M I C H A E L
R E E F S
DEEL 10: DE ERFENIS VAN DARIUS
M I C H A E L
R E E F S
DEEL 10: DE ERFENIS VAN DARIUS
Van dezelfde auteur: De Bieb-bende 1: De legende van de Hemelrijders* De Bieb-bende 2: Duister carnaval* De Bieb-bende 3: De Tijdwachter* De Bieb-bende 4: Schim van het Kwaad* De Bieb-bende 5: De Schatbewaarders De Bieb-bende 6: Het Middernachtcircus De Bieb-bende 7: De Toren van Enigma De Bieb-bende 8: De vloek van de Ferox De Bieb-bende 9: Helden van de Nacht Het geheim van het Klavertjesplein Bram en het Zoldermysterie Bram en de Orde van Avalon Bram en de Bliksemjagers Bram en de Waterreuzen De Tempeljagers - Het verdwenen eiland Kivamba* De Tempeljagers - Het mysterie van de gouden feniks* De Tempeljagers - De vloek van de Inca's* *Ook als e-book verkrijgbaar
M I C H A E L
R E E F S
DE ERFENIS VAN DARIUS
2021 DE LEZERSPRIJS VAN DE KINDERBOEKENWEEK
Eerste druk [maand] 2021 © 2021 Michael Reefs © 2021 Uitgeverij Stormsteen Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande toestemming van de uitgever. Redactie: Tamara Geraeds Eindredactie: Marije Onstenk Omslagillustratie: Robin Keijzer Illustraties drie aanwijzingen: Betty Reefs Illustratie Bieb-bende, QR-codes en overige personages: LukeSure Auteursfoto omslag: Mark Lageweg Overige illustraties: Shutterstock isbn 978-94926049-1-0 (paperback) nur 283 www.debiebbende.nl www.michaelreefs.nl www.uitgeverijstormsteen.nl
“In ieder van ons zijn twee naturen in oorlog - het goede en het kwade.” – RobeRt Louis stevenson
De legende van de Hemelrijders De eerste bladeren vallen, het is herfst… 12 mannen berijden hun paarden. In het holst van de nacht, bereiken ze een dorp omringd door mist. De eerste sneeuwvlokken dwarrelen, het is winter… 12 mannen voeren hun missie uit, omringd door kwade machten, in de gaten gehouden door een woeste man. De eerste bloemen komen uit, het is lente… 12 mannen bereiken het huis op de heuvel. Het reusachtige kasteel doemt op, waar de Man met de Bijl op hen wacht. De eerste zonnestralen breken door, het is zomer… 12 mannen worden op gruwelijke wijze vermoord. Hun zielen opgesloten in de catacomben onder het gebouw, verbannen naar mysterieuze schilderijen. Vuurwerk luidt het nieuwe jaar in, het is nu… 5 kinderen horen de hulpkreten van de 12 mannen. Iedere maand nieuwe aanwijzingen, hopend de 12 mannen voor het einde van het jaar te redden.
De QR-codes Aan het einde van ieder vijfde hoofdstuk vind je een QR-code (Quick Response code). Dit is een soort streepjescode die uit een aantal blokjes bestaat. Als je deze met een smartphone scant, kom je op een webpagina terecht waar je nog meer info over de hoofdstukken kunt lezen. Lees onder andere meer over de personages, locaties of over de schrijver. Op deze pagina’s kun je ook meepraten over de dingen die je hebt gelezen en je voortgang in het boek delen met vrienden via Facebook of Twitter. Hoe moet je een code scannen? 1. Open de QR-reader app op je smartphone (of download deze). 2. Scan de QR-code op de bladzijde in dit boek. 3. Op je smartphone wordt de site geopend met de extra informatie. Heb je geen smartphone? Onder iedere QR-code staat ook een rijtje van vijf cijfers. Als je op de computer naar www.debiebbende.nl/qr gaat, kun je deze code invullen en bereik je alsnog de pagina met de extra informatie.
Inhoudsopgave: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27.
Een gruwelijke voorspelling Een verborgen kamer Goddelijke wapens Darius Paniek om Pen De opening van De Droomvallei Pijnlijke steken Het feest van de doden Travallium Een lach vol gevaar Oude zielen Lokaas Platgedrukt Een harde bui Overleg op de Ferox Een dreigende ontmoeting Werk aan de winkel Stella Terres Tunnels Zielen splijten Een vijandelijke vriendschap Verzwakt Een deur omringd door mysterie Vertrokken Een geheim mechanisme Nieuwe herinneringen Angeliques onvoltooide plannen
15 21 28 35 41 48 54 59 64 70 75 82 87 92 100 107 115 121 127 133 141 145 151 157 162 170 173
28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40. 41. 42. 43. 44. 45. 46. 47. 48. 49. 50. 51. 52. 53. 54. 55. 56. 57. 58.
Irmuschka’s raadselachtige verleden De kracht van de Ferox Een emotioneel afscheid Ergon Lab Een krachtige eigenschap Geweld in het trappenhuis Onverwachte medereizigers Hoog boven de zee Een krachteloze boom Mexico-Stad Zonder energie Gevaar in Zuidbaai Bijtanken Een langgekoesterde wens Razernij in het bos Dwars door de jungle Een behulpzaam lichtje Een mechanisme verstopt in het zand Een leeg hoofd Een tempel in de woestijn Een verontrustend telefoontje Een nieuwe melodie Een tempel onder water Drijfzandtegels De Meesterproef Vreemd bezoek Het gevaar van de Maya’s Levensgevaarlijke krabben Tot het uiterste Een machtige wind Uitgeput
179 184 189 193 198 203 209 214 220 224 231 235 239 245 250 256 260 265 272 278 282 287 294 300 307 314 319 325 331 338 345
59. 60. 61. 62. 63. 64. 65. 66. 67. 68. 69. 70. 71. 72. 73. 74.
De Astrild De Ares Een klim uit de diepte Verdwenen Het lot van Zuidbaai Ongebruikte knopjes Van de kaart De Pupatusvloek De reis van een bakkerij Leugens en ruzie Een monsterlijke kop Een puzzel onder tijdsdruk Een koepel om Zuidbaai Onbekende krachten Verzegeld Geen hulp
351 357 363 367 374 380 386 392 397 401 407 413 422 426 434 440
HOOFDSTUK 1
Een gruwelijke voorspelling
- Zaterdag, 6 oktober -
H
et was druk in pretpark De Droomvallei. Kinderen en hun ouders wilden niets van de spectaculaire opening van Zuidbaais nieuwe pretpark missen. Er was muziek, er lagen lekkere hapjes en er stonden lange rijen bij iedere attractie. Melanie liep met haar vrienden over de brede boulevard, met aan beide kanten een hoop kleine eettentjes, verscholen in de meest prachtige gebouwen. Alles was in oosterse sferen gehuld. Van de mooi versierde gevels, tot en met de versieringen aan de muren. Net toen ze in de rij voor De vloek van Villa Colla stonden, barstte er een regenbui los. De kinderen gingen dichter bij elkaar staan. In het gebouw –een exacte replica van de oude villa die vroeger op de heuvel stond – toonde een projectie op de muur de gruwelijkheden die zich binnen hadden afgespeeld. Gruwelijkheden waarin Hildegard Bovenwijn een hoofdrol speelde. Een rilling liep over Melanies rug. Haar hart sloeg een slag over, alsof het even vergat wat het ook alweer moest doen. Waar kwam dit ongemakkelijke gevoel vandaan?
15
Een luide knal verergerde haar zenuwen. Het geluid kwam van buiten. Mensen schreeuwden en stapten uit de rij. Iedereen rende tegelijk naar de uitgang. Die was niet gemaakt voor zo’n grote groep, maar de mensen propten zich er uit alle macht toch doorheen. Kinderen werden omver geduwd en platgetrapt door volwassenen. Alles kraakte. Grote plafondtegels lieten los en denderden omlaag. Ze braken op de grond in stukken. Het gebouw scheurde uiteen. Kabels slingerden door de ruimte. De vloek van Villa Colla leek werkelijkheid te zijn geworden. Uiteindelijk baanden ook de regendruppels zich een weg door het open dak. De vloer werd in een mum van tijd kletsnat. Alle leden van de Bieb-bende waren verdwenen. Melanie stond daar alleen, tussen bange mensen en schreeuwende kinderen. Er lachte iemand. Een zware stem, vol haat en wraak. Melanie voelde haar hart kleiner worden en er ontstond een strakke knoop in haar maag. Die stem. Hij was de aanstichter van dit alles. Een man die verderf kwam zaaien. En het was niet George, deze onbekende man was nog gruwelijker en machtiger. Melanies hart schoot in haar keel toen ze de hand van Roy onder een zware plafondtegel uit zag steken. O nee! Ze rende naar hem toe en tilde de plaat voorzichtig op. Roy zag er niet al te best uit. Zijn hoofd was veel te ver gedraaid. Hij reageerde nergens op… Melanie schrok wakker. Haar lichaam was bezweet. Haar haren plakten aan haar voorhoofd. Ze keek om zich heen. Het was maar een droom. Ze had even nodig om op adem te komen en alle nare dingen uit de nachtmerrie te verwerken. Roy… Hij was dood gegaan. Het leek zo echt. Zelfs de paniek en angst uit de nachtmerrie had ze meegenomen. Het zat allemaal nog in haar lijf. Maar was het wel een droom? Of was dit een gruwelijke voorspelling? Die akelige gedachte schudde ze onmiddellijk van zich af. Ze was gewoon opgewonden over de opening van het pretpark en
16
ze maakte zich zorgen dat er iets vreselijks ging gebeuren. Dat was normaal, dat deden veel mensen. Nee, Melanie, je moet dit serieus nemen. Denk aan je gave. Die is sterker dan ooit. Jij hebt de kracht om in andermans hoofd te kijken. Kon die stem zijn mond niet houden? Het was geen voorspelling. Roy ging niet dood. Daar zou ze persoonlijk voor zorgen. En als het wel een voorspelling was, dan zou ze die niet uit laten komen. Dat was mogelijk, toch? Ze hoefde alleen maar op de details uit de droom te letten. Net zoals ze bij Valerie in juli had gedaan. Dan kwam alles in orde. Ze besloot wat te gaan drinken. Met zo veel onrust in haar hoofd kon ze de slaap voorlopig toch niet meer vatten. Op het display van haar telefoon zag ze dat het drie minuten voor vier was. De wekker zou pas over vier uur afgaan. Op de gang was het muisstil, op het gesnurk van Bernhard na. Die sliep sinds een paar dagen bij Jasmijn, omdat ze niet meer alleen wilde slapen. Melanie vond het ook fijner, want ze voelde zich veilig bij Bernhard in de buurt. Dat was ook de reden waarom ze niet meer op de Ferox sliep. Net als de anderen had ze besloten om weer naar huis terug te keren. De akelige Nyxen vormden geen gevaar meer – die zaten zo diep in de heuvel dat ze niet meer zomaar omhoog konden komen – en thuis was Melanie er ook voor Jasmijn, die het al zwaar genoeg had. Na het vreselijke nieuws vorige maand dat ze geen kinderen kon krijgen, was haar wereld ingestort. Ook herstelde ze nog steeds van het zware gevecht in de heuvel, waarbij een hoop mensen van Zuidbaai aanwezig waren geweest en waarin ze het tegen Valentina en de professor hadden opgenomen. Hopelijk zaten die nog ergens diep in de heuvel, zodat ze van hen voorlopig geen last zouden hebben. Misschien zou ze Bernhard… Nee, beter van niet. Ze moest zichzelf niet gek maken. Het was niet meer dan een droom. Punt. Beneden in de woonkamer deed ze een lichtje aan en liep op haar tenen onder de grote boog van de keuken door. De tegels
17
voelden koud aan haar blote voeten. Ze vulde een glas met water en dronk het in een paar slokken leeg. Ze plofte op de bank neer en legde haar voeten op de salontafel. Terwijl ze zich liet wegzakken in een groot kussen, staarde ze naar het plafond. De beelden uit de droom schoten weer voorbij. Al die paniekerige mensen. Kinderen die op de grond lagen en platgedrukt werden. Het was vreselijk. En Roy‌ Ze schrok weer. Ergens was ze blij dat de droom niet was afgemaakt, zodat de afloop haar bespaard bleef. Niet aan denken, hield ze zichzelf voor. Recht voor haar was de open haard, met daarboven de tv. Ze zag zichzelf in het zwarte scherm. Losse plukken haar hingen in haar gezicht. Ze pakte al het haar bij elkaar en maakte er weer een strakke vlecht van. Terwijl ze daarmee bezig was, viel haar oog op de grote wereldbol naast de open haard. Het was zo’n ouderwetse, van hout gemaakt. Hij was van haar opa geweest, die er vroeger zijn sterke drank in had bewaard. Tegenwoordig lagen er een paar wijnflessen in. De wereldbol lichtte op. Of nee, niet de hele bol, maar een paar puntjes op de kaart. Fronsend stond Melanie op en liep om de salontafel heen. Ze legde een hand op de grote bol. Er zat geen stroomkabel aan, dus waar kwam dat licht vandaan? Zou het een aanwijzing zijn? Nieuwsgierig onderzocht Melanie de bol. Ze draaide eraan, wat een metalig geratel binnenin veroorzaakte, en probeerde te ontdekken waar de lichtpuntjes bij hoorden, maar de plaatsnamen die erbij stonden zeiden haar niets. Hoe meer rondjes ze de bol liet draaien, hoe harder het binnenin ratelde. Het leek wel een mechanisme, waarbij er allerlei tandwielen langs elkaar heen draaiden. Melanie schoof de bol open. Binnenin was niets vreemds te zien. En toch klonk nog steeds hetzelfde, mechanische geluid. Waar
18
kwam het vandaan? Ze haalde alle flessen eruit en onderzocht de bodem. Net wat ze dacht; er zat natuurlijk een geheim vak onder. Daar zaten inderdaad kleine tandwieltjes, die ronddraaiden. Alleen begreep Melanie er niets van. De bol zelf verroerde zich niet, dus waar stonden de tandwielen dan mee in verbinding? Hoe langer ze ernaar keek, hoe vreemder ze het begon te vinden. De tandwielen stopten met draaien zodra Melanie haar handen wegtrok. Op de grond verscheen een gloeiende lijn, die haar deed denken aan de lijnen van de Oude Taal. Krijg nou wat. Melanie hurkte en wreef over de dunne lijn. Hij zat onder het hout en voelde warm aan. De lijn liep naar de kleine bibliotheek, en Melanie volgde hem. Tussen alle boeken bleef ze staan. De lijn kroop verder langs de trap omhoog. Terwijl Melanie naar boven ging, vroeg ze zich af wie deze lijn had gemaakt. En waarom was hij haar nooit eerder opgevallen? Vast en zeker omdat nu het juiste moment was. Op de overloop vervaagde de lijn. Melanie wachtte even af, maar er gebeurde niets meer. Ze wilde al bijna omkeren, toen ze de lijn in de lambrisering zag zitten. Ze liep langs de studeerkamer en nog twee andere kamers. De lijn stopte. Aan het uiteinde ervan zat een haakje, waardoor het net een pijl leek. Wat had dit te betekenen? Melanie voelde aan het uiteinde van de lijn. Heet! Vlug blies ze tegen haar vingertop. Haar aanraking had iets in het hout achtergelaten. Een minuscule bloem. De pijl van de lijn bevond zich precies in het midden van die bloem. Melanie wreef eroverheen. De knop bleek een echte deurknop te zijn. Achter het hout ratelde iets. Het klonk als nog meer tandwielen die in beweging kwamen. Melanies hart begon sneller te slaan. Ze wist dat het huis
19
geheimen verborgen hield, maar dit had ze niet verwacht. Vijf houten latjes in de lambrisering trokken zich terug en schoven opzij, waardoor er een geheime opening ontstond. Daar, op de grond, was de lijn weer te zien. Hij zorgde voor voldoende licht, waardoor Melanie de weg verder kon volgen. Ze kwam in een smalle gang, die eindigde voor een trap. De trap was nog veel smaller en Melanie moest zijdelings naar boven lopen. Ze voelde gruis onder haar blote voeten. De houten muren waren stoffig en alles kraakte. Hopelijk werden Jasmijn en Bernhard niet wakker door dit lawaai. Boven aan de trap zat een luik. Ook hierin was de gloeiende lijn te zien. Voorzichtig, om geen geluid te maken, duwde Melanie het luik open, maar het schoot op het laatste moment uit haar handen. Er klonk een doffe knal toen het op de vloer boven haar terechtkwam en er dwarrelde veel stof op. Melanie hoestte. Het kriebelde in haar keel. Ook al hield ze een hand voor haar mond, ze wist nu zeker dat de anderen haar hadden gehoord. Vlug trok ze zich aan de rand van het luik op en ging weer staan. Waar was ze? Het leek wel een oude zolder.
20
HOOFDSTUK 2
Een verborgen kamer
D
e lijn bevond zich vlak onder Melanies voeten. Hij bewoog weer toen ze verder liep. Hij volgde iedere stap die ze zette. In de zolderruimte stonden een paar oude meubels: een bureau, enkele boekenkasten en… nog zo’n antieke wereldbol. Dat ding trok meteen Melanies aandacht. Dit moest een kamer zijn die vlak voor de renovatie van het huis was afgesloten. Misschien wel uit de tijd dat haar oma en opa hier nog woonden. De lijn stopte bij de wereldbol en leek erin te verdwijnen. Ze hoorde weer kleine tandwielen draaien. Vol spanning wachtte Melanie af. Toen er verder niets gebeurde liep ze naar de bol en legde haar hand erop. Ze probeerde de twee helften uit elkaar te schuiven. Dat lukte niet. Ze zaten stevig dicht. Ze zette wat meer kracht en probeerde het nog eens. Totdat ze een piepklein sleutelgat ontdekte. Deze wereldbol zat op slot. De sleutel zou vast en zeker niet ver liggen. In het halfdonker probeerde ze iets te vinden. Ze haalde een paar boeken uit de kasten, zonder op de titels te letten. Op het bureau pakte ze bijna alles op. Totdat ze iets merkwaardigs voelde. Het was een fotolijst. Ze liep terug naar de wereldbol en hield de foto in het licht van de lijn. Meteen wist ze van wie deze oude studeerkamer was geweest. Op de foto was Mirte te zien, haar overgrootmoeder die ooit bij de Hemelclub hoorde, samen met Hildegard, Arthur, Cornelis en Anja. Mirte, die altijd op de achtergrond bleef en alleen maar foto’s maakte. En die zich nooit echt met
21
het avontuur bemoeide. De oma van haar moeder en Jasmijn. Dat was logisch, want dit huis was altijd van de familie van Melanies moeder geweest, ook al heette het nu Huize Wendersteen. Melanie legde de foto terug en trok alle lades open. Er rinkelde iets. Daar moest vast een sleutel tussen zitten. Ze liep met de hele la naar het licht om alles te onderzoeken. Bingo! Er zaten een paar sleutels tussen. Ze probeerde ze allemaal, totdat er eentje paste. Het was een kleine sleutel, zoals die van haar dagboek. De wereldbol ging open. Er lagen geen wijnflessen in. In plaats daarvan vond ze een dagboek. Onvoorstelbaar. Hiernaar was Melanie al sinds april op zoek. Het geheime dagboek waar Mirte alles in had opgeschreven over haar avontuur. Dit moest ze aan de andere laten zien. De volgende dag zat de Bieb-bende in Chateau Leeuwenhart, de oude woonplek van Astoria, de dochter van George Hill. Zijzelf zat op de gesloten afdeling van een inrichting, omdat ze vorige maand haar verstand had verloren. Melanie had het dagboek van Mirte bij zich, in de hoop er meer over te horen. ‘Dat is zeer interessant, meisje.’ Piro Pilotti, de schilder, pakte het dagboek voorzichtig van Melanie over. ‘Er staat me vaag iets bij van de Hemelclub.’ ‘En dat lag dus op een geheime zolder?’ vroeg Sander niet-begrijpend. Melanie kon het zelf ook nog niet geloven. Natuurlijk had ze vannacht alles aan haar tante en Bernhard uitgelegd. Die waren meteen gaan kijken, maar zelfs Jasmijn wist niets van de ruimte. Mirte bleek alles goed verborgen te hebben gehouden in de tijd dat ze met haar man in het huis woonde. ‘Iemand nog trek in thee? Ach, ik ga gewoon nog een pot zetten.’ Pen Dulatus, de trouwe vriend van Piro, stond op en liep de ruime woonkamer uit. Hij zag er chic uit, alsof hij een belangrijke
22
afspraak had. Hij droeg een zwart pak met paarse knopen, en een stropdas in dezelfde kleur. Zijn halflange grijze haar hing gedeeltelijk voor zijn gezicht, waardoor zijn doordringende bruine ogen voor de helft wegvielen. Ook al maakte hij door zijn spitse baardje een nogal strenge indruk, Pen was het tegendeel: een man die vaker stil was dan praatte. Piro was in alles het tegenovergestelde. Hij droeg een spijkerbroek, met een hoop gaten die met lapjes stof waren bedekt. Een donkergroen vest, dat er nog het fatsoenlijkst van alles uitzag, bedekte zijn broodmagere lichaam. Door zijn wilde lichtbruine haarbos leek hij wel een zwerver. Chateau Leeuwenhart was jarenlang een vervallen gebouw geweest, dat langzaam werd overgenomen door de natuur. Daar was sinds kort verandering in gekomen. Piro en Pen knapten alles zo goed mogelijk op. De benedenverdieping vorderde gestaag, maar er moest nog een hoop gebeuren. Zeker omdat de mannen geen hulp van buitenaf wilden. Ze werkten hard en Melanie had het idee dat ze zelfs ‘s nachts door klusten, omdat ze toch niet konden slapen. En dat was ook logisch, na alles wat ze hadden meegemaakt. Jarenlang hadden ze opgesloten gezeten in een ruimte in het benedendek van de Ferox, waar ze door George vervloekt waren. Ze waren niet meer dan poppen geweest, zonder enig teken van leven. Dankzij het legendarische Zwanenparfum werden ze uiteindelijk weer de oude. Piro stond opeens voor haar en knipte in zijn vingers. Melanie schrok. ‘Oh, sorry, ik was even met mijn gedachten ergens anders.’ ‘Ik weet ook waar.’ Hij ging weer zitten. ‘Dat dagboek heb je niet zomaar gevonden. Je werd wakker na een vreselijke nachtmerrie.’ Melanies ogen werden groot. Hoe kon hij van de nachtmerrie weten? Ze had er met niemand over gepraat.
23
Luca keerde zich tot haar. ‘Wat voor nachtmerrie?’ ‘Ja, wil je ons iets vertellen?’ vroeg Roy. Valerie friemelde aan de zoom van haar jurk. ‘Als het maar niks ergs is.’ ‘Je bent helemaal wit,’ zei Tim. Sander was de enige die zweeg, omdat hij het dagboek van Piro had overgenomen en er voorzichtig in bladerde. Zijn bril was naar het puntje van zijn neus gegleden. ‘Ik wil het niet vertellen,’ besloot Melanie. ‘Als ik het niet uitspreek, hoeft het niet waar te zijn.’ ‘Ik heb het ook gezien.’ Piro keek haar doordringend aan. ‘Echt? Hoe dan?’ ‘Ik bezit dezelfde gave als jij. Ik hoor ook de stemmen en af en toe krijg ik een visioen door. De gave gaf mij de kracht om de schilderijen te maken.’ ‘Kun jij ons dan vertellen wat ze heeft gedroomd?’ vroeg Luca. Piro stond op en liep om de stoelen van de kinderen heen. Hij bleef voor de grote schilderijen aan de muur staan. De twee geliefden, Astoria en Bernhard, waren erop afgebeeld. Hij draaide zich om. ‘Het is aan Melanie om te beslissen of ze het met jullie deelt. Maar het is wijs om de details te analyseren. Je hebt veel gezien, nietwaar meisje?’ Melanie zuchtte. Ze wist ook wel dat haar vrienden de waarheid verdienden, maar dit was vreselijk. Roy legde een hand op haar knie. Dat maakte het alleen maar erger. ‘Vertel het maar.’ Melanie knikte. ‘Oké dan.’ Ze zuchtte nog een keer. ‘Ik droomde dat we bij de opening van het pretpark waren. Het was er druk. We stonden in een rij voor De vloek van Villa Colla. Alles ging goed. Tot we binnen waren…’ ‘Wacht even,’ onderbrak Tim haar. ‘Heb jij al gezien hoe die attractie eruitziet?’ Valerie wierp hem een kwade blik toe. ‘Tim! Laat haar alsjeblieft
24
uitpraten.’ ‘Oh, sorry. Tuurlijk, ga verder.’ ‘Dus, we stonden daar te wachten. Buiten klonk een knal. Er brak paniek uit en toen ging het allemaal snel. De plafondtegels kwamen omlaag, ik hoorde iemand lachen. Het was niet George, het was een onbekende.’ Valerie beet op haar nagels. ‘Nog iemand die ons iets aan wil doen?’ ‘Ik weet niet wie het was. Maar toen…’ Ze ademde ineens een stuk zwaarder. ‘Toen wat?’ vroeg Luca. ‘Wat gebeurde er?’ Piro ging weer zitten. ‘Nu komt het moeilijkste deel.’ Tranen sprongen in Melanies ogen. Ze kon het niet hardop zeggen. Het ging niet. Achter hen kwam Pen met een dienblad aangelopen. De kopjes rinkelden. ‘Wat is hier aan de hand?’ vroeg hij. Piro gebaarde met zijn handen dat hij stil moest zijn. ‘De droom, Pen, de droom.’ Het dienblad viel uit Pens handen. De kopjes braken op de vloer. Warme thee verspreidde zich als een olievlek richting de stoelen. Pen rende naar voren en pakte Melanies hand vast. ‘Je mag het niet uitspreken.’ Roy stond op. ‘Wat is er aan de hand? Weet jij ook van de droom?’ ‘Maar natuurlijk. Piro vertelt me altijd alles. We waren vannacht in de studeerkamer bezig, toen hij me plotseling vastpakte. Hij vertelde me alles wat hij zag. Het is een voorspelling.’ ‘Maar – wat – ge – beur – de – er – dan?’ Luca beklemtoonde ieder woord en klonk geïrriteerd. ‘Roy gaat dood.’ Melanie zei het zo vlug dat ze bijna over haar eigen woorden struikelde.
25
‘Wat?’ riepen Valerie en Tim in koor. Sander klapte het dagboek dicht. ‘Jongens, dit is geweldig. Weten jullie wat Mirte allemaal in haar eentje heeft ontdekt?’ Toen hij de geschrokken gezichten van de anderen zag, viel hij stil. Ten slotte hervond hij zijn stem. ‘Wat is er?’ ‘Herhaal dat nog eens?’ zei Roy tegen Melanie. ‘Ik weet niet zeker of ik het goed heb gehoord.’ Nu stroomden de tranen over Melanies wangen. ‘Nee. Ik wil het niet herhalen.’ Valerie liet de trillende hand voor haar mond langzaam zakken. ‘En het is echt een voorspelling? Kunnen we het niet veranderen? Roy mag niet doodgaan. We moeten het kunnen voorkomen. Als we goed opletten, gebeurt er niks. Net zoals mij in juli niks overkwam. Toch? Piro?’ Piro staarde alleen maar voor zich uit. Zijn mond bewoog wel, maar er kwam geen geluid uit. ‘Piro!’ Luca stond op en rammelde de schilder door elkaar. ‘Laat hem even, jongedame,’ zei Pen. ‘Hij is diep geconcentreerd. Jullie krijgen zo een antwoord.’ In Melanies hoofd schoten alleen maar de vreselijke beelden uit de nachtmerrie voorbij, wel duizend keer opnieuw. ‘Ik word er gek van. We kunnen beter niet naar de opening van het pretpark gaan.’ Tim wuifde die waarschuwing weg. ‘Natuurlijk wel. We hebben ons er zo op verheugd. We gaan gewoon niet naar dat huis. Dan komt alles goed.’ ‘Zo simpel is het niet,’ zei Pen. ‘Je kunt een voorspelling niet manipuleren. Het zal altijd gebeuren, door kleine toevalligheden die nauw met elkaar zijn verweven.’ ‘Precies, dus ook als we thuisblijven zal Melanies visioen uitkomen. Ik blijf erbij dat we gewoon kunnen gaan.’ ‘En…’ begon Valerie. ‘Ik heb het in juli wel overleefd, terwijl Melanie een duidelijk visioen had dat ik dood zou gaan.’ ‘Dat kwam door de aanwezigheid van de Schimmenjager.’
26
Melanie begreep het nu pas, terwijl ze het zich vaak had afgevraagd. ‘Hij leefde in de Toren van Enigma, waar voorspellingen door Malefic Heres worden opgetekend.’ Pen knikte. ‘Juist. Een tweede kans om onder een voorspelling uit te komen krijgen jullie niet.’ Roy bleef er verrassend koel onder. Melanie durfde hem niet aan te kijken. Zij had gezien hoe hij zou eindigen. Het voelde alsof het haar schuld was. ‘Nee, jullie moeten gaan.’ Piro was blijkbaar weer terug in de normale wereld. Hij keek Melanie doordringend aan. ‘Jullie kunnen niet aan het lot ontsnappen. De opening van dat pretpark is belangrijk voor jullie avontuur.’ Sander stond op. ‘Nee, we kunnen dat niet doen. Waarom moet Roy dood? Wat gebeurt er in dat pretpark?’ ‘Gruwelijke dingen,’ zei Piro. ‘Degene die achter deze aanval zit, wil voorlopig onherkenbaar blijven. Toch hebben we een aanknopingspunt: zijn lach.’ Tim fronste. ‘Zijn lach? Maar die hebben wij niet gehoord.’ ‘Geen zorgen, die zullen jullie snel genoeg gaan horen, dat voel ik. En dan kunnen we de identiteit van deze onbekende achterhalen.’
27
HOOFDSTUK 3
Goddelijke wapens
R
uim een uur later zaten ze met z’n allen op het dakterras van het chateau. Dit besloeg het complete middendeel van het dak en was voor een groot deel overwoekerd door klimop. Mos had de meeste tegels in beslag genomen en er groeiden zelfs bomen. Precies in het midden hadden Piro en Pen een aantal tegels schoongemaakt en al het onkruid verwijderd. Er stonden een paar stoelen. Melanie en haar vrienden hadden het over niets anders dan haar nachtmerrie en wat er met Roy zou gaan gebeuren. Ze hadden met z’n allen besloten er niet aan toe te geven. Ze zouden elkaar goed in de gaten houden. ‘Het is mooi hier.’ Valerie liep naar de verhoogde rand die op de voortuin van het chateau uitkeek. ‘Dit zou mijn thuis worden,’ zei Piro. ‘Hier hoorde ik met Astoria oud te worden, maar het lot had andere plannen. Toen zij in 1986 naar Zuidbaai kwam via het Rad van de Tijd, volgde ze haar hart dat toen aan Bernhard toebehoorde. Ik had me daarvoor al een aantal jaar teruggetrokken in de villa, waar ik langzaam mijn bestaan had uitgewist.’ Melanie dacht weer aan het graf dat ze tijdens hun kamp in juli hadden ontdekt. Daar zou eigenlijk het lichaam van Piro in liggen, maar ze vonden er een sleutel die het begin van hun nieuwe missie vormde. Piro slaakte een diepe zucht. ‘Oh Astoria, kon ik de tijd maar terugdraaien. Dan had ik nooit die vervloekte schilderijen gemaakt.’
28
‘Die van de Hemelrijders?’ vroeg Tim. ‘Juist. Het was een klus die ik met tegenzin deed. George had me in de val gelokt en ik had eigenlijk geen andere keuze. Iedere maand moest ik op de drieëntwintigste een schilderij afleveren. In de spiegelhal werd de ziel van de Hemelrijder gespleten en naar de Schemerwereld verbannen, een wereld die achter de schilderijen lag.’ Piro sloot even zijn ogen. ‘Het was een woeste winteravond, ergens in december. George zocht me op in mijn huisje aan de zee. Er is veel tussen ons gebeurd en ik keek er dan ook niet raar van op dat George mij had gevonden. Hij vroeg hoe het met me ging en of ik Astoria nog had gesproken. Zij was namelijk al geruime tijd niet meer bij George geweest. Ze haatte hem. Hij vertelde me over zijn nieuwste plan en dat hij twaalf ruiters naar het jaar 536 had gebracht, om er daar iedere maand eentje te vermoorden. Ik wist niet wat ik hoorde. Ik dacht dat hij een grap maakte. Maar hij meende het serieus. Het zou voor een groter doel zijn. Hij had namelijk een groot geheim in Zuidbaai ontdekt en om dat te vinden had hij mijn hulp nodig. De zielen van de Hemelrijders moesten gespleten worden door magische spiegels. En om ze te vangen, had hij een schilder met bijzondere krachten nodig. Ik wist meteen waarom hij bij mij was.’ Terwijl de kunstenaar zijn verhaal deed, luisterde iedereen ademloos. Natuurlijk wisten de kinderen in grote lijnen hoe het was gegaan, toch was het bijzonder om alles uit de mond van Piro zelf te horen. ‘Ik protesteerde,’ ging Pilotti verder. ‘Ik wilde niet meewerken aan zo’n gruwelijk plan. Vooral niet toen ik hoorde dat George niet alleen mij had benaderd, maar ook mijn goede vriend Pen. Hij zag zijn potentie en wat hij allemaal kon met zijn technische vaardigheden. Toen wij het Rad van de Tijd hadden gemaakt, wisten we niet wat de gevolgen hiervan zouden zijn.’ Melanie knipperde een paar keer met haar ogen. ‘Wacht even,’ zei Sander verbluft. ‘Jullie hebben het Rad
29
gemaakt?’ Pen knikte tevreden. ‘Het was één van mijn dromen om een reis door de tijd te maken. We onderzochten verschillende manieren om het voor elkaar te krijgen. Daarbij stuitten we op verslagen van het Oude Volk. Ze maakten gebruik van de krachten van de Tijdwachter, Chronos.’ ‘Ik snap het,’ zei Sander. ‘Die krachten hebben jullie in het Rad verwerkt.’ ‘Precies,’ ging Pilotti verder. ‘In het najaar van 536, toen het er allemaal heftig aan toe ging, werkten we in het geheim aan ons project. We bouwden het Rad, zorgden dat het mechanisme werkte en vluchtten in december uit 536, vlak nadat het laatste schilderij was afgeleverd. We hoopten een nieuw leven op te bouwen, ver weg van alle ellende. Ik trok me uiteindelijk terug in mijn villa in het Wilde Bos en Pen stortte zich op zijn onafgemaakte projecten. Ik wist altijd dat George op een dag zou opduiken en ik trof maatregelen. Ik deed iets wat ik daarvoor alleen bij de Hemelrijders had gedaan. Ik spleet mijn ziel, in de hoop dat mijn andere helft door zou leven als ik er niet meer was.’ Melanie verloor een ogenblik haar evenwicht. De wereld om haar heen leek te draaien. Dit had ze niet goed gehoord, ze wist het zeker. ‘Echt waar?’ vroeg Luca, die het blijkbaar ook niet kon geloven. Sander leek niet verbaasd. ‘De guts,’ zei hij. ‘Het gereedschap dat we in juli gebruikten om vormen in hout te krassen. Het was één van de drie aanwijzingen. Daar zit jouw ziel in.’ Piro glimlachte. ‘Inderdaad, jongen. Het heeft me uiteindelijk niet veel goeds gebracht, want George dook op en nam Pen en mij samen met Astoria gevangen aan boord van de Ferox.’ ‘Ongelooflijk.’ Roy schudde verward zijn hoofd. ‘Maar… ik snap iets niet. Wij reisden via het Rad van de Tijd ook naar 536, dat was in maart. Toen hadden jullie het Rad dus nog niet gebouwd.’ ‘Tijdreizen is een vreemd fenomeen. Het laat soms kopieën van
30
de toekomst achter in het verleden. Daarom is het geen verstandige manier van reizen.’ ‘Ik snap het.’ ‘Nou, ik niet.’ Luca snoof. ‘Hoe konden jullie zo stom zijn om George te helpen? Het Rad bouwen was al een stom idee, maar toen hebben jullie hem ook nog eens geholpen om zijn plan uit te voeren.’ ‘Natuurlijk stemde ik daar niet mee in,’ zei Pilotti. ‘George dreigde Astoria te vervloeken. Als ik niet zou meewerken, zou ik nooit meer bij haar in de buurt kunnen komen.’ ‘Maar dat heeft hij uiteindelijk toch gedaan,’ zei Tim. ‘Wel pas veel later en niet in haar eigen tijd.’ ‘Dat had niets meer met mij te maken. Astoria is in 1986 Bernhard achterna gereisd. Ik leefde toen al in mijn villa in het Wilde Bos. Astoria ontdekte veel over het plan van George en dat kon hij niet hebben. Jullie weten wat er met haar is gebeurd, want jullie troffen haar aan op de Ferox. Pen en ik konden maar net ontsnappen aan zijn razernij.’ ‘Vertel hen wat je hebt gedaan,’ mengde Pen zich in het gesprek. Piro wisselde een nerveuse blik met hem. ‘Nee, zeker niet Pen.’ Hij richtte zich weer tot de kinderen. ‘Laat ik het zo zeggen: dankzij mijn gave wist ik van de daden die George zou gaan verrichten. Ik kon me voorbereiden en heb een aantal maatregelen getroffen. Maar toen hij ons te pakken had en vervloekte, was het onheil al geschied.’ ‘Wat heb je dan gedaan?’ vroeg Luca. ‘Daar kan ik niks over zeggen. Jullie komen er vanzelf achter en tegen die tijd zullen jullie blij zijn dat ik het gedaan heb.’ Melanie begreep niets van dit vage gedoe. Ze had hier ook geen zin in. Ze hadden nu andere dingen aan hun hoofd. ‘En vergeet de Kwade Machten niet.’ Pens lippen trilden toen hij hierover begon. ‘In de vorm van paarse doeken overvielen ze me lang geleden midden in de nacht. Ik kon nergens naartoe. Ze
31
pakten me in, verslonden mijn gedachten en namen me over. Piro arriveerde te laat en kon niets meer voor me doen.’ Valerie sloeg een hand voor haar mond. ‘Wat vreselijk. En hoe zijn de Kwade Machten weer uit je lichaam vertrokken?’ ‘Dat gebeurde door de vloek van de Ferox vanzelf. De Kwade Machten konden geen kant meer op en gingen op zoek naar een nieuw slachtoffer.’ ‘Dat was ik dus uiteindelijk.’ Melanie zuchtte diep. Aan die vreselijke tijd wilde ze liever niet terugdenken. Ze wist maar al te goed hoe Pen zich gevoeld moest hebben. Sander hield Mirtes dagboek omhoog. ‘Mirte had ook een hoop over George ontdekt.’ ‘Wat dan?’ ‘Best veel. Ze wist precies wat George allemaal in zijn jonge jaren heeft gedaan en ook dat hij een Tyrianer was. Ze heeft een verslag over Tyriana geschreven en over de Toren van Enigma. Ze wist bijvoorbeeld ook dat George het eiland had overgenomen van zijn vader. De bewoners van het Verloren Dorp waren het daar niet mee eens, maar Georges vader was blijkbaar een invloedrijke man en niemand kon hem iets weigeren.’ Tims mond viel open. ‘Is Mirte op Tyriana geweest?’ ‘Nee, dat niet. Maar ze weet verrassend veel.’ ‘Maar dat weten wij ook al allemaal,’ zei Luca. ‘Hoe kan dat ons nog verder helpen?’ Sander draaide het dagboek van Mirte om en liet een tekening zien van een zwaard. ‘Dat is het zwaard dat ik vorige maand in het vreemde huis in Zilverbeek vond,’ zei Tim verbluft. Sander draaide de bladzijde om. ‘Hier staat nog een wapen.’ Hij bladerde verder. ‘En nog een.’ Luca fronste haar wenkbrauwen. ‘Wat zijn dat dan voor wapens?’ Pen kuchte overdreven. ‘De Goddelijke Wapens. Ik ken ze. Ze zijn
32
door de goden achtergelaten op plekken die onbereikbaar zijn voor gewone mensen. De wapens zijn gemaakt om ooit het beslissende gevecht te kunnen winnen. De bijl van George is zo’n Goddelijk Wapen.’ Tims ogen werden groot. ‘En ik heb ook zo’n wapen.’ Ook Pen was zichtbaar onder de indruk, want zijn mond viel open. ‘Fascinerend. Jouw zwaard wordt de Balmung genoemd.’ ‘Maar hoe kan ik zo’n wapen dan hebben?’ ‘Dat is een ander verhaal,’ zei Piro. ‘De Hemelrijders waren op zoek naar de wapens. Ze hebben er dus een gevonden. Weet je ook waartoe het in staat is?’ ‘Nee, niet echt, het ligt onder een stapel broeken in mijn kledingkast. Ik wilde het niet aan mijn ouders laten zien, omdat ik bang ben dat ze het anders afnemen.’ De twee mannen lachten uitbundig. ‘Een Goddelijk Wapen onder een stapel broeken,’ vervolgde Piro. ‘Maar jongen, dat kan toch niet! Zo’n wapen mag absoluut niet op die manier behandeld worden.’ ‘Ik wist niet dat het zo belangrijk was.’ Sander las ondertussen door. ‘Er zijn in totaal zes wapens.’ ‘Voor ieder van ons eentje,’ zei Roy. Luca boog zich over het boekje heen. ‘Welke wapens zijn er dan nog meer?’ ‘Een pijl en boog, een speer, een boemerang, een roede en een zweep.’ Van ieder wapen liet Sander een tekening zien. ‘Dan is het duidelijk.’ Roy sloeg zijn armen over elkaar. ‘We moeten die wapens gaan zoeken.’ ‘Maar waar liggen ze?’ vroeg Valerie. Pen streek over zijn spitse baardje. ‘Waar hebben jullie de Balmung gevonden?’ ‘In een vreemd huis in Zilverbeek,’ zei Melanie. ‘We zijn er twee keer geweest. De eerste keer had een vrouw ons naar binnen gelokt. Ze werkte samen met een professor aan een plan.’ Ze was even
33
stil, want ze besefte plotseling dat ze er niet meer bij had stilgestaan dat Luca haar eigenschap kwijt was. Piro trok zijn wenkbrauwen op. ‘Wat voor een plan?’ ‘Ze hebben mijn eigenschap met een vreemde machine afgepakt,’ vulde Luca voor Melanie in. ‘Ik ben hem nu kwijt.’ Piro sloeg een hand voor zijn mond. ‘Dat is verschrikkelijk. Daarmee kregen zij dus toegang tot de heuvel.’ Melanie knikte. ‘Toen we later terug naar het huis gingen, ontdekten we dat er een heel ander huis in verborgen zat. Toen het daarin veranderde zat Tim opgesloten in een geheime kamer, waar hij het zwaard vond.’ ‘Voor zover ik weet horen de wapens in tempels bewaard te worden,’ zei Pen. ‘Weten jullie wat? Kom woensdag maar terug, dan breng ik jullie naar een bijzondere plek. Misschien ontdekken we dan iets meer over de Goddelijke Wapens.’ ‘Waarom woensdag?’ vroeg Luca. ‘Dit heeft haast.’ ‘Omdat we nog veel werk aan dit chateau hebben,’ zei Piro. ‘Wij kunnen anders ook wel helpen,’ stelde Valerie voor. Boven hun hoofden barstte er regen los. De zilveren stenen onder hun voeten glommen. ‘Misschien.’ Piro ruimde haastig alles op. Sander stopte het waardevolle dagboek van Mirte vlug onder zijn jas. ‘Komen jullie morgen ook naar de opening van het pretpark?’ vroeg Tim, terwijl ze met z’n allen terug naar binnen liepen. Pen was achtergebleven om de stoelen af te dekken met plastic doeken. Piro schudde zijn hoofd. ‘Dat is niks voor ons. We kunnen ons beter niet al te veel laten zien in het openbaar.’ ‘Jammer.’ Ze liepen de smalle trap af. Melanies voeten bevroren bijna toen er een afschuwelijke krijs klonk. Haar hart leek via de treden naar beneden te stuiteren. Wat was dat? ‘Pen is in gevaar!’ Piro baande zich meteen een weg langs de kinderen en rende terug naar boven.
34
M I C H A E L
R E E F S
DEEL 10: DE ERFENIS VAN DARIUS