Vrijwilligersnieuwsbrief 2011

Page 1

Nieuwsbrief vrijwilligers ‘t Merkske

Monitoringsresultaten 2011

Inleiding Naar aanleiding van het gezamenlijke monitoringsplan is er in 2010 een start gemaakt met het systematisch inventariseren/ monitoren van de flora en fauna in ‘t Merkske. Het uiteindelijke doel is dat we in de komende jaren, per soortgroep een gebiedsdekkend verspreidingsoverzicht uit kunnen brengen. Om gaandeweg de rit alle vrijwilligers en geïnteresseerden zo goed mogelijk te informeren over de resultaten, bijzonderheden en aandachtpunten brengen de natuur beherende organisaties in ‘t Merkske deze nieuwsbrief uit.

We beperken niet alleen tot de strikte natuurreservaten maar het gehele stroomgebied van ‘t Merkske van + 6000 ha. Hierdoor krijgen we een goed beeld van alle gronden die voor ‘t Merkske van belang zijn. De kaart (figuur 1) geeft de begrenzing van het stroomgebied met daarin de verschillende onderzoeksblokken.

Stroomgebied van ‘t Merkske met verdeling van de onderzoeksblokken

1


Flora Dit jaar hebben we een aantal nieuwe vrijwilligers mogen verwelkomen zodat we aardig wat onderzoeksblokken (8) konden inventariseren. Hierbij werd de volhardendheid van de inventariseerder wel op de proef gesteld. Zo werd in de gebiedsdelen Schaluinen, Tommel, Eikelenbosch/Gorpeind en Wittebergen geen van de 5 doelsoorten (grote pimpernel, knolsteenbreek, moesdistel, slanke sleutelbloem, Orchis spec.) waargenomen. Dat dit niet altijd te maken heeft met het bodemgebruik blijkt als we de bodemkaart nader bestuderen. Daaruit blijkt dat veel van deze gronden uit veldpodzolen en gooreerdgronden bestaan en tot de infiltratiegebieden behoren van ‘t Merkske. Onze 5 doelsoorten komen juist voor in de kwelgebied. Echter de oplettende waarnemer kon wel aardig wat andere leuke soorten noteren die een mooi beeld geven van de huidige en potentiĂŤle waarden van deze gebiedsdelen. Zo werd er in het deelgebied Witte bergen witte waterranonkel (Ranunculus ololeucos) gevondenen, in de omgeving van het Bootjes ven werd ondergedoken moerasscherm (Apium inundatum) gevonden en karwijselie (Selinum carvifolia) in de Krommme hoek . Verder werd er in de Halse beemden een nieuwe vindplaats van gevlekte orchis (Dactylorhiza maculata maculata) ontdekt . In het Moer werd een nieuwe vindplaats ontdekt van Klein glidkruid (Scutellaria minor) , dit is de tweede plaats in het beekdal (vallei) en de soort komt hier voor als graslandplant. Ook in diverse droge bermen waren leuke soorten aan te treffen, waaronder Duits viltkruid (Filago vulgaris), struikheide (Caluna vulgaris), zandblauwtje (Jasione montana) eenjarige hartbloem (Scleranthus annuus), klein tasjeskruid (Teesdalia nudicaulis) en steenanjer (Dianthus deltoides). Hans Backx, die verschillende stukken in het landbouw gebied bezocht heeft, was zelfs zo enthousiast dat hij van zijn bezoeken een verslag heeft gemaakt. Dat afplaggen van de teelaarde grote natuurwinst kan opleveren bleek dit jaar weer eens op de Castelreese heide. Hier zijn in 2007 een aantal vennen hersteld waarbij de teelaarde rond de vennen werd verwijderd. Na 4 jaar zien we heidesoorten als struikheide, dopheide (Erica teralix), bruine snavelbies (Rhynchospora fusca), massaal grondster (Illecbrum verticilatum) en zonnedauw (Drosera inter-

media) terug. Om de achteruitgang van de knolsteenbreek een halt toe te roepen heeft er een pH bemonstering op een aantal percelen plaatsgevonden en zijn enkele percelen bekalkt. In 2012 zullen 2 master studenten van de universiteit Antwerpen in het kader van hun stage verder onderzoek aan de knolsteenbreek gaan doen en tevens de resultaten van de bekalkingsproef bekijken.

Foto Wim Verschragen


Vogels In 2011 zijn wederom een groot aantal gebieden of plots (15) onderzocht op het voorkomen van 25 kenmerkende vogelsoorten. Het gaat hierbij om de volgende gebieden: Gouverneursbossen, Oude strumpt/Haldijk, Halsche beemden, Castelresche hei, Krommehoek/ elshout, Ulicootsche hei, Witte bergen, Ginhoven/Markske, Broskens, Eikelenbosch, Gorpeind, Tommelsche hei, Schaluinen, Schouwloop en Eindegoor. De totale oppervlakte bedraagt een absoluut record en is dit jaar op 2474 Ha uitgekomen. In totaal hebben met deze tellingen 10 personen mee gedaan en zij hebben met z’n allen 140 bezoeken gebracht aan bovenstaande gebieden. De uitwerking van de veldkaarten vond dit jaar voor het eerst plaats via de SOVON site waarop elke teller thuis achter de pc zijn veldgegevens kon invoeren en aan het einde van de rit het aantal territoria door de computer kon laten autoclusteren. Tijdens dit uitwerken zijn er door de vrijwilligers 2270 stippen ingebracht en de computer heeft hier in totaal 550 territoria uit weten te slepen. Hieruit is gebleken dat het Merkske nog altijd een groot aantal kritische soorten herbergt en niet alleen in de natuurgebieden maar ook in de agrarische delen zijn nog altijd leuke waarnemingen te doen.

Foto: Twan Mols

Van de 25 te karteren soorten zijn Steenuil, Ransuil en de IJsvogel geen enkele keer waargenomen. Zeker van de Steenuil hadden wij in het landbouwgebied best een aantal paren verwacht maar zij zijn er tijdens de kartering niet uitgekomen. Hieronder volgen de totalen per soort die over het hele gekarteerde deel zijn gevonden, ze zijn per soort zo uitgewerkt dat je kunt zien in hoeveel plots ze zijn waargenomen en waarvan na autoclustering het aantal territoria is overgebleven die voldeden aan de voorwaarden van SOVON.


Soort Wespendief Torenvalk Patrijs Kwartel Grutto Wulp Zomertortel Koekoek Groen specht Boomleeuwerik Veldleeuwerik Graspieper Gele kwik Nachtegaal Roodborsttapuit Grote lijster Spotvogel Grasmus Matkop Wielewaal Kneu Geelgors

plots 4 10 14 7 8 15 6 8 10 4 6 13 6 5 15 8 10 15 4 5 10 12

Territoria 2 6 30 30 23 47 8 6 18 5 12 18 7 11 124 6 18 143 3 5 9 50

Er zijn in enkele gebieden ook nog bijschrijfsoorten genoteerd met tussen haakjes de territoria; Deze soorten zijn dus niet gebieddekkend gekarteerd, het gaat hierbij om o.a. Havik (1), Buizerd (3), Scholekster (1), boompieper (7), Gekraagde roodstaart (2), Kleine bonte specht (1), Grauwe klauwier (1), Bergeend (1) en Blauwborst (1) Van de 25 kensoorten komen 3 soorten in alle getelde gebieden voor, de Grasmus, Roodborsttapuit in grote aantallen en de Wulp is nog altijd zeer goed vertegenwoordigd met 47 broedparen. Daarnaast is het opvallend dat in bijna alle telgebieden nog Patrijzen zijn waar te nemen en hieruit blijkt dat toch nog erg veel landbouwgebied kleinschalig is ingericht en dat deze soort hier zich nog prima thuis voelt. Dit is ook te zien aan het aantal Geelgorzen die veel in houtwallen en solitaire oude bomen in het agrarisch gebied hun zangpost hebben. De 50 broedpaar is best goed te noemen. 2011 was een invasiejaar van Kwartels, er werden in 7 plots in totaal 30 roepende mannen gehoord, geweldig! De aantallen van de Veldleeuwerik, Graspieper en Gele kwikstaart vielen zwaar tegen, wellicht verlangen zij toch naar een wat opener gebied. Hiervoor heeft Staatsbosbeheer op de Castelresche hei besloten om meer openheid na te streven en zijn er in het najaar 2011 veel randstruwelen langs oude sloten deels afgezet en sloten gedempt. Dit kan op deze plaats wellicht tijdelijk ten koste gaan van een geschikt stukje biotoop voor oa. de Grauwe Klauwier die er dit jaar met jongen werd waargenomen. Gelukkig is er voor deze soort erg veel alternatief, geschikt biotoop aanwezig. Het is hopen dat deze soort in 2012 wederom ergens in het beekdal (vallei) zal gaan broeden. Deze laatste soort was toch wel de kers op de taart. Vorig jaar zijn een aantal gebieden in het westelijk deel gekarteerd vanaf het Groeske tot Schaddekot. Dit betekend dat voor het hele stroomgebied slechts de zuid oost hoek nog niet is geteld, o.a. Hoogmoerheide, Baarlese hei, Vliegveld, Gelse bergen, Molenrietheide en Weelde statie zouden als het mogelijk is volgend jaar geteld moeten worden, als dit lukt dan hebben we het hele stroomgebied gehad.


Herpetofauna In 2011 is er weer veel werk verzet bij het inventariseren van de aanwezige amfibieën en reptielen. In totaal werden er 9 soorten amfibieën waargenomen en 2 soorten reptielen (waarvan 1 exoot). Het betreft volgende soorten: Kleine watersalamander, Lissotriton vulgaris - vrij algemeen, Alpenwatersalamander, Mesotriton alpestris - heel algemeen, Kamsalamander, Triturus cristatus - plaatselijk algemeen, Vinpootsalamander, Lissotriton helveticus - zeldzaam, Gewone pad, Bufo bufo - heel algemeen, Bruine kikker, Rana temporaria - heel algemeen, Bastaardkikker, Rana klepton esculenta - heel algemeen, Poelkikker, Rana lessonae - plaatselijk heel algemeen, (Groene kikker complex, Rana esculenta synklepton), Boomkikker, Hyla arborea - herintroductie afgerond in 2011, Levendbarende hagedis, Zootoca vivipara - plaatselijk vrij algemeen, Geelwangschildpad, Trachemys scripta – exoot, 1 geïsoleerde waarneming. Zoals in de voorgaande jaren werd de meeste energie gestoken in het inventariseren van de voortplantingswateren voor amfibieën. Door Staatsbosbeheer is er, eind 2010, een kaart opgemaakt met de poelen en wateren die nog nooit werden geïnventariseerd. Deze plaatsen werden in 2011 dan ook prioritair geïnventariseerd. Na het veldseizoen van 2012 zullen we het ganse stroomgebied van het Merkske geïnventarsieerd hebben en volgt er een uitgebreidere rapportage. Tevens werden alle geïnventariseerde poelen op gronden van Staatsbosbeheer, het ANB of Natuurpunt ook beheertechnisch bekeken en werden er, indien nodig, beheersuggesties gegeven (vb vrij kappen, ruimen of afvissen). Met deze informatie heeft Staatsbosbeheer in het najaar 18 poelen volledig opgeknapt. Met subsidie van de povincie Noord-Brabant zijn rasters en boom opslag rond de poelen verwijderd, zijn enkelen leeg gepompt en is de vis verwijderd en zijn alle de poel uitgebaggerd en is het talut geherprofileerd. In 2011 is er ook een grondige inventarisatie gebeurd van het Moer. Dit heeft enkele leuke waarnemingen opgeleverd met het voorkomen van Vinpootsalamander als leukste verrassing. De soort is hier in kleine aantallen aanwezig. Ook opmerkelijk waren de zeer grote koren met Bruine kikker. Verspreid over het gebied (enkel het gedeelte in eigendom van ANB) werd op verschillende locaties kooractiviteit vastgesteld (sommige locaties met verschillende 100-den volwassen kikkers).

Foto: Wim Verschragen


Een gedeelte van Wortel Kolonie kent een Europese bescherming via het Natura 2000 netwerk. Het betreft het Habitat richtlijngebied BE2100020: Heesbossen, Vallei van Marke en Merkske en Ringven met valleigronden langs de Heerlese Loop. De kamsalamander is een diersoort dat aangemeld is voor dit gebied. Dit jaar is er, in het kader van deze Europese bescherming, dan ook een monitoringsprogramma voor de kamsalamander opgesteld. In Wortel Kolonie zal de populatie kamsalamanders mee opgevolgd worden door het INBO (Instituut voor Natuur en Bosonderzoek). Zij hebben in het gebied 4 poelen en 1 reservepoel geselecteerd die jaarlijks op een gestandaardiseerde manier zullen bemonsterd worden. Het hoofddoel van dit onderzoek is het opvolgen van de populatie door de jaren heen (oa populatiegrootte en trend). Het individueel herkennen van de dieren zal hierbij een belangrijk hulpmiddel vormen (kamsalamanders kunnen individueel herkend worden aan hun buiktekening).

Foto: Wim Verschraegen 2011 was het laatste jaar dat er boomkikkers geherintroduceerd werden in de vallei van het Merkske, deelgebied Broskens. Dit jaar werden er 150 larven, 365 juvenielen en 6 adulte boomkikkers uitgezet. De boomkikkers die de 2 voorgaande jaren werden uitgezet lieten dit voorjaar al van zich horen. Op 11 mei werden er 13 roepende mannetjes op vier verschillende locaties in het gebied aangetroffen. Na de laatste uitzetting (365 juvenielen op 22/07) werd er nog een tweetal maanden gemonitord op de landbiotopen (vnl. braamstruweel). Per monitoringsronde vonden we maximaal 1/3 van de vrijgelaten dieren terug. De gevonden boomkikkertjes waren altijd in een goede conditie en ze groeiden snel. Om het voortplantingsbiotoop voor de boomkikkers verder te optimaliseren zijn er met subsidiegelden van de provincie Noord-Brabant 4 extra ‘boomkikker’ laagten aangelegt. Deze laagten bevaten in het voorjaar water en vallen gedurende de zomer droog. Hierdoor warmen ze in het voorjaar snel op en kunnen in de zomer gewoon mee gemaaid worden. Bij komend voordeel is dat ze visvrij blijven.


Invertebraten Bijen, wespen en mieren Vanaf dit jaar onderzoekt Wim Klein de bijen en wespen. Na een beperkt aantal excursies door het gebied zegt Wim dat ’t Merkske een heel interessant gebied voor graafwespen en aanverwante soorten is omdat het nog een volledig intacte fauna omvat die typisch is voor dit type zandgronden. Hij heeft nog niet alles gedetermineerd, maar van de metselwespen kan hij al Gewone schoorsteenwesp (Odynerus spinipes) en Stenodynerus xanthomelas melden. Beide soorten zijn bijzonder en de eerste heeft de status ‘bedreigd’ op de Nederlandse rode lijst. Van de graafwespen zijn er nog geen spectaculaire soorten waargenomen, maar wel de soorten die er moeten zijn in zo`n gebied. In juli hebben we enkele percelen onderzocht op de aanwezigheid van moerassteekmeer (Myrmica scabrinodis). We hebben kunnen vaststellen dat deze soort op sommige percelen in redelijke aantallen aanwezig is. In Nederland is de moerassteekmier de voornaamste waardmier voor het Pimpernelblauwtje (Maculinea teleius). Vlinders De Kleine parelmoervlinder (Issoria lathonia) is sinds een aantal jaren aan een langzame opmars bezig vanuit Limburg. Vorig jaar (2010) werd de Liereman (Oud-Turnhout) en het Turnhouts vennengebied bereikt (zie kaartje volgende blz.). Dit jaar zijn er ook in het stroomgebied van het Merkske (rondom vliegveld Weelde, bij het Gorpeind en op de Castelreesche heide) 8 stuks waargenomen. Hierbij werd ook ei-afzet geconstateerd. Zal de opmars zich in 2012 verder zetten?

Foto: Theo Bakker Behalve deze waarnemingen van kleine parelmoer vallen ook nog de waarnemingen van Grote weerschijnvlinder (Apatura iris) en rouwmantel (Nymphalis antiopa) op. Het bont dikkopje (Carterocephalus palaemon) werd in 2011 een enkele keer buiten de bekende vliegplaatsen gezien. De bruine eikenpage (Satyrium ilicis) werd ook dit jaar weer een aantal maal waargenomen en dit op verschillende plaatsen in het deelgebieden schouwloop en het vliegveld Weelde. Om de populatie van deze soort te versterken wordt er in december 2011 over een lengte van 400m langs de Schouwloop biotoop verbeterende beplanting aangebracht in de vorm van zomereik (Quercus robur), sporkenhout (Rhamnus frangula) en braam (Rumax spec.). Naast deze Rode lijstsoorten werden er nog vele duizenden vlinders genoteerd. In totaal zijn er 2127 records met meer dan 6000 vlinders (29 soorten) die aan de database van SBB toegevoegd kunnen worden (met dank aan alle waarnemers op www.waarneming.nl en www.waarnemingen.be). Het streven is om in 2012 vooral de gebieden die niet in beheer bij SBB, ANB of Natuurpunt zijn te bezoeken.


Libellen Op en rond de Castelresche heide zijn alle algemene soorten kenmerkend voor heidevennen aanwezig. Maar ook diverse schaarse en zeldzame soorten zoals Tengere panster juffer (Lestes virens), bruine winterjuffer (Sympecma fusca) en Koraaljuffer (Ceriagrion tenellum). Tevens enkele nieuwkomers als Zwervende heidelibel (Sympertrum fonscolombii) en Venglazenmaker(Aeshna juncea).

De folder ‘Vennen, leefgebieden voor libellen” uitgegeven door de vlinderstichting in 2009 geeft hierover meer informatie.

Foto: Theo Muuse In totaal zijn er dit jaar in het gehele stroomgebied 35 soorten waargenomen, waaronder enkele bijzondere soorten als Vroege glazenmaker (Aeshna isoceles), Zuidelijke keizerlibel (Anax parthenope) en Vuurlibel (Crocothemis erythraea).

Sprinkhanen Op de gekende vindplaats van Moerassprinkhaan (Stethophyma grossum) aan de Broskens werd dit jaar ook de Zompsprinkhaan (Chorthippus montanus) waargenomen. Het betreft een kenmerkende en zeldzame soort (prioritair in de provincie Noord-Brabant) die leeft op natte- schraalgraslanden en heide. Hij komt op meer plekken in Brabant voor, maar is nooit eerder in het westen van de provincie gezien. In de provincie Antwerpen is de soort wel uit het Noorden gekend, hier komt hij ook voor in de vallei van de Mark thv Meersel Dreef. Na verder onderzoek bleek dat er in de Broskens een grote populatie aanwezig is. Ook in het Moer zijn enkele exemplaren waargenomen. Waarschijnlijk is deze soort in het verleden over het hoofd gezien. Het is goed mogelijk dat de soort op meer plaatsen in het beekdal (vallei) van ’ t Merkske voorkomt. Het blijft dus opletten voor deze soort. Dit jaar werden er in het ganse gebied 18 soorten sprinkhanen waargenomen. Foto: Jap Smits


Vissen In opdracht van waterschap Brabantse Delta onderzocht Adviesbureau ATKB in het voorjaar van 2009 de werking van de vispassage Steenenbrug bij CastelrĂŠ. In de nazomer van 2010 voerde het adviesbureau een visstandbemonstering uit op verschillende trajecten in het Merkske en de Noordermark. Voorliggend artikel geeft de resultaten van deze onderzoeken. Vispassage Steenenbrug In 2009 ving ATKB tijdens de paaimigratie, van begin maart tot eind mei met een fuik de vissen die door de vispassage Steenenbrug zwommen. In totaal zijn 14 soorten en 468 vissen aangetroffen (zie onderstaande tabel). De vangst bestond voor een groot deel uit rheofiele (stroomminnende) vissen met riviergrondel en bermpje als meest aangetroffen soorten. Binnen de stroomminnende vissen zijn deze soorten vrij algemeen en zij komen dan ook in de meeste beken in het beheergebied van Brabantse Delta voor.

Fuik achter meest bovenstroomse overlaat van vispassage in het Merkske


Gilde* Eurytoop

Limnofiel

Rheofiel

Vissoort Aal/paling

1

Baars

24

Blankvoorn

36

Driedoornige stekelbaars

1

Giebel

1

Karper

3

Snoek

15

Ruisvoorn

4

Vetje

1

Zeelt

1

Bermpje Kopvoorn Riviergrondel

Exoot

Aantal

Zonnebaars Totaal

93 7 262 19 468

* Rheofiel = stroomminnend; eurytoop = zonder voorkeur voor stilstaand of stromend water; limnofiel = voorkeur voor stilstaand water; Exoot = uitheems.

Volwassen kopvoorn uit ‘t Merkske Kopvoorn behoort tot de zeldzamere soorten in Noord-Brabant en is voor de stromende wateren van waterschap Brabantse Delta een belangrijke doelsoort. Bij de monitoring van de vispassage zijn zeven exemplaren aangetroffen. Ook uit andere onderzoeken is gebleken dat in het Merkske kopvoorns voorkomen. In de overige beken in het westen van Brabant zijn de dichtheden zeer laag of ontbreekt kopvoorn. Als de stuwen Blauwe Kamer en Galder in de Boven Mark vispasseerbaar worden, kan uitwisseling plaatsvinden tussen kopvoorns in het Merkske en de Chaamse beken, waar deze sort ook een paar keer is aangetroffen. Zonnebaars is een uitheemse sort die wel vaker in lage aantallen bij bemonsteringen wordt aangetroffen. Waarschijnlijk is deze exoot in staat zich te handhaven en voort te planten, in ieder geval in het Merkske en de Boven Mark.


Visstandbemonstering 2010 Eind augustus 2010 onderzocht ATKB met een elektrovisapparaat de visstand op acht locaties in het Merkske. De totale vangst bestond uit 12 soorten en 1189 vissen (zie onderstaande tabel). Gilde* Eurytoop

Vissoort

Aantal 2

Aal/paling

55

Baars

65

Blankvoorn Driedoornige stekelbaars

247 19

Snoek Limnofiel

4

Tiendoornige stekelbaars

1

Zeelt Rheofiel

Bermpje

262 9

Kopvoorn Riviergrondel Exoot

518 1

Koikarper Zonnebaars Totaal

6 1.189

* Rheofiel = stroomminnend; eurytoop = zonder voorkeur voor stilstaand of stromend water; limnofiel = voorkeur voor stilstaand water; Exoot = uitheems.

Bemonstering van het Merkske door ATKB met draagbaar elektrovisapparaat


Juveniele kopvoorn uit het Merkske Net als bij het onderzoek van de vispassage in 2009 zijn riviergrondel en bermpje in aantallen de meest aangetroffen soorten. Daarnaast was de algemene soort driedoornige stekelbaars sterk in de vangst vertegenwoordigd. Deze drie soorten kwamen op vrijwel alle locaties in het Merkske voor, maar vooral de dichtheid van driedoornige stekelbaars varieerde sterk tussen de locaties. Kopvoorn is alleen aangetroffen in de vispassage en op een traject benedenstrooms daarvan. In het Merkske komen kopvoorns van verschillende leeftijdsklassen voor en dit duidt er op dat de soort zich succesvol kan voortplanten. Hoewel de aantallen gevangen vissen nog gering zijn, lijkt daarmee in het Merkske sprake te zijn van een kopvoornpopulatie die zichzelf in stand kan houden. Vispassage 2009 versus visstand 2010 Bij de monitoring van de vispassage in 2009 zijn twee soorten meer gevangen dan bij de bemonstering in 2010. De hogere vangstinspanning in 2009 vormt waarschijnlijk een verklaring hiervoor. De soorten die slechts bij één van de onderzoeken zijn aangetroffen, komen in lage dichtheden voor en worden daardoor sneller gemist bij inventarisaties. De samenstelling van de vangsten van beide onderzoeken is op hoofdlijnen vergelijkbaar, met als meest aangetroffen soorten riviergrondel en in mindere mate bermpje. Opmerkelijk verschil is driedoornige stekelbaars die bij de bemonstering in 2010 een groot aandeel in de vangst had, maar in 2009 slechts één keer is gevangen. Dit is het gevolg van de verspreiding van driedoornige stekelbaars over het Merkske. In 2010 is deze soort met name in de bovenstroomse delen aangetroffen met de grootste vangsten in de Noordermark. Op de locatie van het fuikonderzoek in 2009 is bij de bemonstering in 2010 slechts één exemplaar gevangen.

Riviergrondel


Hydrologie Een van de waarden in ‘t Merkske is de van grondwater afhankelijke vegetatie in de natte beemden. Hiervoor is binnen het gebied een uitgebreid hydrologisch meetnet aanwezig waar al sinds lange tijd de grondwaterstand word gemeten. Zo staan er in de percelen van Staatsbosbeheer 20 peilbuizen opgesteld die tot nu toe om de 14 dagen handmatig werden opgemeten. Om een betrouwbare annalyse te kunnen verrichten is het belangrijk dat deze opname consequent gebeurt. Wat tijdens vakantie- en ziekteperiodes nog al eens een probleem vormde. Daarom heeft Staatsbosbeheer in januari van dit jaar heel het meetnet uitgerust met zogenaamde dataloggers. Dit apparaatje meet elke dag digitaal de waterstand waardoor we een nog betrouwbaarder beeld krijgen van met name de kweldruk in het gebied. Naast Staatsbosbeheer heeft het Agentschap voor Natuur en Bos (6), Natuurpunt (5), provincie Noord-Brabant en waterschap Brabantse Delta peilbuizen in en rond het ’t Merkske staan. Zo heeft de provincie een peilbuis in de Halsche beemden uitgerust met telemetrie (Telefoon verbinding) waardoor op ge website van de provincie Noord-Brabant online de grondwaterstand in de Halsche beemden te zien is (http://www.grondwaterstandinbrabant.nl/agl_map_nb/ )

Foto: Wim Verschraegen


Foto: Wim Verschraegen

Colofon Jaargang 2, nummer 2, najaar 2011 Nieuwsbrief vrijwilligers ‘t Merkske, is een gratis nieuwsbrief voor alle vrijwilligers van Staatsbosbeheer, Agentschap voor Natuur en Bos en Natuurpunt die actief zijn in ‘t Merkske.

Deze editie werd mede gevuld door bijdragen van de coördinatoren. Bedankt daarvoor! Bijdragen voor de volgende nieuwsbrief kunnen gemaild worden naar Bart.hoeymans@lne.vlaanderen.be of t.bakker@staatsbosbeheer.nl Foto: Wim Verschraegen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.