...heel zachtjes rimpelen

Page 1

Hard werken‌

‌heel zachtjes rimpelen


Mind@scapes

Soms dringt de drang, de droom tot een gedachte En wordt het lichaam droom


Stayokay, we stoken een vuurtje Als je in de stayokay bent, is het stoken van een vuurtje één van de hoogtepunten. Je leert je tijdelijke medebewoners van het pand beter kennen en krijgt meer zicht op de relaties die ze met hun partner hebben, het waarom van het niet meer met een partner zijn, of andere echtelijke zaken. Toen ik nog alleen op stap was met dochter P, belandde ik ‟s avonds steevast bij het vuurtje. Donker, broodjes bakken aan de stok, flesjes wijn, de gescheiden vaders en moeders én: de echtparen. Vaak in gezelschap van een ander bevriend echtpaar. Als vrouw alleen kies je een willekeurige boomstam uit om op neer te zakken en dan wacht je rustig af wat er zoal op je af komt, en je hebt, als je je eventueel gek verveelt, toch altijd wat te doen, want je kind kan best wel eens hulp gebruiken bij het aanprikken van een stukje deeg op haar stok. De echtparen (vaak eind 40, net als ik) zijn vaak boeiend om te observeren. De al dan niet bevriende mannen aan de ene kant van het vuurtje, de echtgenotes maar zelden gezellig naast hun mannetjes, maar meestal met een slap rosé‟tje in de hand, kritisch omlaag trekkende mondhoeken en argwanende ogen recht ertegenover. Zo heb je beslist beter zicht op manlief en de boomstamhangende gescheiden en helaas vaak helemaal niet zo lelijke “losse” dames. Mannen missen de mammoetjacht. Het is sneu, maar er valt weinig meer te jagen tegenwoordig. Toch willen mannen vaak graag nog iets met een buit, een krachtmeting met en overwinning op moeder natuur, en dat met het nodige bravour aan het vrouwvolk kunnen melden; het was een succesvolle jacht. Dus ook al zijn de mammoeten al duizenden jaren op, overwonnen zal er worden. En om nou met een zelf geschoten boshamster aan te komen, dat heeft niet zoveel cachet. Mannen in de Stayokay‟s sjouwen dus na het bos leeggeplunderd te hebben, of desnoods gezonde bomen ontworteld te hebben, hele grote boomstammen naar het vuurtje toe. Ik heb al menigmaal toegekeken hoe er met veel bombarie een vuurtje opgebouwd werd, niet gehinderd door al te veel kennis van hoe je dat eigenlijk moet doen Er werd dan geprobeerd de grote stammen met veel krant en aanmaakblokjes (want die heb je toch altijd achter in je gezinswagen liggen) aan te krijgen. Of nát hout aansteken, dat is er ook zo één….. Maar, lukt uiteindelijk altijd. De eega‟s kijken vaak met een licht smalende blik toe en de lofzang blijft steevast uit, hoogstens een vals “Nou Henk, het rookt wel enorm hè!?” In Bakkum waren dit jaar geen echtparen, maar wel wat moeders, een oma en één vader met zijn kinderen. Toen wij klaar waren met het verzamelen van het hout en het vuurtje brandend hadden, verscheen hij op het toneel. Ah, hij ging óók nog hout verzamelen. Let op, zei ik tegen S, die komt met een boom terug…En jawel, even later kwam hij het bos uitzetten, met een boom. Trots liet hij ons zijn geheime wapen zien: een zakmes met een minuscuul zaagje had net dat laatste worteltje waarmee de boom zich wanhopig aan zijn aardse bestaan had vastgeklampt, de das om gedaan. En hoewel natuurlijk helemaal niet aardig van ons, toen hij zijn boom op het vuur aan het leggen was (ook weer een hele klus), keken S en ik elkaar meewarig grijnzend aan, zoals menig veelzeggend zwijgend echtgenote aan de andere kant van het vuur dat ook doet. Vrouwen zijn soms intens vals, maar mannen zijn soms zó voorspelbaar…….. MJ/Mindescapes juli 2010


De kok in Bakkum Ieder jaar bezoek ik met Puck een paar dagen een vestiging van een Stay okay in Nederland. Dat doen we al jaren, eigenlijk sinds ik gescheiden ben. Het is een leuke manier om voor niet al te veel geld even er uit te zijn en toch in een bed te liggen in plaats van in een tent op een klamme grond in de gietende Hollandse regen, de locaties zijn mooi en leuk ook voor kinderen en als alleenstaande ouder is het “makkelijk”. Er zijn altijd kinderen en er wordt vaak wat voor ze georganiseerd. Kun je zelf met je koffie, wijntje en sigaretje even lekker voor je uit staren, een boekje lezen of wat dan ook. En er is altijd de mogelijkheid tot een praatje met een andere gescheiden ouder die met de koters op stap is. Meestal ging ik met een vriendin, ook gescheiden natuurlijk, en de kinderen. En ook dit jaar was dat het geval; met vriendin S, haar dochter T. Het werd stayokay Bakkum. Ik ben al eerder in Bakkum geweest en herinnerde me daarvan vooral de kok. Ik had S dan ook al verteld over die kok en was benieuwd of hij er nu, 4 jaar later nog zou zijn. En jawel, hij was er nog. In Bakkum werkt al jaren dezelfde kok en die neemt zijn werk heel serieus. Misschien kennen jullie de reclame van tempoteam nog; zo‟n uitzendkracht in een bejaardenhuis die doet alsof het een Michelin 5 sterrenrestaurant is. Heb je dat beeld, dan heb je de kok van de Stayokay Bakkum helemaal te pakken. Als we aan tafel zitten wordt er nog niet begonnen met eten, oh nee! Eerst komt de kok ons nl. nog vertellen wat hij die avond voor ons bereid heeft. Er staan 2 schalen pasta, een salade en een rode saus op het buffet, en een grote pan soep als voorafje. Daar valt héél wat over te vertellen, blijkt, en met gepaste trots en tot in detail wordt beschreven wat we gaan eten, welke ingrediënten er gebruikt zijn, afgemaakt met een toefje peterselie of wat dan ook. Later zal hij het ijs met slagroom en een warme aardbeiensaus op komen dienen. De slagroom blijkt later de citroenmousse van de avond ervoor te zijn tot teleurstelling van de meisjes, maar wat kan het schelen. De kok is trots op zijn werk en neemt voor zijn toelichting dan ook uitgebreid de tijd! Hij wenst ons uiteindelijk smakelijk eten en we mogen op gaan scheppen. Trots kijkt hij nog eens door de zaal. Is het een geweldige maaltijd? Nou, nee; ik werk met toch wat moeite de melige, licht smakeloze canneloni‟s naar binnen en de geraspte kaas geeft het toch net niet dat cachet waar ik op hoopte, maar de liefde die de kok er in gestopt heeft, maakt dat ik mijn bordje toch braaf leeg eet, nou, bijna dan….. En Puck vindt de spaghetti Bolognaise werkelijk goddelijk, “écht héérlijk hoor mam!” S en ik kijken elkaar eens aan en onderdrukken een lichte proestlach. Maar toch: ik vind het eigenlijk geweldig dat deze kok, en hij zal niet ouder dan begin 30 zijn, daar al jaren op deze wijze zijn vak uitoefent. Niks massaal opscheppen die handel; nee, hij, de maestro vertelt ons wat hij met liefde voor ons heeft klaargemaakt en oh wee als je denkt al te kunnen gaan opscheppen voor hij het sein gegeven heeft. Goed gedaan, kok van Bakkum! En dat zijn ook juist de dingetjes die een bezoek aan een Stay okay zo leuk maken. MJ/Mindescapes juli 2010


Hellingproef De vakantie dit jaar was weer eens een nieuwe belevenis. Met vriendin T ben ik afgereisd naar Andalusië om 3 weken zon en zee te genieten in de omgeving van Tarifa. Zoals gebruikelijk ieder jaar, was ik weer heel hard aan vakantie toe, en met T was het al niet anders gesteld. Met lichte uitputtingsverschijnselen stapten wij op Rotterdam Airport op het vliegtuig, al zal dat voor mij altijd Zestienhoven blijven heten. Na geland te zijn in Malaga, op naar de autoverhuur, waar we ons koekblik op gingen halen. Een kleine niet goed uitgelijnde KIA Picanto en ik reed. Dat is altijd weer even wennen, want ik rijd een automaat, dus gierend in zijn 1 de garage uit, op weg naar Tarifa, wat richting Cadiz was. Als echte vrouwen direct al verkeerd gereden en we belandden op de drukke kustweg. Spanje moest die avond spelen (het WK was in volle gang), dus het rijgedrag van de Spanjaarden was wat opgewonden en onvoorspelbaar. Waar was die snelweg en hoe hadden we die in vredesnaam kunnen missen? Wij zaten ondertussen “laag”, de snelweg lag hogerop, wat betekende dat we toch echt een afslag naar rechts moesten zoeken en dan maar hopen dat er een oprit in de buurt zou zijn. Zo gedaan, maar….dat betekende wel stoplichten op een weg omhoog. Dat was ik een beetje kwijt als vlakkelandrijder in een automaat. Een toen al zenuwachtige toestand, maar met wat planning lukte het me door het inschatten van wanneer het stoplicht weer op groen zou springen en daar teutelend op af te rijden, het nodige stoppen en weer optrekken te voorkomen. De snelweg gevonden en in het schuddende bakkie de 200 km naar Tarifa afgelegd. Erger werd het toen we na de eerste week verkasten naar ons pittoreske huisje net even de bergen in….Een kleine afslag zonder borden was de weg naar Betis, een gat van een paar huizen, veel loslopend vee en nog meer blaffende honden, schuin op de berg. De weg kronkelde zich omhoog, maar was wel breed genoeg en geasfalteerd, al had de slechte winter er gaten in geslagen die een extra uitdaging vormden. Het laatste stukje werd vervelender, een kleine afslag met een scherpe bocht, en een smaller weggetje waar met wat bermwerk 2 auto’s elkaar net konden passeren. Gelukkig nog even geen tegenliggers, paarden of koeien op de weg….witte knokkels en uiterste concentratie bracht ons omhoog, en eenmaal het wildrooster en 3 venijnige verkeersdrempels gepasseerd, waren we in Betis. De nog slechter geasfalteerde en nog smallere weg omhoog die nu in beeld kwam, was de volgende uitdaging en met een strakke bocht naar links, in zijn 1, stuurde ik koekblik omhoog. Waar moesten we in vredesnaam zijn? In lichte paniek stuurde ik de wagen het eerste het beste vlakke stukje op bij een woning om de weg te gaan vragen. In stofwolken kwamen we tot stilstand en de oude Antonio, de bewoner, kwam kijken wie er met zoveel kabaal zijn erfje op was komen stuiven. We moesten nóg iets verder omhoog, bleek, en nu moest ik weg zien te komen met een echte hellingproef vanaf een onverhard stukje weg. 2 minuten later, omgeven door de penetrante lucht van verbrand rubber en het angstzweet op mijn rug, waren we ca 20 meter verder op een nieuw vlak stukje en de schrik zat er bij mij goed in. T heeft de laatste 50 meter naar onze casa gereden, ik ben er achteraan gelopen, moest even kalmeren. Het was gelukt, maar waar waren we aan begonnen: iedere dag die berg op en neer was een echte nachtmerrie voor me, en we konden toch geen 2 weken op de berg blijven zitten……ik had even weinig oog meer voor de prachtige omgeving en de lieflijke schoonheid van ons huisje en zakte gedeprimeerd op een stoel; állemachtig, waar waren we aan begonnen? Het is goed gekomen; het bergrijden went (ik moest wel) en de volgende dag was de WK finale Nederland Spanje die we in Tarifa zouden gaan kijken. Dat betekende in het donker ’s avonds de berg weer op, een hele uitdaging. We hebben de wagen die avond weliswaar wel in het dorp beneden geparkeerd met nog een klein stukje omhoog lopen ipv rijden, maar het ging goed. Avondritjes hebben we niet meer gemaakt, als 2 bejaarden waren we voor donker thuis. Paarden, honden en koeien op de weg in elk geval in het donker vermijdend, ze overdag voor de wagen hebben terwijl het loslopende vee weigerde aan de kant te gaan, was al meer dan voldoende uitdaging voor me. De bergen zijn prachtig, de uitzichten adembenemend, en met het karretje op en neer is te doen. Mijn favoriet zal het echter niet worden.


Met liefde gemaakt…

Afgelopen dinsdag kwam ik thuis en mijn telefoon piepte me een berichtje toe. Het was een berichtje van Jan, mijn ex-man van bijna 20 jaar geleden. Hij was in de buurt en wilde langskomen. Ik sms’te hem terug dat ik net thuis was en dat hij welkom was. Een snelle blik in de spiegel zei me dat ik maar niet al te veel moeite moest gaan doen om make-up op mijn toch wat vermoeide koppie bij te werken, de outfit was ook niet je dat en niet erg charmant, maar omkleden voelde ook niet goed. Beter snel even al het gereedschap van de tafel vegen en de ergste rommel aan kant werken; een gezellig huis maken. 10 minuten later al stond hij op mijn stoep en is om 3 uur ’s nachts weer vertrokken; er was veel te vertellen, uit te wisselen, te lachen en ook: te herinneren. Hij vertelde me over het hem zo dierbare enorme rode schilderij met daarop een afbeelding van Jezus, en ik vertel hem dat de ezel die ik ooit van hem gekregen heb en die hem dierbaar was, nog steeds heb. Veel schilderijen hebben daarop het licht gezien. Nu, een kastje waar mijn dierbare rommeltjes in tentoongesteld liggen, reparerend, kom ik allemaal herinneringsdingetjes tegen, kleine en grote “dingen”, maaksels, gekochte en gevonden zaken, en ik realiseer me ineens dat er veel dingen met liefde voor me zijn gemaakt en me zijn geschonken zo door al die jaren heen. En ik veel daarvan nog heb en telkens weer meeneem naar het volgende station. Denkend aan Jan bedenk ik me ineens dat ik destijds van hem het prachtig geïllustreerde boek “Perque il planeta” heb gehad,; een boek vol levende fallussen, prachtig grafisch vormgegeven, fascinerend en bizar in zijn thematiek. Maar ook de psychologische astrologie van Ram, een heel oud boek wat we zoveel hebben doorgebladerd dat het nog maar net aan elkaar blijft hangen en wat allang geen voorpagina meer heeft. Het kastje leegruimend vind ik de mooie en unieke runderlederen etui terug die Jurjen met de hand voor me gemaakt heeft: felrood, de vacht nog aanwezig met een lederen veter om hem te sluiten. Het knoopje is weg. Een klein boeddhabeeldje, ook van Jurjen gekregen toen het eigenlijk al uit was, maar afscheid nemen nog wankel was. Op mijn kast staan 2 prachtige engelen, van Hans gekregen en ook zij zijn me erg dierbaar, net als de antieke spiegel die hij me gaf en die ik al jaren meeverhuis en het beste plekje geef. Telkens weer repareer en camoufleer ik de ontbrekende stukjes van de prachtige stoere bronskleurige gipsen lijst. En niet te vergeten zijn speldenkussen wat ik vaak gebruik en nog van zijn moeder is geweest. Van mijn moeder een prachtig Art Deco kettinkje wat van haar vriendin Hennie is geweest en wat ik kreeg nadat zij overleden was. Hennie was bijna 30 jaar ouder dan mijn moeder. Samen met een fotoportret uit ca. 1900 van de moeder van Hennie, teder bijgekleurd met kleurpotlood wat je pas ziet als je er heel dichtbij staat. En zilveren vingerhoedjes….. Van Roel de ets met de 2 heiligen die ik pas nog in een ander lijstje heb gedaan en die bij mijn Mariabeeld is geplaatst. Ook van Roel het zelfgemaakte stalen krukje, gekregen toen ik 20 werd, met prachtig okoume hout, wat ik in die tijd gelijk artistiek ging bespatten, pimpen. Het moet hem een gruwel zijn geweest dat ik dat deed, maar hij heeft er nooit iets van gezegd. Jaren later realiseerde ik me mijn zonde en heb ik het


afgeschuurd en het hout in ere hersteld. De sporen blijven en dat is goed. Verder veel zelfgemaakte kaarten waarin hij mij de

liefde verklaarde en me aanmoedigde door te gaan met schilderen, me te ontwikkelen. Van Gert-Jan heb ik brieven en kaarten en die maakte fantastische cassettebandjes voor me, met bijv. het nummer “Hairy Irene” van Frank Zappa. En die helaas verloren zijn gegaan in de tijd. Van Lex niets tastbaars meer, maar wel goede herinneringen aan hem als zijnde mijn eerste geliefde, het luisteren naar platen van Genesis, Toto, Alquin, Yes en The Alan Parsonsproject. En muziek; dat blijft altijd een sterke herinneringsfactor, bijna tastbaar en altijd weer bijzonder. Van Peter een prachtige jurk van een ontwerpster, gekocht tijdens een trip naar Antwerpen en mooie gedroogde rozen. En van Pauke weinig tastbaars, maar wel foto’s en ook weer goede herinneringen, want hij hoorde bij mijn studententijd. Plus een prachtige afscheidsbrief. Want er is ook nog de doos met brieven, kaarten en schrijfsels. Van Corine een mooi gevilt tasje wat ze voor me meegenomen heeft uit Nepal. Van Tonny de gebloemde theepot met melk-en suikerkannetje en de prachtige fotoserie die we afgelopen zomer hebben gemaakt. Van Gaia een stukje mooi gevormd hout, gevonden in een bos, van Puck een rood glazen hart en een doosje speciaal voor mij gemaakt. Van een hippie die ik in Duitsland heb ontmoet, een fantastisch zelfgemaakt zinken insect, die hij maakte als symbool voor het gegeven dat het kwaad en het verdriet ons aangedaan, niet verder doorgegeven mag worden naar anderen toe, het bij jou kan en moet stoppen: een inzicht wat bepalend is geweest voor me. Een ontmoeting van 2 dagen die impact voor het leven heeft. Hij vond me een bijzonder mens en de moeite waard er één te schenken, en ik was er heel blij mee. Ik bracht jaren geleden bij het bezoeken van een vriendin, een paar dagen in een Duitse commune door. Zij had nauwelijks tijd voor me en was vooral druk met het bakken van biologisch dynamisch brood, taart en wat al niet meer, en ik heb de tijd grotendeels pratend bij hem doorgebracht. In zijn intens smerige bouwkeet met zinken “beestjes” (en niet alleen zinken beestjes ben ik bang) en beschimmelde voedingswaren, maar met een hoog filosofisch en spiritueel gehalte en vooral: tijd. Het zijn allemaal “schatten”die me er aan herinneren dat mijn leven goed is, mensen van me gehouden hebben, me de moeite waard vonden, me daarom iets gegeven hebben. En dat dat door zal gaan, dat niet iets is wat stopt. Soms heb je dat maar even met iemand, soms jaren, en soms gaat het nooit voorbij. En het is mooi en waardevol om te horen dat dat andersom ook het geval is geweest; mijn “maaksels” ook een plek in het leven van anderen hebben gekregen en zelfs gekoesterd worden. Kastjes vol tastbare herinneringen en het is de kunst die herinneringen levend te houden in het heden en te blijven bouwen aan momenten die weer nieuwe mooie herinneringen zullen gaan worden. Met tastbare sporen die je beet kunt pakken, neer kunt zetten, waar je naar kunt kijken. En waar je bij tijd en wijle melancholisch, en soms heel gelukkig van wordt. Tekenen van je bestaan, sporen die je achterlaat en die anderen in jouw leven hebben achtergelaten. De gouden kruimeltjes die je de weg terug wijzen naar huis als je even verdwaald lijkt te zijn.

MJ/Mindescapes februari 2011


melancholie Soms voel je je ongelukkig. Of melancholiek. Net dat een beetje trieste. Vanavond heb ik dat. Het leven wat buiten de deur aan je voorbij lijkt te gaan, het Filmfestival waar je net te laat kaartjes voor bestelt en dan zijn alleen de enorm saaie meesterwerken nog te verkrijgen. Jij bent thuis, nee, laat ik de “ik”vorm gebruiken: ik ben thuis, met mijn dochter en we kijken de X factor, eten rookworst en taart, we kletsen, zij computert, ik naai, zij leest haar “Hoe overleef ik” tijdschrift, ik de Happinez die ik maar weer eens aangeschaft heb, en het blad Psychologie waar een artikel wordt aangekondigd over hoe je meer rust in je leven krijgt, met veel glossy reclames over het stoppen van rimpelvorming in je ouderwordende gelaat. Melancholie. Na 3 jaar weer alleen, de relatie met P verbroken, weer alleen. 48 jaar, vrouw van middelbare leeftijd, thuiszitten is geen schande, integendeel, dat is redelijk normaal. Maar ik ken mensen die nog vol in het kroeg-en uitgaansleven bivakkeren, en soms… Ik heb er de energie niet eens meer voor, moet er niet aan denken zelfs dat ik nog 3 avonden per week in het uitgaansleven rondhang. Maar toch…. Het stormt buiten, het zou een helse fietstocht zijn van en naar de stad, ik zou er dronken “oude bekenden” aantreffen die als ik ze vraag hoe het met ze gaat zeggen: “Het gaat…snap je wat ik bedoel?” En ik antwoord dan: “ja, ik snap wat je bedoelt”. En we vullen de gaten met een biertje en een grap. Maar toch… Terugdenkend aan de tijden dat we uitgingen, vaak en lang. Met veel mensen om ons heen, veel belangrijke gesprekken, ruzies, harde muziek, gefilosofeer, feesten, drank, geflirt. Dat een beetje romantiseren. Die goeie ouwe tijd, toen ik nog geen beginnende rimpels in mijn wangen en op mijn voorhoofd had, dacht dat ik ze nooit zou krijgen ook, die frons er nog niet was, ik geen pijn in mijn lichaam had, behalve spierpijn van het sporten en nog iedere maand ongesteld werd. Ik nog afgebakende marktwaarde had zoals je dat alleen maar hebt als je 30 bent; de toekomst open voor je neus, wat zal ik eens gaan doen met mijn leven en met wie? Er leek meer keuze te zijn dan nu. Dus melancholie, waar kom je vandaan? Wat zijn mijn onvervulde wensen? Mijn verlangens? Mijn dromen? Ben ik ontevreden? Ongelukkig zelfs? Is het gewoon even de leegte die eenzaam voelt? Laat de melancholie er maar even zijn, ik zit per slot in een overgangsfase in mijn leven. Van jong naar middelbaar ouder, van onbewust naar bewust. Soms denk je dan ineens “was ik nog maar…” of “had ik nog maar…”. Daar is geen houwen aan. Laat dat er vanavond dan maar zijn. Melancholie, en tijd om te gaan slapen. Het schrijfsel is gedaan, het kind slaapt, het rokje is genaaid, de dag is om. Ik ben niet ontevreden en het is allemaal wel goed. Ik ben er nog en doe nog mee. Morgen een wijntje doen op het filmfestival, zonder filmpje, maar met een ook ouderwordende vriendin, die net als ik ook heel hard werkt en heel zachtjes rimpelt. MJ/mindescapes Januari 2011


Autopech, het relaas van een vrouw alleen. Je wilt om 17:00 uur (een vroegertje!!) lekker naar huis na een dag lesgeven met BP vergadering toe, en dan ga je rijden en denkt, wat trekt de auto toch naar links. Bij het stoppen om je ergste vermoeden bevestigd te krijgen; jawel, een lekke voorband. De schroef in de band knipoogt me lelijk toe en de gedachte springt onwillekeurig toch omhoog….Opzet of toeval, misschien lelijk gedaan tegen de verkeerde leerling vandaag? Of een collega? Donker, koud, midden in de winter, omringd door tractoren en koeien, en mistig: niet de ideale omstandigheden voor een lekke band. Als die er al zijn. Afijn. Doorgereden naar het mini-rotondetje op de kop van de Commandeurskade, en de ANWB bellen. Die zouden binnen nu en uur ter plaatse zijn, dus die duidelijkheid heb je alvast. Terwijl ik daar sta, rijden er al wat collega’s langs, slechts weinigen zien mijn “nood” en rijden vrolijk door. Even zwaaien, ho maar. Twee stoppen er om te vragen of er iets loos is en of ze kunnen helpen. Lief en nee dank je, ik heb de ANWB al gebeld, die komen er aan. Even terug naar school dan maar voor een kopje warme chocolademelk en wellicht nog wat gezelligheid van vertrekkende collega’s. Ik ben nl. best zielig, dat snap je. Dapper zielig, doortastend zielig, maar toch wel een beetje zielig. Gezeteld bij de receptie komen langzaamaan de resterende collega’s voorbij op weg naar huis en haard. Laat ik het zo zeggen: stel dat de ANWB er niet zou zijn, dan kun je, als hulpeloze vrouw alleen, om vijf uur ’s middags, hartje winter, maar beter geen lekke band krijgen of anderszins met autopech komen te staan op de Commandeurskade….. of je moet als de sodemieter alsnog een on line cursus autoband verwisselen gaan volgen. De bemoedigende opmerkingen van langskomende directeur, teamleiders en collega’s zijn weliswaar hartverwarmend, maar je band wordt er niet mee geplakt…. Hennie bood wel aan dat haar man het voor me zou gaan doen als hij haar op kwam halen van het werk, maar ook hij was niet zo enthousiast voor het aannemen van deze klus onder barre omstandigheden en de te verwachten koude vieze handen die dat op zou leveren. Het gebaar van Hennie om haar man in de aanbieding te gooien als redder in nood, was natuurlijk wel heel lief! De eerlijkheid gebied me natuurlijk te zeggen dat ik tegen geïnteresseerden wel direct meldde dat de ANWB onderweg was, maar ergens denk ik toch…… De afloop: De Tomtom van de wegenwachter kon helaas de Commandeurskade niet vinden, maar na 3 keer bellen en zeer geïnspireerde aanwijzingen van mijn kant, heeft hij het toch kunnen vinden en werd de broodnodige hulp geboden. Dus vooral: lang leve de ANWB!! Hobbelend naar huis op mijn reserveband bedacht ik hoe heerlijk het is als mannelijke collega’s de deur voor je openhouden, want: wie het kleine niet eert, is een reparatie van een lekke band niet weert. Monique


Kennen wij elkaar? Ik kijk naar mijn dochter en haar vriendschappen, hoe ze daar vorm aan geeft, dat zich ontwikkelt in haar jonge leven. Ik zie vriendschappen die bij de gratie van het moment en de omstandigheden bestaan, met hier en daar mogelijkheden de toekomst in. Maar hier en daar ook niet. P is kritisch op haar vriendschappen en met haar buitengewoon goed ontwikkelde analytisch vermogen ziet ze precies wat er speelt, wie iedereen is, ieders goede en minder goede kanten: ze heeft het allemaal haarscherp in beeld. Het mooie is dat dat de vriendschap voor haar niet beïnvloedt, er geen waardeoordeel aan gekoppeld wordt. Iedereen mag zichzelf zijn, met de goede maar ook onaangename kantjes en dat ondanks het feit dat ze daar soms wel last van heeft. Maar op de één of andere manier weet ze het niet persoonlijk naar zichzelf toe te maken. Als er iets vervelends gebeurt vindt ze het “niet haar probleem”, maar vooral iets wat bij die ander hoort. Ze kijkt wel of het iets is waar ze wat aan kan doen, veroorzaakt heeft of debet aan is, maar verder kan ze het prima terzijde schuiven als iets wat niet bij haar, maar bij die ander(en) thuishoort. Meestal, of altijd eigenlijk voor zover ik het kan beoordelen, heeft ze gelijk. Ze ziet mensen echt voor wie ze zijn. Een slechte eigenschap van iemand doet voor haar aan de vriendschap geen afbreuk. En zo gaat ze eigenlijk met alle mensen om: P is vriendelijk tegen en loyaal aan iedereen die haar vriend is of waar ze mee omgaat. Zij is een trouwe vriendin, die geen oordeel velt over haar vriendinnen, maar wel kritisch is. Wat een gave…. Als kind had ik vriendinnen, zowel in mijn klas als thuis bij de flat, en daar was ik ook ongelofelijk loyaal aan. Ik was trouw, en ze betekenden heel veel voor me. De teleurstellingen op dat gebied zijn dan ook niet te tellen en in tegenstelling tot P trok ik me dat wel persoonlijk aan, deed het me twijfelen aan mezelf en vroeg ik me af of ik wel de moeite waard was. Ik lag er wakker van als er gemeen werd gedaan (en dat dóen meiden op die leeftijd) of als er een front werd gevormd tegen wie dan ook, en ja, soms dus ook tegen mij. Zo ging dat. In tegenstelling tot P ervoer ik dat altijd wel als mijn probleem…. Mijn ideeën over vriendschap hebben m.n. in klas 2 en 3 van de middelbare school zwaar onder vuur gelegen en dat heeft wel consequenties voor hoe je je verdere leven met vriendschappen omgaat en het vertrouwen wat je er in durft te stellen. Ik koester mijn eigen (verloren) vriendschappen, ze blijken de laatste jaren van onschatbare waarde om zaken te relativeren, mezelf gespiegeld te zien zodat ik zaken kan veranderen waar nodig en kan reflecteren op mezelf. Maar natuurlijk ook om te zien wat er goed is aan mij, want dat is ook belangrijk! En natuurlijk om te lachen en plezier te maken, troost te vinden en elkaar te ontmoeten in begrip en herkenning, onredelijk te zijn, je hart te luchten, die intens valse gedachtes die je soms hebt even veilig te ventileren en jezelf te kunnen zijn. Ben ik een goede vriendin? Ja meestal wel denk ik, maar soms niet. Ben ik een makkelijke vriendin? Nee, dat niet denk ik. Weet ik wel zeker eigenlijk. Ik ben, of was, in elk geval een eisende vriendin (en eisend mes), en dat is nooit makkelijk om mee om te gaan, want dat maakt een wankel evenwicht in zaken. “Het” kijkt nauw, ligt volgens strakke morele lijnen vast en als je je niet aan mijn spelregels houdt, is het soms foute boel. En ken je de spelregels die ik zo onuitgesproken op de vriendschap heb gelegd eigenlijk wel? Waarschijnlijk in het begin niet. Later wel. Ik ben mensen kwijtgeraakt die ik als hele goede vrienden zag. Deels is dat omdat je verhuist, uit elkaar groeit, levens andere paden gaan volgen, het gewoon natuurlijk doodbloedt. De vriendschap bestond bij de gratie van het moment en gedeelde interesses die in dat deel van je leven pasten.


Dag Lot Op Hans‟ blog verscheen het volgende bericht.

Als 19 jarige onzekere nieuwkomer op het studentencomplex de Krakeelhof in Delft, een studentencomplex waar je met zijn 18-en minstens op een verdieping woonde en er talloze verdiepingen waren, was ze er al: Lot. Ze woonde ook ergens op één van de verdiepingen, niet op die waar ik woonde in elk geval.

Lot was voor mij iets heel bijzonders en ik keek enorm tegen haar op: ik wilde zijn zoals Lot, ze was een lichtend voorbeeld van alles wat een vrouw mooi, stoer en sterk maakte. Met haar flamboyante krullen, prachtige sterke gezicht, heldere ogen, blakend van zelfvertrouwen (althans, dat dichtte ik haar wel toe) en ze was de gedroomde, maar onbereikbare vriendin van menig krakeelhofstudent. Ook mijn eigen vriendje P. “viel” voor Lot, en hoewel ik erg jaloers van aard was: dat was in de verste verte geen belediging voor mij. Lot had “het“. Lot was iets magisch. Lot stond boven de dingen en bovendien: Lot was niet te strikken voor de eerste de beste student. Ik dacht dat Lot wel kon kiezen uit het neusje van de zalm van wat manlijk studerend Delft te bieden had. Ik dacht eigenlijk vanalles bij Lot…

Ik heb Lot eigenlijk nooit gekend, nauwelijks gesproken, maar het is gek: ergens op de achtergrond is Lot altijd in mijn leven geweest: ze woonde in hetzelfde studentencomplex als ik, studeerde aan dezelfde opleiding als ik en een hele reeks van mijn geliefden kenden Lot allemaal; P, J en H. Gisteren te lezen dat ze overleden is, joeg me het kippenvel over mijn armen, en bij dit schrijven voel ik een vreemde brok in mijn keel. Vreemd hoe een vrouw die je niet kent, toch met je leven verweven kan zijn, terwijl zij er waarschijnlijk nooit enig idee van heeft gehad wie ik ben.

Dag Lot.


De onmogelijkheid der dingen Mijn moeder heeft progressieve MS en dat heeft ze al heel lang. Mijn vader zorgt voor haar. Zo is dat langzaam gegroeid, zo is het gelopen. Je partner en geliefde wordt ziek, het begint met een bezorgd bezoek samen aan de huisarts, gaat van daaruit door naar het aangeven van een wandelstok en het wrijven van spieren die in een spasme slaan, naar de totale verzorging van je grotendeels verlamde vrouw, en er uitstappen was geen optie. Samen zijn ze verder gegaan, de onmogelijkheden van hun nieuwe leven inpassend en omzeilend om zoveel als het maar kan in mogelijkheden te blijven leven. Je weet namelijk met een ziekte als MS niet, nooit, wanneer de mogelijkheden van vandaag, de onmogelijkheden van morgen zullen blijken…

Als “dochter van” sta je er soms bij stil, maar niet te vaak en al helemaal niet op een medelijdende manier. Mijn moeder, een oud verpleegster die altijd van het type “varkentjes wassen” was, wil dat ook niet. Het is haar verhaal, niet het onze en dat is een besluit wat ze genomen heeft. Het is niet alleen haar verhaal natuurlijk, het is hun verhaal, die keuze om dat samen te doen, hebben ze samen gemaakt. Niet vrijwillig, noodgedwongen. Vrijwillig is een betrekkelijk begrip als het keuzes zijn die binnen zulke omstandigheden gemaakt moeten worden. Via de weg der geleidelijkheid is mijn vader de verzorger van mijn moeder geworden en dat is een langzaam proces geweest, samen zijn ze er in gegroeid en zo is het nu zoals het is. En de afgelopen 2 dagen was „het‟ ook even mijn verhaal. Ik kom net thuis van mijn moeder, bij haar zijn en een deel van zijn taken overnemend, zodat mijn vader een paar dagen op vakantie kan om op te laden, weer geïnspireerd te raken en even weg te zijn. Hij is bij mijn zus in Oostenrijk waar zij op wintersport zijn. Een hele stap voor hem, hij laat zijn zorgtaak niet makkelijk los, het is zijn leven geworden, dat is wat hij doet, kan en wie hij is, het is zijn bestaansrecht en levenstaak geworden. De verpleegsters van het zorgcentrum aan de overkant komen mijn moeder wassen, ze leggen haar op bed, halen haar er ook weer uit, voeren de nodige medische handelingen uit, doen het zware werk. Het werk wat ze vroeger zelf zo lang gedaan heeft. Ik doe de rest, en dat is dus eigenlijk maar de helft van de taken die mijn vader dagelijks vervult. Het is erg intensief en je bent constant alert: Roept ze? Heeft ze iets nodig?

En het was fijn om eens op deze manier bij en met mijn moeder te zijn, voor haar te zorgen en van dichtbij mee te maken wat haar leven nou precies ís. Je weet het, maar je weet het vooral ook niet. Je kijkt er wel naar en maakt het soms mee, maar wat het concreet allemaal betekent in het ritme van “voor altijd”, ik sta er niet vaak bij stil. De tijd die in beslag genomen wordt op een dag met alleen al in en uit het bed, hoe weinig tijd er over blijft voor simpele dingen als een boodschapje: je weet het eigenlijk gewoon ook niet. Nu wel. Er is nauwelijks bruikbare tijd, en er is ook nauwelijks energie; alles gaat langzaam en ze is snel moe. En de voor mij zo eenvoudige dingen als je haar doen, je make-up aanbrengen, het zijn handelingen die een flink deel van haar kostbare tijd en energie innemen. Ik zou bijna zeggen opslokken. Maar in de veranderde omstandigheden, zijn het juist ook kostbare momenten; ze bréngt haar make-up nog zelf op, ze dóet haar eigen haar nog, ze kan dit allemaal nog. Maar wat vroeger een snelle handeling was die ze “even”deed, is nu


bijna een onderneming geworden. En veel dingen, bijv. zelf een kopje thee of koffie zetten, iets van de grond oprapen, dat gaat niet meer. Wat zó normaal was, is dat niet meer. De onmogelijkheid der dingen. Zonder hulp gaat het niet en oh, wat moet het toch moeilijk zijn geweest voor haar om die hulp te accepteren… Mijn moeder was zelf een helper en een doener, een drammer zelfs en het gebeurde zoals zij het in haar hoofd had. Zij was zéker niet degene die geholpen werd. Wat een proces waar ze doorheen gegaan is in al die jaren tijd...

Het is haar gelukt, petje af! Ze kan hulp aanvaarden, zich overgeven, is niet meer die ongelofelijke en soms onuitstaanbare drammer die ze vroeger was, geeft anderen ruimte om zichzelf te zijn en het was fijn om bij haar te zijn en haar te helpen. Een intimiteit die we eigenlijk vroeger, en eigenlijk sowieso nooit zo gehad hebben samen. Misschien pas de laatste jaren is er een verandering gekomen in die verstandhouding.

‟s Avonds in bed kruipend kijk ik een tijdje naar haar, ze slaapt, ik zie mijn opa terug in haar, denk even na over haar koppige volhardendheid waardoor ze eigenlijk nog meer kan dan verwacht was en denk na over wat het leven haar gebracht heeft; hoe anders is het gelopen dan ze gehoopt en gewenst had. Ik kijk naar de vrouw die mij gebaard heeft, voor mij gezorgd heeft toen ik dat zelf nog niet kon en waar ik nu 2 dagen voor kan zorgen.

Ik kijk naar mijn moeder, en voel me haar dochter. Hoeveel onmogelijkheden er misschien ook zijn: deze is nu juist als mogelijkheid binnen ons bereik gekomen. De mogelijkheid der dingen.


Zo‟n leuke knappe vrouw als ik….. Onlangs kwam ik bij een gelegenheid oude vriend R. tegen en hij vroeg me, “Ben jij nog met, hoe heet „ie ook alweer?” Ik antwoordde: Nee, dat is uit, ik ben weer alleen. En hij zei: “Nou, hoe kan dát nou, zo‟n leuke knappe vrouw als jij alleen ?!” En ik dacht even opkijkend: ja… hoe kan dat nou eigenlijk, zo‟n „leuke, knappe‟ vrouw als ik, alleen? Hoe vaak ben ik nou alweer niet alleen geweest? Het is nog op twee handen te tellen, maar wel vaak en voor mijn gevoel ook wel té vaak. Veel mannen zijn al gepasseerd in mijn leven, en van mijn eerste liefde tot nu tel ik 6 mannen waar ik langere tijd mee ben geweest (tussen de 3 en 12 jaar), 2 mannen die gelijktijdig op het toneel waren naast een “officiële” geliefde (en met medeweten en goedkeuring van trouwens…) en nog een stuk of 3 vriendjes voor een paar uur of één nacht, wat leuker klinkt dan het was. De mannen en ik, ik en de mannen. Het gaat en het gaat niet. Ik kan niet met en ik kan niet zonder. Nou, ik kan niet zonder is niet waar; ik kan best wel zonder is gebleken. Ik wíl liever niet zonder, maar dat is wat anders. Maar de vanzelfsprekendheid dat er altijd een man is, die tijd is voorbij. Ik vind mannen leuk, en dan wel: vroeger vanzelfsprekender leuk dan nu, hoewel ik denk dat ik zelf nu als partner leuker ben dan vroeger, toen mijn temperament er lustig op los stormde en voor de nodige intolerante heftigheid en strubbelingen in de relaties zorgde (wat de mannen dan weer minder leuk maakte natuurlijk, want dat gaf explosieve ruzies…) Ik vind mannen nog steeds leuk, al zou je na onderstaande gelezen hebbende bijna kunnen denken van niet. Even generaliseren. Ik vind dat mannen er fysiek minder onder lijken te lijden dat ze ouder worden en de rek er in hun lijfelijkheid minder snel uit lijkt te gaan dan bij ons vrouwen of ook wel: ze zien er langer goed uit. Mentaal daarentegen vind ik dat veel mannen een beetje blijven hangen, soms opgeblazen, pedant, zelfingenomen, onbetrouwbaar, kinderachtig, koppig, laks, snel beledigd en star zijn. En, de aanleg tot en het tot bloei komen van autistische trekjes wel wat vaker aanwezig lijkt te zijn boven hun 45e. Kortom: de mentale “rek” is dus weer minder dan bij “ons”, hun female leeftijdsgenoten. Alleen zie je dat niet direct, ze, de mannen, tonen beter geconserveerd en de eerste indruk is toch ook wat waard. Wij vrouwen rekken mentaal elastisch goed mee met onze scheidingen, het gedoe op ons werk, hormonale schommelingen en veranderende, soms kreukelende, omstandigheden. Maar je ziet het ons tegen de 50 wel aan dat we leven en lijden, we “tekenen” vooral in ons gezicht en hals en in het slechtste geval lopen we er een tijd met een heel moe, verbeten, ontevreden of droevig gezicht bij, en zijn we broodmager of te omvangrijk geworden door het gedoe. En zijn we, eerlijk is eerlijk, soms wel een beetje zuchtende zeurpieten, wraakgodinnen of klagende zuurpruimen geworden die slachtoffergedrag (maar oh zo dapper en van goede wil er iets van te maken) tot levenskunst verheven hebben. Weten we belangrijke relationele beslissingen te lang uit te stellen, en mogen daar graag en veel over praten zonder er werkelijk iets aan te doen. Die teveel geld besteden aan cosmetische en camouflerende zaken als kleding en smeersels of yogacursussen, sportscholen (voor Women only), opbeurende mooi vormgegeven tijdschriften (Flow, Linda, Happinez, Psychologie, Opzij), mindfullnes sessies en boeddhistische weekenden waar we ons tijdelijk beter van voelen, of uitstapjes boeken naar dure ontgiftigingsklinieken. Een lekkere reinigende Patti Brard-klysma of kruidenkuur in een duinhotel met duurbetaalde aandacht toe doet wonderen. Sommigen daarentegen doen helemaal niks meer aan deze levensreddende maatregelen en zakken met al té lang niet meer onthaarde benen, armoedige kapsels met uitgroei van het verven en welig tierende bossen schaamhaar, lustig uit zonder daar nog enige aandacht aan te besteden want niemand die het ziet; lekker jezelf zijn heet dat dan.


Terug naar de mannen dan maar weer. Ze hebben vastgezette meningen, en praten of schrijven graag en veel over zichzelf, ook als niemand (meer, allang niet meer) luistert. Of zwijgen op momenten dat je als partner graag wat sociale vaardigheden van ze zou wensen zodat je kunt denken “kijk allemaal eens wat een leuke man ik toch heb!”. Of ze sloven zich gênant luidruchtig uit, zodat je denkt: doe nou eens een keer normaal, gedraag je als een volwassen man! Ze hebben het reuze druk, of als ze het niet druk hebben zijn ze wel drukdoenerig of praten erover hoe druk ze het hebben. Ook enige aanleg tot gepoch is niet alle vijftigers vreemd, al noemen ze het zelf liever zelfbewustzijn. Ze kijken Good old Pinkpop onderuitgezakt op de bank op tv en vertellen er tegen wie het maar horen wil (of niet) over alsof ze er zelf nog bij waren “on the spot”. Voor het oog van de buitenwereld vaak best nog een leuke man trouwens, die echter na een dag pieken buitenshuis thuis op de bank helemaal “zichzelf” gaat zijn: autistisch of juist tierend achter de voetbal die op oorlogssterkte ieder gesprek in de kiem smoort, en/of alle herhalingen daarvan, of achter een computer hangt met een koptelefoon op en zijn neus tegen het beeldscherm gedrukt, vaak tot diep in de nacht. Gezellig samen tegelijk naar bed gaan is iets wat je alleen op tv nog ziet en waar je ‟s nachts alleen nog maar van droomt. Om over seks nog maar niet eens te spreken, hoewel je zelf vaak dusdanig regelmatig hoofdpijnaanvallen, Tena Ladymomentjes, opvliegers door de overgang of anderszins fysieke ongemakken hebt, dat het ook niet meer bovenaan je verlanglijstje staat en je allang niet meer helemaal de gedroomde minnares bent die je graag zou willen zijn en die “de bladen” je voorspiegelen dat je op je 50e best nog zou kúnnen zijn… Noodzakelijk accessoire hierbij: een goede organizer om je dagelijkse agenda goed te plannen en totale uitputting te vermijden. Die krijg je dan gelukkig van eerder genoemde tijdschriften wel weer cadeau als je een abonnement neemt. En, snel maar weer terug naar de man (voor ik op gang kom over de vrouw als specimen), die in het allerslechtste geval als jij al met je kruikje onder de wol of op je elektrische deken ligt, aan het internetdaten is met een strak, jong, net gescheiden ding van mid-dertig met of zonder jonge kinderen, natuurlijk zonder dat jij er ook maar iets van in de gaten hebt, of wilt hebben. Maar! Een enkel manlijk exemplaar toont ook werkelijk nog nieuwsgierigheid, ontwikkeling en mentale elasticiteit, heeft humor die niet alleen hijzelf leuk vindt, kan zo af en toe eens opbouwend kritisch naar zichzelf kijken, is best wel bereid aan zichzelf te werken, luistert bijna net zo graag naar jou als naar zichzelf, is bereid jouw therapietjes aan te moedigen en uit te zitten, ziet er óók nog leuk uit, toont goede smaak, heeft zeker 2 vrienden, leest af en toe een echt boek, heeft meer dan alleen zijn zwemdiploma‟s, heeft geen verborgen (of minder verborgen) alcohol- of andere verslavingsproblemen, heeft wel een baan (en dus een leuk inkomen zodat hij zijn eigen vakantie kan betalen), is on speaking terms met zijn ex(en) en heeft zijn scheiding(en) goed geregeld, gaat één keer in de week gelijk met jou naar bed, houdt van leuke seks en bedrijft nog de liefde. En die parel zoek ik natuurlijk. Hé leuke knappe man als jij, waar ben je? Misschien maar weer eens internetdaten met de volgende tekst: Leuke vrouw als ik zoekt leuke man als jij om samen te latten, te leuten, en te leven. Op reis, vakantie en uit eten te gaan, te kletsen en seksen, te inspireren en fulmineren, en zo lang mogelijk héél gelukkig te leven. Ik hoor het hoopgevende geklop van de witte paardenvoetjes nu al in de verte!! MJ/ Mindescapes, 24 februari 2011. Met dank aan mijn vriendinnen en “alle mannen” voor de inspiratie…


Anselm Kiefer

In Antwerpen is een unieke tentoonstelling gaande waar werk van Anselm Kiefer te zien is, één van mijn favoriete schilders, en dus op naar Antwerpen om het te zien met vriendin C.

Kiefer is voor mij verbonden met de jaren ‟80, de tijd dat ik me intensief met spirituele en esoterische zaken bezig hield, de tijd dat ik studeerde aan de kunstacademie in Rotterdam, de tijd dat ik mid 20 was, alleen maar zwarte kleren droeg, rondkloste op legerschoenen en soms bijna arrogant koketteerde met hiervoor genoemde zaken, hoewel ik ze wel heel serieus nam, én beleefde. Het was absoluut echt, oprecht en integer. Een periode van onderzoek en ontwikkeling, van heftige, intense emoties en veel passie. Ook: veel geloof in niet zozeer eigen kunnen, want dat ontbrak er misschien juist wel erg aan, maar wel veel geloof in mijn eigen ontwikkeling en de mensen om mij heen, in de kunst, spiritualiteit en in het leven zelf. Kiefers werk sprak me in die tijd enorm aan, het was zwaar, bombastisch eigenlijk wel, grotesk, esoterisch, beladen, belangwekkend, monumentaal, toonaangevend. Het was magisch! Kiefer was de alchemist, was geschiedenis, de materiebeheersende schilder, de expressie pur sang, Kiefer was kabbalah en samen met vriend J luisterde ik naar de ring des Nibelungen van Wagner bij kaarslicht. Ik vond er niet veel aan, en de urenlange loodzware stukken waren aan mij uiteindelijk niet echt besteed, maar het hoorde er wel bij. Kiefer raakte mijn ziel. Ik vond het fantastisch en zo af en toe was ik in de gelegenheid het werk in het echt te aanschouwen in Keulen, Amsterdam, Berlijn of waar dan ook. Ik bestudeerde zijn werk en experimenteerde met materie en structuur. Ik bewonderde zijn werk, het werk raakte mij en sloot aan op mijn ziel. Een inspiratiebron voor mijn eigen werk, en dat is het lang gebleven, al vond ik natuurlijk uiteindelijk mijn eigen vorm.

Vandaag stond ik na bijna 25 jaar weer tegenover zijn monumentale werken en het waren er meer dan ik ooit bij elkaar had gezien. Een unieke belevenis.De enorme doeken, lood, stro, aarde, materie, beweging. Echter, tussen toen en nu, daar zit een leven tussen. En dat kon ik voelen. Ik was van tevoren al nieuwsgierig; wat zou het werk, zoveel jaren later, nu met mij doen, nu ik een volwassen vrouw ben die zelf beleefd en geleefd heeft, gepokt en gemazeld is en die haar eigen ontwikkelingspad gelopen heeft, vele ervaringen rijker: Hoe zal ik de werken van Kiefer nu, in 2011, op mijn 48e beleven?

Ik voelde diep respect voor het werk. Ik voelde de kracht en energie van het werk, de esoterische lading en de zwaarte. Ik voelde de inhoud en begreep het. Ik voelde de aanwezigheid van de kunstenaar als medium, als boodschapper, als intermediair. Ik voelde de verstikking van en in het werk. Ik voelde de geschiedenis


van het werk en de tijd waarin het ontstaan, gecreëerd, is. Ik voelde gelaagdheid en complexiteit van het werk. Het belang ook van dit werk voor de kunstgeschiedenis, een Landmark in de tijd en in de kunst.

Maar wat ik niet meer kon voelen is de magie zoals ik die gevoeld, ervaren en beleefd heb als jonge vrouw... Dat deel bleef leeg, oningevuld en ik heb er vandaag naar lopen zoeken, werk na werk bekijkend, voelend. De volwassen vrouw in mij die verwachtingsvol naar het werk keek, tastend naar de magie van weleer, moest constateren dat die er voor mij, als zijnde de persoon die ik nu ben, niet meer is. En dat was interessant! Want wat is het verschil? In mij? Waarom haakt Kiefer niet meer aan op mijn ziel zoals het dat vroeger wel deed? Waarom krijg ik het nu zelfs een beetje benauwd van het werk? Dat dreigende, dichtgezette, niet meer ademende doek? Wat is het wat ik toen kon ervaren en herkennen diep in mijzelf, wat ik nu niet meer kan voelen, er niet meer is voor mij? Waarom heeft het niet meer de magie die ik vroeger voelde? Dat is een vraag die ik mezelf gesteld heb, en in gesprek met C ook heb kunnen beantwoorden.

Ik ben door vandaag nieuwsgierig geworden naar Kiefer zélf: zijn motivatie, zijn ontwikkeling en gedachtengoed. En: wie is die mens Anselm Kiefer die ook kunstenaar is nu en welke weg heeft hij in die 25 jaar bewandeld? Het verschil tussen mijzelf in de jaren ‟80 en nu, en de groei die ik heb doorgemaakt is me vandaag op een mooie manier duidelijk geworden en in beeld gebracht. Blijft over de nieuwsgierigheid naar hem.

Rotterdam 12 maart 2011


Hard werken‌

‌heel zachtjes rimpelen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.