stijl
De wereld als decor Hij zoekt en hij zal vinden. René de la Rambelje is locatiescout. Al jaren loopt hij deuren van huizen, fabrieken, kantoorpanden, kerken, villa’s en loodsen plat voor Nederlandse films en series.
Tekst: Merlijn Ensing en Lisanne van Sadelhoff Foto’s: Arie Kievit
24 zaterdag 9 november 2013
ené de la Rambelje loopt door een grote, donkere loods. Het ritmische getik van zijn cowboylaarzen klinkt hol in de verder lege ruimte. Hij drukt op een lichtknop en de tl-buizen schieten één voor één aan. ,,Prachtig,’’ fluistert De la Rambelje tegen zichzelf. Hij maakt een foto. En nog een. En nog een. ,,Echt prachtig.” Hij is een jager, zegt hij. Nee, niet op dieren, maar op locaties. ,,Die hoeven niet mooi te zijn, als ze maar geschikt zijn.” De plekken die De la Rambelje zo halsstarrig zoekt, worden gebruikt voor Nederlandse films en series. De loods waar hij nu is, is onderdeel van de verlaten militaire vliegbasis Valkenburg en past volgens hem precies bij de dramaserie waarvoor hij op pad is. ,,Dit moet een safehouse worden voor een bedreigde politicus die moet onderduiken.” René de la Rambelje is een Indische man, klein van stuk. Hij draagt een zwarte broek (omhooggehouden met een blinkende riem) met wijde pijpen en een leren jas. Locatiescout is zijn beroep – hij is er gewoon ingerold. Een opleiding is er niet. Om maar wat producties te noemen waar hij samen met zijn collega’s voor werkte: Pietje Bell, Ocean’s Twelve, Zwartboek, Sonny
R
René de la Rambelje is een jager. Niet op dieren, maar op locaties Boy en de Heineken Ontvoering. Er zijn niet veel locatiescouts in Nederland – een stuk of vijftien – en De la Rambelje en zijn drie kompanen, verenigd onder de naam Goedzoekers, zijn naar eigen zeggen de grootsten.
Verdwenen plekken In hun kantoor, in een meterslange boekenkast, liggen hun ‘bijbels’: architectuurgidsen, boeken over kerken, voetbalstadions, leegstaande fabrieken, bushokjes en oude panden in Nederland. Met bravoure zegt de locatiescout: ,,Ik deed dit al vér vóór het internettijdperk.” Hij wijst naar zware lades van zijn bureau die je met twee handen moet openen. Ze zijn tot de nok toe gevuld met ouderwetse fotomapjes, honderden op een rij, met daarbij foto’s van plekken waar De la Rambelje en zijn collega’s de afgelopen 25 jaren hebben gescout. ,,Er staan ➜
M niet ooi is ges nodig, ch wel ikt Perfect gescout Alsof de door Herman Koch in ‘Het Diner’ beschreven boekenkast werkelijkheid werd. Gevonden in een huis in Haarlem.
magazine 25
Transformatie Voor de film Het Diner (foto onder) vond De la Rambelje een geschikt restaurant.
Waar anderen een restaurant zien, daar ziet De la Rambelje een ideale filmset plekken en mensen op die er niet meer zijn.” Om maar aan te geven: Nederland kent nog maar weinig geheimen voor hem. ,,Ik word gebriefd, duik in het script en zoek op internet, in boeken, maar ook: in mijn hoofd. Ik ben op zoveel plekken geweest en ik fotografeer alles.” Locaties scouten is geen exacte wetenschap. Soms komt een plek ook zomaar op z’n pad. Neem Het Diner, de verfilming van Herman Kochs bestseller die sinds donderdag in de bioscopen draait. De la Rambelje las een verhaaltje in de krant over een nieuw, chique restaurant in Amsterdam. ,,Het Diner speelt voor meer dan de helft in een restaurant. Ik weet: tenten die net geopend zijn, daar kan en mág zoiets vaak nog wel.” En dus, hup, stoute schoenen aan, naar binnen stappen en foto’s maken om aan de regisseur te laten zien. Vanuit de keuken kijkt de scout door een raam naar de gasten. Hij denkt op dat moment alleen nog maar in beelden en beseft: ja, ja, dit is een fijn doorkijkje voor de cameraman. Waar anderen een restaurant zien, daar ziet De la Rambelje een ideale filmset.
Ook huizen van particulieren lenen zich vaak voor filmlocaties. Mensen zijn verrast als De la Rambelje aanbelt. Vereerd ook wel. ‘Ons huis in een fílm?!’ Door de crisis zijn steeds meer gezinnen geneigd om hun huis aan te bieden. Ongeveer 250 tot 1500 euro per dag vangen ze voor het ‘verhuren’ van hun onderkomen. Mits – en René steekt dreigend zijn vinger de lucht in – álles heel blijft. ,,Vroeger had je filmcrews die met hun klompen naar binnen denderden bij mensen, à la de olifant in de porseleinkast. Dat rauwdouwen is niet meer.”
Altijd nieuwsgierig Iedere locatie die de scout vindt, straalt iets uit: verval, huislijkheid, armoede, rijkdom. ,,Ik was eens in een villa – hoge hal, grote kroonluchters en echte Picasso’s aan de muur.” Van een heel rijke familie ergens in de Achterhoek kreeg de locatiescout het deftige verzoek: hier filmen is prima, maar wilt u dan deze antieke klok uit beeld houden? ,,Bleek dat dat ding van onschatbare waard was.” Een gulzige lach volgt. De la Rambelje kijkt nergens meer van op. Hij was in mortuaria, slachthuizen, de mooiste paleisjes die worden bewaakt door bijtende rottweilers en op droefgeestige, verlaten plekken waar je niet dood gevonden wilt worden. Hij krijgt van de regisseur en de production-designer te horen wat bij de hoofdpersonen past. Een
GEEF ONS MAAR AMSTERDAN DE HOOFDSTAD ALS GIGANTISCHE FILMSET Amsterdam is als Nederlandse filmlocatie bij (inter)nationale filmproducenten het populairst. Logisch ook: de grachten, de rosse buurt, de coffeeshops en het zondige karakter van de stad spreken bij zowel filmmakers als bioscooppubliek tot de verbeelding.
26 zaterdag 9 november 2013
Zo waren de producenten van James Bond gecharmeerd van Amsterdam. Gedeeltes van Diamonds Are Forever (1971) werden in de hoofdstad opgenomen. De grachten en
de Magere Brug figureren opvallend in deze actieklassieker. Ocean’s Twelve (2004), met Brad Pitt, George Clooney en Matt Damon in de gelederen, is nog
zo’n grote productie die naar de hoofdstad kwam. Hotel Pulitzer en coffeeshop De Dampkring duiken op in deze komische misdaadfilm, maar de opnamen op het treinstation zijn in Haarlem gemaakt. Soms voldoet Amsterdam namelijk niet aan de verwachtingen van de filmmakers. Dick Maas nam de terrasscènes
voor zijn film Amsterdamned (1988) bijvoorbeeld op in Utrecht. Naar schatting wordt ruim 70 procent van de Nederlandse films – bekendste voorbeelden:
Je huis als filmlocatie
huis van een eenzame man van 70 ziet er anders uit dan dat van een hippe vrouw van 35. ,,Van buitenaf zie ik al met wat voor een woning ik te maken heb,” zegt De la Rambelje. ,,Gordijnen zijn truttiger, lamellen moderner. En grauwe kleuren horen bij oudere mensen.” Voor Het Diner zochten ze een mooi, maar chaotisch huis. Zo’n huis waar echt in wordt gelééfd. Met een grote boekenkast in de woonkamer, want ja, de hoofdpersonen uit Het Diner zijn intellectuelen. De la Rambelje laat een foto zien van een schitterend pand in Haarlem, en wie goed kijkt, ziet dé boekenkast waar hij van zijn opdrachtgevers naar moest zoeken. Het is een vondst van een van zijn collega’s. Hij belt dan aan, met een mix van fluwelen handschoentjes – ‘sorry dat ik stoor’ – en gepaste brutaliteit – ‘uw huis is het helemaal voor deze film’. Gedreven door nieuwsgierigheid: wat zit daar achter die deur? En dan valt alles op z’n plek. Alsof de door Koch beschreven kast en woning werkelijkheid is geworden. Dit is hét huis. Perfect. Dit wordt ’m. ■
FOTO VICTOR ARNOLDS
Turks Fruit, Alles is Liefde en Alles is Familie – grotendeels in de hoofdstad opgenomen. Om nog maar te zwijgen over de televisieseries, zoals De Prooi en Adam en E.V.A. Zelfs de op en top Rotterdamse komedie De Marathon ging in 020 op bezoek. Gelukkig richten buitenlandse regisseurs hun
vizier ook op andere Nederlandse steden. Zo koos het Aziatische filmicoon Jackie Chan voor Rotterdam. Zijn film Who Am I (1998) speelt zich onder meer af aan de
‘Van buiten af zie ik al met wat voor woning ik te maken heb. Gordijnen zijn truttiger, lamellen moderner’
Blaak en de Coolsingel. Chan gebruikte de locaties vooral voor achtervolgings- en vechtscènes waarin hij zelfs op klompen op de loop gaat. De film met het hoogste sterrengehalte – de oorlogsfilm A Bridge Too Far (1977) – werd voor een groot deel in Deventer opgenomen. De reconstructie van de slag
➽ Anton Jongstra
eindredacteur voor televisie ,,Ik trek de deur achter me dicht en het huis is voor drie dagen van de filmcrew. Ik een zakcentje, zij een mooie commercial, serie of film. ,,Wat ze daarvoor in mijn huis doen, boeit me niet zoveel. Je gaat zo’n samenwerking toch aan op basis van vertrouwen. Ik ken de verhalen van vroeger, maar een cameraman sloopt niet zomaar een ruit. Je krijgt er ook veel voor terug. Ik noem een Frederique Spigt en Anneke Blok, sámen in míjn bad (foto). Tsja, dan baal je op z’n zachtst gezegd wel even dat je niet thuis bent. ,,Inmiddels is hier acht keer een filmcrew over de vloer geweest. Voor ons is het een leuk extraatje. Maar we gaan niet ineens alle afleveringen van Charlie kijken omdat die serie in ons huis is geschoten. Natuurlijk is het geestig dat Halina Reijn thee zet met onze waterkoker. Het zijn de kleine dingen waar wij van genieten. Zoals die keer dat Halina de koelkastdeur opendeed. Je hoort dan een merkwaardige piep. Op de achtergrond ging onze cavia direct hele-maal tekeer. Hij dacht: ik krijg een stukje komkommer. Wij zien en horen dingen waar de rest van Nederland geen weet van heeft.”
om Arnhem kon niet op de historische plekken worden geschoten. De IJsselbrug bij Deventer vonden de producenten een visueel beter beeld opleveren.
Hoewel steeds meer filmmakers als gevolg van belastingvoordelen uitwijken naar het buitenland, zijn er nog genoeg regisseurs die in Nederland willen draaien. Dat geldt onder meer voor de nieuwe Amerikaanse film over de ontvoering van Heineken en het heldenepos over Michiel de Ruyter. —Ab Zagt
magazine 27