PROJECT
KLOOSTERVEEN: IEDEREEN DOET MEE IN NIEUWE WOONWIJK
Zorgorganisatie Vanboeijen, Assen http://wijkenbuurtgerichtwerken.nl
Een hart voor de wijk Vrijetijdscoach als bindende schakel in Kloosterveen
I Wie vanuit Assen of vanaf de A28 en de N371 Kloosterveen binnenrijdt, ziet al snel een hartje op de wegwijzers staan met de aanduiding Kloosterveste. De signalering van het nieuw kloppend hart van de tot nu toe 11000 inwoners tellende stadswijk is opmerkelijk, want tot een jaar geleden was het juist dit hart dat ontbrak. Lange tijd lag de cirkelvormige kern van Kloosterveen braak als gevolg van een meningsverschil tussen de gemeente Assen en projectontwikkelaar BAM. Terwijl de huizen vanaf 2001 gestaag werden opgeleverd en de nieuwe bewoners zich vestigden, bleven de belangrijkste sociale voorzieningen en faciliteiten uit. “Buiten een bescheiden huisartsenpost en een noodvoorziening van een supermarktketen, was er eigenlijk niks,” vertelt vrijetijdscoach Chris Vleesman van zorgorganisatie Vanboeijen. “Het gevolg: een kille slaapwijk waar de mensen elkaar niet kenden en alle sociale cohesie ontbrak.” Gevraagd naar het hoe en waarom van de problemen tussen gemeente en bouwer, geeft Chris aan dat hij liever vooruit kijkt dan terug. ‘Handen uit de mouwen’ luidt zijn motto. En, zoals hij van zijn grootvader heeft meegekregen: ‘Positief gedrag, verrijkt het leven!’ En dus loop ik voor ik het weet met hem mee de wijk in, waar Chris de levende schakel is geworden tussen allerlei mensen en groeperingen, die net als hij en zijn werkgever zoeken naar wat er lange tijd niet was: een hart dat bruist in een wijk waarin een sfeer van anonimiteit en eenzaamheid omgebogen zal worden tot één van gemeenschap en verbondenheid. Zijn taak is hem op het lijf geschreven. Chris: “Ik kom oorspronkelijk uit de sport- en recreatiehoek. Ik hou van mensen en vind het belangrijk dat mensen niet langs elkaar heen leven, maar dingen samen doen. Toen ik jong was, was ik al actief in de scouting en later heb ik mijn diploma sociaal-cultureel werk gehaald. Voor ik bij Vanboeijen kwam, was ik ondermeer recreatiesportleider voor het Hunzepark in Gasselternijveen. Ik heb in die tijd ook stages gelopen bij Peter Oversteegen, bekend van de kandidatenbegeleiding bij grote televisieproducties als de Nationale Postcode Loterijshow. Daar heb ik veel opgestoken over teambuilding en groepsbegeleiding.” Nadat we elkaar eerst begroet hebben in het ruim opgezette wijkgebouw aan het Vesteplein midden in het nieuwe hart, waar Vanboeijen met een aantal kantoren zit, een wolatelier en kaarsenmakerij plus een keramiekafdeling en een kookruimte, neemt Chris me mee voor een kort overleg met twee bestuursleden van de winkeliersvereniging van Kloosterveste. Het zijn vicevoorzitter Lies Hulzebosch, store manager van Albert Heijn en secretaris Anke Gorter van Marree Optiek. Achter de schappen van de supermarkt aan de Rondgang wordt er deze woensdagochtend 21 september vergaderd over de invulling van de komende Super Saturday op 1 oktober, die dit keer samenvalt met de ‘Week van de smaak’. De bijzondere zaterdagen zijn bedoeld het vorig jaar (begin december 2010) officieel geopende winkelhart van Kloosterveen feestelijk onder de aandacht te brengen bij de wijkbewoners, die bij gebrek aan winkels de afgelopen jaren vooral zijn uitgeweken naar het centrum van Assen of naar de omliggende dorpen Norg en Bovensmilde.
2
“Nu het hart van Kloosterveen af is, moeten we de mensen weer terug winnen voor de wijk,” aldus Chris. “En daarvoor zijn dit soort activiteiten belangrijk.” Anke, die ook marktmeester is, vertelt dat er tot nu toe 25 kramen zijn uitgegeven. Behalve de winkeliers laten ook de verschillende belangen- en welzijnsorganisaties van zich horen, zoals de bewonersvereniging (BOK), de wijkvereniging (WVK), het vrijwilligerswerk en sociale voorzieningen als de peuterspeelzaal, de kinderopvang en de bibliotheek. Alleen de sportverenigingen hebben nog niet gereageerd, maar voegt Chris er snel aan toe, die komen vast nog wel over de brug. Met het oog op de proeverij zullen de winkeliers allemaal één biologisch product aanbieden. Zo heeft Eveline van De Brasserie, net als Vanboeijen gevestigd in het wijkgebouw aan het centrale Vesteplein, beloofd voor zelfgemaakte applecrumble te zorgen, heeft snackbarhouder Kwalitaria een biologische hamburger in de aanbieding en levert Albert Heijn de kaas terwijl Gall & Gall de wijn verzorgt. De ambachtelijke bakker, Van Esch, levert behalve brood ook biologische bessensap uit eigen streek en de Supercoop de biologische appels. Nadat Anke, Lies en Chris hun inventarisatie rond hebben, worden er enkele praktische punten gecheckt: gezien het ruime aanbod wordt besloten het springkussen van de dansstudio van Jan Postema te verkassen van het grote naar het kleinere Terreplein en ook wordt er overlegd waar er eventueel stroom kan worden afgetapt. En natuurlijk komen de kosten aan de orde. Als blijkt dat er eigenlijk geen geld meer over is voor het al gepolste dweilorkest, zegt Lies tegen Chris dat hij het gewoon maar moet regelen. ‘Als het niet anders kan, springen wij wel bij.’ Tenslotte wordt er ook nagedacht over de mogelijkheid van slecht weer. Voor dat geval zal Chris in overleg met voorzitter, bestuurslid Jan Ridderbos van de bewonersvereniging de grote ontmoetingsruimte in het wijkgebouw regelen. En de kramen? “Die blijven in alle gevallen buiten staan,” zegt Lies. “Het is zoals het is.” Het aardige van het uiterst efficiënte en korte overleg is dat je als buitenstaander in een notendop ziet hoe de activiteit in de wijk sinds de opening van Kloosterveste met sprongen is toegenomen. En, zo benadrukken Anke en Lies, Chris speelt daar een essentiële rol in. Anke: “Wij willen graag samenwerken en vinden het leuk als er zoveel mogelijk partijen mee doen, maar soms moet je daar wel veel geduld voor hebben, want ’t schiet niet altijd op.” Aan Chris de rol ook de wat trager opererende clubs en verenigingen aan te moedigen zich te laten zien en mee te doen, zoals op 1 oktober. Na het overleg met de winkeliersvereniging toont Chris me het hele wijkgebouw en informatiecentrum van waaruit hij werkt. Het meest in het oog springt De Brasserie. Het restaurant wordt geëxploiteerd door Alescon, een organisatie die voorziet in de Wet Sociale Werkvoorziening ofwel (vanaf 2013) de Wet Werken naar Vermogen (Wwnv). Eveline, die het café-restaurant runt, werkt nauw samen met Chris, die vaak van de gelegenheid gebruik maakt als hij gesprekken voert met mensen die bij de wijk betrokken zijn zoals vertegenwoordigers van de gemeente en/of de bewoners- en vrijwilligersorganisaties. Ook de wijkagent houdt er zijn wekelijkse spreekuur. Het restaurant staat in open verbinding met het service- en informatiepunt en de daar tegenoverliggende bibliotheek. Het Servicepunt, om te beginnen, is de plek waar je alles te
3
weten kunt komen over het leven in Kloosterveen. Ancilla Verbeek kwam in 2010 als vrijwilliger bij het Servicepunt werken nadat zij een werkstage had gelopen bij het VVV. Met haar vaste collega Gea van de Heide en nog een andere vrijwilligster wijst zij iedereen de weg in Kloosterveste. “Wij zijn eigenlijk een vraagbaak voor alles,” zegt ze. En voor ze kan uitleggen wat dit ‘alles’ precies inhoudt, komt vioollerares Els de sleutel halen voor één van de muziekruimtes en vraagt de medewerker van de bibliotheek of ze even een oogje in het zeil wil houden. In de bieb zijn alle boeken voor volwassenen en die voor de kinderen tot 6 jaar bij elkaar gebracht. Een speciale Kidswinkel voor de lezers tussen 6 en 12 ligt aan de andere kant van het gebouw, vlak tegenover de twee basisscholen Het Krijt en Het Sterrenschip met daarnaast de kinderopvang. Op de balie ligt een kaart van Kloosterveen plus een stapel folders, net als in het rek naast de ingang van de kleine maar vrolijk ingerichte en uitnodigende bibliotheekruimte. Ancilla is blij dat het hart van de wijk nu eindelijk een gezicht heeft: “Omdat er geen voorzieningen waren, was iedereen op zichzelf aangewezen en dat merkte je. Er was nauwelijks contact tussen de mensen onderling. Nu verandert dat. Nu je niet meer naar het centrum hoeft, kom je elkaar hier tegen en zie je dat de mensen elkaar een beetje leren kennen. Dat vind ik fijn, want toen ik hier kwam wonen, was er niets. De scholen waren er al, maar de winkels niet. Er was alleen een noodgebouwtje met een Albert Heijn en een Etos. En de huisartsenpost natuurlijk. Maar verder? Niets te doen.” Nu vult zich langzaam maar zeker het hart van de nieuwe wijk. Meteen achter het Servicepunt ligt een prachtige grote zaal die zowel gebruikt kan worden voor kerkdiensten en andere bijeenkomsten, variërend van informatieavonden en vergaderingen tot muziekavonden en een jeugdsoos. Nieuw zijn de pas opgeleverde seniorenappartementen van thuiszorgorganisatie Icare. De woningen zijn speciaal gebouwd met het oog op ouderen die geconfronteerd zijn met Alzheimer of andere vormen van dementie. Chris: “Door deze ouderen in een veilige wijkomgeving te laten wonen, wil men proberen hen of hun partner zo lang mogelijk in hun eigen huis in de wijk te laten verblijven. Misschien wel leuk om te vertellen dat er onlangs op de scholen een project over de Tweede Wereldoorlog is gehouden waarbij deze bewoners werden uitgenodigd iets over hun ervaringen te vertellen. Dat was ontroerend om te horen.” “Over verbinding en sociale cohesie gesproken, in december vorig jaar hadden we hier de gezamenlijke opening van Kloosterveste. De schoolkinderen hadden een openingslied gemaakt en vroegen of er niet een paar cliënten van Vanboeijen mee konden zingen. Nou, er waren inderdaad een paar mensen vanuit de dagbesteding die dat wel wilden. En, om aan te geven hoe belangrijk zoiets is, toen ik begin januari de ruimte van de dagbesteding binnen kwam, waren daar ook een paar kinderen. Ze zeiden tegen me: ‘We gaan even de hand schudden van die meneer, want die heeft met ons gezongen. Even gelukkig nieuwjaar wensen.’ Die ogenschijnlijk kleine dingen, daar gaat het om. Daar gebeurt het. Daar doe ik het voor.”
4
II Chris Vleesman werd een jaar geleden als vrijetijdscoach aangesteld door zijn werkgever Vanboeijen. Een opvallende rol, waarbij je in eerste instantie zou verwachten dat deze door iemand van de gemeente wordt vervuld en niet door een VG-instelling met een sterk intramuraal verleden. Regiomanager Karin van der Vries begrijpt de hint en moet een beetje lachen. “Daar heb je een punt,” zegt ze in haar kantoor op de eerste verdieping. Maar voor ze erop ingaat, wil ze graag eerst het hele verhaal in perspectief te zetten. En dus neemt ze de tijd en legt ze uit hoe Vanboeijen, van oudsher geworteld in Assen op een groot eigen instellingsterrein aan de rand van de stad, heel bewust het initiatief genomen heeft. Karin: “Wij richten ons hoofdzakelijk op mensen met een ernstig verstandelijke beperking en soms ook bijkomende stoornissen; op mensen met een bijzonder complex gedrag, die echt strikte begeleiding nodig hebben, zoals in het geval van ernstige vormen van autisme. Maar ook mensen die veel moeite hebben de buitenwereld te begrijpen in zowel woord als gebaar. Sommigen onder hen zijn ook nog eens lichamelijk zwaar gehandicapt en wonen binnen een zeer beschermde omgeving. Maar beschermd betekent, anders dan vroeger werd gedacht, niet automatisch afgeschermd.” Toen de inzichten over beschermd wonen midden jaren negentig veranderden en de overheid begon met het stimuleren van kleinschalige woonvormen in de wijk, reageerde men daar bij Vanboeijen erg enthousiast op, aldus Karin. “Men zag in dat mensen die leven met een handicap rijker worden als zij zich in een andere maatschappelijke context kunnen begeven. Het feit dat ‘ik mijn buren zie en zij mij zien’ voegt veel toe aan hun welzijn. Dat geeft meerwaarde…” “Vanaf dat moment zijn we begonnen met het creëren van woonlocaties buiten het oude instellingsterrein, meer geïntegreerd in de stad en de wijk. Van de 750 bewoners zijn er in de loop van de tijd mensen naar het Groningerland verhuisd, naar Meppel, naar verschillende wijken van Assen en naar woningen en boerderijen in omliggende dorpen. We bieden daarmee nu een breed palet aan woonlocaties in heel Drenthe en de kop van Overijssel: in de stad of in de wijk of in het dorp. Maar ook bieden we ‘wonen in een park; met beschermd/beschut karakter , in een autoluwe wijk en met (zorg-)faciliteiten’. Daarnaast bieden we specifieke woningen voor kinderen, jongeren en juist ook ouderen en voor mensen met complexe begeleidingsvragen in zogenaamde bijzondere leefkernen.” “In de jaren negentig begon de gemeente Assen met de ontwikkeling van Kloosterveen. De pr was fantastisch. We kwamen met de gemeente in gesprek en zeiden: ‘Nou, dat is een kans. Prachtig, dan gaan we daar wonen en tegelijkertijd een dagbesteding opzetten in het centrum van de nieuwe wijk. Dan zitten de bewoners dichtbij huis en hoeven ze niet met de taxi naar werk of dagopvang.’ We besloten acht woningen te exploiteren, plus nog een paar woningen elders in Assen en een paar bijzondere leefkernen in de vorm van boerderijen op het platteland.” “Ons doel bij dit alles was integratie in de wijk. Daar ligt de meerwaarde van kleinschalige woonvoorzieningen in de wijk. Er ontstaat contact met je buren, er zijn verenigingen en clubs waar je je bij kunt aansluiten en zo valt de drempel van de instelling weg en zo niet dan wordt hij in ieder geval lager. Ook levert een wijk een andere omgeving, waarin meer beleving is van de dynamische omgeving: de mensen, de winkels, de bussen en dergelijke. “Al snel bleek
5
echter dat het tussen de gemeente en de projectontwikkelaar heel moeizaam liep. Dat heeft voor ons grote gevolgen gehad. Want die eerste ongeveer tachtig bewoners moesten wel aan het werk. Dus zijn we buiten gaan zoeken naar passend werk en goede dagbesteding. Nou, je begrijpt dat je nu, acht jaar later, niet kunt verwachten dat al die mensen opeens hun werk in de steek laten om hier te komen. Veertig bewoners maken inmiddels gebruik van de dagopvang hier in Kloosterveen. Sociaal gezien was het overigens niet minder armoe troef. Ook de reguliere bewoners moesten voor hun werk en boodschappen naar buiten, waardoor het verenigingsleven nauwelijks van de grond kwam.” Alleen als je het aanhoort, zou je er al moe van worden. Maar van zuurheid bij Karin geen spoor. Nuchter en helder formulerend, schetst ze dat de dromen die ze bij Vanboeijen hadden weliswaar onder druk kwamen te staan, maar dat dit de vastberadenheid om het project tot een goed einde te brengen alleen maar versterkte. Karin: “We zeiden tegen elkaar, blijkbaar gaat hier niets vanzelf, dus moeten wij aan de slag, want wij geloven erin! Maar daarbij hebben wij wel anderen nodig, want we kunnen het niet alleen.” Hetzelfde gold en geldt gelukkig ook voor de reguliere inwoners. “Die zeiden: Ja, we hebben nu wel een prachtig huis en het is allemaal wel leuk en aardig, maar we hebben eigenlijk niks met elkaar - alles is hier anoniem en we voelen ons ook niet altijd veilig. Ga maar na. Tussen 2001 en 2003 zijn de meeste van de huidige 11000 bewoners verhuisd naar hun woning, terwijl het centrum pas klaar is sinds oktober 2010. En als je dan beseft dat er de komende jaren nog eens 7000 mensen bijkomen, moet er wel iets gebeuren, wil je een spookstad voorkomen.” “In overleg met de wijkagent (Luuk Tooren, zie kader, red.) en de gemeente, het bewonersoverleg, andere aanbieders uit zorg en welzijn en de wijkvereniging hebben we toen ook op bestuurlijk niveau de kat de bel aangebonden en ons sterk gemaakt voor een leefbare omgeving. Want, zeiden we, als je nu niets doet, heb je binnen een paar jaar grote problemen. Neem alleen al de veiligheid in de wijk. De peuters van 2001 zijn de pubers van morgen. Nu zien we al hoe hangjongeren ontstaan die zich vervelen omdat er voor hen niets is te doen. Daar moet je over nadenken!” Maar dat is toch niet jullie taak? Die behoort toch typisch tot de gemeente? “Daar heb je gelijk in. Maar het is wel ons belang hier een veilige omgeving te creëren. En dus hebben we gezegd: ‘Kijk eens wat wij te bieden hebben: met onze acht woningen zijn we hier iedere nacht ook met een aantal medewerkers aanwezig. Zij verzorgen niet alleen onze bewoners maar zijn iedere nacht actief in de wijk en zijn heel goed in staat om te kijken waar onraad is en dus kunnen we iets toevoegen aan het veiligheidsgevoel en andere thema’s. En wat die taak betreft, daar heb je gelijk in. Het is dus niet onze taak de veiligheid te handhaven, maar we willen wel actief zijn en de gemeente prikkelen en stimuleren. En zo hebben we ook samenwerking met de gemeente gezocht: ‘Wij willen best het voortouw nemen, maar onder gedeelde verantwoordelijkheid.” Werd dat begrepen en beaamd? “Nu wel. Destijds niet. Niet binnen de totale gemeente althans. Je blijft vaak afhankelijk van de welwillendheid van de wethouder en een enkele gedreven ambtenaar… Zo hadden wij een paar jaar geleden een ambtenaar die zich zeer sterk voor ons maakte, maar ja, hoe gaat het dan? Zo’n man krijgt na een jaar een andere baan en dan kun je weer opnieuw beginnen.
6
Maar wij hebben besloten de kop niet te laten hangen en zijn rustig doorgegaan. In dat licht hebben wij Chris vorig jaar ook, met steun van het project Wijk- en Buurtgericht Werken, als vrijetijdscoach kunnen aanstellen. Wij zijn daar heel blij mee, want sinds vorig jaar oktober is er hier ontzettend veel gebeurd.”
III Zaterdag 1 oktober. Het is een prachtige nazomerdag en zonder dat het nu superdruk is op Super Saturday, zijn er aardig wat mensen op de been. Uit de speakers klinkt Coldplay en overal staan kraampjes. Ancilla staat er namens het Servicepunt en ook de gemeente is onder meer in de hoedanigheid van Stichting Welzijn present. Ans Bos, sinds 1 januari dit jaar opbouwwerker in Kloosterveen deelt flyers uit en spreekt de langs kraampjes slenterende mensen aan. Niet iedereen hapt toe, maar soms ontstaat er een leuk gesprekje en lukt het Ans de voorbijgangers te interesseren voor het wel en wee in de eigen wijk: “Wij hopen,” vertelt ze even later op een rustig moment, “dat de mensen mee gaan doen. Want uiteindelijk is het in hun belang dat zij zich prettig kunnen voelen in de wijk.” Bos vindt het soms wel jammer dat de bewoners nogal eens afwachtend en soms ook echt apathisch lijken. Jammer, omdat er volgens haar wel degelijk behoefte is aan sociaal contact: “Als ik iets hoor, ga ik er op af en kijk ik of wij iets kunnen betekenen. Maar ook als er geen concrete aanleiding is, ga ik regelmatig op huisbezoek. Dan ga ik gewoon de buurt in en bel ik letterlijk aan met de vraag of de mensen, vaak alleenstaanden, niet-werkende moeders en ouderen, weten wat er allemaal in de wijk mogelijk is. “En dan,” zegt Ans, “gaan de deuren ook echt open en hoor je: ‘Hè, hè, eindelijk kan ik mijn verhaal kwijt.’ Dan hoor je ook over de problemen die er achter die deuren spelen.” In het verlengde van het buurtwerk van Ans, past ook het vrijwilligerswerk. Een van de vrijwilligersorganisaties die zich laat zien is Present. Deze ochtend is Hans Hulshof namens de christelijke stichting al vroeg aanwezig in De Brasserie. Aan de koffie zit een zevental leden van de huiskring Kloosterhout, behorend tot de Vrijgemaakt Gereformeerde Kerk van Kloosterveen. Tot 2009 kerkten de gemeenteleden in de oude hervormde kerk van Bovensmilde, maar sindsdien hebben zij een prachtig nieuw kerkgebouw in de wijk, Het Lichtpunt. Inmiddels heeft de gemeente al meer dan 900 leden en ze groeit nog steeds. Een van de vrijwilligers, Riemer, vertelt hoe er op zijn huiskring nagedacht is over de manier waarop de kerk ook zichtbaar kan zijn in de wijk. “Er bestaat vaak de neiging tot een zekere ingekeerdheid, maar wij willen graag laten zien dat wij er ook zijn voor anderen.” Medevrijwilliger Peter vult aan dat zij daarop contact hebben gezocht met Present met de vraag ‘wat is er nodig?’ En zo kwam Chris in beeld. “Hij was de eerste die reageerde.” Hans Hulshoff : “Wij hebben een aardig netwerk opgebouwd van mensen die graag iets willen doen voor anderen in hun eigen omgeving. Vaak melden onze vrijwilligers zich bij ons via de kerken. Je zou ons ook makelaars in vrijwilligerswerk kunnen noemen, want dat is precies wat wij doen: bemiddelen tussen vraag en aanbod van klussen en karweitjes in de buurt.” Tijdens de koffie wordt besloten de zeven vrijwilligers in twee groepjes in te delen. De ene groep gaat een paar cliënten van Vanboeijen ophalen en begeleiden. De andere groep gaat Ancilla helpen het centrale Servicepunt te promoten door te flyeren. Want, zegt Chris, “ons Servicepunt is het centrale punt van de wijk. Daar kun je niet alleen alle informatie over activiteiten en diensten vinden, maar ook zien wat er leeft.”
7
Even later lopen de vrijwilligers hun rondes langs de kraampjes. Sommigen duwen de rolstoel van de pas opgehaalde mensen met een meervoudige beperking van Vanboeijen, de anderen spreken weer bezoekers aan, delen de flyers uit en knopen een gesprekje aan met de bezoekers die daar prijs opstellen. Als de dag vordert kom ik Lies Hulzebosch tegen. Ze is tevreden over de opkomst maar nog meer over de sfeer: “Als je bedenkt dat veel mensen er met dit mooie weer op uitgetrokken zijn, dan vind ik dat het best lekker loopt. Een getal durft ze niet te noemen. Ik hou het op een kleine duizend bezoekers over de hele dag. Maar dat is ook niet zo belangrijk. Wat je ziet is dat het gezellig is en steeds meer mensen doorkrijgen dat je niet langer naar het centrum van Assen hoeft om leuk te kunnen winkelen. Dat hier eigenlijk alles wel voorradig is.” “Bovendien,” voegt ze er aan toe, “heeft het allemaal een beetje tijd nodig. Het is een kwestie van lange adem. En daar zijn wij ons van bewust. Zo’n dag als vandaag moet je zien als een investering. Een investering in de toekomst.” Chris beaamt het. “Als je ziet wat er in een jaar tijd is gebeurd – toen ik vorig jaar begon was er alleen het wijkgebouw. De wijkvereniging had net een nieuw bestuur… maar verder nog niet veel. De winkeliers waren bijvoorbeeld nog niet verenigd. Om maar gewoon te beginnen, hebben wij toen de wijkkaravaan opgezet. Letterlijk zijn we met een caravan vol informatie de buurt ingetrokken en hebben we de bewoners gewezen op het nieuwe servicepunt, de bibliotheek en het buurt- en verenigingsleven. Nou, als je dan vandaag ziet hoe al die welzijnsen vrijwilligersorganisaties aanwezig zijn en dat er nu een actieve winkeliersvereniging is die dit soort initiatieven neem – ja, dat is geweldig.” Benadert dit jouw droom? Chris: “Nou, dit voelt wel als een succes. Wat je probeert is om steeds opnieuw slimme combinaties te maken en onverwachte verbindingen tot stand te brengen. En het mooie van zo’n manifestatie als dit is dat alle sociale investeringen nu concreet worden. Je ziet dat het allemaal een beetje begint te leven in Kloosterveste. Dat is belangrijk, ook voor onze eigen cliënten. Zij zijn erbij gebaat dat we samen met de aanwezige instellingen en verenigingen activiteiten opzetten die de participatie bevorderen. Zo zijn er plannen bij de bibliotheek om mensen van Vanboeijen in te zetten bij het sorteren en terugzetten van boeken en ik noemde eerder al het project van de Brede School (een overkoepelende organisatie voor onderwijs, jeugd- en maatschappelijk werk en gezondheidszorg) om scholieren met mensen met Alzheimer (wonend in de levensbestendige woningen van Icare) in contact te brengen aan de hand van een lesprogramma over de Tweede Wereldoorlog.” En wat zou je nog willen voor het project 1 januari stopt? “Een plek voor de jongeren. Voor de groep van 14 tot 20 is hier nog weinig te doen. Er zou een jongerensoos komen en de ruimte en de voorzieningen zijn er, maar het komt maar niet van de grond, mede uit angst voor overlast. Maar samen met Erik (Van de Heide, de jongerenwerker in Kloosterveen, red.) vind ik dat je het een kans moet geven, anders weet je zeker dat je het contact met ze verliest. Bovendien zou ik willen dat ook enkele van onze cliënten daarin mee zouden kunnen draaien, zodat zij niet als wezensvreemd worden gezien. En verder wil ik nog een goede toegankelijke website, als visitekaartje van het Servicepunt.”
8
En de rol van de gemeente, voelen jullie je door haar gesteund? “De gemeente ziet het denk ik nu ook wel.” Karin valt Chris bij: “Anderhalf jaar geleden waren ze er nog niet klaar voor, nu hebben ze gezien wat het oplevert en verbinden we ons er samen aan. Mijn droom is dan ook dat volgend jaar de coördinerende rol kan worden overgenomen door de gezamenlijke partijen en dat we straks aan tafel zitten zonder dat we alles zelf hoeven te organiseren en alle partijen en belanghebbenden samen alle activiteiten gaan neerzetten.” En dan weer lachend: “Het mooiste zou natuurlijk zijn dat Chris zijn taak onder de vlag van de gezamenlijke partijen zou kunnen voortzetten. Dat zou pas echt een teken van vertrouwen en ontschotting zijn!”
De ogen en oren van wijkagent Luuk Tooren Iedere week houdt Luuk Tooren spreekuur in De Brasserie van het multifunctionele centrum van Kloosterveste. Tooren is blij met de toegenomen activiteit in de wijk. Nadat hij vanaf 1983 bij de Rijkspolitie Drenthe werkte, kwam hij in 2007 vanuit Vries naar Kloosterveen. Wat hem meteen opviel was het gebrek aan saamhorigheid in de nieuwe wijk. Tooren: “Je ziet zo’n wijk uit de grond schieten en het eerste wat ik constateerde was de anonimiteit. Er vestigden zich hier hoofdzakelijk jonge gezinnen. Vrijwel allemaal dertigers en tweeverdieners. Mensen die ’s ochtends vroeg in hun auto stappen en pas aan het eind van de dag weer thuiskomen. Ze hebben geen tijd voor of behoefte aan contact. En zoiets werkt door in een gemeenschap. Daar komt bij dat hier alles nieuw is en er nog geen voorzieningen waren. Behalve sociale verbondenheid mis je ook een gemeenschappelijk geschiedenis.” In het kader van een vervolgopleiding ‘wijkagent nieuwe stijl’ besloot Tooren de wijk te gaan bestuderen en een plan van aanpak te schrijven met het oog op de sociale cohesie in de wijk. De vraag die hij stelde: ‘Wat kan ik doen om de sociale cohesie te bevorderen en de veiligheid in de wijk te vergroten?’ Tooren trok bij de gemeente aan de bel, speelde een stimulerende rol bij het opzetten van het eerste buurtoverleg en startte de Wijkkaravaan. Het hielp hem zelf ook zijn wijk beter te leren kennen: “Wat je dan merkt is dat er achter al die deuren van die mooie huizen veel leed schuilt. Het scheidingspercentage is ongekend hoog met alle gevolgen van dien. Om een voorbeeld te geven. Sinds de crisis kunnen mensen zich niet meer zo makkelijk een nieuwe woning permitteren en zie je nogal wat huizen, waarin de ene partner boven en de ander noodgedwongen beneden woont. Dat heeft ook gevolgen voor de kinderen. Vooral voor pubers is er hier te weinig te doen. Daar moet je als gemeente in investeren, want anders krijg je de rekening later dubbel en dwars gepresenteerd.” Ondanks de noodzaak van een mentaliteitsverandering, gelooft Tooren heilig in zijn missie van een veilige en leefbare wijk. “Ik denk dat je strak moet zijn en de mensen op hun verantwoordelijkheden moet wijzen. Dat geldt voor jongeren die overlast bezorgen maar ook voor hun ouders die met hun ‘loslatende stijl’ bepaald niet altijd het goede voorbeeld geven. Maar liever draai ik het om: Als je de mensen een beetje leert kennen, valt er altijd wel te praten en kom je er wel uit met z’n allen.”
Geschreven door Peter Sierksma - PS2, 2012 (www.petersierksmaschrijft.nl)
9