4 minute read

VERDER NOG Monument voor vergeten vluchteling

MONUMENT VOOR VERGETEN VLUCHTELING IN BEZUIDENHOUT, DEN HAAG.

Het monument staat naast de Engelstalige RK Church of our Saviour. Het ontwerp is geïnspireerd op het gedicht The Hollow Men van T.S. Eliot, het beeld Les Voyageurs van Bruno Catalano in Venetië en het beeld The Striding Man van Oliffe Richmond uit het Kröller Müller Museum. Het ontwerp van Linette Dijk werd uit ruim twintig voorstellen uitgekozen. Het is een combinatie van een bronzen beeld en metalen plaat met uitsnede. Het monument dient ter nagedachtenis aan vluchtelingen die tijdens hun reis naar een veilige bestemming zijn omgekomen. Cordaid, sponsor van dit project, zet zich al jaren in voor hen die het zwaarst getroffen worden door onder andere extreme armoede, ongelijkheid, geweld, oorlog en vervolging.

Advertisement

De bedoeling is dat bij het monument ieder jaar vluchtelingen, die vaak naamloos en in stilte zijn gestorven, worden herdacht. Voorheen gebeurde dit op de hoek van de Hofvijver voorafgaand aan Allerzielen. Het nieuwe monument in het Bezuidenhout is volgens Cordaid niet alleen een plaats om te herdenken, maar ook om te rouwen, heling en hoop te ervaren.

Sjaak de Boer mhm

GELUK BIJ EEN ONGELUKJE OF TOCH GOD’S VOORZIENIGHEID?

Die vrijdag, 14de maart 2014 in Kameroen is een dag, die ik niet snel vergeten zal: plots zit ik daar in een bijna onwezelijke situatie met een schrikwekkend beeld, dat in mijn geheugen gegrift blijft staan: een ernstige beenbreuk, mijn linkervoet, die bijna haaks tegen mijn been ligt, een broekspijp die al rood begint te kleuren en dit alles tengevolge een onnozel sprongetje. Eerste hulp ontvang ik in ons plaatselijke ziekenhuisje in Baba en nu snel op weg naar het beter uitgeruste ziekenhuis in Njinikom, waar ik tien wekenlang zou blijven.

Uiteindelijk breekt de tijd aan om op verlof te gaan, maar wel in een rolstoel en met de bijna naïeve toezegging aan onze parochianen dat ik tegen Kerstmis wel in Baba terug ben. Hoe anders pakt het uit: terechtgekomen in het medische circuit in Nederland krijg ik al gauw te horen dat amputatie van mijn onderbeen de enige optie is. Tsjonge, zo’n boodschap valt dan toch wel even rauw op je lijf en direct duikt al de vraag op of dit misschien toch het einde van mijn missiewerk in Kameroen betekent. Weer op een vrijdag, 22ste augustus, de dag na de verjaardag van mijn priesterwijding, vindt de amputatie plaats. Ongelofelijk hoe ik tijdens die operatie de aanwezigheid van Onze Lieve Heer heb mogen ervaren, en die intense vrede en vreugde van zijn aanwezigheid koester ik tot vandaag de dag.

Rond Pasen 2015 was ik terug in Kameroen voor een definitief afscheid: vijf wekenlang feest in bijna al de parochies waar ik gewerkt heb en naast de vele tranen ook die boodschap van hoop, die ik zelf aan den lijve heb mogen ervaren dat “God alles ten goede

Wijze mannen

In het gips

keert voor hen die Hem liefhebben” (Rom. 8,28), zoals de apostel Paulus ons leert.

En ook in mijn vertrek naar de Eeshof in Tubbergen zie ik duidelijk de hand van God. En wat een feest om elke dag opnieuw die vreugde van het Evangelie, zoals Paus Franciscus ons voorhoudt, uit te mogen dragen nu in ons mooie Twentse land. En al die pracht mensen met wie ik de Blijde Boodschap mag delen: onze bejaarde medebewoners, de Zusters in Denekamp, bij de dagopvang en in de eucharistievieringen in onze kapel tezamen met ons fantastische Eeshofkoor. Intens dankbaar om nu missionaris in eigen land te zijn. Daarom ook neemt die ogenschijnlijk zwarte vrijdag, een toch wel heel bijzondere plaats in mijn leven in, tezamen met mijn verjaardag en de dag van mijn priesterwijding, een dag waard om met oprechte dankbaarheid gevierd te worden.

Misschien roept dit bij enkele mensen een zekere bevreemding op, maar ik besef heel goed hoe dat onnozele sprongetje een oase van talrijke zegeningen geworden is. Inderdaad, Gods wegen zijn ondoorgrondelijk. En in deze toch wel laatste fase van mijn leven kom ik terug op mijn levensgedicht, De Ploeger, van de hand van Adriaan Roland Holst. Ik voel immers een nauwe verwantschap met die noeste werkman uit dat prachtige gedicht, die ook op zijn oude dag dankbaar en gelaten terugkijkt op zijn arbeidzame leven. En bij de gelegenheid van mijn gouden jubileum wil ik ook terugkijken en God mijn oprechte dank voor zijn rijke en overvloedige zegen betuigen:

De ploeger –Ik vraag geen oogst; ik heb geen schuren, ik sta in uwen dienst zonder bezit. Maar ik ben rijk in dit: dat ik den ploeg van uw woord mag besturen, en dat gij mij hebt toegewezen dit afgelegen land en deze hoge landouwen, waar – als in het uur der schafte bij de paarden van mijn wil ik leun vermoeid en stil –de zee mij zichtbaar is zover ik tuur… ––Ik zal de halmen niet meer zien noch binden ooit de volle schoven, maar doe mij in den oogst geloven waarvoor ik dien… –Opdat, nog in de laatste voor, ik weten mag dat mij uw doel verkoor te zijn een ernstig ploeger op de landen van een te worden schoonheid; eenzaam tegen der eigen liefde dalend avondrood –die ziet beneden aan den sprong der wegen de hoeve van zijn deemoed, en het branden der zachte lamp van een gelaten dood.

(Adriaan Roland Holst).

Willem op de Weegh mhm

This article is from: