HERFST 2018
Zolang de leeuwen hun verhaal niet schrijven, zal de geschiedenis altijd de jager verheerlijken. (Afrikaans spreekwoord)
2
IN DIT NUMMER 4
7
10
13
“Ik voel me weer als missionaris te midden van verschillende culturen” Gouden jubilaris Jac Hetsen mhm is al meer dan tien jaar werkzaam als missionaris in eigen land. De portugeessprekende gemeenschap in Amsterdam is zijn thuis. De missionaire opdracht van de 21ste eeuw kent geen geografische grenzen. In dit nummer een interview met een gedreven missionaris.”Ik voel me allereerst veel meer missionaris dan ik gedacht had, want missionaris zijn hield in ver van je eigen land vertoeven. Maar nu zie ik de missionaire noodzaak van een priester samen met migranten”. Hand in hand met vluchtelingen De internationale parochie van Christ Our Saviour in Den Haag draagt gastvrijheid voor asielzoekers, vluchtelingen en ontheemden hoog in het vaandel. Op initiatief van pastoor Sjaak de Boer mhm en diaken Paul Falke heeft de parochiegemeenschap zijn schouders gezet onder een project dat ondersteuning van statushouders beoogt. “Het kernwoord dat we hierbij hanteren is ‘gastvrijheid’. Het gaat ook om het beschermen en bevorderen van de vrijheid van de gasten (de vluchtelingen), door hen te helpen hier zelfstandig een nieuw bestaan op te bouwen”. De 88-tempeltocht in Japan Voor de vierde keer is Ben Engelbertink mhm dit jaar naar het Japanse eiland Shikoku getogen om de 88-tempeltocht te lopen. Samen met zijn neef René Horsthuis deze keer. “Het was ook een openbaring voor mij om te weten dat het typische Boeddhisme van het eiland Shikoku gebaseerd is op de Bergrede, de acht Zaligheden, van Christus, gevonden door Kobo Daishi, de stichter van dit Boeddhisme, in China toen hij daar het Boeddhisme bestudeerde”. Een missionaris met beide voeten in het beton Met zijn vijftig jaar missionaire ervaring in Kenia is Gerard Kraakman mhm diep geworteld in de streek rond het Victoria Meer. Nog steeds werkt hij er met hart en ziel aan kerkopbouw - levende kerkgemeenschappen èn degelijke kerkgebouwen. “In april 2008 is Gerard begonnen met de bouw van kerken in de vier buitenstaties”.
VERDER NOG Zwarte Eva………….................................................................……………………………………16 Een Millhiller in Chevetogne…….......................................................................………………19
Foto omslag: Mill Hill student, Karunapuram, India
3
”Ik voel me weer als missionaries te midden van verschillende culturen.” Jac (Tiago) Hetsen mhm is al 12 jaar de pastor van de Parochie Nossa Senhora de Fatima in Amsterdam. Begin juli vierde hij zijn gouden jubileum als priestermissionaris. Sinds een tiental jaren is hij verantwoordelijk voor de kerkelijke en sociale oriëntatie van zijn parochianen in Amsterdam, die naast Portugezen en Brazilianen ook Kaap Verdiërs, mensen uit Goa, India, enkele andere Latijns Amerikanen en zelfs enige Nederlanders onder zijn leden heeft. Ter gelegenheid van zijn jubileum hebben we een interview afgenomen met pater Tiago die een ”Portugees hart” heeft. Hoe ben je in deze parochie gekomen, die eerst alleen Portugezen, maar nu een meerderheid van Brazilianen heeft? Het was op uitnodiging van het bestuur die een nieuwe pastor zocht, omdat de vorige priester vanwege gezondheidsre-
Wat trof je daar aan aan toen je daar begon te werken? Ik trof daar een Portugeessprekende gemeenschap aan die ik niet kende met Portugezen en Kaap Verdiërs, en ook enkele personen uit Goa, India en enkele Nederlanders. Ik kende alleen Brazilianen.
Met een Portugees hart
denen zich terug moest trekken. Ik had ook een uitnodiging voor de veel grotere Portugeessprekende parochie in Rotterdam, maar ik koos voor Amsterdam, omdat die op dat moment geen priester meer hadden. 4
Hoe voel je je in deze parochie? Ik voel me allereerst veel meer missionaris dan ik gedacht had, want missionaris zijn hield in ver van je eigen land vertoeven. Maar nu zie ik de missionaire noodzaak van een priester samen met migran-
ten. Hier is een tekort aan priesters en ik voel me aangetrokken tot deze mensen en voel me weer als een missionaris temidden van verschillende culturen. Hoe gaat het met deze parochie? Dankzij God hebben we een levende gemeenschap, ofschoon de tweede generatie Portugezen zich op grotere afstand van het parochieleven bevindt.....Zij komen alleen nog voor doopsels en huwelijken. Ik voel me hier op mijn gemak, omdat het een internationale en intercontinentale gemeenschap is, waar je verschillende
en vriendschap gedaan, ten bate van de parochianen. Dat maakt me gelukkig. Hoeveel parochianen denk je dat er zijn? Het is erg moeilijk om het aantal precies te tellen. Ik schat van ongeveer 500 mensen met wie wij in contact staan. Het is ook duidelijk, dat behalve de liturgische vieringen het sociale aspect zeer belangrijk is. Het werk van steun aan de Brazilianen die zonder documenten zijn, is een noodzakelijk werk. Ze worden veelal uitgebuit door hoge huren, die ze moeten
Volle kerk!
talen moet spreken. Van de andere kant is de samenwerking onder elkaar goed. Het groepswerk van de vrijwilligers van de kantine, van het koor, van de bloemenschikkers en andere diensten van de parochie wordt altijd met liefde, vreugde
betalen. Ze verkeren in een kwetsbare situatie en hebben mijn morele steun, omdat ikzelf ook drie jaar ‘illegaal’ in BraziliĂŤ heb gewerkt.
5
Heeft deze kerk toekomst? We bestaan al 51 jaar. Samen met de Spaansprekende migranten zijn we één van de oudste migrantenkerken in Amsterdam. Ik weet niet of we nog 50 jaren zullen bestaan. Op dit moment gaan we ieder jaar één keer op pelgrimstocht naar O.L Vrouw ter Nood te Heilo. We vieren ook het feest van St. Antonius, oftewel het Juni Feest. We hebben een volksdans groep genaamd S. Martinho. We hebben cursussen om Nederlands of Engels te leren. Maar de waarheid is, dat deze migrantenparochies tijdelijk zijn, want in enkele jaren tijd, zal de Portugese of Spaanse taal bijna niet meer gesproken worden. Maar dat is eigen aan een migrantenkerk, vermoed ik. Ofschoon het gebouw aan de parochie gemeenschap behoort, hebben jullie problemen.
Hoe kunnen deze problemen opgelost worden? We hebben serieuze problemen met wateroverlast vanwege het hoge peil van het grondwater. Daarom is onze toekomst op deze plaats onzeker. We weten niet of we kunnen blijven of moeten verhuizen naar een andere plek. Waarschijnlijk moeten we samendoen met een Nederlandse parochie. Het bisdom heeft laten weten, dat het niet loont om in een oud gebouw te investeren. Het officiële besluit om te verhuizen is nog niet genomen, maar alles duidt erop, dat het in die richting gaat. Wilt u een boodschap geven aan uw parochianen? Ik hoop en wens dat de samenwerking tussen ons blijft doorgaan en dat de verstandhouding tussen Portugezen en Brazilianen mag groeien en dat ons samenleven vruchtbaar mag zijn voor ons geloof en dat de mensen elkaar tot steun zijn door hun voorbeeld. En gebed. Ik zie dat als een noodzakelijk iets. Jose Oliveira.
Groot feest!
6
Hand in hand met vluchtelingen. De campagne ‘Share the journey’ van Caritas Internationalis wil een ‘cultuur van ontmoeting’ bevorderen tussen migranten, vluchtelingen en lokale gemeenschappen. De vier werkwoorden uit paus Franciscus’ Boodschap voor de Werelddag van de Migranten en Vluchtelingen van dit jaar spelen daarin een grote rol: verwelkomen, beschermen, bevorderen en integreren. Hoe doe je dat nu in de praktijk? De internationale Engelstalige parochie Church of Our Saviour in Den Haag geleid door Sjaak de Boer mhm biedt een goed voorbeeld. Voormalig geassocieerd lid van Mill Hill, Anthony Heinsbroek, is een van de coördinatoren.
Church of Our Saviour, Den Haag
“Het B-COS Hand in Handproject is in eerste instantie gericht op het ondersteunen van statushouders in Nederland en in Den Haag in het bijzonder,” vertelt Anthony Heinsbroek, sinds vorig najaar een van de coördinatoren. “Het kernwoord dat we hierbij hanteren is ‘gastvrijheid’. Het gaat niet alleen om een open, verwelkomende en betrokken basishouding, of de bereidheid om vluchtelingen te laten delen in de eigen welvaart en privileges. Het gaat ook om het beschermen en bevorderen van de vrijheid van de gasten (de vluchtelingen) hier, door hen te helpen zelfstandig een nieuw bestaan op te bouwen, op basis van hun eigen talenten en dromen.” Aanleiding voor het opzetten van dit project was de grote vluchtelingenstroom naar Europa in het najaar van 2015. Daarnaast wilde de parochie een tegengeluid bieden tegen de toenemende angst en intolerantie ten aanzien van ‘de vluchteling’ en ‘de vreemde’ in het algemeen. Heinsbroek: “Dat er
binnen de Church of Our Saviour vrij snel zoveel animo voor het project ontstond, heeft waarschijnlijk ook te maken met het internationale karakter van de parochie. Deze telt 95 nationaliteiten. Veel leden zijn buitenlanders: ze zijn werkzaam op hoofdkantoren van multinationals, bij internationale organisaties of op ambassades. Hoewel vaak geprivilegieerd in materiële zin, zijn ze toch vertrouwd met het gevoel van vreemdheid en ontworteling en erkennen des te sterker de grote waarde van gastvrijheid en gemeenschap.” Daarnaast laat de parochie de laatste jaren een groei zien van jonge Nederlanders met een buitenlandse partner. Zelf heeft Heinsbroek drie jaar in Afrika gewerkt en weet dus ook uit eigen ervaring wat het betekent om te leven in een land waar men je moedertaal niet spreekt. De Church of Our Saviour is een bloeiende parochie, waar wekelijks meer dan 1000 mensen eucharistie vieren en bijna 50 werkgroepen actief zijn. Het initiatief voor het project ging uit van pastoor Sjaak de Boer mhm (Mill Hill Missionaris) en diaken Paul Falke. Zij hebben een oproep voor vrijwilligers gedaan. De response was groot. Bij de eerste sessie kwamen 40 mensen, bij de tweede sessie 35. De meesten van hen waren expats, die zelf geen Nederlands spraken. De vluchtelingen willen geen Engels leren, maar Nederlands. De groep werd daardoor wel kleiner. 7
In die sessie heeft Vluchtelingenwerk informatie gegeven over vluchtelingen, wat ze hebben meegemaakt in hun eigen land en onderweg, wat ze hier verwachten, wat ze in Nederland hebben meegemaakt tijdens de asielprocedure en dat ze heel sceptisch worden. Constant is immers de boodschap: “U moet misschien terug naar uw land.” Uit deze sessie is uiteindelijk het B-COS Hand in Handproject voortgekomen. Het project richt zich op statushouders in Den Haag. Dat zijn vooral Syriërs en
- dus om samen op een laagdrempelige manier de vele facetten van de Nederlandse samenleving te ontdekken. Vervolgens biedt men ook wekelijkse Nederlandse lessen aan, zogenaamde ‘conversatielessen’, die gegeven worden door vrijwilligers uit de parochie met een achtergrond in het onderwijs. Kleine groepjes vluchtelingen komen hiervoor bij de parochie ‘aan huis’ om met elkaar en met de leerkracht zich verder te bekwamen in de Nederlandse gesprekspraktijk. Leer- en werkboeken
Heerlijk samen eten.
Eritreërs. De parochie wil hen helpen integreren in de samenleving. Niet via een integratiecursus, maar via praktische activiteiten waarin de ontmoeting van mens tot mens centraal staat. Praktische activiteiten. Allereerst uit zich dit in het buddy-project. Vluchtelingen worden individueel door mensen uit de parochie verwelkomd om samen wat te praten, te koken, een uitstapje te ondernemen enz. 8
zijn ondergeschikt aan de concrete ontmoeting en het ‘common-sense’-aspect van taal als communicatie. Tenslotte organiseert men een aantal activiteiten waarbij een meer symmetrische uitwisseling tussen vrijwilligers en vluchtelingen mogelijk is, rondom bepaalde activiteiten en gedeelde interesses. Dat kan bijvoorbeeld een bezoek zijn aan de Dream Factory van Omar Munie, een voormalige vluchte-
ling die zich tot mode-icoon heeft opgewerkt en veel bezig is met de vluchtelingenthematiek of bezoeken aan de Tweede Kamer, het Gemeentemuseum, het Panorama Mesdag of de bibliotheek. Soms maakt men ook samen fietstochten of een bustocht. Populair zijn ook de maandelijkse internationale kookavonden in het parochiecentrum met als titel ‘Soul Kitchen’. Samen een maaltijd gebruiken is heel belangrijk voor de onderlinge ontmoeting. In het begin werden de vluchtelingen vooral door Vluchtelingenwerk aangeleverd
hun culturele of religieuze achtergrond terecht kunnen, waar zij werkelijk helemaal zichzelf mogen zijn, ‘no strings attached’. Wij willen gemeenschap vormen met deze vluchtelingen, in zowel de pijnlijke of kwetsbare als de plezierige aspecten van het menselijk bestaan, zonder dat dit onmiddellijk met een religieus-morele verantwoording gepaard moet gaan. Dat wil zeggen: uiteraard kunnen we dit engagement niet losmaken van onze eigen christelijke inspiratie, maar het
Even d’r uit.
voor de activiteiten. Tegenwoordig nemen vluchtelingen, die meedoen aan een activiteit andere vluchtelingen mee, b.v. naar een maaltijd. Motivatie. Waarom heeft de parochie deze activiteit opgezet? Heinsbroek: “Wij denken dat het heel belangrijk is om vanuit de katholieke Kerk een vrijplaats te creëren waar vluchtelingen ongeacht
staat de vluchtelingen vrij de vruchten van die inspiratie op hun geheel eigen manier te plukken. Die vrijheid heeft een heel sterke uitwerking op de mensen die we hier in onze parochiegebouwen ontvangen: het maakt hen juist veel ontvankelijker en stelt hen ook beter in staat iets van henzelf te geven.” Jan Maasen
9
10
Pelgrims René Horsthuis en Bert Engelbertink. ‘Het wordt een hele klim!’
De 88-tempeltocht in Japan Het pelgrimeren zit Ben Engelbertink mhm in het bloed. Voor de vierde keer liep hij onlangs de Tempeltocht op het eiland Shikoku in Japan – 76 jaar oud en met een pacemaker! – samen met zijn neef René Horsthuis. Zoals blijkt uit zijn verhaal is zo’n tocht vooral een innerlijke en spirituele verkenning. Deze pelgrimstocht is niet zo bekend als de Santiago de Compostella tocht, maar beide hebben veel gemeen. Zo zijn deze tochten allebei begonnen rond de 8ste - 9de eeuw. Je kunt er naar toe met de bus, fietsend of wandelend. Op beide routes kun je blaren krijgen. Op beide routes ontmoet je mensen met eenzelfde doelstelling; het zijn routes van ontmoeting. Mijn ervaring met de Tempeltocht, de Henro Michi op het eiland Shikoku, begon tijdens mijn tocht van Enschede naar Santiago, 16 jaar geleden, toen ik daar een Japanner ontmoette, die zei dat het even gemakkelijk (of moeilijk) is voor een Nederlander om in Japan te lopen als voor een Japanner om in Spanje te lopen. Met behulp van een Franciscaan, die al meer dan 50 jaar in Japan werkt, is het me gelukt en sindsdien ben ik er aan verknocht/ verslaafd/geboeid en heb onlangs voor de vierde keer deze tocht gelopen, dit keer niet alleen, maar met een neef van mij, René Horsthuis, die de film over mijn leven in Sarawak heeft gemaakt. Graag wil ik nu twee dingen met jullie delen. Allereerst: wat houdt ons bezig tijdens deze pelgrimstocht van 40 dagen? Ten tweede, hoe ben ik missionaris op een Boeddhistische pelgrimstocht? Deze pelgrimstocht bestaat eigenlijk uit een bijzonder thema voor elk van de vier provincies op het eiland. Voor ons was het tien dagen lang denken en praten over ‘het spiritueel wakker worden’; een bewustwordingsproces voor je eigen leven; hoe sta je in het leven; hoe komen de woorden van de
Smakelijk!
Boeddha of van de Christus tot je? Daarna kwam er een periode van tien dagen om jezelf te trainen in onthechting: kun je afscheid nemen van dingen waaraan je gehecht bent? Kun je komen tot verlichting, het thema van de derde provincie? Wat zou dat betekenen voor jou? Ik bleef maar denken aan dat mooie gezegde: hoe fijn om het gehinnik van een paard te horen dat verlost is van zijn lasten. In de vierde provincie werd nagedacht, maar minder gesproken vanwege de moeilijkheid, over het Nirvana oftewel de Hemel. Wat is dat? De hemel op aarde? Een leidraad voor mij was een Japanse wijsheid - Iemand zegt: “Als men dus het hart laat spreken, dan is men wijs?”. De meester antwoordt: “Geen sprake van! Als men het niet in het lichaam laat handelen, is men geen wijze.” (Ishida Baigan) Her en der werd ik gevraagd hoe het kon zijn dat een Christen deze Boeddhistische pelgrimstocht loopt. Het was heel moeilijk om dat uit te leggen, als je slechts een paar woorden Japans tot je beschikking hebt, maar met weinig woorden en veel gebaren 11
Kobo Daishi neemt afscheid van zijn leerlingen (Afscheidsrede van Jezus in Joh. 14 - 17)
probeerde ik te zeggen dat Boeddhisten en Christenen door samen te lopen dichter bij elkaar kunnen komen. In gewoon Nederlands zou ik zeggen dat mijn missionair leven erin bestaat om mensen dichter bij elkaar te brengen, dus ook in een dialoog met Boeddhisten. Ik vond het fijn om grote instemming te mogen horen, maar was me ook bewust van dit kleine gebaar van één mens. Bovendien, het was ook een openbaring voor mij om te weten dat het typische Boeddhisme van het eiland Shikoku gebaseerd is op de Bergrede, de acht Zaligheden, van Christus, gevonden door Kobo Daishi, de stichter van dit Boeddhisme in China, toen hij daar het Boeddhisme bestudeerde.
12
Wanneer ik hoor dat de tocht naar Santiago de Compostella nu aan het ‘vercommercialiseren’ is, dan kan ik toekomstige pelgrims aanraden om deze 88-tempeltocht te proberen, een spirituele verademing. De bergen zijn hoog, de weg van 1300 km is lang, maar de geur van jasmijn vergezelt je bij zovele ontmoetingen langs de weg. Ben Engelbertink mhm In zijn onlangs uitgekomen boek ‘Een weg van jasmijn- de Henro Michi in Shikoku, Japan’, doet Ben Engelbertink uitgebreid verslag van de 88-tempeltocht. Verkrijgbaar bij de auteur.
Een missionaris met beide voeten in het beton. Hij viert dit jaar zijn gouden jubileum: Gerard Kraakman mhm. Vijftig jaar van onafgebroken missionaire inzet aan de oevers van het Victoria Meer in Kenia heeft veel zichtbare sporen achtergelaten. Familieleden, Tiny, Ellie en Frans, recentelijk op bezoek in Kenia, doen verslag van zijn passie – behuizing voor kerkgemeenschap en schoolgaande jeugd.
Looft de heer met tromgeroffel!
Gerard Kraakman mhm vertrok in 1968 naar Kenia. Dat land was in 1963 onafhankelijk geworden, na ongeveer 70 jaar kolonialisatie door het Verenigd Koninkrijk. Zijn eerste jaren werkte hij in enkele dorpen aan het Victoria Meer. Daar prijkt zijn naam nu nog op enkele kerken en scholen, is zelfs een bushalte naar hem vernoemd en wordt hij nog steeds herkend door velen als hij daar nog op bezoek is. Sinds 2003 werkt Gerard als pastoor in de parochie Nanga in Kisumu, Kenia. Zijn assistent Munu Chrysantus
Mbiemieh is ook een priester van Mill Hill en afkomstig uit Kameroen. Nanga is een van de armste buitenwijken van Kisumu. Dit is de derde stad van Kenia, met circa 400.000 inwoners. Nanga omvat een gebied van circa 25 km2. Het is niet bekend hoeveel mensen er wonen, deels in hokjes van golfplaten, zonder vuilnisophaaldienst, stromend water, riolering en veelal ook zonder elektriciteit. Het aantal parochianen van Nanga (regelmatige – minimaal 1 keer per maand - kerkgangers) wordt door de voorzitter van het parochiebestuur 13
Is dat geen mooie kerk?
geschat op 3.000. Daaronder is alle jeugd inbegrepen. Wekelijks er speciale kerkdiensten voor schoolgaande jeugd. De kerk is overvol.
ook zijn de dan
enkele noodzakelijke uitbreidingen gerealiseerd en zijn alle lokalen voorzien van het benodigde meubilair. Dagelijks bezoeken circa 1.200 kinderen deze school.
De parochiekerk is niet het eerste grote project van Gerard in Nanga. De chaos van de naastgelegen basisschool was zo groot dat hij direct na aankomst in 2003 besloot om die renovatie de hoogste prioriteit te geven. Met de hulp van enkele Nederlandse sponsors zijn de gebouwen opgeknapt, werden
In april 2008 is Gerard begonnen met de bouw van kerken in de vier buitenstaties (subparishes), allereerst in Sigalagala. Deze kerk is op 29 juni 2012 ingezegend door de aartsbisschop Okoth van het bisdom Kisumu. Ook het kerkje in Bala is ingezegend door de aartsbisschop. Dat is een mooi
Zeg het met gekleurd glas!
14
gebouwtje geworden met 35 ramen met voorstellingen van Bijbelse thema’s in gekleurd glas, maar toch weer anders dan in de parochiekerk. Er zit duidelijk vooruitgang in de vaardigheid van ontwerper en ambachtslieden om met simpele middelen van gekleurd glas afbeeldingen in de ramen tot uitdrukking te brengen. Nu de kerkgemeenschap van Bala voor de komende jaren is voorzien van een goed onderkomen voor al hun samenkomsten is het de beurt aan de subparish Got Owak. In afwachting van de benodigde bouwvergunning heeft Gerard zijn tijd besteed aan het oudste kerkje van de parochie in Dunga. Die dateert van 1974 en kon dus wel wat onderhoud gebruiken. Er zaten geen ramen in, enkel ventilatieblokken. Die zijn nu vervangen door stalen ramen met
gekleurd glas met weer andere bijbelse thema’s. Deze ramen kunnen ook open en zorgen tijdens bijeenkomsten voor de nodige verkoeling. Gerard mag dan de drijvende kracht zijn, het is ons opgevallen dat de organisatie van zo’n Keniase parochie, met 4 kerkgebouwen in een stedelijke omgeving, zonder fatsoenlijk (naar Europese normen) openbaar vervoer, met voornamelijk krottenwijken, in sterke mate wordt gedragen door een veelheid aan vrijwilligers en ook beschikt over meerdere enthousiaste koren. Er zijn regelmatig verkiezingen voor alle bestuursfuncties en deze worden ook bemenst door jonge parochianen. Tiny Zijp – Kraakman, Ellie en Frans Smit – Kraakman
Puik werk, Gerard!
15
Zwarte Eva Een verhaal over Afrika, de bakermat van de mensheid. Rasverteller Paul de Schipper, auteur van het jubileumboek van de Nederlandse Regio van Mill Hill, doet verslag van een bijzondere reis.
Als de lente komt dan stuur ik jou - rozen uit Naivasha
Terug naar Nairobi. Vaarwel aan het mooie plattelands dorp waar ik weer ruim een week rondliep. Vaarwel aan de timmerman en aan de dorpskroeg van waardin Doreen met de hunkerende ogen. Die verder onoplettend op achterste rij moet hebben gezeten toen de schoonheid werd uitgedeeld. Vaarwel aan haar kroeg waar ik gistermiddag een laatste Tusker dronk, als enige klant, de voor de ingang liggende ezel niet meegeteld. Terug naar Nairobi die nooit slapende metropool van 3 miljoen inwoners. Met een vliegende boemel, een door de lucht hobbelende Cessna Caravan met 12 zitplaatsen. Startend vanaf een hier en daar weggevreten strip buiten de stad Kitale. Wat dat betreft is een polderweg bij Hooge Zwaluwe een betere startbaan. Natuurlijk is chauffeur Owino drie 16
kwartier te laat, hij compenseert het vrolijk lachend met een halsbrekende rit, een lange stofwolk, fietsers en koeien de berm injagend. Om het opgewekt te houden: de radio bericht over een ongeluk met zeven doden: ‘Kitui horror crash’. We vliegen over Eldoret, de thuisstad van de Keniase oud-president Daniel Arap Moi (1924). Waar hij voor zijn Kalenjin volk een mooie, uiteraard naar hem genoemde, luchthaven liet aanleggen. Geheel volgens het nationale principe ‘it’s our turn to eat’ (het is nu onze beurt om te profiteren). Met dit soort ego-projecten schrijft een generatie geriatrische Afrikaanse chiefs hun eigen geschiedenis. Denken ze. Erop rekenend dat: (zolang de leeuwen hun verhaal niet schrijven, zal de geschiedenis altijd de jager verheerlijken). Beneden glinstert de aarde, weerkaatst de zon.
Een meer? Nee, kassen. Complexen à la de Brieltjenspolder bij Made. Tuinbouw. Daar groeien de ‘boontjes uit Kenia’ die bij Albert Heijn liggen. En daar oogsten ze onze ‘tulpen uit Amsterdam’. Nederlandse ondernemers. Met eigen landingsbanen. Tulpen overdag gesneden en ingepakt, in het vliegtuigje van de baas naar de hoofdstad Nairobi en van daar ‘s nachts met KLM, naar Schiphol/Aalsmeer. De volgende dag op de Albert Cuyp. ‘Dutch business’ wijst mijn buurman naar beneden. Deze ‘Dutch business’ heeft typische VOC trekjes, gaat als stromend water naar het laagste punt, dus zijn er ook al bloemkwekerijen in Ethiopië, want daar zijn de lonen nog lager dan in Kenia. Vanuit de lucht zie je hoe elk stukje grond bezet is, een panorama van kleinschalige akkertjes, wachtend op een ruilverkaveling die het land tot een zuivelexporteur kan maken. Van Eldoret over de Mau Forest en de Rift Valley. Dat is de scheur in de
aarde van Ethiopië in het noorden tot Mozambique in het zuiden. Hier onder een boom stond ooit de eerste mensachtige rechtop en ontdekte dat je staand veel verder over de savanne kon kijken. De homo habilis, de handige mens. In 1978 vond de antropologe Mary Leakey in vulkanische as in Noord-Tanzania de oudste voetsporen van de mens: 3,6 miljoen jaar geleden liepen daar twee vroege mensachtigen rechtop. Daar beneden ligt de wieg van de mensheid. Daar liep een zwarte oerEva die haar DNA gaf aan 7 miljard nakomelingen: bloedverwanten. Jawel, meneer Wilders en meneer Baudet, ook aan u! Zwarte Eva leefde 200.000 jaar geleden. Een spierbundel à la Martina Navratilova, donkerharig, niet de enige vrouw op aarde, wel de meest vruchtbare. Tienduizend grootmoeders terug waren we allemaal zwart, tot, 90.000 jaar geleden, een groepje van die zwarte voorouders aan de wandel ging en weg trok uit Afrika en verbleekte.
De Rift Vallei - een enorme scheur in de aardkorst.
17
Ons begin ligt daar beneden, tussen de oude vulkaankraters die hier en daar nog witte stoom blazen. Daar beneden en iets zuidelijker, in de Masai Mara, kun je ervaren waar Noach destijds zijn ark heeft gelost. We landen op Wilson Airport bij de kolkende miljoenenstad Nairobi, waar de geiten op de vierbaans snelweg vrolijk de verkeerschaos vergroten. Wilson Airport. Een strip met veel kleine vliegmaatschappijen, avonturiers vaak. Langs de landingsbaan, kantoortjes en veel vliegtuigen van de United Nations. En door hun assen gezakte verhakkelde toestellen, zelfs een oude Dakota, de buik in het gras. Van hieruit vertrok ik regelmatig naar Zuid-Sudan. Zoals die keer met een Amerikaanse piloot, die eenmaal op kruishoogte met een mond vol kauwgum over zijn schouder riep: ‘You’re fine, man?” Vijf minuten later raakten twee lege oliedrums achterin los en bonkten de rest van de vlucht tegen m’n stoel. Mr. Kauwgum: “Nice
Out of Africa
18
music, eh.. don’t worry, man, those fucking barrels are empty.” (Leuke muziek, eh, maak je geen zorgen, man, die rot vaten zijn leeg). Soms heb je geluk, zoals die keer dat Bob ‘no problem’ Koepp van de Lutheran World Federation me bij herhaling een plaatsje in een Hercules vol maïsmeel bezorgde. Ticketprijs: 1 fles Glenfiddich, 12 years. Eén keer kreeg ik drie weken na zo’n reisje een envelop met een foto van een verkreukelde Hercules langs een airstrip in Zuid-Sudan. Op de achterkant de aantekening van Bob: “You were lucky, Paul”. Even nog een bezoek aan Mill Hill House, het vertrouwde guesthouse van de missionarissen van Mill Hill in Oost-Afrika. Stroopwafels brengen van de Albert Heijn uit Made. Ik krijg er een stevige mok koffie verkeerd, veel melk, boerenkoffie. Dat voelt weer thuis. Paul de Schipper
Een Millhiller in Chevetogne. ‘Ga je ook langs in Chevetogne?’, klonk het aan tafel in Jozefhuis, toen we klaar stonden voor ons vertrek naar de abdij van Orval in de Belgische Ardennen. ‘Er is daar een monnik, Huub Küppers, ex-Millhiller en klasgenoot van verschillenden van ons’. Dat was niet tegen dovemansoren gezegd. Ik was toch al van plan een bezoek te brengen aan deze bekende oecumenische gemeenschap op de terugweg. Een paar auto’s op de parking duidden op enkele medebezoekers. Wandelend rond het duidelijk in contrasterende stijlen opgetrokken gebouw zijn we eerst opgeklommen naar wat de Latijnse kerk bleek te zijn. Een steen met gebeeldhouwd kruis boven de ingang verwees naar de betrokkenheid van de Anglicaanse Kerk bij dit oecumenisch project. Binnen werd onze aandacht als vanzelf getrokken door een imposante muurschildering van de Maiestas Domini (Christus in zijn glorie) in de absis boven het altaar. Geschilderd door een Russiche monnik. Een getegeld labyrinth in de voorhal symboliseert de menselijke zoektocht naar God.
Br. Mattias - Huub Küppers
En zo gebeurde het dat we – reisgenoot Tessa Sheaf en ik – na een stille week in de abdij van Orval de afslag naar het klooster van Chevetogne misten! Het bordje met ‘église orientale’ bij de laatste afslag was dan ook nauwelijks zichtbaar. ‘Ga terug’ klonk het bevelend uit de navigatie. Een smal weggetje leidde ons uiteindelijk naar dit internationaal Benedictijns klooster, prachtig gelegen in het groene zacht golvende landschap aan de rand van de Ardennen. Het zal bij veel lezers ongetwijfeld bekend zijn vanwege zijn inzet voor de eenheid van de christenen, vooral de christenen van de Oosters orthodoxe traditie. Het was vredig en heel stil rond het klooster de ochtend van ons bezoek.
En de Byzantijnse kerk? Het was niet moeilijk om die te localiseren, want aan het andere uiteinde van het gebouwencomplex stak een fel witgeschilderde vleugel met een uivormige toren fel af tegen de rode bakstenen elders. Aan de ingang zat een monnik in Oosters orthodox gewaad rustig te lezen. “Kunt u ons misschien zeggen of hier een monnik woont met de naam Huub Küppers?” “U bedoelt Broeder Mattias? Ja zeker!” Even een belletje, en een paar minuten later stonden we oog in oog met een witgebaarde Broeder Mattias alias Huub Küppers. Hij was zichtbaar opgetogen met dit totaal onverwachte bezoek. “Ik kan me de tijd niet meer herinneren dat ik nog bezoek heb gehad van een Millhiller”! En zo kregen we een ‘insider’ rondleiding van de met prachtige iconen en muurschilderingen versierde Byzantijnse kerk. Helaas was een flink gedeelte niet zicht19
20
Maiestas Domini - Christus in zijn glorie
baar vanwege een wirwar van steigers. “Elk jaar komt hier in de zomer een Poolse groep jongeren die de muurschilderingen een opknapbeurt geeft”, was de uitleg. Al wandelend door het klooster gaf Mattias/Huub ons een beknopt overzicht van de geschiedenis en opzet van deze bijzondere oecumenische monnikengemeenschap. “De gemeenschap splitst zich op in twee liturgische groepen: de ene celebreert volgens de Westerse Latijnse traditie, de andere volgens de Oosterse Byzantijnse, zoals dit in het verleden in sommige kloosters ook werd gedaan. Specifiek aan het monastieke project van Chevetogne is dat deze bi-ritualiteit is aangenomen om oecumensiche redenen om te ijveren en te bidden voor verzoening tussen het Christelijke Oosten en Westen”.
Bij een gezellige kop koffie vertelde Mattias/Huub ons van zijn opleiding bij Mill Hill en hoe hij tien jaar als missionaris in Oeganda had gewerkt voor hij in 1973 intrad in Chevetogne. ‘Je krijgt de groeten van je klasgenoot Hans Boerakker!’ Dat was genoeg om bij hem een stukje herinnering te activeren: ‘Dick Marcus en Frans Baartmans, ja, en wie nog meer..... het is zo lang geleden’. We hebben daarna nog deelgenomen aan het middaggebed – op monotoon Oosterse wijze gereciteerd in drie talen: Russisch, Nederlands, Frans – voor we weer in de auto stapten op weg naar huis. En, de afslag naar de snelweg was snel gevonden. Fons Eppink mhm
Byzantijnse kapel
21
Ontmoetingsdag Mill Hill 29 September 2018 Opnieuw staat er een Ontmoetingsdag bij Mill Hill voor de deur. U bent allen uitgenodigd en van harte welkom op deze dag, zaterdag 29 september 2018. Het thema van de dag is de Oecumene. Wat gebeurt er al en wat zou eigenlijk moeten gebeuren? Is het niet akelig stil op dit gebied terwijl Jezus bad voor zijn volgelingen.: ’Mogen zij allen één zijn’. De spreker voor deze dag is hoogleraar en Dr. Peter Nissen van de Radboud Universiteit. Hij is tevens dominee van de Remonstrantse Kerk. De datum: zaterdag 29 september 2018. A.u.b. aanmelden vóór 10 september 2018 (liefst eerder) bij: Wim van der Salm Sint Jozefhuis 6861 WJ Oosterbeek 016- 3397555 wvandersalm@jozefmhm.nl
Een kijkje op het bi-rituele klooster van Chevetogne.
22
ONZE OVERLEDEN VRIENDEN Emmen
Mw. Catharina Margaretha Wehkamp, zus van Fr. Hennie Wehkamp mhm
Arnhem
Dhr. Sjon Onnekink, echtgenoot van Maria zorgmedewerker, Vrijland
Oudenbosch
Mw. Francesca Adriana de Veth-Oprins, zus van Zr. Christa Oprins
Warnsveld
Dhr. Jos Driever, broer van Fr. Bertus Driever mhm, Vrijland
Raalte Made
Mw. Annie Bouwhuis- Heimeriks, schoonzus van Br. Gerard Bouwhuis mhm Mw. Maria Wilhelmina van Meel-Delhij.
CONTACTBLAD NEDERLANDSE REGIO VAN DE MILL HILL MISSIONARISSEN Hoofdredacteur: Fons Eppink Redactieraad: Hans Boerakker, Huub de Bij, Frans Baartmans, Ger Mooij Correctie: Piet Korse, Eddie Karhof. Administratie: Theo Geurtsen, email: procuur@mhmobk.nl Verzending: Harry Reusen, Otto Perfler 4 nummers per jaar Tel. 026 339 7552 Email: mhmcorrespondent@gmail.com Internet: www.millhillmissionaries.com
FOTOGRAFIE Fons Eppink, Toos Beentjes, Huub de Bij, Paul de Schipper, Corry van den Bosch
UW TESTAMENT IS NOG BETER WANNEER DE MISSIE DAARIN BEDACHT IS Maak uw legaat voor Mill Hill aldus: “Ik legateer, vrij van rechten, aan De Nederlandse Regio van de Mill Hill Missionarissen Johannahoeve 4, 6861 WJ Oosterbeek”
WAARHEEN MET UW BIJDRAGEN? Persoonlijke giften voor missionarissen NL52 INGB 0001 0669 57 t.n.v. Missieprocuur van Mill Hill Oosterbeek. NL 39 ABNA 0400 2363 11 t.n.v. Nederlandse Regio van Mill Hill, Oosterbeek. Giften voor opleiding van Missionarissen in Afrika en Azië: NL 52 INGB 0001 0669 57 t.n.v. Missieprocuur Mill Hill Oosterbeek. De Nederlandse Regio van Mill Hill is een ANBI instelling vallend onder de groepsbeschikking van de Bisschoppenconferentie van de Rooms Katholieke Kerkprovincie te Utrecht. Uw giften zijn dus fiscaal aftrekbaar en over uw bedragen hoeft geen schenkings- of successierecht betaald te worden. Ons fiscaal RSIN nummer 006583489 Bij voorbaat hartelijk dank.
23
Retouradres: Contactblad van Mill Hill Johannahoeve 4 6861 WJ Oosterbeek
Herfst 2018 Jaargang 52 - nummer 3 Verschijnt 4 keer per jaar Verzorgd door: J.J. voor de Poorte - Oosterbeek