24
INHOUD
De Tamboer jaargang 4 nr. 3 Pag. 1 Voorwoord
Piet Korse
u
1 Herfst
Henk Riesthuis
u
2 150 jaar Mill Hill
Piet Korse
u
3 Redevoering locatiemanager
Robert Jan Paas
u
4 Wist U dat ....
u
5 Post uit Herpen
Bertus Driever
u
6 Gesprek met....
Simone v.d.Wardt
u
7 Ouder Worden
u
8 De vos in het bos
Piet Korse
u
10 Afscheid van Sarawak
Ferd Vergeer
u
11 Eeuwige Gelofte
Rini de Groot
u
13 Fietsend op vakantie
Cor Schilder
u
16 Diaconie
u
17 150 Jaar Mill Hill
Jac Hetsen
u
20 Een bisschop op bezoek
Rini de Groot
u
22
Wijze woorden
24 Het nieuwe zorgstelsel Voorkant: Foto met vosje door Herman Wubbels u
25
Het nieuwe zorgstelsel: Dcfysiotherapeut knijpt er tussenuit. De logopedisten zijn sprakeloos. De podotherapeut zit met kromme tenen. De KNO-arts krijgt er een brok van in de keel, voelt zich bij de neus genomen en wordt een oor aangenaaid. De oogarts ziet het somber in. De neuroloog krijgt er de zenuwen van. De verloskundige zit met de naweeen. De gynaecoloog baart het zorgen. De uroloog voelt aan zijn water dat dit niet goed gaat. De anaesthesist is knock-out. De cardioloog aanschouwt het met bloedend hart. De dermatoloog krijgt er kippenve) van. De geriater krijgt er grijze haren van. Voor de chirurg snijdt het mes niet meet* aan twee kanten. De hematoloog wordt het bloed onder de nagels vandaan gehaald. De gastro-enteroloog heeft er zijn buik van vol. De internist wordt binnenstebuiten gekeerd. De dietiste kan geen pap meer zeggen. De psychiater snijdt het door de ziel. Voor de apotheker is het een bittere pil. De tandarts ziet er geen gat meer in. Oh ja, en de patient ? Die is er goed ziek van !
26
Trouwe Lezers. Dit jaar vieren we als Mill Hillers ons 150-jarig bestaan en 125 jaar bestaan in Nederland. Diverse publicaties zijn naar aanleiding hiervan verschenen o.a. die van Father Ben Engelbertink. Zijn publicatie heet Mill Hill in Twente. Op bladzijde 242 vertelt hij dat hij in de Plechelmus Basiliek in Oldenzaal voor mocht gaan. Hij mocht spreken over de dialoog tussen religies als genezing en bevrijding van onszelf en van de wereld. Hij vertelt daar ook dat ‘de kans op prettig samenleven groter is met de deur open dan met de deur dicht.’ Is die gedachte niet iets voor ons in Vrijland en in Jozefhuis? Ik bedoel dan de deur openzetten van onze kamer voor anderen en de deur van ons hart openen, zodat we weten wat er bij jou gaande is? Sommigen hebben de deur van hun hart op een kier gezet in deze Tamboer. Veel leesplezier toegewenst. Piet Korse
HERFST Het groen van het gebladerte verkleurt naar rood, goudgeel en koper bruin Het landschap lijkt wel vrolijker en rijker in het zachte zonlicht van de herfst
Een laatste poging om het jaar te redden van leegte, duisternis en troosteloosheid Een machtsvertoon van pracht en praal Een mozai'ek van warmte, kleur en hoop Maar deze schoonheid is van korte duur Een nachtje vorst, een vleugje wind en gaten vallen in dit kleurrijk schilderij Langzaam scheurt het uiteen, verdwijnt. Henk Riesthuis.
16
150 jaar Mill Hill Op 29 juni jl. vierden we in Vrijland het 150-jarig bestaan van de congregatie van Mill Hill en het 125-jarig bestaan van Mill Hill in Nederland. Onze eregasten waren de algemeen overste van de Mill Hillers namelijk Father Michael Corcoran en de Mill Hill verantwoordelijke voor Europa: Father Desmond McGillicuddy. Zij kwamen terecht in een huis dat door Arie en Huub feestelijk versierd was. Piet Zonneveld had de zaak rond het huis grondig gereinigd. Een feesttent verrees achter het huis, naast onze eetzaal. Voor het huis versierden vele vlaggen het terrein. Het betrof vlaggen van ge- bieden waarwij als missionarissen gewerkt hebben. Hennie Scheerder had een Mill Hill Bookshop ingericht waar de publicaties van vele generates Mill Hillers tentoongesteld wer- den. Vele leden, oud-leden, leken, die wij als associates gekend hebben en die zich ook met hart en ziel voor projecten in Afrika en Azie ingezet hebben, hadden gehoor gegeven aan de uitnodiging om met hun aanwezigheid onze feestelijke bijeenkomst op te luisteren. We waren blij dat ook veel leden van het personeel van Jozefhuis en Vrijland aanwezig waren als ook enkele vrijwilligers. In een feestelijk versierde kapel ging Jac Hetsen voor in de eucharistieviering. Hij hield ook de preek, waarvan elders in dit nummer van de Tamboer de tekst afgedrukt is. Onze algemeen overste vertelde met veel geestdrift hoe hij de huidige generatie Mill Hillers aan het werk gezien heeft in Kenia en de Filippijnen. Hij gelooft sterk in de uitvoering van Mill Hills slagzin: liefhebben en dienen, ook door onze Afrikaanse, Indische en Filippijnse leden. Wij mogen trots op hen zijn. Op het eind van de viering werd journalist Paul de Schipper uitgenodigd om zijn boek over 125 jaar Mill Hill in Nederland, portret van mooie mensen, te presenteren. De echte titel is: Erkomt altijd een nieuwe bron. ’ Hij deed dat op zijn eigen bescheiden manier. Zijn inleiding als ook zijn publicatie zijn heel boeiend. Paul belooft terug te komen. Hij heeft vele dagen in ons midden doorgebracht met of zonder fototoestel. Hij viel helemaal niet op. Hij kon een echte Mill Hiller zijn. Ik denk dat hij zich zo ook voelt. Daarom kon hij ook die publicatie intrigerend en boeiend maken. Zo hoor je het eens van een ander. Na de viering werd namens de directie en medewerkers van Icare een beeld aangeboden. Het beeld werd onthuld door de Regionaal Martien van Leeuwen. Het beeld in de vorm van een kleine engel heeft inmiddels een mooie plaats gekregen in de kapel. Hierna was er een weerzien van vele collega’s, mensen met wie we jarenlang samenge- werkt hebben en die later hun eigen gang gegaan zijn: boeiende mensen die een plekje in ons hart veroverd hebben door hun vriendschap en hun grote inzet voor het missiewerk. Sa- men met hen mochten we het glas heffen en van een heerlijke maaltijd genieten. Vermeld mag nog wel worden dat in de aanloop naar het jubileumfeest ook twee Mill Hillers een Mill Hill jubileumboek geschreven hebben. Ben Engelbertinks boek is getiteld: ‘Mill Hill in Twente. Een rode draad in het leven van elke dag, tot in de uithoeken van de aarde, 125 jaar iang’ (Pasen, 2015). Ben laato.a. zien dat de Mill Hill geest niet iets van het verle- den is maar ook nu nog springlevend in Twente aanwezig is.
16
Nog meer wijze woorden uit het verleden: 1. Probeer elke dag naar minstens drie personen te glimlachen. 2. Verwijder wanorde uit je huis, je auto en je bureau. Laat nieuwe energie in je leven binnenstromen. 3. Verdoe je kostbare tijd niet met roddelen of met zaken uit het verleden, met negatieve gedachten die je toch niet kunt bemvloeden. 4. Het leven is een school, waar je bent om te leren. Problemen zijn lessen die komen en gaan. Watje ervan leert, geldt voorje hele leven. 5. Laat de gelegenheid niet lopen om iemand te omhelzen. 6. Het leven is te kort om tijd te verspillen met iemand te haten. 7. Neem jezelf niet zo serieus. Een ander doet dat ook niet. 8. Je hoeft niet elke discussie te winnen. Accepteer dat de ander het niet met je eens is en leer van de ander. 9. Verzoen je met je verleden; dan zaljeje heden niet rumeren. 10. Vergelijk je leven niet met dat van een ander. Je hebt geen idee welke weg zij in hun leven hebben afgelegd.
23
Father Daniel Berrigan: Laatst, op 30 april, is Daniel Berrigan, een Amerikaanse Jezui'et, overleden. Zijn hele leven heeft hij ingezet voor wereldwijde vrede, vooral indertijd in Vietnam. Vele malen belandde hij daardoor in een Amerikaanse gevangenis. Hij vroeg zich af: ‘Zijn wij Amerikanen die toevallig christen zijn of zijn we christenen die toevallig Amerikanen zijn?’ Hij zei: Als je het evangelie voIgt, hoe kan je dan oorlog voeren? Terwijl Kardinaal Spellman naar Vietnam vloog in een Amerikaanse bommenwerper, gingen hij en zijn broer Phillip protesteren voor de Sint Patricks kathedraal in New York. Zij droegen een spandoek met de tekst: “Gij zult niet bombarderen.” Aan voorbijgangers deelden zij pamfletten uit waarop een streep van hun bloed stond. Op het pamflet stond: ‘Het is beter bloed te geven dan te nemen.” Fr. Daniel zei: ‘Wat maken we van de Bergrede, terwijl wij Vietnamese kinderen met napalm bestoken? Jezus was tegen geweld. Hij beval ons onze vijand lief te hebben.’ Internet
Wijze woorden van een e-mail: 1 2
Wandel elke dag 10 tot 30 minuten. Glimlach terwijl je wandelt. Spreek elke dag minstens 10 minuten vertrouwelijk met je schepper. Indien nodig, zonder je even af.
3
Luister dagelijks naar goede muziek.
4
Zeg bij het opstaan het volgende: ‘Dank u voor deze nieuwe dag.’
5
Speel vaker een spelletje dan vorig jaar.
6 7
Glimlach en lach vaker dan verleden jaar. Kijk minstens een keer per dag naar de hemel. Realiseer je de majesteit van alles om je heen.
8
Droom vaker terwijl je wakker bent.
9
Eet vaker voedsel zoals planten of vruchten en minder vaak voedsel uit de fabriek.
10 11
Eet bessen en noten. Drink dagelijks een glas wijn in goed gezelschap. De glimlach op mijn gezicht wil niet zeggen dat mijn leven op rolletjes loopt. De glimlach wil zeggen dat ik waardeer wat ik heb en wat ik van God gekregen heb.
22
De andere schrijver ben ikzelf. In april 2016 bracht ik het boek uit: Het Missiehuis Hoorn en de Westfriese Mill Hillers. De publicatie van Ben Engelbertink inspireerde me tot het verzamelen van de levenslopen van meer dan 100 Westfriese Mill Hillers, waaronder ook en- kele martelaren die het leven lieten door de Japanse bezetter of bij roofovervallen. Van die ruim honderd Mill Hillers hebben heel velen hun laatste dagen hier in Vrijland doorgebracht. Anderen wonen op het ogenblik nog in Jozefhuis of in Vrijland. Na geanimeerde gesprekken gevoerd te hebben, gingen onze geziene bezoekers tevreden huns weegs. Van vele kanten klonk een hartelijk Tot ziens’! Piet Korse
Redevoering van onze locatie manager op 29 juni 2016 Geachte missionarissen van Mill Hill, geachte genodigden, dames en heren,
tieve boodschap. Elke missionaris heeft zich persoonlijk ingezet voor onderwijs, gezondheidszorg en missiewerk. Overal waar de missionarissen werkten, hebben zij hun boodschap van liefde en dienstbaarheid uitgedragen. “To love and to serve� zoals de missie van Mill Hill het aangeeft. Voor elke missionaris kwam na vele jaren van dienstbaarheid ook het moment, waarop de definitieve terugkeer naar Nederland aan de orde kwam. Vaak na lang wikken en wegen werd het besluit genomen om afscheid te nemen van de mensen en het land, waarin hij jarenlang had gewerkt. Het missiewerk werd beeindigd. De koffers werden gepakt en de lange reis naar Oosterbeek kon beginnen. Erzijn inmiddels al vele missionarissen in Oosterbeek thuisgekomen om hier te wonen en te leven met de andere missionarissen, waarmee zij kunnen terugkijken op het leven in de missie. Vandaag vieren wij het feest van het 150-jarig bestaan en staan we stil bij de geschiedenis van Mill Hill. Vandaag gedenken wij ook alle Mill Hillers die er niet meer zijn. De medewerkers van Icare hebben veel Mill Hillers verzorgd en verpleegd in vele mooie, maar ook in moeilijke dagen. Het is voor de medewerkers van Icare heel bijzonder om te mogen zorgen voor de missionarissen van Mill Hill. Het zijn allemaal bijzondere mensen die zich in hun leven onvoorwaardelijk hebben ingezet voor de me-
Vandaag vieren wij het feest van het 150jarig bestaan van de Congregatie van Mill Hill. Het is voor mij een grote eer en een genoegen om u vandaag in deze mooie kapel van Missiehuis Vrijland in Oosterbeek te mogen toespreken. Ik doe dat als vertegenwoordiger van de directie van Icare, de organisatie die verantwoordelijkheid draagt voor de verpleging en verzorging van de missionarissen van Mill Hill die in Missiehuis Vrijland en in het St. Jozefhuis wonen. De Congregatie van Mill Hill werd opgericht op 19 maart 1866. Dit is inmiddels 150 jaar geleden. Wij kunnen ons nauwelijks voorstellen hoe de wereld er toen uitzag. In vele landen leefden mensen in grote armoede. De Congregatie van Mill Hill werd opgericht om de medemens in de wereld te helpen en te dienen. Sinds de oprichting van de congregatie van Mill Hill zijn honderden missionarissen naar verre landen in de wereld getrokken om zich in te zetten voor de medemens. Overal was hulp nodig en overal werd geholpen. In het Missiehuis is vandaag een mooie tentoonstelling te zien die een goede indruk geeft van de geschiedenis van de missionarissen van Mill Hill. Elke missionaris van Mill Hill is de wereld ingetrokken met een posi-
3
demens. Alle medewerkers van Missiehuis Vrijland en het Sint Jozefhuis willen u vandaag graag feliciteren met het 150-jarig bestaan van de Congregatie. Wij willen u ook bedanken voor het voorrecht dat wij hier mogen zijn en voor u mogen zorgen. Bij een 150-jarig feest past een geschenk met een diepere betekenis. Graag willen wij u zo’n geschenk aanbieden. Het is een beeld met een liefdevolle uitstraling. Het is een beeld waarin de zorgzaamheid van de missionaris gezien kan worden. De missionaris die zich inzet voor de medemens. De missionaris die bescherming en ondersteuning biedt. De missionaris die aandacht geeft aan iedereen die er om vraagt. Het is een beeld waar iedereen met bewondering naar kijkt. Een beeld dat nog vaak bekeken zal worden in herinnering aan deze dag. Het is het beeld van een engel die waakt over alle Mill Hillers, die er vandaag zijn en die er niet meer zijn. Graag verzoek ik de Regionaal Martien van Leeuwen om het beeld te onthullen. Robert Jan Paas
Wist u dat... •
we van onze eigen fouten schrikken als we ze bij anderen zien?
•
autoritaire mensen zich verraden door een gebrek aan humor?
•
hij die geen goede dienaar is, geen goede meester zal zijn?
•
je jong moet blijven, want dat je anders de oude niet meer bent?
•
de goedkoopste manier van mobiel
bellen je fietsbel gebruiken is? • er af en toe een stel putters zich rond onze huizen ophoudt? •
ouders rare mensen zijn? Na alle moeite om hun kind te leren praten, moet het nu zijn mond houden!
•
een vosje bij Mill Hill probeerde in te treden?
4
Tussen vader en moeke zit de monseigneur; zij stralen en zijn trots. De bisschop vertelt over de bouw van scholen en kerkjes en de daarbij onmisbare inzet van de broers en over zijn 24 jaar missionering in Afrika, geboren in Kwints- heul, een klein plaatsje in Zuid-Holland. Erzijn vragen, want we zijn nog niet geheel op de hoogte van het leven in de tropen. De broers zijn pas enkele jaren werkzaam in het missie- gebied. Udenaar pater Geurts vertelt enkele anekdotes; hij is jaren werkzaam geweest in Congo. Bij de kloosterorde van Mill Hill zijn de breeders in een lange, zwarte toog gekleed; om hun mid- del een bloedrood, kleurig gehaakt koord. De priesters dragen een brede rode band en voor de bisschoppen is er een paarskleurige. Bij het vertrek worden nog enkele foto’s gemaakt en het contact wordt met zo’n huiselijk bezoek extra verstevigd. Er worden handen gedrukt en bedanken voor het bezoek, al was het maar kort en vragen om onze groeten in Congo over te brengen. De rode loper ontbrak in ’59, maar enkele jaren terug vonden we, verborgen in de nok van het werkhuis, een bisschopsstaf en mijter (bestemd voor Sinterklaas?).
Toon Hermans Ga nooit weg zonder te groeten, ga nooit heen zonder een zoen. Wie het noodlot zal ontmoeten, kan het morgen niet meer doen. Loop nooit weg zonder te praten, dat doet soms een hart zo pijn. Wat je ‘s morgens hebt verlaten, kan er‘s avonds niet meer zijn.
21
Limerick: Erwas eens een boertje in Gouda, Die zat om de tafel zijn vrouw na. Maar ze riep heel vief: ‘Alles is relatief. Als ik iets harder loop, zit ik jou achterna.
Pinksteren, een bisschop op bezoek Rini de Groot vertelde op 9 mei 2016
rldegroot@onsbrabantnet.nl
Pinksteren: in de kerk werd vanmorgen gepredikt over de neergedaalde H. Geest; het zijn dagen dat de zending aandacht vraagt voor onze missionarissen en zusters die de wereld intrekken; en dan komt thuis een telefoontje dat de bisschop uit Congo hoogst persoonlijk op bezoek komt. Het is Pinksteren, 17 mei 1959, de broers hadden al regelmatig hun bisschop Mgr. Van Kester (53) in hun brieven genoemd. Moeke komt den herd binnengelopen: “De bisschop komt de groeten van ons jongens brengen.” Wie had ooit kunnen denken dat we vandaag de bisschop van het diocees Basankusu in de Belgische Congo, het zendingsgebied waar twee zonen, onze broers, werkzaam zijn, thuis zullen ontmoeten! Onvoorbereid rijst meteen de vraag, moeten we zijn ring kussen? Wij waren zelfs niet opge- voed met het geven van een hand, laat staan een kus; en nu nog wel knielend en dan de ring van de bisschop! In de namiddag stopt er een zwarte Volkswagen Kever. De chauffeur, een geestelijke, stapt uit en pater Geurts, die de weg had gewezen, helpt de bisschop bij het uit- stappen. Die stapt in vol ornaat uit. Er ligt geen rode loper, want tapijt ontbreekt thuis en de gasten komen gewoon achterom. We gaan voor, nee niet naar de goeikamer maar naar den herd en worden gerustgesteld: het blijft bij een hand. De bisschop komt nu bij de gewone mens aan huis, al is het maar voor een bliksembezoek, met een boodschap: hij brengt de groeten van zijn missionarissen. De Brabantse gemoedelijkheid, een mooi gebaar met een bezoek aan het thuisfront, zoals de latere Mgr. Bekkers; hij stond tussen de mensen en zat mee aan de keukentafel. Ook hier wordt aan de keukentafel koffie gedronken en druk gebuurt; er worden foto’s gemaakt en bekeken.
20
Post uit Herpen: Vragen aan Pater Bertus Driever: U gaat verhuizen naar het rusthuis van uw orde in Oosterbeek. Ik had zomaar gedacht dat, wanneer u met pensioen zou gaan, u mooi hier in Herpen zou blijven wonen. Is dat nooit in uw gedachten opgekomen? “Nee, hoor. Ik hoor bij een missiecongregatie en die hebben een eigen oudedagvoorzie- ning in Oosterbeek. Het is financieel ook niet haalbaar. En trouwens ik kom daar goed te- recht en ben dan een van de jongsten. Ik kan dan nog een handje uitsteken en mantelzorg verrichten. ” Wat zal u het meest bijblijven van Herpen? “De vele vrijwilligers die Herpen rijk is en dat je hier gewoon jezelf kunt zijn. Loop je naast je schoenen, dan ben je gauw Herpen uit. Ook de kerk in Herpen heeft veel vrijwilligers, op allerlei fronten. We hadden zelfs eigen vaklui die de restauratie van het kerkorgel op zich namen en meehielpen bij het restaureren van de glas-in-loodramen. ” Pastoor, wilt uzelf nog iets toevoegen aan deze vragen? “Ik vind het bijzonder fijn dat ik in Herpen terecht gekomen ben. Toen ik in 1997 uit de mis- sie kwam, had het niet veel gescheeld of het was niet doorgegaan. Het bisdom wilde me op het allerlaatste moment eigenlijk in Oss plaatsen. Maar ik had al toegezegd aan Herpen. Eerlijk gezegd was ik niet graag naar een grote stad gegaan. Met mijn 56 jaar voelde ik me toen nog jong genoeg om me hier in Herpen aan te passen, dusdanig dat ik op een fijne manier oud kon worden. Nu kan ik op mijn 75ste zeggen dat dat gelukt is. Tot slot wil ik tot de Herpse bevolking zeggen: Blijf gewoon jezelf, dat doe ik ook!”
Gesprek Een priester, dominee en een rabbi zitten samen. Ze vragen zich af wanneer precies het menselijk leven begint. De priester zegt: ‘Dat leven begint bij de verwekking’. ‘Nee’, zegt de dominee, ‘het leven begint pas bij de geboorte.’ Beiden kijken naar de rabbi en zij vragen zich af wat de mening van de rabbi zal zijn. De rabbi grijnst wat en zegt dan: ‘Een mensen- leven begint pas als de kinderen de deur uit zijn en de hond overleden is.’
15
Gespreksstarter met Nicole Peperkoorn In deze Tamboer zal Nicole zich in het kort aan jullie voorstellen als tweede collega in de rij die meedoet met een interview via de gespreksstarter, het doosje met kaarten met verschillende vragen/ stellingen om een gesprek op gang te brengen. Nicole werkt sinds oktober2015 in Missiehuis Vrijland in de verzorging. Zij is 49 jaar geleden geboren in Haarlem en heeft daarna jarenlang in Amsterdam gewoond. Door toeval is zij in Arnhem terechtgekomen. Daar stond haar droomhuis, een huis met een witte veranda. Wie droomt daar nu niet van? Nicole heeft daar 4 jaar gewoond en woont nu in Driel samen met haar hondje. Naast haar werk in Vrijland heeft zij nog een baan bij het hospice van het Leger des Heils. Zij is daar als vrijwilligster begonnen en heeft nu een contract van 4-14 uur als verzorgster. Nicole, als je de mogelijkheid had om met dieren te praten, wat zou je dan vragen? Wat huisdieren van de mensen vinden, wij doen altijd maar van alles met ze. Of bijvoorbeeld paarden, wij mensen gaan zomaar op ze zitten. Vinden ze dat wel leuk? Dat zou ik graag eens willen w Wat denk je dat oude mensen het meest betreuren als ze terugblikken op hun leven? Misschien dat mensen het meest spijt hebben van de dingen die ze niet gedaan hebben, maar die ze wel hadden willen doen. Op de vraag of Nicole (ondanks dat ze nog lang niet oud is) nu al spijt heeft van iets dat ze niet gedaan heeft, antwoordt ze dat ze zelf veel rigoureuze keuzes heeft gemaakt. Die keuzes hebben haar gebracht tot waar ze nu is. Geen spijt dus. Wat is je lievelingsdier in de dierentuin? Ik ben “verliefd” op de stokstaartjes in de dierentuin. Ik vind ze zo grappig! Waar ook mijn hart van smelt, zijn Shetlander pony’s, vooral de veulentjes. Maar die vind je niet in de dierentuin. Zijn mensen volgens de natuurgoed of slecht? Ik denk dat mensen van nature goed zijn. Wat is volgens jou de grootste bedreiging voor de mensheid? Angst! Zeker met alles wat er nu in de wereld gaande is. En de mensheid zelf, hoe we met de aarde omgaan. Wat maakt jou echt kwaad?
15
“Ik heb de opdracht, die ik van God gekregen heb, helemaal uitgevoerd en ik heb mijn geloof niet verloren. Het enige waar ik nu opwacht, is het eeuwig leven.” Ja, we moeten vooral zorg dragen voor onze bejaarden en proberen ons vroegere werk uit handen te geven, los te laten, vertrouwend op de toekomst. Vaak zien we het missie elan op nieuwe manieren zich voortzetten in onze familieleden en vrienden, die projecten opzetten in Afrika of zich tijdelijk inzetten voor een sociaal project ver van huis of dichtbij. Nieuwe uitdagingen. Maar misschien is de uitdaging voor missie op dit moment groter dan ooit.. Misschien is het moeilijker om in een Nederlandse parochie te werken als in een migrantenkerk, waar de vraag: “Wie is volgens uw opvatting de Mensenzoon” gemakkelijker beantwoord kan worden dan in een Nederlandse parochie. De geseculariseerde maatschappij lijkt te vragen om een nieuwe aanpak, een nieuwe catechese en diaconie. Paus Franciscus daagt ons uit om niet bij de pakken neer te zitten. Hij kiest Never voor een gehavende kerk, gekneusd en vuil, omdat ze de straat is opgegaan, boven een kerk die ziek is, omdat ze in zichzelf opgesloten zit, gehecht aan eigen zekerheden en gevangen in eigen regels en procedures. Zelfs de Eucharistie is geen prijs voor volmaakten, maar voedsel voor de zwakken. In Evangelii Gaudium en in Laudato si is hij erg bezorgd over de vervuiling van de aarde, de economische ongelijkheid en de aantasting van het leven. Wat is het antwoord op de globalisering van de onverschilligheid? Hij suggereert een globalisering van barmhartigheid en solidariteit en een revolutie van tederheid. Die missie, die zending, is nog lang niet “accomplished”, voltooid. Zijn woorden stimuleren en dagen uit tot een inzet voor een meer duurzame en rechtvaardige wereld, samen met andere christenen en andere gelovigen en met alle mensen van goede wil, want we vormen samen een mensenfamilie. We mogen dankbaarzijn voor het Nederlandse deel in de 150 jaren van de St. Jozef Congregate van Mill Hill: 125 jaren Mill Hill in Nederland en onszelf daarvoor feliciteren. Applaus voor onze congregatie.
Wist u dat.... 1. 2. 3. 4. 5.
eikenbomen minstens vijftig jaar oud moeten zijn om eikels voort te brengen? je geen enkel stukje papier meer dan zeven keer kan vouwen? je meer calorieen slapende verbrandt dan door televisie te kijken? hartenkoning de enige koning is zonder snor? Venus de enige planeet is die met de klok meedraait? (Venus wordt met vrouwen in verband gebracht. Gaan vrouwen daarom in de goede richting?) 6. je met appels ‘s morgens wakkerder wordt dan met cafei'ne? 7. het meeste stof in huis van dode huid afkomstig is? 8. de eerste eigenaar van de Marlboro Company aan longkanker stierf? En ook de zogenaamde Marlboro man? 9. dat tandartsen aanraden om je tandenborstel minstens twee meter bij de wc vandaan neerte leggen? Anders ontvangt je tandenborstel de bacterien die bij het doortrekken van de wc de lucht in vliegen! 10. Walt Disney doodsbang was voor muizen?
19
Nederland heeft vanaf het begin van de congregatie een enorm groot aandeel gehad in de missionaire opdracht van de Mill Hill Congregatie. Vanaf het begin al zag de priester Herbert Vaughan zijn stichting als meer dan een zuiver Engelse aangelegenheid en had hij zeker niet voor een “Brexit” gestemd. Niet alleen Britse onderdanen, zo verklaarde hij in 1866, maar jongeren van iedere natie zouden tot het college worden toegelaten. In 1868 telde het college 12 studenten, die samen 5 naties vertegenwoordigden. Onder hen was ook reeds een Nederlander. Overtuigd van een kerk die zoveel Zouaven geleverd had, begaf hij zich naar Nederland in dezomervan 1871 om studenten te werven. Hij deed dat door enkele seminaries te bezoeken, waar hij de studenten toesprak in het Frans. De tijd is wel wat veran- derd intussen! In 1874 waren reeds acht van de 30 Mill Hill studenten Nederlanders. De eerste Nederlandse MHM's werden uitgezonden naar de missie in Amerika onder de mensen van Afrikaanse afkomst en ook naar Madras, India, en Brits Borneo, waar de bekende Felix Westerwoudt zich inzette om het geloof te verkondigen. De stap naar een opleidingshuis in Nederland was nogal gecompliceerd, omdat rond 1890 er al vele missionerende congregaties huizen hadden geopend. Op 14 sept. 1890 werd ons eerste missiehuis in Roosendaal geopend. Roosendaal werd voor Mill Hill een internationaal centrum, waar studenten uit verschillende delen van Europa voor hun studie filosofie samenkwamen. Binnen veertig jaar daarna had Mill Hill zich uitgebreid over geheel Nederland. Kleinseminaries, vaak missiehuizen genoemd, werden opgericht in Tilburg, Haelen en Hoorn. Een broederopleiding werd begonnen in Arnhem, waar tevens een rusthuis voor missionarissen werd ingericht. Mill Hill wist zich gesteund door vele zelateurs en zelatrices en procuratoren. Sinds 1970 deelde Mill Hill haar werk met leken, die wij “associates” noemen, leken gehuwd of niet, die zich inzetten voor speciale missionaire taken. Velen kwamen juist uit Nederland. Sinds 1970 zijn er ruim 117 associates en vrijwilligers geweest. Tijdens het kapittel van vorig jaar waren er slechts 8 over. Ook probeerde Mill Hill gestalte te geven aan de missionaire beweging in Nederland met haar missionaire animatie teams vanuit Roosendaal, Haelen, Hoorn en later Obdam. In 1967 had de MHM congregatie het hoogste aantal leden, namelijk 1197. De meerderheid was Nederlands, d.w.z. 59% van de congregatie. Nederland behield de meerderheid tot 1994. Tijdens het kapittel van 2015 hadden we nog 122 Nederlandse MHM’s, hetgeen 31,9 % van de congregatie was met de gemiddelde leeftijd van 76 jaar. Nu op 29 juni 2016 heb- ben we nog 110 Nederlandse MHM’s waarvan er 83 in Nederland en 27 in het buitenland. Vandaag vieren we 150 jaar MHM congregatie. 150 Jaar van grote inzet voor het Koninkrijk Gods op deze wereld. We mogen trots zijn op deze inzet en commitment voor missie op alle continenten. De Nederlandse regio heeft een groot aandeel in dit succes verhaal. We mogen onszelf daarmee feliciteren. Is onze Mission accomplished? Als congregatie hebben we nieuwe opleidingshuizen in India, Filippijnen en Afrika. Zonder twijfel drukt de opleiding op personeel en uitgaven, zelfs zo dat tijdens het kapittel gevraagd werd om met voorzichtigheid hiermee om te gaan. Via de communicatie kanalen zien en beluisteren we de motivatie en het engagement van onze nieuwe leden en kandidaten. Vragen werden tijdens het laatste kapittel gesteld over ’’Mission in the West.” Migranten parochies werden genoemd als missionaire uitdagingen zoals wij die ook hier in Nederland hebben met name in Amsterdam, Den Haag en Rotterdam. Qua Nederlandse ledenaantallen lijken we te zijn beland aan het einde van een lange missieperiode. De tekst van Paulus van 2 Timotheus 4.6-8,17-18 lijkt voor ons geschreven:
18
Onrecht! Zowel bij haar zelf als bij alle anderen. Ook bij dieren, want die kunnen zich niet verweren. Geloofje dat handlezingen echt je toekomst kunnen voorspellen? Ik ben wel spiritueel aangelegd, daar doe ik wel wat mee. Soms komen we met een aantal mensen bij elkaar die dan raad kunnen geven of hulp kunnen bieden. Nicole geeft aan dat zij graag Sjan Boekhorst wil laten interviewen voor de volgende Tamboer. Dankje wel Nicole voor je openhartig gesprek! Simone
Ouder worden. Soms voel ik me angstig en bedroefd, als ik over deze dingen nadenk. Ik realiseer me dat van nu af aan de weg alleen maar smaller zal worden en nooit meer breder. Het gebeurt ook dat ik bang word voor mogelijke ziektes, ongemakken, eenzaamheid en een lang ziekbed. Dan keer ik me tot u, Heer. U bent mijn steun, als ik bevreesd raak. U was er toen ik jong en sterk was. Wees ook nu met mij op mijn oude dag. U hielp me in het eerste deel van mijn leven. Doe dat alstublieft ook in het laatste deel. Steun me als anderen me links laten liggen. Vul mijn eenzaamheid, als anderen me alleen laten. Troost me dan en geef me innerlijke kracht. Heer, geef me kracht om mooi oud te worden. Hiermee bedoel ik: laat me vriendelijk blijven voor iedereen tot aan het einde toe. Help me te blijven lachen, zodat jonge mensen aanvoelen dat het leven vriendelijk is en de ouderdom een zegen. God van mijn jeugd, wees ook de God van mijn ouderdom. Wees mijn stok, wees mijn stut en steun in mijn onzekerheid.
Mijn jaren beginnen te tellen. Ik denk na, bijna tegen mijn wil in, over de jaren die komen gaan. Mijn leven klimt langzaam maar zeker naar haar hoogtepunt toe. Mijn leeftijd begint te tellen. Mijn leven begint onzeker aan te voelen. Dat brengt de ongemakkelijke gedachte met zich mee, dat de tijd, die er nog over is, al vele jaren minder is dan de tijd die ik al genoten heb. Ik ben nog nauwelijks over de onzekerheden van mijn jeugd heen gegroeid of ik begin na te denken over de onzekerheden van mijn ouderdom. Mijn uithoudingsvermogen en mijn krachten zijn allang niet meer wat zij vroeger waren. Mijn geheugen is minder betrouwbaar: ik zoek vaak naar namen van mensen en plaatsen. Ook mijn gevoelens verliezen duidelijk iets van hun scherpte. Het is heel goed mogelijk dat ik spoedig de hulp van anderen nodig zal hebben. Deze gedachte maakt me droevig en ook angstig. Samen met het afnemen van mijn geheugen en gevoelens, voel ik een dreigende eenzaamheid. Velen van mijn soortgenoten, lotgenoten, familie en vrienden zijn al gestorven. De verbondenheid met familie en vrienden is vluchtig aan het worden. Anderen en ikzelf ook, wij staan anders in het leven dan vroeger. Ik vrees dat in de toekomst mijn keuzes, die ooit zo groots en grenzeloos schenen, nu erg beperkt gaan worden.
Mill Hill missionarissen.
7
GRAPPIGE UITSPRAKEN •
Een golfspeler die van slag is.
•
Een kok die niet goed gemutst is.
•
Een zeeman die een oogje in het zeil houdt.
•
Een kompas dat verdwaald is.
•
Een melkboer die niet botert.
•
Een kam met haren op de tanden.
•
Een slang die kruipolie nodig heeft.
•
Een klokkengieter die niet weet waar de klepel hangt.
De vos in ons bos. De sluwe Vos Reynaarde moet over en door de schorren van Zeeuws-Vlaanderen rondgetrokken en rondgeslopen zijn. Dat gebeurde vele, vele jaren geleden. Ons geheugen is niet toereikend om die vossenstappen te traceren. Die vossensporen zijn door vadertje tijd uitgewist en als het ware in een dikke mist verhuld. Toch leeft de vos nog steeds en niet alleen in Zeeuws-Vlaanderen, maar ook in Oosterbeek. Hij duikt steeds meer in het nachtelijk duister op. Hij sluipt dan, net als eeuwen geleden, langs huizen, hutjes en schuurtjes op zoek naar voedsel. Vooral in de maand mei, als haar welpen van de honger piepen, gaat moeder vos op tocht, zoekende wat zij kan verslin- den. Haar kinderen roepen om voedsel. Haar moederhart voelt de pijn van de hongerige blikken en hoort de kreten van haar kleintjes. Zo struint zij langs onze keuken, langs de container met het keukenafval. Een welkome geur van vers brood en kaas waait vanuit de opgestapelde plastieken zakken. Maar, helaas, het deksel van de container zit potdicht. Zij moet verder. Zij loopt op haar korte pootjes helemaal richting huiskamer. “Maar zijn die mensen daar te gierig om ook maar een afgekloven kippenbotje uit het raam te gooien? Van slechts een lekkere geur word je niet dik.” Haar jongen worden daar ook niet vet van. In haar frustratie dwaalt zij verder. Het weiland is net gemaaid. Misschien heeft de trekker een muisje doodgereden en heeft vadertje uil dat nog niet opgemerkt. Misschien staat er een blauwe reiger op een poot te dromen van een betere wereld? “ Ja, ik zie al een blauwe reiger staan. Ik zou die langpotige kunnen verschalken, maar dan moet ik wel slim zijn.” Moeder Vos maakt een omtrekkende beweging. Die list heeft zij van haar moeder geleerd. Zij doet net alsof zij niet in het minste gei'nteresseerd is in de blauwe kikkervanger. Even later keert zij haar steven en sluipt langzaam richting reiger. Ondertussen droomt de reiger zoete dromen van vette kikkers en kikvorsen. Maar een gevoel van naderend gevaar doet haar opschrikken. Zij kijkt met een haastige blik om zich heen. Net op tijd ziet en ruikt zij moeder vos. De blauwe verheft zich zonder zich te bedenken. Met een trage slag naar voren verheft de reiger zich in de lucht. Zij kreunt van de pijn van die plotselinge, geforceerde versnelling. Maar zij huilt bijna van vreugde dat zij het gevaar van moedertje vos heeft weten te ontvluchten. Stel je voor wat er gebeurd had kunnen
8
Preek van Jac Hetsen op de feestdag van 150 jaar Mill Hill in Vrijland
150 jaar Mill Hill Missionarissen. Welkom aan u alien, die hier gekomen bent om samen het 150-jarig bestaan te vieren van de St Joseph’s Missionary Society of Mill Hill. We doen dat vandaag op de feestdag van de H. Petrus en Paulus, die als patroonheiligen worden genoemd in onze constituties, Petrus als degene, die door Jezus benoemd wordt tot zijn eerste opvolger en hoofd van de Kerk. Hij werd een vurig prediker en ondernam veel missiereizen naar Klein-Azie en tenslotte naar Rome ten tijde van keizer Nero. Nero Net Petrus gevangen nemen en hem ter dood ver- oordelen. Petrus onderging de uitspraak gelaten en het enige wat hij vroeg, was om niet zo- als zijn Heer te mogen sterven, maar ondersteboven hangend aan het kruis. Paulus was eerst Farizeeer en christenvervolger. Na zijn bekering tot het Christendom werd hij door het college van de twaalf apostelen erkend als nieuwe apostel. Het was zijn missie om Christus aan de niet-joden te verkondigen. In Jeruzalem werd hij wegens ‘godslastering’ door het Sanhedrin ter dood veroordeeld. In Rome kreeg hij verlof op zichzelf te wonen met een soldaat, die hem bewaakte. In zijn huis ontving hij de leiders van de joodse gemeenten en verkondigde hun het christelijk evangelie. Uiteindelijk werd hij tijdens de christenvervolging onder Nero in de kerker geworpen en vervolgens aan de Via Ostia door het zwaard onthoofd. Hij veranderde zijn naam Saulus in Paulus: de geringe, een interessant detail voor een missionaris. Hun verhalen en voorbeelden doen me denken aan hun missiereizen, maar ook aan hun martelaarschap. Op twee plaatsen in Nederland - in Amsterdam en in Apeldoorn - worden ieder jaar in de week na Pasen christelijke martelaren van onze tijd herdacht. De meest recente en bekendste martelaar voor ons is wel de Jezui'et, Pater Frans van der Lucht, die op 7 april 2014 in Homs in Syrie om het leven kwam. We herdachten hem in de Obrecht kerk in Amsterdam, maar meer recentelijk denken we ook aan de christenen en Moslims die omkwamen in Pakistan en in Jemen. In de periode tussen 2000-2005, toen ik zelf met vier andere MHM’s de algemene leiding van de Congregatie had, verloren we twee MHM’s in Oost Afrika, een in Kenia: John Kaiser en een in Oeganda: Declan O’Toole. Ook verloren we twee leden door zelfdoding. De manier van missioneren van zowel Petrus als Paulus was altijd wel ergens in ons achterhoofd: als MHM missionarissen nl. om geloofsgemeenschappen te stichten en daarna verder te trekken. Als we hun voorbeeld gevolgd zouden hebben, had de kerk er vandaag wel anders uitgezien, vermoed ik.. Tijdens de laatste 150 jaren hebben wij - MHM missionarissen heel veel volken en gebieden bezocht op verschillende plaatsen in de wereld, vooral in de Engelsprekende wereld met als grote uitzondering Congo, Franssprekend Kameroen en Latijns Amerika. Maar meestal trokken we niet snel verder, zoals Petrus en Paulus ons dat voordeden, maar probeerden we het geloof te consolideren in kleine christelijke gemeenschappen en vooral catechisten op te leiden of mee te helpen aan de priesteropleiding. Veel collega's waren ook verbonden aan colleges en middelbare scholen en zorgden voor goed opgeleide mensen in deze landen. Het was voor mij een groot voorrecht om al die landen te mogen bezoeken en te zien hoe het Rijk Gods gestalte kreeg op verschillende plaatsen. In 1988 besloot het kapittel om de plaatselijke kerken missionair te doen zijn door daar ook leden te werven voor onze congregatie en die uit te zenden. Het is duidelijk, dat onze nieuwe leden uit de andere continenten zich in een andere situatie bevinden dan bijv. de Nederlandse leden, die meestal over een sterk thuisfront beschikten. Nederland telde op een gegeven ogenblik rond de 9000 missionarissen. Verscheidene Nederlandse MHM’s dachten toen in 1988 al enigszins aan “Mission accomplished.”
17
- Diaconie Actiedoel voor September en oktober
Hulp aan daklozen (Leger des Heils) Langzaam maar zeker kreeg ik weer hoop “Ik had geen rooie cent en het ging van kwaad tot erger. Ik zwierf op straat, soms moest ik moeite doen om andere thuislozen van me af te houden. Ik heb vuisten in m’n gezicht gehad en een mes op m’n keel. En ik was jaloers op de vogels. Zij hadden tenminste te eten.” Jacoba is een van de velen die in het buurtcentrum van het Leger des Heils een warm thuis heeft gevonden. De van oorsprong Surinaamse kwam naar Nederland in de hoop op een beter leven. Familie trok haar over de streep om te komen en te blijven. Maar toen Jacoba hier eenmaal was, lieten ze haar in de steek. Terug kon ze niet en perspectief voor een leven in Nederland was er evenmin. “Op een mooie meidag liep ik langs Bij Bosshardt in Amsterdam Zuidoost, het buurtcentrum van het Leger des Heils. De heerlijke etensluchten lokten me naar binnen. Maar de drukte overviel me en ik ging snel weer weg.” Als een moeder Einde verhaal? “De volgende dag kwam ik terug om er nooit meer weg te gaan. In Bij Bosshardt voel je je welkom. Dat merk je al zodra je er binnenstapt. Je krijgt een hand of een knuffel, er is gezelligheid en koffie of thee. De coordinator van het centrum, Els, is heel lief voor mij geweest. Ze gaf mij de warmte die een moeder haar kind zou geven. Ik voelde me niet meer betrokken bij het leven en zag er vies uit. Toch omhelsde ze mij en nam me apart in het kantoor om rustig te praten. Ze vroeg: Hoe is het met je? Wat heb je nodig? En waarmee kunnen wij je helpen? Langzaam maar zeker kreeg ik daardoor weer hoop.” Schouderklopje “We zijn nu drie jaar verder en het gaat zoveel beter met mij. Ik woon samen met mijn vriend die ik bij het Leger des Heils heb leren kennen en ik werk in de 50|50 Store, de winkel van het Leger des Heils naast Bij Bosshardt. Daar geef ik leiding aan een aantal mannen en vrouwen. Het is mijn taak dat ze hun werk naar behoren doen en niet teveel babbelen, maar aanpakken. Kleding moet uitgezocht, geprijsd en uitgestald worden. Ik merk dat ze blij met mij zijn, zowel de mannen als de vrouwen. Doordat ik zelf zoveel heb meegemaakt, kan ik hen - als het nodig is - echt begeleiden. En een schouderklopje geven.” Een huis voor iedereen “Een keer in de week kook ik ook bij Bij Bosshardt. Ik hoop dat we ooit ook’s avonds open kunnen gaan, zodat meer mensen hier gezelligheid en warmte kunnen krijgen. Weet je hoe leuk het hier is? Het amuseert mij om kinderen hier te zien spelen. Bij Bosshardt is een plek waar je je thuis voelt. Verschillende bevolkingsgroepen vinden de weg hier naar toe: Surinamers, Nederlanders, Marokkanen, Antilianen, Chinezen. Als je hier binnenstapt, kom je echt thuis. In een huis voor ons allemaal.”
16
zijn! Zij mag er niet aan denken. De vos is ten einde raad. Zij heeft nog steeds geen voedsel gevonden en het uitzicht is somber. Dan daagt Jozefhuis op in de mistige nacht. Moeder Vos richt haar sluippootjes naar het nieuwe gebouw. Ze springt en duikt over het lage hekje en bevindt zich in een dichte rozengordel. Zij voelt enkele dooms en sluipt verder. Dan ziet ze opeens dicht tegen het huis een schoteltje staan. Het schoteltje is wit. Het geurt heerlijk. In het bakje heeft een barmhartige ziel een flinke scheut melk gegoten. Zij kijkt voorzichtig om zich heen. Zij maakt zich klein om niet op te vallen. Stapje voor stapje sluipt zij naar het schoteltje toe. Even later slurpt zij de melk naar binnen. Haar scherpe tanden blinken in het maanlicht. Haar snorrenbaarden zijn als bepoederd op de jaarlijkse kermis. Zij moet dit doorgeven aan haarwelpen. Zij heb- ben steeds honger en dorst. Hier is het land van melk. De honing komt misschien nog. Maar wie is toch die barmhartige ziel die daar woont? U hebt het al geraden! Het is Broeder Herman. De volgende dag verwacht Herman de komst van de welpen. Maar hoe laat komen ze dan aangeslopen? Zij kunnen om tien uur komen of ook’s morgens om drie uur. Herman, de moderne Franciscus, offert zijn nachtrust eraan op om een welpje te kunnen fotograferen. Er ziedaar het resultaat. Maar Herman is proactief en denkt vooruit. Hij doet een voorstel aan Piet Korse om hem om de paar dagen enkele zebravinkjes uit de voliere te brengen, zodat de welpen na de melk een toetje van hem kunnen krijgen. Want de welpjes zullen een paar jonge vogeltjes toch niet versmaden? Integendeel. Gelukkig voor de zebra-vogeltjes vergeet Piet de vraag. De zebravinkjes genieten ongestoord van een weldadige rust. Enkele nachten later hoort Herman een zacht tik-tik-tik tegen zijn schuifpui. Hij schiet wakker. Hij trekt de stekker van zijn slaapapneu-masker uit de muur en met zijn fototoestel in zijn hand begeeft hij zich richting raam. Hij kijkt zijn ogen uit. Hij ziet de smachtende blik van een welpje alsof hij vraagt of hij bij Mill Hill in mag treden. Herman knikt van ja, schuift de pui open en zet een bakje melk neer. Het diertje slurpt het weldadige vocht meteen op. Met de melk vergeet de welp zijn eerdere vraag, vertrekt en gaat weer huilen met de wolven in het bos. Piet Korse
ONTHAASTEN Wat gebeurt er toch met onze wereld? Wat gebeurt er toch met onze tijd? Steeds meer, steeds beter, steeds sneller. Sneller, beter, meer. Harder, hectischer, krampachtiger. Nog een idee, nog een afspraak, nog een activiteit, nog een plan, nog een bijeenkomst, nog een comite. En maar doen, doen, doen. Wij doen ons moeite. Wij doen ons nog meer moeite en toch verandert er niets. Andrea Schwarz
10
Afscheid van Sarawak Dat was me een feestmaal bij mijn afscheid van Sibu, Sarawak (in Maleisisch Borneo), toen mijn verblijf van 56 jaar ten einde kwam. Ze hadden de grootste zaal in de stad uitgekozen. Er zaten zo’n 1200 betalende gasten rond 120 ronde tafels. Ze kwamen uit de verschillende parochies waar ik werkzaam ben geweest. Het was een levendig en vrolijkfeest met smakelijk Chinees eten, kunstige dansen en liedjes door groepen parochianen, Chinese en Dayaks. Voor mij was het veel handen schudden en selfies laten maken. Midden in het programma overhandigde de bisschop me een onderscheiding plus een ingelijste foto van de kathedraal. Te midden van al dit vreugdevol gebeuren bleef ik toch - ergens op de achtergrond van mijn gevoel - een serieuze gedachte koesteren: ‘Eerdaags is het afgelopen met je hele missionarisleven bij de Dayaks. Ik ga naar een bejaardenhuis, naar de remise, als een oude trein die zijn dienst heeft gedaan.’ De speeches van de bisschop en van de voorzitter van de parochieraad pepten me wel op : ‘Je leven hier van generaties lang is niet nutteloos geweest.’ ‘Je leven van opoffering heeft zijn vruchten wel gedragen. Toen je hier kwam, was er een kerkje met een kleine Chinese gemeenschap. Nu zie je een kathedraal voor 3000 gelovigen en aardig gevuld op zondagen, vooral met Dayaks. Er is een levendige ontwikkeling op allerlei gebied, mede door jouw hulp, bijvoorbeeld de nauwe samenwerking met andere Christelijke gemeenschappen en ook - wel iets minder - met onze Moslim broeders. Ook je zorg voor zieken en gevangenen en je opleiding van catechisten.’ Na zulke aanmoedigingen blijft er bij me toch nog wel - zelfs nu in Vrijland - een gevoel van bezorgdheid: ‘Zullen ze wel doorgaan met alle goede diensten waaraan ik heb mogen bijdragen? Maar in vrolijkere momenten geef ik dit al- les kalm over met een gerust gevoel. Het goede, dat daar in Sibu op gang is gekomen, is niet meer te stoppen.
Ferd Vergeer.
10
Een greep uit het verleden: voetbal 1954 Onze onvolprezen Father Nico Konings is hulpaalmoezenier in het Nederlandse leger. Hij speelt als een fanatiek voetballer in het elftal van het leger van zijn vaderland. Zijn ploeg heet LVT. Hier is het krantenverslag van 1954: LVT aan kop door zege op Union. Het officiersteam van de LVT zonder keeper Bekkering, die vervangen werd door Malinckrodt, behaalde gisteravond op het Molenveld een grote zege op Union-veteranen, dat voor de eerste maal in deze competitie volledig op de grasmat verscheen. De overwinning werd voornamelijk behaald door het goed benutten van de kansen. Zes minuten na het begin aarzelde v.d. Hoogen met het wegwerken en daardoor kon KONINGS met een hard schot doelman Sliepenbeek passeren (1-0). De Union rechtsbuiten Hofman kreeg uit een corner van Miltenburg de kans van de avond. Hij wipte de bal echter net over de lat. Van’t Sas liep na 14 minuten door op een verre pass en LVT leidde met 2-0. Een voorzet van KONINGS werd vier minuten later door Vermeulen ingeschoten (3-0). De tweede helft was twaalf minuten oud, toen KONINGS na een goede rush nummer vier in het Union-net deponeerde. Negen minuten voor het einde knalde Van’t Sas voor de vijfde maal langs de rood-zwarte doelman. Vier minuten voor afloop kopte midvoor Jansen een corner van Hofman naar Cornelissen, die hieruit met een goed doelpunt voor Union de eer redde. (5-1). Het spel der Union-veteranen was te peuterig en van verrassing gespeend, zodat de LVT-zege verdiend te noemen was. Krantenartikel, zuinig bewaard door Nico Konings.
Doordenkertjes: • • • • • • • • •
Er zijn twee manieren om je leven te leven: leven alsof niets een wonder is of leven alsof alles een wonder is. Wat heerlijk dat je geen moment hoeft te wachten om de wereld te verbeteren. (Anne Frank) Het is niet moeilijk het goede te herkennen, maar wel het in daden om te zetten. (Confucius) Een kaars kan duizenden andere kaarsen aansteken zonder haar levensduur in te korten. Goed gelovig is anders dan goedgelovig. Als woorden tekort schieten, kun je beter zwijgen. Geen enkele sneeuwvlok valt ooit op de verkeerde plaats. Wees nooit bang om even na te denken. Vallen kun je alleen. Maar om op te staan heb je de hand van een vriend nodig.
Paul de Schipper Deze welbekende schrijver noteert in zijn boek De Sterke van Saeftinghe dat na de stormvloed van 12 maart 1906, de boeren en landbouwers in Zeeland een ruimhartige schadevergoeding kregen. De Zeeuwen bidden sindsdien: “Heer, geef ons heden ons dagelijks brood en ieder jaar een watersnood.”
15
Wat onze overnachtingen betreft: wij doen dit altijd bij “vrienden van de fiets”. Dit is een prachtige en goed georganiseerde instantie met ruim 4.500 priveadressen (en ieder jaar groeiende) in Nederland. Deze organisatie breidt zich nu ook uit in Duitsland, Belgie en Frankrijk en zelfs in Spanje. Deze mensen verwelkomen fietsers in hun eigen huis voor slapen en ontbijt (bij uitzondering ook voor het avondeten). Daarvoor betaal je 19 euro en 1 euro voor het opladen van je elektrische fiets (voor het avondeten - diner- rekenen ze acht euro). Om hiervan gebruik te maken moet je lid zijn (vijf euro per jaar). Daarvoor krijg je dan ieder jaar een boek met: •
alle adressen -alfabetisch per plaats en tel. nummers waar je terecht kunt en informatie over de accommodatie die ze hebben. Het geeft ook de gedragsregels waar beide partijen zich aan moeten houden.
•
Een landkaart met een klein cirkeltje voor ieder adres in de plaatsen waar je deze adressen kunt vinden (b.v. in Oosterbeek zijn er drie).
Het moge duidelijk zijn dat “vrienden van de fiets” geen “business” is. Dit is een “vrienden van de fiets “ dienst. Dit maakt het ook zo aantrekkelijk. Je wordt als vrienden ontvangen. Vaak zijn de mensen zelf ook fervente fietsers. Je krijgt dan ook meestal accommodatie en ontbijt wat niets te maken heeft met die twintig euro. Het is soms veel beter dan in hotels. Ze zijn vaak heel gei'nteresseerd in jou en vooral in je fietsverhalen en nodigen je soms ook’s avonds uit voor een drankje. Een typische boeking gaat dan telefonisch als voIgt: “Hallo, ik ben Cor Schilder uit Oosterbeek. Ik ben op fietsvakantie met mijn zus Betsie. Zou je een plek hebben voor ons voor vanavond?”. Antwoord: “Ja, dat kan wel, hoe laat komen jullie?”. “We denken tussen 5 en 7 uur”. “Dat is goed. Wij zitten zelf nog in Egmond aan Zee en komen vanavond om ongeveer 9 uur thuis. Als jullie op ons erf komen, zie je een gieter staan links van de voordeur. Onder die gieter ligt de sleutel. Ga naar binnen en links vind je de bezoekerskamers. Je kunt douchen enz., make yourself at home!! Enwij zien jullie later wel, of anders morgenochtend. Hoe laat willen jullie ontbijt? Acht uur? Prima hoor! Welkom.” Gezien het grote aantal adressen en de onvoorspelbare dingen die bij fietsers onderweg kunnen gebeuren, maak je meestal geen boeking van te voren, maar pas in de loop van de dag dat je aan het fietsen bent. Soms moet je wel vijf of zes adressen bellen voor je een plek hebt, maar dat is geen moeilijkheid. Het komt wel in orde. Alles is dichtbij. In de vijf jaar dat ik hiervan gebruik gemaakt heb, is het maar een keer voorgekomen dat we geen plek konden vinden. We moesten toen uitwijken naar een hotel. Dat is dan ook OK, maar alles is duurder, meer “business like , klinisch en onpersoonlijk”. Zo, om weer terug te komen op mijn verhaal: we vertrokken op vijf juli richting Friesland met een prachtige zon, maar wel een erg harde wind. Dat was geen probleem, want we hadden voor de wind, zelfs op de Afsluitdijk. Het ging als een fluitje. Maar je houdt het voor mogelijk of niet: na 20 km - in de Wieringermeer- kreeg ik weer een lekke band en met zoveel bagage!! Dit was mijn tweede lekke band binnen een week en mijn derde in vijf jaar. Ik hoop niet dat dit een “omen” is voor dingen die komen gaan! Cor Schilder (wordt vervolgd)
14
Rini de Groot, een broer van Jan en Marinus, vertelt verder:
Eeuwige Gelofte, driemaal Diamant Bij intrede in een kloosterorde werd je postulant (proeftijd) voor minimaal drie maanden. Daarna volgde, gekleed in toog, een noviciaat van twee jaar. Daarna werd de tijdelijke gelofte afgelegd. Na deze eed droegen de broeders over de toog een bloedrood koord (voor de paters een sjerp), dat scherp aftekende tegen de zwarte ondergrond. Na de tijdelijke gelofte volgde een periode van vijf jaar tot de eeuwige eed. Dan ontving je het In blijde dankbaarheid voor Gods uitverkiezing en mel vol vertrouwcn op de voorspraak missiekruis en later van Maria, Koningin van de Aposlelen en St. Joseph, onze een benoeming voor OVader en Patroon, hoop ik op de feestdag van Maria’s Tenhemel- opneming, 15 augustus a.s., mif de missie. Mijn broer voor het leven te verbinden aan het missiewerk in de St. Joseph Congregatie van Mill Marinus vroeg een Hill. groterformaat (16, 5 De plechtigheid zal plaats hebben die day voor de Hoogmis 10 uur 's cm lang) missiekruis. om Daarna volgde een morgens. stage periode; voor In deze dagen van voorbereidmg beveel ik mij ten zeerste aan Uw gebeden. in BroAJobrosius mijn broer was dat in De Groot. het missiehuis de ‘Rooij Pannen’ in TilSt. Joseph burg, vervolgens in Broederhuis Ooslerbeek, juli Londen en Durham 1956 om de Engelse taal te leren. Het klooster de Rooij Pannen moest destijds wijken voor de ringweg; alleen de naam is nog overgebleven. Op 15 augustus 1956 had het klooster van Mill Hill op het prachtige landgoed Johannahoeve in Arnhem het hele gezin uitgenodigd. Onder de Plechtige Hoogmis legden broeders na het Evangelie de eed af voor de tijdelijke of voor de eeuwige gelofte. De laatsten ontvingen tevens het missiekruis. Tijdens de stille momenten hoorde je op de achtergrond het geluid van passerende treinen. Na de Plechtige Hoogmis was er een uitgebreide koffietafel in de graanschuur. Aangezien Mill Hill een Engelse missiecongregatie was, was er bij de koffie natuurlijk ook cake. Een week eerder was ik opgeroepen om het land te dienen. Door een commu- nicatiefout was er geen verlof geregeld, waardoor ik jammer genoeg de viering niet mee kon maken. Het daaropvolgen- de weekend kreeg ik de gelegenheid om thuis bij familie en kennissen aanwezig te zijn. Alleen R.K. ingeschreven militairen draaiden op 15 augustus zondagsdienst. In het bedrijfsleven had de werknemer als familielid recht op een betaalde dag voor het bijwonen van deze gelofte.
f
11
Jaren later ontving dezelfde broer in Wijchen tijdens een misviering nogmaals een missiekruis, nu uit handen van Mgr. Bekkers, omdat het eerste missiekruis tijdens de vlucht voor de rebellen in Congo in de zestiger jaren verloren geraakt was. Bij het rijk telden tropenjaren dubbel en ging je dus eerder met pensioen, maar een missionaris werkt door tot aan zijn dood; mijn broer is in 2008 gedwongen teruggekeerd uit Congo. Op zondag 17 juli werden in het klooster in Oosterbeek de jubilea van drie diamanten jubilarissen gevierd, waarbij weer het hele gezin uitgenodigd was. Van de vijf Mill Hill broeders, die in 1956 het missiekruis ontvingen, leeft alleen mijn broer nog; samen met twee paters vierde hij de gebeurtenis. De kleding die zij dragen, is aangepast: zij dragen op de linker revers een kruisspeldje. De jaren van het klooster- leven tellen pas vanaf de tij- delijke gelofte. Dat vond moe- ke niet eerlijk: voor haar be- gon het op de dag dat zij thuis afscheid moest nemen van haar zoons, respectievelijk op 14 februari 1948 en een jaar later op 27 Rini de Groot. april 1949.
Herman Finkers: Toen Pauw of Witteman tegen hem zei: ‘Maar je weet toch dat het hiernamaals verzonnen is’, antwoordde Herman Finkers: ‘Dat is de 40ste van Mozart ook; maar hij bestaat wel.’
Albert Einstein: De man die een mooi meisje kust en al zoenend nog veilig rijdt, geeft de kus niet de aandacht die het verdient.
Vernomen opmerking: ‘Als je naar de hemel wil gaan, moet je bereid zijn te sterven.’
12
Fietsend op vakantie. Mijn zus Betsie en ik gaan al een aantal jaren met elkaar op fietsvakantie. Voor degenen die denken dat wij daar te oud voor zijn: mijn zus is 82 (ik hoop dat ze dit artikel nooit zal lezen!) en ik ben zelf 75. Wie was het ook alweer die zei: “age is a quality of the mind”? Nou ja, dat is natuurlijk gemakkelijk gezegd, als je zelf nog redelijk gezond bent! Wij zijn in de gelukkige omstandigheid dat we dit nog kunnen doen en we maken er dankbaar gebruik van. We hebben al zoveel samen gefietst: Zeeland “doen”; Compostella.... 3.500 km; Nederland in de rondte en nauwkeurig overal de grenzen volgend.. 2.500 km; 4-daagse van Hoorn (3 x); Drente “doen” (verdronken in de regen, toen we na vier dagen met de trein naar huis gingen en verder scrabbel speelden). Ik schrijf “doen”. Dit betekent de uitvoering van ons plan om iedere provincie in Nederland uitvoerig te bezoeken. Dan doen we niet zoveel kilometers, maar gaan inderdaad bekende en mooie plaatsen bezoeken. Op onze reis naar Compostella ontmoetten we een Nederlandse jongen die alleen op weg was naar Compostella. Die verwonderde zich er ten zeerste over dat wij als broer en zus samen op vakantie waren. Hij zei: “Dat is het laatste in de wereld wat ik zou doen”. Wij kunnen het echter goed met elkaar vinden. Ik houd heel veel van mijn zus en als we een verschil van opinie hebben, ben ik natuurlijk degene die altijd toegeeft.... nou ja....!! (Ik weet niet of Betsie dit zou beamen). Dit jaar stond Friesland op ons programma (alle lezers uit Friesland lezen nu natuurlijk gretig verder!). We zouden samen vertrekken uit Westwoud (Noord-Holland) op 5 juli. Ik vertrok uit Oosterbeek al op 1 juli om ook bij de verjaardag van mijn broer Jan te zijn op 4 juli. Het was een moeilijk begin voor me, want toen ik 10 km van Harderwijk af was, kreeg ik een lekke band. Met een elektrische fiets zit je daar echt niet op te wachten, want die kun je zelf bijna niet repareren. Daar sta je dan langs de weg! Gelukkig is daar een verzekering voor. Men komt je dan ophalen met een vrachtauto om je naar een fietsenmaker te brengen. Dat wil zeggen: als je je mobiele telefoon en hun nummer niet vergeten hebt mee te nemen!! Nee, hoor, ik had beide bij me!! En het ging allemaal prima. Na een half uur werd ik opgehaald en naar een fietsenmaker gebracht. Anderhalf uur nadat ik de lekke band kreeg, reed ik alweer verder de Flevopolder in naar Lelystad, de Houtribdijk (34 km) over naar Enkhuizen en dan ben ik er bijna. Prima! Op 5 juli vertrokken we dus vanuit Westwoud. Ons plan was om op 16 juli daar weer terug te zijn. In die twaalf dagen wilden we dan de volgende dingen doen: • • • • • •
Via de Afsluitdijk naar Friesland (1 dag). De elf-steden-route doen (4 dagen). Rond twee meren fietsen (3 dagen). Gaasterland (2 dagen). een dag naar Noord-Overijssel: de “Weerribben”. Terug naar Westwoud (1 dag).
13
•
COLOFON
• De Tamboer is een huisblad van de bewoners, medewerkers en vrijwilligers van het Missiehuis Vrijland en het Sint Jozefhuis.
•
• • • •
Redactieadres: Piet Korse Johannahoeve 2
•
Vormgeving: Harry Reusen
•
Printwerk: Drukkerij Voor de Poort
6861 WJ Oosterbeek Hoofdredacteur: Piet Korse Redactie: • Robert Jan Paas Simone v. d. Wardt Cor Schilder Karel van der Horst Theo Beemster Cees van Zanten
Email: p.korse@jozefmhm.nl
Bijdragen voor de volgende uitgave inleveren uiterlijk voor 15 november 2016. • U mag uw bijdrage handgeschreven inleveren. • Echter, de voorkeur gaat uit naar digitale bijdragen van tekst en foto’s, per email of USB-stick.
14