![](https://assets.isu.pub/document-structure/230630143656-6deb02801299ad52d8acc0098eec45de/v1/71b7ea87e305afb37d24e25034917020.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
9 minute read
VIVA VALENCIA!
Het gaat goed met Valencia, de sinaasappelstad aan de oostkust van Spanje. Het kleine zusje van Madrid en Barcelona, de op twee na grootste stad van Spanje, is dit jaar uitgeroepen tot de Capital Turismo Inteligente 2022 en World Design Capital 2022. Maar in het historische centrum van Valencia met zijn prachtige kerken, oude straatjes, pleinen en fonteinen, waan je je met gemak een paar eeuwen terug. Fotografe Annelies Rigter en journaliste Wenneke Savenije dompelden zich een paar dagen onder in de geboorteplaats van de paella, waar je goddelijk lekker kan eten, volksfeesten en stierengevechten in ere worden gehouden en alle vermaak binnen handbereik ligt. In Valencia gaan modern en traditioneel hand in hand.
Bij aankomst in Valencia is het stralend weer. De middagzon brandt fel op onze witte huid wanneer we het Turia park inlopen op weg naar het centrum. Dit 9 kilometer lange park, dat met zijn weelderige bosschages de stad doorkruist, was ooit een rivier. Maar toen de Turia in 1957 overstroomde en delen van de stad vernietigde, werd de bedding omgelegd naar het zuiden van Valencia. Op de drooggevallen strook grond waar nu geen water meer stroomde ontwierpen stedenbouwkundigen en tuinarchitecten een groene ‘rivier’ van palmbomen, sinaasappelbomen, dennenbomen, aromatische planten, rozentuinen, vijvers, fonteinen en sportterreinen, bekroond door 18 fraaie bruggen die beide ‘oevers’ van de stad verbinden. Wie door het Turia park loopt of fietst komt langs talloze historische monumenten, zoals de Serranos Torens en het Museum van Schone Kunsten, en moderne bezienswaardigheden als de spectaculaire Ciudad de las Artes y las Ciencias van de Valenciaanse architect Santiago Calatrava, de Stad van de Kunst en Wetenschappen, een futuristisch ogend multifunctioneel ‘complex’ vol unieke musea, concertzalen en vijvers, waaraan vanaf 1989 twee decennia lang werd gewerkt om de toegankelijkheid van wetenschap en cultuur te stimuleren.
De heilige graal
Omdat we rond etenstijd worden verwacht bij de Kathedraal van Valencia, verlaten we het park bij de Puente de las Flores-brug om via Porta de la Mar - een replica van een historische stadspoort bij wijze van monument voor de slachtoffers van de Spaanse burgeroorlogen de Jardins de la Glorietta met zijn oude bomen en romantische beelden naar El Carmen te lopen, het schilderachtige oude centrum. In de Carrer de la Pau duiken we een boetiekje in, waar je kleurrijke jurken van 30 euro kan kopen die in Amsterdam het driedubbele zouden kosten. Bij de Placa de Santa Catherina slaan we rechts af richting de toren van La Seu de Valencia, de gotische kathedraal met Romeinse en Moorse invloeden, waarin zich de heilige graal zou bevinden. Nu beweren zeker nog vijftig andere kerken in het bezit te zijn van de heilige graal, maar deze licht dooraderde agaten drinkbeker, die op een gouden standaard tentoon wordt gesteld in de kapel van La Seu, maakt toch veel indruk op ons. Stel je voor dat het de echte is, dan sta je hier in het hart van Valencia oog in oog met de gezegende kom waaruit Jezus wijn dronk tijdens het laatste avondmaal. In de loop der eeuwen is er wel een hoekje vanaf gebroken, maar dat neemt niet weg dat uitvoerig wetenschappelijk onderzoek uitwijst dat deze heilige graal best wel eens de echte zou kunnen zijn. Soli Deo Gloria.
Lalola
Via de authentieke Cocktail Bar Lolita op de Plaza de la Reina komen we in een straatje achter de kathedraal terecht in het restaurant van Jésus, de energieke eigenaar van Lalola, waar we vergast worden op overheerlijke traditionele tapas, gemaakt van verse ingrediënten van de Mercado Central, de nabijgelegen markt waar in ruim 1000 kraampjes vis, vlees, groenten, fruit, kruiden en wat al niet meer wordt verkocht. Jésus, die met zijn mooie gezicht en lange sluike haren wel iets wegheeft van de echte Jezus, raakt niet uitgepraat over zijn originele en pure gerechten, die hij persoonlijk serveert in een rustiek steegje voor zijn restaurant. Als we moe beginnen te worden neemt hij ons allebei stevig bij de arm om ons, zoals het een echte Spaanse gentleman betaamt, al kletsend en lachend naar de dichtstbijzijnde taxistandplaats te brengen. Wat een spontaniteit en hartelijkheid, we voelen ons meteen thuis in Valencia.
Culinaire tour
Als we de volgende ochtend wakker worden is de lucht behoorlijk grijs, maar dat weerhoudt ons er niet van om met de van origine Nederlandse gids Suzie Añón y Garcia op een culinaire tour te gaan. Ook het enthousiasme van Suzie, die zichzelf met recht en reden omschrijft als ‘passionate tour operator’, kent geen grenzen. Via de wijk La Gran Via, die met zijn chique winkels doet denken aan Amsterdam Zuid op zijn Spaans, neemt ze ons mee naar Mercado de Colón, in 1916 gebouwd door de Spaanse architect Francisco Mora Berenguer, die er invloeden in verwerkte van het op Art Nouveau gelijkende Spaanse Modernisme vermengd met de exotische stijl van zijn goede vriend Gaudi. Maar Valencia Zuid bleek niet de meest geëigende plek voor een volksmarkt met etenswaren, zodat het geheel gaandeweg in de verloedering raakte. Totdat er in 2003 een heropening plaatsvond, waarbij de zorgvuldig gerestaureerde Mercado de Colón was omgedoopt in een deftig ‘huis van samenkomst’ met bars en cafeetjes, die wél aanslaan bij de bewoners van Valencia Zuid. We lopen door in de richting van Mercado Central, gelegen in het oude centrum. In de straten bloeien bomen met weelderige kronen van paarse bloemetjes en overal ruikt het naar sinaasappelbloesem. Suzie vertelt honderd uit over de geschiedenis van de stad, laat ons de stierenvechtersarena en het schitterende Estacio del Nord zien,
Rechterpagina vanaf linksboven met de klok mee Carrer de la Corona, een kunstenaarsstraatje met muurschilderingen; Complex van het Museum van Kunsten en Wetenschappen, een ontwerp van architect Santiago Calatrava; De Sixtijnse kapel van Valencia in de Kerk van de Heilige Nicolaas van Bari; El Cabanyal, een kleurrijke wijk bij de zee met vervallen vissershuisjes, waar nu kunstenaars en Roma wonen; Station Noord in Valencia; De Mercado Central in Valencia het oude station aan de Plaza de toros, dat van binnen en van buiten versierd is met tegels en beelden. Modernistische taferelen met o.a. bloemen, dieren, boeren en boerinnen, sinaasappels, druiven en saffraan, symboliseren de Valenciaanse landbouw. Aan een kraampje bij de ingang drinken we de lokale lekkernij Horchata de Valencia, ook wel tijgernotenmelk genoemd: een melkachtige substantie van amandelen, water en suiker, waaraan oorspronkelijk ook nog gerst te pas kwam. We krijgen er zoete broodjes bij om mee te soppen. Tenslotte bereiken we Mercado Central, een feest voor al onze zintuigen, waar het ruikt naar frisse zeewind, rijpend fruit en geurige kruiden. Suzie gidst ons langs de beste kramen, waar we van alles mogen proeven en keuren. Tot besluit eten we tapas in een lokaal café, waar een tuitfles vol zoete Mistella traditiegetrouw de tafel rondgaat aan het einde van de lunch of het diner. Helaas is het gaan regenen.
Ciudad de las Artes y las Ciencas
Op zoek naar een taxi slenteren we door de wat achteraf gelegen Carrer de la Corona (!), een kunstenaarsstraatje waar we een Cultuurhuis en wonderlijke straatkunst passeren. Een van de vele goedkope stadstaxi’s brengt ons naar de Stad van de Kunst en Wetenschappen, waar geen kip te bekennen is omdat het inmiddels giet. Maar dat blijkt een voordeel te zijn, want nu drijft het hele wonderbaarlijke complex aan ons voorbij als een mistig droomvisioen, groots en indrukwekkend in zijn wonderlijke vormen en witte staalconstructies. In de verschillende gebouwen valt van alles te beleven onder het motto ‘verboden niet aan te raken’. Het tentvormige wetenschapsmuseum, Museo de las Ciencias, biedt verschillende interactieve tentoonstellingen over wetenschap en technologie, in Oceanogràfic zwemmen maar liefst 45.000 exemplaren van zo’n 500 verschillende soorten zeedieren rond en het bolvormige Hemisfèrique is een digitale 3D cinema, waar educatieve documentaires worden vertoond. Maar op het terrein staat ook het Palau de les Arts Reina Sofía, het operagebouw waar het hele jaar door concerten, opera’s, ballet- en zarzuela-voorstellingen plaatsvinden. Het met witte staalconstructies overkoepelde Umbracle is een immense tuin van 17.000 m2, waar je kunt slenteren langs talloze specifieke planten van het Middellandse Zeegebied en ’s zomers een nachtelijk glaasje kunt drinken onder het maanlicht en de sterren op het terras Mya. En dan is er nog de multifunctionele ruimte van Agora, waar o.a. congressen worden gehouden. Ook zijn er bootjes, fietsen en terrassen. Het geheel heeft wel iets weg van een Kindergarten voor alle leeftijden, een soort apenrots voor mensen. Maar door de onophoudelijke regen is het uitgestorven. We raken doorweekt, maar krijgen er geen genoeg van. Niet in de laatste plaats omdat er te midden van alle gebouwen prachtige verstilde kunstwerken staan, liggen of drijven van de Poolse beeldhouwer Igor Mitoraj (1944-2014), die de schoonheid van de klassieke oudheid combineerde met een eigentijds inzicht in de menselijke conditie en zo monumentale sculpturen van mensen en hoofden creëerde die aanzetten tot bezinning. Tenslotte nemen we nog maar een taxi naar het schilderachtige Café de las Horas aan de Carrer del Comte d’Almovar nr. 1, waar de sensuele romantiek van de beschilderde muren druipt onder een blauwe nachthemel met gouden sterren. We drinken er onze eerste Aqua de Valencia, wat spirituele verkoeling brengt in de broeierige sfeer van de bohemienachtige Bodega, die visueel het midden houdt tussen een Parijse salon en een Spaans literair café. Als we weer op zoek gaan naar een taxi belanden we op het door kerken omringde Plaza de la Reina, waar we ons vergapen aan de Turia fontein die ook in Rome had kunnen staan.
El Cabanyal
De volgende ochtend regent het nog steeds, maar dat weerhoudt ons er niet van om richting haven te gaan, waar we een afspraak hebben met de Spaanse gids Luis Torres, die ons al op staat te wachten in een waterdichte regenjas. Hij heeft een grote rode klapper bij zich met geplastificeerde papieren erin om onze geringe kennis over ‘zijn’ Valencia een stevige boost te geven. Het verregende Playa de las Arenas ligt er verlaten bij, net als het aansluitende Platja del Cabanyal. Zodra de zon schijnt is het hier vergeven van de badgasten, maar nu bieden beide stranden een troosteloze aanblik. Luis Torres laat zich er niet door van de wijs brengen en geeft ons een indrukwekkend college over de geschiedenis van Valencia, de havenstad die dankzij zijn gunstige ligging in de 15e eeuw tot bloei kwam door de zijdehandel tussen Xiang en Lissabon. Maar toen kwam de pest die ook vorsten, rijke handelaren en kooplieden doodde. De politieke verhoudingen veranderden en daarmee ook de mode. Toen de zijdehandel op zijn retour begon te raken, kapte Valencia de moerbeibomen en plantte er sinaasappelbomen voor in de plaats. Maar het succes van de sinaasappels staat nu ook weer op het spel onder druk van de gebrekkige Europese wetgeving en door de concurrentie met de sinaasappels uit Afrika, die van mindere kwaliteit zijn maar wel veel goedkoper. De gids staat erbij te trillen van verontwaardiging. Dan lopen we El Cabanyal in, de kleurrijkste wijk van Valencia, waar de vervallen vissershuisjes, oerlelijke ‘Franco-flats’ en fraai opgeknapte Jugendstilhuizen door elkaar staan. Hier leefde de Spaanse schilder Joaquín Sorolla y Bastida (1863-1923), die de zee en het leven van de vissers op geniale doeken heeft vastgelegd.
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230630143656-6deb02801299ad52d8acc0098eec45de/v1/bba86d69b41c5c99a2517b7f2484f3c2.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230630143656-6deb02801299ad52d8acc0098eec45de/v1/bd6a6d144bbdc344375d035de15f2a96.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230630143656-6deb02801299ad52d8acc0098eec45de/v1/2e3e04ba5870a3cbe9a4bd8d8b619796.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230630143656-6deb02801299ad52d8acc0098eec45de/v1/d7375f09f91dc788306e49ad2fa97693.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230630143656-6deb02801299ad52d8acc0098eec45de/v1/1f3ec28899f0034ffbe6f4ec672ff3e6.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230630143656-6deb02801299ad52d8acc0098eec45de/v1/232972faa893a6d6b0a390174ceff8bd.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
![](https://assets.isu.pub/document-structure/230630143656-6deb02801299ad52d8acc0098eec45de/v1/d8401d9701025e7aa451d094b38060db.jpeg?width=720&quality=85%2C50)
‘Corrupte partijen hadden hier skyscrapers willen neerzetten voor de toeristen,’ vertelt Louis: ‘Maar de plaatselijke bevolking, die voornamelijk bestaat uit oude vissers, gipsy’s, kunstenaars en Spaanse winkeliers, stak daar een stokje voor. Ze wilden hun traditionele manier van leven in stand houden, compleet met feesten en processies. Uiteindelijk hebben de locals het van de politici gewonnen.’ Als de regen stopt, kunnen we die avond getuige zijn van een processie door de wijk. Maar helaas, het blijft gieten en daar zijn de heiligenbeelden niet tegen bestand. Weer terug in het centrum eten we paella in een gemoderniseerd en dus ook ‘ontzield’ paella-restaurant, waar de aangepaste prijzen nu de pan uit stijgen. Daarna raken we diep onder de indruk van La Lonja de la Seda, de oude zijdebeurs, die vanwege zijn mystieke architectuur door UNESCO tot werelderfgoed werd verklaard. Die avond gaan we weer terug naar El Cabanyal om te dineren in de oudste tapasbar van heel Valencia: de authentiek ingerichte Bodega Casa Montana, waar vijf opeenvolgende generaties nooit het geheim van hun unieke bonenrecept hebben prijsgegeven en alle gerechten hemels zijn.
Kerk van San Nicolás de Bari
Tot onze grote opluchting kleurt de lucht de volgende ochtend weer hemelsblauw. Vanaf het zonovergoten Plaza de la Reina lopen we naar de onlangs gerestaureerde Kerk van de Heilige Nicolaas van Bari, die ook wel de Sixtijnse kapel van Valencia wordt genoemd. Tussen 1690 en 1693 werd het interieur bedekt met decoraties in barokstijl en kleurrijke fresco’s over het leven van de Heilige Nicolaas en Petrus de Martelaar, ontworpen door Antonio Palomino en met zwier geschilderd door Dionis Vidal, zó imposant dat je er uren naar kan kijken. Vlak bij de Mercado Central kopen we zeepjes met de bedwelmende geur van sinaasappelbloesem. Tot besluit brengen we nog een bliksembezoek aan het Museum voor Schone Kunsten van Valencia, dat gehuisvest is in het oorspronkelijke
Seminari van de Heilige Pío V, dat later o.a. een Militaire Academie, een Huis voor Liefdadigheid en een Militair Hospitaal zou worden. Nu hangen er schitterende, met bladgoud versierde werken van de Valenciaanse
Primitieven uit de 14e tot begin 16e eeuw, maar er hangen ook doeken van Velázquez, El Greco en Goya. Terwijl we ons haasten om onze vlucht niet te missen, komen we tot de conclusie dat we in deze bijzondere stad, die duurzaam toerisme stimuleert en erfgoed respecteert, zeker nog eens terug willen komen om alles te ontdekken wat we nu hebben gemist. Op de fiets! n