! Het riep bij mij associaties op van een meid die niet bang is om luidruchtig te zijn of om uitgesproken meningen te hebben. Bonuspunt: de hoofdpersoon in de film Working Girl heet ook Tess.
Is een bepaalde reactie op je naam je bijgebleven? Pffft, ja! Ik heb de mazzel dat ik vanuit mijn werkgever een Tesla mag rijden. Omdat de auto er eerder was dan mijn naamsverandering, kreeg ik minstens twee keer de vraag of ik mezelf naar mijn auto heb vernoemd.
- Wist je dat… in sommige delen van Europa het vieren van de naamdag belangrijker is dan een verjaardag? Daar is een complete kalender voor. Wie bijvoorbeeld Dominica of Norbert heet, mag op 6 april een feestje vieren.
79
One woman army
Amber Vineyard Ballroom 2020 Tekst: Meike van der Lippe Fotografie: Jasmine de Vries
Ballroom is een subcultuur die binnen de Latinx- en Afro-Amerikaanse gay- en transgemeenschap in New York is ontstaan, als een underground uitlaatklep en trainingsmethode. De nadruk in ballroomcultuur ligt voornamelijk op het vieren en ruimte in mogen nemen van de deelnemers, een subversie van een samenleving waar zwarte en gekleurde trans- en queerlichamen gemarginaliseerd worden. Voguing, een expressievorm uit de ballroomcultuur, trekt in Europa steeds meer jonge mensen aan. Ook buiten de lhbtiq-gemeenschap. De populaire Netflix-serie Pose die zich afspeelt in de ballscene in de jaren ‘80 in Harlem, lijkt de belangstelling voor balls in Nederland aan te wakkeren. Maar in feite is deze is al jaren groeiende. Amber Vineyard is bekend als de drijfkracht hierachter. In 2013 organiseert zij haar eerste ball in Rotterdam en twee jaar later richt zij House of Vineyard op. Volgens de bevlogen choreograaf, docent en ondernemer Vineyard heeft het organiseren van balls nog dezelfde functie als in de beginjaren. Ballroom is de naam van een subcultuur rondom het houden van balls: feestelijke samenkomsten waarbij de deelnemers in verschillende performancecategorieën in de naam van hun house met elkaar de competitie aangaan. Een jury beoordeelt hoe een deelnemer zich presenteert binnen een bepaalde categorie. De categorieën gaan over seksualiteit en gender, en de mannelijke en vrouwelijke expressies daarbinnen. Bijvoorbeeld de categorie Butch Queen Vogue Femme is bedoeld voor gaymannen die vrouwelijke expressie ‘lopen’. Drag gaat over parodiëren van traditionele genderrollen en Realness draait juist om het zo goed mogelijk aanpassen aan de overheersende cisgenderheteronorm.
80
De ballroomcultuur gaat verder dan deze wedstrijden. De lhbtiq-deelnemers sluiten zich aan bij een mentor die de leiding heeft over een collectief of ‘house’. De houses zijn ontstaan uit behoefte aan veilig onderdak en als vervanging van het contact met de oorspronkelijke familie. Deze chosen family kent een lange traditie binnen de lhbtiq-gemeenschap en onder raciale minderheden in Amerika. De battles tijdens de balls gaan tussen individuen en tussen de houses. Als mother van House of Vineyard heeft Amber eenentwintig kids onder haar hoede. ‘Ik heb met ieder ‘kind’ een eigen band. Het opnemen van een kind in de familie is een proces gebaseerd op gevoel. Je kunt het vergelijken met een kind adopteren. In het begin besliste ik hier alleen over, ik was echt een single mother. Nu bespreek ik het regelmatig met de kids en father Ellie. Ik vraag of zij iemand op het oog hebben. Omdat de familie steeds groter wordt, verandert de energie. Ik wil dat die in balans is. Toen ik House of Vineyard ging oprichten, kreeg ik veel tegenwind vanuit de Amerikaanse scene. ‘European houses don’t count’ is het idee dat er leeft. Er zijn grote Amerikaanse houses die chapters hebben in Europa, met lokale mothers en fathers die hier kids rekruteren. Zij hebben in dertig jaar een legacy opgebouwd. Wij staan nog aan het begin, wij creëren onze eigen legacy. We zijn op een andere manier een reflectie van de samenleving in dat land. Er zijn maar enkele echte Europese houses: House of Vineyard, House of LaDurée in Parijs en er is er een aan het opstarten in Spanje. Dit is goed, wij maken hiermee een statement: elk land heeft zijn eigen struggles, zijn eigen verhalen. Wij zijn niet allemaal hetzelfde als New York.
81
82
83
84
85
86
Wat betekent het dat ballroom steeds populairder wordt? Amber: ‘Er is veel gaande waarbinnen ik mijn koers moet zien te bepalen. Veel mensen die nu voor het eerst in de ballroom komen, schrikken: “Oh My God, wat veel regels en het is zo binair!? En waarom lopen transvrouwen niet in de Womens-categorie?” Je moet weten: Ballroom is een andere wereld. We drijven de spot met de maatschappij. In de realiteit staan zwarte transvrouwen helemaal onderaan de sociale ladder. Maar in ballroom bevind je je als vrouw met transervaring en van kleur aan de top, dan ben je een celebrity! We zeggen niet ‘transvrouw’, maar ‘femme queen’. Dus als je een Femme Queencategorie gaat lopen, bijvoorbeeld Femme Queen Realness, dan staat de hele zaal op. Als je dit niet begrijpt, kan het er problematisch uitzien ja. Omdat ballroom een spiegel van de maatschappij is, is het super-binair. In de jaren ‘80, moest je opgaan in het geheel. Onzichtbaar zijn om te overleven. De categorie Realness ging over overleven. De jury was eigenlijk de samenleving. Je werd beoordeeld op of je er ‘echt’ uitzag, oftewel of je de rol van cishetero goed genoeg speelde. Voor veel femme queens gold dat zij Realness gingen lopen, omdat ze wilden solliciteren voor een baan. Dat is hard! Het creëert een dikke huid. Als je tienen kreeg van de juryleden betekende dat dat je veilig thuis kon komen na de ball. Er is nu veel discussie over Realness. Men zegt: “We hebben Realness niet nodig, het gaat erom dat we vrouwelijkheid performen, we zijn allemaal fluïde”. Dat klopt natuurlijk, maar wat mij betreft is Realness heel belangrijk als commentaar, en gaat het nog steeds over veiligheid, vooral van transvrouwen. Er zijn nog steeds landen waar je keel wordt doorgesneden als je er niet ‘real’ uitziet. Ik bedoel dus dat de categorie Realness de functie van kritiek uiten heeft en niet dat je in onze gemeenschap als transvrouw alleen legitimiteit hebt als je ‘real’ bent. Hoe gaat dat, ‘Realness lopen’? Amber: ‘Neem de subcategorie Schoolgirl Realness. Dan zie je eruit als een jong meisje dat naar school gaat. Naar wat voor school ga je? Wat voor soort meisje ben je? De jury vraagt bijvoorbeeld: “Wat heb je in je tas?” Ze willen je nagels zien, of je huid zacht is. Dus dan doen die meisjes zo van (gebaart sierlijk met de hand langs het gezicht) ‘I’m flawless’. Dus die moves (ze maakt vogueing handgebaren) betekenen ‘My adamsapple is gone’, ‘Look at this profile’, ‘My jawline is excentric’, ‘Cheeckbones hunny!’, ‘See my face’. Ze demonstreren zichzelf aan de jury. Het is allemaal taal.’
Is jouw koers als mother of the House of Vineyard behoudend of grensverleggend? Amber: ‘Ik vind dat er in de ballscene soms te weinig nagedacht wordt over het doel ervan, daarin ben ik behoudend: ballroom is niet gelijk aan entertainment. We zijn wereldwijd nog lang niet zover dat ieders bestaan geaccepteerd wordt. Net zo belangrijk vind ik het om te reageren op wat er in de maatschappij leeft. Dat betekent dat er soms nieuwe regels bedacht moeten worden. Een voorbeeld is de komst van Thorn. Toen ik hen ontmoette was hen zichzelf nog aan het ontdekken. Ik zag een heel mooie spirit en voelde een goede connectie dus ging ik met hen werken. Op dat moment miste ik een categorie voor butch lesbiennes en non-binaire personen. Ik vond, als een Butch Queen (homoman) verschillende categorieën krijgt om zijn vrouwelijke kwaliteiten te laten zien, waarom kan het dan niet ook andersom? Ik stelde Thorn voor om samen een nieuwe categorie neer te zetten. En nu is Thorn hét gezicht van Lion Babe: de eerste non-binaire categorie voor mannelijke expressie, in de ballroom scene wereldwijd. Alle landen pikken het nu op. Ik heb sterk het gevoel dat wij onze eigen legacy kunnen creëren. Daar werk ik hard aan. Mijn doel was om House of Vineyard nog voor 2020 te representeren op een ball in New York. Dat hebben we gedaan en daar zijn we tegen mijn verwachting in meteen groots aangekondigd en dus erkend. En laatst op het jaarlijkse True Colors nieuwjaarsfestival in uitverkocht Paradiso: het moment dat House of Vineyard werd aangekondigd ging het publiek helemaal uit z’n dak. Wij pakten het podium, niet alleen met de House maar ook met onze jonge leerlingen. Die waren half in tranen, ze hadden zich nooit kunnen voorstellen om daar te performen… Dat was heel bijzonder. Echt heel mooi om te zien.’
Elke maandagavond is het OTA Monday in club Lovelee in Amsterdam: Open To All Gender. Een avond ‘posing, performance, empowerment & play’. Een nieuw initiatief van Amber Vineyard is VaVaVoom: Amsterdams allereerste Queer Stripclub en Performance night. Binnenkort meer hierover op transmagazine.nl.
87
88
89
Thuiskomen Verslag van een transmannenweekend Tekst: Eus van der Grift
Stel: je bent een cisgender man, niet transgender dus. Je hebt een vakantie van drie weken geboekt naar een tropisch eiland. Pas bij aankomst kom je erachter dat je op een vakantie-eiland voor transgenders bent beland. Je lijkt er de enige cisgender te zijn. Hoe zouden die reageren als ze erachter komen? Geen idee, je besluit het nog even niet te vertellen. Je staat open voor een nieuwe ervaring, en besluit er de komende weken het beste van te maken. Bij de karaoke zing je uit volle borst mee met de Village People, je knikt belangstellend als mensen het hebben over borstoperaties, maakt selfies op het regenboogzebrapad voor het restaurant en doet iets wat je thuis nooit in je hoofd zou halen: je trekt soms een jurk aan. Als mensen je vragen naar jouw identiteit, praat je er handig omheen, en je ontloopt het strand om moeilijke vragen over je lichaam te vermijden. In het begin houd je dit goed vol, want het is een verrijkende ervaring. Maar na drie weken ben je er ook wel moe van. Je bent blij dat je weer naar huis kunt. Na thuiskomst duik je meteen met je vrienden de kroeg in en zegt: ‘Wat heerlijk om weer lekker onder cisgenders te zijn, zonder gesprekken te hoeven voeren over hormonen en operaties!’ Zoals een cisgender persoon zich voelt op dit eiland, zo voel ik me al meer dan veertig jaar op het continent van cisgenders. Voortdurend leef ik met de wetenschap de uitzondering te zijn en niet de regel. Heel speciaal, maar ook een behoorlijke inspanning. Dat gevoel deel ik met mijn transgender soortgenoten. Lieve cisgender vrienden en familie, we houden heel veel van jullie, maar af en toe vinden we het een verademing om even zelf in de meerderheid te zijn. Zo’n meerderheidservaring biedt het transmannenweekend georganiseerd door Stichting Transman, waar ik nu bijna een jaar onderdeel van ben.
90
Stichting Transman organiseert al tien jaar lang activiteiten, zoals weekenden en zwemavonden voor iedereen in het transmannelijke spectrum: alle mensen die zich helemaal niet of niet helemaal thuis voelen in een vrouwenlichaam, maar daar wel mee zijn geboren. Zelf had ik al twee edities van een transgenderweekend bijgewoond, en het volgende – in november 2019 – heb ik meehelpen organiseren. Hoe het eraan toeging op dit weekend? Je leest het hier. Beladen met boodschappentassen vol eten, spelletjes en knutselspullen stap ik het voormalige klooster binnen, dat ik nog ken van een transgenderweekend vier jaar geleden. Ik snuif dezelfde geur op van het oude gebouw in de bossen, laaf me aan dezelfde warmte. Het voelt als thuiskomen. Snel richten we de ruimte in, plakken de bordjes van de mannen- en vrouwentoiletten af met genderneutrale bordjes en beginnen met koken. Binnen drie uur is de hele ruimte gevuld met mensen: jonge transmannen van in de twintig, zestigplussers, non-binaire mensen, transen die alle operaties al vijftien jaar geleden hebben gehad, transen die trots hun T-shirt omhoog trekken om hun nieuwe, platte borstkas te laten zien, transen die nog helemaal aan het begin van het traject staan en van alles aan het ontdekken zijn. Enkelen hebben hun partner meegebracht.
91
Vrijdagavond krijgt iedereen voorlichting en een workshop van de logopedist die ik al bijna een jaar bezoek. Veel transmannen zijn ontevreden over hun stem, en lang niet iedereen weet dat het mogelijk is om daarmee, net als transvrouwen, naar een logopedist te gaan. Ikzelf ben net zolang blijven zoeken totdat ik een gespecialiseerde logopedist voor transmannenstemmen gevonden had, want van de hele transitie was een mannelijke stem voor mij het allerbelangrijkst. Het had effect, en niet alleen fysiek. Dertig jaar lang konden mensen in mijn droom niet praten. Als in een film van Charlie Chaplin communiceerden ze met elkaar zonder geluid, ook nadat ik met testosteron was begonnen. Mijn stem daalde, maar erg tevreden was ik er niet over: hij klonk dof, en iedereen had moeite me te verstaan. Pas na maandenlang oefenen bij een logopedist werd het mijn stem, en inmiddels hoor ik mensen in mijn dromen eindelijk praten. Deze ervaring wilde ik graag delen met anderen, die ook met hun stem worstelden. Er zijn maar drie logopedisten in Nederland, die in transmannenstemmen zijn gespecialiseerd. Maar mijn logopedist is een vrouw met een missie, dus het worden er binnenkort meer. Tussen het opleiden van logopedisten voor transgenders door heeft ze nog tijd kunnen vinden om dit weekend te vertellen wat logopedie voor transmannen kan betekenen. Ze legt uit hoe logopedie je helpt vertrouwen te winnen om jezelf uit te drukken. Ze slaat ons om de oren met theorie en laat iedereen hard werken. Hoge stemmen en zware stemmen vullen de ruimte, het lijkt veel op een Tibetaanse samenzang. Ik krijg er een warm gevoel bij. Zaterdagochtend is er ruimte om iets van jezelf te laten zien: voor degenen die iets met hun verbale of fysieke expressie wilden doen, is er theatersport en voor degenen die met de camera naar buiten willen, de mogelijkheid om dingen te fotograferen die hen aan zichzelf doen denken.
Veel transgenders hebben geleerd zich onzichtbaar te maken en zich aan te passen. iedereen moet op zijn manier leren weer ruimte in te nemen. Daarna komen de serieuzere zaken. De partners trekken zich terug om even onder elkaar het lief en leed te delen, want laten we eerlijk zijn: het leven met een transpersoon is interessant, maar we zijn niet altijd het makkelijkste volk om mee samen te leven. Bovendien kan de relatie met een transpersoon voor partners allerlei identiteitsvragen opwerpen. Ben je als vriendin van een transman bijvoorbeeld nog steeds lesbisch als je partner een man blijkt te zijn? Ondertussen splitsen de transen zich op: de ene helft voert onder begeleiding een goed gesprek over grenzen stellen en ruimte innemen. Veel transgenders zijn gewend anders
92
dan anders te zijn, hebben de irritatie ervaren die dit oproept, en hebben geleerd zich onzichtbaar te maken en aan te passen. Iedereen moet op zijn manier leren weer ruimte in te nemen en zijn grenzen te stellen. Er vallen stiltes en een traan, en er wordt gelachen. Niet iedereen praat even makkelijk. Om ook hun de mogelijkheid te geven zich uit te drukken en om iedereen niet te overvoeren met gesprekken, doet de andere helft een creatieve workshop. Doel is iedereen na te laten denken over zijn eigen lichaam en het uiterlijk dat hij het liefst wil. Alles mag: een magerder lijf, een lichaam vol piercings, langere benen, meer haar. In tweetallen trekken mensen elkaar over op wit behangpapier. Ze mogen hun eigen silhouet daarna zo vormgeven als ze zelf willen. Gespierde, behaarde torso’s verschijnen op papier, tengere mensen, androgyne lijven… Sommigen veranderen niks aan hun lichaam omdat ze het nu al prima vinden, een enkeling haakt af en bedenkt dat er nog veel uit te zoeken valt.
Natuurlijk gaat het ook over typische transmannendingen, zoals borstoperaties, baardgroei, telefonisten en collega’s die je als mevrouw aanspreken. ’s Avonds is er een voorlichting over penisprotheses, want de meerderheid van de transmannen wil geen genitale operatie of waagt zich er niet aan. De transman die de presentatie geeft, houdt een enthousiast betoog over het voordeel van een mobiele broekvulling en over de verschillende soorten en maten die je kunt gebruiken. Daarna wordt het tot diep in de nacht gezellig, en natuurlijk gaat het ook over typische transmannendingen die je graag met je soortgenoten bespreekt, zoals borstoperaties, baardgroei, telefonisten en collega’s die je als ‘mevrouw’ aanspreken, de sociale druk om vrouwendingen te doen toen je nog als vrouw door het leven ging, en de leukste reacties op je comingout. Het weekend wordt de ochtend erna afgesloten met een spelletjesparcours: Jenga en Mikado met persoonlijke vragen en opdrachten over jezelf als transman, en Transenbord. Ook nu stromen de tranen, maar dan van het lachen, vooral van een cisgender partner. Terwijl bijna iedereen bij het Transenbord de transitie al doorlopen heeft, staat zij na een half uur nog steeds op ‘START’, nadat ze al voor de tiende keer op het vakje is gekomen dat ze ruzie heeft met de psycholoog. Gelukkig voelde ze zich op ons eiland vrij om heel hard te roepen dat ze toch niet in transitie wilde… Dit jaar bestaat de Stichting Transman tien jaar. Om dat te vieren, worden dit jaar extra activiteiten georganiseerd: zwemmen in mei, een kampeerweekend in juli, een weekend in september en een saunabezoek in november. Als je hier meer over wilt weten, kijk dan op de website of Facebookgroep van Stichting Transman. Je kunt je op de website van de stichting ook aanmelden voor de nieuwsbrief.
93
IEBELE
&
MIKE
94
Veel transgender personen vinden het pijnlijk als ze met hun oude naam worden aangesproken of met de verkeerde voornaamwoorden, vooral door mensen met wie ze close zijn. Meestal gebeurt dat omdat mensen in hun omgeving gewend zijn aan de oude naam en aan het oude ‘hij’ of ‘zij’. Iebele van der Meulen, hoofdredacteur van het tijdschrift L’HOMO, schrijft hierover in zijn editorial. Hij is duidelijk over de verdraagzaamheid en inclusiviteit binnen de LHBTIwereld: daar valt nog veel te verbeteren. Hij deinst er niet voor terug zijn hand in eigen boezem te¬ steken: ‘Ik ben best hip en ruimdenkend bezig, dacht ik, met mijn twee mannen in een gelukkige driepootconstructie. Onze huishoudelijke hulp Mike heeft reden daar anders over te denken.’ Toen die hem vertelde voortaan als man door het leven te gaan, kostte het Iebele moeite om de juiste aanspreekvormen te gebruiken. Hij bleef Mike uit gewoonte Mieke noemen. Iebele vertelde hem dat hij daarvan baalde. Maar Mike deed er niet moeilijk over, en met humor losten ze het op. Iebele sluit zijn editorial af met de zinsnede: ‘Relativeren 2.0. Als we dit nou allemaal eens zouden doen én die knop zouden omzetten, dan zijn we met zijn allen al een heel eind.’ Ik snapte niet wat hij precies bedoelde en voelde weerstand: moest je nou als transgender alles maar weglachen, en kwam het dan allemaal goed? Ik ben het Iebele zelf gaan vragen. In gesprek met hem en Mike kwam ik erachter hoe hun formule om elkaar te respecteren en te begrijpen, werkt.
Met humor kom je sneller tot elkaar en bij je gevoel Tekst: Eus van der Grift Fotografie: Jip Merijn Meertens
Al in de hal van Iebeles appartement word ik getrakteerd op het mooi gestylede interieur en op de Jordanese gezelligheid van Mike, die meteen tegen me aan begint te kletsen. Toen Mike hem dertig jaar geleden ontmoette bij Iebeles latere man Joop, was Iebele negentien. Hij had zijn coming-out toen al enkele jaren daarvoor op de middelbare school gedaan. Zijn omgeving deed er niet moeilijk over: ‘Ik ging naar feestjes met zeven parelkettingen om. Ik ben daar nooit mee gepest of op aangesproken.’ Toen hij negen jaar geleden met twee mannen ging samenwonen, deed hij zijn tweede coming-out. ‘Daar werd wat verrast op gereageerd, maar de reacties waren goed. Mensen zijn natuurlijk wel benieuwd hoe groot je bed is. Ze vragen niet naar de seks, wel naar de slaaprituelen: wie waar slaapt... Ik vind dat wel een leuke nieuwsgierigheid, want ik ben zelf ook rete-nieuwsgierig.’
95
‘Dat standaardidee van één man met één vrouw is toch ook maar bedacht’ In die tijd ging Mike nog door het leven als Mieke, en werkte hij als schoonmaker bij Iebeles vriend Joop: ‘In het begin zag ik steeds een extra kussen in het bed van Joop en zijn vriend, toen legde ik het telkens terug in het andere bed waar het volgens mij hoorde. Maar na de derde keer dacht ik: ‘Dat klopt niet om het steeds terug te leggen.’ Ach, dat standaardidee van één man met één vrouw is toch ook maar bedacht. Degene op wie je valt, dat is geen keus, zo ben je, en op een gegeven moment komt dat er toch uit.’ Ook Mike heeft twee keer een coming-out gehad, maar de weg naar zijn ware aard duurde veel langer. Hij werd in de jaren ’50 geboren: ‘Ik was een meisje met vlechtjes dat naar cowboyfilms keek. En ik kamde mijn haar wel eens achterover voor de spiegel, net als mijn ome Gerrit.’ Ik mocht zijn wie ik wilde zijn, want ik kwam uit een progressief gezin. Mijn moeder zei altijd: ‘Een goed kind regeert zichzelf’. Er waren verschillende redenen waarom het zo lang duurde voordat Mike in transitie ging. Eerst voelde hij geen ruimte zichzelf te ontdekken: ‘Mijn vader overleed toen ik twee was.’ Daarbij kwam het niet in zijn hoofd op dat hij een man was: ‘Ik had in de jaren ’50 nog nooit van mensen zoals homo’s en transgenders gehoord.’ Erg veel vergelijkingsmateriaal over manvrouwrollen had hij bovendien niet: ‘Bij ons had mijn oma de broek aan, mijn moeder was alleen en besliste altijd alles. Het idee dat vrouwen hun kop moesten houden, kenden we niet, we waren gelijk aan elkaar.’
‘Het idee dat vrouwen hun kop moesten houden, kenden we bij ons thuis niet’ De jaren ‘60 brachten meer openheid, en Mike kwam in de pubertijd. Hij voelde zich anders maar kon er niet de vinger op leggen wat er aan de hand was. Met zijn moeder besprak hij dat hij misschien op vrouwen viel. Toch vond hij het niet prettig te horen dat hij lesbisch was, want dat was het niet. Dat hij zich meer een man voelde, was hem toen nog niet duidelijk: ‘Ik had eigenlijk geen hekel aan mijn lijf, en ik kon zelf bepalen welke kleren ik droeg.’ Zo werd hij in de jaren ‘60 trendsetter: ‘Ik stond me te verkwijlen aan mannenbroeken in de etalage. Dus maakte ik die zelf, ik droeg de broek van mijn zwager, of ik leende van mijn broer colberts, stropdassen, smokings, grote horloges… Iedereen in mijn omgeving vond dat normaal. Daardoor was ik voor een groot deel degene die ik wilde zijn.’ Toch voelde het niet helemaal goed: ‘Het was toch altijd een beetje hinken.’
96
Iebele vult hem aan: ‘Misschien had je toen ook nog niet zulke grote borsten.’ Mike: ‘Nee, en niet zulke grote heupen, ik was toch al best mannelijk.’ Die vrijheid om eruit te zien zoals hij wilde, leidde er niet toe dat Mike bedacht dat hij een man was. In de pubertijd raakte zijn aandacht namelijk opnieuw afgeleid: ‘Ik ontwikkelde fobieën en smetvrees.’ Op zijn negentiende kwam hij Henk tegen, met wie hij een goed huwelijk had. Die liet hem vrij te ontdekken of hij op vrouwen viel, maar ook nu bracht die vrijheid geen oplossing: ‘Die ontdekkingstocht gaf altijd problemen, verwarring, het gevoel net niet bij mezelf te kunnen.’ Uiteindelijk strandde het huwelijk op gokproblemen van Henk, die jaren later overleed aan ALS. Henks ziekte had Mike zo opgeslokt, dat hij opnieuw geen ruimte voelde om uit te zoeken of hij een man was. Uiteindelijk kwam het toch tot de zelfconfrontatie. In de jaren ’70 werd Mike verliefd op een vrouw die hem een artikel gaf over In het verkeerde lichaam geboren zijn. ‘Toen ik dat zag, dacht ik: ‘Een verandering naar een mannenlichaam, dat is niet voor mij weggelegd, dat is voor een ander, dat gebeurt in andere landen, dat kan ik niet.
‘Ik vroeg de arts: “Heb ik met de kerst al een snor?”’ Achteraf vindt hij het vreemd dat hij daarna nog veertig jaar rondliep met het idee dat hij een mannenlichaam kon krijgen, zonder ernaar te handelen. ‘Totdat ik zeven jaar geleden iemand tegenkwam die ook een man geworden is. We hadden het over de mogelijkheid om een mannenlichaam te krijgen. ‘Wanneer ga je nou eens iets doen?’, zei die me. Hij gaf me een telefoonnummer van het ziekenhuis: ‘Laat het maar even tot je doordringen.’ Het muntje viel ineens, en ik heb geen moment meer getwijfeld: in de taxi naar huis vertelde ik het aan m’n zus, en heb ik meteen het ziekenhuis gebeld. Vijf jaar geleden begon de hormoonbehandeling. ‘Dan vroeg ik aan de arts: “Heb ik met de kerst al een snor?” Er is niet heel veel veranderd, hoor. M’n boobies zijn eraf, en ik ben wat meer ingevallen in m’n gezicht.’
‘Vroeger voelde ik me een man in een vrouwenlichaam en nu soms meer een vrouw in een mannenlichaam’ ‘Natuurlijk wil je dat andere lijf hebben, maar om nou te zeggen dat je dan in het verkeerde lichaam geboren bent…’ Toch vindt Mike dit nieuwe lijf veel prettiger: ‘Het zit allemaal lekkerder.’ Maar soms begint het nieuwe lijf te schuren: ‘De laatste maanden wordt het wel heel erg mannelijk hoor… Het gekke is: als vrouw had ik allemaal mannenkleding. Maar nu ik eruitzie als man, heb ik er ineens moeite mee heel mannelijke kleding te dragen, omdat ik dat overdreven vind. Je moet natuurlijk wel jezelf blijven. Ik vind het soms moeilijk me als man een houding te geven: ben ik niet te mannelijk, ben ik wel mannelijk genoeg? Vroeger voelde ik me een man in een vrouwenlichaam, maar nu voel ik me soms meer een vrouw in een mannenlichaam. Het is verwarrend. Alsof ik nooit helemaal klaar ben.’
‘Tegen m’n hondjes zeg ik soms nog steeds “Kom maar bij het vrouwtje!”’ Iebele had geen moeite met Mikes proces: ‘Voor mij ben je ook niet heel veel veranderd: bij de borst is er wat af, en daar bij de kin zit nu wat fluff. Voor de rest ben je voor mij precies hetzelfde. Ook qua kleren en gedrag. Als je vroeger in een jurk had gelopen en daarna in mannenkleren was verschenen, was het voor mij misschien makkelijker geweest om sneller over te schakelen naar je nieuwe naam en je ‘hij’ te noemen. Dan was het contrast groter geweest. En je karaktertrekken overstijgen alles, die veranderen niet.’ Iebele nam het zichzelf kwalijk dat het niet lukte om Mike bij zijn nieuwe naam en ‘hij’ te noemen: ‘Mike gaat jarenlang door een zwaar traject om te zijn wie hij wil zijn, en dan vind ik het moeilijk om alleen maar de goede naam te zeggen, dat vond ik stom van mezelf’. Mike is hier milder over: ‘Dat vind ik lief van je. Maar ik maak daar geen punt van, want wat is dat nou voor onzin, ik ben toch zestig jaar Mieke geweest. Ik heb de mogelijkheid gehad dat te veranderen, moet ik jou dan gaan bekritiseren omdat je het nog anders doet? Al dit soort moeite met anderen is gebaseerd op onzekerheid, en als je nou van die ander weet dat die ook die onzekerheid heeft, dan is het een stuk gezelliger.’
Iebele denkt er ook zo over: ‘Ik vind het belangrijk dat mensen met elkaar in gesprek gaan. Dat doen ze veel te weinig. Als je daar een gezonde dosis relativeringsvermogen en humor bij hebt, gaat dat veel makkelijker, dan kom je veel sneller tot elkaar en bij je gevoel. Zo spreek je dingen sneller uit. Als er zoveel lading aan blijft hangen, doe je dat niet. Ik durfde eerst bijvoorbeeld niet te zeggen dat ik die fout met de naam nog zo vaak maakte, en ik durfde niet te vragen: “Wat vind je daar nou van”. En ten slotte vraag ik het, en dan komt er zo’n heerlijk antwoord uit. Dan vraag ik me af: waar heb ik me nou zo druk om gemaakt?’ Mike stelt Iebele gerust: ‘Als ik de telefoon opneem, heb ik ook nog wel eens hetzelfde hoor, of met m’n hondjes. Dan zeg ik: “Kom maar bij het vrouwtje!” Iebele: ‘Maar ik wil het graag goed doen’. Mike: ‘Ja, lieve schat, maar ik maak er geen punt van. Ik heb er geen probleem mee. Ik vind het sowieso lief dat je je aan me openstelt.’ Mike: ‘Willen jullie eigenlijk nog iets weten over de geslachtsverandering?’ Iebele: ‘Of je een piemel neemt?’ Mike: ‘Nee, ik wil het niet, en het is niet raadzaam op mijn leeftijd. Ik ben ook wel gehecht aan m’n doos.’ Iebele: ‘Heb je je paspoort al veranderd?’ Mike: ‘Nee, daar staat nog een V in.’ Iebele: ‘Ga je dat nog veranderen?’ Mike: ‘Dat weet ik nog niet, want eigenlijk maakt het niks uit hè. In wezen ben ik het allebei. En ik vind het leuk dat jullie hier steeds ‘meneer’ tegen me zeggen. “MENEER MEIJERINK!” Eerst dacht ik: “Maar ik ben toch helemaal geen meneer”. En soms roepen jullie ineens: “MEVROUW MEIJERINK”. “Jaaaahhhh!” roep ik dan heel laag. Wat is nou in godsnaam de moeilijkheid dat het soms even misgaat, daar snap ik de ballen van.’ Iebele: ‘Welke ballen?’ Mike: ‘Nou, waar ze ook hangen’.
97
Tekst en Illustratie: Jan Broekhuizen 98
‘En realiseer je dat deze mensen niet te benijden zijn, hè?’, zegt Ellie Lust. Samen met Rik van de Westelaken voorziet ze Pride 2019 bij de NOS van commentaar. Een vrolijke boot vol dansende transmensen vaart op de achtergrond door de grachten van Amsterdam. Feestelijke muziek stampt door de stad, en mensen op de kade zwaaien enthousiast naar de boot. Ellie roept een beeld op van de tragische transgender die gebukt gaat onder innerlijke worsteling en sociale uitsluiting. Natuurlijk hebben transgender personen veel hindernissen te overwinnen. Maar er is goed nieuws: transgenders ervaren ook leuke dingen, die een cisgender nooit zal meemaken. Dat levert gendereuforie op! Het beeld van de tragische transgender komt deels voort uit de bovengemiddelde aandacht voor het begrip genderdysforie in de media, in de gezondheidszorg, en vanuit de transgendergemeenschap zelf. Het woordenboek definieert genderdysforie als volgt:
Genderdysforie
Gendereuforie
gen·der·dys·fo·rie (de; v) 1 gevoel van bijzondere neerslachtigheid m.b.t. de eigen genderidentiteit
Het tegenovergestelde van dysforie is euforie. In het publieke debat over transmensen blijft gendereuforie onderbelicht. Het staat niet eens in het woordenboek. Dikke van Dale, ik geef jullie hierbij vast een voorzetje. Ik zeg: woord van het jaar 2020.
Genderdysforie kun je verdelen in twee categorieën: sociaal en lichamelijk. Ikzelf heb vooral veel last van sociale genderdysforie, die optreedt bij het contact met anderen. Wanneer mensen mij zien of horen, gaan ze er automatisch vanuit dat ik een vrouw ben: de caissière in de supermarkt die ‘hallo, mevrouw’ zegt, de conducteur in de trein die het verhaaltje met ‘dames en heren’ begint, of een collega die mij in een gesprek met ‘zij’ en ‘haar’ aanduidt. Op die momenten ervaar ik sociale genderdysforie. Lichamelijke genderdysforie staat bij mij gelukkig op een lager pitje. Als ik ongesteld ben, heb ik er weliswaar veel last van, en af en toe ben ik diep ongelukkig met mijn heupen. Maar over het algemeen kan ik daar redelijk mee omgaan, ook met behulp van bepaalde kleding en verschillende hulpmiddelen. Andere transmensen hebben juist weer meer last van lichamelijke dysforie dan van sociale. Kortom, genderdysforie verschilt in vorm en mate van mens tot mens. Toch is het de belangrijkste indicator voor het beschikbaar komen van gezondheidszorg.
Ook in de gezondheidszorg krijgt gendereuforie te weinig aandacht. Wat mij betreft mag het zo worden toegevoegd aan de medische checklist waarmee psychologen bepalen of iemand wel of niet trans is. Het is tenslotte een gevoel dat cispersonen beslist niet ervaren. Wanneer ervaren transmensen gendereuforie? En wat houdt dat precies in? Met een online formulier heb ik deze vragen uitgezet. Daar hebben 28 transmensen op gereageerd met veel mooie, unieke en veelzijdige antwoorden. Met hun bijdragen is een lijst samengesteld van tien pluspunten in het leven van transpersonen, die je helaas moet missen als je geen transpersoon bent:
99
01 Hi, my name is… Als transpersoon mag je je eigen, officiële voornaam kiezen. Velen kiezen daarvoor, omdat ze vinden dat hun oude naam niet goed bij hen past. Wat een vrijheid! Je zult maar cis zijn en je hele leven aan diezelfde naam vastzitten... Het moment dat je aan anderen met je nieuwe, zelfgekozen naam je voorstelt, het moment waarop ze die naam gebruiken als ze het over jou hebben, dat zijn momenten van gendereuforie.
‘Happiness is 03 not in money, but in shopping’
Van shoppen worden veel mensen blij. Hoe is het voor een transpersoon om voor het eerst in de kledingwinkel op de goede afdeling rond te kijken, en voor het eerst de kleding aan te trekken die die al zo lang wilde dragen? Hoe is het om dan in de spiegel te kijken en te zien dat het klopt? Die eerste keer shoppen bewust meemaken is een heerlijk gevoel, iets wat de meeste cispersonen nooit zullen ervaren.
Hij/hem, zij/haar, 02 hen/hun… Hoe fijn is het als iemand je eindelijk met het juiste voornaamwoord aanduidt: hij, zij of hen. Voornaamwoorden zijn de laatste tijd een hot topic: in Engelssprekende gebieden is het genderneutrale they officieel als enkelvoudig voornaamwoord erkend. Ook in Nederland vinden regelmatig discussies plaats over de grammaticale correctheid van de neutrale voornaamwoorden hen/hun in het enkelvoud. Bij discussies over invoering hiervan is het opvallend dat vooral cismensen met hun hakken in het zand gaan. Die zullen natuurlijk ook nooit het gevoel van gendereuforie beleven, dat ik wél heb wanneer iemand naar mij verwijst met ‘hen’ of ‘hun’.
100
04 Als je haar maar goed zit!
Bij veel transmensen speelt haar een grote rol: kort haar, lang haar, haar dat door hormonen op je lichaam gaat groeien of het haar op die plekken juist laten weglaseren – er gebeurt van alles met het haar van transgenders. Bij de vraag naar het gevoel van euforie is een terugkerend antwoord: het gevoel van euforie bij de kapper als je daar eindelijk het kapsel laat knippen dat je echt wilt. Het moment waarop ik voor het eerst mijn haar afschoor, was voor mij een ontzettende bevrijding. Ik had het gevoel dat ik eindelijk mezelf was.
Mijn lichaam 07 is van mij Ben jij een jongen 05 of een meisje? Veel transmensen vinden het heerlijk om eindelijk niet meer de vraag te horen of ze nou een jongen of een meisje zijn. Als transman voor het eerst ‘Hallo, meneer’ horen in een telefoongesprek met een callcentermedewerker. Als transvrouw in de supermarkt worden aangesproken met ‘Pardon, mevrouw’. Geen enkele vorm van twijfel over je genderidentiteit bij wildvreemden, dat werkt heel bevestigend. In je nieuwe leven pikken mensen ineens de informatie op die jij uit wilt dragen, en spreken je aan zoals je aangesproken wilt worden. Ook dat geeft een uniek gevoel van gendereuforie. Voor iedereen is dat anders. Non-binaire personen vinden de vraag ‘Ben jij een jongen of een meisje?’, van een kind tegenover hen in de bus vaak wél fijn. Onzekerheid over hun genderidentiteit kan hun juist bevestiging en gendereuforie geven.
Stel: je hebt borsten, maar je wilt ze helemaal niet. Sterker nog, die borsten brengen je in allerlei vervelende situaties, bijvoorbeeld doordat mensen je genderidentiteit verkeerd interpreteren, of je altijd de verkeerde voornaamwoorden geven. Hoe bevrijdend is het dan om met een platte borstkas wakker te worden na een langverwachte operatie? Dat onderdeel van trans-zijn is voor veel cismensen lastig te begrijpen. Waarom zou je sleutelen aan een lichaam dat prima in orde is? En dat is juist het punt – het was niet in orde, maar dat wordt het uiteindelijk wel. Hoe fijn is het gevoel als je lichaam wel oké is na operaties en het gebruik van hormonen. Een uitzicht op een leven waarin je je meer jezelf kunt voelen – hoeveel gendereuforie levert dat op!
Touch-a, touch-a, 08 touch me Het seksleven van transgenders is een onderwerp waar verbazingwekkend weinig over geschreven is. Toch krijgen transmensen er te pas en te onpas vragen over. Ook bij transgenders zelf leeft dit onderwerp: ze noemen seks hebben, naakt zijn, en het eigen geslachtsdeel meerdere keren als bronnen van gendereuforie. Opnieuw uitzoeken wat je wel of niet lekker vindt in je herboren lijf, met of zonder partner, dat is toch fantastisch?
06 Hé, we zijn op tv! Voor transmensen is het een verademing om zichzelf op een positieve manier in de media vertegenwoordigd te zien. Dat geeft een gevoel van herkenning, en dat is erg fijn. Vooral als de transpersonen die in beeld zijn gewoon een rol spelen in een film, een interview geven, een lied zingen of een grap maken, zonder iets uit te leggen over hun genderidentiteit. Meestal is die identiteit namelijk helemaal niet belangrijk.
101
Herkenning en 09 erkenning EĂŠn van de mooiste dingen van trans-zijn is andere transmensen te leren kennen, erkenning en herkenning te vinden bij mensen die precies begrijpen wat je bedoelt. Als ik aan een cispersoon uitleg dat ik non-binair ben, moet ik daarna meteen een college over genderdiversiteit geven. Bij andere non-binaire mensen is dat niet nodig en kan ik echt mezelf zijn. Bij hen kan ik dingen rondom mijn genderidentiteit uitzoeken en uitproberen zonder dat zij over mij zullen oordelen. Dit is voor mij een heel belangrijke bron van gendereuforie. Zeker omdat ik me als non-binaire persoon soms een valsspeler voel: iemand die niet trans genoeg is om zich bij de transgendergemeenschap te voegen. De transmensen die ik de afgelopen tijd heb leren kennen, hebben me snel duidelijk gemaakt dat die zorg ongegrond is.
Spiegeltje, 10 spiegeltje Het moment dat je voor het eerst in je nieuwe hoedanigheid in de spiegel kijkt en echt jezelf ziet, is voor veel transmensen een ultiem geluksmoment. Jezelf in de ogen kunnen kijken en blij zijn met wie je bent, zowel van binnen als van buiten: pure gendereuforie.
Nou Ellie, zo zie je maar: transpersonen zijn best te benijden!
Wil jij ook je gendereuforiebeleving delen? Kijk op transmagazine.nl
102
Caro, Tijn. Een beetje van beiden en ergens precies ertussenin. Mijn lief is transgender. Geboren met het lijf van een meisje, maar altijd al man. Eind 2017 begon hij met testosteron. In de zomer van 2018 zei hij vaarwel tegen zijn borsten. Zijn stem daalt, zijn baard groeit. De veranderingen gaan hard. Maar voor iemand die al zolang wacht als hij, kruipen ze soms. Onderweg naar zichzelf volg ik hem – van Caro naar Tijn.
Tekst en fotografie: Roos Klijn
103
104
Bloemenborst Wanneer we knuffelen, gaan mijn armen rond zijn nek, de zijne rond mijn middel, zijn hoofd in dat kommetje net boven mijn sleutelbeen — helemaal vanzelf. Daarom wisselt hij altijd nog een keertje. Legt hij mijn handen op zijn billen — slinks ja, mijn hoofd op zijn schouder, zijn hand op mijn kruin. Dan mag ík klein zijn. Maar weet je, lief. Al heb je me even niet vast, samen met al je zachtheid en je kracht en je liefde naast me voel ik me juist groter dan ooit. Nayyirah Waheed, die ik je zo graag voorlees, zegt het precies goed: He was so beautiful because when he held her he was not concerned with ‘being a man’. ‘Being a man’ had nothing to do with this These flowers pouring from his chest 105
106
107
TRANS SPOTTING
Reviews van boeken, films, televisieseries waarin transpersonen voorkomen
Transitieverhaal dat leest als een trein Recensie Welkom bij de club van Thomas van der Meer Tekst: Raph Welkom bij de club is het debuut van schrijver Thomas van der Meer. Het deels autobiografische verhaal beschrijft de transitie van de ik-persoon Thomas, de reacties uit zijn omgeving en het leven daarna. Het onderwerp is heftig, maar de schrijfstijl humoristisch. Het verhaal begint met de transitie van Thomas. Daarin komen de meningen van de mensen uit Thomas’ omgeving en de manier waarop iedereen die mening te pas en te onpas deelt, uitgebreid aan bod, waaronder die van zijn net iets te betrokken familieleden en Thomas’ afkeurende baas Krabbenborg. Over de transitie denkt Thomas zelf vrij luchtig, maar zijn omgeving reageert erop alsof dat het vreemdste en meest heftige is dat ze ooit hebben meegemaakt. Als de fysieke transitie van Thomas volledig achter de rug is, begint hij een nieuw leven in een nieuwe stad. Dat blijkt geen gemakkelijke opgave. Zo krijgt hij nieuw werk met nieuwe collega’s, die zich niet bewust zijn van Thomas’ achtergrond en bijvoorbeeld ongepaste opmerkingen maken over een transgender sollicitant. Ook loopt Thomas tegen obstakels aan zodra hij weer met daten begint: als hij zijn date vertelt dat hij transgender is, reageert die boos en teleurgesteld dat hij voor de gek gehouden is en wil niet meer met hem verder. De auteur beschrijft pittige onderwerpen, traumatische gebeurtenissen en tenenkrommende reacties van Thomas’ omgeving. Dat geeft het boek een stevige, inhoudelijke basis, maar de komische momenten waarmee hij deze afwisselt en zijn vlotte schrijfstijl leveren een verhaal op dat desondanks erg makkelijk leest. Ik kan het boek aan iedereen aanraden: aan transgender personen, aan mensen met een transgender persoon in hun omgeving en natuurlijk aan scholieren die nog een boek moeten lezen voor de boekenlijst.
108
Door deze overdaad aan onderwerpen voelt het boek fragmentarisch aan. Het verwacht van de lezer dat je het bijbeent, en legt niet alle verbanden uit. Persoonlijk vind ik dat een fijne schrijfstijl, maar dat geldt niet voor iedereen. Waar het voor mij wel begon te wringen, is de manier waarop Ry’s trans-zijn wordt beschreven. Bijna iedere beschrijving gaat over hoe Ry’s lichaam eruit ziet. Ron Lord, het meest uitgesproken transfobische personage in het boek, zegt dit meteen als hij Ry leert kennen: ‘Nee, zeg ik. Ik heet Ry en ik heb geen pik. Goed dan, zegt Ron, oké, geen pik. Dan ben je dus ook niet echt een man.’ Later, als Victor en Ry samen zijn, zegt Victor: ‘Je ziet eruit als een jongen die een meisje is dat een meisje is dat een jongen is.’ Ry reageert: ‘Misschien wel (ik weet dat het zo is), maar wanneer we samen uit zijn, ben jij wat betreft de rest van de wereld op stap met een man, of je dat nou leuk vindt of niet.’
Eéndimensionale beschrijving van een transpersoon in een verder gelaagde roman Recensie roman Frankusstein van Jeanette Winterson Tekst: Jan Broekhuizen Frankenstein van Mary Shelley is een van mijn favoriete boeken. Wat mij fascineert zijn de filosofische vraagstukken die Shelley opwerpt rond het hebben van een lichaam. Wanneer is een lichaam een mens? Wat is een ziel? Kan een mens zichzelf tot god verheffen? Juist die vraagstukken worden in Frankusstein dieper onderzocht. Jeanette Winterson heeft Frankenstein gereanimeerd in de meest letterlijke zin van het woord. Dit is een hervertelling in een moderne setting, afgewisseld met stukken over Mary Shelley zelf, en het ontstaan van het oorspronkelijke Frankenstein-verhaal. De hoofdpersoon van het verhaal dat zich in de nabije toekomst afspeelt is Ry Shelley, een transgender dokter die verliefd wordt op Victor Stein. Stein werkt in het geheim aan een manier om ingevroren hersenen weer tot leven te wekken. De twee hebben hier veel gesprekken over, waarbij onderwerpen als gender, kunst, bewustzijn, technologie, en artificial intelligence de revue passeren.
Het is alsof transgender-zijn volgens Winterson teruggebracht kan worden tot het nemen van hormonen en het al dan niet laten uitvoeren van een aantal operaties. In een boek waar veel ingewikkelde onderwerpen van verschillende kanten worden belicht, is het jammer dat trans-zijn zo eendimensionaal blijft. Winterson zei in een interview met Prospect Magazine het volgende: ‘Het enige dat je niet kunt veranderen in je leven is de tijd waarin je leeft. Je kunt verder alles veranderen, inclusief je gender. Je kunt zelfs je huidskleur veranderen als je Michael Jackson heet.’ Daar zit wat mij betreft de kern van het probleem. Voor Winterson is je gender vergelijkbaar met je baan. Als je er ontevreden over bent, dan verander je dat aspect van je leven toch gewoon? Naast de manier waarop transgender-zijn wordt teruggebracht tot een maakbaar lichaam, vind ik het belangrijk om aan te stippen dat je dit boek op eigen risico moet lezen als je trans bent. Ron Lord is een terugkerend personage dat Ry consistent met de verkeerde naam en voornaamwoorden aanspreekt. Ry reageert hier gedurende het gehele boek laconiek op, maar iedere keer dat het gebeurde, gingen mijn nekharen overeind staan. Daarnaast bevat dit boek een verkrachtingsscène die wat mij betreft zowel verhaaltechnisch misplaatst als volkomen onnodig was. Conclusie: een onhandige beschrijving van een transpersoon door een auteur die niet trans is, genesteld in een fragmentarisch, gelaagd boek dat barst van de interessante gedachte-experimenten.
109
mannengevangenis en haar poging om als transvrouw de draad weer op te pakken als ze uit de gevangenis komt. Het moet niet makkelijk zijn geweest voor Hawkins om deze waardevolle ingrediënten uit Manning los te weken. Een in zichzelf gekeerde Chelsea vertelt voor de camera dat ze nog niet over haar trauma’s kan praten: ze zijn te vers. Over haar transitie laat de film vrijwel niets zien, en belangrijke vragen blijven onbeantwoord: wat dreef Chelsea ertoe om vlak na haar gevangenschap uit de kast te komen? Hoe is het om als transgender in het leger te zitten, of in de Amerikaanse gevangenis? Hierover geven Wikipedia en verschillende Amerikaanse media meer informatie dan de documentaire. Chelsea werd opgesloten op de mannenafdeling. Pas na vijf jaar mocht ze binnen de gevangenismuren met hormoontherapie beginnen, maar nog steeds in het mannenverblijf, waar ze verplicht werd haar haar te laten millimeteren. Verzoeken om geslachtsbevestigende operaties werden pas in 2017 na meerdere processen, zelfmoordpogingen en een hongerstaking toegewezen.
Documentaire over Chelsea Manning roept vooral vragen op Recensie documentaire XY Chelsea van Tim Travers Hawkins Tekst: Eus van der Grift In 2010 bracht Chelsea Manning vanuit de gevangenis het nieuws naar buiten dat ze voortaan als vrouw door het leven zou gaan. Vlak daarvoor werkte ze nog als inlichtingenofficier voor het Amerikaanse leger in Irak. In die hoedanigheid speelde ze honderdduizenden berichten en militaire bestanden door aan WikiLeaks over oorlogsmisdaden door het Amerikaanse leger. Een daarvan was de wereldberoemde video waarop een helikopter Irakese burgers en twee journalisten doodschiet. Voor het doorgeven van deze informatie kreeg Manning vijfendertig jaar gevangenisstraf. In 2017 kwam ze vrij, toen president Obama haar gratie verleende, omdat ze de verantwoordelijkheid voor haar daden had erkend. Filmmaker Hawkins was dolgelukkig dat hij zijn idool Chelsea Manning kon filmen. Logisch, haar leven bevat genoeg ingrediënten voor een boeiende documentaire: haar jeugd en transitie, haar diensttijd in Irak, WikiLeaks, de twijfelachtige zaakjes van de Amerikaanse overheid, haar verblijf in de
110
Manning werd niet alleen het icoon voor transparantie, openheid en mensenrechten. Bijna tegelijkertijd werd ze ook het boegbeeld voor LHBTI-rechten in het algemeen, en die van transgenders in het leger en de gevangenis in het bijzonder. Ook daarover laat Hawkins vrijwel niets zien. De film toont vooral het leven van Manning na het verlaten van de gevangenis. Dat geeft niet, als de filmmaker tenminste een duidelijke keuze had gemaakt om alleen die periode te belichten, maar dat is niet het geval: flarden uit een interview met Chelsea’s moeder over Chelsea’s jeugd, en beelden van nauwe, Irakese steegjes met geluiden van mitrailleurvuur en granaatinslagen op de achtergrond verwijzen naar het verleden, zonder dat de filmmaker hierop ingaat. De leegte die het gebrek aan achtergrondinformatie uit het verleden achterlaat, vult Hawkins op met Irakese oorlogsbeelden, met Chelsea die haar lippen verft en een onheldere liefdes- of vriendschapsrelatie met een vrouw. Chelsea Manning probeert haar nieuwe leven vorm te geven en doet ineens een gooi naar het senaatschap zonder dat duidelijk wordt wat ze daarmee wil bereiken. Als Hawkins het publiek had meegenomen in zijn zoektocht naar de drijfveren, de jeugd en de transitie van Manning, was de film een stuk interessanter geweest, ook als hij die vragen niet had kunnen beantwoorden omdat zijn belangrijkste informatiebron er niets over kwijt wilde. Zal er een film komen waarin Chelsea het wel zal vertellen? We zullen daar nog even op moeten wachten. Sinds 2019 zit ze namelijk weer vast in eenzame opsluiting, nadat ze weigerde te getuigen tegen WikiLeaks en de oprichter ervan: Julian Assange. Als ze ooit weer vrijkomt, volgt er hopelijk een minder oppervlakkige documentaire over haar.
Trans mensen in de media...
Hoe doen we dat? TRANSGENDER EN MEDIA: • mediamakers aanspreken • correcties bij ongewenste taal • diversiteit in beeld • redactiebezoek
SLUIT JE AAN!
Mail naar info@transgendernetwerk.nl Meer informatie: transinbeeld.nl Een initiatief van Transgender Netwerk Nederland Mede mogelijk gemaakt door een subsidie van Stichting Democratie en Media foto: Jasper Groen
111
EVERY 1ST SATURDAY OF THE MONTH
no pants party
HORNY CLUBBING FOR ALL GENDERS & SEXUALITIES
MET DANK AAN MPCINQUE.COM & CONIGLIBIANCHI.IT
CLUB CHURCH KERKSTRAAT 52 AMSTERDAM WWW.CHURCHCLUB.NL
112