Contactblad No 3 Herfst 2016

Page 1

Herfst 2016 Maleisië, Kenia, Brazilië


Weet je, het gaat niet om het instituut Mill Hill of om het instituut kerk, maar wat eronder ligt als inspiratiebron,. Om de boodschap van het Evangelie, het samen leven. Het Evangelie is op dat punt een oogopener. Solidariteit, er zullen altijd mensen zijn die zich daartoe aangetrokken voelen. Zo van: we wijn hier niet alleen op de wereld. Dat is de bron. Een bron kan opdrogen, maar hij kan ook opnieuw gaan stromen. Er komen altijd weer mensen om die bron te laten stromen. Dat geldt ook voor Mill Hill. Als Mill Hill opdroogt, komt er altijd weer een nieuwe bron. Eelke Piet Mous mhm in Paul de Schipper: ‘Er komt altijd een nieuwe bron’


ONDER ONS 4

8

12

15

tatau Na tien jaar gedreven missionaire inzet in Sarawak (Maleisië) werd Ben Engelbertink mhm eind zeventiger jaren van de vorige eeuw samen met andere Millhillers het land uitgezet. Onlangs bracht hij een bezoek aan de plek van zijn eerste liefde. “Kinderen moesten worden gezegend, huiskamers eveneens met de hele familie aanwezig, terwijl ook gegeten en gedronken moest worden en verhalen werden verteld”. Geloof dat leeft De christengemeenschappen van het bisdom Miri bruisen van leven. Fons Eppink mhm raakte diep onder de indruk tijdens een recent bezoek. “De cel groepen in Bintulu zijn niet naar binnengekeerd, alleen bezorgd om hun eigen knusse religieuse inspiratie. Verre van dat! Het welzijn van de hele christengemeenschap is duidelijk hun focus”. John Kaiser Musical In augustus 2000 werd John Kaiser mhm op geweldadige wijze om het leven gebracht in Kenia. Hij betaalde de ultieme prijs voor zijn inzet voor een meer rechtvaardiger samenleving. Zijn leven en geweldadige dood inspireerden Hans Burgman mhm tot het schrijven van een musical. Dit jaar mei werd die opgevoerd in Kisumu, Kenia, ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de congregatie van Mill Hill. Een rijke ervaring Dick Marcus mhm, onlangs teruggekomen uit Brazilië, kijkt terug op achtentwintig jaar inzet voor en met de armen in Seropédica en Angra dos Reis.” Wat mij ook had getrokken naar Brazilië was het belang van de basisgemeenschappen. Ons doel was niet om allen naar de grote hoofdkerk te krijgen, maar om de plaatselijke groepen te versterken, leiders te kweken en voorgangers voor de zondagdiensten”.

RUBRIEKEN

Nieuws uit de regio............................................................................................................…….18

In memoriam Jan van Luijk, Toon Jacobse, Nico Konings...........................…………………19

3


TATAU In zeventiger jaren van de vorige eeuw was Ben Engelbertink mhm werkzaam en gelukkig Maleisisch Borneo. Onlangs ging hij er weer op bezoek in Tatau. Nostalgie? Hij zag grote veranderingen en vond ook nieuwe inspiratie. Een verhaal van zaad dat wortel heeft geschoten. Ik ben nu weer terug geweest in Tatau, op tijd om nieuwjaar te vieren op één juni. Vroeger was er een stam in Sarawak die Tatau heette. Er is niets meer van over, behalve dat de naam gebleven is voor de Chinese bazaar, een handelscentrum voor de hele streek van de rivier de Anap. Ik was uitgenodigd om weer eens op bezoek te komen, “want”, zo zei de zoon van een gebedsleider, “veel van jouw tijdgenoten zijn reeds heengegaan”. Zijn vader, een gebedsleider in een langhuis van 93 deuren, d.w.z. van 93 families, was ook reeds overleden.

Op twee juni zou de plechtigheid van het laatste afscheid, een jaar na zijn overlijden, plaatsvinden. Tot mijn spijt kon ik er niet heengaan, want ik had reeds beloofd aan de zoon van de eerste christen in de bovenstroom van de Anap om zijn huis te komen inwijden. Een eigen plek!

Soms zie je twee ogenschijnlijk identieke plaatjes in een krant met het verzoek om de tien verschillen op te zoeken. Ik moest hieraan denken toen ik al een paar dagen terug in Sarawak was. Verschillende keren hoorde ik mezelf zeggen: “Bij ons in Belanda, in Holland, doen we het zo”. Het ging niet alleen om het verschil in land en ook niet om het verschil in tijd. Veertig jaar geleden heb ik Sarawak verlaten. Tien jaar was ik er helemaal ‘senang’ - tevreden en ik was dan ook pittig kwaad op de overheid die mijn werkvergunning niet wilde verlengen. Dat was toen, verleden tijd. 4

Zijn grootvader had zijn vader opdracht gegeven een brief naar de bisschop (Anthony Galvin) te schrijven met het verzoek om een priester te sturen, want het hele gezin wilde gedoopt worden. Dat was rond 1967. Ik mocht er heengaan in 1969 na Tjeu Knapen, Frans Baartmans, Fred Franklin. De zoon, Thomas, werkt in de stad. Zoals zovele Ibans bouwde ook hij zijn eigen vertrek in het langhuis van zijn vader. Met kerstmis en nu met nieuwjaar (1 juni) zijn de langhuizen vol. Buiten deze twee grote feesten zijn slechts enkele mensen aanwezig, waardoor de


pastores slechts zelden de langhuizen bezoeken.

met vroeger, maar iedereen was trots om zijn eigen rijstwijn te presenteren.

Op oudejaarsavond hadden we een eucharistieviering in het huis van de vader van Thomas, bijgewoond door ongeveer 150 mensen. De dag daarna werd het huis van Thomas ingezegend. Na een gebed werd ik verzocht om een

Ook was ik al uitgenodigd om aanwezig te zijn bij de viering in Sibu, 150 jaar Mill Hill. Slechts kort heb ik gesproken met enkele nieuwe Mill Hillers uit Afrika, uit Azië. Trots ben ik weer om Mill Hiller te zijn, samen met mensen die een keuze

Iedereen welkom!

bamboe, gevuld met rijst, tegen de grote paal te slaan. Er werd nog meer gebeden en gezongen. De zegen was heel speciaal, een soort communie, want de bamboe werd helemaal opengemaakt en de rijst werd in plakjes gesneden, op de punt van een zwaard gelegd en aan mij gegeven met het gebed dat mijn ziel even sterk als het ijzer van het zwaard zou mogen zijn. Daarna moest ik iedereen een plakje rijst in de mond leggen met eenzelfde gebed. Uiteraard vloeide de rijstwijn overvloedig; het viel me op dat er veel minder dronkenschap was vergeleken

maken voor hen die leven aan de rand van de samenleving en die “eenheid proberen te vestigen door het breken van het ene brood” (Kard. Vaughan). Er was zoveel te beleven in deze drie weken, die voorbijgingen als in een droom. Ergens was de plechtigheid om een rouwperiode te beëindigen. De zoon van een van mijn goede vrienden daar was verongelukt. Ik mocht voorgaan in deze viering. Gebeden werden beleefd. Gezangen kwamen uit de harten. Op het eind moest ik plaats nemen op een grote gong, een schaaltje wijwater naast 5


Samen eucharistie vieren

me, een kippenkop binnen handbereik voor degenen die niet christen waren en zich met het bloed van de kip moesten tekenen en glazen rijstwijn. Er scheen geen eind te komen aan de lange rij mensen, bij wie ik de tekenen van de rouwperiode, een zwarte band om de arm, een stukje haar, moest verwijderen met een groot zwaard. Kinderen moesten worden gezegend, huiskamers eveneens met de hele familie aanwezig, terwijl ook gegeten en gedronken moest worden en verhalen werden verteld. Verhalen van vroeger, bekommernissen van deze dagen, het lijden van vroeger en het geluk van deze tijd nu zoveel van hun kinderen werk in de stad hadden.

is nu weer te klein geworden. Men denkt er over of om een nieuwe kerk te bouwen, of om de huidige kerk uit te breiden. De oudere mensen rusten. De jongeren hebben een taak: zorg voor de gemeenschap, de kerkelijke gemeenschap, de gemeenschap in de langhuizen, de samenkomsten en gebedsbijeenkomsten in de stad. Zitten op de grond spaart heel veel ruimte; ik telde 70 mensen in een kamer. Gelukkig was ik, de oudere man, die op bezoek kwam, die alle gastvrijheid kon genieten, die de taal nog kon spreken, en die ook beloofd heeft om de geschiedenis van vroeger op papier te zetten, ook in de Iban taal. Het verhaal van Tatau, gegrift in mijn hart. Ben Engelbertink mhm

Velen hoefden niet meer het zware werk van de rijstplantages te ondernemen. In plaats daarvan zijn er nu palmolieplantages, werk voor de jongeren; het is zwaar werk, maar de ouderen mogen rusten. De kinderen hebben allemaal een auto in plaats van een prauw, hebben nu allemaal twee huizen, een in de stad, een in het dorp. De kerk, het huis voor de catechisten, het gastenverblijf, waarmee we zijn begonnen in 1969, zijn allemaal verdwenen. De tweede kerk is weer afgebroken. De derde kerk in Tatau 6

Dans van de neushoornvogel


7


GELOOF DAT LEEFT Op bezoek in Sarawak op uitnodiging van een oud-student en huidig Mill Hill missionaris afkomstig uit Kenia – Mathews Olili - ben ik diep onder de indruk geraakt van de bruisende energie van de geloofsgemeenschappen in het bisdom Miri. Fons Eppink mhm Je ontkomt er niet aan in het bisdom Miri, Sarawak, Maleisië, de ‘home cell groups’ (HCG). Ze zijn als de rode bloedcellen in de aderen van de katholieke kerkgemeenschap. Je zou ze kunnen bestempelen als basisgemeenschappen met een sterk

vertelt Thomas Ankoh mij. “ We komen wekelijks bij mekaar om samen het evangelie van de volgende zondag te lezen en uit te diepen. De inzichten en opmerkingen van andere leden van de groep inspireren mij en voeden mijn geloof. Onze gezinnen zijn er ook bij

Oud en jong doen mee!

charismatische inslag. In de stad Bintulu in het bijzonder bruist het van vitaliteit en aanstekelijk enthousiasme. “Mijn deelname aan de charismatische cel groepen heeft mijn geloof een nieuwe impuls gegeven en verdiept. Van een passieve consument die de meeste zondagen getrouw naar de kerk ging, ben ik een actieve medewerker van de gemeenschap geworden”, zo 8

betrokken en elke groep neemt ook bepaalde taken in de grotere gemeenschap op zich”. De cel groepen in Bintulu zijn niet naar binnengekeerd, alleen bezorgd om hun eigen knusse religieuse inspiratie. Verre van dat! Het welzijn van de hele christengemeenschap is duidelijk hun focus. Al naar gelang de aanwezige


talenten en vaardigheden maken de leden van de groep zich dienstbaar in de wijde gemeenschap. Doopsel voorbereiding en catechese voor leerlingen van het basis- en middelbaar onderwijs, voorbereiding voor het vormsel, ziekenbezoek, zorg voor minderbedeelden: de leden van de cel groepen zetten zich ervoor in. Dit is duidelijk een kerk met stevige wortels. De zondagsliturgie met inbegrip van de zang wordt elke zondag door een andere groep georganiseerd. Een recente bezoeker uit Duitsland in de parochie

Korea. In de jaren tachtig van de vorige eeuw heeft een delegatie van twee priesters, twee catechisten en twee leken een bezoek gebracht aan ZuidKorea. We waren uiterst nieuwsgierig naar de bron van het nieuwe élan van de kerk in dat land – grotendeels te danken aan de charismatische vernieuwing”. Ze kwamen terug, enthousiast over wat ze daar hadden gezien en meegemaakt, en gingen meteen aan de slag om deze vernieuwing ook in het bisdom Miri van de grond te krijgen. Nu, 25 jaar later,

Prijs de Heer!

van St Anthony in Bintulu was dol enthousiast over de bruisend levende vieringen, zo vertelt een parochiaan mij. Hillary Mawan, een van de ‘steunpilaren’ van deze kleine christengemeenschappen, praat mij bij over het onstaan van deze heropleving van de katholieke gemeenschap. “De oorspronkelijke inspiratie komt uit Zuid-

zijn de ‘home cell groups’ niet meer weg te denken uit de kerkgemeenschappen van Bintulu. Onderverdeeld in taalgroepen zijn er alles bij elkaar een kleine honderd zulke groepen in de stad: 60 Ibansprekend, 20 Chinees, 15 Engels, en 6 Bahasa Malaysia. Thomas Seo, lid van de kerngroep, wil graag iets kwijt over zijn ervaring met 9


Is dit een verhaal zonder schaduwkanten, bijna te goed om waar te zijn? Je zou het bijna zeggen. Ik ben hier voor de eerste keer op bezoek en zeer onder de indruk van de betrokken bevlogenheid van de mensen die ik heb ontmoet. Naief?

dit proces van kerkvernieuwing. “Van kritisch belang is de veranderende rol van de priester doordat leken het heft in handen nemen. De gewijde bedienaren zijn nu minder afgeleid door allerlei neventaken. Zij kunnen zich toeleggen op de sacramentele bediening, op geestelijke en pastorale begeleiding, op geloofsverdieping, en de opleiding en vorming van goede leiders”. Thomas heeft zelf een boek samengesteld en uitgegeven dat ‘Imanuel’ heet in de Iban taal met commentaar op de evangelie lezingen voor elke dag. Het wordt in het hele bisdom gebruikt. Maar de meest opvallende en belangrijke activiteit van de cel groepen is misschien wel hun missionaire inzet. Regelmatig nodigen de leden vrienden en collega’s van hun werkplek uit om eens te komen ‘snuffelen’ bij een samenkomst. Van het een komt dan vaak het ander: de gemeenschap blijft groeien. Thomas vertelt me een verhaal dat me doet denken aan de Handelingen van de Apostelen. Een cel groep werd gevraagd door een ‘Twai Rumah’ (hoofdman van een langhuis) hem bij te staan op zijn ziekbed. Toen hij stierf, gaven de andere huishoudens in het langhuis aan christen te willen worden. Vorig jaar hebben ze in de parochie van St Anthony 300 doopsels gevierd, de meeste daarvan volwassenen. 10

De uitdagingen zijn naar de maat van de inzet, dat mag ook duidelijk zijn. Allereerst is er het agressieve islamiseringsbeleid van de centrale regering, dat veel mensen, vooral jongeren, zwaar onder druk zet. Zal de volgende generatie in Sarawak door dezelfde geest geraakt worden en tot diep persoonlijk geloof komen? Fr. Varghese SJ, psycholoog werkend in Kuching: “Het geloof van veel mensen hier blijft aan de oppervlakte en steunt vooral op sociale cohesie”.

En de secularisatie zoals we die in Nederland kennen? Het antwoord van Fr James Ting, pastoor in een bloeiende parochie in Sarikei, die vijf jaar in Australië heeft gewerkt, laat niets aan duidelijkheid te wensen over: “Natuurlijk komt die hier, de eerste tekenen zijn er al”. Maar hij voegt eraan toe: “ Ik denk dat de sterke gemeenschapsband van de langhuizen een buffer vormt tegen de individualiserende tendensen van de postmoderne tijdgeest. En in de steden zijn de cel groepen een voortzetting van die gemeenschapscultuur”. Een Maleisisch antwoord op secularisatie? De toekomst zal het uitwijzen. Fons Eppink mhm


Fr James Ting en parochiaan 11


JOHN KAISER MUSICAL Hans Burgman mhm heeft er jaren aan gewerkt. Een musical over het leven en de geweldadige dood van John Kaiser mhm, stem van de verdrukten in Kenia. In mei dit jaar was het zo ver. De John Kaiser musical werd opgevoerd in Kisumu, Kenia, ter gelegenheid van het 150-jarig bestaan van de congregatie van Mill Hill. Een bewogen relaas.

Zuchten van opluchting heb ik dezer dagen geslaakt, want een project waar ik drie jaar mee geworsteld heb, is afgesloten met een mooi succes. Dit jaar viert onze missionaire Mill Hill organisatie zijn 150-jarig bestaan. Drie jaar geleden nodigde ons hoofdbestuur ons uit om op de proppen te komen met ideeën over een feestelijke viering.

Ik dacht toen: zou een opera of musical over mijn collega John Kaiser niet wat zijn? Dat was een legendarische Amerikaanse collega van ons, die bij de Maasai werkte. Toen daar in de negentiger jaren onlusten ontstonden, omdat de Maasai met lede ogen zagen dat mensen van andere stammen hun land opkochten, sprong hij voor de opgejaagde vluchtelingen in de bres. Dat bracht hem in scherp conflict met plaatselijke politici. Die slaagden er in om hem overgeplaatst te krijgen naar een afgelegen Maasai dorp. Daar kwam hij weer in moeilijkheden met de politici, omdat die meisjes verkrachtten. Voor die meisjes spande hij een geding aan tegen hoge omes. Hij werd van alle kanten gewaarschuwd dat hij een gevaarlijk spel speelde. Hij werd ook 12

steeds meer in de steek gelaten, op het laatst zelfs door de verkrachte meisjes die hun aanklachten introkken. Tenslotte belde een van die meisjes hem op dat ze wilde onderduiken en vroeg hem haar te komen helpen. Hij beloofde haar op te vangen op een plek bij Naivasha. Maar toen ze elkaar daar ‘s nachts ontmoetten, overvielen politiemannen hem en werd hij vermoord. Hij had zijn jachtgeweer bij zich; de moordenaars legden dat zo neer dat het op zelfmoord leek. Dat gebeurde in het jaar 2000. Daar heb ik dus een libretto van gemaakt, met een dozijn “reien” en dansen. Ik kende John heel goed. We waren geen hele dikke vrienden, want hij was erg Amerikaans conservatief. Maar dit was natuurlijk al te gek. Ook het verdere verloop. De overheid stelde een onderzoek in en nodigde de FBI uit om mee te doen. Politiek lag dit moeilijk, omdat Kenia voor de USA een belangrijke bondgenoot was. De Amerikanen gooiden er dan ook een beetje met de pet naar, en gaven als hun opinie dat het wel eens zelfmoord zou hebben kunnen zijn. In de slotconclusie van het committee werd dat: we mogen ervan uitgaan dat John Kaiser zelfmoord gepleegd heeft.


Scène: John Kaiser in de bres voor verkrachte meisjes.

De Keniase bisschoppen en Mill Hill hebben toen een onafhankelijk onderzoek laten doen en daaruit bleek dat het onmogelijk zelfmoord kon zijn, omdat de dodelijke schoten vanaf twee meter gelost waren. Ook had hij bloed aan de binnenkant van zijn broekzak. Verder lag op de plaats des onheils maar de helft van zijn hersens, waar bovendien helemaal geen stof van de weg aan zat; ook waren er nergens kogels te vinden.De officiĂŤle uitslag werd dus: wel degelijk moord. Het was onbegonnen werk om een verder proces aan te spannen, dus daar hield het drama mee op. Ik was bij de begrafenis, met duizenden anderen die de politici luidkeels uitscholden; en het meisje, dat door de moordenaars als lokaas gebruikt was, lag op de kist

te huilen. Drama genoeg dus voor een musical. Een heel jaar lang heb ik in Kenia gezocht naar musici en uitvoerenden, maar het resultaat was nihil. Totdat ik het in Kisumu probeerde via afgestudeerden van onze Kunstacademie. Uit hun midden kwam een uitstekende werkgroep. Die hield in december een openbare auditie waar 16 zangers, 12 dansers en 25 acteurs op af kwamen, uit alle lagen van de bevolking. Ook diende zich een

13


uitstekende musicus aan. Vanaf begin januari hebben die allemaal vier keer per week geoefend. Ik kreeg daarmee wel veel op mijn bord, want zaalhuur en geluidsinstallaties, kostuums, vervoer, uitnodigingen en financiën moesten allemaal geregeld worden. Mijn collega’s hielden zich afzijdig, want ook voor hen was dit een terra incognita, temeer, omdat het jonge Afrikaanse collega’s waren; hun jubileum-comité zei dat ze meenden gehoord te hebben dat de musical niet doorging. Maar verder liep alles op rolletjes.

Applaus voor Hans en de spelers

14

Twee uitvoeringen waren er, op vrijdag 20 mei voor genodigden en op zondag 22 mei voor de jongelui van Kisumu, vrije toegang. Beide keren was de grote zaal, met 300 stoelen, vol. Het was echt een groot success. De lui lachten om het bullebakken-gedrag van de politie en om het gekonkel van de politici, en heel wat zaten te snotteren bij de begrafenis en de rouwmoedige aria van het meisje. We zien nu met spanning uit naar de DVD die een firma ervan maakt. Hans Burgman mhm


EEN RIJKE ERVARING Dit jaar kwam Dick Marcus mhm terug uit Brazilië om zijn intrek te nemen in St.Jozefhuis. Missionaris op pensioen? Een terugblik op achtentwintig intensieve en inspirerende jaren. we het pastoraat van het brood bakken. De leden van deze groep, allemaal vrouwen, kwamen om beurten naar het bakkerijtje bij de kerk, deelden het brood onder de leden, en verkochten het ook tegen een zacht prijsje aan anderen.

Een bevriende bakker uit de buurt, een Portugees, had geholpen bij de bouw van de bakkerij en had de dames de eerste beginselen van het bakken bijgebracht.

Dick Marcus

April 2016: na 28 jaar ga ik mijn geliefd Brazilië verlaten, na tien jaar in Seropédica aan de rand van de grote stad Rio de Janeiro, en achtien jaar in het toeristenstadje Angra dos Reis. Wat mij had aangetrokken om in Brazilië te gaan werken, was de keuze die deze kerk had gemaakt voor de armen en verdrukten, het werk in de basisgemeenschappen en de belangrijke plaats die de bijbel speelde in dit geheel. In die achtentwintig jaar kreeg ik ruimschoots de kans om dit van dichtbij mee te maken.

De oven stookte op hout, en ik keek steeds uit waar ik hout kon vinden. Vrijwilligers hielpen met het houthakken, anderen met het vervoer ervan, en ik heb zelf ook menig uurtje hierbij geholpen. Later heb ik het oude Volkswagentje weggedaan, en kon voor een zacht prijsje een Toyota-busje kopen, waarin ik het hout kon vervoeren. Het was veel werk, maar was de moeite waard! Wat mij ook had getrokken naar Brazilië was het belang van de basisgemeenschappen. Ons doel was niet om allen naar de grote hoofdkerk te krijgen, maar om de plaatselijke groepen

Mijn eerste ervaring was in Seropédica, een grote en uitgebreide parochie met één hoofdkerk en acht kleinere kerkjes. Er heerste veel armoede en velen hadden weinig of niets te eten. In de gemeenschap van São Benedito hadden 15


te versterken, leiders te kweken en voorgangers voor de zondagdiensten. Iedere gemeenschap had zijn eigen bestuur en regelmatige vergaderingen,

bijbelgroepjes waren wel de kern van deze basisgemeenschappen en droegen veel bij om de groep aktief deel te laten nemen in het leven van de wijk.

Familiebezoek op jubileumdag

waar ikzelf zoveel mogelijk bij moest zijn. Op parochieel niveau organiseerden we kursussen voor leiders en voorgangers, en maandelijks kwamen we allemaal bij elkaar voor evaluatie en planning. Het was prachtig om te zien hoe de mensen groeiden en verantwoordelijkheid op zich namen. In dit alles nam de bijbel een belangrijke plaats in. Er waren bijbelstudies op parochieel niveau, en alle basisgroepen hadden hun eigen groepje om samen de bijbel te lezen en te bestuderen. Zoveel mogelijk probeerde ik aanwezig te zijn bij die groepen, en het was verrassend hoeveel ikzelf daarvan opstak. Deze 16

Zo was het die eerste tien jaar in SeropĂŠdica en daarna die achtien jaar in Angra dos Reis. Daar waren de tegenstellingen nog groter. Er waren wijken in de parochie waar mensen woonden die redelijk goed bij kas waren en andere wijken in de heuvels rondom waar veel armoede heerste. Het was mooi om te zien hoe zij elkaar respecteerden en van elkaar leerden. Zelf heb ik er ook veel geleerd en kan terugzien op achtentwintig mooie en leerzame jaren. Dick Marcus mhm


17


NIEUWS UIT DE REGIO Recente benoemingen. Martien van Leeuwen: herbenoemd als regionaal overste voor drie jaar. Arie Braak: herbenoemd als rector van Missiehuis Vrijland. Theo Geurtsen: benoemd als conrector van Missiehuis Vrijland. Dorus Wübbels: benoemd als lid van het regionaal bestuur.

Martien van Leeuwen

Theo Geurtsen

Arie Braak

Regionaal Bestuur vlnr: Theo Geurtsen, Dorus Wübbels, Toos Beentjes, Martien van Leeuwen (regionaal), René Graat (vice-regionaal), Arie Braak.

18


VASTBERADEN EN BETROKKEN Jan van Luijk Geboren op 8 juni 1944 te Wateringen Tot priester gewijd op 29 juni 1969 Missionaris in Congo (DRC) Gestorven op 1 juni 2016 Jan zocht altijd. Niet zoeken was hem vreemd. Hij zocht niet naar een doel: dat wist hij wel! Maar: hoe komen we daar? Via de volgens hem beste weg. En die was niet altijd zo duidelijk en zeker niet gemakkelijk – voor zijn omgeving niet en voor hemzelf ook niet. Dit dreef hem ertoe zich helemaal in te zetten voor de begeleiding van de nieuw gestichtte Congregatie van de Zusters Thérésiennes van Basankusu (1975). Dat deed hij samen met Monseigneur Matondo, de stichter. Deze laatste en Jan leken in meer dan een opzicht op elkaar: eigenzinnig, ze wisten wat ze wilden, niet te lang overleg, zèlf middelen zoeken, hard werken, goede dossierkennis… Zo zorgde Jan er ook voor dat de centrale bisdom procuur uitgebreid werd met transportmiddelen, opslagplaatsen, allerlei diensten zoals een palmolie kokerij, drinkwatervoorzieningen, inkoop en distributie van medicijnen en schoolbenodigdheden. Organiseren en regelen zaten hem wel in het bloed. Hij kreeg zaken van de grond en in beweging – waarbij andersdenkenden soms beter een beetje uit de buurt konden blijven. Jan zorgde voor de Zusters, zonder onderscheid te maken, met hart en ziel. Hij zorgde voor hun financieel en materieel welzijn en zocht naar duurzame middelen om hun vorming, huisvesting en arbeid op een solide basis te zetten. Tot aan zijn dood is hij hiermee bezig gebleven. Het was dan ook terecht dat de Zusters hem “Tata Sango” noemden: “Papa Pater”. Geleidelijk aan maakte de papa

zich de spiritualiteit van de heilige Theresia van Lisieux eigen. Zij was de patroonheilige en inspiratie van de Congregatie. Ik merkte daar weinig van tijdens de Congo jaren. We hadden het beiden (te?) druk met de zaken waarvoor we aangesteld waren : Jan voor de procuur (met te weinig geld) en ik voor het bisdom (met geen geld). In 2001 kwam Jan naar Nederland; ikzelf in 2007. Uiteindelijk stonden we naast elkaar: beiden pastoor voor drie parochies. Toen konden we écht delen: we kwamen – vooral sinds zijn ziek worden – vaker bij elkaar . Het deed ons beiden goed. Het was ook in die tijd dat zijn geestelijke diepgang duidelijker werd voor mij. Het loslaten viel hem moeilijk. Zo leek het. Totdat bleek hoe diep hij geïnspireerd was door de Kleine Theresia. In zijn agenda schreef hij met haar woorden: “ Ik wil mijn tijd in de Hemel doorbrengen met goed te doen voor de aarde”. Chapeau, Jan, naosakoi! René Graat mhm 19


VOORBEELDIG GASTHEER MET EEN HART VAN GOUD Toon Jacobse Geboren op 18 mei 1924 te Alkmaar Tot priester gewijd op 11 juli 1948 Missionaris in Congo (DRC) Gestorven op 24 juni 2016 We scheelden zo ongeveer 14 jaar en ik moet zeggen dat ik Toon eigenlijk pas leerde kennen in 1989 toen hij bij me op bezoek was in Borneo. Eerst was er de oorlog, toen hij ergens onder de grond zat en ik misschien 3 turven hoog. Daarna ging hij naar England om zijn studie af te maken en in 1948 vertrok hij naar het toenmalige Belgisch Congo (nu DR Congo). Eigenlijk vreemd dat na al die jaren wij in 1989 meteen goeie maatjes waren, maar daar ben je, geloof ik, broers voor. Ja, Toon was een uitbundig iemand, spontaan en soms wat lawaaierig maar altijd even gezellig met een hart van goud Het leven viel hem niet altijd makkelijk vooral in de Congo, waar op een gegeven moment alles in duigen viel vanwege de onafhankelijkheidsoorlog met al de wreedheden van dien. Met veel moeite probeer je iets van de grond te krijgen en dan zie je het binnen de kortste tijd verwoest. Toon vond dat moeilijk te incasseren en er was toen een tijdje dat hij het niet zo erg zag zitten. Maar met groot elan is hij daar bovenop gekomen. Hij had dat grote vertrouwen dat de goeie God wel een oogje in het zeil zou houden. Hij wist dat hij er niet alleen voorstond maar dat God met hem meeliep in goede als ook in bange dagen. Toon was een familie-mens, hij was de “patriarch” van de familie en hij heeft zijn uiterste best gedaan om broers en zusjes en verdere familie op te zoeken, even langs komen, even vragen hoe of het gaat. Zoals hij voor de familie was, zo moet hij ook de laatste 30 jaar 20

voor de mensen in Merwelanden zijn geweest. Altijd een praatje, altijd klaar staan en dat eigenlijk tot het einde toe, behalve dan de laatste twee of drie jaar toen het allemaal niet zo vlotten wilde. Niet alleen was hij een goede missionaris maar hij was ook een uiterst bekwame kok en was dan ook een voorbeeldig gastheer voor iedereen die bij hem kwam tafelen. Hij maakte het gezellig, en gaf iedereen de ruimte om zichzelf te zijn. Nu dat hij van ons is heengegaan, geloof ik stellig dat hij kan aanzitten bij God’s eigen feestmaal als beschreven in het boek van Jesaja.: “Op mijn berg heb ik een feestmaal aangericht, een feestmaal van uitgelezen gerechten en de fijnste wijnen”. En dat is wat God nu zegt tegen Toon: “Toon, schuif maar aan, want je hebt het verdiend” Albert Jacobse mhm


“DEO GRATIAS” Nico Konings Geboren op 9 juni 1924 te Volendam Tot priester gewijd op 11 juli 1948 Missionaris in Kenia Gestorven op 18 juli 2016 Niek kwam in ons leven in 1994 toen wij (Frederik Eijkman en ik) als vrijwilligers werkten in het Family Helper Project in Nangina in Kenia. Een project van de Medische Missie Zusters. Op onze vrije avonden werden we gastvrij onthaald door Niek in zijn huis in Nangina. Hij vertelde ons over het leven in Kenia, de cultuur, zijn basisgemeenschappen (the small basic Christian Communities), werken onder de armen samen met zijn grote steun en toeverlaat Beatrice, de school in Nangina, het missionaire leven, wat het betekent om de handen van Christus te mogen zijn en het katholieke geloof te beleven op praktische wijze. Op deze avonden aten we gewoonlijk tilapia vis. Niek lachte ons hard uit hoe wij de vis aten en deed voor hoe je de vis tot de graat ontleedt en vooral

hoe je moest genieten van de grootste delicatesse van de vis..de ogen…We dronken traditiegetrouw cola met een tik erin zoals hij dat noemde en speelde heel veel dobbelspelletjes Yahtzee. Hij blies in zijn gevouwen handen met de dobbelstenen erin en won dan inderdaad de meeste potjes waarbij zijn lach zo mooi kon schateren. Deze avonden hebben veel voor ons betekend voor de rest van ons leven. Frederik besloot zich te laten dopen, en Niek stond op het altaar toen we trouwden in Nederland. We sloten ons als Mill Hill Associates bij Mill Hill aan en hebben Niek door de jaren heen regelmatig mogen zien. En hem in Volendam opgezocht toen hij daar een keer op verlof was. Hij bracht ons natuurlijk meteen naar de beste palingkraam van heel Volendam, waar hij met open armen werd ontvangen. Hij kende er echt iedereen! Dit jaar besloot ik als vrijwilliger/ verzorgster mee te gaan met de jaarlijkse bedevaartsreis van de Maltezer orde naar Lourdes. Toen ik de 21


deelnemerslijst van de gasten in handen kreeg, zag ik tot mijn grote vreugde dat Niek meeging op de bedevaart. Ik was ontroerd en heel dankbaar dat we na al die jaren ineens samen vijf dagen in Lourdes zouden zijn. We hadden ons allebei aangemeld voor deze reis zonder dat we van elkaar wisten dat we gingen! Het weerzien was hartverwarmend. Niek vertelde me dat hij naar Lourdes was gekomen met één doel: om zijn dankbaarheid te betuigen aan Maria en de Heer voor alles wat hij in zijn leven had mogen meemaken. Hij vond dat hij een heel mooi leven had gehad

sacrament ontving. Een intens moment dat we samen deelden. Nadat hij het sacrament had ontvangen en de andere gasten het sacrament toegediend kregen, fluisterde hij mij toe; waarom krijg jij het sacrament niet? Zal ik het aan je geven? Ik heb voor hem geknield en Niek heeft mij het Heilig Oliesel toegediend. Een moment dat ik in mijn hart koester! Toen ik afscheid nam van Niek bij het vertrek, gaf hij mij de zegen en pakte mijn handen: mogen deze handen het werk van Jezus voortzetten…een opdracht die hij me meegaf.

Nico Konings in Lourdes

en heel veel had om dankbaar voor te zijn, Niek concelebreerde mee bij alle dagelijkse missen die we hadden in Lourdes, zo ook bij de Maria grot en eveneens bij de hoogmis, die werd bijgewoond door 25.000(!) mensen en met tientallen bisschopen. Hij heeft de biecht gehoord voor gasten en verzorgers, hij deed het avondgebed in de zaal, voordat gasten gingen slapen en heeft het sacrament van de zieken mogen ontvangen. Ik werd naar voren geroepen om de handoplegging op zijn schouder te doen toen hij het

22

We wisten alle twee dat het wellicht de laatste keer zou zijn dat we elkaar zouden zien. Het was goed zo. Niek, dank voor je inspirende leven, het missionaire voorbeeld dat je gaf aan iedereen om je heen, als een man met de voeten in de klei en wat je voor de duizenden mensen in de basisgemeenschappen en de vele jongeren en zieken in Kenia hebt betekend. Ik weet zeker dat ik namens Niek spreek als ik zeg: ‘Deo Gratias’ bij de afronding van een prachtig leven. Een herinnering van Nathalie Houben (oud Mill Hill associate)


ONZE OVERLEDEN VRIENDEN Amsterdam Wemeldinge

Mw. Rie A, J. van Eijk-van der Horst, zus van Fr. Karel van der Horst mhm

Mw. A.M.A. Vermeirssen-van der Borgt, echtgenote van C.C.F. Vermeirssen

Wijchen

Mw. Maria Rutten-van Duuren, echtgenote van Fons Rutten, ex-Mill Hiller

Krommenie

Dh. Pierre Welters, broer van Br. Huub Welters mhm, Kameroen

Castricum

Dh. Johannes Cornelius Jacobus Kivit, zwager van Br. Huub de Bij mhm

Weert

Mw. Dina Smolenaars-Cuypers, zus van Br. Cuypers mhm

Wijhe

Mw. Marietje Elshof-Bouwhuis, zus van Br. Gerard Bouwhuis mhm

Nijmegen

Pastoor Antonius Johannes Wissing, oud-inwoner van Missiehuis Vrijland

CONTACTBLAD NEDERLANDSE REGIO VAN DE MILL HILL MISSIONARISSEN Hoofdredacteur: Fons Eppink Redactieraad: Hans Boerakker, Huub de Bij, Jan Appelman, Frans Baartmans Correctie: Piet Korse. Administratie: Theo Geurtsen. Verzending: Harry Reusen 4 nummers per jaar Tel. 026 339 7567 Email: mhmcorrespondent@gmail.com

FOTOGRAFIE Omslag: Lapok, Borneo, Maleisië – Fons Eppink, Huub de Bij, Ben Engelbertink, Hans Burgman, Dick Marcus, Konrad Willeit, Nathalie Houben.

UW TESTAMENT IS NOG BETER WANNEER DE MISSIE DAARIN BEDACHT IS Maak uw legaat voor Mill Hill aldus: “Ik legateer, vrij van rechten, aan De Nederlandse Regio van de Mill Hill Missionarissen Johannahoeve 4, 6861 WJ Oosterbeek”

WAARHEEN MET UW BIJDRAGEN? Persoonlijke giften voor missionarissen NL52 INGB 0001 0669 57 t.n.v. Missieprocuur van Mill Hill Oosterbeek. NL 39 ABNA 0400 2363 11 t.n.v. Nederlandse Regio van Mill Hill, Oosterbeek. Giften voor opleiding van Missionarissen in Afrika en Azië: NL 52 INGB 0001 0669 57 t.n.v. Missieprocuur Mill Hill Oosterbeek. De Nederlandse Regio van Mill Hill is een ANBI instelling vallend onder de groepsbeschikking van de Bisschoppenconferentie van de Rooms Katholieke Kerkprovincie te Utrecht. Uw giften zijn dus fiscaal aftrekbaar en over uw bedragen hoeft geen schenkings- of successierecht betaald te worden. Ons fiscaal RSIN nummer 006583489 Bij voorbaat hartelijk dank.

23


Retouradres: Johannahoeve 4 6861 WJ Oosterbeek.

Contactblad van Mill Hill Administratie & redactie. Johannahoeve 4, 6861 WJ Oosterbeek. Telefoon : (026) 339 8084 E-mail : procuur@mhmobk Internet : www.millhillmissionaries.co.uk

Herfst 2016 Jaargang 50 - nummer 3 Verschijnt 4 keer per jaar Drukkerij voor de Poort – Oosterbeek


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.