Contactblad

Page 1

ZOMER 2020


GOASTOK Met zoveel tijd om handen kan ik jullie natuurlijk ook zelf weer een dotpainting laten zien. Inderdaad is de titel De Goa-stok. Er zitten verschillende elementen in. • Allereerst is het een schilderij volgens de Aboriginal techniek van dotpainting, waar blauw ook de kleur van water is, leven gevend in de woestijn; • Verder is het een verwijzing naar de zeven brieven die geschreven zijn naar de zeven kerken volgens het boek Openbaring van het Nieuwe Testament waar water ook leven gevend is; • Het derde culturele element is Twente met zijn goastok, de stok die niet alleen gebruikt wordt om te gaan, maar ook om nieuws te brengen, in dit geval goed nieuws volgens de witte vlaggetjes aan de goa-stokken. • Ten vierde is het ook nog een verwijzing naar Mill Hill, waar tegenwoordig jonge mensen van allerlei culturen brengers van Goed Nieuws zijn.

2


IN DIT NUMMER 4

Zijn Adivasis ongewenste burgers in India? India’s maatschappij wordt gekenmerkt door sterke diversiteit en strakke gelaagdheid. In dit nummer neemt Frans Baartmans mhm het op voor de Adivasis, een belangrijke bevolkingsgroep die beschouwd wordt als de oorspronkelijke bewoners van het subcontinent. “Adivasis zijn de oerinwoners van India. ‘Adi‘ betekent ‘de eerste, de oudste, de oorspronkelijke; ‘vasi’ of ‘nivasi’ betekent ‘inwoner’”.

8

Ontmoetingsdag 29 februari 2020 Deze keer was de spreker dr. Ad de Keyzer van het Titus Brandsma Instituut in Nijmegen. Zijn proefschrift ging over liturgische spiritualiteit. Hij is ook een groot Bach-liefhebber en dus is het niet verwonderlijk dat zijn onderwerp aan het begin van de vastenperiode luidde: De spiritualiteit van J.S. Bach. En uiteraard sprak hij dus over de Matthäus-Passion. Een verslag van Gerard Langen.

10

Participeren en jezelf verliezen Willem Klaver mhm is één van de jubilarissen die in dit nummer enkele markante ervaringen op een rijtje zet. “Eén van de levenslessen die ik als Mill Hill Missionaris heb geleerd in de afgelopen 25 jaar is dat wij als mensen niet alles in de hand hebben. We willen al te vaak ons leven onder controle hebben en hierbij speelt ons ego een belangrijke rol”.

14

Mijn omslag halverwege de rit Ben Beemster mhm viert dit jaar zijn diamanten (60) jubileum en neemt als focus voor zijn terugblik een schakelmoment in zijn leven als missionaris. “Najaar 1989. “Blijf jij maar ‘n maandje extra thuis” adviseerde me Joost Beemster. In mijn familie krabbelden wij overeind na een onbeschrijfelijk groot verdriet. Op landelijk niveau begonnen de Lage Landen zich voor te bereiden op 13 eeuwen St.Willibrord”

VERDER NOG Vernieuwing contract Jan Laarakker en Ko Klaver................................................................ 17 De Mill Hill Zusters................................................................................................................... 18 In memoriam Willem van Leeuwen mhm............................................................................... 20 In memoriam René Graat mhm................................................................................................ 21 In memoriam Fons Geerts mhm .............................................................................................. 22 Foto omslag: Adivasis in Baswar, India

3


ZIJN ADIVASIS ONGEWENSTE BURGERS IN INDIA? Frans Baartmans mhm was meer dan dertig jaar werkzaam in Varanasi, India, intensief betrokken bij het lot van de kasteloze ‘Dalits’. Hieronder verhaalt hij van een andere ‘vergeten’ bevolkingsgroep in India: de oorspronkelijke bewoners van het subcontinent, de z.g. Adivasis. Hun bestaan - een voortdurende tragedie. Zo mag je het wel zeggen. Adivasis zijn de oerinwoners van India. ‘Adi ‘ betekent ‘de eerste, de oudste, de oorspronkelijke; ‘vasi’ of ‘nivasi’ betekent ‘inwoner’. Ze worden ook wel aangeduid met ‘tribale bevolking’, ‘inheemsen’ of ‘stammen’. Volgens de Indiase volkstelling van 2011 zijn er bij benadering 104 miljoen. Dat is ongeveer 8.6% van de bevolking. Er zijn honderden verschillende Adivasi gemeenschappen met hun eigen naam en eigen ge-

nieuwe Indiase staten, Jharkhand en Chhattisgarh in midden-India, staatsrechtelijk Adivasi staten werden. Dat vergde in de 1960er - 90er jaren vaak gewelddadige confrontaties tussen de overheid en de Adivasis. Helaas hebben niet-Adivasi zakenlui van elders die er wonen de economie nog steeds voor een groot deel in handen. Het veroorzaakt veel onrust. Terugblik De Adivasis wonen sinds mensenheu-

Adivasi dansgroep in Mill Hill Missie, Baswar, India bruiken. Ze wonen verspreid over heel India. Meestal wonen ze teruggetrokken in dorpen in meer afgelegen, bosrijke gebieden waar ze hun vee hebben en gewassen verbouwen op van oudsher hun eigen land. Bijzonder is dat twee 4

genis in India. Dankzij de oude Indiase Vedische schriften hebben we informatie over hen. Maar wetenschappers twisten over de betrouwbaarheid van een aantal teksten. De RigVeda teksten van rond 1500 voor onze jaartel-


ling en archeologische vondsten tonen aan dat er rond deze tijd en daarvoor beduidend grote groepen migranten uit centraal Azië naar noordelijk India kwamen. Ze noemden zich “Ariër”, “nobelen”. Tegen de dominante, vaak vrij agressieve Ariërs die ook over wapentuig beschikten waren de bedeesde, vreedzame Adivasis niet opgewassen.

de wet regelt een versnelde procedure voor zes vervolgde religieuze minderheden: hindoes, parsi’s, sikhs, boeddhisten, jains en christenen uit drie in meerderheid islamitische landen, Afghanistan, Bangladesh en Pakistan. Adivasis in de knel Het is zorgelijk dat de regering Modi

Een rijke oogst De Ariërs brachten ook wat we nu kennen als het kastenstelsel met zich mee. Ze noemden de Adivasis “Dasa’s”, “ondergeschikten”. Zo werden ze ook behandeld. Uiteindelijk werden de Adivasis als ‘dienstverlenenden’ gerangschikt. Daarom worden ze nu vaak in één adem genoemd met de Dalits, de lage kasten en kastelozen in het Indiase kastenstelsel. De Burgerschapswet van de regering Modi Januari 2020 Deze Burgerschapswet (Citizenship Amendment Act) is een aanvulling op de oude Burgerschapswet uit 1955. Volgens die wet kan iedereen die 11 jaar of langer in India woont de Indiase nationaliteit aanvragen. De nieuwe ingevoer-

de nieuwe wet wil koppelen aan een nieuw bevolkingsregister (National Citizens Register) waamee de regering de burgerschapsregistratie voor heel India wil laten gelden. Dat zou gevaarlijk kunnen zijn voor miljoenen arme Indiërs, met name ook de Adivasis. Ze hebben vaak geen documenten. Zo kunnen ze hun burgerschap niet aantonen. Zij, de Adivasis, de meest oorspronkelijke burgers van India! Vijf van de 28 Indiase staten hebben al laten weten dat ze de wet niet gaan uitvoeren. Adivasis blijven nog steeds land verliezen, onteigend worden. De manier waarop is een lang en schrijnend verhaal, te weinig gekend in India en daarbuiten. Bedrijven en projektontwikkelaars proberen op allerlei manieren Adivasi land in handen te krijgen. 5


6


Kwalijk en dreigend is de nogal eens tweeslachtige houding van de regering die Adivasi land wil beschermen onder het voorwendsel van verduurzaming van de biodiversiteit van hun land. Adivasi protestbewegingen roepen dat juist zij Adivasis hun land het beste kunnen beschermen. Dumberpath In 1996 was ik enkele maanden in de twee Adivasi staten om meer over de Adivasis, hun leefwijze en hun problemen te leren. De buschauffeur zette me af op een verlaten, kaalgekapte plek midden in de staat Jharkhand. “Daar is ‘t”, zei de chauffeur met een brede armzwaai. “Wat moet die man hier, een ‘videshi’, een vreemdeling”, hoorde ik hem denken. Een bord wees naar Dumberpath - 3 km. over een onverharde roodkleurige weg. Bauxiet aarde zag ik meteen. In Dumberpath, een groot dorp met meer dan duizend inwoners werd ik verwelkomd door pater Ignatius, een veertig plusser die, zo te zien, zich weinig aantrok of z’n Indiase pyama-kurta gestreken was. Een aanzienlijk percentage van de bevolking in Jharkhand is christen. Ignatius was niet alleen de zorgzame alomtegenwoordige pastor van Dumberpath. Zelf een Adivasi voerde hij een verbeten strijd om Adivasi land tegen onteigening te beschermen. Het was zaterdagmiddag toen ik aankwam. In de avond bij een glas rijstwijn was Ignatius zichtbaar blij zijn zorgen met iemand te kunnen delen. “We krijgen hier weinig of geen bezoek, en nu dan een Europeaan! Wat brengt jou hier?”. Ik had Ignatius verteld dat ik in Benares woonde en veel Adivasis

had leren kennen. Ze werkten er of hun kinderen gingen er naar school. “Ik heb de mensen gezegd dat jij morgen met mij voorgaat in de kerk en dat je daarna buiten de kerk bij de mensen staat wanneer ik hen toespreek. Dat doe ik elke zondag. Het zou fijn zijn wanneer jij een paar woorden zou kunnen zeggen. Maar dat zou je visum voor India in gevaar kunnen brengen. Dumberpath wordt in de gaten gehouden. Een paar jaar geleden begon een bedrijf bauxiet te delven in ons eigen Adivasi land. Met toestemming van de regering, zeggen ze. Onze protesten vonden geen gehoor. Wat krijgen we van de bauxiet opbrengst? En, moet je luisteren, nu wil het Indiase leger ons land gebruiken om een schietterrein aan te leggen voor soldaten om te oefenen!” Bij de kerkdeur hield Ignatius een vlammende toespraak voor een menigte, samengestroomd ook uit omliggende dorpen. Spandoeken riepen dat de tuin van de villa van de minister in Delhi groot genoeg was om te leren schieten, “Blijf weg van ons grondgebied!”. Zijn de overheid en regionale besturen, (vaak onder leiding van hoge kaste Hindoes) echt bekommerd om de Adivasis? Nogal eens maken ze Adivasis die opkomen voor hun rechten en hun grondgebied, uit voor “terroristen” of “Maoïsten“. Zolang dat zo blijft is de strijd van India’s Adivasis tegen discriminatie en verlies van hun land nog lang niet voorbij. Frans Baartmans mhm

7


ONTMOETINGSDAG 29 FEBRUARI 2020 Het is Wim van der Salm en zijn team ook nu weer gelukt om iemand te strikken voor een boeiende en interessante lezing voor de halfjaarlijkse ontmoetingsdag. Deze keer was dat dr. Ad de Keyzer van het Titus Brandsma Instituut in Nijmegen. Zijn proefschrift ging over liturgische spiritualiteit. Hij is ook een groot Bach-liefhebber en dus is het niet verwonderlijk dat zijn onderwerp aan het begin van de vastenperiode luidde: De spiritualiteit van J.S. Bach. En uiteraard sprak hij dus over de MatthäusPassion. Bijbelteksten met gedichten van Picander (pseudoniem van C. F. Henrici). Die teksten geven ons stof tot nadenken.

Ad de Keyzer Van de Matthäus-Passion worden jaarlijks honderden uitvoeringen gegeven, maar hoe kijk je nu naar zo’n Passie? Wat raakt de mensen? Wat beleven de toehoorders en de uitvoerenden? Bach heeft dit geschreven voor een éénmalige uitvoering op Goede Vrijdag, de beleving van het lijdensverhaal van Jezus. Dit is een reden om deze Passie spiritueel-liturgisch te benaderen. Onder spiritualiteit mogen we verstaan het geheel van opvattingen en praktijken, waarmee mensen zorg besteden aan waarden die een ultieme oriëntatie aan hun leven geven. Zoals een snaar uit zichzelf niet gaat trillen of een fluit niet uit zichzelf een toon geeft, zo kan ook een mens niet uit zichzelf bewegen maar pas als hij geraakt wordt door……. bijvoorbeeld een tekst of melodie. Bach wist zich afhankelijk van inspiratie: spiritus=geest. In zijn handgeschreven partituren laat hij dat ook zien door linksboven aan J.J. te schrijven: Jesu Juva, Jezus, help! Hij doorvlecht 8

De Passie heeft de vorm van LECTIO DIVINA, de ‘geestelijke’ lezing van de Schrift. Een indeling die ons op weg helpt om de Passie te begrijpen is als volgt: Lectio - toe-eigening, in je opnemen van de tekst. PERIKOOP Meditatio - zoeken naar betekenis van de tekst . RECITATIEF Oratio - bidden van de tekst. ARIA Contemplatio - schouwen van de tekst. KORAALSTROFE Om het allemaal wat ‘spannender’ te maken: een stukje filosofie. Bijvoorbeeld: Ik zie dat jij mij ziet, maar jij ziet iets anders, n.l.: dat ik jou zie. Zo zien we ook allemaal dezelfde dingen, maar ieder op een andere manier. Zo ook werkt een woord pas als ik mijn mond houd en het woord laat spreken zodat het in mij zijn werk kan doen. Als ik stil zit, kan het woord mij pas bewegen (snaar), kan ik mij laten raken. Bach is daar heel scherp op: hij zorgt ervoor dat een woord zo klinkt dat het door de klank alleen al iets in ons oproept, dat het ons raakt, dat het ons beweegt. Hij gebruikt daar diverse muziek-technische middelen voor: opvallende noten, onmogelijke toonsoorten of kwintparallellen die niet mogen, zoals door Ad de Keyzer aan ons uitgelegd, maar die voor een simpele


zijn zo veel ‘onschuldige lammeren’ als Jezus, ook nu. Het moet echt meer zijn dan alleen maar “gezien worden”. In die drie uren moet ergens een moment van ‘geraakt’ worden zitten.

sterveling zoals ik ben, te moeilijk zijn, maar door voorbeelden wel duidelijk worden. Bach laat ons in Petrus’ woorden wel zeggen dat wij Jezus niet zullen verlaten, maar door de muziek voelen wij hoe moeilijk die belofte is.... Waarom zijn er zoveel mensen, uitvoerenden en bezoekers/luisteraars bezig met een drie uur durende Passie? Er

Er valt nog veel te vertellen over deze dag, maar ik vrees dat de ruimte het niet toelaat. Ad, dank je wel voor deze toelichting. Er is mij veel duidelijker geworden. Wel wil ik nog een vraag uit de toehoorders naar voren brengen: Bestaat zoiets als deze Passie alleen maar in Westerse culturen of ook in bijvoorbeeld Afrikaanse of Aziatische wereld? Father Hans Burgman gaf daarop een antwoord: Tijdens een van zijn lessen in Afrika had hij ook de Matthäus-Passion laten horen. Op zijn vraag: hoe vonden jullie dit, was het antwoord een aarzelende goedkeuring, maar veel indringender was de tegenvraag: maar wat doen die anderen nou? Piet Korse vulde nog aan: In Afrika wordt niet zozeer gedacht aan het lijden maar aan de opstanding: feesten dus. Ik ben heel benieuwd of Wim en zijn team kans zien voor de bijeenkomst van 26 september een even gepassioneerde spreker te strikken als Ad de Keyzer. Gerard Langen

ONTMOETINGSDAG IN SEPTEMBER 2020 Goede dag aan u, vrienden van Mill Hill. Het leven in Nederland en ook in de wereld wordt beheerst door het coronavirus. Al het nieuws wordt gedomineerd door dit gebeuren en wat het met zich meebrengt in vooral onze gemeenschappen en leefgemeenschappen. Grote bijeenkomsten worden dus voorlopig verboden en ook onze Ontmoetingsdag valt daaronder. Dus GEEN ONTMOETINGSDAG in september van dit jaar.

9


PARTICIPEREN EN JEZELF VERLIEZEN Zilveren jubilaris, Willem Klaver mhm, kijkt terug op het parcours van zijn gevarieerde missionarisleven totnogtoe en reflecteert over onderliggende constanten. Eén van de levenslessen die ik als Mill Hill Missionaris heb geleerd in de afgelopen 25 jaar is dat wij als mensen niet alles in de hand hebben. We willen al te vaak ons leven onder controle hebben en hierbij speelt ons ego een belangrijke rol. Als de huidige pandemie onze planeet iets leert, is dat ‘we are clearly not in control’. We proberen echter de stem van God te verstaan en ons hierdoor te laten leiden. Mijn moeder zei altijd: “je moet met de genade meewerken”. Het levensverhaal van een missionaris is vooraf niet in een boek te beschrijven maar ontvouwt zich geleidelijk. Uiteindelijk is het de bereidheid om te participeren en jezelf te verliezen in een energie van Goddelijke mensenliefde die je leven zin geeft. Je geeft jezelf over en laat het leven op je afkomen. En zo verkeer je van het ene levensmoment in het andere: momenten van verwondering, liefde, schok, verdriet, angst en vreugde. Het was een wijze en gelovige hulpbisschop van Haarlem, Mgr. Lescrauwaet, die mij 25 jaar geleden in de Petruskerk in Lelystad tot priestermissionaris heeft gewijd. Zijn levensadvies was duidelijk: ‘heb altijd God lief en tegelijkertijd heb de mensen lief’. Kortom, missionaris zijn betekent participeren in het mysterie van God en God’s Liefde. Het was die roeping die mij vertrouwen schonk om het geloof te vieren en zoveel mogelijk samen te werken met de ‘blije’ gelovigen uit Kleine Christelijke Geloofsgemeenschappen in St Joseph & Mary Parish in Nairobi en die mij tevens moed en bescherming gaf om naast het parochiewerk actief te zijn in het hart van de Vrede en Gerechtigheidsbeweging in Kenia. De boodschap van geweldloosheid, eerlijke en vrije 10

Willem Klaver in Amerika verkiezingen, een nieuwe grondwet en de strijd tegen corruptie in het land motiveerde een krachtige beweging in Kerk en Samenleving. De politieke moord op de Amerikaanse Mill Hill missionaris John Kaiser was voor mij en anderen nogal ingrijpend. Het kostte mij uiteindelijk 7 jaar om leugens te ontmaskeren en de waarheid recht te doen, onder meer door middel van een 4 jaar durende rechtszaak met meer dan 100 getuigen. Na 9 jaar was vervolgens mijn cursus in Dublin een goede overgang om mij voor te bereiden op mijn volgende missie, namelijk het vormingswerk van jonge Afrikanen die Mill Hiller willen worden. Het persoonlijk begeleiden van studenten in Jinja (Oeganda) en mijn werk in het dagelijks bestuur van het Philosophy Centre Jinja (PCJ) gaf mij ook veel voldoening. Ik was altijd


Laat de kinderen tot mij komen! sterk onder de indruk van de creativiteit van onze studenten in liturgie en tevens de kracht van hun zang, muziek en dans. De afgelopen vier jaar heb ik in twee parochies gewerkt in het aartsbisdom New York. Sinds één jaar ben ik verantwoordelijk als pastoor van een parochie in White Plains, niet zover van de stad New York vandaan. Tot op heden is mijn periode voorafgaand aan mijn vertrek naar en mijn verblijf in Amerika vooral een tijd geweest van veel onzekerheid: onzekerheid omtrent het verkrijgen van een visum en uiteindelijk de Groene Kaart (thank God, I got it!), onzekerheid omtrent de overname van een parochie als Mill Hill parochie in het aartsbisdom. Dat is uiteindelijk na 3 jaar gelukt! Onzekerheid omtrent de toekomst van Mill Hill in Amerika met een kleine en vooral oudere groep Mill Hillers (hopelijk geeft het volgende Mill Hill kapittel meer duidelijkheid!), onzekerheid omtrent de toekomst van een klerikale

Kerk geplaagd door met name schandalen van sexueel misbruik (hervormingen blijven onontbeerlijk!) en tot slot alle onzekerheid van dit moment als gevolg van de coronapandemie; het is nog zeer onduidelijk hoe de parochie zal functioneren als het haar deuren uiteindelijk heropent voor vieringen in het bijzijn van gelovigen. De kerk in het aartsbisdom New York is vrij traditioneel en heeft zich helaas tot nu toe onvoldoende voorbereid op een toenemend tekort aan priesters. ‘Again, I am not in control’ en in al die onzekerheid, kan ik alleen maar vertrouwen op God, en met een open hart mij door God en God’s Liefde laten leiden. Gelukkig, onder leiding van Paus Franciscus, is de wereldkerk in beweging en hopelijk wordt de Kerk steeds meer een thuis waar iedereen zich welkom voelt. Hartelijk dank aan U allen die over de afgelopen 25 jaar dichtbij en ver weg veel voor mij hebben betekend. Praise the Lord! Willem Klaver mhm

11


75

JUBILARISSEN 2020

Gerard van der Laar mhm

Cees Koning mhm

Jozef Boekema mhm

65 Christa Oprins ocso

12

Jan de Groot mhm

7o


Jan Molenaar mhm

Ben Beemster mhm

60

Henny Wehkamp mhm

Nicola Haarhuis fmsj

Fons Borgman mhm

25

Ben Snelder mhm

Willem Klaver mhm

13


MIJN OMSLAG HALVERWEGE DE RIT Voor het juni nummer nodigen we jaarlijks enkele jubilarissen uit om hun verhaal te doen. Ben Beemster mhm viert dit jaar zijn 60-jarig jubileum. Hier verhaalt hij van een scharniermoment in zijn leven. Najaar 1989. “Blijf jij maar ‘n maandje extra thuis” adviseerde me Joost Beemster. In mijn familie krabbelden wij overeind na een onbeschrijfelijk groot verdriet. Op landelijk niveau begonnen de Lage Landen zich voor te bereiden op 13 eeuwen St.Willibrord. Ik wandelde naar Echternach. Ik had een missiegedicht gelezen dat was opgesteld door een voormalige Mill Hill student, dr. Jan Brattinga, nu directeur van KBS. De Geest bewoog mijn hart, mijn pen en mijn toetsenbord: ik schreef een melodie onder zijn woorden.

(christelijke) ambtenaren gezinnen te bruisen. De gang zit er goed in. Plots sterven mijn moeder & zus Christa binnen 9 dagen. Ook het lokale hoofd elektriciteitsvoorziening, Bidje Joseph, een charmante ‘zuiderling’, boegbeeld in de parochie, sterft als gevolg van een diabetes situatie. Pas had ik Joseph’s huwelijk ingezegend - de kerk had op zijn kop gestaan van jubelend gezang op de wijs van: “Rock ‘a my soul in the bosom of Abraham”. December 1992. Alle ambtenaren van Banyo spannen samen om mijn visum te bespoedigen

Uitbundig rouwbeklag in Banyo Terug naar mijn klus in Kameroen - de missie van BANYO overnemen van de manhaftige humorist uit Tilburg, Jan Goedhart. In het van oudsher slaperige Banyo, (Alhadji’s voeren nooit wat uit, alleen koeien kopen en verkopen), begint het wegens de jongeren uit de 14

en terug te vliegen naar Nederland voor de begrafenis van mijn moeder (onze Christa was de week ervoor in Haarlem begraven). Allemaal dec. 1992. Terug in Banyo zorgen diezelfde ambtenaren, versterkt door honderden parochianen en moslem vrienden,


voor de traditionele “funérailles”, een dans- en memorie-feest voor mijn moeder en zus. Waardige, ingetogen speeches. Warme, toch vrolijke dansen met omhelzingen en refreinen: “Papa père, ne pleure plus” (pater, huil niet meer). Over solidariteit gesproken. Tot en met de tranen.

Wees gezegend! Een jaar eerder zijn er de “Villes Mortes” geweest. Soort van lockdown. Heel 1991. Duizenden losgebroken gevangenen blijven Kameroen terroriseren. Juist ben ik aan erger ontsnapt omdat ik, onbenul, i.p.v. hoofdwegen een rimboe-track van 500 kms. had genomen om in de hoofdstad Yaounde te geraken. Daar had ik bij de Ned. Ambassade gepleit voor een krediet namens KAP (Kleine Ambassade Projecten) om voor de boeven van Banyo een studiezaal te mogen bouwen. Medefinanciering s.v.p. Lukte, bijna fl.10.000 toegezegd. De ambassadeur ontving me hoffelijk en had gevraagd of het “daar” in het noorden niet gevaarlijk was? Hoezo? Met die fik in de burelen van gemeenten, douane en politie? Gevangenissen zelfs in de brand, en duizenden gedetineerden ontsnapt? Nee, excellentie, ik had niets vreeswekkends gezien. Ofschoon het “daar” wel had gefikt. Toen ik in Banyo was teruggekeerd, waren de branden er juist gedoofd. Ook in Banyo regeringskantoren in de as gelegd. Drie politiemannen vermoord. Honderden burgers gevlucht om bij de Zusters (de père was immers op pad) ‘n paar nach-

ten in de schoollokalen te schuilen. Ik zag er niks van. Wie had mijn veiligheid geregeld? ‘t Was de laatste keer dat ik alleen zou reizen. September 1991. Moord op aartsbischop Mgr. Yves Plumey. De bisschop was met emeritaat, zijn memoires juist verschenen. Kort geleden had het episcopaat van Kameroen in een herderlijk schrijven gemopperd over de corruptie van ‘s lands politici. Kan niet. Even laten voelen. Net als met onze John Kaiser. Kan niet. Beide moorden nog altijd niet opgehelderd. Banyo wordt de missie waar ik het gelukkigst ben geweest. Vooral beleefde ik wegens onze vindingrijke, soms frivole JONGEREN talloze hoogtepunten. Gretig namen ze deel aan de 40MM wandelingen. Hun “foyer” of vormingscentrum werd in mei 1994 ingewijd met 2 toneelstukken - Afrikaanse klassiekers van Aimé Césaire & Mendo Zé. Fabelhaft. Waarom was CRTV er niet bij om dit hoogstandje van de “jeunesse” in Afrika’s bush uit te zenden op de TV? Had gekund. Van alles spoorde geweldig. De sporten werden uitgebreid: handbal, volley, pingpong (de missie had niet genoeg land voor een voetbalveld). Onze Afrikaanse Shisong zusters deinsden nergens voor terug: ze togen naar de gevangenis, brachten medische inspecties bij de gedetineerden iedere maand, ‘s zaterdags, en lanceerden samen met leden v.h. parochiebestuur cursussen in handvaardigheid en alfabetisering. De zusters deden dezelfde klussen t.b.v. de dochters en moeders uit de Harem van de Sultan. Maandelijks vergaderden we met een echt parochiebestuur. Fier. Formeel soms: hebben we een “quorum”? Betrokken. Blij met een biertje tot besluit. Wanneer ik vanaf juli 1997 definitief in Nederland blijf, beleef ik 20 gelukkige jaren in de samenwoning met Paula 15


van Thiel, bij leven docente Maatsch. Werk. “Caminera” op 2 wandelingen naar Santiago di Compostela, de 1e samen met Hans Burgman in 1971, de 2e in 1992 met ons tweeën. In het Ginneken introduceert Paula me bij de parochiële werkgroepen. Mijn pastoraat bestaat vooral uit assistenties. Door deze assistenties verwerf ik nieuwe vrienden. Ik bewonder de ijver van zoveel vrijwilligers. Mijn preken vallen op, en ook mijn omgang met iedereen die door rouw wordt getroffen. Bijhouden die mensen. Opnieuw ‘n paar moorden. Hoe komt ‘t dat ik dit alles aankan? Ik treed toe tot 3 koren - twee samen met Paula, die een kleine welluidende altstem heeft. Het meest intieme koor wordt geleid door de Zeeuwse musicus Pol Dogge, die geweldig, let wel zeer fijnzinnig, kan componeren. Dromen van bloemen. Dromen van vrede. Dromen van huppelende kinderen. Pol en zijn vrouw Mies zijn kinderloos. Bijna worden we bedwelmd door “het vonkje” van Hildegard van Bingen. Haar poëzie, Pol’s kwetsbare tonen. Ook in Toonkunstkoor zing ik mee in formidabele oratoria en fraaie concertstukken. 16

Nog eenmaal wil ik zingen in de opera. Zestig jaar terug in Londen begeleidde ik diverse Gilbert & Sullivan opera’s vanaf de piano. Nu mag ik meezingen in de Bredase concert-versie van de “Cavalleria Rusticana”. Weliswaar uitgedost met een mitella, want ik had juist mijn sleutelbeen gebroken. Maar niet mijn stem. Dat was mijn kleine, privé diamanten muziekjubileum. Wie schenkt mij deze overvloed aan geluksmomenten? “Beemster, always music”, naar de goedmoedige kreet van Jaap Nielen. Overal in Afrika heb ik bundels samengesteld met liederen die mijn pastorale instructies zouden ondersteunen. Want die lopen bij mij altijd door elkaar: refreinen, alleluia’s of eenvoudige canons smeren heel goed de kerkelijke droge kost. Na een dag of drie van samen studeren, bidden en zingen gaan zulke missen of bijeenkomsten altijd driestemmig uit. “Wij zullen lachen, gelukkig zijn”. Wij, ballingen! Als joden. Psalm 136. De oevers van Babylon. Al 60 jaar. Het kan niet mooier. Ben Beemster mhm


VERNIEUWING CONTRACT JAN LAARAKKER EN KO KLAVER Vandaag gedenken we twee Jozeffiguren, twee rustige mensen, die in deze maand maart waarin we het Gouden Jubileum van onze associates gedenken. Het is 50 jaar geleden dat Mill Hill professionele leken heeft gevraagd als missionaris in verschillende van onze missies te werken. En dat is gebeurd en vandaag verlengen daarom, op het feest van Sint Jozef, Jan Laarakker en Ko Klaver hun verbintenis met Mill Hill.

Een plechtig moment Na een leven als leerkracht in het onderwijs met belangstelling voor kunst en muziek is Jan Laarakker na de dood van zijn vrouw Adèle in 1989 geleidelijk aan in contact gekomen met Mill Hill en rond 1995 Associate geworden. Jan heeft met Hans Burgman gewerkt in Pandipieri, Kenia, voor een jaar of vijf in de Art School en heeft daarna in Masindi, Oeganda, een school opgezet voor kindsoldaten. Jan stond bekend als een beminnelijke en gulle opa bij zijn leerlingen. Dan heeft Jan ook nog een jaar geholpen in Courtfield, voordat hij naar het Jozefhuis kwam. Naderhand is Jan geregeld met Willem van Leeuwen ‘s winters naar Oeganda op bezoek gegaan. Jan is nu 90 jaar en geniet van zijn oude dag met zijn dagelijkse wandelingen, muziek en sport op TV.

Contract Member van Mill Hill op 19 Januari 1972, wat later veranderd werd in associate. Ko heeft 47 jaar in Afrika gewerkt: 20 jaar in Oeganda, tijdens de tijd ook van ldi Amin en 27 jaar in Kenia. Hij heeft veel functies gehad als aannemer van beroep in planning en constructie, als leraar aan het seminarie in Tororo, hulpverlening in Oeganda, in financiën voor de Bisschoppenconferentie in Kenia, rector in huizen van Mill Hill, econoom op verschillende plaatsen. Ko heeft bijna iedere 6 jaar een andere baan in een andere plaats gehad. Ook al hobbelt hij nog met een stok rond, dat zal snel veranderen en met de komende verhuizingen en veranderingen in Jozefhuis kan hij hopelijk nog veel waardevolle taken aan zijn C.V. toevoegen.

Ko Klaver is nog een relatief jonge man van 76 jaar in Jozefhuis. Ko begon als

Martien van Leeuwen mhm 17


DE MILL HILL ZUSTERS Misschien nog nooit van gehoord want we zijn bijna niet bekend in Nederland. We hebben dezelfde stichter als de Mill Hill Paters en Broeders. In Engeland en elders zijn we bekend als Franciscanessen Missionarissen van Sint Jozef. De congregatie werd gesticht door Bisschop Vaughan die een groepje jonge vrouwen in zijn bisdom had die in de parochie zieken bezochten, godsdienstles

Op zijn verzoek maar vol twijfel nam Alice de uitdaging aan. Het was moeilijk Rochdale te verlaten en zo kwamen zij met vieren op 5 maart 1878 in Mill Hill aan en begon onze band met Mill Hill. De eerste dagen waren

Zij staan aan de leiding gaven aan kinderen, en waar mogelijk, vooral de armen bijstonden. Bisschop Vaughan had hun werk gevolgd en wist dat Alice Ingham, de leidster van de groep, zocht naar de mogelijkheid een religieuze gemeenschap te vormen die bovenal zorg zou verlenen aan armen en kinderen. Haar geduld werd wel op de proef gesteld‌Totdat de bisschop hulp nodig had voor zijn seminarie in Mill-Hill om de huishoudelijke zorg op orde te brengen. 18

zwaar, want ze hadden geen ervaring. Er was weinig geld en ook de woonsituatie was niet ideaal. De rector, kanunnik BenoĂŽt, gaf hun een bijzonder hartelijk welkom en deed wat hij kon om het werk te verlichten. Het was hier waar de congregatie op 8 september 1883 officieel vorm kreeg onder de hoede van Bisschop Vaughan. Pas in 1929 werden we zelfstandig als een pauselijke congregatie.


Als bisschop van Salford deed hij nooit een tevergeefs beroep op de zusters. Al gauw werden de zusters gevraagd hetzelfde werk te doen in St Peter’s kleinseminarie te Freshfield. De grootste zorg van de bisschop waren de honderden verwaarloosde en weeskinderen in het bisdom die geen thuis hadden. Onder leiding van de zusters werden kindertehuizen opgericht en ook veel kinderen naar Canada gebracht. De contacten zijn gebleven en jonge Canadese soldaten kwamen op bezoek bij de zusters in Manchester tijdens de eerste wereldoorlog, dankbaar dat ze door de zusters een beter leven hadden gekregen.

De eerste twee Nederlandse Zusters traden in in 1891 en nu zijn de laatste 3 Nederlandse Zusters in Oosterbeek (Hermina Tolboom, Nicola Haarhuis en Theodora Slot) waar ze hun verhaal kunnen doen over missiewerk in Kenia, Borneo en Ecuador en vooral ook in Engeland. We hebben geleerd aan te pakken waar hulp nodig is. Leuk om hier weer mensen te ontmoeten die we kenden als studenten en die misschien wel door ons in het leven gehouden zijn, want we hebben alle drie kortere of langere perioden in de keuken gewerkt. En we zijn trots op onze roots die rijke vruchten hebben voortgebracht. We zeggen met onze stichteres Alice Ingham (Moeder Francis): BLESSED BE GOD HOW WONDERFUL ARE HIS WAYS GEZEGEND ZIJ GOD HOE WONDERBAAR ZIJN ZIJN WEGEN Theodora Slot fmsj

Congregatieleidster Zr. Maureen Murphy Door de jaren heen groeide de congregatie en al in 1885 vertrokken de eerste zusters naar Borneo, want Father Jackson was overtuigd dat hij niets bereikte zonder ook de vrouwen het goede nieuws te brengen en dat ging alleen door andere vrouwen. Scholen werden opgericht en de gezondheidszorg was belangrijk. Plaatselijke congregaties werden gesticht zowel in Borneo en later ook in Afrika en hulp gegeven aan de Mensa Domino Zusters op de Filippijnen. 19


EEN BEKWAAM MENSENVISSER Willem van Leeuwen Geboren op 4 februari 1926 te Boskoop Tot priester gewijd op 9 juli 1950 Missionaris in Nederland en Oeganda Gestorven op 31 maart 2020 Enkele jaren geleden verscheen er een boekje van een Franse filosoof (MarcAlain Ouaknin) met de titel; “God en de kunst van het vissen’. Het volgende stukje heb ik uit de krant geknipt: De schrijver werd gevraagd “Op de omslag staat een omgekeerd vraagteken, dat doet denken aan een vishaak. Zijn antwoord was: “Wijsheid is tegelijk vraagteken en vishaak. Eenmaal zijn vislijn uitgegooid, leeft de visser in een dubbel wachten: dat de vis bijt en dat hij, als hij zich door het aas heeft laten vangen, naar de oever gebracht kan worden zonder dat de lijn breekt.” Vissen was een belangrijke hobby voor Willem. Maakte niet uit wat voor water: sloten - kanalen - meren. En bij thuiskomst de gevangen vis op de gril, want dan smaakt deze het best. Menig visje is o.a. geroosterd bij de caravan achter een schuur bij de oude boerderij. Was een soort ‘buitenverblijf’. Ook had Willem iets met ‘netten’. Toen hij in 1959 vanuit Oeganda naar het St. Bonifatius Missiehuis in Hoorn kwam om les te geven in Latijn en Geschiedenis, begon hij met het knopen van netten. Grote netten voor de ramen achter het voetbalveld, vervolgens voor de volleybal, tennis en natuurlijk het doel. Ook leerde hij de jongens het vak van knopen. Het was altijd zeer gezellig in die grote kelder. Door zijn enthousiasme raakte eenieder erbij betrokken, zelfs de meest starre stafleden. De mazen in de netten om studenten te vissen bleken naar mate de jaren

20

verstreken steeds groter te worden, of waren de zeeën leeggevist? De vangsten liepen snel terug. Uiteindelijk, na een ‘tijdelijke benoeming’ van 20 jaar mocht hij weer terug naar zijn eerste liefde: Nagongera, Oeganda. Zijn hele leven heeft Willem zich als bekwaam visser ingezet voor het evangelie; mensen aangemoedigd – een hart onder de riem gestoken – sacramenten in hun eigen taal gevierd – het leven gevierd met heerlijk eten en drinken. Ongetwijfeld geholpen door dat bijzondere optimisme en de geweldige luide lach. Als je die lach hoorde dan moest je wel meedoen. We verliezen in Willem een gedreven missionaris – gewaardeerde enthousiaste collega – langdurig huisgenoot van ’t oude en nieuwe Jozefhuis en de laatste maanden van Vrijland, waar hij de zorg met een opgewekt gezicht aanvaardde. Moge de engelen hem nu begeleiden naar het Paradijs. Theo Geurtsen mhm


PASTORAAL DIEP GEWOGEN René Graat Geboren op 25 juli 1945 in Heerlerbaan Tot priester gewijd op 3 juli 1971 Missionaris in Congo en Nederland Gestorven op 11 maart 2020 Waar moet ik beginnen? Ik denk allereerst aan de kern van zijn leven – zijn pastorale zorg als missionaris, eerst in Zaïre/RDC en later in het Limburgse Heuvelland. Hij nam uiteenlopende verantwoordelijkheden in het bisdom op zich en zette zich ook in voor de Nederlandse Regio van Mill Hill. Bij dat alles maakte hij ruim plaats voor bezinning en gebed. Maar hij was allereerst ‘pastoor’, met enorme inzet voor mensen, en een fijn gevoel voor de locale cultuur en de talen (in de RDC en in Limburg.). Hij begon in de Ngombe streek, in Mampoko, Abunakombo en Kodoro. Daarna stemde hij in om te vertrekken naar de andere kant van het enorme bisdom, naar de Bongando streek, eerst naar Yalisele en dan naar Djolu. Hij was een geanimeerde voorganger in de liturgie met kleurrijke diensten in Congo - heel anders dan de vieringen in Limburg. Als pastor en deken in Djolu heeft hij veel rondgereden totdat zijn rug hem in de steek liet…. Zo kwam hij naar Basankusu, bij de bisschop; een hele aanpassing, die hij met verve volbracht. Hij was ook blij om almoezenier van de diocesane Sœurs Thérésiennes te zijn. René had een brede capaciteit voor vriendschap – ook voor vele Congolezen: de twee bischoppen, en verschillende priesters, broeders, zusters, en vele leken. Hij heeft zich ingezet voor werk met de jeugd en de kleine kerkelijke gemeenschappen. Later in Banholt, Noorbeek en Reijmerstok, was het ook geen eenmansbeleid…. Voor mij was René ook een trouwe vriend, kritisch maar steunend. In de beginjaren

waren onze ontmoetingen in het bisdom sporadisch. Maar vanaf 1996 tot aan zijn vertrek in 2007, hebben wij veel samengewerkt. Wij hebben veel samen tot stand gebracht en ik waardeerde zijn inzichten. Ik betreurde zijn terugkeer naar Nederland. Maar zijn zorg voor het bisdom Basankusu bleef, en onze vriensdschap ging natuurlijk door. Hij hield ook contact met oud-Basankusu missionarissen (Alfons Ysebaert van Scheut en de zusters van OLV ten Bunderen). Sommige Congolese vrienden, de bisschop en anderen, hadden de gelegenheid om naar Europa te komen… En Banholt zag hun pastor vertrekken naar Brussel (en naar Oosterbeek of Aken) en soms terugkomen met een gast…. Hij was een gulle gastheer. Hij kwam mij halen in Maastricht, Charleroi, Luik. Naar Oosterbeek ging het op de automatische piloot! Wij hebben veel rondgereden door het mooie Heuvelland met zijn kerken en (niet te vergeten) brouwerijen. Van zijn commentaar als wij langs een woning reden of iemand tegenkwamen, was het voor mij duidelijk dat hij zijn mensen goed kende…. “Priester geworden om dienstbaar te zijn.”(Gerard Kessels) Wij hebben natuurlijk veel over Mill Hill gepraat…en over Basankusu. Ik ga die gesprekken missen; maar hij is nu Thuis – op paaszaterdag gestorven. Alleluia!!! John Kirwan mhm 21


MEER DELEN BRENGT MEER VREDE Fons Geerts Geboren op 9 november 1930 te Ginneken en Bavel Tot priester gewijd op 8 juli 1956 Missionaris in Oeganda, Kenia, Nederland Gestorven op 17 mei 2020 Fons Geerts, een beminnelijk mens. Het beeld uit het evangelie dat daar in mijn beleving het beste bij past is het verhaal van de Goede Herder. Dat sluit natuurlijk aan bij waar hij vandaan kwam, zijn wortels. Een jongen van buiten, opgegroeid op een Brabantse boerderij vlak aan de grens met België. Van jongs af aan vertrouwd met de natuur, de wisseling van de seizoenen, de koeien, de varkens en de kippen, het bestieren van have en goed. Maar al vroeg leefde in deze eenvoudige jongen van de boerenbuiten een onbestemd verlangen en een droom. Iets kriebelde. De verhalen van missionarissen op verlof die hij hoorde op de kostschool in Eindhoven, gaven richting aan dat verlangen. Hij wilde de grens over. Misschien omdat ze thuis allemaal grensgangers waren. En Mill Hill paste daar naadloos bij. Zo werd Fons missionaris, uitgezonden naar Oeganda. Van meet af aan was hij een herder met een empathisch oog voor wat er leefde onder de mensen aan hem toevertrouwd: hun taal, hun cultuur. Volksgezondheid en onderwijs hadden zijn speciale aandacht, met kliniekjes bouwen en schooltjes opzetten. Altijd in samenspraak met mensen, niets forceren. Indachtig het gevleugelde gezegde: ‘Missie betekent mensen ontmoeten daar waar ze zijn en hen uitnodigen op weg te gaan naar waar het evangelie ons wijst’. Fons Geerts, een goede herder, begaan met zijn schapen: eerst in Oeganda en toen dat onmogelijk werd onder het schrikbewind 22

van Idi Amin, en Soedan niet doorging, korte tijd in Nederland betrokken bij het lekenmissionarissenprogramma, en daarna terug naar Afrika, in Kisii, Kenia. Twee keer ook werd hij gevraagd voor een leidende functie, als overste, in Oeganda eerst, en later in Kenia. Hij kon goed luisteren, en vooral ook bemoedigen. ‘Je doet geweldig werk, ga daarmee door’! Hoe vaak heb ik hem dat niet horen zeggen? Leidinggeven. Dat vraagt veel inlevingsvermogen en daadkracht in de omgang met collega’s, alsook met kerkelijke oversten, bisschoppen in het bijzonder. Fons kon, waar nodig, stevig zijn standpunt uit de doeken doen. Hij liet niet zomaar over zich heen walsen. Fons Geerts, de goede herder, gastvrije pastor met een blij gemoed. Dat was hij ook de laatste jaren van zijn actieve leven, terug op zijn Brabantse geboortegrond, in een sterk veranderd sociaal en kerkelijk landschap. Dankbaar terugkijkend over alles dat hem gegeven was, mijmerde hij tijdens een interview met Paul de Schipper enkele jaren geleden: ‘Wat ik van Afrika geleerd heb? Het alleen aan jezelf denken, dat brengt onrust. Meer delen brengt meer vrede. Het was goed, een mooi leven. Hoe ik het volgehouden heb? Door het geloof, jongen, door het geloof’. Fons Eppink mhm


ONZE OVERLEDEN VRIENDEN Oosterbeek Hoorn Blokker Kwintsheul Heerhugowaard Westdorpe Westdorpe Uden

Mw Henrica Maria Josephina Dijkman, Zr Gabriel ocso, bewoonster van Vrijland Mw Henrika Maria Dekker-Joosten, een vriend van Mill Hill Dhr Gerard Schilder, broer van Bisschop Cor Schilder mhm Mw Maria Cornelia Martina van Kester - van Santen Dhr Gerard Borst, broer van Jaap Borst mhm † Dhr Walter Dehulsters, schoonbroer van Thaddy de Deckere mhm Mw José Daelman-de Deckere, tante van Thaddy de Deckere mhm Mw Connie van der Steen-van Diessen

CONTACTBLAD NEDERLANDSE REGIO VAN DE MILL HILL MISSIONARISSEN Hoofdredacteur: Fons Eppink Redactieraad: Hans Boerakker, Huub de Bij, Frans Baartmans, Ger Mooij Correctie: Piet Korse, Hans Boerakker. Administratie: Theo Geurtsen, email: procuur@mhmobk.nl Verzending: Harry Reusen, Otto Perfler 4 nummers per jaar Tel. 026 339 7552 Email: mhmcorrespondent@gmail.com Internet: www.millhillmissionaries.co.uk

FOTOGRAFIE Huub de Bij, Fons Eppink, Ben Beemster, Willem Klaver, Ben Engelbertink

UW TESTAMENT IS NOG BETER WANNEER DE MISSIE DAARIN BEDACHT IS Maak uw legaat voor Mill Hill aldus: “Ik legateer, vrij van rechten, aan De Nederlandse Regio van de Mill Hill Missionarissen Johannahoeve 4, 6861 WJ Oosterbeek”

WAARHEEN MET UW BIJDRAGEN? Persoonlijke giften voor missionarissen NL52 INGB 0001 0669 57 t.n.v. Missieprocuur van Mill Hill Oosterbeek. NL 39 ABNA 0400 2363 11 t.n.v. Nederlandse Regio van Mill Hill, Oosterbeek. Giften voor opleiding van Missionarissen in Afrika en Azië: NL 52 INGB 0001 0669 57 t.n.v. Missieprocuur Mill Hill Oosterbeek. De Nederlandse Regio van Mill Hill is een ANBI instelling vallend onder de groepsbeschikking van de Bisschoppenconferentie van de Rooms Katholieke Kerkprovincie te Utrecht. Uw giften zijn dus fiscaal aftrekbaar en over uw bedragen hoeft geen schenkings- of successierecht betaald te worden. Ons fiscaal RSIN nummer 006583489 Bij voorbaat hartelijk dank.

23


Retouradres: Contactblad van Mill Hill Johannahoeve 4 6861 WJ Oosterbeek

Zomer 2020 Jaargang 54 - nummer 2 Verschijnt 4 keer per jaar Verzorgd door: J.J. voor de Poorte - Oosterbeek


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.