28804779-Paduaan-April-23-Maart-DEF

Page 1

Paduaan.

NUMMER 5 APRIL 2010 HUMEDIA.NL/PROFILE/PADUAAN

FCJ

INTERVIEW

HET GEZICHT ACHTER

Z.O.Z.

Nieuw leerplan Journalistiek gepresenteerd

Duncan Stutterheim werd zonder opleiding miljonair met ID&T

Lucia Nankoe: ‘Alles moet niet zomaar gezegd kunnen worden’

NIEUW! Mini repo

pagina 3

pagina 4

pagina 7

pagina 8

Oepsie: een iMac foetsie! DOOR MERLIJN ENSING

Paduaan neemt de proef op de som. Op willekeurige tijdstippen wordt zonder enig probleem met iMacs door school gezeuld, maar ook met een iMac de bus instappen lukt probleemloos. De ene keer met vuilniszak er omheen, de andere keer zonder omhulsel. En ook dan is er geen haan die ernaar kraait. De beveiligers achter de receptie hebben tijdens de ‘operatie’ alleen oog voor hun beeldscherm. In een reactie halen ze hun schouders op: ze kunnen er niet zoveel mee. En als er wat gestolen wordt? Dan kijken ze de videobeelden wel na.

Ook een facilitair medewerker die voor Stef ’s rustig een peuk rookt, kijkt niet om naar de voorbijgaande iMac. Boudewijn Dominicus, manager bedrijfsvoering, vat het allemaal sportief op en doet luchtig over de geconfisqueerde iMac. “Jullie hebben een iMac gejat? Ja, prachtig. Probleemloos meegenomen, zeker?” Het klinkt misschien gek, maar zo is het beleid op de faculteit: niet te veel beveiligen, want dat maakt iets nóg kostbaarder en werkt stelen in de hand. Daarbij zou alles bekabelen volgens Dominicus duurder zijn dan de schade die er nu wordt geleden met gestolen apparatuur. Er is voor Dominicus geen aanleiding om het beveiligingniveau op te schroeven. Het moet eerst misgaan, dan pas volgen er maatregelen. “Je kunt ook zeggen dat het huidige beleid succesvol is. Ik werk op basis van het vertrouwen in andere mensen.” Lees verder op pagina 2.

FOTO: LISA MATULESSYA

Sinds dit schooljaar is de faculteit tientallen gloednieuwe iMacs rijker. Per stuk ruim 1300 euro waard, en onbeveiligd. Een vriendelijke glimlach en wat lef in je donder is voldoende om een iMac mee naar huis te nemen.

Het levende bewijs: een iMac jatten kán. Zonder gevolgen.

Hoorcollege volgen vanuit je luie stoel De opmars van webcolleges bij Digitale Communicatie en Communication & Media Design maakt sommige docenten huiverig. Zijn lege collegezalen het toekomstbeeld? DOOR MERLIJN ENSING

Het principe is simpel: webcolleges, ofwel ‘weblectures’, zijn opgenomen hoorcolleges. De video en powerpointpresentatie zijn achteraf verpakt in één scherm op sharepoint terug te zien. De presentatie is direct de index van de video, wat inhoudt dat wanneer je op bijvoorbeeld de tiende dia klikt, informatie over die dia daaraan gelinkt wordt. Dit jaar wordt er honderd uur aan

colleges opgenomen, waarna wordt gekeken hoe webcolleges nog meer in het onderwijs kunnen worden verweven. Richard Deuzeman studeert dit jaar af op een onderzoek naar het doorvoeren van ‘weblectures’ binnen het onderwijs, manager bedrijfsvoering Boudewijn Dominicus gaf eind 2008 de aanzet om het onderwijs middels het online plaatsen van de hoorcolleges ‘te intensiveren’. Beiden zijn positief over het project, maar ze weten ook dat er een aantal docenten huiverig staat tegenover de ontwikkeling van weblectures. LOI cursus Maar nee, webcolleges zullen studenten niet en masse uit de collegeza-

len verdrijven, denkt Deuzeman. Hij merkte tijdens zijn onderzoek dat veel studenten waarde hechten aan het ‘student zijn’, en daardoor hoorcolleges in de toekomst niet zullen weren. “Maar ook heel basale redenen als contact onderhouden met klasgenoten of vragen stellen aan de docent die het hoorcollege verzorgt, zijn argumenten om niet weg te blijven”, zegt Deuzeman. “Ze vinden dat ze dan net zo goed een LOIcursus kunnen gaan volgen.” Dominicus: “Het is een ideale tool voor studenten die vooraan zitten, intensief luisteren en de stof als moeilijk ervaren, om ze de week erop ook nog van dienst te kunnen zijn. Het is dus geen vervanging van het onderwijs, maar intensivering.”

Bijkomend voordeel is dat de techniek die voor het opnemen van hoorcolleges wordt gebruikt, ook dient om klassikale presentaties van studenten op te nemen. Medestudenten kunnen elkaar online beoordelen en leren zodoende van de kritiek van klasgenoten. De docent velt dan met het commentaar van studenten in het achterhoofd een eindoordeel. Studenten zullen ook op een andere manier in de toekomst een belangrijke rol spelen bij de webcolleges. Er is sprake van een studentenpool die de opnames verzorgd. Dominucus ziet voor de webcolleges een belangrijke rol voor de toekomst weggelegd. “Webcolleges als naslagwerk, dat is het uitgangspunt.”


2 FCJ KRAM

CURRICULUM VS. PRAKTIJK

Journalistieke Vaardigheden In deze rubriek testen wij elke maand een reader uit het rijke assortiment der communicatie- en journalistieksyllabi door deze voor te leggen aan een deskundige met kijk op de inhoud. Deze maand: Journalistieke Vaardigheden, eerstejaarsvak bedrijfscommunicatie. DOOR SUZANNE LOMMERS

Bea de Buisonjé, communicatieadviseur bij P&B Communicatie: “In de handleiding ligt de nadruk op journalistiek schrijven. De problematiek van de bedrijfsjournalist of de communicatiemedewerker komt maar zijdelings aan de orde. Hoewel we in de praktijk dezelfde technieken gebruiken, hebben ze niet altijd hetzelfde doel. Je hebt in het bedrijfsleven veel meer te schipperen tussen wat de opdrachtgever wil en wat jij daar als deskundige aan kunt bijdragen. Verder is crossmedialiteit onderbelicht en zijn er vrij weinig voorbeelden uit de beroepspraktijk, zoals

‘Problematiek komt maar zijdelings aan de orde’ personeels- en bedrijfsbladen. Ondanks de beperking van de reader dat de communicatiepraktijk relatief weinig aanbod komt, staan er zeer bruikbare tips in, zoals de samenvatting deskresearch en het maken van persberichten. 7Pjotr van Lenteren, Coordinator Opleiding & Ontwikkeling bij Matershermsen Bedrijfsjournalistiek: ‘Als je de commotie rond de Gerda (uitgave min LNV, red.)een beetje gevolgd hebt, dan weet je dat bedrijfscommunicatie de afgelopen jaren in een geheel nieuw vaarwater verzeild is geraakt. Vroeger heette de externe poot van het vak voorlichting en had het beroep (niet onterecht) het imago dat saaie mensen onleesbare teksten produceerden die niemand las. Tegenwoordig wor-

den er dingen gemaakt die – wat je er verder ook van vinden mag – zomaar kunnen leiden tot een spoeddebat in de Tweede Kamer. Komen alle belangrijke zaken voor de vaardigheid aan bod? Nee dus. Deze reader leidt op tot journalist of tot voorlichter die goed met journalisten omgaat. Maar de trend is juist: zelf journalistieke media maken. Wat deze reader heel erg mist is de organisatiekant en de menselijke kant. Titia Ysebaert, coördinator van de cursus: ‘Het overkomt je niet vaak dat je je studiemateriaal aan mensen uit het werkveld kunt voorleggen, dus daar was ik blij mee. Ik ga zeker onderzoeken welke punten ik kan meenemen in een volgende versie van de reader. Maar ik zal niet alles kunnen overnemen vanwege één of meer van de volgende redenen: De reader fungeert bij twee communicatie-opleidingen die wezenlijk van elkaar verschillen. De reader en het vak staan niet op zichzelf. Bovendien gebruiken de studenten Bedrijfscommunicatie naast de reader nog een boek voor dit vak. Ik vond het een echte eye-opener dat ik geen

‘Soms word je blind voor je eigen vergissingen. De feedback is een echte eye-opener’ voorbeelden uit relatiemedia heb gebruikt, terwijl ik nota bene ieder jaar naar het Customermedia congres ga. Soms word je gewoon blind voor je eigen vergissingen.

Titia Ysebaert met de reader van Journalistieke Vaardigheden.

‘V-tjes’ snel verleden tijd

Verschillende beveiligingsvormen getoetst Paduaan zocht uit hoe het gesteld is met bepaalde veiligheidsaspecten op de FCJ. Enkele medewerkers aan het woord over de beveiliging in onze school.

DOOR JOLMER DE JONG

Beveiligingspoortjes bij de ingang plaatsen? Arco Looy, medewerker technische dienst aan onze faculteit, ziet het wel zitten. “Mensen die niet in de school thuis horen komen zo niet binnen. Iedereen die wel naar binnen wil, moet inklokken. Wil je weer naar buiten of naar het FEM gebouw, dan klok je uit. Al bij de opening van de faculteit heb ik een dergelijk systeem geopperd”, aldus Looy. Boudewijn Dominicus vindt beveiligingspoortjes helemaal niks. “Er zitten wat mij betreft nu te veel beveiligers bij de receptie. ’s Morgens en ’s middags zit er altijd zo’n V-tje bij de receptie. Ik heb daar liever een paar aardige dames. Ik ga uit van het gastheerschap.” iMac + sporttas = hebbes Wie er ook zit, iedereen wordt geïnstrueerd omtrent veiligheidsregels. Pas als er apparatuur gemist wordt, worden de camerabeelden er op nageslagen. “Als receptionisten iemand met een beeldscherm de school zien uitlopen, dan kunnen zij diegene om een certificaat vragen. Je doet echter weinig tegen iemand die een iMac in een sporttas mee naar buiten neemt”, aldus Dominicus. “Als op klaarlichte dag twintig iMacs worden gestolen, neemt de

druk om te beveiligen wellicht toe. Dan kun je stellen dat er sprake is van een falend beleid, nu zeg ik liever dat het succesvol is.” Televisie apparatuur En de veiligheid in de televisie- en radiogang? In deze journalistieke ruimtes hangt geen enkele beveiligingscamera. Dominicus: “Hier heb je een aardig punt. Ik moet maar eens met deskundigen praten over beveiliging rondom deze ruimtes. Een gestolen camera uit de tv-studio kost ons meer dan een ontvreemde iMac. Wel blijft investeren een afweging: iedere euro die je in beveiliging stopt is er één minder voor het onderwijs.” Een ander aspect van veiligheid: de lokaal- en kantoorsleutels in de FCJ. Studenten kunnen soms meerdere deuren openen met één sleutel. “Je kunt je afvragen hoe veilig dat is”, zegt bewaker Glenn Willemsen. “De sleutels van de FEM werken met een chipsysteem en zijn daarom veiliger. Daarnaast is met deze ‘chipsleutels’ te zien waar de student of docent zich bevindt. Iets wat met de huidige FCJ sleutels nog onmogelijk is.” Zijn roep lijkt gehoord; de zogenoemde saltosloten worden dit kalenderjaar nog geïnstalleerd in ons schoolgebouw. Wanneer dat precies gebeurd, is nog onbekend. En de beveiligingspoortjes? Dominicus blijkt niet de enige met weinig vertrouwen in het plan. Ook Willemsen is tegen. “Dan krijg je een lange rij waar mensen zich doorheen moeten wurmen. Dat moet je niet willen. Zo’n gevangenismentaliteit is niet wenselijk binnen de FCJ.”


FCJ 3

PADUAAN APRIL 2010

Het eerste jaar van Journalistiek wordt inhoudelijk zwaarder maar overzichtelijker, er komt een kortere lijn naar de beroepspraktijk met cross- en multimedialiteit als toverwoorden, de kwaliteit van het toetsbeleid moet omhoog en er komen meer lessen in redactievorm. DOOR MERLIJN ENSING

Dat is in grote lijnen het nieuwe leerplan van Journalistiek. Het eerste jaar wordt opgedeeld in vier blokken: Nieuws, Cultuur & Lifestyle, Binnenland en Buitenland. In de vier blokken zijn drie zogenoemde – horizontale – leerlijnen onderverdeeld: ‘Achtergrond’, ‘Vaardigheden’ en ‘Publicatie in woord en beeld’ (zie afbeelding). Dit moet zorgen voor meer samenhang tussen de cursussen. Zo schrijf je bijvoorbeeld een nieuwsbericht over thema’s waar je diezelfde periode hoorcolleges over volgt. Het aantal cursussen in het eerste

LEERLIJNEN

Flinke lik verf voor eerste jaar Journalistiek Nieuws

Cultuur&Lifestyle

Binnenland

Buitenland

Achtergrond

Dit wordt het nieuws

Lifestyle Journalistiek

Nederland Polderland

Foreign Affairs

Vaardigheden

Nieuwsbericht

Performance

Follow-up

Behind the nieuws

Journalistiek product

Paduaan Online

First Issue

Polderland.fm

Abroad

De cursusnamen staan nog niet vast en elke cursus is vijf ects waard.

jaar vermindert, maar de twaalf die overblijven zijn volgens directeur Peter de Vries ‘inhoudelijk pittiger’ en per stuk vijf studiepunten waard. Een kleine greep uit de onderwijsveranderingen: iedere student krijgt les in het maken van radio-items, fotografie en Indesign. Bovendien worden alle producties online geplaatst en op een website vormgegeven. Elke cursus kent maximaal twee officiële toetsmomenten. Daarvan is er maximaal één een multiple choice toets, het andere cijfer moet worden vergaard met een journalistiek product. Eventuele andere opdrachten zijn enkel bedoeld voor feedback en tellen dus niet mee. Dit betekent meer verantwoordelijkheid voor de student. De docenten krijgen het volgend jaar

zwaar. Routinematig te werk gaan is (even) verleden tijd, want de twaalf cursussen hebben allen een nieuwe inhoud. Ze gaan werken in blokteams van acht á tien man, waarbij ze worden onderverdeeld in de drie horizontale leerlijnen. Het doel daarvan is om elkaar scherp te houden en te inspireren, maar ook om meer afstemming te krijgen tussen praktische en theoretische cursussen. Eén van de doelstellingen is om de aansluiting met de beroepspraktijk te versterken. Met een gemiddelde leeftijd van 49 jaar en lang niet altijd de gewenste praktijkervaring kan de vertaalslag die docenten volgend jaar moeten maken voor problemen zorgen. De Vries heeft er vertrouwen in maar er-

‘Leerplan berust in hoge mate op toeval’

Nieuwe opzet bederft plezier in lesgeven voor docent Ruud Hoff Volgens opleidingsmanager Hubert Roza applaudisseerden docenten na afloop van de presentatie van het nieuwe leerplan. Toch zijn er nog zorgen. Bij het Management Team, maar zeker ook bij docenten. DOOR MERLIJN ENSING

In de week van 22 maart schrijven drie docenten, te weten Remko van Broekhoven, Ruud Hoff en Michiel Smis een open brief naar alle docenten, de Opleidingscommissie en het Management Team. Hierin uiten zij hun zorgen over het leerplan dat er nu ligt. “Als ik op deze manier les moet geven, hoeft het voor mij niet meer”, laat docent Ruud Hoff zich ontvallen. Er ligt te veel nadruk op de vorm en een ‘systematische bestudering van inhoudsvakken’ blijft achterwege in het plan, vindt hij. Ook twijfelt Hoff aan het enthousiasme onder docenten. De in het leerplan ‘geëiste samenwerking’ tussen docenten moet nog helemaal van de grond komen. Een tijdrovende klus. Hij vraagt zich af of er wel voldoende tijd is om te vergaderen en afspraken te maken. “Ik vrees dat er heel wat tijd gaat zitten in organisatorische rompslomp. Komen we er nog wel aan toe

om enigszins enthousiasmerend les te geven en ons vak bij te houden?”zegt Hoff. De zorg van Hoff dat er te weinig ruimte is om kennis over te dragen, deelt directeur Peter de Vries niet. “Juist doordat het eerste jaar intensiever wordt, kunnen we waarborgen dat er voldoende ruimte blijft voor inhoudelijke cursussen. Ruud is zelf lid geweest van het ontwikkelteam Buitenland, ik heb geen voetnoot van hem aangetroffen dat hij zich van die plannen distantieert”, zegt De Vries. Wishful thinking Docent en kwaliteitscoach Michiel Smis vindt, net als een half jaar geleden, dat het hele plan berust op ‘niet onderbouwde aannames en wishful thinking’. In zijn ogen is het nieuwe leerplan amper, of in zijn geheel niet vernieuwend wat betreft didactische werkvormen. Een grove fout, zo oordeelt Smis, met mogelijk grote consequenties vanwege het gebrek aan tijd om docenten nog bij te scholen. De scholing van docenten die nodig is, is een centraal element in de plannen volgens De Vries. Dat er op het gebied van afstemming en variatie in onderwijsvormen werk aan de winkel blijft, weet hij ook. Toch ziet De Vries vooruitgang. “De variatie in werkvormen neemt toe doordat er naast de hoor- en

werkcolleges veel meer practica komen. Denk aan tijdschriften, websites, foto’s, bronnenboekjes, draaiboeken met programmaformats en researchdossiers.” Smis vindt verder de afstemming tussen de verschillende blokken minimaal. “Zeker wanneer ik kijk naar mijn eigen vak, Mediastudies, is er in het geheel geen onderling overleg geweest tussen de verschillende ontwikkelteams. Het plan dat er nu ligt berust daardoor in hoge mate op toeval”, meent Smis, die eraan toevoegt dat ‘het Management Team blijkbaar om de een of andere onduidelijke reden enorm veel haast heeft en liever snel wil scoren, dan investeren in kwaliteit’. De Vries verwerpt de laatste opmerking van Smis. Dat het onderwijs toe was aan vernieuwing, blijkt uit vele evaluaties. Daaruit blijkt keer op keer dat er in het huidige eerste jaar te weinig samenhang is, het is te gefragmenteerd, heeft te weinig aansluiting (bij met name de inhoudelijke vakken) op de beroepspraktijk en het biedt te weinig uitdaging voor studenten. Die analyse is voor De Vries nu vaak genoeg gemaakt, met het nieuwe leerplan tot gevolg. “Onze beweegredenen zijn niet duister, maar glashelder”, vindt De Vries. “Het gaat niet om snel scoren, we investeren juist in kwaliteit en ontwikkeling.”

kent ook dat daar werk aan de winkel is. “Tien procent van de docenturen moet worden besteed aan deskundigheidsbevordering. We zullen er op hameren dat dit ook daadwerkelijk gebeurt. Docenten moeten bijvoorbeeld meer bij media op stage gaan.” Nieuwe docenten moeten met één been in de beroepspraktijk staan of een mastersdiploma hebben/halen. De oriëntatieweken verdwijnen en zijn verweven in de nieuwe cursussen. Gevolg: de eerste noemenswaardige kennismaking met televisie volgt pas vanaf jaar twee. Maar wel meer web, meer beeld en foto, meer werken in een redactie aan een tijdschrift of radio. Meer info over het leerplan op: www.humedia.nl/profile/paduaan.

Operatie Tackle succesvol afgerond

KORT

Operatie Tackle is geboren nadat in april 2008 een knelpuntenanalyse over facultaire problemen verscheen. De operatie telde veertien projecten die in de loop van 2008 van start gingen. Projectleider Erik Mooij spreekt van een succes. De grootste slag werd gemaakt in het ‘verbeteren van de onderwijsorganisatie’. Concreet gezegd betekent het voor studenten onder meer dat roosters tegenwoordig niet meer enkele dagen voor de start van een nieuwe periode online staan, er minder problemen zijn met het inschrijven voor cursussen en toetsen en ook op het gebied van planning is een slag gemaakt. Erik Mooij noemt het een van de paradepaardjes van Operatie Tackle. En zo zijn er voor studenten nog meer positieve maatregelen genomen. Mooij: “Op het gebied van ICT loopt het nu allemaal soepeler en effectiever en de meeste studenten hebben sinds dit jaar allemaal een duidelijk aanspreekpunt in de vorm van een blok- en jaarcoördinator.” Bij de opleiding journalistiek wordt dit volgend jaar ingevoerd. HERSTEL Ton van Vliet werkt niet voor de Xerox shop zoals wij vorig nummer schreven, maar voor de servicebalie.


4 INTERVIEW

Ooit sjouwde hij zelf met dranghekken... T & D I n a v oprichter

m i e h r e tt u t Du n can S Hij studeerde nooit voor zijn vak, maar is toch één van de succesvolste eventorganisatoren van dit moment. Duncan Stutterheim (38), eigenaar en medeoprichter van evenementorganisator ID&T, heeft eigenlijk al zijn dromen al gerealiseerd. “Het is gek als je je dat bedenkt. Maar voor mijn gevoel ben ik nog lang niet klaar.” DOOR ROSANNE SIES

Het interview met Stutterheim vindt plaats in het ID&T gebouw vlakbij de Amsterdam Arena. De plek waar vanaf 2000 ieder jaar duizenden in het wit geklede feestgangers uit hun dak gaan op de Sensationfeesten die Stutterheim organiseert. “Sensation is echt mijn ding, daar houd ik me nu mee bezig. Ik

sta er mee op en ik ga er mee naar bed.” ‘Zijn ding’ leert Stutterheim vooral in de praktijk. Vanaf jonge leeftijd organiseert hij al feesten, een opleiding als eventmanagement bestaat op dat moment niet eens. Het is voor hem geen belemmering geweest, maar jammer vindt hij het wel. “Ik ben bijvoorbeeld

Duncan & zijn broertje Stutterheim naast het borstbeeld van zijn broer, Miles. Hij overleed in 2000 na een auto-ongeluk. Met de dood van Miles verloor Duncan niet alleen zijn broer, maar ook zijn beste vriend en zakenpartner. Als eerbetoon aan Miles werd bij de tweede editie van Sensation in 2001 het ‘white’ kledingvoorschrift ingevoerd. Tijdens de uitvaart was ook iedereen in het wit. Stutterheim schreef destijds: ‘‘Voor mij ben jij niet dood, alleen maar overleden. Door mij en met mij blijf jij leven.’’

niet zo goed in stukken schrijven, dat is me nooit geleerd. Daardoor kan ik ook niet goed grote stukken lezen. Geef mij geen pil van 200 pagina’s, dat vind ik te moeilijk.” Voor de theoretische achtergrond, die Stutterheim dus soms wel eens mist, zoekt hij mensen om zich heen die er wél goed in zijn. Toch is volgens Stutterheim een opleiding tegenwoordig niet meer te missen. De mensen die bij hem werken zijn allemaal hbo’ers en wo’ers. “Het managen van een event is een hele grote logistieke operatie, het is goed als je daarin wordt ondersteund en begeleid door een opleiding. Maar ook voor de positionering en de commerciële kant is het goed om op de hoogte te zijn. De praktijk ondersteunen met theorie van je opleiding is gaaf.” Als we het over de praktijk hebben, denkt hij terug aan de tijd dat hij in den beginne zelf de hekken tilde tijdens het opbouwen. “Het was een van de leukste dingen om te doen. Je ziet en voelt alles, komt helemaal in de sfeer.” Het allerbelangrijkste in het vak is volgens Stutterheim dan ook dingen te doen, te ervaren. “Of dat nou bij de carnavalsoptocht, of bij een voetbalwedstrijd of bij een feest is, dat maakt niet uit.” Sinds kort is Stutterheim lid van D66. De partij start de campagne ‘Nachtleven Ja’ en Stutterheidm denkt: dit is de eerste partij die het nachtleven wil en gaat erkennen. Voor hem een re-

den om de campagne te ondersteunen. Het lidmaatschap van een politieke partij en het feit dat Stutterheim zich verkiesbaar stelt als nachtburgemeester van Amsterdam, zijn echter geen opstapje naar een carrière in de politiek. Hij wil zich vooral inzetten voor het nachtleven in de hoofdstad. “Mensen kijken heel vaak negatief naar het nachtleven. Na die strandrellen bij Hoek van Holland was de algemene tendens ook ‘zie je wel’.” In de evenementenbranche krijgen ze daar last van, volgens Stutterheim. Het afgeven van vergunningen wordt nog strenger gereguleerd, want het kan misgaan bij die houseparty’s. “Dan denk ik: het waren driehonderd hooligans die elk feest gebruikten om puin te trappen. En de evenementenbranche in Nederland is er nu de dupe van!” Volgens Stutterheim spelen de media een grote rol in de beeldvorming van houseparty’s. “Als er iets misgaat, duiken ze er meteen bovenop en wordt alles zo enorm vergroot. Er zullen altijd dingen misgaan, je kunt niet alles uitsluiten. Maar de regelgeving voor het nachtleven vind ik zo langzamerhand echt te streng worden. Daar krijg je dan vanzelf een antireactie van bij mensen.” Maar niet alleen in Nederland ervaart Stutterheim tegenwerking. Ook in het buitenland heeft hij het wel eens lastig bij het organiseren van feesten. “Elk land heeft weer zijn eigen speelveld en regels. Je kunt in het buitenland


INTERVIEW 5 FOTO: ALEXANDER SCHIPPERS

PADUAAN APRIL 2010

GASTCOLUMN Iedere maand neemt iemand uit het beroepenveld de pen ter hand om zijn/haar ervaringen met de journalistiek of communicatie te delen. Deze maand campagnestrateeg Erik van Bruggen.

2000 Eerste editie van Sensation 2000 Overname van radiozender; Slam! fm wordt de naam 2002 Eerste editie van Sensation Black 2005 Sensation in België en Duitsland 2006 Verhuisd naar Australië om Sensation daar op te zetten 2009 Terug in Amsterdam. Sensation wordt inmiddels in 21 landen georganiseerd.

niet teren op je naam en reputatie die je hier in Nederland hebt opgebouwd. Die heb je daar simpelweg nog niet.” Daardoor kan Stutterheim in Australië geen sponsor vinden. In Nederland is dat ondenkbaar, weet hij, daar gaat het hem altijd heel gemakkelijk af. “Je stuit op een cultuurverschil, in Australië zijn meer sportmensen en gaat meer geld naar de sport. Grote feesten vinden ze een beetje raar. Maar zo’n probleem maakt mijn werk wel uitdagend. Het is niet altijd even gemakkelijk, maar zo’n uitdaging vind ik wel leuk.” Ondanks de moeilijkheden die hij nu in Australië ervaart, blijft voor Stutterheim het eerste Sensationfeest Down Under toch één van de hoogtepunten van zijn carrière. Hij huurt daar het grootste stadion ter wereld. Met veertigduizend man is Sensation direct de eerste keer uitverkocht. “We werden

Studie

‘HET MANAGEN VAN EEN EVENT IS EEN GROTE LOGISTIEKE OPERATIE. EEN OPLEIDING ONDERSTEUNT JE HIER GOED BIJ’

voorpaginanieuws bij kranten en iedereen had het erover. Ik had net een tijd achter de rug waarin een aantal dingetjes zoals mijn radioproject mislukt waren. Dan is het fijn dat je weer ‘even’ een tent uitverkoopt en het gewoon neerzet. Het geeft je het gevoel dat je het nog kan.” De eerste keer Sensation in de Arena geeft hem hetzelfde gevoel. Er is in Nederland nog nooit een feest georganiseerd in een voetbalstadion, iedereen denkt dat het niet kan. “Maar het werd echt een hoogtepunt.” En zijn eerste, zelfgeorganiseerde feest vergeet hij ook nooit meer. Een broekie van 21 is hij wanneer hij met drie man 100.000 gulden leent om ‘ervoor te gaan’. “Ik heb een heleboel leuke dingen meegemaakt in de tijd dat ik werk, maar dit waren echt wel de drie hoogtepunten.” Na het organiseren van Sensation in Australië komt Stutterheim erachter dat hij zijn grootste droom gerealiseerd heeft. Toch heeft hij zichzelf nieuwe doelen gesteld en gaat hij nu vol voor Sensation. Zijn ‘kindje’. “Het is gek als je je bedenkt dat al je dromen gerealiseerd zijn. Ik moest mezelf echt weer even hervinden en nadenken over wat ik verder wilde. Maar voor mijn gevoel ben ik nog lang niet klaar. Met Sensation kan ik nog zoveel nieuwe dingen doen, ook in nieuwe landen en op andere manieren. Als je het doet, doe het dan ook goed. Ben betrokken en doe je werk met passie.”

Eén van de meest relevante ontwikkelingen in deze campagne zou wel eens Twitter kunnen zijn. Politici als @FemkeHalsema, @diederiksamsom, @MaximeVerhagen en @JackdeVries gebruiken het medium intensief. Campagnemanagers als @MichaelSijbom, van het CDA, @Japio ( Jaap de Bruijn) van GroenLinks en @PPSlikker (Pieter Paul Slikker) van de PvdA zijn direct te volgen. En journalisten, niet te vergeten. De val van het kabinet (Kabinet gevallen, 19 februari om 3.55, geloof ik) werd als eerste gemeld door Wester op - juist - Twitter. Dit gaat veel voor de dynamiek in de campagne betekenen, al blijft het gissen in welke mate. We hebben nog te weinig ervaring met het gebruik van Twitter in een campagne. Enige praktijkervaring is al wel opgedaan in de lokale campagne in Amsterdam. In de strijd tussen met name @D66amsterdam met als lijsttrekker actief twitteraar @ageethtelleman en de @ PvdA_Amsterdam, met actief twitteraar @lodewijka (Lodewijk Asscher) als lijsttrekker speelde Twitter een belangrijke rol. Deze campagne draaide vooral om de strijd om de kiezers tussen D66 en de PvdA. D66 was in opmars, de PvdA had het lastig. Toch wist de PvdA

‘Een verkiezingscampagne volgen was nog nooit zo gemakkelijk. De aanloop naar de verkiezingen wordt een feest.’ dat ze met Lodewijk Asscher een betrouwbare troef in handen hadden. D66 had een onervaren lijsttrekker en een in veler ogen onduidelijk programma. Vanaf begin januari kwam de campagne echt op stoom. Onder leiding van onder andere de slimme, op Twitter opererende campagnestrateeg @willemdudok wist de PvdA de ook in ‘real life’ ontstane beeldvorming rond de tweestrijd op Twitter in voor de PvdA goede banen te leiden. De hashtag (aanduiding voor een onderwerp op Twitter) #geeniD66, om de ideeënloosheid van de Amsterdamse D66 aan te geven ging veel rond. Andersom waren D66 campagnevoerders @jan_bert en @thijskleinpaste actief in het spinnen van de PvdA als eeuwige bestuurderspartij en falend op onderwijsgebied. Onder tussen keken de traditionele media zoals @addieschulte van Het Parool vrolijk mee en gebruikten de input voor de krant. In mijn ogen won de @PvdA deze twitterstrijd glansrijk. Voor journalisten is twitter een goudmijn. Nog nooit was een campagne volgen zo makkelijk. Daarom wordt deze campagne een feest, al maak ik me zorgen om @kvdlinde’s, @hansanker’s en mijn nachtrust. @ErikvanBruggen was betrokken bij campagnes voor de PvdA (Wim Kok in 1994 en 1998, Wouter Bos in 2003 en 2006). Verder is hij mede-eigenaar en oprichter van @BKB en de @BKBacademie.

FOTO: PAUL HILKENS

TIJDSLIJN 1992 Mede-organisator ‘The Final Exam’, zijn eerste grote danceevenement.

Voor campagnefreaks als ik is 2010 een prachtjaar. Samen met medecampagenwatchers @kvdlinde (spindoctor Kay van de Linde) en electoraal onderzoeker @hansanker volg ik alle verkiezingen op de voet. Begon het jaar al goed met spannende lokale verkiezingen, het bleek slechts het voorprogramma te zijn voor wat wel eens de spannendste nationale verkiezingsstrijd in de Nederlandse geschiedenis kan worden.


6 STUDENT IN DE PRAKTIJK

‘Ontplooi je eigen interesses, dat levert vaak iets op’ Jurriaan van Reijsen combineert werken met promoveren

Hij liep in juli 2004 voor het laatst door de wandelgangen van de FCJ voor zijn opleiding Digitale Communicatie. Nu is Jurriaan van Reijsen projectmanager bij een E-learning adviesbureau.

moveren aan de Universiteit Utrecht. Maar niet fulltime. “Ik wilde duaal werken en promoveren. Dus moest ik een baan vinden waarbij dat kon. Ik kwam terecht bij bedrijf ‘Andarr’ (een detacheerder in het veld van IT Service Management en Project Management, red.). Toen ik mijn promotieonderzoek niet langer bij ‘Andarr’ voort kon zetten, vond ik via ‘LinkedIn’ (een zakelijke netwerksite) een nieuwe uitdaging bij het bedrijf ‘The Courseware Company’”, aldus Van Reijsen. Terugkijkend op het HBO-studie is hij erg tevreden. “Ik heb daar geleerd wat nodig was en ik ben ook als mens gegroeid, onder andere met hulp van mijn toenmalige docent Jacco Beers.” Hij heeft Van Reijsen geadviseerd in zijn afstudeeropdracht. Ook docente Marjon de Rijk heef hem geholpen.

DOOR SJOERA VAN DER HORST

‘The Courseware Company’ adviseert en begeleidt bedrijven bij het implementeren van E-learningstrategieën en -oplossingen. Daarnaast werkt Van Reijsen ook nog aan zijn promotieonderzoek aan de Universiteit Utrecht. Dat onderzoek gaat over het interpreteren en ontwikkelen van informele kennisnetwerken in organisaties. Met zijn atheneumdiploma op zak moest Van Reijsen een vervolgstudie kiezen. Hij wilde graag praktijkgericht bezig zijn en koos daarom niet voor een universitaire studie maar voor de HBO opleiding Digitale Communicatie. “Die studie slaat een brug tussen ICT, het bedrijfsleven en de persoonlijke factor. Dat waren nou net de drie zaken waarover ik meer wilde leren. Deze combinatie bleek ook in de praktijk onmisbaar”, vertelt Van Reijsen. Van Reijsen weet dat als hij direct een universitaire bachelor had gedaan en dus geen Digitale Communicatie, dat hij dan nooit zo resultaatgericht was geweest. “En dan waren mijn presentatievaardigheden en argumentatievaardigheden ook nooit zo goed geweest. Die drie vaardigheden heb ik

Digitale Communicatie

‘DE OPLEIDING BIEDT PRECIES WAT IN DE PRAKTIJK ONMISBAAR BLIJKT’

Uiteindelijk moet je het allemaal zelf doen, vindt Van Reijsen.

trouwens nog elke dag nodig in mijn werk”, vertelt Van Reijsen. Toen zijn HBO-studie erop zat was Van Reijsen nog niet klaar met leren. Hij wilde graag nog meer te weten komen over kennis- en projectmanagement. Verder studeren deed hij aan de Universiteit Utrecht. Hij volgde daar

de Master Business Informatics . “Deze Master sloot ongelofelijk goed aan op de studie Digitale Communicatie. Ik zou iedere student Digitale Communicatie die een Master overweegt deze Master aan willen raden.” Nadat Van Reijsen zijn Masterdiploma binnen had, wilde hij graag pro-

Zij stimuleerde hem daadkrachtiger en meer resultaatgericht te zijn. Van Reijsen: “Maar ondanks alle hulp moet je het uiteindelijk zelf doen. Daarom moet je vind ik, uit je studie halen wat er in zit maar buit ook zeker je aansluitende interesses uit. Dat levert later namelijk veel op.”

EVEN BELLEN MET

Waarom je achtergrond ‘gewoon’ je achtergrond is De NOS Media Award is op maandag 22 maart uitgereikt. Suzan Yücel was één van de genomineerden. De prijs werd uitgereikt door de ECHO Foundation. Doel van de prijs is om allochtone talenten onder de aandacht te brengen. DOOR LISA MATULESSYA

Suzan Yücel is vierdejaars studente Journalistiek en was genomineerd voor de NOS Media Award.

Je hebt de NOS Media Award helaas niet gewonnen, toch was je een van de genomineerden. Hoe voelt dat? “Het was ontzettend leuk om meegemaakt te hebben. Natuurlijk jammer dat ik niet naar LA mag gaan, maar ik heb echt van de avond genoten en weer ontzettend veel nieuwe mensen leren.” Waarom was jij uitverkoren? “De HU heeft me voorgedragen. Dat was al de eerste ronde waar ik doorheen moest komen en daarna bleef het maar de vraag of ik genomineerd zou worden. Het was een prijs voor al je nevenactiviteiten en je studieresultaten.”

Wat zou de award voor jou betekent hebben? “Niet meer dan een erkenning dan wat ik tot nu toe heb bereikt in mijn leven. Het is een boost en stimulans, maar dat heb ik ook als genomineerde gekregen.” Voel je je niet beledigd dat je als allochtone journalist wordt bestempeld? “Ja, eigenlijk wel. Daarom twijfelde ik ook of ik wel mee wilde doen, maar uiteindelijk besefte ik dat dit een stimulering is. Ook voor andere allochtone jongeren waar niet alles van een leien dakje gaat.” Ben je iemand die erg voor haar nationaliteit opkomt en dat kenbaar maakt? “We zijn geboren met een nationaliteit waarvoor we niet in een selectiemenu een keuze konden maken. Daarom vind ik het ook raar dat iedereen zich zo focust is op andermans achtergrond. Het woord zegt het al, het is je ‘achtergrond’. Die wil ik ook graag op de achtergrond houden. Ik ben gewoon Suzan.”


HET GEZICHT ACHTER 7

PADUAAN APRIL 2010

PERSOONLIJK Paduaan spreekt maandelijks met medewerkers van de Faculteit Communicatie en Journalistiek. In deze interviews ligt de nadruk niet op didactische perikelen, maar op de mens achter de docent of manager. Deze maand Lucia Nankoe.

Lucia Nankoe: ‘Niet alles moet zomaar gezegd kunnen worden’

Leeftijd 50+ Beroep Docente Journalistiek aan de FCJ Thuissituatie Alleenstaand Politieke voorkeur Zwevend Hobby’s Wandelen, zwemmen, genieten van de zon Favoriete medium Hollands Diep: ‘stijlvol en prachtig’

DOOR MARLEEN HOOGENDOORN EN LISA

Lucia Nankoe ontdekte dat ook ontwikkelingslanden literaire pareltjes herbergen. “Maar zelf een boek schrijven lijkt me een hell of a job.”

Mijn grote passie is literatuur, of eigenlijk alles wat met letters te maken heeft. Als kind verslond ik vanalles: of het nou een Donald Duck of de Margriet van mijn moeder was. Mijn ouders lazen veel, daarom was er altijd wel een boek voorhanden dat ik kon lezen. Daardoor ontstond er een bepaalde sfeer waarin lezen gestimuleerd werd. Voor mijn verjaardag vroeg ik altijd boeken, waaruit mijn vader me vaak voorlas. Mijn vader was bouwkundige en op de middelbare school was ik ervan overtuigd dat ik dat ook zou worden. Maar tijdens een werkweek gingen we naar Parijs. Ik werd verliefd op de stad en wilde daar meteen blijven. Zoveel diverse mensen en leuke cafeetjes trokken mij wel aan. Ik zei tegen mezelf: als ik klaar ben met school ga ik hier wonen, al is het maar voor een paar maanden. Uiteindelijk ben ik er acht jaar gebleven. Ik ben begonnen met een cursus Frans en heb later nog Franse literatuur en geschiedenis gestudeerd. Ik heb daar zelfs nog modellenwerk gedaan. Parijs werd voor mij een waterval van cultuur, literatuur en taal. Tijdens mijn verblijf in Frankrijk kreeg ik van een goede kennis het boek Pluie et vent sur Télumée Miracle van Simone Schwarz-Bart. Een geweldig boek, het was een echte eye-opener voor mij. Ik vond het fantastisch dat een schrijfster een verhaal in het Caribische gebied geplaatst had, want dat was de wereld waar ik bij hoorde. Daarnaast was het een volwaardig verhaal. Het een volwaardig verhaal en niet louter een pamflet, of een aanklacht tegen de slavernij Sindsdien wist ik dat er meer bestond dan de Europese literatuur. Ik ontdekte steeds meer literaire pareltjes uit ontwikkelingslanden. Het werd een soort hobby voor me, de ‘zwarte literatuur’ te verzamelen en lezen. Tegenwoordig ben ik gespecialiseerd in Caribische literatuur. Ik heb Caribische verhalen van schrijfsters verzameld en daar een

boek van gemaakt. Verder geef ik lezingen over boeken en ik heb ook wel eens wat vertaald, maar ik ben geen fictieschrijver. Het is ook geen droom van me om een boek te schrijven. Waarschijnlijk zou ik het geduld er niet eens voor hebben. Het lijkt me a hell of a job.

kusjes. Dat vind ik dan zo mooi. Van een goede film of een mooi muziekfragment kan ik ook erg blij worden. Als ik naar het nieuwe liedje van Jay-Z luister, word ik helemaal vrolijk. ‘Hup’ denk ik dan, ‘laten we met z’n allen naar New York gaan’.

Respect Op school word ik vaak als streng gezien. Ik wil dat mensen naar elkaar luisteren. Als je gerechtigheid wil, moet je dat soms afdwingen. Als je duidelijke gedragsregels stelt, ben je soms hard. Ik houd niet zo van zachte heelmeesters. Maar ik heb een hekel aan de mentaliteit dat alles maar gezegd mag worden. Het zou prettig zijn als we ons soms even inhouden. Respect geven maar ook respect krijgen, dat is heel belangrijk voor mij. Voor de ene persoon is dit directheid, voor een ander botheid.

Als ik rond één uur ‘s nachts op mijn fiets zit en door Amsterdam rijd, denk ik: ‘lekker, zo rondfietsen’. Dat kan niet overal. Count your blessings is een motto dat ik hoog in mijn vaandel heb staan. Alleen als je het naar het Nederlands vertaalt klinkt het meteen zo anders, veel religieuzer: ‘tel je zegeningen’. Terwijl ik atheïst ben. We moeten realiseren wat we hebben. In deze tijd gaat het alleen maar om meer, meer, meer.

Jay-Z

‘HUP’, DENK IK DAN, ‘LATEN WE MET Z’N ALLEN NAAR NEW YORK GAAN.’ Respect en regels heb ik vanuit huis meegekregen. Mijn ouders waren zeer gedisciplineerde mensen. Mensen denken vaak dat bij een Surinaamse opvoeding een pak slaag hoort, maar mijn vader heeft mij nooit geslagen. Ik mocht in vergelijking met anderen juist gigantisch veel thuis, uitgaan bijvoorbeeld. Naast mijn strenge kant kan ik ook erg vrolijk zijn. Ik kan erg genieten van de schoonheid van gebeurtenissen om me heen. Van de natuur bijvoorbeeld. Vanochtend zag ik langs de kant van de weg overal de kro-

FOTO: LISA MATULESSYA

MATULESSYA

Spannende Lady Gaga Ouder worden vind ik heerlijk. Het is alsof je overal hebt gekeken, kennis hebt vergaard en gesprokkeld en ineens wordt het duidelijk. Je weet beter wat je wil en wat je absoluut niet wil. Je kan zuchtend neerploffen en terugkijken naar wat je allemaal hebt gedaan met je leven, maar zo ben ik niet. Zo blijf ik bijvoorbeeld volgen waar jongeren mee bezig zijn. Ik vind het heel spannend om naar een Lady Gaga of Alicia Keys te kijken en naar hun teksten te luisteren. Ik ben nieuwsgierig naar de manier waarop zij hun verhaal vertellen. In mijn vakantie kijk ik naar MTV of TMF. Want jongeren en muziek, dat verandert eigenlijk nooit. Er wordt geëxperimenteerd en er komen steeds nieuwe vormen bij. Dat is net zo in de literatuur. Jongeren lezen nog wel, maar op een andere manier. Via luisterboeken bijvoorbeeld, dat zijn gewoon boeken in een modern jasje. Daarom vind ik het vervelend wanneer men roept dat de jeugd minder leest. Het pad naar de klassieken kan deze generatie nog altijd inslaan.


Z.O.Z. 8

PADUAAN APRIL 2010

WAT EEN TOESTAND

STUDENTENCOLUMN Iedere maand een student aan het woord. Deze maand Tobias Bos, vierdejaars student Journalistiek.

Wat gebeurde er op 10 maart 1999?

FOTO: LISA MATULESSYA

Oranje tijden in Vancouver

DOOR CLAY RUPERTI

D

e School voor Journalistiek werd in 1999 gewaarschuwd op te passen voor een verschraling van het docentenkorps. Freelancers waren nodig om de band met de beroepspraktijk enigszins in stand te houden. Maar desalniettemin klonk het elf jaar geleden, net als vandaag de dag overigens, in de gangen van de SvJ kritisch: een groot deel van de docenten wordt alsmaar ouder en een balans met jongen journalisten uit de beroepspraktijk ontbreekt. Journalisten, het zijn kritische wezens bij uitstek. Ook al gaat iets nog zo goed, het kan altijd beter. En dus kun je op een school vol journalisten in de dop wel verwachten dat er met een kritisch oog naar de eigen opleiding wordt gekeken. In 1999 signaleerde men al dat een deel van het docentenkorps weliswaar vakbekwaam was maar de beroepspraktijk te lang geleden gedag had gezegd. Zo kon het voorkomen dat studenten werd geleerd dat een kop boven een artikel nooit met een cijfer mocht beginnen, terwijl in de praktijk zulk soort koppen regelmatig voorbij kwam, lichtte docent Dick Franssen toe.

COLOFON Hoofdredacteur: Merlijn Ensing Adjunct: Jolmer de Jong Art director: Suzanne Lommers Eindredacteur: Lisanne van Sadelhoff Beeldredactie: Lisa Matulessya Medewerkers: Tobias Bos, Marleen Hoogendoorn, Sjoera van der Horst, Clay Ruperti, Mark Schoones, Rosanne Sies Redactieraad: Peter Douma, Nanny Kok, Inge Noordijk, Laura Speelziek contact: paduaan.fcj@gmail.com

Het geklaag over het verouderende lerarenkorps werd serieus genomen. Een band met de praktijk werd als essentieel gezien. Dus haalde de school met enige regelmaat freelancers binnen om lessen zoals Nieuwsbericht, dat dicht bij de beroepspraktijk staat, te verzorgen. De studenten kregen daardoor naast de stof vooral een beeld van de eigentijdse ervaring van de freelancers. Ook werden docenten op opfriscursussen gestuurd, om kennis te nemen van de laatste ontwikkelingen in de journalistiek. Franssen waarschuwde destijds ook voor het afnemen van het aantal docenten. Dat zou leiden tot verschraling van het onderwijs. Aan de alsmaar ouder wordende kern van docenten zou een structureel deel van freelance docenten moeten worden toegevoegd, om een goede balans te krijgen. Wat is daar elf jaar later van terecht gekomen? In november 2009 werkten er op onze school 63 mensen in loondienst. Daarvan zijn er maar liefst 48 ouder dan 45 jaar. Slechts drie personeelsleden zijn jonger dan 35 jaar en acht personen zijn ouder dan 59.

Toen in 2008 een groep studenten Journalistiek naar Peking vertrok om daar een dagelijkse krant te maken in het Holland Heineken House, laaide de discussie op of er objectieve berichtgeving mogelijk is als je gesponsord wordt door een groot biermerk. China stond destijds in het middelpunt van een discussie wegens het schenden van de mensenrechten. Afgelopen februari was ik zelf één van de gelukkigen die onderdeel mocht zijn van The Daily Dutch tijdens de Winterspelen. Gedurende een maand deden we verslag van alle gebeurtenissen rondom de Nederlandse sporters in Vancouver en de activiteiten rondom het Holland Heineken House. Ook bepaalden we het nieuws. Een item dat door ons gemaakt werd over de opening van een fietsenstalling door Balkenende, haalde door de politieke perikelen voorafgaand aan de val van het kabinet de uitzendingen van Pauw & Witteman en het RTL Nieuws. Onze redacteur sloop als ongenode gast de VIP-room van het Holland Heineken House binnen en ontfutselde ons prinselijk paar daar de uitspraak dat één van de prinsesjes op judo zit. The Daily Dutch maakte er kort melding van, maar Shownieuws en Editie NL produceerden hun eigen ‘follow-ups’ naar aanleiding van de uitspraak. Niet één moment specifiek, maar de optelling van herinneringen is het mooiste. Dat was wanneer we als team bezig waren met het realiseren van onze producties. Regelmatig ontvingen we telefoontjes op de redactie, waarna twee redacteuren met blocnote, fototoestel of camera de deur uit renden richting het Holland Heineken House. Of de persmomenten na afloop van de huldigingen, waarop we de Nederlandse medaillewinnaars mochten interviewen en we onze oranje plopkap door de microfoons van de andere media moesten drukken. De relevantie van objectieve berichtgeving is er bij mij op school met de paplepel ingegoten, maar voor zo’n grootse ervaring zet iedere student journalistiek zo’n principe zonodig een heel klein beetje opzij. Tobias Bos

MINI REPO

Galmhok Op het groengele bankje in het rookhok ligt een hoopje as, afkomstig van sigaretten. Een nietsvermoedende jongen, die alleen maar oog heeft voor het meisje aan zijn zijde, ploft neer op de bank. Precies op de as. Ze hebben het over de introductieweek die komen gaat. Nu al, ja. Want de organisatie moet beter en dat gaan zij doen. ‘Lachwekkende’ spelletjes moeten er worden verzonnen. En meer bier, vooral meer bier. Gaan zij ook doen. Op het andere bank-

je praat een meisje met een vriendin. “Dan komt hij op msn, noem ik hem ‘lieverd’, en dan zegt hij tegen mij: ‘Hoi Sjakie.’ Dat is toch ráár, of ligt het aan mij?” Haar stem galmt door het hok. De vriendin klopt haar geruststellend op haar onderarm, terwijl ze driftig inhaleert. Een andere jongen – sigaret al opgestoken voordat hij het schoolgbouw uit is – loopt een beetje rond tussen de fietsen. Geen bekende rokers voor hem. Die kom je sowieso niet zo snel tegen; het hok is tenslotte weggefrommeld tussen de fietsenrekken. Hij rookt snel, met lange hijsen. Als de peuk op is, mikt hij de filter op het ijzeren roostertje. Er is ook overal aan gedacht in dit hok.

Hij loopt weer richting het schoolgebouw. Knalt nog even tegen een meisje aan op een fluoreserende fiets van Gazelle. De kleur van de groengele fiets doet denken aan het bankje dat dezelfde kleur heeft. De jongen en het meisje, die van de introcommissie en het bier, staan ook op. Hij trekt een pijnlijk gezicht en er komt een oerkreet uit zijn mond. “Auw, man, mijn ass. Ik heb een houten kont.” Het meisje noemt hem een aansteller. Punt voor haar. Hij slaat met zijn handen op zijn achterwerk om het houterige gevoel te laten verdwijnen. Een klein wolkje van as dwarrelt van zijn broek af. Lisanne van Sadelhoff


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.