TH A I LA ND WOENSDAG, 2 OKTOBER 2013 Om 3u uit de wreed vroege veren. Om 4u vertrek te voet naar Berchem station. Op zo’n nachten doe ik haast geen oog toe. Maar ik denk dat ik dan heel misschien wat zal kunnen slapen tijdens de vlucht. Alles verloopt netjes zoals het hoort. 5u. wachttijd tussen trein en vlucht is wel erg lang. We hebben een krappe plaats in het vliegtuig, een boeing 747. Erik krijgt naast zich een ouwe, ongewassen, veel plaats innemende toornige fransman. Hij noemt ons zonder dralen zowat bosmensen. ‘Vous parlez donc un language dû forets’. Z’n kritiek op het eten tijdens de vlucht is onomstotelijk negatief, zelfs dégoutant. Maar onze wijsheidstand vertelt ons dat we snel van dien tiep verlost zullen zijn. Eventjes tanden bijten dus. Hoewel ik makkelijk praten heb. Erik is mijn schutting maar krijgt zelf ocharme zowel figuurlijke als letterlijke stoten, want die man neemt met z’n ellebogen de plaats waarop hij vindt dat ie recht heeft.