7 minute read

De levensmissie van dokter Wanda Błe ńska

Haar patiënten begroette zij met een glimlach. Ze raakte hun lichaam aan zonder handschoenen te dragen. Gevraagd naar het meest effectieve medicijn, antwoordde ze dat het vitamine L is, liefde dus. Zo was Wanda Błeńska, een Poolse arts die haar leven wijdde aan lepralijders in Oeganda.

Het begon met een droom

Advertisement

De geboorte van Wanda Błeńska voorspelde geen lang, 103-jarig leven. Wanneer ze in 1911 in Poznań ter wereld komt, weegt ze nauwelijks 2,25 kg en er is sprake van dat ze vlug zal sterven. Later gaat het alleen maar beter, hoewel ze tot het einde van haar leven een delicate lichaamsgesteldheid zal behouden. Als kind zegt ze herhaaldelijk dat ze in de toekomst missiearts wil worden. Dit verlangen bevestigt ze door haar levenskeuzes en hard werk en dit beschouwt Błeńska later als de basis voor haar levenshouding. “Ik zeg altijd tegen de jeugd: als je goede, heldere ideeën hebt, koester ze dan. Laat ze niet in slaap vallen, verwerp ze niet alleen maar omdat ze onmogelijk lijken of moeilijk te vervullen. Je moét je dromen koesteren!”

Wind in de zeilen

Op het einde van de jaren 40 neemt het verlangen van Wanda Błeńska om haar droom over missiewerk te verwezenlijken een grote vlucht. Paradoxaal genoeg komt dit door de verslechterende gezondheidstoestand van haar broer, die zich na de oorlog in Hannover had gevestigd. Wanda, die hem te hulp snelt, overschrijdt illegaal de grens (verborgen in een kolenhokje op een schip!), waardoor ze later niet meer terug kan naar het communistische Polen. Ze blijft dus in het Westen en wanneer de gezondheid van haar broer verbetert, volgt ze cursussen in tropische geneeskunde in Duitsland en Engeland. Dankzij haar ervaring en de mensen die ze daar in 1950 leert kenDokter Wanda Błeńska

nen, kan haar droom van missiewerk in Afrika werkelijkheid worden! In haar dagboek schrijft Błeńska op 9 februari 1950: “Vanmiddag ben ik om 16u00 uit Londen vertrokken. [...] Afgezien van de fysieke vermoeidheid, heb ik vrede in mijn hart en een stille, rustige vreugde - ik ben eigenlijk heel gelukkig - ook al heb ik niets, bezit ik toch heel veel.” De reis naar het ‘Zwarte Continent’ duurt een maand. Op het schip leest ze boeken over melaatsheid en ze verwacht dat ze vijf jaar lang in Oeganda zal werken. Ze zal er 43 jaar blijven.

Een moeilijk begin

„Het moeilijkste was het begin, de eerste 15 jaar” - vertelt ze heel oprecht op

latere leeftijd. In het behandelingscentrum voor lepra in Buluba (het dorp aan het Victoriameer, waar ze uiteindelijk terechtkomt) is ze alleen en er is enorm veel werk. Er zijn 22 duizend (!) patiënten voor wie Błeńska de enige arts in het gebied is. Sommigen moet ze opereren, terwijl ze daar geen ervaring van heeft. Daarnaast zijn er primitieve arbeidsomstandigheden, een tekort aan apparatuur, medicijnen en gekwalificeerd personeel. Wanda Błeńska klaagt echter niet en laat zich niet ontmoedigen. Ze weet dat het Afrika van de jaren 50 geen plaats is voor flauwe jongedames. Vanaf het begin werkt ze zonder ophouden. Ze slaapt vijf uur per dag. De ochtend begint ze met de heilige Mis. Ze werkt de hele dag door en neemt alleen pauze voor haar maaltijden en 20 minuten na de lunch. ‘s Avonds doet ze onderzoek of leest meestal vakliteratuur. Na verloop van tijd ziet het effect van haar werk er als volgt uit: behalve honderden genezen patiënten zijn er nu ook moderne ziekenhuisgebouwen, een opleidingscentrum voor artsen en verpleegsters, een gekwalificeerd medisch team voor onderzoek naar een lepravaccin. De acties van dokter Błeńska staan hoog aangeschreven bij andere medische instellingen die hun instituut met haar naam dopen, ze krijgt het Oegandese staatsburgerschap en ontvangt ook pauselijke onderscheidingen. Wat echter de harten van Afrikanen wint, is haar buitengewoon empathische houding ten opzichte van haar patiënten.

Dokter van geest en lichaam

“Als je een goede dokter wilt zijn, moet je van je patiënten houden. Het betekent: hun tijd en zorg geven, jezelf

bijscholen. Daar moet veel liefde in

worden gestopt ... Ja, dit is het belangrijkste - de houding ten opzichte van de patiënt. En zij moet overal dezelfde zijn. Omdat de mens overal lijdt en hij sneller herstelt als hij de dokter vertrouwt,” zegt Wanda Błeńska. Ze heeft zelf hart voor de zieken. Ze begroet hen met een glimlach, toont hun vriendelijkheid, vermijdt om superieur of onverschillig te zijn. Ze past onconven-

tionele methodes toe. Ze raakt de melaatsen aan zonder handschoenen om aan te tonen dat als er geen open wond is, de gebruikelijke regels van hygiëne voldoende zijn om niet geïnfecteerd te raken. Ze toont haar patiënten foto’s van voor en na de behandeling, zodat ze andere patiënten de hoop geven dat veel van de gevolgen van lepra volledig kunnen worden genezen.

Door haar menselijke benadering van de patiënten verkondigt Wanda Błeńska het Evangelie over de waardigheid van de zieken en de ouderen, over wie en tegen wie de heilige Johannes Paulus II zal zeggen: “Ze leren ons dat zwakte Lepra handen een creatief onderdeel van het menselijk leven is en dat lijden aanvaard kan worden zonder aan waardigheid in te boeten. Geen enkele ziekte, geen enkele schade, en geen enkele zwakheid kunnen je ooit je waardigheid als kinderen van God, als broeders en zusters van Christus, ontnemen”. Dokter Błeńska geneest niet alleen met haar hart. Vanaf het begin zorgt ze ervoor dat ze zich verder ontwikkelt in de materie van melaatsheid. Ze probeert zich in de actuele kennis te verdiepen, is op de hoogte van de vakliteratuur en ze wil haar kwalificaties verbeteren. In Spartaanse omstandigheden voert zij laboratoriumtests uit. Tijdens haar vakantie in Polen bezoekt ze ziekenhuisafdelingen, leert ze operaties uitvoeren en hoe een laboratorium te beheren. Ze neemt deel aan internationale congressen, geeft toespraken, is te gast in behandelcentra voor leprapatiënten,

waaronder in India - in Puri met pater Marian Żelazek en in Calcutta bij de heilige moeder Teresa. Ze doet er alles aan om de zieken effectiever te genezen. Haar acties wekken bewondering, gezien de omstandigheden waaronder ze werkt.

Missionaris zijn

Men herinnert zich dokter Błeńska in Oeganda ook als iemand die haar werk combineerde met gebed. Wanneer ze ziet dat een patiënt stervende is of dat zijn toestand ernstig is, vraagt zij het personeel en de andere patiënten om voor hem te bidden. Op de reactie van de Afrikanen hoeft ze niet lang te wachten - ze zijn bereid om deel te nemen aan een spontane misviering in het ziekenhuis. Błeńska zelf bidt veel, en ze is zich bewust van de verantwoordelijke aard van haar werk. Terwijl ze haar handen wast voor een operatie, reciteert ze de Litanie van het Heilig Hart van Jezus. In de operatiekamer hangt het beeld van Onze-Lieve-Vrouw van Czestochowa, en ze vertrouwt aan Maria het goede verloop van de operatie toe. Ze is niet bang om in het openbaar toe te geven: “Ik zeg altijd: hoeveel mensen ik met een goede behandeling heb genezen, en hoeveel genezingen ik heb afgesmeekt in gebed, weet ik niet. Ik zal het nooit weten. ”

Jaren later zegt ze dat ze in haar spiritueel leven is geëvolueerd van eenvoudig aan God haar noden voor te leggen zonder te wachten op Zijn reactie naar het stil bij God verwijlen en naar Hem luisteren. Ze geeft ook aan dat het zinloos is om een missionaris te zijn zonder het geloof dat vreugde geeft. “Degenen die [op missies] vertrekken, moeten gelukkig zijn. [...] Als je zelf geen vreugde voelt, kun je deze niet met anderen delen. Christelijke vreugde komt van geloof, komt van Christus.”

Afscheid van Afrika

“Dit is de ambassadeur van de lekenmissionaris” - dat zei Johannes Paulus II over Wanda Błeńska tijdens zijn pelgrimstocht naar Uganda in 1993. “De moeder der melaatsen” is het voorbeeld van een arts op missie. Ondergedompeld in God deelt ze 43 jaar lang haar geloof, kennis en hart met de inwoners van Oeganda.

In 1994 neemt ze op 83-jarige leeftijd definitief afscheid. De laatste 20 jaar van haar leven - ze sterft in Poznań op 27 november 2014 - wijdt ze aan prediken, en ze engageert zich in missiepromotie. Ze krijgt ook veel prijzen en onderscheidingen voor haar werk. “Dat ik zoveel van mijn werk onder de melaatsen hield, beschouw ik niet als een persoonlijke verdienste. Dit is een GAVE, waarvoor ik GOD dankbaar ben.” Haar boodschap? “Je moet op God vertrouwen, op je Beschermengel en wie je daar ook hebt. Later is het dan genoeg om je dromen te koesteren en nooit ‘NEE’ te accepteren als antwoord”.

Maria Zboralska (Bron: Love One Another Magazine)

This article is from: