4 minute read

WHo THE FuCK IS JoHAN SIMoNS?

voor het derde seizoen op rij regisseert Johan simons ons vaste ensemble. een gerenommeerd regisseur die zijn sporen zowel in nederland, België als Duitsland heeft verdiend. Maar als ik in mijn inleidend praatje op zijn voorstellingen vraag wie er wel eens van hem heeft gehoord, steekt minder dan de helft van het publiek zijn hand omhoog. De rest lijkt te denken: who the fuck is Johan simons? Dus ga ik deze vraag proberen te beantwoorden. Dat doe ik door uit te leggen wat hij voor mij betekent.

Johan begon als student aan de rotterdamse Dansacademie. ik vind dat je dat nog altijd terug ziet in zijn toneelregies. Het gevoel voor ruimte, mise en scène en de muzikaliteit waarmee zijn acteurs ten opzichte van elkaar bewegen is een choreografie. of het een gigantische loods is of onze kleine ruimte bij mOOI WEER & zo, als publiek krijg je altijd het gevoel dat je in een kleine zaal zit. Dat de spelers één op één voor jou spelen. Dat het rauw en ongepolijst is. De imperfectie maakt het levend.

Advertisement

Dat is iets wat ik benijd. zelf ben ik nog erg bezig met een voorstelling te ‘laten kloppen’. Het tempo van spreken, de overgangen tussen scènes en constant je publiek vóór willen zijn. Johan durft te spelen met stilte, muziek te laten uitklinken, hoe lang het ook duurt. Hij durft van zijn publiek een grote concentratie te eisen.

Je moet ballen hebben om niet populair maar goed te zijn. Daarom kijk ik al jaren met bewondering naar zijn werk.

na de Dansacademie ging hij naar de Toneelacademie Maastricht, waar hij later nog jaren werkzaam was als gastdocent.

Drie jaar voor mijn geboorte startte hij samen met enkele zielsverwanten Theatergroep Hollandia. Dat was in 1985. ze maakten theater op locaties: bruggen, kassen, loodsen enz. Dit deden ze niet in de randstad maar op het boerenland. Johan over Hollandia: ‘we wilden theater maken voor mensen die nooit een voet in een schouwburg zouden zetten’. Hij vond samen met paul koek een nieuwe vorm van muziektheater uit. iets wat toen werd gezien als een alternatieve theatervorm, kreeg door hen een plek in de geschiedenis van het nederlands toneel.

Toen ik zelf op de Toneelacademie Maastricht zat, ontmoette ik Tom Blokdijk. in gesprekken met hem vertelde ik over mijn bewondering voor Johan. Met name over de brug die Hollandia had willen slaan tussen ‘gewone mensen’ en toneel. na drie sessies met Tom vroeg hij mij: ‘weet jij eigenlijk wie ik ben?’ natuurlijk wist ik dat niet, ik was derde jaars student en had geen idee van het belang van een bewerker of een dramaturg. Tom begon mij te vertellen over hoe hij als dramaturg jarenlang met Johan had gewerkt en mede Hollandia had gecreëerd.

ik heb me nog nooit zo onwetend gevoeld. ik dacht dat Johan een op zichzelf staand persoon was die wonderen verrichtte. en voor het eerst besefte ik me dat je als regisseur in staat moet zijn om talenten om je heen te verzamelen die sturing geven aan wat jij voor je ziet.

via Tom kon ik bij Johan op gesprek komen over een stage. Hij was inmiddels intendant bij de Münchner kammerspiele. ik denk niet dat ik hele intelligente dingen heb gezegd. Maar hij moest wel lachen om mijn woede over de toenmalige bezuinigingen. Dat was in 2013. en hij vertrouwde op Tom, dus ik mocht naar München.

‘ELk IdEE dAt Ik hEb, wordt mEtEEn En zondEr commEntAAr uItgEprobEErd. dAt IS voor EEn rEgISSEur EEn EnormE wEELdE. juLLIE durvEn onbEvAngEn tE zIjn.’

naast hem te zitten terwijl hij werkt is een heel andere ervaring dan zijn werk te zien. Hij houdt bijna volledig zijn mond aan de ‘leestafel’. waar we, overigens, weken aanzaten. Hij is niet, zoals ik, het concept aan het verdedigen. Hij durft ruimte te nemen binnen een proces. Dat wil zeggen: hij excuseert zich nooit als hij een scène voor de twintigste keer wil zien. Die breedte van jezelf de ruimte geven om iets te ontdekken en te overdenken – dat zou ik heel graag willen leren.

na Hollandia en later zT-Hollandia, in eindhoven, ging hij verder bij nTgent. en daarna door naar Duitsland. Hij maakt daar nog steeds theatervoorstellingen en opera’s. De afgelopen jaren was hij artistiek leider van de ruhrtriennale, één van de meest prestigieuze theaterfestivals in Duitsland. en sinds dit jaar is hij intendant van het schauspielhaus Bochum.

in de documentaire ‘Johan, zeg dat het goed komt’ zegt hij dat koningin Beatrix zou moeten aftreden als gevolg van de bezuinigingen op kunst. Dit maakt hem voor mij herkenbaar. Het is een uitspraak die je eerder van jonge mensen zou verwachten. Maar nog altijd ziet hij het zo. Dat waardeer ik.

na de bezuinigingen op het nederlands theater, hebben wij mensen zoals hij nodig. Die mentor zijn, die leren hoe we verder komen, hoe wij het toneel voort kunnen zetten. wij zijn dit gezelschap begonnen omdat we ‘kilometers’ moeten maken. ‘Het gaat niet om de sprint, het gaat om de marathon’ zoals Johan tegen mij zei. een acteur wordt niet goed van één rol, een regisseur niet van één productie en een publiek is geen theaterliefhebber na één voorstelling. veelheid en verdieping, dát maakt een kunstenaar. als dat in onze wereld niet geboden wordt, maken we het zelf. zo werken wij nu al vier seizoenen. en daarom is de verdieping en het meesterschap van Johan zo’n inspiratie en belangrijk voor onze ontwikkeling als gezelschap.

eva lemaire

This article is from: