Reader BP project klas 3

Page 1

Dutch Big Picture klas 3A Lentiz Maaslandcollege Docent: Monique Jansen

3

Opdrachten project en handleiding

project


2

Klas 3A Schooljaar 2011-2012


3

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Inleiding Deel 1, een website maken met Google sites Hoofdstuk 1 1.1 een Google account maken 1.2 een site aanmaken Hoofdstuk 2 menubalk 2.1 pagina‟s aanmaken 2.2 een pagina met bestandsopslag maken Hoofdstuk 3 pagina‟s vullen met materiaal 3.1 foto‟s invoegen 3.2 Video‟s invoegen Thuisopdracht 1 Hoofdstuk 4 Het beheer van je site 4.1 meer acties 4.2 paginainstellingen 4.3 Site beheren 4.4 indeling site 4.5 een logo invoegen 4.6 Site lay-out bepalen 4.7 Kleuren en lettertypen 4.8 Grootte van je koptekst Thuisopdracht 2 Mediawijsheid Communiceren Discussies De wereld kijkt mee op het internet

pag. 3 pag. 6 pag. 9 pag. 10 pag. 10 pag. 11 pag. 12 pag. 13 pag. 15 pag. 16 pag. 16 pag. 18 pag. 20 pag. 21 pag. 21 pag. 21 pag. 21 pag. 22 pag. 23 pag. 24 pag. 25 pag. 25 pag. 26 pag. 28 pag. 31 pag. 32 pag. 34

Deel 2 Sectorwerkstuk LOB De opdrachten en werkbladen Teambuildingsdag fotostrip Doelen stellen Onbewoond eiland Mijn dier Moviemakeropdracht The Big 5 (test) Worden wie je bent (test) Persoonlijkheidstest Hart en Ziel Talententest Een groot talent Reflectie op mijn voorkeuren Reflectie op mijn voorbeelden POP Het kwaliteitenspel Visitekaartje Mijn MBO opleiding Mijn droombaan Mijn ideale stageplek Kijkdoos: mijn droomplek Start schooljaar: Deadmau5 vs Kaskade, the 10 commendments…. Een brochure maken Jouw klas een topklas Films en activiteiten Links Verantwoording

pag. 37 pag. 39 pag. 41 pag. 42 pag. 45 pag. 46 pag. 48 pag. 52 pag. 53 pag. 55 pag. 60 pag. 63 pag. 66 pag. 67 pag. 68 pag. 71 pag. 74 pag. 75 pag. 77 pag. 79 pag. 80 Pag. 81 pag. 83 pag. 84 pag. 86 pag. 87 pag. 88


4


5

Project klas 3 GLTL 2011-2012 Wie ben ik, wat kan ik en wat wil ik? & Hoe kan ik dat en waar kan dat?

LOB Sectorwerkstuk


6

Inleiding Anders! Als je in klas 1 of 2 van de gemengde leerweg projecten hebt gedaan, dan zal je zien dat in klas 3 er een aantal dingen bij projecten veranderen. Ten eerste is het aantal uren dat je aan projecten werkt minder. Ten tweede bepaal je in klas 3 niet zelf aan welk onderwerp je werkt. Het onderwerp van het project in klas 3 is Wie ben ik, wat kan ik, wat wil ik & hoe kan ik dat, waar kan dat? In het kort komt dat onderwerp erop neer dat je nagaat welk bijzonder persoon jij bent en hoe je die bijzondere dingen kunt gaan gebruiken in de wereld. Uiteraard kan je wél een heleboel dingen doen en uitzoeken waar jij interesse in hebt. Ten derde is het zó in klas 3 dat alle beoordelingen nu meetellen voor het examen. Projecten moeten voldoende zijn om een diploma te krijgen. Dit staat in het PTA dat je krijgt. Afspraken & Hoe ga je dat doen? Iedereen in de klas gaat op zoek naar wat zijn of haar talenten zijn. Ook kom je daarbij dingen tegen die lastig zijn. Daarom is het allerbelangrijkste waar iedereen zich aan gaat houden: respect voor de ander. Door respect te hebben voor de ander kan jij, kan iedereen veilig op zoek gaan naar haar of zijn eigen sterke en zwakkere kanten. Rol van de leerkracht De leerkracht zal aangeven welk tempo je per projectonderdeel moet aanhouden. Ook zal zij aangeven wanneer je even moet stoppen met individueel werken en je met de leerlingen uit de klas aan de slag gaat. Uiteraard zal zij aangeven wanneer je werk ingeleverd moet worden, of het goed genoeg is óf dat je nog iets over moet doen. Waarom dit project? Dit project kan er voor zorgen dat jij beter in de wereld terecht komt. En dat de wereld meer aan jou heeft. Het project gaat over wat op school heet „loopbaanoriëntatie en beroep‟ (LOB). Wij als (Dutch Big Picture) school vinden dat het allerbelangrijkste is wat jij kan en wat jij wilt. Niet wat de wereld van jou wil. Eerst jij, dan kijken waar dat past in de wereld. Onderzoekers in het land hebben uitgevogeld dat dit het beste gaat als jij de volgende loopbaancompetenties ontwikkelt: Reflectie op ik-kwaliteit (Wat kan ik? Wat is mijn unieke talent? Hoe is dat zo gekomen?); Reflectie op ik-motieven (Wat wil ik en waarom? Wat zijn mijn wensen en waarden?); Exploratie competentie (Waar kan ik doen wat ik wil doen?); Sturing competentie (Hoe bereik ik dat vanaf nu?); Netwerk competentie (Wie kan mij daarbij helpen?). Makkelijker gezegd dan gedaan? Inderdaad, dit valt niet mee. Maar één ding: je hoeft het niet allemaal morgen te kennen en te kunnen. Je gaat in het komende project kijken (waarnemen), je een beeld vormen, voelen en doen. Heb begrip voor jezelf (en de ander), heb aandacht voor jezelf (en de ander) en heb vertrouwen in jezelf (en de ander). Op die manier komt het goed. Wat zijn de projectonderdelen? Projectonderdeel 1 „Wie ben ik, wat kan ik volgens mijzelf?‟ Projectonderdeel 2 „Wie ben ik, wat kan ik volgens anderen?‟


7

Projectonderdeel 3 „Wat wil ik en wat moet ik daarvoor doen?‟ Projectonderdeel 4 „Persoonlijk Ontwikkelingsplan opstellen en uitvoeren‟ Alleen en met elkaar (uitwisselen) Je zult zien dat je in dit project zelf veel kunt doen en dat je sommige dingen met elkaar doet. Bij elke opdracht zitten ook onderdelen die je met elkaar doet, de uitwisselingsopdracht. Deze opdrachten zijn ervoor dat je aan elkaar uitlegt wat je gedaan hebt, gevonden hebt of geleerd hebt. Volgens de leerpsychologie is dat heel belangrijk: als je ergens over praat onthoud je dat 10x beter. Vandaar! Voldoende moet! Dit project vormt je sectorwerkstuk. Om te slagen (in klas 4) moet het voldoende zijn!

Wat vind je in deze reader? In deze reader vind je de opdrachten met de werkbladen die voor het project nodig zijn. Ook vind je hier handleidingen, discussieopdrachten, websiteadressen en andere zaken die voor het project nodig, of interessant zijn. Het eindresultaat komt allemaal op je zelfgemaakte website te staan, maar een handboek op papier is ook heel handig om erbij te houden. Wees er zuinig op! Zorg dat je het tijdens de lessen bij je hebt zodat je mee kan kijken als er een les behandeld wordt, of iets wordt uitgelegd. Soms zul je er iets uit moeten voorbereiden of nakijken. Kortom: een handig boekwerk om altijd bij de hand te houden!


8


9

Deel 1. Een website maken met Google sites. In klas 3 ga je een website maken voor het project Big Picture. Deze website is belangrijk want het is niet alleen een website die helemaal van jou is, het is tegelijk ook je digitale portfolio waar alles wat je dit jaar voor het project doet en maakt, opgeslagen wordt. Het project heeft als thema “Wie ben ik?” en dat breng je in beeld op jouw site. Het wordt JOUW website, en dat gaan we ook zien: je hobby‟s en interesses, het kleurgebruik en hoe je je site pimpt, foto‟s en filmpjes, werkstukken en activiteiten die we gaan doen: het staat allemaal op jouw persoonlijke site. Het is dan ook een onderdeel wat meetelt voor een cijfer en je zult er regelmatig aan moeten werken om hem up to date te houden. Dat doen we op school, maar dat doe je ook thuis. Iedere 6 weken presenteer je je website aan je werkgroep, of aan de klas. Mediawijs zijn hoort bij het bouwen van een website; wat ga je laten zien aan de buitenwereld? Daarvoor gaan we op pad naar Digital Playground in Rotterdam om een leuke workshop te volgen die daarover gaat.

We werken met Google sites. Google doet het altijd en biedt alles wat we nodig hebben om een goede en leuke site te maken. Bovendien biedt Google veel extra‟s zoals Google maps, Gmail, een picasawebalbum, online documenten, enz. Ook is Google gekoppeld aan Youtube. Het betekent dat je start met het aanmaken van een Googleaccount. Dat doen we in de les. Succes!


10

Hoofdstuk 1 1.1 een google account aanmaken. Ga naar http://www.google.nl/

Klik op een account maken


11

1.2 Een site aanmaken. Kies sites in de Google menubar.

Kies een gebruikersnaam en wachtwoord en sla dat op in een Worddocument. Ga naar Sites en kies een nieuwe site maken. Kies lege sjabloon en geef je site een naam en doe dat zo: DBPjouwnaam (dus bijv. DBPMonique)

Kies vervolgens Site maken.

Klik vervolgens op het radertje, het menu om je instellingen te wijzigen opent. Kies site beheren.


12

Hoofdstuk 2: Menubalk.

In je menubalk staan de tabbladen (en dat zijn feitelijk dus pagina‟s) waar je bijvoorbeeld je projectopdrachten opslaat, een fotopagina maakt met foto‟s van jezelf, een videopagina maakt met jouw favoriete video‟s, enz. In je menubalk zie je wat er zoal te zien is op de site en door de tab aan te klikken kom je op de pagina die je wilt zien. Dat is dus een link naar de pagina. Je kunt het ook vergelijken met een bibliotheek. Je zoekt een leesboek, dan ga je naar het soort leesboek (categorie) en vervolgens kun je op alfabetische volgorde naar je schrijver zoeken. Hieronder een paar voorbeelden van websites en de pagina‟s in het menu (tabbladen)

Wij maken een website met een menu in de linkerzijbalk.


13

2.1 Pagina‟s aanmaken Je maakt de volgende tabbladen (pagina‟s) aan:

Hoofdpagina‟s 1e laag Subpagina‟s 2e laag

Subpagina‟s 3e laag

Maak ze aan in de bovenstaande volgorde van boven naar beneden. Let op: de pagina welkom heet startpagina, die naam kun je makkelijk veranderen op de pagina zelf door startpagina te vervangen door welkom, of home, enz. Ga naar pagina maken.

Selecteer webpagina en geef je pagina een naam. Klik dan op pagina maken.


14

Kies als je dat hebt gedaan opslaan.

Je pagina is gemaakt en je kunt hem later gaan “vullen” met materiaal, zoals bijv. foto‟s.

Maak voor je website een aparte map aan in Mijn documenten. In deze map maak je de volgende submappen aan: Foto‟s, werkstukken, opdrachten. Alle foto‟s die je in de map foto‟s hebt geplaatst, verklein je met office picture manager naar een formaat van web groot.


15

2.2 Een pagina met bestandsopslag maken Onder je tabblad schoolwerk komen subtabs waar je alle zaken die met schoolwerk te maken hebben weg gaat zetten. Welke tabs dat zijn vind je op pagina 7. EĂŠn daarvan is de subtab werkstukken. Dit wordt een webpagina waar je al je gemaakte word- of PDFbestanden weg gaat zetten en dat betekent dat je het sjabloon bestanden selecteert als je deze pagina aan gaat maken. Je plaatst de pagina onder het tabblad schoolwerk

Je pagina werkstukken ziet er dan zo uit. Je kunt nu gemaakte werkstukken toevoegen aan je site. Let er op dat je je werkstukken een naam geeft waaruit direct blijkt om welke opdracht het gaat, dus bijv. Talententest, of MBO-bezoek.


16

Hoofdstuk 3: Pagina‟s vullen met materiaal 3.1 Foto‟s invoegen Klik op pagina bewerken.Ga naar tabel en selecteer het aantal vakken wat je wilt, per vak plaats je later een foto. De vakken zijn ervoor dat je foto‟s netjes en regelmatig op je site komen te staan.

Je krijgt dan kleine vakken in beeld die zich later aanpassen aan je fotoformaat. Ga met de cursor in het vak staan waar je je foto wilt plaatsen.

Klik op invoegen afbeelding. Kies Bestand kiezen en upload een foto. Om ruimte te besparen verklein je de foto‟s eerst in office picture manager naar een formaat van ca 800 pixels.


17

Als je de foto geupload hebt krijg je het volgende scherm.

Selecteer deze foto en klik op ok. Dan verschijnt de foto hieronder in zijn vak. Je kunt de maat van de afbeelding ook hier nog instellen. Als je de foto selecteert krijg je het volgende in beeld: kies M voor een redelijk formaat. Nu kun je alle fotoâ€&#x;s toevoegen die je wilt. Je kunt ook tekst toevoegen.


18

3.2 Video‟s invoegen en insluiten Hier een voorbeeld van een pagina waar in een tabel video‟s zijn ingevoegd.

Selecteer de pagina video‟s, klik op pagina maken, tabel invoegen. Maak een tabel aan van 4 vakken breed en 2 of 3 vakken hoog.

Open je Youtube account en selecteer de video die je in je site wilt insluiten. Insluiten betekent dat er een Youtube op je site wordt gezet die ook op je site te bekijken is. Je hoeft dus niet naar de site van Youtube om hem te bekijken, dat doe je op jouw site. Sommige video‟s worden geweigerd omdat ze beschermd zijn door auteursrechten. Dan wordt je automatisch doorgestuurd naar de site van Youtube om de video te bekijken.


19

Als je met de cursor over delen gaat krijg je ook insluiten in beeld. Klik op delen, en klik daarna op insluiten. Selecteer oude insluitcode gebruiken. Geef bij formaat in aangepast een breedte van 250 pixels aan. De hoogte wordt automatisch aangepast. Selecteer de insluitcode en klik rechtermuisknop kopiĂŤren.

Ga terug naar jouw website. In de werkbalk zie je HTML bewerken, klik die aan. Je krijgt nu de HTML-codes in beeld, een site bestaat feitelijk uit getallen: de HTML code dus.

Klik in je HTML op plakken, de insluitcode is nu toegevoegd aan je site. Klik op bijwerken.


20

Je krijgt nu een blauw blok in beeld.

Sleep nu je Youtube in de tabel naar de plaats waar jij hem wilt hebben. Nadat je op opslaan hebt geklikt, krijg je onderstaande in beeld. Zo kun je meerdere video‟s insluiten op je site. De tabel zorgt ervoor dat alles netjes geordend wordt.

Thuisopdracht 1 Maken op dinsdag 13 september, inleveren op dinsdag 20 september. Voeg bij je tabblad Foto‟s 12 persoonlijke foto‟s toe aan je site en plaats ze in een tabel. Voeg bij je tabblad video‟s minstens 4 van je favoriete Youtubevideo‟s toe aan je site en plaats die in een tabel.


21

Hoofdstuk 4: Het beheer van je pagina Het beheren van je pagina is een heel belangrijk aspect. Hier bepaal je hoe je pagina zich gedraagt, hoe je pagina er uitziet, de kleuren en lettertypes en de lay-out (opmaak)

4.1 Meer acties In je werkbalk vind je allerlei instellingen, waaronder meer acties. We noemen er een paar die je nodig hebt. In zijbalk bewerken vind je ook allerlei opties om je site vorm te geven. Onderzoek zelf hoe het werkt, zo raak je sneller thuis in het werken met je site.

4.2 Je pagina-instellingen: vink de volgende vakjes aan.

4.3 Site beheren Hier zie je al je activiteiten. In het menu links zie je onderin zie je staan het uiterlijk van je site. Hiermee kun je de kleuren enz. van je site veranderen.


22

4.4 Indeling site Hier kun je instellen hoeveel lagen “diep� je tabbladen mogen gaan.

Hier vink je aan 3 lagen.

Hier een voorbeeld van 3 lagen. Hoofdpagina is schoolwerk. Subpagina is CKV met daaronder een derde laag nl. CKV 1 t/m CKV 4


23

4.5 Een logo maken in je bovenbalk In je bovenbalk plaats je een logo of een afbeelding. Dat kan een voorwerp zijn, een foto van je paard, een foto van jezelf, je skateboard, iets persoonlijks, enz. Dit plaatje vertelt de bezoeker van je site gelijk al iets over wie jij bent. Voor je je logo plaatst, kies je een afbeelding en je verkleint die alvast naar een formaat van ca 50 hoog.

Bij indeling site kun je een logo toevoegen. Klik dat aan en dan krijg je het volgende scherm.

Klik op voorbeeld om je logo te bekijken. Zorg er voor dat je logo niet hoger is dan ca 50 pixels, anders wordt je bovenbalk te hoog!!


24

4.6 Je site lay-out bepalen. Google heeft al een aantal basisthemaâ€&#x;s vooraf ingesteld waaruit je kunt kiezen. Door ze aan te klikken krijg je gelijk te zien hoe je site er dan uit zou zien. Probeer er een aantal uit en kijk welke het beste bij je past. De kleuren kun je later nog aanpassen aan jouw smaak. Hieronder een aantal voorbeelden hoe de site er uit zou zien met verschillende basisthemaâ€&#x;s. Ga naar Site lay-out en kies het basisthema wat het beste bij jou past.


25

4.7 Kleuren en lettertypen Je kunt je sitetekst naar eigen idee kleur geven. Dat doe je bij kleuren en lettertypen. Kies een schreefloze letter (bijv. Arial), dat leest het makkelijkst. Kies als standaard lettergrootte 12. Zorg ervoor dat je site goed leesbaar is, dus geen donkere letter op een donkere achtergrond, of teksten over een afbeelding heen plaatsen. Een donkere letter op een lichte achtergrond is het beste. Als je iets aanklikt of verandert (bijv. een kleur), zie je daaronder gelijk wat er gebeurt en welk deel je verandert van kleur of grootte.

4.8 Grootte van je koptekst

Koptekst


26

Als je klaar bent met je instellingen enz. is je site in aanleg klaar. Je hebt een achtergrond gemaakt, een logo toegevoegd, je kleurkeuzes bepaald en je lettertype bepaald. Het vak wat hieronder licht is, is het vak waar je je teksten in plaatst. Daar gebruik je een effen lichte achtergrond, dus géén afbeelding!! De volgende stap wordt dan de pagina‟s te vullen met teksten, bestanden en beeldmateriaal.

Thuisopdracht 2 Maak je welkomstpagina. Neem onderstaande indeling als uitgangspunt. Klik op Lay-out in de werkbalk en gebruik de volgende lay out. Gebruik het horizontale koptekstgedeelte voor een introductie. Het verticale middendeel daaronder is voor tekst en de zijbalken voor foto‟s. Maak linken naar bestaande sites, zoals bij school en bij je favoriete Youtube Video.

Dan ziet je pagina er als hij klaar is ongeveer zo uit qua indeling en inhoud.

Thuisopdracht 2 Pimp je welkomstpagina volgens het voorbeeld hieronder. Maak een link naar het Lentiz Maaslandcollege, en maak een link naar je favoriete Youtubevideo. Meer links aanmaken (bijv. naar Hyves of Facebook) mag ook.


27

Algemene tips bij het maken van je website. Vormgeving; de vormgeving laat zien wie jij bent en is persoonlijk. Werk netjes en zorgvuldig. Taal: gebruik de juiste schrijftaal, gĂŠĂŠn straattaal. Check je teksten op spellingfouten. Het project is een examenonderdeel wat je in klas 3 doet; neem het maken van je website serieus. Het vormt je portfolio van het project en telt dus mee voor je examen. Het moet voldoende worden afgerond aan het eind van het jaar om over te mogen naar klas 4. Alle onderdelen die voor het project gedaan zijn, moeten opgenomen zijn in je website; werk je website regelmatig bij, dan is het minder werk!!

TIP


28

Iedereen kan van alles op internet zetten. Je kunt dus niet zomaar alle informatie die je tegenkomt geloven. Hoe weet je of een website goede informatie geeft en dus betrouwbaar is? Dat kun je heel handig beoordelen met dit 8 stappenplan!

Kies een website die je wilt beoordelen. URL van de website: http:// Titel van de website: Onderwerp van de website: Waarvoor gebruik je de informatie van de website? (bijv. werkstuk, reis boeken)

Beoordeel deze website met onderstaand stappenplan. Vul bij iedere stap een cijfer in van 1 tot 5. Stap 1: Hoe betrouwbaar is de URL? De URL is het adres van de website. Bepaalde tekens of woorden in de URL kunnen aangeven dat de site persoonlijke meningen bevat en dus minder betrouwbaar is. Zoals: ~, %, forum, topic, users, members. Geef aan hoe betrouwbaar de URL van jouw site is en leg uit waarom. 1 = helemaal niet betrouwbaar 5 = heel betrouwbaar Bijv. http://nl.wikipedia.org/wiki/Internet. Er staan geen vreemde tekens in de URL, dus 5 punten. Stap 2: Wie heeft de informatie geschreven? ijk altijd van wie de informatie afkomstig is. Vraag je af of deze persoon of instantie voldoende kennis over het onderwerp heeft. Staat er helemaal niet bij van wie de informatie komt, dan is de website in ieder geval niet betrouwbaar!


29

Geef aan of de schrijver betrouwbaar is. 1 = er staat niet van wie de informatie komt 5 = de schrijver heeft de juiste kennis over het onderwerp

Bijv. http://nl.wikipedia.org/wiki/Internet. Bij wikipedia kan iedereen informatie toevoegen. Bij geschiedenis zie je de IP-adressen van iedereen die aan de tekst heeft bijgedragen. Maar je weet niet wie deze mensen zijn. Dus 1 punt. Stap 3: Is het doel van de site meteen duidelijk? Iedere website heeft een doel. Soms is dat om iets te verkopen. Soms wil de website je alleen informatie geven. Als je snel ziet wat het doel van de website is, kun je beter bepalen of dat aansluit bij wat jij zoekt. Geef aan of het doel van de website duidelijk is. 1 = helemaal niet duidelijk wat het doel is 5 = heel duidelijk wat het doel is Bijv. http://nl.wikipedia.org/wiki/Internet. Bij wikipedia is het doel duidelijk: informatie geven over het onderwerp. Dus 5 punten.

Stap 4: Wordt de site regelmatig bijgewerkt? Als een website lange tijd geen „update‟ meer krijgt, kan er verouderde informatie op staan. Vraag je dan goed af hoe bruikbaar de informatie nog is. Geef aan of de site regelmatig wordt bijgewerkt. 1 = lijkt nog nooit bijgewerkt, nergens een datum 5 = vandaag nog bijgewerkt Bijv. http://nl.wikipedia.org/wiki/Internet. Bij wikipedia kun je in de geschiedenis precies zien wanneer de webpagina is bijgewerkt. De laatste datum is vrij recent, dus 4 punten.

Stap 5: Werken alle links op de site? Als een website slecht onderhouden wordt, zul je veel „dode links‟ vinden. Dat zijn links naar websites die niet meer bestaan.

1 = bijna geen enkele link werkt 5 = alle links werken Bijv. http://nl.wikipedia.org/wiki/Internet. De meeste links op de webpagina werken. Soms staat er een link naar een wikipedia pagina, die nog niet bestaat. Dus 4 punten. Stap 6: Kun je contact opnemen met de organisatie? Een betrouwbare website geeft duidelijke informatie over de organisatie die achter de website zit. Je kunt ook gemakkelijk contactgegevens vinden, zoals e- mailadres, telefoonnummer en adres.


30

Geef aan of je contact kunt opnemen met de organisatie. 1 = geen contactmogelijkheid of informatie 5 = wel contactmogelijkheid en duidelijke informatie Bijv. http://nl.wikipedia.org/wiki/Internet. Bij „Over Wikipedia‟ vind je informatie over de organisatie en werkwijze. Ook kun je bij „Hulp en contact‟ per mail contact opnemen met vragen. Er staat geen telefoonummer of adres bij. Dus 3 punten. Stap 7: Gebruikt de site bronvermelding? Iedereen kan informatie op internet zetten. Belangrijk is dat je kunt zien waar die informatie vandaan komt. Dat noem je bronvermelding. Je kunt dan altijd checken of de informatie klopt. Geef aan of de site bronvermelding gebruikt. 1 = nergens bronvermelding 5 = overal waar nodig bronvermelding Bijv. http://nl.wikipedia.org/wiki/Internet. Onderaan staan een aantal bronvermeldingen, maar niet bij alle informatie staat een bron vermeld. Dus 2 punten. Stap 8: Ziet de site er netjes uit? Een betrouwbare website besteedt aandacht aan de teksten en lay-out. Je ziet dus geen taalfouten of slordigheden. Ook zul je op een serieuze site niet snel smileys of vreemde teken (zoals ;-), #, %) tegenkomen. Geef aan of de teksten en lay-out er netjes uitzien. 1 = veel taalfouten, slordigheden, smileys etc. 5 = geen taalfouten en slordigheden, smileys etc. Bijv. http://nl.wikipedia.org/wiki/Internet. Er staan weinig taalfouten en slordigheden op de webpagina, dus 4 punten.

Totaal aantal punten: 10 – 20 punten Dit is een zeer onbetrouwbare website! Gebruik geen informatie van deze site. 20 – 30 punten Deze site is niet volledig betrouwbaar. Wees dus voorzichtig met de informatie die je van deze site gebruikt en controleer of het klopt. 30 – 40 punten Deze site is betrouwbaar. Toch kan het geen kwaad om voor de zekerheid wat bronnen te checken. Bijv. http://nl.wikipedia.org/wiki/Internet. Totaal aantal punten is 28. Deze site is dus niet volledig betrouwbaar.


31

Groepsopdracht over mediagebruik 1. Een Hyves-bericht herschrijven a. Ga naar www.hyves.nl en kies samen met je groepje een vrij lange krabbel uit (ongeveer 100 woorden - TIP: kopieer de tekst, plak in Word en bekijk via met menu Extra, de optie Woorden tellen uit hoeveel woorden de krabbel bestaat). De krabbel dient geschreven te zijn door een jongere, aan een jongere (maximaal 18 jaar oud). b. Schrijf ieder voor zich een 'vertaling' van hetzelfde bericht. In de vertaling richt je je op een volwassene, die je wel kent, maar niet heel goed. De vader of moeder van een vriend(in), je oma of oom, etc. c. Bespreek met je groepje de verschillen tussen het taalgebruik tussen jongeren onderling en gericht volwassen. Noteer drie belangrijkste verschillen. 2. Zoek de verschillen tussen twee nieuwssites a. Open de twee volgende sites in verschillende vensters: www.fok.nl en www.volkskrant.nl b. Bespreek met je groepje de verschillen tussen de twee sites. Let op de naam van de site, de uitstraling, de indeling, de 'content' (inhoud), het taalgebruik, de interactieve mogelijkheden, de reclame (banners), etc. etc. c. Noteer de verschillen die jullie vaststellen. Evaluatie Evaluatie van de les: wat vond men van deze les? Suggesties ter verbetering? Mail de redactie (redactie@i-respect.nl)!


32

Waargebeurd verhaal! Peuter koopt auto 28-9-2006, RaarMaarWaar.nl: 'Een driejarige Engelse peuter heeft met succes een auto gekocht op de computer van zijn ouders. Dat meldt The Sun. Jack Neal bracht een bod van 9.000 pond uit op een barbieroze Nissan Figaro. De ouders van Jack ontdekten hun aankoop nadat ze een mailtje kregen van de autoverkoper. ,,We begrepen er niets van", verklaarde moeder Rachel. Jack, die al heel goed met computers overweg kan, was erin geslaagd met het paswoord van zijn moeder in te loggen op eBay. Vader John heeft de verkoper al opgebeld om het misverstand uit te leggen. De verkoop gaat niet door.'

De opdracht. Driehoeksdiscussie over anoniem/onzichtbaar zijn: plaats de drie kaartjes in drie hoeken van het lokaal. Noem een stelling (of laat ze voorlezen door leerlingen) en vertel de leerlingen dat ze bij een kaartje moeten gaan staan waar hun mening het meest bij aansluit: eens, oneens of neutraal. De groepjes die zich vormen bij de verschillende standpunten, krijgen een paar minuten om een aantal argumenten bij hun standpunt te bedenken. Na die paar minuten mag elk van de groepjes een aantal standpunten opnoemen. De andere groepjes mogen reageren en met elkaar in discussie gaan. Als leerlingen overtuigd raken van een ander standpunt, mogen ze in die hoek gaan staan. Stelling 1 Introductie: Een van de gevolgen van het onzichtbaar zijn op internet, is dat mensen veel verder gaan in hun gedrag dan normaal. Er is immers niemand die je er op aan kan spreken! En zo zie je dat mensen op internet veel vaker schelden en tieren op elkaar. Stelling: Het schelden op internet hoort er nou eenmaal bij, iedereen doet het, ik ook. Stelling 2 Introductie: Niet iedereen gebruikt de anonimiteit op internet om anderen te klieren. Sommige mensen gaan juist hele persoonlijke dingen over zichzelf vertellen, omdat ze zich door de onzichtbaarheid vrijer voelen. Stelling: Doordat je niet weet wie er aan de andere kant zit, word je op internet juist heel openhartig over jezelf. Stelling 3 Introductie: Al sinds de begindagen van het internet wordt er gediscussieerd over de vraag of er meer controle op het menselijk gedrag moet komen. Nu ben je, zolang je niet ĂŠcht criminele dingen doet, in principe helemaal vrij om te doen en laten wat je wilt. En daar


33

maken mensen gebruik van. Er zijn wel plekken waar controle op het gedrag is, zoals bij forums. Daar zie je ook dat mensen zich beter gaan gedragen. Stelling:Er zou veel meer controle moeten zijn op het gedrag van mensen op internet, zoals de moderators doen bij sommige forums. Stelling 4 Introductie: Er wordt dan misschien wel veel gescholden op internet, maar dat is eigenlijk maar een klein deel van de mensen. De meeste mensen gedragen zich prima op internet, en behandelen elkaar net als normaal, met respect. Stelling: Mensen blijven toch altijd de neiging houden om elkaar met respect te behandelen, ook als ze onzichtbaar op internet zitten. EVALUATIE 1. Probeer samen met de leerlingen de belangrijkste bevindingen van de discussie te benoemen, en schrijf die eventueel op het bord.


34

Deel 1 | Berichten lezen en vragen beantwoorden /ervaringen uitwisselen in groepjes: Elke leerling leest het volgende artikel: “De juf is lesbisch, ha ha” Mevrouw Draker, docent op een middelbare school, kreeg de schrik van haar leven toen ze haar naam intikte bij Google. Ze vond een pagina bij MySpace.com, gemaakt door een scholier. Haar collega had haar getipt. Op het MySpace-profiel werd ze uitgemaakt voor alles wat vies en lelijk was. Maar er stond ook in dat ze lesbisch was. Dat was ze niet. Ze was getrouwd en heeft kleine kinderen. Er stonden nog meer leugens over haar op de site. Ze was geschokt. Al een half jaar bestond er een pagina over haar, zonder dat ze het wist. Ze heeft geen idee hoeveel mensen de pagina gezien hebben. Ook niet of dat misschien bekende mensen van school of daarbuiten zijn geweest. Misschien geloven zij wat er over haar op internet staat. Er zijn studenten die de pagina kennen, weet ze. Ze wordt achter haar rug om uitgelachen. Inmiddels is de dader bekend. Zestien jaar is hij, en hij had een hekel aan zijn juf. Mevrouw Draker spant een rechtszaak tegen hem aan. Ze wil geld van hem zien, zegt ze, voor de geleden emotionele schade. Maar ze wil hem vooral een lesje leren. ‘De scholier moet weten’, vindt ze, ‘dat je iemand niet in het openbaar, op internet, mag belasteren. Daar maak je levens mee kapot. Wat je op internet zet, gaat er namelijk nooit meer van af.’ Als iedereen bovenstaand artikeltje heeft gelezen, worden per groepje de volgende vragen besproken: 1. Waarom heeft hij een haatpagina over zijn docente gemaakt? Voor wie heeft hij die pagina uitgewerkt, denk je? 2. Ken jij mensen die weleens iets vervelends over anderen op internet zetten, zonder hun toestemming te vragen? Wanneer moet je toestemming vragen, wanneer niet? 3. Waar heb je rekening mee te houden als je iets op internet publiceert? Noem drie belangrijke zaken. Nu leest elke leerling het tweede artikel: De nieuwsgierige schooldirecteur Bart (15) zat op een streng christelijke school in Amerika. Hij geloofde in Jezus Christus en was homoseksueel. Maar dat moest hij niet op school laten horen. De strenge directeur vond dat maar niks. Hij vond dat homoseksualiteit zondig is. Op Internet had Bart echter vrienden en daar kon hij zijn verhaal kwijt. Hij maakte een profiel aan op MySpace.com, een van de populairste sites ter wereld. Op dat profiel schreef hij dat hij verliefd was op een jongen. Zijn vrienden op internet waren blij voor hem. Verliefd zijn, op een meisje of op een jongen, is alleen maar heel mooi. De directeur kwam ook op internet. En hij kwam op MySpace. Hij zag het profiel van Bart en werd boos. Bart moest van school. Omdat hij homoseksueel is en op zijn school zijn homo’s niet welkom. Daarna worden per groepje de volgende vragen besproken: 1. Wat vind je van Barts beslissing om op internet te zeggen dat hij homo is? 2. Zijn er weleens mensen die checken wat er over jou op internet staat? Wat vind je daarvan? Mag een leraar naar jou zoeken op internet? 3. Wat zet jij wel en wat zet jij niet op internet over jezelf?


35

Deel 2 | Lagerhuis-discussie De opzet is zoals die van het bekende televisieprogramma. De klas wordt gesplitst in twee tribunes. De docent poneert enkele stellingen over publiceren op internet, waarop iedereen kan reageren. Regels: eerst opstaan en pas als je wordt aangewezen door de leraar, kun je jouw mening geven op de stelling of ingaan op dat wat een ander net heeft gezegd. Stellingen naar aanleiding van het artikel: 1. Een foto van iemands hoofd met varkensoren erop gezet, online plaatsen, is een grapje waar we niet zo moeilijk over moeten doen. 2. Jonge meiden die foto‟s van zichzelf online plaatsen, doen dat vaak in erotische poses. Dat is vragen om problemen. Ze hebben geen respect voor zichzelf. 3. Sites waar jongeren publiceren, op profielsites als Sugababes.nl, Spaces en Hyves, moet de toegang voor 16 jaar en jonger verboden worden. Kinderen jonger dan zestien jaar weten niet wat ze zichzelf en elkaar aandoen. De docent wijst aan het einde de winnende groep aan en beargumenteert deze keuze. Het is ook mogelijk dat twee leerlingen (met hulp van een groepje) zich voorbereiden op een duo-debat waarbij de een argumenten voor en de ander tegen een bepaalde stelling aanvoert. Daarbij wordt de “winnaar” aangewezen door de overige leerlingen. Evaluatie: 1. Tot in hoeverre dragen de nieuwsberichten bij aan jullie bewustzijn van het publiceren van persoonlijke informatie op internet? 2. Tot in hoeverre twijfelen jullie wel eens over wat je wel en niet publiceert op internet? Tot slot een korte evaluatie van de les: wat vond men van deze les? Suggesties ter verbetering? Mail de redactie (redactie@i-respect.nl)!


36


37

Project klas 3

Sectorwerkstuk LOB


38

Wie ben ik?

Opdrachten en werkbladen


39

De opdrachten en werkbladen Teambuildingsdag Doelen stellen Onbewoond Eiland Mijn dier Moviemaker Tests Worden wie je bent Persoonlijkheidstest Hart en Ziel Een groot talent Reflectie op mijn voorkeuren Reflectie op mijn voorbeelden Talententest Persoonlijk ontwikkelingsplan Kwaliteitenspel Visitekaartje MBO opleiding Mijn droombaan Mijn ideale stageplek Een kijkdoos maken Startopdracht Deadmau5 Films en excursies Webadressen


40

Teambuildingsdag (opdracht fotostrip)

We hebben een teambuildingsdag gedaan met de klas op de eerste dag van het schooljaar. Een teambuildingsdag zegt het natuurlijk al: we bouwen een dag lang aan het team wat een klas een jaar lang, zal gaan zijn. Elkaar begrijpen en kennen, elkaar helpen en respecteren; het hoort er allemaal bij. Als dat goed zit in een klas, wordt de sfeer beter, maar ook: gaat het werken makkelijker! Want je zult eerder geneigd zijn elkaar te helpen als je ziet dat iemand iets niet begrijpt, of kan. De opdracht: Maak een stripverhaal (fotostrip) over deze dag. Je strip laat zien dat het een activiteitendag was en je samen met je klas bezig bent geweest met elkaar. Laat zien: De start van de dag. De activiteiten met de klas (of een paar, of voor jou de meest bijzondere) Laat iets zien over het “samengevoel� en de sfeer. Laat zien hoe de dag eindigde. Je werkt met het programma Comic Life. Je download het programma op je computer via de website http://comic-life.en.softonic.com/.

Uitgeprint inleveren op: Na goedkeuring door de docent op de site plaatsen.


41

Doelen stellen Leren doelen te stellen is ĂŠĂŠn van de moeilijkste dingen om te doen. Je werk op tijd inleveren, je werk plannen; het is niet altijd eenvoudig. Deze Tumultles helpt je daarbij. Je vindt hem bij de opdrachten op Teletop, daar kun je hem maken en na het maken lever je hem uitgeprint in bij de docent. Na goedkeuring zet je hem op je site. 1. Doe de digitest Doelen stellen http://www.tumult.nl/uploads_web/unzip_files/Digitest_Doelen_stellen_110810_bk.zip/


42


43

Doelen stellen studiekaart

1. Bedenk: wat wil ik bereiken? Omschrijf het resultaat dat je wilt behalen. Bijvoorbeeld: ik wil een zeven voor wiskunde halen. 2. Omschrijf het doel zo concreet mogelijk (SMART). Beschrijf zo duidelijk mogelijk wanneer en hoe je het doel wilt bereiken. Zorg er ook voor dat je echt kunt meten of je het doel hebt behaald. Iedereen, jijzelf en bijvoorbeeld je ouders of je docent, moet het eens zijn met je doel. Doelen zijn: S pecifiek: Het is duidelijk wat je wilt bereiken. M eetbaar: Je weet hoe je kan meten of je doel is bereikt. A anvaardbaar: Iedereen is het eens met het doel. R ealistisch: Het doel is haalbaar. Als het doel te moeilijk of te makkelijk is, kun je het beter aanpassen. Als het je niet uitdaagt, wat heb je er dan aan als je het hebt bereikt? T ijdgebonden: Het is duidelijk wanneer het doel af moet zijn. Bijvoorbeeld: ik haal op mijn eindlijst een zeven voor wiskunde door twee keer per week bijles te nemen en minimaal drie uur per week te studeren. 3. Omschrijf hoe je dat gaat aanpakken en wat je daarvoor nodig hebt. Bijvoorbeeld: door bijles te nemen, de dingen die ik niet begrijp te vragen of door harder te studeren. Daarvoor heb ik nodig: doorzettingsvermogen, tijd, zin, de wil om te slagen, enz. 4. Zorg dat je het goed onthoudt. Schrijf je doel bijvoorbeeld op en hang het boven je bureau, zodat je er elke dag aan wordt herinnerd. Of maak een contract met jezelf. Praat er ook over met anderen.

Tips: Bespreek je doel met anderen. Wie weet hebben zij ook goede ideeĂŤn. Bedenk een manier waardoor je echt je best doet om het te halen. Bijvoorbeeld door jezelf te (laten) belonen als je het hebt gehaald.


44

Onbewoond eiland

Je hebt een tijd op een onbewoond eiland doorgebracht. Dat was een heel bijzondere ervaring en hoe dat voor jou was, ga je aan de hand van onderstaande criteria tot een werkstuk verwerken en daarna aan de groep presenteren. Na afloop van je presentatie mogen er vragen worden gesteld. Aan de hand van de gegeven 8 punten ga je vertellen en verbeelden hoe dat voor jou was. Dat werk je uit tot een (digitaal) werkstuk wat je inlevert. Het verhaal bestaat uit ca 400 woorden en diverse afbeeldingen. De opdracht. De onderdelen die je in je document moet verwerken zijn: Je hebt een verhaal; wat is er gebeurd waardoor je daar gekomen bent? Weggelopen van huis? Ben je verbannen of deed je mee aan een avonturenshow? Was je alles zat? Liefdesverdriet? Verzin een verhaal wat over jou gaat en ons iets vertelt over wie jij bent. Je ontwerpt je eigen onbewoond eiland (bijv. Photoshop, samengesteld beeld van verschillende onbewoonde eilanden tot een nieuwe) Je vertelt hoe je er gekomen bent. (Gezwommen? Uit een vliegtuig gevallen, op je surfplank, je schip zonk? Op de rug van een walvis? enz.) In wat voor huis of hutje woon je daar? Maak een kleine tekening en voeg die toe. Welk boek heb je bij je en vertel waarom juist dát boek? (voeg een afbeelding toe van de omslag van dat boek of een foto van jezelf met dat boek in handen) Welke muziek heb je bij je? Vertel waarom en laat één nummer horen wat jij heel bijzonder vindt (Youtube link). Je hebt erg veel tijd om na te denken op je onbewoonde eiland. Wat is jouw levensmotto? Bedenk er één en vertel kort waarom dit jouw levensmotto is. Je hebt één persoonlijk voorwerp bij je. Maak een foto van jezelf met dit voorwerp en voeg die toe aan het document) en vertel waarom dit voorwerp niet mag ontbreken als je op je onbewoonde eiland zit. Als laatste vertel je hoe je weer van het eiland bent afgekomen. Gebruik je creativiteit om er een leuke en goede presentatie van te maken; alles mag, mits het ook kan en bij twijfel overleg je even met de leerkracht.


45

Mijn dier

Opdracht 1. Jouw keuzedier. Kies een dier wat volgens jouzelf bij jou past en vertel waarom je dit dier gekozen hebt, wat de eigenschappen van dit dier zijn (opzoeken op het internet). Wat zijn jouw kenmerken en eigenschappen waardoor dit dier bij jou aansluit. Opdracht 2. Jouw totemdier Zoek op het Internet naar je totemdier http://www.catharinaweb.nl/sjamanisme/index.htm http://www.eostresworld.be/totemdier/totemdieren.htm (uitgebreide beschrijvingen) Knip en plak de tekst die je gevonden hebt naar dit werkblad en geef je mening over wat dit totemdier wel of niet voor jou betekent. Gebruik ca. 50 woorden Opdracht 3. Jouw dier volgens de Chinese astrologie De chinese astrologie koppelt dieren aan je geboortedatum. Zoek uit welk teken jij in de chinese astrologie bent en kopieer en plak de beschrijving in dit document. Geef je mening over wat dit dier wel of niet voor je betekent. Gebruik ca. 50 woorden. Opdracht 4. Sumopaint (beeldende opdracht) Morph jezelf als half mens, half het dier wat je voor jezelf gekozen hebt. Plaats de gemaakte afbeelding in dit document. Uitwisselingsopdracht: vertel nu aan ĂŠĂŠn van je klasgenoten wat je gedaan hebt en vertel wat je hebt opgeschreven en waarom. Luister naar wat je klasgenoot over zichzelf zegt en vraag door.

Inleveren: Het document lever je op papier in bij de docent op: Na goedkeuring plaats je het op je site bij BP project-werkstukken (toevoegen als bestand)


46

Werkblad Mijn dier Opdracht 1. Mijn keuzedier.

Ik kies voor het volgende dier De eigenschappen van dit dier zijn

Dat past volgens mij bij mijzelf omdat

Opdracht 2. Jouw totemdier (gevonden tekst van het internet kopiĂŤren, plakken en beschrijving in ca. 50 eigen woorden)

Opdracht 3. Chinese astrologie (gevonden tekst van het internet kopiĂŤren, plakken en beschrijving in ca. 50 eigen woorden)

Opdracht 4. Sumopaint


47

Wie ben jij? Moviemakeropdracht Maak met behulp van het programma Windows Moviemaker een portretserie van jezelf. Gebruik daarbij foto‟s en filmpjes (als je die hebt) van jezelf en probeer een zo goed, compleet en leuk mogelijk beeld van jezelf te geven. Plaats daaronder (vloeiend overlopend) 3 muziekjes die bij jou horen en iets voor je betekenen. Je filmpje duurt 2 á 3 minuten. Doe: Open Windows Moviemaker (of een ander filmbewerkingprogramma waar je graag mee werkt)

Voeg foto‟s en filmpjes in waarin jijzelf de hoofdrol speelt, al dan niet met vrienden, familie, huisdieren enz.

Sleep de afbeelding in de werkbalk.

Je kunt je balk op 2 manieren bekijken: als storyboard, of als tijdlijn. Dat is een kwestie van voorkeur.


48

Als je al je foto‟s in de tijdlijn hebt gesleept (hieronder zie je er minder dan jij moet gebruiken!!), maak je een begintitel.

Klik op titels of verantwoording maken, kies titel aan het begin (en later ook titel aan het einde enz.), typ je tekst in en voeg de titel toe.

Maak ook overgangen tussen de foto‟s. Klik op taken-video-overgangen weergeven, kies er één en sleep die tussen alle foto‟s.


49

Als alles klaar ga je muziek invoegen (en dat zie je in de audiobalk) Kies: audio of muziek importeren. Kies een nummer uit je bibliotheek, importeren en dan verschijnt het nummer bij je fotoรงollectie. Sleep het nummer in de audiobalk en klik met je rechtermuisknop. Kies infaden. Het nummer begint nu heel zacht en loopt op naar meer geluid.

Breek het nummer ergens af om nog een nummer toe te voegen. Op het einde van het nummer herhaal je de rechtermuisklik en kiest uitfaden. Het volume neemt nu zachtjes af. Voeg zo 3 muziekjes in en zorg dat het einde van het filmpje ook het einde van je muziek is.

Door de muziekjes in elkaar te schuiven, krijg je een vloeiende overgang tussen de muziekjes. Je film is klaar. Je hebt een begin- en eindtitel, je hebt videoovergangen en je hebt muziek toegevoegd. Misschien heb je zelfs een stukje film ingevoegd! Je gaat je film eerst opslaan! Kies: Film afwerken, opslaan op deze computer. Sla hem op in je DBPprojectmap. Je film wordt daar nu als filmbestand opgeslagen en van daaruit kun je hem uploaden naar Youtube. Denk er over na hoe je hem bij Youtube weg gaat zetten: alleen voor mensen met de link, of wordt jouw filmpje voor iedereen zichtbaar? Dat is een kwestie van privacy en keuzes die je gaat maken over internetprivacy!!

Als je filmpje klaar is, zet je hem mbv insluiten als video op je site.


50

Dat ziet er dan bijv. zo uit op je account. Rechts zie je hoe vaak de filmjes bekeken zijn, bijv. het filmpje sponsorzwemmen 2011 is 172 maal bekeken, het filmpje van de uitisseling met Spanje is 108 maal bekeken.

En zo draait dan het filmpje op youtube, hier is aangegeven dat deze video openbaar is en je ziet hoe vaak hij bekeken is.


51

The Big 5 Als er een Wikipedia over jezelf zou bestaan, wat zou je dan vragen? Hoogleraar psychologie Timothy Wilson kwam erachter. Iedereen wil graag veel zelfkennis hebben. Om succesvol en zelfverzekerd te zijn moet je immers weten wie je bent, wat je competenties zijn en wat je wilt. De keuzemogelijkheden zijn eindeloos voor jonge, westerlingen. Tegelijk zijn er weinig dwingende invloeden. Jij moet zelf keuzes maken over je toekomst. Die vrijheid kan soms benauwend zijn. Daarom gaan we op zoek naar onszelf. Als we weten wie we zijn, kunnen we onszelf beter ontplooien. Persoonlijkheidsmodellen Professionele psychologische tests kunnen je helpen. Een professionele test gaat uit van een aantal persoonlijkheidskenmerken die iedereen in meer of mindere mate heeft. Het model van „the big five‟ brengt alle manieren waarop een persoonlijkheid te omschrijven is terug tot vijf persoonlijkheidsdimensies. The big five wordt beschouwd als de standaard voor het classificeren van persoonlijkheidstypen: openheid gewetensvolheid Zoek op wat deze woorden betekenen Extraversie aangenaamheid neuroticisme

Opdracht Doe de Big 5 test en ga naar de volgende link: http://nl.outofservice.com/bigfive/

Maak tweetallen en vul de antwoorden voor jezelf in, maar ook hoe jij die voor de ander ziet. Dat geeft je een vergelijk van jouw eigen uitslag met die van een ander. Als je klaar bent met de tests krijg je het resultaat te zien. Je kunt de link kopiëren en plakken en op je site zetten. Je maakt ook een printscreen van de uitslag en plaatst die op het werkblad The Big 5.


52

Worden wie je bent Zelfkennis gaat verder dan testen wat je vaardigheden zijn. Want eigenlijk wil je toch weten wie je bent. Helaas is er geen vaste route naar zelfkennis. Wel kun je inzicht krijgen in je identiteit door een test. Bijvoorbeeld door jezelf op een bepaalde manier een spiegel voor te houden. Drie voorbeelden van spiegels die je jezelf kunt voorhouden: Enneagram – persoonlijkheidstypen Deze test is gebaseerd op eeuwenoude wijsheid of op de filosoof en mysticus George Gurdjieff. De test maakt onderscheid tussen negen (ennea = negen) typen van basisbenaderingen. Iedere mens zou zich in een van deze oer-typen kunnen herkennen. Eenmaal ontdekt welk type jij bent, kan dat je gedrag helpen verklaren. Het wordt in de professionele psychologie weinig gebruikt. http://www.123test.nl/enneagram/ Belbin – groepsrollen Meredith Belbin ontwikkelde een test waarmee je kunt ontdekken welke rol jij in een groep hebt. Jouw persoon kan aansluiten bij verschillende groepsrollen. De test onderscheidt negen rollen. Het vergroot het inzicht in het functioneren van jezelf en dat van je team.

Opdracht: Ga naar http://www.123test.nl/belbin/ en doe de test. Maak een printscreen van de uitslag en plaats de afbeelding op je werkblad. Vul het werkblad in. Kolb – leerstijlen Hij ontwikkelde een theorie over vier leerstijlen die ten grondslag liggen aan hoe mensen werken en denken. De leerstijlen voelen, denken, reflecteren en doen bepalen hoe wij met problemen omgaan, maar ook wat voor persoonlijkheid we ontwikkelen.


53

Inzicht in je leerstijl kan de effectiviteit van je studie (of het overdragen daarvan) vergroten.

Opdracht: Ga naar http://www.123test.nl/leerstijl/ en maak de test. Maak een printscreen van de uitslag en plak die in je werkblad. Vul het werkblad in.


54

Persoonlijkheidstest op Hart en Ziel Stap 1: ga naar www.hartenziel.nl Stap 2: klik op E-coaching en tests

Stap 3: scroll naar beneden tot links onderaan Persoonlijkheidtest staat. Stap 4: klik op Test jezelf

Stap 5: Lees de Introductie Stap 6: Klik op „Start de testâ€&#x;


55

Stap 7: Klik per regel aan of het wel of niet op jou van toepassing is Stap 8: klik als je een pagina af hebt op „Volgendeâ€&#x;


56

Stap 9: als je alle pagina‟s gedaan hebt, klik dan op „Bewaren‟

Stap 10: Je kunt nu van alles doen, maar jij klikt op „Toon uitslag‟


57

Stap 11: Klik op elke eigenschap en lees wat daar staat. De eigenschappen zijn: „Competentie‟, „Neuroticisme‟, „Mildheid‟, „Ordelijkheid‟, „Hedonisme‟, Extraversie‟, „Volgzaamheid‟ en „Deugdzaamheid‟.

Stap 12 Maak een print van alle Eigenschappen die jij volgens deze test hebt. Dat doe je door (A) een Eigenschap aan te klikken (waardoor de tekst verschijnt) en daarna (B) op het printicoon te klikken. Dat doe je dus 8x!


58

Werkblad „Persoonlijkheidstest van Hart en Zielâ€&#x; Je hebt alle instructies opgevolgd uit de instructie. Nu komt het erop neer dat je nagaat wat je aan de opmerkingen hebt. Doe: Schrijf per categorie op wat klopt volgens jou (en waarom) en wat er niet klopt (en waarom niet) Wat klopt er en waarom?

Wat klopt er niet en waarom?

Categorie Competentie

Neuroticisme

Mildheid

Ordelijkheid

Hedonisme

Extraversie

Volgzaamheid

Deugdzaamheid

Schrijf hieronder op waar je graag wat aan zou willen doen en waar je helemaal niks aan wilt doen.

Wel of niks doen

Eigenschap 1

Eigenschap 2

Ik zou wel wat willen doen aan Ik wil helemaal niks doen aan

Inleveren op papier op:Na goedkeuring plaatsen op je site.


59

Talententest Je gaat de tumult talententest maken Ga naar de volgende link: http://www.tumult.nl/uploads_web/unzip_files/Talentenles_2_thv.zip/

Hier start de talententest. Na het bekijken van de intro doorloop je het hele programma.

Als je klaar bent vul je het antwoordblad in. TIP

Je kunt notities maken op een uitgeprint antwoordblad en het dan later digitaal invullen.

Voor de test moet je soms een account aanmaken om een opdracht te kunnen doen. Dat wijst zich al werkend vanzelf.


60

Antwoordenblad Talentenles Naam:

Klas:

De Talentenles bestaat uit acht onderdelen. Je kunt ze (in overleg met je docent) in willekeurige volgorde maken.

Doelen stellen


61

Doelen 1. Welk doel stel je jezelf dit jaar? 2. Wat voor commentaar heeft jouw buurman/vrouw op de poster? 3a. Hoe goed vind jij jezelf in doelen stellen? Geef jezelf een cijfer van 1 tot 10. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 3b. Leg uit waarom je dat vindt. Plannen 1. Url naar jouw to-do-list: 2a. Hoe goed vind jij jezelf in plannen? Geef jezelf een cijfer van 1 tot 10. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 2b. Leg uit waarom je dat vindt. Motiveren 1. Hoeveel motivatietechnieken heb jij bedacht? 3b. Leg uit waarom je dat vindt. Toets maken 1. Wat is de score van jouw klasgenoot? 2a. Hoe goed vind jij jezelf in toetsen maken? Geef jezelf een cijfer van 1 tot 10. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 2b. Leg uit waarom je dat vindt. Verslag maken 1a. Hoe goed vind jij jezelf in een verslag maken? Geef jezelf een cijfer van 1 tot 10. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 1b. Leg uit waarom je dat vindt. Reflecteren Bedenk vijf goede reflectievragen en geef er antwoord op. 1. 2. 3. 4. 5. 2a. Hoe goed vind jij jezelf in reflecteren? Geef jezelf een cijfer van 1 tot 10. 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 2b. Leg uit waarom je dat vindt.


62

Krantenartikel „Een groot talent‟ Stel je voor: over vijf jaar schrijft de plaatselijke krant een artikel over jou. Zij willen jou en drie personen daarvoor interviewen. Doe: Vul onderstaand schema in ter voorbereiding: Vraag Welke drie personen (schrijf rechts hun namen op) kunnen over vijf jaar mooie dingen over jou en jouw talenten vertellen, interview ze en schrijf op wat ze je verteld hebben in de tabel onderaan dit document. Maak van minstens één van de geïnterviewden een videoverslag, 3 mag ook. Uploaden naar Youtube (dus toestemming vragen) en voeg een foto toe van elke geïnterviewde.

Antwoord

Welke hoogtepunten van jouw leven wil je dat er besproken worden (noem er drie)

Welk talent heb je ontwikkeld?

Welke talenten heb je in de komende vijf jaar ontwikkeld en hoe heb je dat gedaan, wat heb je daarvoor gedaan en/of gelaten? (noem er drie en maak goede zinnen!)

Hoe heb je dat bereikt?


63

Opdracht interview in stappen

Kies drie mensen uit die jou kennen. Denk goed na en kies de drie mensen bewust. Niet alleen je tante, je oom en een andere tante. Wel: drie mensen die vanuit verschillende invalshoeken naar je kijken. Bijvoorbeeld één volwassen familielid, één persoon die jou goed kent uit je vrijetijdsbesteding (sportleraar, cursusleider, hopman bij de scouts, etc.) en één persoon die je goed kent op het gebied van werk of school (jouw chef, je leraar wiskunde, etc.). Maak een afspraak met alle drie, vertel ze daarbij waar het overgaat: „kunt u iets vertellen over mijn talent(en)? Uiteraard plan je het zo dat je zeker weet dat je op 5 januari alles af hebt! Bereid je voor op de gesprekken (1). Welke vragen stel je aan deze mensen? Als je de persoon al langer kent, kan je ook vragen „hoe het vroeger was met jouw talent en wat er voor verschillen zijn‟. Bereid je voor op de gesprekken (2). Hoe laat je de antwoorden zien op school? Als je dat met filmpjes wilt doen, zorg dan voor een opgeladen mobiel, of reserveer tijdig de videocamera. Vul tot slot het onderstaande formuliertje in. Als dit waar is, Persoon Wat zegt deze Wat vind jij ervan wat betekent het Vul hieronder de persoon over als deze persoon hebben van dit naam in jouw talent(en)? dat zegt? talent voor jouw toekomst? Voorbeeld: mijn Voorbeeld: ik kan Voorbeeld: ik denk Voorbeeld: ik wil oma goed zien wat dat dit klopt, vooral wel graag met mensen nodig bij wat mijn oma mensen gaan hebben. nodig heeft. (leren) werken!

Bespreek bovenstaande met een klasgenoot. Maak foto‟s van de geïnterviewde personen en voeg die aan je artikel toe, en voeg de video-opnames als Youtube of Vimeo toe aan je site.


64

Opdracht 1: werk de interviews in verhaalvorm kort uit in onderstaande tabel. Interview 1.

Interview 2.

Interview 3.

Opdracht 2. Schrijf nu het kranten- of tijdschriftartikel. Schrijf eerst de kladversie van het artikel. Je artikel bevat minstens 300 woorden! Gebruik de Lay-out zoals dat ook in tijdschriften wordt gebruikt: 2 kolommen met een kolom over de breedte daarboven. Plaats 2 toepasselijke (gephotoshopte?) fotoâ€&#x;s bij het artikel. Gebruik je fantasie bij het schrijven van dit artikel: een beetje overdrijven kan hĂŠlemaal geen kwaad voor een leuk leesbaar verhaal!! Laat deze versie aan de leerkracht lezen. De leerkracht zal aanwijzingen zodat het artikel (a) duidelijk is en (b) goed Nederlands is. Schrijf de netversie van het artikel. Inleveren op papier en na goedkeuring van de docent op je site plaatsen.


65

Reflectie op mijn voorkeuren Er zijn heel veel voorkeuren die een mens kan hebben. Hieronder staan er flink wat. Kies uit de volgende lijst zes onderwerpen: Mijn favoriete vrienden Mijn favoriete hobby‟s Mijn favoriete baantje Mijn favoriete muziek Mijn favoriete kunst Mijn favoriete kleur Mijn favoriete land Mijn favoriete landschap Mijn favoriete boom/ plant Mijn favoriete eten of drinken Mijn favoriete kleding Mijn favoriete tv-programma Zet de door jou gekozen 6 onderwerpen hieronder. Zet er achter wat dat volgens jou zegt over jou. Bijvoorbeeld: als je als kleur blauw kiest, ga je na wat die kleur te zeggen heeft. Op het internet kan je bijvoorbeeld nagaan wat blauw als kleur symboliseert. Een ander voorbeeld: je houdt van de Himalaya. Bedenk wat dat zegt over jou. Dat je houdt van eenzame hoogtes, óf van ijskoude bergen. Jouw onderwerp Jouw favoriet omdat: Wat zegt dat over jou?

Je hebt nu over zes onderwerpen uitgevogeld wat de favoriete dingen zeggen over jou. Maak nu hieronder een samenvatting van 150 woorden, schrijf verhalend (dus geen opsomming van wat hierboven ook al staat, maar bovenstaande in de vorm van een kort verhaaltje samengevat)

Inleveren op papier, na goedkeuring op de site plaatsen.


66

Reflectie op mijn voorbeelden Ieder mens heeft wel mensen die zij of hij als voorbeeld ziet. Dat kunnen mensen zijn die ver weg staan of ook mensen die juist tot je familie behoren. Vaak zie je eigenschappen van die mensen als goed. Zo‟n eigenschap zou je ook wel willen hebben! Doe: Zet in de onderste tabel per categorie een naam van een mens waarvan je eigenschappen goed vindt. Zet erachter de eigenschap die je goed vindt. Zet erna hoe je aan die eigenschap zou kunnen komen, wat moet jij daarvoor doen of laten? Voorbeeld Categorie

Naam

Eigenschap

President Obama Een bekende persoon uit de rest van de wereld

Kan goed speechen

Hoe kan jij die eigenschap „veroveren‟? Goed kijken naar hoe hij dat doet op YouTube Veel oefenen Cursus „spreken in het openbaar‟ volgen.

Deze vul jij in. Categorie

Naam

Eigenschap

Hoe kan jij die eigenschap „veroveren‟?

Een bekende Nederlander Een bekende persoon uit de rest van de wereld Een familielid of vriend

Welke eigenschappen wil jij dus hebben? Je hebt er minstens drie genoemd hierboven. Wat zegt dat over jouw talenten? Denk daarover eens over na! De drie eigenschappen op een rijtje Dat zegt over mij


67

Persoonlijk Ontwikkelingsplan (POP) Voorbeeld van een POP bij docenten Alle docenten op onze school besteden regelmatig aandacht aan hun persoonlijk ontwikkelingsplan, vanaf nu POP. In het Popformulier zetten ze de ontwikkelingsdoelen die zijzelf en de leidinggevende wensen. Dat is een soort contract tussen werknemer en leidinggevende. Dit ga je bereiken! Een aantal keer per jaar komt dat formulier op tafel en wordt er gesproken of de doelen al gehaald zijn. Aan het einde van het jaar wordt dan bepaald of de inzet goed was en of de doelen definitief behaald zijn. Een voorbeeld van een ontwikkelingsdoel van een docent staat hieronder: Ontwikkelingsdoel

Ik wil meer rust in de lessen!

Ontwikkelingsactiviteit

Ik ga aan de cursus klassenmanagement deelnemen en ga mijn docentgedrag zo veranderen dat er rust, orde en regelmaat door mij gecreëerd wordt

Gewenst resultaat

Planning

Benodigde ondersteuning en faciliteiten

De leerlinge n geven in een enquête aan dat ze het fijner en rustiger in de les vinden.

De cursus is van 1 oktober tot en met 1 november. Voor 15 november heb ik mijn lessen aangepast . Half februari vraag ik mijn leerlingen of ze het beter vinden gaan

Ik wil graag de cursus klassenmanagemen t van Lentiz Academy volgen.

Wat ga jij doen? Jullie gaan ook een Popformulier opstellen en aan iets wat je wilt verbeteren of bereiken werken (ontwikkelingsdoelen heet dat) Aanwijzingen Benoem afzonderlijke ontwikkelingsdoelen op een Smartmanier (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden). Geef per doel aan: welke concrete activiteit je gaat ondernemen: wat ga je dóen. wat het gewenste resultaat is: wat zijn de zichtbare, waarneembare of zelfs meetbare kennis en vaardigheden die je wilt verwerven? wanneer je de ontwikkelingsactiviteiten gaat uitvoeren. welke ondersteuning en faciliteiten je nodig hebt. Denk aan:


68

je eigen uren (vooral: extern te besteden uren), uren van je leidinggevende, docent, begeleider of coach budget voor een opleiding of cursus (heb je geld nodig?) leermiddelen zoals een boek of studiepakket

POP periode 1 (tot de kerst)

Ontwikkelingsdoel

Ontwikkelingsactiviteit

Gewenst resultaat

Planning

Benodigde ondersteuning en faciliteiten

Evaluatie op POP formulier periode 1. Je hebt in de eerste periode een aantal voornemens op papier gezet. Vul die hierboven nog een keer in. Bespreek met je werkgroep wat er van je voornemens terecht is gekomen. Is het goed gegaan? Gaan dingen beter? Heb je je aan je voornemens kunnen houden? Is het resultaat ook te zien? Kunnen anderen het zien of merken denk jij? Vraag het ze maar. Bespreek met je groep de volgende punten: Ontwikkelingsdoel was:……… heb je dat gehaald? Ja of nee. Je ontwikkelingsactiviteit was ……… en hoe heb je dat gedaan? Her resultaat wat je wilde bereiken was ……., is dat gelukt? Ja of nee. Waarom wel of niet? Heb je je planning gehaald? Waarom wel of niet? Van welke ondersteuning heb je gebruik gemaakt? Waarom niet? Hoe was het om dat wel te doen, heeft dat gewerkt? Wat had je anders kunnen doen zodat je je doelen beter gehaald had? Wat heb je goed gedaan? Schrijf wat je conclusies zijn hieronder in het schema. Je hebt 10 minuten de tijd. Evaluatie op POP 1

Ontwikkelingsdoel

Ontwikkelingsactiviteit

Gewenst resultaat

Planning

Benodigde ondersteuning en faciliteiten

Nu ga je een nieuwe POP maken. Als het je in je eerste POP niet gelukt is om je doelen te halen, zul je aanpassingen moeten doen. Welke gaan dat zijn? Bespreek dit eerst met je werkgroep, misschien hebben zij wel tips voor je. Help elkaar hierbij. Schrijf je nieuwe doelen in onderstaand schema.


69

POP periode 2 (Kerst-zomer)

Ontwikkelingsdoel

Ontwikkelingsactiviteit

Gewenst resultaat

Planning

Benodigde ondersteuning en faciliteiten

Je hebt in de tweede periode een aantal voornemens op papier gezet. Vul die hierboven nog een keer in. Bespreek met je werkgroep wat er van je voornemens terecht is gekomen. Is het goed gegaan? Gaan dingen beter? Heb je je aan je voornemens kunnen houden? Bespreek met je groep de volgende punten: Ontwikkelingsdoel was:……… heb je dat gehaald? Ja of nee. Je ontwikkelingsactiviteit was ……… en hoe heb je dat gedaan? Her resultaat wat je wilde bereiken was ……., is dat gelukt? Ja of nee. Heb je je planning gehaald? Waarom wel of niet? Van welke ondersteuning heb je gebruik gemaakt? Waarom niet? Hoe was het om dat wel te doen, heeft dat gewerkt? Wat had je anders kunnen doen zodat je je doelen beter gehaald had? Schrijf wat je conclusies zijn hieronder in het schema. Evaluatie op POP 2

Ontwikkelingsdoel

Ontwikkelingsactiviteit

Gewenst resultaat

Planning

Benodigde ondersteuning en faciliteiten

Schrijf hier in ca 250 eigen woorden wat de belangrijkste vooruitgangen zijn die je hebt behaald dit jaar en hoe dat zo gekomen is. Noem er minstens twee.


70

Het kwaliteitenspel

Een kleurrijk persoonlijkheidsspel dat helpt om meer zicht te krijgen op de vraag: Wie ben ik? Door het spelen van het Kwaliteitenspel kunt u een antwoord vinden op vragen als: • Wat zijn mijn sterke en minder sterke kanten? • Hoe zien anderen mij? • Welke kwaliteiten wil ik ontwikkelen? TOELICHTING Het Kwaliteitenspel bestaat uit twee sets van 70 kaarten met daarop karaktereigenschappen van mensen. Op de ene helft staan woorden die kwaliteiten van mensen aanduiden, bijvoorbeeld: flexibel, betrouwbaar, initiatiefrijk. Op de andere helft staan woorden die vervormingen (of valkuilen) aanduiden, bijvoorbeeld: arrogant, slordig en pietluttig. Start: Uitleg van het spel en het klassikaal doornemen van de kaarten (betekenissen) In groepjes van 3 personen ga je het kwaliteitenspel spelen. Je krijgt een pak kaarten met daarop geschreven kwaliteiten en valkuilen. Je bespreekt met je groepje de kwaliteit en één van de 3 krijgt de kaart omdat deze kwaliteit iets over hem of haar zegt, méér bij deze persoon past dan bij de andere 2. Je legt aan elkaar uit waarom deze kaart bij die ene persoon hoort! Belangrijk: noteer waarom de anderen jou deze kaart geven, want dat moet later in je reflectie worden opgenomen. Dwz: in het verslag wat je erover schrijft. Dat verslag is persoonlijk!! Je gaat dus wat dieper in op wat het jou zegt over jezelf. Zo werk je het hele pak kaarten door. Neem rustig de tijd om dit te doen en ga in gesprek met elkaar. Klaar? Leg je kaarten netjes bijelkaar en maak er een foto van. Die foto komt in je verslag. Gebruik het werkblad hieronder voor je reflectie.


71

Werkblad Kwaliteitenspel Plaats hier je foto

Jouw naam: Naam partners: Kwaliteit/valkuil (naam van de kaart)

Past bij mij omdat:

Past niet bij mij omdat:

mening van anderen (trefwoorden over wat er is gezegd over jou en deze kaart)

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 Reflectieverslag

1.Mijn kwaliteiten en ik. Schrijf hier in je eigen woorden enkele voorbeelden die passen bij de kwaliteiten die op jouw lijstje staan. Bijv. Ongeduldig: het klopt wel dat ik ongeduldig ben want laatst bijvoorbeeld was ik in de supermarkt‌.enz. enz. gebruik minimaal 200 woorden!! Let op je spelling, taalfouten. Vertel iets over de lijst hierboven en jouzelf. 1.Mijn kwaliteiten en ik.

2.Mijn kwaliteiten volgens anderen: schrijf hieronder wat je vond van wat de anderen jou verteld hebben. Klopt het? Of hebben ze het helemaal mis? Heb je er iets aan gehad wat ze je over jouzelf vertelden? Kijk je nu net even anders naar jezelf of maakt het niets uit? Schrijf het hieronder in minimaal 200 woorden op. Mijn kwaliteiten volgens anderen


72

Wat vond je van deze opdracht en licht dat toe. Vond je het nuttig? Heb je iets nieuws ontdekt? Hoe vond je het werken in je groep en het praten met elkaar over deze zaken? Hebben zij jou iets beter leren kennen door het praten met elkaar over de kwaliteiten en valkuilen, en heb jij hen wat beter leren kennen? Is er door het spelen van dit spel nog iets waarvan je zegt: daar wil ik wel iets aan veranderen? Zo ja, hoe ga je dat doen?

Schrijf het hier op en gebruik minimaal 200 woorden.


73

Visitekaartje

Ontwerp een visitekaartje voor jezelf. Een visitekaartje is een beeld van jou, wie je bent en wat je doet en dat maak je om uit te delen aan anderen, bijv. omdat je graag iets wilt verkopen, of omdat je een dienst aanbiedt. Kies een stijl die laat zien wie jij bent. Dat doe je door je kleurgebruik, een afbeelding te kiezen voor op je kaartje ĂŠn het juiste lettertype te gebruiken.Het zijn allemaal sfeerbepalende zaken voor je kaartje. Gebruik de kaders hieronder voor de maat; 8 X 5 cm. Je kunt je kaartje bijv. ook met Photoshop of Sumopaint maken.

Uitgeprint inleveren bij de docent en na goedkeuring op je site plaatsen.


74

Mijn MBO-opleiding Ga naar onderstaande link en doe de test. http://www.tumult.nl/uploads_web/unzip_files/Digitale_MBO_wijzer_11102010_bk.zip/ De Mbo-opleiding die mooi aansluit op je droombaan, daar ga je van alles over uitzoeken. Dat doe je door folders aan te vragen, de website te bestuderen, in gesprek te gaan met docenten en studenten. Ook ga je naar de open dag en maakt daarvan een verslag. Wil jij je nog eerst verder oriënteren op welke beroepen er zijn, ga dan naar de website Beroepenbeeldbank. Doe: Maak groepjes en stel met elkaar allerlei vragen op die je wilt stellen aan een Mboopleiding. Voeg deze vragen toe aan werkblad 3.5. de leerkracht beslist samen met jullie welke vragen je in ieder geval moet beantwoord krijgen. Kies twee Mbo-opleidingen die volgens jou passen bij je kwaliteiten. Schrijf deze op in werkblad 3.5. (onder 2, eerste kolom). Als je nog weinig weet te kiezen ga je eerst naar de website Mbostart of naar Schoolweb. Kies ook als je het nu nog niet weet twee Mboopleidingen. Bestudeer de websites van de twee gekozen Mbo-opleidingen. Maak een samenvatting op werkblad 3.5. (onder 2, tweede kolom). Vraag bij de twee Mbo‟s de folders van de opleiding aan die je hebt gekozen. Maak een samenvatting van de folders op werkblad 3.5. (onder 3). Maak een afspraak met de decaan of met een ander op de twee Mbo‟s. Van je leerkracht krijg je te horen op welke momenten je daarheen kunt gaan. Als er open dagen zijn kan je ook voor dat tijdstip kiezen. Vraag de persoon die je te spreken gaat krijgen ook of je studenten mag spreken en of je lessen mag bijwonen. Daar stel je allerlei vragen die je ter plekke beter kunt stellen. Je kijkt natuurlijk ook goed uit je doppen. Is het een leuk gebouw? Zijn er leuke studenten? Maak per Mbo-opleiding een samenvattende tekst op werkblad 3.5. (onder 4). Trek uiteindelijk je conclusies. Welke Mbo-opleiding vind je het leukste en waarom (onder 5). Werkblad Mijn Mbo-opleiding Schrijf hieronder de verplichte vragen op No

Vraag


75

2. Schrijf hieronder de belangrijkste zaken op van de bestudeerde websites MboSamenvatting van de website (denk aan bovenstaande vragen) opleiding

Schrijf hieronder de samenvatting op van de folders van de twee Mbo-opleidingen MboSamenvatting van de folders (denk aan bovenstaande vragen) opleiding

Schrijf hieronder een samenvatting van wat je te weten bent gekomen tijdens het bezoek aan de twee Mboâ€&#x;s. MboSamenvatting van het bezoek (denk aan bovenstaande vragen) opleiding

Schrijf hieronder je conclusies welke van de twee Mbo-opleidingen vind je waarom het leukste, het beste, etc. MboSamenvatting van het bezoek (denk aan bovenstaande vragen) opleiding


76

Mijn droombaan


77


78

Mijn ideale stageplek


79

Kijkdoos: mijn droomplek

Beeldende opdracht.

Je gaat een kijkdoos maken en die heeft als thema: mijn droomplek. Iedereen heeft een plek waar hij/zij zich helemaal thuis voelt, die plek is alleen van jou. Of als je die plek niet hebt, dan zou je hem vast graag willen hebben! Daar hangen jouw spullen, je posters en foto‟s, daar draai je jouw muziek, lees je jouw boekjes of tijdschriften, daar komen je vrienden soms en zitten misschien je knuffels van vroeger nog wel in een hoekje. En vaak zit je daar helemaal alleen. Jouw plek. Hoe ziet die plek er uit? Heb je die plek al, of is het een plek waar je van droomt? Die gedroomde plek ga je maken, in miniatuur. Hoe ga je dat doen? Je gaat verzamelen en dromen. Maak daarbij gebruik van je fantasie want je gaat een droomplek maken! Zoek ter inspiratie op het internet naar voorbeelden van kijkdozen. Wat heb je nodig? Een schoenendoos of een doos die max. 70 X 70 X 70 cm is. Spulletjes die je verzamelt (want je gaat de droomplek inrichten!) Foto‟s, plaatjes, tijdschriften Versieringsmateriaal, verf, karton, scharen, messen, lijm, enz. Muziek, als je wilt dat er ook geluid uit je doos komt! Misschien wil je wel een lampje op batterijen in je doos, of iets wat beweegt? Je mag de doos opensnijden, uitbouwen, uitvouwen, vervormen of wat je maar wilt, of voor een klassieke kijkdoos kiezen met een paar ramen waar je naar binnen kunt kijken. De doos wordt van binnen én van buiten beplakt en gepimpt. Je ziet dus niets meer van de oorspronkelijke doos! En vooral: je werkstuk is fantasievol, origineel & bijzonder en heel erg van jou! Aantal lessen: 3 Thuis doen: spullen verzamelen om de kijkdoos mee in te richten. Op school: tijdens de lessen beeldende vorming werk je aan dit werkstuk. Beoordeling: originaliteit, eigenheid en afwerking. Maak een foto van je kijkdoos en plaats die op je site.


80

Start schooljaar Deadmau5 “I remember”

The 10 commandments how to be a raver We bekijken de videoclip van Deadmau5 vs Kaskade, “I remember” In deze clip zie je een man met 2 jongens aan tafel zitten en hij geeft ze de 10 geboden om een “feestganger” te worden. In de clip zie je de jongens op zoek gaan naar een geschikte ruimte om hun feest te gaan organiseren en ze belanden in een kraakpand. Dat wordt het pand waar het feest gaat worden gegeven maar er moet nog heel veel gebeuren voor het een echte feestruimte is….. Uiteindelijk eindigt de clip met beelden van het feest en de jongeren die op het feest aanwezig zijn. Vraag: 1. Wat laat deze videoclip je zien (vertel wat je ziet wat er gebeurt en wat de sfeer is) 2. Wat doen de jongeren? Noem 3 dingen. 3. waarom bekijken we volgens jou juist deze videoclip met de klas? Schrijf je antwoorden hieronder op. 1. 2. 3.

De 10 geboden: You know what they’re all sayin’occasion occasion occasion, well that’s dead right boys 2. Cease the day 3. It’s not where you’re from, it’s where you’re going 4. Fear nothing 5. Sent the word out towards all you believe in 6. Stand up and make your voice be heard 7. Reject the mainstream 8. The rule is: never fail! 9. Make sure the music bangles, you can’t have a revolution if the Music isn’t right 10. It’s your choice, why is otherwise? 1.


81

Opdracht: vertaal de 10 geboden en zet de vertaling in de tabel. Schrijf daaronder wat jij denkt dat er mee bedoeld wordt. You know what they‟re all sayin‟occasion occasion occasion, well that‟s dead right boys Vertaling: Betekenis volgens jou: Cease the day Vertaling: Betekenis volgens jou: It‟s not where you‟re from, it‟s where you‟re going Vertaling: Betekenis volgens jou: Fear nothing Vertaling: Betekenis volgens jou: Sent the word out towards all you believe in Vertaling: Betekenis volgens jou: Stand up and make your voice be heard Vertaling: Betekenis volgens jou: Reject the mainstream Vertaling: Betekenis volgens jou: The rule is never fail Vertaling: Betekenis volgens jou: Make sure the music‟s bangle, you can‟t have a revolution if the Music isn‟t right Vertaling: Betekenis volgens jou: It‟s your choice, why is otherwise? Vertaling: Betekenis volgens jou:

Kringgesprek met de klas. Ga naar http://www.tumult.nl/uploads_web/unzip_files/Digiles_mijn_klas_een_team.zip/ en doe de webwalk “mijn klas een team”.


82

Een brochure maken over jezelf met Publisher Je gaat een brochure maken over jezelf en daarvoor werk je met het programma Publisher. Een brochure geeft informatie over jou en is tegelijk een soort reclame. Wat komt er in jouw Brochure te staan? Je naam Foto‟s van jezelf Je hobbies en een korte toelichting daarop Je familie Je huis en je kamer Je huisdier als je die hebt. En wat je verder belangrijk vindt om te vermelden. Doe: Open Publisher en kies eerst brochure en dan een een stijl. Kies er één die bij je past en jou aanspreekt.

Vul nu de Brochure met informatie en maak er wat moois van. Upload je Brochure als hij klaar is naar Issu en plaats hem daar. Vanuit Issu kun je hem embedden (insluiten) naar je site.

Issu: ga naar www.issuu.com en maak een account aan. Noteer je wachtwoord en gebruikersnaam. Nu kun je aan de slag en bestanden uploaden voor je bibliotheek.


83

Jouw klas een topklas


84


85

Films en activiteiten We gaan ook films en documentaires kijken. Die Welle (samenwerking met Duits) Slumdog millionaire

Over de streep (documentaire) Kiteman bij Wilfried de Jong

Andere activiteiten: De Havendagen Rotterdam (2 sept) Digital Playground in Rotterdam (2X) Westland on stage (februari) Bezoek aan de Haagse tribune Kamp klas 3 (26, 27, 28 september) Een CKV activiteit Een dag naar het strand Je bezoekt 2 MBOâ€&#x;s voor het project. We nodigen gastsprekers uit Project Leerlingen voor leerlingen En wat er verder op ons pad komt‌..


86

Tumult weblessen

Tumult materiaal (te gebruiken bij de lessen)

2. Doelen stellen http://www.tumult.nl/uploads_web/unzip_files/Digitest_Doelen_stellen_110810_bk.zip/ 3. Talententest http://www.tumult.nl/uploads_web/unzip_files/Talentenles_2_thv.zip/ 4. Pagina mediawijs met lesbrieven en filmpjes http://www.tumult.nl/index.php?category=mijn_tumult&categorysub=mijn_les&aid=1&lid=1 385 5. MBO bezoeken video http://www.tumult.nl/uploads_web/unzip_files/Digitale_MBO_wijzer_11102010_bk.zip/ 6. Zelf een nieuwe les aanmaken op tumult: http://www.tumult.nl/index.php?category=mijn_tumult&categorysub=mijn_abonnement&ai d=1 7. Studievaardigheden Video bij Agenda http://www.tumult.nl/index.php?category=lesmateriaal&categorysub=abonnement&aid=2& rel_id=0 8. Digitest jouw ideale vakantie (dromen) http://www.tumult.nl/uploads_web/unzip_files/Jouw_ideale_vakantie_310810_bk.zip/ 9. Video Teamdans Nieuw Zeeland (jij en je klas) http://www.tumult.nl/index.php?category=lesmateriaal&categorysub=abonnement&aid=5& rel_id=0 10. Digiles jij en je klas een team http://www.tumult.nl/uploads_web/unzip_files/Digiles_mijn_klas_een_team.zip/ 11. Video communiceren http://www.tumult.nl/index.php?category=lesmateriaal&categorysub=abonnement&aid=11 &rel_id=0 12. Video inspiratie http://www.tumult.nl/index.php?category=lesmateriaal&categorysub=abonnement&aid=11 &rel_id=0 13. Video teamwork Ganzen werken als een team http://www.tumult.nl/index.php?category=lesmateriaal&categorysub=abonnement&aid=11 &rel_id=0 14. Video droombaan http://www.tumult.nl/index.php?category=lesmateriaal&categorysub=abonnement&aid=18 &rel_id=0 15. Digiles welk beroep past bij jou? http://www.tumult.nl/uploads_web/unzip_files/Tumult_Beroepen_test_110810_bk.zip/ 16. Video bij kiezen, secret millionaire http://www.tumult.nl/index.php?category=lesmateriaal&categorysub=abonnement&aid=21 &rel_id=0 17. Video rapper Yes-R, rappend over zijn droom te gaan rappen http://www.tumult.nl/index.php?category=lesmateriaal&categorysub=abonnement&aid=21 &rel_id=0


87

Verantwoording Deze reader met daarin een lessenreeks, is gemaakt voor de leerlingen klas 3 GLTL van Dutch Big Picture op het Lentiz VMBO Maasland en vormt het sectorwerkstuk wat ze voor hun examen moeten afronden in klas 3. De lessenserie is ontworpen vanuit de visie van DBP Lentiz VMBO Maasland waarbij de passie van de leerling één van de uitgangspunten is voor het onderwijs zoals we dat aanbieden. Deze lessenreeks is zo samengesteld en ontworpen dat er een combinatie is ontstaan van gevarieerde opdrachten die zowel theoretisch als praktisch zijn en aansluiten op de belevingswereld van de doelgroep. En die deels individueel gedaan moeten worden, en ook uit samenwerkingsopdrachten bestaan. Met elkaar reflecteren maakt onderdeel uit van het programma, en dat doen we o.a. door gebruik te maken van het kringgesprek en regelmatig met elkaar te filosoferen over onderwerpen en zo met elkaar in gesprek te gaan. Leren doe je niet alleen in school en uit boeken, leren doe je ook buiten de school, en daar ervaringen opdoen is dan ook een belangrijk aspect binnen het DBP onderwijs. En zo te

worden wie je bent…. Het materiaal in deze reader is ontworpen & ontwikkeld door Rens Looij & Monique Jansen. De lessenserie is gedraaid, getest, verder aangepast en doorontwikkeld door Monique Jansen. Daarnaast is gebruik gemaakt van bestaande lessen die via het internet te verkrijgen zijn. Wij doen niet aan copyright want het delen van goede ideeën & materiaal, en het distribueren daarvan draagt bij tot beter onderwijs voor allen. Maar we zijn wel trots op ons werk en mocht er materiaal zijn wat voor derden interessant is, neem dan eerst even contact met ons op? Indien er bezwaren zijn over het gebruik van materiaal van derden, dan horen we dat ook graag terug. Contact: mjansen01@lentiz.nl


88


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.