de wereld van columbus
3 tips om nooit meer te verdwalen
Leestip
Lyle Brotherton, gevierd Schots navigatiespecialist en reddingsmedewerker, wijst de weg uit drie rampscenario’s. 1 De weg kwijt in de woestijn Blijf zoveel mogelijk waar je bent. Probeer niet weg te lopen, maar bewaar je energie en laat anderen jou vinden. Zoek een schuilplaats weg van de zon, al is het maar een geïmproviseerde tent van je eigen kleding. Als je in een zandwoestijn bent, probeer dan het zand een paar centimeter in te graven. Het zand daaronder is namelijk een stuk koeler. Gebruik je mobiel als SOS door het te spiegelen in de zon. Potentiële redders kunnen je van mijlenver zien. 2 Zoek op zee Heeft je boot geen navigatie-apparatuur? Maak dan gebruik van de sterrenhemel. Ben je op het noordelijk halfrond, dan kun je de poolster – de helderste ster van het sterrenbeeld Kleine Beer – gebruiken om te weten waar het noorden is. Als de maan en sterren verticaal stijgen, kijk je naar het oosten. Vallen ze omlaag, dan kijk je naar het westen. Bewegen ze naar rechts, dan kijk je naar het zuiden. Bewegen ze naar links, dan kijk je naar het noorden. Zie je zeevogels, dan ben je normaal gesproken zo’n anderhalve kilometer verwijderd van de kust. Zie je stapelwolken, dan is het land heel dichtbij de onderkant van de wolk.’ 3 Lost in the jungle Zoek een schuilplaats weg van de grond, teneinde slangen en insecten op afstand te houden. Je hebt grotere kans een teken van menselijk leven te zien bij een stroompje of rivier – loop hiervoor bergafwaarts. Let wel, ga niet te dicht op het water zitten – rivieren kunnen tijdens het regenseizoen tot wel tien meter stijgen. Maak vervolgens je aanwezigheid kenbaar door een vuurtje te stoken. Bedek het vuur met natte bladeren om dichte rook te creëren. Brothertons bestseller Het ultieme navigatiehandboek ligt nu in de winkel. Kijk voor meer survivaltips op www.micronavigation.com
‘Er zijn geen vreemde landen. Het is de reiziger die vreemd is’ Robert Louis Stevenson, Schots schrijver (1850-1894)
In bad met Mondriaan In Amsterdam wordt de nieuwbouw van het Stedelijk Museum al gekscherend de Badkuip genoemd en het laat zich raden waarom. De gladde, witte gevel van de extra vleugel is gemaakt van een nieuw composietmateriaal dat doorgaans wordt gebruikt voor de scheep- lucht- en ruimtevaart. Vanaf 23 september kunnen bezoekers, na jarenlange bouwvertragingen, weer op reis door de
020
geschiedenis van de moderne kunst. Naast de permanente collectie, met werk van onder meer Vincent van Gogh, Marc Chagall, Henri Matisse, Theo van Doesburg en Piet Mondriaan, is er volop ruimte voor wisseltentoonstellingen. Het startschot wordt gegeven door Beyond Imagination, met werk van twintig kunstenaars die in Nederland werkzaam zijn, www.stedelijk.nl
Columbus-oprichter Louise ten Have gaat niet over de grens.
Grenzeloos? Veel mensen vinden een reiziger pas echt een reiziger, als je alles doet wat de locals ook doen. Je slaapt in een huisje die net is als hun eigen onderkomen of liever nog slaap je in hun huis. Overdag help je eens mee met de dagelijkse beslommeringen. Bijvoorbeeld in Birma met het bewerken van het land terwijl je je afvraagt hoe de locals dit volhouden zo overdag onder de brandende zon. Of in Afrika met het halen van water. En je eet wat de locals eten, want dat móet je proberen toch? En anders wel uit respect voor de mensen toch? Vaak zeggen mensen dat het beledigend is, zelfs respectloos. Maar voor mij maakt het allemaal niet uit. Alsof ik zelf geen grenzen heb en het logisch is dat men eerder rekening moet houden met andermans grenzen. Want hier trek ik die grens, mijn grens! Er is geen haar op m'n hoofd die eraan denkt bijvoorbeeld in Vanuatu het gerecht Laplap (lees: over de 'met poep bezaaide' grond gesleept gerecht in bladeren) te eten. Het werd me tientallen keren aangeboden, maar met een grote smile bedankte ik hiervoor. Of in Mali bijvoorbeeld waar een allerliefst vrouwtje ongevraagd haar best had gedaan voor een maaltijd voor ons allen: stukken vlees met rijst. De restanten van de vleeshomp hingen nog buiten aan een haak, omringd door vliegen. Het feit dat ik geen vlees eet speelt uiteraard mee, maar als ik wel vlees zou eten zou ik het nog steeds niet eten. Mijn eerder ervaring met voedselvergiftigingen heb ik al gehad. Notabene vaak van bijna niets. Van een klein blaadje rauwe sla, ijsklontjes in een drankje en ga zo maar door. Denk ik, want zeker weten doe je ook nooit. Verder ben ik altijd op m'n hoede. Hoe zonde is het als je dagen in bed moet brengen om nog maar te zwijgen over hoe erg een voedselvergiftiging kan zijn. Én wat je er eventueel aan over kunt houden. Er zijn wel een aantal griezelverhalen over te vertellen! De manier waarop je voedsel weigert is natuurlijk van belang. Uitleggen, gebaren, over je buik wrijven en gemeend glimlachen helpen. Ik heb alleen nog maar begrijpende gezichten gezien. Mijn grenzen hoef ik gelukkig niet over te gaan.