MACEDONIËRS, A. DEN DOOLAARD EN ANDERE NEDERLANDERS
ISBN 978-9989-911-95-8 COBISS.MK-ID 100580106 Copyright 2016 Misjo Joezmeski. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaargemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Copyright 2016 Misho Yuzmeski. No part of this book may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm or any other means, without written permission from the publisher.
Misjo Joezmeski
MACEDONIËRS, A. DEN DOOLAARD EN ANDERE NEDERLANDERS
NATIONALE INSTELLING BIBLIOTHEEK “GRIGOR PRLITSJEV” OHRID, 2016
Oorspronkelijke titel in het Macedonisch: Македонци, А. ден Долард и други Холанѓани (Makedontsi, A. den Dolard i drugi Holangjani) Vertaald door: Gerard N. Poelwijk Grafisch ontwerpen: Misjo Joezmeski Foto’s: Herman Zonderland (p. 149, 151) Misjo Joezmeski (p. 11, 23, 34, 49, 54, 55, 59, 60, 61, 65, 66, 68, 69, 71, 72, 83, 99, 138, 139, 142, 143, 144, omslag) Miltsjo Jovanoski (p. 167) Archiefmateriaal Oplage: 2.000 exemplaren Gedrukt in Macedonië
Inhoud 7 Inleiding EERBETOON AAN A. DEN DOOLAARD 10 Waarom A. den Doolaard? 26 Een museum voor A. den Doolaard 67 Een boek over A. den Doolaard A. DEN DOOLAARD EN DE MACEDONIËRS 86 De Nederlandse beschermheer van de naam Macedonië 100 Dit is Macedonië 107 Twintig jaar na de dood van A. den Doolaard 112 Macedonië voor de Macedoniërs en de liefdevolle ondersteuning vanuit Nederland 134 Macedonië herdenkt
146 148 155 158 159 160 163
WEERKLANK IN DE NEDERLANDSE MEDIA De Stentor A. den Doolaard Website De Telegraaf ANWB Media - Reisgids Macedonië Dagblad De Limburger NRC Handelsblad De Kromme Elleboog
165 Gebruikte literatuur 167 De auteur van dit boek
7
INLEIDING Het Culturele en Informatieve centrum “Cultura 365” werd in juni 2011 geopend in Ohrid, Macedonië. Terwijl het gros van de mensheid manieren zocht om zo snel mogelijk rijk te worden, opende de schrijver dezes in Ohrid een instituut vanuit een ideaal dat door de buitenstaander zowel vanuit de beweegredenen als om het doel met “onbegrijpelijk” werd beoordeeld. De meeste van mijn gesprekspartners gingen ervan uit dat cultuur onder de verantwoordelijkheid en onder de taken van de staat en de plaatselijke autoriteiten valt. Hun verbazing werd zelfs nog groter toen ondergetekende, in “Cultura 365”, een permanente tentoonstelling wijdde aan A. den Doolaard. Geestdriftige Nederlandse bezoekers wilden oprecht weten wat mijn werkelijke beweegredenen voor zo‟n onderneming waren en sommige van mijn Macedonische kennissen staken niet onder stoelen of banken dat mijn project hoe dan ook financieel gesteund zou moeten zijn door de een of andere bevoegde instantie. Ik denk dat sommigen nooit zullen geloven dat zo‟n project onafhankelijk en gedreven vanuit puur artistieke en ideële beweegredenen kan worden opgezet. De nieuwe verrassing volgde toen ik in 2012 het boek “Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard” publiceerde, eerst in het Macedonisch en later in het Engels. Met kinderlijke nieuwsgierigheid trachtten veel lezers meer te weten te komen over mijn band met de Neder-
8
landse schrijver en zij konden hun verbazing nauwelijks verbergen als ik vertelde dat ik geen enkel persoonlijk contact met hem heb gehad. Toen een jaar later de Nederlandse versie van het boek verscheen, veroorzaakte dat opnieuw een golf van verbazing en blijdschap vooral onder de Nederlandse toeristen in Ohrid. Onder hen bleef het verbazingwekkend dat in Macedonië zoveel interesse was voor de schrijver die in Nederland al bijna was vergeten. Mijn inspanningen rond de “herwaardering” van A. den Doolaard werden opgemerkt door het grote publiek: de reacties van de Nederlandse bezoekers aan Macedonië waren het talrijkst en het meest indrukwekkend en krachtige echo‟s daarvan verschenen ook in de Nederlandse media. Zo werd een zoveelste hoofdstuk gewijd aan de Nederlands-Macedonische betrekkingen waarin A. den Doolaard een belangrijke sleutelfiguur blijft. Bovengenoemde gebeurtenissen leidden tot het verschijnen van dit boek. Het wil een antwoord geven op de meest gestelde vragen naar mijn verbondenheid met A. den Doolaard en eveneens wil het een nadere uitleg geven over de positie die hij inneemt waar het de Nederlands-Macedonische banden betreft. Hoe dan ook behoeft de nadere uiteenzetting van het leven en het werk van de Nederlandse schrijver, journalist en bewezen vriend van Macedonië meer nieuwe pagina‟s, meer tijd en meer inspanning. Hij verdient dat ten volle. Ohrid, augustus 2015
EERBETOON AAN A. DEN DOOLAARD
10
WAAROM A. DEN DOOLAARD?
“Boeken kunnen gevaarlijk zijn. De beste moeten gewaarmerkt worden met „Dit zou ons leven kunnen veranderen‟.” - Helen Exley
“Mensen komen en gaan, maar hun gedachten blijven waaien rond de aardbol als een onzichtbare wind.” - A. den Doolaard
Waarom zou een Macedoniër die niet in Nederland woont toch de Nederlandse taal geleerd hebben, terwijl die echt niet wereldwijd is verspreid en niet gemakkelijk te leren is? Waarom zou zo‟n Macedoniër een museum openen voor een Nederlandse schrijver, en waarom in Macedonië waar bijna niemand zijn boeken leest, terwijl diezelfde schrijver in zijn eigen land in de vergetelheid raakt?
11
Alles begint in de jeugd! Volgens psychologen is het gedrag van volwassenen terug te voeren op gebeurtenissen in hun jeugd. Ik kan dat onder meer aantonen met de ontwikkeling van mijn houding tegenover alles wat wij Nederlands noemen: het land, het volk, de cultuur. Die ontwikkeling ging geleidelijk, nam veel tijd in beslag en varieerde in intensiteit; hij begint in mijn vroegste jeugd.
Elsjani: een bergdorp met bochtige, steile en nauwe straatjes ...
De eerste tien jaar van mijn leven woonde ik in Elsjani: een bergdorp met bochtige, steile en nauwe straatjes die afwisselend verstikkend waren door het stof of kleddernat door de modder. Omdat we ver van de belangrijkste wegen woonden, leefden wij onzichtbaar en waren we nagenoeg onbekend voor de rest van de mensheid. Het leven verliep in het lang gekoesterde schema
12
van ongeschreven en onverminderd strenge regels van de aartsvaders, regels die halsstarrig botsten met externe invloeden. Het was een wereld van herders en boeren waaruit de eerste generatie fabrieksarbeiders en bouwvakkers werden gerekruteerd. Het nieuws uit de rest van de wereld kwam via boeken, via de radio en de televisie en ook via geëmigreerde arbeiders tot ons, zij verhaalden uitvoerig over verre landen en de vreemde gewoontes daar. Onze eigen ervaring en de tegenstrijdige praktijkervaring van andere mensen schiep in onze hoofden een verwarrend beeld van de wereld dat ons uitdaagde die wereld te ontdekken. Belangrijk en speciaal was voor ons, kinderen die bijna nooit buiten ons dorp kwamen, de enige directe band met de wereld, de band met de zomervakantievierders. Zij waren de vreemdelingen die in de zomer vertoefden rond het meer van Ohrid. Sommige van hen klommen, aangetrokken door het mysterie van de berg, te voet naar ons dorp en daar konden wij starten met de eerste kennismaking met de wereld. In een klein dorp waar zelfs de meest intieme momenten in het leven van de bewoners maar nauwelijks geheim konden blijven, wordt de aanwezigheid van vreemdelingen gemakkelijk opgemerkt. Zelfs de meest bescheiden vreemdeling riep nieuwsgierigheid en vragen op door zijn uiterlijk en zijn gedragingen. In die tijd was fotograferen heel erg duur en wij vonden het raar wanneer deze mensen foto‟s maakten van ons, de boeren. Wij wilden ook foto‟s bezitten, maar alleen van onze dierbaren en mensen die ons na stonden. Waarom zou iemand foto‟s willen bewaren van onbekende boeren en bergbewoners?!
13
Onze volwassen mannen droegen nooit korte broeken, zelfs niet op de heetste zomerdagen. Nog strengere regels golden voor de vrouwen. Onder invloed van de Orthodox Christelijke tradities moesten zij lange jurken dragen, was hun haar lang en hadden ze hoofddoeken om het hoofd. Daarom waren we ontzet als we de grote, bleke mannen zagen met hun vrouwen, kortgeknipt en gekleed als wij, kinderen, want in ons dorp droegen alleen de kinderen korte broeken. Door die korte broeken zagen de vreemdelingen er grappig uit, kinderlijk, maar misschien voelden wij juist daardoor dat deze wezens dicht bij ons stonden, alsof ze deel uitmaakten van onze kinderwereld. Waarom moesten ze trouwens zo heel anders spreken dan wij? Onze verbazing kende geen grenzen! Toch probeerden wij een gemeenschappelijk taaltje te vinden en we leerden hun woorden als “hallo” en “kom” gemakkelijk. Later, nadat we hun woord voor “brood” hadden geleerd, hadden we een lange discussie over de overeenkomst met ons Macedonische “brod”. De overeenkomst die wij “vonden” lag aan het water; ons “brod” (boot) dreef op het water en hun “brood” werd gemaakt met water… Dat is dus waardoor die woorden op elkaar lijken, dat is de verklaring. Tenminste, zo ging het in onze kinderlijke gedachten! Maar we ondernamen niet echt pogingen om hun taal te leren, omdat geen van hen die van ons leerde! Wij meenden dat vreemde talen alleen voor diegenen waren die in vreemde landen woonden en pas veel later realiseerden we ons hoe verkeerd die gedachte was. Terwijl de ene zomer voorbijging en de nieuwe zomer kwam, hadden we een stereotiep beeld van deze
14
mensen gecreÍerd: rare, bleke vreemdelingen die met een camera om de nek rondzwierven‌ en ze waren enthousiast over kleine bergbewoners en over alle andere vreemde (voor hen) zaken. We noemden hen kortweg zomervakantievierders of vreemdelingen, Duitsers soms, maar vooral Nederlanders! We waren zo zeer aan hun tijdelijke aanwezigheid in onze levens gewend dat we hen beschouwden als een niet weg te denken deel van de zomer. De zomervakantievierders waren voor ons als de ooievaars in de dorpjes op het platteland, zoiets als een tijdsaanduiding tussen de lente en de zomer aan de ene en tussen de zomer en de herfst aan de andere kant! De Nederlanders die ons dorp bezochten, verbleven er slechts korte tijd en gaven ons nooit de kans hun slechte zijde te leren kennen. Zoiets was bijna onmogelijk, want onze gasten waren altijd beleefd, lachten en waren netjes en beschaafd in alle opzichten. Ze waren altijd attent voor ons kinderen en hadden immer cadeautjes voor ons bij zich: pennen met geheimzinnige opschriften, snoepjes en andere zaken die betekenisvol en belangrijk kunnen zijn in het gevoelsleven van een kind dat slechts 7, 8, 9 jaar oud is. Het is begrijpelijk dat wij, kinderen, altijd gek waren op de zomervakantievierders, omdat zij deel uitmaakten van onze zomervakantie en de eentonigheid van het leven in het bergdorp opfleurden. De mooie herinneringen aan ons wedervaren met hen, bleven me later nog lang bij, toen mijn ontmoetingen met de Nederlandse zomervakantievierders plotseling ophielden, nadat ik verhuisd was naar de grote stad. Daar golfden we met zijn allen heen en weer op de zee van tienduizenden vreemde mensen.
15
De schrijver in de jaren ‘70 met kinderen van Elsjani gefotografeerd door Nederlandse toeristen
De echte kennismaking De tweede en meer actieve fase in mijn ontdekking van het Nederlandse aandeel in de wereld startte in het begin van mijn twentyâ€&#x;s, toen mijn toevallige ontmoetingen met Nederlanders vaker voorkwamen, kort voor mijn eerste reis naar Nederland. Ik sprak toen vloeiend Engels en diverse andere talen en ik had een veel bredere kijk op de wereld waarin Nederland slechts een bescheiden stukje groen op de kaart van Europa vertegenwoordigde. Maanden gingen voorbij, seizoenen wisselden elkaar af en ineens is daar dan het jaar 1988 dat belangrijke gebeurtenissen bracht in de ontwikkeling van mijn relatie met de Nederlanders. Gedurende dat jaar had ik talloze
16
malen de gelegenheid om mijn oude kennis te toetsen en opgestapelde misvattingen te heroverwegen. Van enorm belang daarbij waren mijn trips naar Nederland. Het eerste bezoek was direct het meest bijzonder. Van Macedonië, via Servië, Kroatië en Slovenië bracht de trein me naar Italië. Dat land streelde al mijn zintuigen en ik zwierf van de ene stad naar de andere. Op een gegeven moment echter voelde ik dat ik meer naar het noorden moest reizen. Bij 25 graden Celsius en precies om twaalf uur ‟s middags verliet de trein station Termini van Rome om mij de volgende dag om elf uur af te leveren op het Centraal Station te Amsterdam. Mijn eerste reis naar Nederland viel precies in de laatste week van april. Gedurende de gehele week lag er een blauwe lucht op het platte, groene land en ik vroeg me af waarom men mij er vroeger van overtuigd had dat daar de zon bijna nooit scheen. Niemand droeg een korte broek, maar veel jongelui in Tshirts of in overhemden met korte mouwen probeerden zoveel mogelijk van het zonlicht op te vangen. Ik had er spijt van dat ik geen warmer jasje had, want er stond een stevige wind en het was ongewoon koud voor deze tijd van het jaar; eigenlijk buitgewoon koud, tenminste voor een man uit het zuiden! Alle andere Europese landen hadden geografische of culturele overeenkomsten met mijn moederland. Al voor ik ze bezocht, kon ik er ermee kennismaken via geschiedenislessen of door boeken of via de televisie. Overal kon ik zelfs verstaan of begrijpen wat mensen tegen elkaar zeiden. Nederland bood een heel andere ervaring! In dit land voelde ik mij voor het eerst een nieuwkomer, een
17
groentje, in een compleet vreemde wereld en bij deze eerste kennismaking realiseerde ik mij dat ik bijna niets wist over het vaderland van de mensen in de korte broeken uit mijn jeugd. Hier was alles vreemd voor mij: de kleuren van de muren, de smaak van het voedsel, het geluid in de steden, de geur van de lente… Toen pas realiseerde ik me wat het werkelijk betekende om je leven te leven in een dichtbevolkt, vochtig, plat land zonder één berg. Zoveel mensen, zoveel auto‟s en zoveel fietsen in zo‟n kleine ruimte zag ik nog nergens. Het was zo‟n kleine wereld, gevuld met zoveel mysteries dat ik daar de grootste cultuurshock beleefde. Toen mijn vriend Peter Splinter uit Zaandam mij vroeg: „Waarom blijf je niet langer, waarom ga je na een week alweer weg, vind je Nederland niet leuk?‟, overtuigde ik hem ervan dat ik heel veel hield van zijn land, maar… -Tja, ik moet gaan, omdat ik naar Spanje moet… Ik sprak de waarheid, maar de echte reden vertelde ik niet. Na een week zwerven over de Hollandse vlakten, was mijn hoofd vol van de nieuwe beelden, van de geluiden, van de indrukken. Ergens ook voelde ik een zware vermoeidheid en ik wist dat ik niet nog meer kon verdragen. Daarom moest ik gaan! Terwijl de trein me van Amsterdam naar Brussel en later naar Parijs bracht, bleef ik in mijzelf herhalen: “Ík ga alleen maar weg om terug te kunnen keren!” Nederland was de uitdaging die ik niet uit de weg zou gaan. Het land wakkerde mijn honger naar ontdekkingen aan. Eind mei nodigde het Macedonische reisagentschap “Interimpex” mij uit om als gids te komen werken. Vanaf het begin waren mijn gasten vooral veel Nederlanders die vaak meenden dat het nog beter zou zijn als ik
18
Nederlands kon spreken. Soms had ik zelfs het gevoel dat de mensen mij mijn onkunde in hun taal kwalijk namen. - U spreekt Engels, Italiaans, Frans, Spaans… dat betekent dat je een talenknobbel hebt, waarom spreek je dan geen Nederlands? – Sommige Nederlanders waren daar zeer verbaasd over. Zulke vragen stelde ik mezelf ook! Wat is het voordeel als je het Spaans of het Italiaans beheerst als de Nederlandse taal veel belangrijker is voor een vlotte communicatie met Nederlanders? De gedachte dat ik deze taal móest leren nam me meer en meer en steeds sterker in beslag. De vraag was: wanneer, hoe en vooral waar! In die tijd kon ik veel Nederlandse woorden herkennen en ik was in staat eenvoudige zinnen te maken die vaak klonken als combinaties van het Nederlands, het Engels en het Duits! Mijn tweede bezoek aan Nederland, november 1988, veranderde vrij onverwacht in een lang verblijf, met een zeer bepaald doel. Ik kreeg een baantje aangeboden in een snackbar en ook een kamer in de Alexanderstraat in de binnenstad van Arnhem en ik legde mezelf op om de Nederlandse taal te leren, dus ik besloot om op zijn minst een paar maanden te blijven. Dat ik de taal snel goed beheerste, hoorde ik van een kennis uit Enkhuizen, een meisje dat Bianca heette, dat met prettige verbazing tegen me zei: - Je bent hier nog maar drie maanden en je spreekt de Nederlandse taal al veel beter dan Mimoun! Ze bedoelde de Marokkaanse immigrant Mimoun, onze wederzijdse kennis die toentertijd al dertien jaar in Nederland woonde!
19
Alexanderstraat, Arnhem: het tijdelijke thuis van een Macedoniër die de Nederlandse taal wilde leren
Kennis van de taal betekende dat ik aansluiting kon vinden bij de Nederlandse mentaliteit en dat verhoogde mijn populariteit onder de Nederlandse toeristen. Daarna volgden een aantal jaar van mooie vriendschappen op het zakelijke en persoonlijke vlak en dat droeg bij aan de versterking van mijn banden met de mensen uit het land met de windmolens en de grachten. De idylle van de Macedonisch-Nederlandse relatie nam af in juni 1991, de periode van de militair-politieke crisis in de gebieden van het voormalige Joegoslavië die begon in Slovenië (1991) en via Kroatië (19911995) en Bosnië (1992-1995) eindigde in Kosovo (19981999) en in Macedonië (2001)1. De banden tussen de 1
Nadat Macedonië zich na een referendum in 1991 onafhankelijk had verklaard, wist het tot 2000 aan de Joegoslavische oorlogen te ontsnappen. In 2001 beleefde het echter een Albanese opstand waarna een vredesproces in gang werd gezet. Het Akkoord van Ohrid garandeerde meer autonomie voor de Alba-
20
volken van de twee landen verwaterden, daar de Nederlanders dit deel van de Balkan meden, omdat hun regering steeds meer de deuren sloot voor bezoekers uit de gebieden waar de crisis heerste.
A. den Doolaard, Jan Kaandorp en ik De laatste keer dat ik voet op Nederlandse bodem zette, was in september 1991, toen ik per trein van Duitsland naar BelgiĂŤ reisde. In de twee decennia die volgden bleven mijn ontmoetingen met Nederlanders beperkt tot zeldzame, toevallige ontmoetingen. De ontmoeting met Jan Kaandorp bijvoorbeeld. Ik ontmoette hem slechts tweemaal op de 2e en de 9e juli van 1994 binnen een grote groep deelnemers aan een internationale conferentie die plaatsvond in Struga. Gedurende drie jaar had ik geen Nederlanders ontmoet en gedurende dezelfde periode had ik geen woord Nederlands gesproken. Ik was dus blij dat ik de kans kreeg om de taal te oefenen door met Jan over onderwerpen te spreken die te maken hadden met de Nederlands-Macedonische betrekkingen. Ik vertelde hem dat toeristen, de Nederlanders incluis, de laatste tijd de Balkanlanden meden vanwege de oorlogen in KroatiĂŤ en BosniĂŤ. Naast de spijt die hij betuigde om de tragische gebeurtenissen, sprak hij de hoop uit op een betere toekomst, een herstel van de Nederlands-Macedonische betrekkingen en ergens in het gesprek bracht hij A. den Doolaard en zijn boek over Ohrid ter sprake! nese minderheid. Ondanks latere kleine onlusten kwam de opstand ermee tot een einde.
21
Sinds mijn kindertijd las ik veel boeken. Zij hoorden bij het verplichte lezen op school, maar mijn wens om te ontsnappen aan de dagelijkse sleur in het kleine bergdorp en de geheimen van de wereld te ontdekken, was wat me werkelijk aanzette tot het lezen. Daarom las ik alles wat me in handen kwam, eerst de boeken in de Macedonische taal geschreven, later ook die in het Servisch en het Kroatisch. Door de boeken raakte ik bekend met de levenservaringen van de schrijvers en leerde ik ook hun vaderland kennen. Ik leende hun kennis en op die manier bouwde ik aan het mozaïek van mijn wereldbeeld. Ik hield van lezen want op die manier had ik toegang tot de wereld van de verbeelding: door te lezen werd mijn verbeelding werkelijkheid en de werkelijkheid werd verbeelding. De boeken versterkten geleidelijk aan de wens om te reizen en vreemdelingen te ontmoeten en tegelijk ook prentten ze me in dat ik ooit ook boeken zou schrijven. Op school leerden we over de geschiedenis van de wereldliteratuur tot de huidige tijd. In boekwinkels en bibliotheken leerde ik vertalingen kennen van klassieke Amerikaanse, Russische, Franse, Italiaanse en andere literaire werken‌Waarom kende ik geen enkel boek van een Nederlandse auteur? Waarom sprak niemand ooit over Nederlandse literatuur? De kennismaking met A. den Doolaard was mijn eerste ervaring op het gebied van de serieuze, representatieve Nederlandse literatuur. Belangrijker nog, ik kende hem al enigszins, op zijn minst de naam via zijn lezers. Door hun verhalen realiseerde ik me dat de aanwezigheid van Nederlanders in MacedoniÍ in belangrijke mate moest samenhangen met de schrijver en zijn boeken.
22
23
Jan Kaandorp gaf me in juli 1994 een exemplaar van “De bruiloft der zeven zigeuners” een uitgave uit 1963. Op de eerste pagina, onder de boektitel schreef hij een opdracht (zie in dit boek pagina 22): “Een boek over… Ohrid! Een herinnering aan de onvergetelijke gids Michel op 2 en 9 juli 1994. Uit dankbaarheid en bewondering. Jan Kaandorp msc Goirkestraat 69 5046 Tilburg Nederland”
Jan Kaandorp met de Engelse versie van “Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard”
24
Wie is Jan Kaandorp? Ik ben geboren op 4 augustus 1928 in Haarlem. Na een lange opleiding o.a. aan de Universiteit van Nijmegen heb ik bijna 30 jaar gewerkt als docent Griekse en Latijnse letteren en wijsbegeerte aan een gymnasium en tevens als priester voor allerlei Christengemeenschappen. Daarna heb ik 20 jaar deelgenomen aan een leef- en woongemeenschap, actief op religieus en sociaal gebied. Sinds mijn tienerjaren heb ik belangstelling gehad voor de oud-Christelijke Grieks-talige traditie en daarmee ook voor de Byzantijnse gemeenschappen in Oost-Europa. Dit werd versterkt doordat ik 26 jaar lang elke zomer gedurende het seizoen als priester heb gewerkt voor talrijke toeristen. Daarom werd ik destijds afgevaardigd om deel te nemen aan die bewuste Summer School bij Struga in 1994. Vervolgens ben ik 10 jaar bezig geweest oude handschriften uit de 19e eeuw leesbaar te maken. Nu doe ik nog steeds dienst als priester en geniet van de oude dag. Hobby’s: geschiedenis en archeologie, theologie en wijsbegeerte, lectuur in allerlei talen o.a. Russisch. Mijn gezondheid is opperbest. Ik maak deel uit van een kloostergemeenschap. Jan Kaandorp Tilburg, 6 februari 2015
25
Jarenlang koesterde ik het boek als was het een kostbaar reliek. Het herinnerde mij aan de verhalen over de schrijver en aan de jaren vol prachtige ervaringen. Tenslotte zou A. den Doolaard en zijn “De bruiloft der zeven zigeuners� een cruciale rol spelen in de derde fase van mijn vriendschap met de Nederlanders. Die fase begon in de winter van 2011. De laatste fase van mijn vriendschap met het Nederlandse deel van de wereld stapte ik binnen met veel minder vooroordelen maar met grotere kennis, ervaring en volwassenheid nodig voor een verantwoordelijke houding, eigenschappen die mij tevens een kans boden op een beter inzicht in beide, de Macedonische en de Nederlandse maatschappij, op hun waarden en hun tekortkomingen en op hun onderlinge banden. Ziedaar mijn roeping voor een actieve deelname en een persoonlijk aandeel in het streven te bouwen aan Macedonisch-Nederlandse betrekkingen. Het werk van A. den Doolaard kan daarbij zeer behulpzaam zijn, vooral vanwege de manier waarop hij liet zien hoe we onze verschillen dienen te accepteren! Hij is het die de kracht van literatuur bewijst in het wederzijdse begrip en de onderlinge verhoudingen van de naties. Daarom A. den Doolaard! Daarom een museum voor A. den Doolaard! Daarom moeten er boeken zijn over A. den Doolaard!
26
EEN MUSEUM VOOR A. DEN DOOLAARD
A. den Doolaard is allang dood en bijna vergeten, zelfs in zijn vaderland, waar hij ooit enorm populair was. Zijn boeken worden niet meer gedrukt en de bibliotheken haalden ze van de planken en sloegen ze ergens op waar het publiek ze niet meer ziet. Jongere generaties hebben nauwelijks van de schrijver gehoord die in zijn tijd tientallen jaren naar de top van de populariteit reikte. Langzamerhand haken ook zijn meest trouwe lezers af en verliezen de herinneringen aan “de leeuw van Hoenderloo�. Toch zal de avonturier en de bewonderaar van het leven niet geheel door de vergetelheid worden opgeslokt. Hij
27
liet sporen na die zeker zullen resulteren in nieuwe avonturen en nieuwe herinneringen! “De Bruiloft der zeven zigeuners”, “Oriënt-Express”, “Samen is twee keer alleen” en zijn andere boeken blijven oude verbanden tussen Nederlanders en Macedoniërs versterken en inspireren tot nieuwe verbindingen. Dit wordt bijna dagelijks bewezen door het Museum van A. den Doolaard in Ohrid. Het allereerste idee was om in Ohrid een Macedonisch-Nederlands festival te organiseren. Het zou een festival moeten zijn dat een jaarlijkse traditie zou kunnen worden ter ere van A. den Doolaard en het zou iets moeten toevoegen aan de samenwerking tussen de mensen uit de twee landen. Simone Fillippini opperde dit plan al ergens bij de een of andere gelegenheid in de tijd dat ze ambassadeur was van het Koninkrijk der Nederlanden in de Republiek Macedonië. - „In Ohrid hebben jullie al een Nederlands park met een monument voor A. den Doolaard… Nu komen de Nederlandse toeristen weer… Jullie zouden dit alles kunnen gebruiken om festiviteiten te organiseren ter ere van A. den Doolaard om op die manier nóg meer toeristen aan te trekken.‟ – Zoiets zei de ambassadeur tot het publiek; iemand hoorde dat idee en besloot om het te gaan verwezenlijken en ik hoorde pas ongeveer half januari 2011 van dat initiatief. Het begon allemaal met een telefoontje van Tode 2 Ilievski , mijn aloude vriend en kompaan en in die tijd 2
Tode Ilievski (07. 03. 1952, Mramorets, Gemeente Debartsa) is een dichter, vertaler en leraar Macedonische taal en literatuur.
28
directeur van de bibliotheek “Grigor Prlitsjev” te Ohrid. In een kort gesprek wees hij mij erop dat enige jonge mensen graag een festival wilden organiseren ter ere van A. den Doolaard; dat zou moeten gebeuren in samenwerking met de bibliotheek en hij wilde met mij de details bespreken. Zowel in het telefoongesprek als later op zijn kantoor onderstreepte Ilievski dat hij alleen zou toestemmen om de bibliotheek te betrekken bij het opzetten van het evenement als ik een actieve rol zou spelen in het geheel.
A. den Doolaard – schrijver, journalist en inspirator van de Nederlands-Macedonische betrekkingen
Om te beginnen stelde ik een kennismaking voor met de vertegenwoordigers van de initiatiefnemers. Ik wilde de mensen persoonlijk ontmoeten en van hen de ideeën horen voordat ik zou beslissen mee te draaien binnen het project.
29
Enige dagen later maakte ik in de bibliotheek kennis met drie leden van de plaatselijke vereniging voor internationale vriendschap. Het geplande feest was in status nascendi groots van opzet en omvangrijk. Het zou onder meer het drukken van promotiemateriaal, optredens van Nederlandse en Macedonische bands, voorstellingen van artiesten uit de twee landen, informele bijeenkomsten op het meer van Ohrid en feestjes in restaurants inhouden. Terwijl ik aandachtig luisterde naar hun ideeën hield een en de zelfde gedachte mij constant bezig en op het gepaste moment uitte ik klip en klaar mijn bezorgdheid: - Wie gaat dit betalen? Jullie ideeën zijn prima, maar ze gaan geld kosten! Iemand zal de reiskosten, de verblijfkosten van de Nederlanders in de hotels moeten betalen. Schepen en restaurants kosten eveneens geld. Dit alles vergt een hoop geld, misschien wel tienduizenden euro‟s. De leden van het comité hadden geen fondsen om hun jeugdige, enthousiaste plannen te ondersteunen en zij hadden al hun hoop gezet op de generositeit van de potentiële sponsoren. Zij hadden zelfs geen benul van het leven en het werk van de schrijver uit wiens naam zij dit grote evenement wilden organiseren. Zelfs zijn pseudoniem A. den Doolaard was hun onbekend, zij spraken vaak abusievelijk over Alexander den Doolaard. Echter, vooral vanwege de tijd besloten we van woorden over te gaan op daden en te zien hoever we zouden kunnen komen. We benoemden een soort dagelijks bestuur dat het festival zou organiseren. Als de enige kenner van het werk van A. den Doolaard werd mij ver-
30
zocht dat deel van het programma te verzorgen dat direct verband hield met de persoon en met het literaire werk van de Nederlandse schrijver, tenslotte moesten we verantwoordelijkheden verdelen. Ik kreeg de taak om een brochure en een expositie over het leven en het werk van de schrijver voor te bereiden. Op dit punt aangekomen onderstreepte ik andermaal het fundamentele probleem. - Ik wil een brochure, posters en ander promotiemateriaal verzorgen. Ik kan ook een expositie samenstellen over de schrijver. Als het moet wil ik dit alles met liefde en plezier doen zonder een vergoeding te vragen, maar iemand zal op zijn minst de drukkosten van de publicaties moeten betalen en... - nog terwijl ik sprak, zei mijn voorgevoel mij, dat ik die persoon zou zijn. En inderdaad, de Bibliotheek stelde al haar materiaal, mogelijkheden, technische voorzieningen, personeel‌ ter beschikking, maar klaarblijkelijk was het niet genoeg om het uiteindelijke doel te bereiken. De bibliotheek had slechts strikte, gelimiteerde financiĂŤle mogelijkheden die bedoeld waren voor de uitvoering van vooraf vastgelegde werkprogrammaâ€&#x;s. Voor elke andere activiteit moest de bibliotheek op zoek naar aanvullende fondsen bij het Ministerie van Cultuur, dat zelf ook weer gebonden was aan vooraf geoormerkte fondsen betaald uit het nationale kapitaal. Zelfs in het meest gunstige geval, als de minister zou toestemmen om tenminste een deel van de festiviteiten te betalen, zou men toch gebonden zijn aan de speciale procedures en de tijd die de langzame molens van het ambtenarenapparaat zouden kosten. Dit alles was niet in het voordeel van de initiatiefnemers van het festival die ontzettend graag wilden dat alles in het begin van de zomer in kannen en kruiken zou zijn.
31
Geleidelijk aan werd de financiering van het uitgebreide programma meer en meer het enige echte probleem. We moesten geldelijke mogelijkheden aanboren bij financieel machtige organisaties, maar hun deuren zijn moeilijk te openen en de wegen die ernaar toe leiden zijn lang en vol obstakels. Er was hoop dat belangrijke hulp zou kunnen komen vanuit de Nederlandse Ambassade in Skopje en iemand merkte op: - Als de ideeën komen van de Ambassadeur, als A. den Doolaard een belangrijke figuur is voor de Nederlands-Macedonische betrekkingen dan is de mogelijkheid groot dat de Ambassade zo‟n Nederlands-Macedonisch festival zal toejuichen en op de een of andere manier zal helpen… We zonden de Ambassade een schriftelijk verzoek om te mogen komen praten. Later vernamen de afgevaardigden uit Ohrid dat de Ambassade slechts enige activiteiten wilden sponsoren. Allereerst de drukkosten van het promotiemateriaal en wellicht ook de aankoop van de boeken van A. den Doolaard, maar meer niet. En toen de delegatie uit Ohrid mij roemde, antwoordde de vrouwelijke secretaris kortaf: - „Als jullie zo iemand in huis hebben die in Nederland woonde en de Nederlandse taal machtig is dan heeft hij ook zijn connecties. Laat hem er dan voor zorgen dat hij de boeken van A. den Doolaard vindt…‟ Alle ontwikkelingen legden de bal bij mij. Ik had geen andere keus dan de uitdaging aan te nemen. Ik had vrijwillig met het spel ingestemd en ik moest het tot het einde uitspelen.
32
Boeken, boeken, boeken… Ik had de boeken van A. den Doolaard nodig en ik zou ze vinden… waar anders dan in zijn vaderland. Natuurlijk lagen ze ergens in tweedehandsboekwinkels of in de opslagruimtes van de bibliotheken. Ik stelde me voor dat duizenden exemplaren van de boeken van de eens zo populaire Nederlandse schrijver stoffig stonden te worden op de boekenplanken of op de zolders van zijn meest trouwe lezers. Het verzamelen van alle titels zou veel geld kunnen kosten en veel tijd vergen, maar het was niet noodzakelijk om helemaal naar Nederland af te reizen. Ik overwoog het meest populaire communicatiemiddel van deze nieuwe tijd te benutten. Ik wendde mij tot de schatbewaarder van alle Nederlandse literaire geschriften – de Koninklijke Bibliotheek van Nederland in Den Haag. Van hen kreeg ik antwoord op maandag 28 februari 2011; 18:01 uur getekend door Maddy Goettsch: Geachte heer Joezmeski, De Koninklijke Bibliotheek heeft de boeken van A. den Doolaard in de collectie maar uiteraard niet voor verkoop. Wilt u de boeken (tweedehands) aanschaffen dan raad ik u aan om op internet naar antiquarische exemplaren te zoeken, bijvoorbeeld op <www.antiqbook.nl> of <www.boekwinkeltjes.nl> U kunt wel in onze online catalogus <www.kb.nl/ac> kijken wat de KB van en over A. den Doolaard heeft. In het tweede
33
rolschermpje kunt u kiezen voor 'auteur, medewerker' of, als u titels óver de schrijver zoekt 'trefwoord persoon'. Vervolgens typt u 'Doolaard, A. den'. De KB heeft 3 foto‟s in bezit. U kunt daar reproducties van bestellen: <http://www.kb.nl/hpd/bestel/bestel.html>. Wellicht is het voor u ook interessant om contact op te nemen met het Letterkundig Museum, dat archiefmateriaal over Nederlandse schrijvers verzamelt: <http://www.letterkundigmuseum.nl Er zijn ook verschillende websites over hem: <http://www.adendoolaard.nl <http://adendoolaard.tripod.com Ik hoop u met dit antwoord van dienst te zijn geweest. Met vriendelijke groet, Maddy Goettsch Koninklijke Bibliotheek Publieksdiensten De bibliotheek bood belangrijke informatie maar tegelijkertijd was ik op andere plaatsen ook naar de boeken op zoek. Terwijl ik online surfte, kwam ik de naam “Rabanne”– tegen een winkel met oude boeken in het stadje Veenendaal. Ik geloofde dat ik op de goede en in ieder geval op de goedkoopste route was beland en ik ging mijn geluk daar beproeven.
34
35
Zondag, 27 februari 2011; 10:46 uur. Ik verzond mijn eerste bericht naar Mats Beek3 van het Raban Internet Antiquariaat. Ik vroeg om hulp bij mijn missie die de voorbereiding van een expositie en het schrijven van een boek over A. den Doolaard inhield. Dezelfde dag nog om 21:48 uur verzond Beek zijn antwoord: Beste Misjo Joezmeski, Hierbij een antwoord op uw mail. Het is goed dat er ook in Macedonië nog aandacht voor Den Doolaard is! Enkele foto‟s (o.a. van zijn graf) vindt u op mijn website op schrijversinfo.nl. Die mag u gebruiken voor uw boek. Ik heb een aantal boeken van Den Dooalard te koop (volgt een lijst met 48 boeken): Op de vermelde prijzen (van mijn site http://members.ziggo.nl/matsbeek/raban.html) bied ik 50% korting. Hoeveel het opsturen naar Macedonië kost moet ik opzoeken. Met vriendelijke groet, Mats Beek
3
Marius Beek (26. 11. 1958, Veenendaal). In zijn geboortestad is hij bezig met educatieve, culturele en politieke activiteiten.
36
Ik herlas de lijst met titels (van sommige waren er meerdere uitgaven in aparte edities en op andere momenten uitgegeven), de beschrijvingen en de prijzen van de boeken. Ik wist dat ik me veel meer tijd en inspanningen moest getroosten om al zijn werk te vinden. Wat me echt bedroefd maakte, was het feit dat de aangeboden lijst niet alle boeken bevatte die over Macedonië handelden. Maar goed, ik moest toch ergens beginnen. Dinsdag, 1 maart 2011; 12:14 uur. Ik bestelde mijn lijst: 1. А. den Doolaard, Achter de blinde muur (heruitgave van Ontsporingen), 5 verhalen, Salamanderpocket 390, 3e druk, 1976 (1e = 1967), 191 blz., bestelnummer RA21004, € 2,50 2. A. den Doolaard, De bruiloft der zeven zigeuners, uitg. Querido, 14e druk, 1975 (1e = 1939), paperback, 251 blz., 20x12,5 cm., bestelnummer RALD173, € 4,00 3. A. den Doolaard, De druivenplukkers, uitg. Querido, blauwe salamander, 1935, gebonden, blauw linnen, met goudopdruk, 257 blz., bestelnummer RALD68, € 4,00 4. A. den Doolaard, De druivenplukkers, uitg. Querido, 1950 (1e = 1931), blauwe salamander, gebonden, met stofomslag, 212 blz., 19x12 cm., bestelnummer RALD41, € 6,00 5. A. den Doolaard, De druivenplukkers, uitg. Querido, 1957 (1e = 1931), blauwe salamander, gebonden, karton, 203 blz., 19x12 cm., bestelnummer RALD127, € 4,00
37
6. A. den Doolaard, De druivenplukkers, Salamanderpocket 2, 1961 (1e = 1931), 203 blz., bestelnummer RALD42, € 2,40 7. A. den Doolaard, De druivenplukkers, Salamanderpocket 2, 1966 (1e = 1931), 190 blz., bestelnummer RALD44, € 2,20 8. A. den Doolaard, De druivenplukkers, Salamanderpocket 2, 1970 (1e = 1931), 190 blz., bestelnummer RALD43, € 2,50 9. A. den Doolaard, De druivenplukkers, Salamanderpocket 407, 1977 (1e = 1931), 208 blz., bestelnummer RALD147, € 2,50 10. A. den Doolaard, De druivenplukkers, uitg. Ned. Boekenclub, 1971 (1e = 1931), gebonden, groen linnen, goudopdruk op de rug, 189 blz., 20,5x12,5 cm., bestelnummer RALD46, € 6,50 11. A. den Doolaard, De goden gaan naar huis, uitg. Querido, 1e druk, 1966, gebonden, grijs linnen, 440 blz., 21x13 cm., bestelnummer RALD30, € 9,00 12. A. den Doolaard, De groote verwildering, uitg. Querido, 2e druk, 1936, gebonden, blauw linnen, met goudopdruk, 326 blz., 21x14 cm., bestelnummer RALD31, € 8,00 13. A. den Doolaard, De Herberg met het Hoefijzer, uitg. Querido, blauwe salamander, gebonden, met stofomslag, 12e druk, 1956 (1e = 1933), 156 blz., 19x11,5 cm., bestelnummer RALD169, € 4,50 14. A. den Doolaard, De Herberg met het Hoefijzer, uitg. Querido, 31e druk, 1977 (1e = 1933), paperback, 62 blz., 20x12,5 cm., bestelnummer GB28502, € 3,00
38
15. A. den Doolaard, De Herberg met het Hoefijzer, uitg. Querido, 33e druk, 1979 (1e = 1933), paperback, 62 blz., 20x12,5 cm., bestelnummer RALD33, € 3,00 16. A. den Doolaard, De Herberg met het Hoefijzer, Salamander-pocket 110, 19e druk, 1966 (1e = 1933), 156 blz., bestelnummer RALD139, € 2,50 17. A. den Doolaard, Het leven van een landloper, uitg. Querido, 1e druk, 1958, gebonden, grijs linnen, met goudopdruk, 430 blz., 21x13 cm., kleine beschadiging rand, bestelnummer RALD53, € 8,00 18. A. den Doolaard, Het verjaagde water, uitg. Querido, 2e druk, 1947, gebonden, bruin linnen, met goudopdruk, 526 blz., 21x13 cm., met 22 tekeningen van C.A.B. Bantzinger, bestelnummer RALD39, € 10,00 19. A. den Doolaard, Het verjaagde water, uitg. Querido, 3e druk, 1948, gebonden, bruin linnen, met goudopdruk, 526 blz., 21x13 cm., met 22 tekeningen van C.A.B. Bantzinger, bestelnummer RALD38, € 8,00 20. A. den Doolaard, Het verjaagde water, uitg. Querido, 7e druk, 1965 9 (1e = 1947), paperback, 286 blz., 20x12,5 cm., bestelnummer RALD40, € 4,20 21. A. den Doolaard, Ik ben tegen, uitg. Querido, 1e druk, 1983, paperback, 101 blz., 20x12,5 cm., bestelnummer RALD163, € 4,00 22. A. den Doolaard, Kleine mensen in de grote wereld, uitg. Querido, 1e druk, 1953, gebonden,
39
23.
24.
25.
26.
27.
28.
29.
blauw linnen, met goudopdruk, 638 blz., 21x13 cm., bestelnummer RALD32, € 8,00 A. den Doolaard, Ogen op de rug. Terugkijkend naar boeken en tijdgenoten, uitg. Querido, 1e druk, 1971, paperback, 146 blz., 20x12,5 cm., bestelnummer RALD160, € 4,50 A. den Doolaard, Oriënt-Express, uitg. Querido, 1940, gebonden, blauw linnen, met goudopdruk, 265 blz., 19x12 cm., bestelnummer RALD37, € 4,50 A. den Doolaard, Oriënt-Express, uitg. Querido, 1949, gebonden, bruin linnen, met goudopdruk, 364 blz., 20,5x13 cm., bestelnummer RALD36, € 8,00 A. den Doolaard, Oriënt-Express, uitg. Querido, blauwe salamander, 1957, gebonden, karton, 230 blz., bestelnummer RALD128, € 4,00 A. den Doolaard, Oriënt-Express, uitg. Querido, 1971 (1e = 1934), gebonden, groen linnen, goudopdruk op de rug, met stofomslag, 237 blz., 20,5x13 cm., bestelnummer RALD141, € 6,00 A. den Doolaard, Oriënt-Express, uitg. Querido, 1971 (1e = 1934), paperback, 237 blz., 20x12,5 cm., bestelnummer RALD35, € 4,00 A. den Doolaard, Van zes een jaar. Zes verhalen van zes autuers over zes jaren (met J. Bernlef, Max Dendermonde, Hella s. Haase, Alfred Kossmann, Helga Ruebsamen), uitg. Querido, 1965, paperback, 158 blz., bestelnummer RALB159, € 4,00
40
30. A. den Doolaard, Wampie, Salamander-pocket 1, 1958 (1e = 1938), 207 blz., bestelnummer RALD48, € 3,00 31. A. den Doolaard, Wampie, uitg. Querido, 14e druk, 1971 (1e = 1938), paperback, 147 blz., 20x12,5 cm., bestelnummer RALD49, € 4,00 32. A. den Doolaard, Wampie, Jonge lijsters 1993, uitg. Wolters-Noordhoff, 172 blz., 20x12 cm., bestelnummer LB32650, € 2,00 33. A. den Doolaard, 1 verhaal: De goden gaan naar huis in 'Gastenboek van Singel 262, nieuwe verhalen en gedichten van veertig Nederlandse auteurs', uitg. Querido, 1964, paperback, 152 blz., 18,5x11,5 cm., bestelnummer GB26323, € 4,50 34. A. den Doolaard, 1 bijdrage: Klein en kittig in 'Het salamanderboek 1934-1984', uitg. Querido, Salamander-pocket 608, 240 blz., 18,5x11,5 cm., bestelnummer GB26410, € 5,00 35. A. Jousma (samensteller), Kort bestek 4, A. den Doolaard, De herberg met het hoefijzer, uitg. Van Goor, geniet, 16 blz., 14,5x11 cm., bestelnummer RAOL102, € 3,50 36. Niko Kazantzakis, Kapitein Michalis, uitg. De Fontein, 2e druk, z.j., gebonden, karton, 322 blz., 19,5x12,5 cm., inleiding A. den Doolaard, vertaling Mr. H.C.M. Edelman, bestelnummer RAVL54, € 4,50 37. Niko Kazantzakis, Kapitein Michalis, uitg. BK Boekenkring, z.j., gebonden, rood linnen, 351 blz., 20x12,5 cm., inleiding A. den Doolaard,
41
vertaling Mr. H.C.M. Edelman, bestelnummer RAVL301, € 3,00 38. Johnny van Doorn, 1 verhaal: Delft in: 'Spoorleesboekje 8 1994', uitg. Nederlandse Spoorwegen, 1993, paperback, 96 blz., 20,5x12 cm., met o.a. Jan Kal, J.M.A. Biesheuvel, Drs. P., Hans Andreus, Jules Deelder, bestelnummer RA23728, € 4,00 39. Johnny van Doorn, 1 verhaal: Tabé literair café in 'Kroegtijgeren. De leukste verhalen over de kroeg', uitg. Novella, 3e druk, 1997 (1e = 1995), samenstelling Nanda Jansen e.a., paperback, 20x12,5 cm., met werk van o.a. Lévi Weemoedt, Herman Pieter de Boer, Remco Campert, J.P. Guépin, Simon Carmiggelt e.a., bestelnummer RABUN73, € 3,50 Van de 48 aangeboden titels koos ik “slechts” deze 39 die niettemin een begin vormden (bij elke klus maakt de mens fouten; zo bleek bijvoorbeeld dat de laatste titel op de lijst niets van doen had met A. den Doolaard). Ik nam mezelf voor de verzameling later te verrijken met de titels die nu nog ontbraken. Dinsdag, 1 maart 2011; 22:18 uur. Het bericht van Mats Beek was kort, duidelijk en veelbelovend: Beste Misjo, Dank voor je bestelling. Ik ga de boeken morgen bij elkaar zoeken. Ook zal ik navragen wat het verzenden kost.
42
Misschien heb ik een grotere foto, anders rijd ik nog een keer naar Hoenderloo, dat is niet zo heel ver weg. Groet, Mats Beek Zondag, 6 maart 2011; 22:46 uur. Beeks schrijft nogmals: Beste Misjo, Ik heb de boeken bij elkaar gezocht. Ze kosten samen € 180,80 Ik had je 50% korting beloofd De prijs is dan € 90,40 Ze wegen samen ruim 11 kilo Verzenden naar Macedonië kost € 49,10 Het totaalbedrag is dan € 139,50 Je kunt dit bedrag overmaken naar: girorek. 8490707 t.n.v. Raban Internet Antiquariaat, Veenendaal, IBAN: NL 39 PSTB 0008 4907 07 BIC: PSTBNL21 Een rekening vind je in de bijlage bij deze mail Ik stuur de boeken dan zo spoedig mogelijk op als de betaling binnen is. Met vriendelijke groet, Mats Beek Op 7 maart betaalde ik via mijn eigen bankrekening te Ohrid het gevraagde bedrag. Twee dagen later gaf ik dat ook door aan Beek.
43
Woensdag, 9 maart 2011; 10:27 uur. Het laatste bericht van Beek kwam binnen: Beste Misjo, Dat ging inderdaad vlug. Het geld staat op mijn rekening, de boeken zijn ingepakt en de doos gaat vanmiddag naar het postkantoor! Groet, Mats Beek De boeken arriveerden een week later. Ze bevatten de vergeelde pagina‟s en al de andere kenmerken die de tand des tijd veroorzaakt. De geest van de schrijver straalde af van de binnenpagina‟s van de boeken en ik stelde me al voor hoe de tentoonstelling er zou uitzien. Het meest in mijn nopjes was ik met de autobiografische werken “Het leven van een landloper” en “Ogen op de rug; Terugkijkend naar boeken en tijdgenoten”. In het laatste boek vond ik veel foto‟s die A. den Doolaard toonden op diverse momenten in zijn leven en op verschillende locaties. Ik kon tevreden zijn. Door deze boeken had ik een bredere kijk op het leven en het werk van de schrijver en vooral ook op wat hij werkelijk betekent voor Macedonië en voor de Macedonisch – Nederlandse betrekkingen in het algemeen. Grofweg had het me twee weken gekost om het werk af te ronden en de totale kosten van het boek, inclusief de douanekosten en de courtages die de banken berekenden, bedroegen ongeveer € 170,-. Ik had de opdracht snel en goedkoop volbracht.
44
Het festival kwam niet van de grond De dag van de start van het gedroomde Macedonisch – Nederlandse festival ter ere van A. den Doolaard naderde. Het stond eind mei gepland of op zijn minst begin juni als de eerste grote groepen Nederlandse toeristen zouden arriveren. Het gebrek aan financiële middelen temperde echter het enthousiasme onder de jonge deelnemers die zich stilaan terugtrokken uit de activiteiten rond het project. Ik voelde aankomen dat ik alleen zou komen te staan. Het meeste van mijn werk was rond in april. Ik had de boeken en de foto‟s voor de tentoonstelling en tegelijkertijd boekte Tode Ilievski de tentoonstellingsruimte in het Archeologisch Museum (het Robevci huis) voor een periode van twee weken in juni. Wij tweeën bezochten samen de Muziekschool van Ohrid waar we de toezegging kregen dat de leerlingen een muzikaal programma rond Nederlandse componisten ten gehore zoude brengen. Tevens had ik bijna mijn werk aan de brochure afgerond. Het was in de loop der tijd een boekje geworden van zo‟n tachtig pagina‟s. Het lag klaar om gedrukt te worden en ik bedacht dat ik nogmaals geld uit eigen zak in het project moest steken. Het werd me eveneens duidelijk dat de eerder gedroomde internationale grootse viering was ingekrompen tot slechts mijn tentoonstelling en de presentatie van mijn publicatie mogelijk gelardeerd met het programma van de leerlingen van de muziekschool. In de voorbereidingen van het festival droeg ik de zwaarste lasten. Ik investeerde emoties, materialen,
45
financiële middelen en tijd. Ik wilde per se niet dat mijn inspanningen op niets zouden uitlopen en in mijn hoofd doorliep ik alle mogelijke scenario‟s.
De geboorte van “Cultura 365” De lente van 2011 bracht interessante ontwikkelingen met zich mee in mijn beroepsmatige leven. Eind maart, begin april was ik, na een onderbreking van 20 jaar, in de gelegenheid om Brussel, de hoofdstad van België, weer eens te bezoeken, nu vanwege de uitnodiging van de Europese Commissie om deel te nemen aan een internationale meeting over het behoud van de culturele erfenis. Daarna, midden mei, bezocht ik Burgas, in Bulgarije: daar trad ik op als schrijver van korte verhalen en als fotograaf had ik een solo-tentoonstelling. Deze activiteiten leidden me soms wat af van de gebeurtenissen rond het festival voor A. den Doolaard. Aan de andere kant kwam ik elke keer in Ohrid terug met frisse energie die me de kracht gaf voor nieuwe projecten. Precies in die tijd werd duidelijk dat het “tekentafel”Macedonisch – Nederlandse festival niets zou worden. Toen besloot ik plan B in werking te stellen. Lidija Razmoska (21. 01. 1982, Ohrid) was prima universitair opgeleid en had ervaring met werken met schoolkinderen. Zij interesseerde zich zeer voor de kunst in het algemeen en voor de literatuur in het bijzonder. Zij schreef gedichten, schreef proza en blonk uit in het organiseren van culturele bijeenkomsten. Niemand kon met haar wedijveren als het om reciteren ging; zij kende vele gedichten en grote stukken proza uit haar hoofd. Ze sprak
46
vloeiend Engels. Zij was dé persoon die ik nodig had om mijn droombeeld te verwezenlijken. Al lange tijd verlangde ik ernaar een culturele plek te creëren waar ik al mijn activiteiten als fotograaf, als schrijver en als cultureel werker kon onderbrengen. Razmoska accepteerde mijn plan en stemde erin toe met mij samen te werken aan toekomstige projecten als het organiseren van tentoonstellingen, de organisatie rond de boekpromoties en de organisatie van andere culturele evenementen. We slaagden er samen in, nadat we alle mogelijkheden in termen van locaties en onkosten hadden overwogen, een bescheiden ruimte (30 m2) te huren in het oude deel van Ohrid, om precies te zijn in de “Tsaar Samuel” straat een van de drukst bezochte routes door toeristen. We verdeelden de ruimte in twee delen: een groot gedeelte voor tentoonstellingen en de boekpromoties en een kleiner deel alleen voor tentoonstellingen en dat deel is het gedeelte waar later het Museum van A. den Doolaard gerealiseerd zou worden. De inrichting van het Culturele en Informatieve centrum kostte geld. In plaats van aan te kloppen bij anderen besloot ik om een deel van mijn spaargelden te investeren, zoals ook al gebeurde bij de huur van de ruimte. Op deze manier verliep het makkelijker, sneller en waardiger. Op 15 juni betrokken we het pand en de eerste activiteit van het pas opgerichte Culturele en Informative centrum “Cultura 365” kondigden we aan voor de 19e juni. We hadden dus slechts vier dagen te gaan en we geloofden dat we binnen die tijd in staat zouden zijn om alle voorbereidingen af te ronden.
47
“CULTURA 365” EVENEMENTEN Sinds het allereerste begin, ontwikkelde “Cultura 365” een brede waaier van activiteiten: tentoonstellingen, promoties van boeken, ontmoetingen met lokale schrijvers, uitgaven van boeken, lezingen over cultureel erfgoed… Hieronder noemen we slechts een deel van deze activiteiten! Lezingen over het leven en werk van Macedonische schrijvers: Radoslav Petkovski (1916-1955), Ivan Totsjko (1914-1973), Boris Bojadzjiski (1915-1959), Dimtsje Malenko (1919-1990), Vantsjo Nikoleski (1912-1980), Zoran Kovatsjevski (1943-2006), Antonio Taneski (1949-2003), Same Limani – Zjarnoski (1935-2007), Angele Grozdanoski (1930-2007)… Bijeenkomsten met hedendaagse Macedonische schrijvers: Petko Sjipinkarovski, Zoran Jakimoski, Tode Ilievski... Tentoonstellingen van Macedonische en buitenlandse fotografen: Atanas Talevski (1954-2008), Nikola Pavleski (Ohrid), Jasna Hristoska (Ohrid), Slavitsa Panova (Struga), Petar Boev (Ohrid), Katerina Mavrovska (Bitola), Ana Sjkjekitsj (kunstenares uit Montenegro), groep tentoonstelling van 17 fotografen uit Roemenië... Talrijke tochten voor Nederlandstalige en andere toeristen naar verscheidene Macedonische steden, dorpen en bergen.
48
Het begin Dat jaar was het 110 jaar geleden dat A. den Doolaard werd geboren, duizenden Nederlanders logeerden rond het meer van Ohrid en nu hadden we onze eigen expositieruimte en… tegelijk al de kans op een tentoonstelling. Het zou juni worden, zoals al gepland stond, maar niet twee weken in het Archeologisch Museum, doch minstens zes maanden in “Cultura 365”! Op 19 juni 2011 om zeven uur‟s avonds, in de aanwezigheid van een groep bewonderaars van de schrijver en andere kunstliefhebbers openden we de tentoonstelling ter gelegenheid van “Het 110e jaar sinds de geboorte van A. den Doolaard”. De tentoonstelling zou tot 31 december van datzelfde jaar toegankelijk blijven, lang genoeg om de burgers van Ohrid en de toeristen in de gelegenheid te stellen kennis te nemen van het leven en het werk van de Nederlandse schrijver. Bij de opening van de tentoonstelling werden er toespraken gehouden door mij (Misjo Joezmeski), Alexander Batkoski4 en Doesjko Gugoski5. De laatste twee waren in de gelegenheid geweest om A. den Doolaard persoonlijk te ontmoeten, vandaar dat zij hun herinneringen aan de ontmoetingen met de schrijver konden vertellen. Lidija Razmoska las delen voor uit de Macedonische vertaling van “De bruiloft der zeven zigeuners” en gedeeltes van mijn artikelen over A. den Doolaard. 4
Alexander Batkoski (20. 08. 1939, Vevtsjani) gids voor toeristen, houtsnijder en verbonden aan “Cultura 365”. In de jaren ‟70 was hij de persoonlijke gids van A. den Doolaard en zijn vrouw Erie tijdens een rondreis door Macedonië. 5 Doesjko Gugoski (04. 10. 1953, Ohrid) gids voor toeristen en verbonden aan “Cultura 365”.
49
“Cultura 365” – cultuur voor iedereen iedere dag!
Bezoekers helpen De Nederlandse toeristen die verbleven in de hotels rond het meer van Ohrid frequenteerden de tentoonstelling het meest en zij vormden ook de grootste groep. Terwijl hij geheel onbekend bleek voor de jongere generaties riep de naam A. den Doolaard gevarieerde reacties op onder de oudere Nederlanders. Sommigen herinnerden zich hem nauwelijks, terwijl anderen opgewonden omkeken naar het verleden en enthousiast spraken over “De herberg met het hoefijzer”, “Oriënt-Express” en andere boeken die ze in hun jeugd hadden gelezen, meestal voor de literatuurlijst op school. Velen zochten manieren om ons te helpen. Zij doneerden geld, tijdschriften met artikelen over de schrijver, boeken…
50
Aanplakbiljet voor de tentoonstelling “110 jaar sinds de geboorte van A. den Doolaard”; de poster, die in een oplage van 400 exemplaren werd gedrukt, werd voor veel toeristen een “collectors item”.
51
De talrijke positieve reacties en de genereuze houding van de toeristen gedurende de zomer van 2011 bepaalden de beslissing dat de tentoonstelling zou blijven en worden voortgezet als een permanente tentoonstelling zolang er interesse zou zijn en zolang als de benodigde mogelijkheden er zouden zijn. Zo werd in het Culturele en Informatieve centrum “Cultura 365” het eerste museum voor A. den Doolaard een feit; in de vorm van een kleine herinneringskamer ter grootte van nauwelijks 10 m2. Al sinds het allereerste begin was de toegang gratis en we hielden eigenlijk nooit een bezoekersadministratie bij, maar het is best mogelijk dat we elk jaar rond de 5.000 bezoekers verwelkomden in het museum. De meesten waren Nederlanders, maar er kwamen ook Macedoniërs net als toeristen uit andere landen die wilden weten wie A. den Doolaard was en „Waarom er zoveel Nederlands gesproken werd overal in en buiten Ohrid‟. De meeste bezoekers zullen altijd onbekend blijven. Sommigen van hen schreven hun naam in het gastenboek onder hun impressie (zie reacties van bezoekers op pagina 60); hieronder noemen we enkelen die ons wel bekend zijn. De ambassadeur van Nederland in Macedonië, Marriët Schuurman6 bezocht het museum in het gezelschap van haar collega, de voormalige ambassadeur van Zweden in Macedonië, Lars Wahlund, op 9 mei 2013. Branda Spoelstra is de jongste dochter van A. den Doolaard. Zij schonk het museum een kopie van het 6
Marriët Schuurman diende het Koninkrijk der Nederlanden van augustus 2011 tot augustus 2014 als ambassadeur in de Republiek Macedonië.
52
zeldzame boek (er bestaan slechts 100 kopieën) “Liber Amicorum voor A. den Doolaard”. Enige media maakten gewag van het bezoek van Branda Spoelstra. Op 30 oktober 2013 meldde een nieuwsagentschap uit Ohrid “Inpress” in het artikel met de kop “De dochter van A. den Doolaard bracht een bezoek aan Ohrid”: “Op de 25e en 26e oktober 2013 werd Ohrid en het Museum voor A. den Doolaard bezocht door zijn jongste dochter Branda Spoelstra. - „Nu is de collectie van het museum een nieuw boek rijker, want toen ze ons bezocht, bracht Branda een geschenk mee – een boek over haar vader. Zij was enorm onder de indruk door wat we deden voor haar vader, maar ze was niet voor de eerste keer in Ohrid want de familie van haar schoonzoon stamt namelijk uit Ohrid. De eerste dag van het bezoek bezocht zij het museum met haar dochter en kleindochter en zij namen foto‟s in de herdenkingskamer van A. den Doolaard. De volgende dag kwam ze terug om het boek over Den Doolaard geschreven door van Misjo Joezmeski te kopen. Ze kreeg het boek cadeau, helaas zonder een opdracht van Joezmeski die in Belgrado was om het boek van A. den Doolaard „De bruiloft der zeven zigeuners‟ te promoten. Belgrado was bovendien de gaststad voor een muzikale theatervoorstelling door de Nederlandse kunstenares Quirine Melssen‟ – zei Lidija Razmoska van het Culturele en Informatieve centrum „Cultura 365‟ voor Super Radio van Ohrid.”
53
De pagina met de opdracht van Branda Spoelstra in het boek â&#x20AC;&#x153;Liber Amicorum voor A. den Doolaardâ&#x20AC;?
54
Elk jaar viert “Cultura 365” de geboortedag van A. den Doolaard Op 7 februari 2015 reciteerden dichters van Ohrid gedichten ter ere van A. den Doolaard. Hierboven afgebeeld, van links naar rechts: Petko Sjipinkarovski, Vele Mitanoski, Lidija Razmoska, Arjan Kallço (gast uit Albanië), Lentsje Nikoloska, Tode Ilievski, Blaga Petsjenkovska, Maja Mojsova, Mirko Tomovski, Trifun Gjorgjieski, Zoritsa Ilijoska en Zjaklina Ristoska. Tode Ilievski presenteerde voor het eerst zijn gedichten opgedragen aan A. den Doolaard.
55
Cees N. A. Söder, een honorair consul van Macedonië in Nederland, bezoekt het museum bij verschillende gelegenheden. Op 8 oktober 2013 presenteerde hij het museum aan andere 45 honoraire consuls van Macedonië uit andere landen.
Een van de beroemde bezoekers is de politicus Hans van Baalen7. Hij bezocht het museum in het gezelschap van zijn gezin op 4 augustus 2015. Het is onmogelijk om alle ondersteuners te noemen die bijdroegen aan de verrijking van de collectie van het museum voor A. den Doolaard of voor de overlevingskansen ervan. Ik zal er slechts een paar noemen. De Stadsbibliotheek “Grigor Prlitsjev” van Ohrid deed onder het bewind van Tode Ilievski in juni 2011 afstand van twee belangrijke boeken ten faveure van het museum voor permanent gebruik: “De herberg met het hoefijzer” en “Oriënt-Express”. Branda Spoelstra schonk 7
Johannes Cornelis (Hans) van Baalen (Rotterdam, 17 juni 1960) is een Nederlands politicus. Namens de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) maakte hij van 1999 tot 2009 deel uit van de Tweede Kamer. Sinds midden 2009 zit hij in het Europees Parlement.
56
deze twee boeken in 2006 toen ze Ohrid bezocht ter gelegenheid van de onthulling van het monument voor haar vader. Beide boeken bevatten dezelfde opdracht in het Engels: “Cornelis Johannes George Spoelstra. A. den Doolaard. Branda Spoelstra (youngest daughter). Ohrid, 2 June 2006.” Later verzorgde de bibliotheek alle drie de uitgaven (de Macedonische, de Engelse en de Nederlandse) van het boek “Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard”. Huberta en Arnold Cuppen uit Arnhem beloofden in 2011 tijdens hun bezoek aan het museum dat ze boeken van A. den Doolaard zouden zoeken. Spoedig daarna zonden zij negen verschillende titels waaronder: “Samen is twee keer alleen”, “Het land van Tito”, “Europa tegen de moffen”, “Prinsen, priesters en paria‟s” en “De toekomst in uw handen”. Marcel Zagers uit Goirle (Noord Brabant) schonk tijdens zijn bezoek en later ook per post diverse zeldzame exemplaren van boeken van A. den Doolaard. Daarbij zaten sommige vroege werken van de schrijver: de gedichtenbundel “De wilde vaart” uit 1928 en het manifest uit 1932 “Hoge hoeden en pantserplaten”. Gerda Mulder uit Rotterdam gaf in mei 2013 bij haar eerste bezoek aan het museum een door haarzelf geschreven boek “Een fascinatie voor Thet-Het Albanese bergdorp van A. den Doolaard”. Later stuurde zij per post de biografie over A. den Doolaard “Dronken van het leven” door Hans Olink. In 2014 schonk Gerda nog eens twee boeken: “Dit is Griekenland” en “De bruiloft der ze-
57
ven zigeuners”. Zij hielp dus zeker mee met het museum op de kaart te zetten (zie pagina 148). Helen de Roode uit Workum bezoekt Ohrid regelmatig, bijna elk jaar en soms twee of drie keer per jaar. Zij frequenteert het museum van A. den Doolaard bijna het meest. Begin augustus 2014 schonk zij het boek “Joegoslavië”. Bernhard Duthoy uit het Belgische stadje Oostende is eveneens een bewonderaar van A. den Doolaard én van Macedonië. Hij gaf het museum een exemplaar van de novelle “De herberg met het hoefijzer”, een Belgische uitgave. Eric Jansen schonk op 15 mei 2015 het museum een exemplaar van “Het land van Tito”. Sebastian Kempgen (1952, Duisburg) is een hoogleraar Slavische talen aan de Universiteit van Bamberg, Duitsland, en honorair hoogleraar aan de universiteit in de Macedonische stad Bitola. Tijdens zijn wetenschappelijke reizen naar Macedonië, hij is een van de frequente bezoekers aan het A. den Doolaard Museum, schonk hij het museum een kopie van de Duitse uitgave van “De bruiloft der zeven zigeuners”. Gerard N. Poelwijk heeft echt de grootste bijdrage geleverd door vrijwillig en met de grootst mogelijke betrokkenheid en inzet de boeken “Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard” en “Macedoniërs, A. den Doolaard en andere Nederlanders” in het Nederlands te vertalen en te redigeren (meer op pagina‟s 75-82). Dankzij de inspanningen van Gerard N. Poelwijk (hij spoorde de boeken op en leverde ze af) werd de collectie van het museum in juli 2015 verrijkt met negen nog ontbrekende titels van A. den Doolaard:
58
Oostenrijk 1935, N.V. Arbeiderspers, Amsterdam, 1935 Het hakenkruis over Europa, De Prom, Amsterdam/Antwerpen, 2004 Door het land der lemen torens, Uitgeverij Het Spectrum, Utrecht, 2011
De partizanen en andere gedichten, De Bezige Bij, Amsterdam, 1945
De vier ruiters, De Koepel, Nijmegen, 1948 Dit is Walcheren (met Jef Last en Ed. Hoornik), H.D. Tjeenk Willink & Zoon N.V., Haarlem, 1945
Walcheren komt boven water, De Bezige Bij, Amsterdam, 1946
Dit is Venetië, Contact, Amsterdam/Antwerpen, 1958
Londen en de zaak Van ‟t Sant, Em. Querido‟s Uitgeverij b.v., 1980
Culturele brug Volgens het oorspronkelijke plan zou Ohrid in 2011 een Macedonisch-Nederlands festival krijgen. In plaats van een festival echter kreeg Ohrid een bescheiden Nederlands optrekje dat al gauw veranderde in een cultureel bruggenhoofd tussen Macedonië en Nederland. Op deze plaats halen duizenden Nederlanders herinneringen op aan A. den Doolaard en leren ze over zijn toewijding aan Macedonië, terwijl vele Macedoniërs kennis opdoen over de Nederlandse cultuur.
59
â&#x20AC;&#x153;Het pand ligt in de smalle Tsaar Samuelstraat in het centrum van Ohrid, in een bocht van de straat, en je komt er langs als je vanuit de hoofdstraat, de Kliment Ohridski, naar de twee beroemde orthodoxe kerkjes Sveti Sophia en Sveti Jovan Kaneo op weg bent.â&#x20AC;? - Gerda Mulder
60
“Cultura 365” staat in de ‘Petit Futé’ Macedonië gids8
Uittreksels uit het gastenboek Het Museum van A. den Doolaard ontlokte veel positieve gevoelens aan de bezoekers. Hieronder is slechts een klein deel van de meest indrukwekkende reacties, die werden opgenomen in het museum gastenboek. 29 juni 2011; Hilberd en Juliette, Waddinxveen en Boskoop: “Hallo! Leuk om al die Nederlandse dingen te zien hier! We hebben het hier onwijs naar ons zin Groetjes uit Waddinxveen en Boskoop.” 8
Petit Futé (opgericht door Dominique Auzias in 1976) is een verzameling van Franse en internationale toeristische gidsen, gepubliceerd door Les Nouvelles Editions de l‟Université uit Parijs, Frankrijk.
61
Lidija Razmoska gaf talloze lezingen over het leven en werk van A. den Doolaard aan de bezoekers
29 juni 2011; Sia en Jolanda, Obdam en Amsterdam: â&#x20AC;&#x153;In Skopje werd ons reeds verteld dat in Ohrid een standbeeld staat van A. den Doolaard, en dat er een tentoonstelling is. Interessant om te weten dat hij zoveel boeken heeft geschreven en het zet ons aan te lezen.â&#x20AC;?
62
9 juli 2011; Coby Basjoska-Langendijk, Pesjtani, Ohrid: “A. den Doolaard, geboren in Zwolle net als ik. Was weg van Macedonië net als ik. Door hem hebben mijn man en ik onze Nederlandse gasten mogen ontvangen.” 27 juli 2011; Esther uit Dinxperlo: “Ik kende A. den Doolaard niet (wel van gehoord, maar nooit iets van gelezen). Maar hij heeft blijkbaar veel goeds gedaan voor Macedonië (vele Nederlandse touristen komen hier nu).” 17 september 2011; Els van Elswijk, Gouda: “Een ware avonturier! Tussen twee wereldoorlogen in trok hij naar de Balkan. En werd verliefd op Macedonië. Daar zijn wij nu ook mee bezig! Een prachtig land, vol aardige mensen.” 9 oktober 2011; Jaap en Aafke Blok, Eibergen: “Wat leuk om hier de liefde voor Nederland en Macedonië samen te zien. Ook wij houden van Macedonië. Mooi initiatief.” 3 mei 2012; Jan Koeslag en Irma Koers: “Wat goed om te zien dat één van onze grote schrijvers op deze manier geëerd wordt! Na een week vakantie in dit land, kunnen wij zijn fascinatie voor dit prachtige land heel goed voorstellen!” 16 mei 2012; Peter en Barbara, Hoenderloo: “Vanaf 1983 hebben wij naast de heer en mevrouw Den Doolaard gewoond in Hoenderloo. Wij hebben goede herinneringen aan beiden. En door zijn vele verhalen die wij hebben gehoord van hem over de Balkan (Ohrid), zijn we nieuwsgierig geworden en hebben wij deze expositie bezocht.” 31 mei 2012; Tonny van Breda: “Wat een verrassing! Om te zien hoe Den Doolaard hier in Ohrid een
63
plek heeft voor aandacht, herinnering! Met liefde en respect gedaan! Hij was een echte vriend van Macedonië. Ook mijn hart ligt sinds 1962 hier en daarin heeft ook Den Doolaard zeker een rol gespeeld.” 31 mei 2012; Ivon Despotović-Eschweiler: “Een hele bijzondere ontmoeting met een Macedoniër [Misjo Joezmeski] die heel veel weet van de voor mij geweldige schrijver A. den Doolaard. Mooi om te zien dat hij nog steeds herdacht wordt dat er zelfs een Nederlands park in Ohrid is. Bij mijn eerste bezoek aan Ohrid in 1963 vond ik het fantastisch dat Ohrid precies zo was als in het boek [„De bruiloft der zeven zigeuners‟] van Den Doolaard.” 4 juni 2012; fam. Scheeper en fam. v/d Einden, Helmond: “Het is een fantastisch land Macedonië en kan me voorstellen dat hij hier helemaal verliefd op is geworden en hier is gebleven en mooie boeken heeft geschreven. Hartelijk, het is een mooie expositie. Groetjes.” 20 september 2012; Henky en Bea KoevoetSchellevis, Monster: “Wat een verrassing hier te zijn. Je kan merken dat A. den Doolaard iemand was met veel passie. En Misjo Joezmeski heeft zijn hart eraan verpand en kan dat alles heel enthousiast overbrengen. Mijn zoon Albert Koevoet is ook zo‟n enthousiaste Doolaard fan. We snappen nu veel beter waarom. We hebben enorm genoten en hopen dat nog veel Hollanders dit ook doen.” 6 mei 2013; Hanneke Duijkers, 38 jaar, uit Tilburg: “A. den Doolaard hier pas leren kennen. Nu ga ik meer van hem lezen.” 27 mei 2013; Nicole Weidema, Hoenderloo: “Met mijn familie wortels stevig gevestigd in Hoenderloo
64
kon ik de A. den Doolaard tentoonstelling niet weerstaan. Fascinerend!” 6 juni 2013; Theo en Mariette Steegen, Bilzen (België): “Ongelofelijk dat een Vlaamse bewonderaar van A. den Doolaard deze schrijver opnieuw aantreft in de streek waarvan hij zoveel hield!! Proficiat!!!” 18 juni 2013; Frans en Mieke van der Stelt, Hoek van Holland: “De boeken van A. den Doolaard hebben mij geinspireerd om naar de Balkan en Macedonië te reizen. Bedankt voor de uitleg en het museum.” 13 juli 2013; Wietske Wiersma en Michael Woller, Dokkum: “Het was hier heel gezellig, en interessant. Vorig jaar waren we hier al geweest, als we weer eens in Ohrid zijn, komen we zeker terug!” 3 september 2013; Hans en Jacqueline Rigter, Almere: “Leuk die Macedonisch-Nederlands connectie. Macedonië was altijd in ons hart!” 26 maart 2014; Rinus en Nelly Verhoevn, Wijk en Aalburg: “Nu begrijp ik „De bruiloft der zeven zigeuners‟ beter. Nu begrijp ik A. den Doolaard beter. Nu begrijp ik mezelf beter. Een goede gids [Misjo Joezmeski], spreekt perfect Nederlands.” 19 april 2014; Ineke en Jan Vervoort, Enschede: “Wat leuk om hier boeken van Den Doolaard te zien en om over zijn leven in Ohrid te horen vertellen. Toen wij voor het eindexamen – HBS 1960! – boeken van Den Doolaard lazen, konden wij niet bedenken dat wij ooit hier in Ohrid zouden zijn.” 13 mei 2014; Caroline, Delft: “Was verbaasd dat er nu ook nog een klein museum geopend is, helemaal
65
gewijd aan onze grote schrijver. Dank jullie mensen, die den Doolaard zo lief hebben!” 11 augustus 2014; Angela Polderman, Eindhoven: “Bij toeval het monument tegengekomen, ik ken Den Doolaard van een lezing en verblijf in Eindhoven. Hij gaf mij zijn boek „Oriënt-Express‟ waar hij het volgende inschreef: „Hopelijk zul je je hele leven kritisch blijven‟. Dat is me redelijk gelukt. Zelf schrijf ik gedichten die ik voordraag in Eindhoven, Nederland. Heel leuk dit museumpje gezien te hebben!” 17 september 2014; Anne Wentzel, Rotterdam: “Verrassend! Erg leuk museum! De moeite waard!” 9 juni 2015; Sjaak van der Linde, Vlissingen: “Zeer interessant. Cornelis Spoelstra werkte ook in onze stad. Ik ga publiceren over dit mooie initiatief in Ohrid. Veel succes!”
De Nederlandse vlag voor het Museum – een cadeau van Karin Broekema, lerares Franse taal uit Oosterbeek (Gelderland) en liefhebber van Macedonië
66
Leerlingen uit Ohrid zijn frequente bezoekers aan het museum (14. 03. 2014)
4 augustus 2015; Hans van Baalen, voorzitter VVD in het Europees parlement: “Wat mooi te zien dat een landgenoot Macedonië en Ohrid voor ons heeft ontdekt! Met vriendelijke groet.” 27 september 2015; Bart Muijres, Amsterdam: “Is het niet indrukwekkend om een mens, Joezmeski, te ontmoeten die „gek‟ is van A. den Doolaard, die „gek‟ was van de Balkan, en speciaal van Macedonië?! Erg interessante verhalen vertelt Joezmeski; heel bijzonder om te horen hoeveel autobiografische elementen van Den Doolaard verborgen zitten in het personage Branko Markovitsj in „De bruiloft der zeven zigeuners‟. Een machtige en schitterende ontmoeting in dit museum met deze bijzondere individualiteiten (Den Doolaard en Misjo).”
67
EEN BOEK OVER A. DEN DOOLAARD Nooit had ik gedacht dat ik ooit een boek over hem zou schrijven en nooit had ik serieuze plannen om zijn leven te bestuderen. A. den Doolaard verscheen spontaan aan de horizon van mijn belangstellingswereld en bleef daarna een deel van mijn leven. Hoewel, toevallige gebeurtenissen zijn nooit toeval, zegt men. Vaak is dat ook het mooie ervan.
Onze Nederlandse vriend Lange tijd was A. den Doolaard voor mij zomaar een naam van „een Nederlandse schrijver die boeken schrijft over Macedonië‟: niet meer maar ook niet minder. In juli 1994 gaf de Nederlander Jan Kaandorp mij een exemplaar van het boek “De bruiloft der zeven zigeuners”, dit was mijn eerste kennismaking met het werk van deze schrijver. Tijdens een warme, regenachtige zomer in juli 2002 brachten de herinneringen aan Jan Kaandorp mij ertoe me te wijden aan A. den Doolaard. Ik schreef het artikel “De bruiloft der zeven zigeuners” waarin ik voor het eerst over de Nederlandse schrijver sprak en vooral ook over zijn boek dat op twee manieren te interpreteren is. In april 2006 schreef ik het artikel “Ohrids liefdeslegende” op verzoek van het tijdschrift “Ohridski novini”. In dat-
68
zelfde jaar voegde ik deze artikelen toe aan mijn boek “Woorden van lof” en daarna meende ik voor lange tijd dat mijn werk in verband met A. den Doolaard achter de rug was. Ik dacht dat tot januari 2011 toen ik werd uitgenodigd om mee te werken aan de organisatie van een festival ter ere van A. den Doolaard!
De kaft van “Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard” in de originele Macedonische taal
Tegelijk met de voorbereidingen voor de tentoonstelling over de werken van A. den Doolaard, werkte ik aan een brochure over zijn leven en werk. Volgens het eerste plan zou de brochure een beknopte biografie van de schrijver bevatten en een korte beschrijving van “De bruiloft der zeven zigeuners”. De bedoeling was de betekenis van de schrijver en zijn legendarische boek te benadrukken voor wat betreft de ontwikkelingen van het toerisme en het belang ervan voor de Macedonisch-Nederlandse betrekkingen.
69
24 januari 2014: Leerlingen uit Ohrid op bezoek in “Cultura 365” krijgen exemplaren van “Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard”.
In januari 2011, toen we voor het eerst over deze publicatie dachten, zou de brochure iets meer dan twintig pagina‟s beslaan. De creatieve inspiratie echter deed me op hol slaan en in april had ik teksten en foto‟s voor wel meer dan tachtig pagina‟s. Met andere woorden, in plaats van een brochure was er een boek in zakformaat gecreëerd en dat lag klaar voor de drukker. Dat was tevens het moment dat ik serieus studeerde op de roman “OriëntExpress”; dat maakte mij onvermijdelijk duidelijk dat een beschrijving van dit boek onmogelijk kon ontbreken. Zomerse verplichtingen weerhielden me van het schrijven,
70
maar in november zette ik me ertoe het artikel “Naar het oosten en terug met de Oriënt-Express” te schrijven. In december tenslotte had ik het geheel afgerond; de meeste nadruk lag op het leven van A. den Doolaard en zijn betekenis voor Macedonië vooral gezien door het prisma van zijn boeken “De bruiloft der zeven zigeuners” en “OriëntExpress”. Zo is het boek “Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard” ontstaan. De eerste uitgave in de origineel Macedonische taal van “Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard” werd gepubliceerd in februari 2012. Het boek werd goed ontvangen door de media. Op 27 februari 2012 kondigde “Utrinski vesnik”9 in een verslag van journalist Wele Mitanoski onder de titel “Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard” onder andere aan: “Een uitgave van de Bibliotheek van Ohrid „Grigor Prlitsjev‟, het nieuwe boek van schrijver Misjo Joezmeski werd gepubliceerd „Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard‟. Het verschijnen ervan valt samen met het 111de jaar na de geboorte van de Nederlandse schrijver en journalist. Het boek is het resultaat van intensief onderzoek naar het leven en het werk van de Nederlandse liefhebber van Macedonië, wiens twee belangrijkste boeken verwijzen naar Ohrid en naar Macedonië.”10 9
Utrinski vesnik (Утрински весник; Nederlands: het Ochtend Journaal) is een Macedonisch dagblad uit Skopje dat elke dag uitkomt behalve op zondag. De eerste editie van de krant verscheen in juni 1999. 10 Utrinski vesnik № 3816, Skopje, 27. 02. 2012
71
De uitgave van het boek werd zowel door andere dagbladen (“Vetsjer”11,12, “Narodna Volja”13,14) als door de moderne media (internet nieuws en via lokale en nationale radiostations) bericht.
De Engelse versie
De kaft van de Engelse uitgave van ‘Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard’
11
Vetsjer (Вечер; Nederlands: Avondkrant) is een Macedonisch dagblad uit Skopje dat elke dag verschijnt behalve op zondag. De eerste editie verscheen op 11.11.1963 12 Vetsjer № 14926, Skopje, 27. 02. 2012 13 Narodna volja (Народна волја; Nederlands: de Wil van het Volk) is een tweetalige (Macedonisch en Bulgaars) krant van de Macedonische minderheid in Bulgarije, hij wordt maandelijks uitgegeven in Blagoevgrad. De eerste editie verscheen op 01.10.1980 in Australië. 14 Narodna volja № 4/2014, Blagoevgrad, april 2014
72 15
Nikola Pavleski was een van de eerste lezers en beoordeelde de uitgave ook. Daarnaast toonde hij enige bereidwilligheid om te helpen met het vertalen van de uitgave. - De tekst bevat belangrijke informatie. De foto‟s van Ohrid zijn eveneens belangwekkend. Ik denk dat het boek eveneens interessant is voor toeristen, zeker voor Nederlanders – zei Nikola en zonder veel omhaal stelde hij voor – Kunnen we het boek in het vroege voorjaar tenminste in het Engels uitbrengen, hoewel ik ervan overtuigd ben dat een uitgave in het Nederlands veel beter zou zijn?
Nikola Pavleski sponsorde de uitgave van de Engelse versie van “Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard”
15
Nikola Pavleski (19. 12. 1963, Trpeïtsa, Gemeente Ohrid) is een gids voor toeristen, fotograaf en ondernemer.
73
We maakten een afspraak. Hij beloofde vooraf 1.000 Engelse exemplaren af te nemen en daarbij alle vertaalkosten en drukkosten te dragen. Ik had dus genoeg tijd en geld en kon in alle rust aan de vertaling werken. Ik ben geen perfectionist, ik geloof niet in perfectie, maar ik wilde dat dit een vertaling zou worden van het hoogste niveau. Los van mijn jarenlange ervaring als Engelse tolk, voelde ik mij genoodzaakt mijn vertaling te polijsten. Daarom riep ik de hulp in van Michael Seraphinoff16 die mijn vertaling de nodige glans bezorgde. De Engelse vertaling van “Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard” verscheen op 1 mei 2012. Het boek vond een breed, wereldwijd lezerspubliek vooral door de vele toeristen die Macedonië bezochten. Het boek trok ook de aandacht van de wetenschappelijke wereld. In oktober 2012 kreeg ik een bericht uit België: Van: Michel De Dobbeleer Aan: yuzmeski@t-home.mk Verzonden: vrijdag, 12 oktober 2012|16:19 Onderwerp: Een Macedonisch boek over A. den Doolaard Beste Misjo, Ik werk op het Slavisch Instituut van de Universiteit van Gent, België, en ik ben een fan van A. den Doolaard (het Nederlands is mijn 16
Michael Seraphinoff (02. 12. 1946, Detroit, USA) is een professor in Slavische studies, schrijver en vertaler; zijn grootvader kwam oorspronkelijk uit Macedonië.
74
moedertaal). Terwijl ik „Den Doolaard‟ googlede, kwam ik uw naam en uw fascinerende werk tegen. Ik zou graag een afstudeerscriptie willen schrijven over A. den Doolaard en zou het geweldig vinden om uw boek over hem in de Macedonische versie te gebruiken. Is de Macedonische uitgave nog steeds voorradig en denkt u dat het lang zal duren voor de versie in België is? Ik heb gezien dat er een Engels versie „online‟ bestaat bij Issuu, maar ik vroeg me af of dit slechts een vertaling is of een nauwgezette weergave van de originele Macedonische editie. Hoe dan ook, als ik de Macedonische versie hier heb, zou het een mooie manier zijn om een beetje Macedonisch te leren. Toen ik in 2008 het mooie Ohrid bezocht, merkte ik dat mijn kennis van het Bulgaars enorm van pas kwam, maar ook dat het Macedonisch dikwijls verschilde, natuurlijk omdat het een andere taal betreft. Laat mij alstublieft weten hoe ik snel aan uw boek kan komen. Met vriendelijke groet en bij voorbaat veel dank, Michel De Dobbeleer Instituut voor Slavische en Oost Europese Studies Rozier 44 Universiteit van Gent België
75
De Nederlandse versie Vanzelfsprekend waren de Nederlandse Pieter de Rooij toeristen, vanwege de be(Amsterdam) trokkenheid bij het onderwerp, het meest geïn- Cultureel antropoloog teresseerd in “Onze Ne- Cultureel musicoloog derlandse vriend A. den Archivaris Doolaard”. Onder hen Muziek producent waren er die nog nooit hadden gehoord van de Nederlandse auteur en dit ‘Onze Nederlandse boekje was hun eerste Vriend, een zeer kennismaking met een boeiend boek van stukje van hun culturele Misjo Joezmeski over historie. Veel Nederlan- A. den Doolaard.’ ders vroegen zich af of het boek in een Neder- Twitter, 31. 10. 2013 landse vertaling zou worden uitgegeven. Sommige meer fanatieke lezers boden aan om een professionele vertaler te zoeken of om het boek zelf te vertalen (een Nederlandse student in Skopje, bijvoorbeeld) zonder enige financiële compensatie in het belang van de Nederlands-Macedonische betrekkingen. Het meest vastbesloten en het meest overtuigend bleek een gepensioneerde leraar Nederlandse Taal en Letterkunde. Gerard N. Poelwijk was in zijn carrière als leraar Nederlandse Taal- en Letterkunde bekend met de boeken van A. den Doolaard. Via deze boeken deed hij zijn eerste kennis op van Macedonië.
76
“In september 2012 besloten we Macedonië te bezoeken. Een voor ons niet al te bekend land dat we alleen kenden van enkele boeken van A. den Doolaard, maar daar waren we ons op dat moment niet eens van bewust. Wel besloten we in de aanloop naar de vakantie een aantal boeken van deze schrijver te kopen om over de Balkan en Macedonië in het bijzonder te lezen en/of te herlezen. Bijzondere boeken vonden we (weer): „De bruiloft der zeven zigeuners‟, een prachtig liefdesverhaal met een bijzondere aandacht voor Ohrid en omgeving, „Van vrijheid en dood‟, een boek met aangrijpende verslagen over de politieke verwikkelingen in het land. „Oriënt-Express‟, de roman over precies die politieke verwikkelingen met soms letterlijke gedeeltes uit die aangrijpende verslagen, „Samen is twee keer alleen‟, een roman over de omzwervingen van de schrijver en een van zijn grote liefdes, „De herberg met het hoefijzer‟, over vooral het buurland van Macedonië aan de andere zijde van het meer van Ohrid, Albanië.”17 Gerard was in Macedonië in de gelegenheid het tweede vaderland van A. den Doolaard beter te leren kennen, maar bleef zich verbazen over zijn ervaringen. “Zo beslagen stapten we het vliegtuig uit en min of meer door de ogen van de schrijver 17
Gerard N. Poelwijk: Kennismaken met Ohrid is een hernieuwde kennismaking met A. den Doolaard en andersom, Narodna volja № 4/15, Blagoevgrad, april 2015
77
bekeken we Ohrid, de kerken, de pleinen en pleintjes, de boulevard en de steegjes en altijd weer en overal het prachtige meer met die geheimzinnige bergen op de achtergrond en ergens op een parkachtig pleintje stonden we plots verrast stil bij een monument van... A. den Doolaard!!! Ver in mijn achterhoofd (een docent Nederlands aan de middelbare school moet zijn klassieken bijhouden) wist ik van die waardering in Macedonië voor deze schrijver. Opvallend ook dat er in dit park veel Nederlanders rondliepen die op de foto wilden bij dit monument.”18 Het Nederlandse park en het monument voor de legendarische Nederlandse, zwervende schrijver in Ohrid waren niet de enige verrassingen voor de voormalige leraar Nederlands. “Op een bijzondere woensdagavond zwierven we zelf wat door de straten, straatjes en steegjes van Ohrid en in de buurt van de boulevard (we waren op zoek naar een bijzonder eettentje) werden we aangesproken door een Macedonische19 die ons vroeg of we Nederlanders waren (in het Nederlands!) en of we een bijzonder museum(pje) wilden zien. Dat wilden we en ze nam ons mee naar een woonhuis. Toen we binnenkwamen, bleek dit het kantoor van iemand met wel heel veel bewondering voor... A. den
18 19
idem Lidija Razmoska
78
Doolaard. Aan de wand hingen foto‟s van veel van zijn boekomslagen en een kamer verder was de gehele kamer ingericht als een Den Doolaardmuseum?! Verbazing natuurlijk en erg nieuwsgierig naar het waarom van dit eerbetoon. De Macedonische legde ons een en ander uit. Het was een eerbetoon aan de Nederlandse schrijver die zoveel had betekend voor de band tussen het Macedonische volk en de Nederlanders. Ze wees ons daarbij op het boekje „Our Dutch friend A. den Doolaard‟. Toen ik vroeg of er ook een Nederlandse editie van het boekje was, bleek die niet te bestaan; de schrijver kon zich uitdrukken in het Nederlands, beheerste het Nederlands ook, maar beheerste het niet goed genoeg om een heel boek te schrijven. Ik merkte op dat hij dat best aan iemand kon vragen en toen zij antwoordde „hoe en aan wie dan?‟, zei ik: “Probeer het eens met mij”. Alweer verbazing, nu bij de ander, maar toen bleek dat ik drs. in de Nederlandse Taal- en Letterkunde was, nodigde ze ons uit „s avonds kennis te komen maken met de schrijver van het boekje.”20 Op die dag was ik op reis in Albanië en ik miste het eerste bezoek van Gerard N. Poelwijk. Toen ik ‟s avonds in Ohrid terugkeerde, vertelde Lidija mij met 20
Gerard N. Poelwijk: Kennismaken met Ohrid is een hernieuwde kennismaking met A. den Doolaard en andersom, Narodna volja № 4/15, Blagoevgrad, april 2015
79
zichtbaar plezier over het bezoek van een Nederlander die had aangeboden het boek “Our Dutch friend A. den Doolaard” te vertalen: “Toen ik Misjo vertelde wat er die dag gebeurd was, in het bijzonder op die avond, kon hij niet geloven dat een compleet onbekende bezoeker had aangeboden te helpen met de vertaling van het boek. Dat kwam voornamelijk omdat alle andere bezoekers meestal opmerkten dat er „naast de Macedonische en de Engelse versie ook nog een Nederlandse versie zou moeten bestaan‟. Ook ik geloofde niet zo heel erg in de beloftes van een onbekende bezoeker, maar omdat ik bedacht dat we elke gelegenheid moesten aangrijpen, legde ik enige positieve energie in mijn verhaal. Kortom: later die avond verscheen de man aan de deur van „Cultura 365‟.”21 Gerard kwam met zijn vrouw Truus en de hele conversatie handelde over de vertaling van het boek. - U spreekt prima Nederlands. Waarom vertaalt u het boek zelf niet? - vroeg Gerard aan het begin van onze ontmoeting. - Het is al twintig jaar geleden dat ik in Nederland was en al die tijd heb ik de die taal niet gebruikt. Daar komt nog bij dat het schrijven van boeken kennis vergt van de literaire taal tot in de kleinste details, daarom moet de vertaling in het Nederlands gedaan worden door iemand die de taal in al haar finesses beheerst. 21
Ongepubliceerde herinneringen van Lidija Razmoska.
80
Gerard N. Poelwijk voor het schilderij uit 1885 waarop de plaats waar hij nu woont staat afgebeeld
Ik zei wat ik oprecht voelde en wat ik al eerder had gezegd tegen iemand die dezelfde vraag gesteld had. - Als u wilt, wil ik het voor u doen! Ik ben leraar Nederlands; ik ben nu gepensioneerd en heb genoeg vrije tijd… Toen ik hem vroeg „hoe we dat gingen aanpakken‟ lachte hij en zei vastberaden: We kunnen het proberen en zien wel hoe het gaat. We hebben tegenwoordig internet, toch? We kunnen veel overleggen via het net… Gerard herinnert zich deze momenten goed: “Na onze maaltijd maakten we kennis met Misjo Joezmeski, een aimabele man die inderdaad goed Nederlands sprak. Hij was in 2011, samen met de Macedonische dame, de oprichter
81
van „Cultura 365‟, een stichting die zich ten doel stelt de Macedonische cultuur uit te dragen en vooral ook het toerisme te bevorderen. Een van de iconen, de belangrijkste, van hun organisatie is A. den Doolaard. We kwamen overeen dat ik, terug in Nederland, opnieuw contact zou opnemen met de schrijver en een poging zou wagen het boekje uit het Engels in het Nederlands te vertalen.”22 Enige dagen later ontving ik een e-mail van Gerard Poelwijk. Opnieuw bood hij aan het boek te vertalen, als een hommage aan A. den Doolaard en uit naam van de Nederlands-Macedonische vriendschap. Ik hoefde niet meer te twijfelen, het was een serieus aanbod en ik antwoordde dat we direct zouden kunnen beginnen. De vertaling van het boek nam 3-4 maanden in beslag. Poelwijk vertaalde vanuit het Engels naar het Nederlands; nadat een bepaald gedeelte af was, stuurde hij de vertaling ter beoordeling. Ik vergeleek de diverse versies van de tekst en ten slotte bereikten we de uiteindelijke vorm van “Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard” in het Nederlands. Op deze manier creëerden we een tekst die lezenswaard was voor de Nederlandse lezer en eer deed aan de Macedonische editie. De vertaler zette al zijn kennis en jarenlange ervaring in en de vertaling was opmerkelijk; hij werd later geprezen door talloze lezers. Tenslotte, in 2013 lag de Nederlandse versie van “Onze Nederlandse vriend A. den 22
Gerard N. Poelwijk: Kennismaken met Ohrid is een hernieuwde kennismaking met A. den Doolaard en andersom, Narodna volja № 4/15, Blagoevgrad, april 2015
82
Gerard N. Poelwijk werd op 24 april 1947 te Amsterdam geboren. Zijn gehele werkende leven was hij leraar Nederlandse Taal en Letterkunde. Van 1979 tot 1982 werkte hij op het Nederlands Antilliaanse eiland Curaçao (hier werden dochter Karen en zoon Jaap geboren). Na de terugkeer naar het vaderland ging de familie wonen aan rand van het IJsselmeer in het dorp Bovenkarspel. Hij werkte als docent in de nabije stad Enkhuizen tot aan zijn pensioen in 2011.
Doolaardâ&#x20AC;? klaar voor de drukker. De uitgave zou eind maart afgerond zijn, maar vanwege de drukte bij de boekdrukker, waren de eerste proefdrukken op 7 mei 2013 gereed. Dat was echter precies op tijd, want Ohrid verwelkomde rond die datum de eerste groepen Nederlandse en Belgische (Vlaamse) toeristen. In de volgende vijf maanden, in het toeristenseizoen, verkocht het museum van A. den Doolaard 450 exemplaren die de toeristen kochten als aandenken aan hun verblijf in Ohrid. Het boek ontlokte talloze positieve reacties aan de lezers. Een van deze lezers was Gerard Gosen. Hij reageerde op 9 juni 2013 via de e-mail:
83
Van: Gerard Gosen Aan: yuzmeski@t-home.mk Verzonden: Zondag, 09 juni 2013 | 16:17 Onderwerp: A. den Doolaard Misjo, ik heb met veel plezier uw boek “Onze Nederlandse A. den Doolaard” gelezen. Het inspireert me tot herlezen en verder lezen van A. den Doolaard. En uw boek was een uitstekende kennismaking met Macedonië. Daar kan geen toerischtische informatie tegenop. Groet, Gerard Gosen
De kaft van de Nederlandse versie van “Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard”
84
Onder de eerste lezers van de Nederlandse vertaling van “Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard” bevond zich mijn oude kennis Jan Kaandorp. In zijn email van 16 mei 2013 schreef hij: Van: J. Kaandorp msc Aan: yuzmeski@t-home.mk Verzonden: Donderdag, 16 mei 2013 | 17:41 Onderwerp: je boek Beste Misho, ik heb de Nederlandse vertaling vanmiddag ontvangen. Het is een aardig boekje geworden met veel interessante illustraties en het presenteert zich heel goed. De coverfoto vind ik fantastisch, intrigerend. Heel veel dank ben ik je verschuldigd. Ik hoop dat het boekje zijn weg zal vinden bijvoorbeeld via Nederlandse toeristen. Mooi en deskundig vertaalwerk van Gerard Poelwijk, in samenwerking natuurlijk met jou. Aan de Engelse versie beleefde ik al veel plezier, dat zal ongerwijfeld ook zo zijn bij het lezen van deze versie. Het ga jou en het schone Ohrid en Macedoniё goed! Veel succes in je werk en hartelijke, vriendschappelijke groeten. Jan Kaandorp
A. DEN DOOLAARD EN DE MACEDONIËRS
86
DE NEDERLANDSE BESCHERMHEER VAN DE NAAM MACEDONIË23 Er wordt wel gezegd dat wanneer de feiten spreken God zwijgt! Ongelukkigerwijs zijn domme en oneerlijke mensen niet eens halfgoden, maar het zijn er wel veel. Sommigen van hen houden koppig vol dat “het gebied van de Republiek Macedonië pas voor de eerste maal Macedonië genoemd werd in 1944”24. Al even walgelijk is hun bewering dat “er voor 1944 geen afzonderlijke Macedonische identiteit bestond, daarom werd die om politieke redenen uitgevonden door de Joegoslavische communisten geleid door Tito”.25,26 Voorstanders van zulke theorieën moeten gek of heel naïef zijn wanneer zij werkelijk menen dat een gezonde en goed geïnformeerde geest in hun val trapt. Maar hun oneerlijke praktijken maken niemand iets wijs, want de herinneringen aan de periode van voor 1944 zijn talrijk en liggen voldoende vers in het geheugen. Deze keer zullen we de getuigenis oproepen van een Nederlandse schrijver en journalist die gedeeltelijk getuige was van de ontwikkelingen in Macedo23
Gepubliceerd in Branuvanja № 7, Struga, 2012 Dit is het officiële standpunt van Griekenland sinds 1991 toen de Republiek Macedonië onafhankelijk werd. 25 Dit is het officiële standpunt van beide buurlanden Bulgarije en Griekenland in hun beleid ten aanzien van de Republiek Macedonië en naar het Macedonische volk in het algemeen. 26 Josip Broz, bijgenaamd Tito (1892-1980) was een Joegoslavisch partizanenleider en politicus. Van 1953 tot 1980 was hij de president van Joegoslavië. 24
87
nië in de tijd dat de Macedonische identiteit het meest werd getart en degenen die de Macedonische identiteit droegen wreed werden vervolgd. In de vroege 20ste eeuw maakte Macedonië nog deel uit van het Ottomaanse Koninkrijk dat zijn laatste jaren kende. Terwijl de naburige staten plannen smeedden om de delen van de stervende staat in te lijven, loerden de Macedoniërs erop dit historische moment aan te grijpen om zich te bevrijden vanonder het juk van de Meester van de Bosporus. Na de mislukte Ilindenopstand volgden de twee Balkan Oorlogen en de verdeling van Macedonië in 1913. De turbulente gebeurtenissen in de Balkan trokken de aandacht van het hele Europese publiek. Gedurende die gebeurtenissen zit A. den Doolaard op school en draagt hij nog zijn echte naam Cornelis Johannes Georg Spoelstra. Vele jaren later schrijft de nu zeer bekende auteur en journalist in het autobiografische boek “Ogen op de rug; Terugkijkend naar boeken en tijdgenoten”: “Op school al had het woord „Macedonië‟ toverklank voor mij bezeten. Onder alle nog onbekende landschappen had alleen Macedonië voor mij een individueel, herkenbaar gezicht dat me uit de atlas aanstaarde met de ronde ogen van zijn bergmeren, even lokkend en verleidelijk als de vergeet-me-niet ogen van mijn eerste schoolliefde.”27 27
A. den Doolaard, Ogen op de rug; Terugkijkend naar boeken en tijdgenoten, Em. Querido‟s uitgeverij, Amsterdam, 1971, pagina 51
88
“De ronde ogen” van Macedonië: het Meer van Ohrid (links) en het Prespameer (rechts)
Als de zoon van een geestelijke die bovendien kerkhistoricus was, kwam Den Doolaard waarschijnlijk vele malen de naam “Macedonië” tegen, want die komt in de Bijbel voor net als in andere teksten of verhalen met Bijbelse thema‟s. Macedonië is, als het eerste beroemde wereldrijk, in de geschiedenislessen niet te vermijden. Op 1 december 1918 werd de geboorte van alweer een Europees land aangekondigd. Uit de stofwolken van de Eerste Wereldoorlog en uit de ruïnes van het Oostenrijks-Hongaarse Rijk werden Vojvodina, Bosnië, Herzegovina, Kroatië en Slovenië losgemaakt, terwijl
89
Montenegro geen officiële staat was en bleef. Al die delen verenigd met Servië vormden het Koninkrijk der Serviërs, Kroaten en Slovenen onder de kroon van de Servische dynastie. De staat werd uitgeroepen tot een koninkrijk, een natie met drie namen, maar eigenlijk was die naam een masker dat het Groot-Servisch project verborg. De uitbreiding “van Triglav28 tot Gevgelija29” wordt opgevat als een uitvergrote Servische staat tot ongenoegen van andere niet-Servische onderdanen en vooral van de Macedoniërs. Hun werd slecht de wrok gelaten andere “rechten” werden niet geschonken. Bij wet en de macht van het wapen werd zelfs het gebruik van de naam Macedonië en alle afleidingen ervan verboden. Maar de Macedonische naam blijft gebeiteld in het bewustzijn van elke Macedoniër en daar kan niemand die uitwissen! De naam “Macedonië” stond ook gegraveerd in de herinnering van A. den Doolaard. Met zijn opgroeien en intellectuele wasdom breidde ook zijn kennis van Macedonië zich uit. “In de jaren twintig kreeg ik toevallig een Frans boek in handen over geheime genootschappen: de Dekabristen, de Mafia, de Sinn Fein, de Zwarte Hand en de ORIM, afkorting van „Organisation Révolutionnaire Interne Macédoniénne‟.”30 28
De hoogste top van de Sloveense Julische Alpen die de noordelijke grens van voormalig Joegoslavië markeerde. 29 Macedonische stad op de huidige grens met Griekenland die de zuidelijke grens van voormalig Joegoslavië markeerde. 30 A. den Doolaard, Ogen op de rug; Terugkijkend naar boeken en tijdgenoten, Em. Querido‟s uitgeverij, Amsterdam, 1971, pagina 51
90
Na vele jaren van politieke instabiliteit, vervolgingen van en moorden op politieke tegenstanders trok Koning Alexander I Karagjorgjevitsj de absolute macht naar zich toe. De staat veranderde van naam in het Koninkrijk Joegoslavië en werd onderverdeeld in “banovinas” (provincies), genoemd naar hun langste rivieren: Sava Banovina, Donau Banovina, Drina Banovina, Morava Banovina… Het doel was om de historische namen en grenzen van de verschillende landen die bij de samenstelling van de staat ingelijfd waren te laten verdwijnen, op deze manier werd tegelijk de identiteit van de verschillende etnische bevolkingsgroepen gewist. VardarMacedonië, dat sinds de herindeling van 1913 Zuid-Servië werd genoemd, hoort bij de Vardar Banovina, samen met delen van het echte zuidelijke Servië en zuidelijk Kosovo. De naam Macedonië blijft nog steeds verboden met de bedoeling dat alle inwoners zich identificeren met “Zuidelijke Serviërs” of “Joegoslaven” (met de Servische taal en cultuur) en zich geen Macedoniërs meer voelen. In 1931 verblijft A. den Doolaard in Frankrijk. Hij werkt als havenarbeider in Marseille en daar… Hij zegt het in zijn autobiografische werk “Het leven van een landloper”: “Na de tweede werkdag zat ik op de havenkade de verloren lichaamsvochten te vervangen door bier en limonade, toen ik op de achterpagina van „Le Petit Marseillais‟, onder een advertentie voor hoofpijnpoeders een klein bericht las. In Zuid-Servië hadden leden van een geheim genootschap, die zich „comitadji‟ noemden, daverende bomaanslagen gepleegd. Er waren slacht-
91
offers, maar hun aanslag op de Oriënt-Express was mislukt. Het geheim genootschap werd aangeduid met de letters I.M.R.O.: Intern-Macedonische Revolutionaire Organisatie.”31 De vlam der nieuwsgierigheid nam bezit van de geest van Den Doolaard. Dezelfde avond nog vertrok hij naar Belgrado. Daar zocht hij informatie over de Joegoslavische bezetting van het Vardardeel van Macedonië en over het Pirindeel van Macedonië onder de wet van Bulgarije. “Het persbureau in Belgrado en het Bulgaarse consulaat hadden mij gratis alle argumenten vóór en tegen verschaft, in de vorm van stapels boeken en brochures. Toen ik ze uit had, lapte ik letterlijk en figuurlijk al die historische geleerdheid en hysterische propaganda aan mijn laars en ging zwerven. Ik had mensen nodig en geen papier.”32 We kunnen aannemen dat in “al die historische geleerdheid en hysterische propaganda” Macedoniërs door Serviërs “Zuidelijke-Serviërs” werden genoemd en door Bulgaren werden gezien “als een onafscheidelijk deel van de Bulgaarse natie”. Den Doolaard kon makkelijk en snel zien dat de twee tegengestelde beweringen 31
A. den Doolaard, Het leven van een landloper, Em. Querido‟s uitgeverij, Amsterdam, 1958, pagina 52 32 A. den Doolaard, Ogen op de rug; Terugkijkend naar boeken en tijdgenoten, Em. Querido‟s uitgeverij, Amsterdam, 1971, pagina 53
92
niet waar konden zijn en hij ging op pad op zoek naar de waarheid onder het volk van Macedonië. “Eenmaal in Macedonië ontdekte ik al gauw dat ik mijn vingers in een politiek wespennest had gestoken. Het vroegere Macedonië, een vilajet (provincie) van het Turkse rijk, was bij de vredesverdragen in drie stukken gescheurd. Uit het Griekse deel was de Slavisch sprekende bevolking grotendeels weggetrokken. Joegoslavië kreeg de grootste lap. De chauvinistische Joegoslavische regering, aan het hoofd waarvan een Servische koning stond, beweerde dat alle Macedoniërs al sinds eeuwen Serviërs waren, terwijl de Bulgaren die met een smalle reep bergterrein waren afgescheept, stijf volhielden wat ze vandaag de dag nog volhouden: alle Macedoniërs zijn Bulgaren.”33 Serviërs noemden hun deel van Macedonië “Zuid-Servië” of “Vardar Banovina” en Den Doolaard schreef in het voorwoord van de nieuwe uitgave van zijn roman “Oriënt-Express” in december 1939: “Macedonië was altijd een twistappel tussen de Serviërs, de Bulgaren en de Macedonische Slaven zelf, die onder elkaar weer in kampen waren verdeeld. Al schrijvende koos ik de partij van die Macedoniërs, welke m.i. de oorspronkelijke, grootse, federatief getinte vrijheids33
idem
93
idee, welke zij tot gans Europa wilden uitbreiden, het zuiverst hadden bewaard; en in mijn geestdrift hen door dik en dun te verdedigen, beging ik tegenover Serviërs en Bulgaren de nodige historische onrechtvaardigheden, welke ik nu, geholpen door een rijper inzicht, heb trachten te verzachten.”34 De spijker op de kop: A. den Doolaard schreef in 1939, zoals zo vaak daarvoor, over Macedonië en over Macedoniërs en noemde hen dus bij hun ware naam! Toen, net als nu, vanwege schaamte, angst, felle propaganda of gedreven door egoïstische motieven was het grootste deel van de Macedoniërs verdeeld in kampen en presenteerde zich naargelang het gebied waar zij woonden als Serviërs, Grieken of Bulgaren. Maar de Nederlander was zich bewust van het bestaan van die andere Macedoniërs wier streven slechts gericht was op de vorming van een eigen Macedonische staat, die onafhankelijk zou zijn of als deel van een grotere, democratische Balkanfederatie zou bestaan. Hij beschreef zaken zoals hij die had gezien en de waarheid deed pijn. Sinds de eerste editie van “OriëntExpress” in 1934 werd het boek van alle kanten bekritiseerd: “De Bulgaren kreten het boek voor proServisch uit; de Serviërs verfoeiden het als te pro-Bulgaars; de Macedoniërs vonden het gedeeltelijk niet genoeg pro-Macedonisch! De Franse, 34
A. den Doolaard, Oriënt-Express, Em. Querido‟s uitgeverij, Amsterdam, 1940, pagina‟s 5-6
94
Duitse en Engelse vertalingen werden in Zuidslavië verboden; in de Tsjechische vertaling werd ter wille van de toen nog bestaande Kleine Entente een wijziging aangebracht…”35 De roman, die oorspronkelijk werd geschreven tussen 1931 en 1934, en in de laatste versie van 1939 werd geüpdatetet, behandelt de geschiedenis van Macedonië via de activiteiten van de IMRO van 1903 tot 1934. Zelfs meer dan dat, de auteur verbindt Macedonië en de Macedoniërs uit de oudheid met de generatie van deze tijd; “Oriënt-Express” begint met het beroemde citaat uit de Bijbel waarin Macedoniërs en Macedonië genoemd staan: “En des nachts werd aan Paulus een gezicht getoond: er stond een Macedoniër, die hem bad en zei, kom over naar Macedonië, en help ons!”36 Daarna vindt men in het gehele boek de naam Macedonië en de afleidingen daarvan. Het eerste hoofdstuk van de roman kreeg de titel “Macedonië, juli 1903” en vervolgt met: “Nog nooit was het koren zoo snel gesikkeld als dien zomer in Macedonië. Elken dag maakte de zon zijn zengenden tocht over het gebarsten landschap, van de Belasjitsa-bergen in het oosten, over de ondraaglijk 35 36
idem, pagina 6 idem, pagina 9
95
glinsterende Vardar naar den witten Korab aan de Westgrens.”37 De titel van het eerste hoofdstuk en de eerste paragrafen begrenzen de tijd en de plaats van de handeling. Het begon allemaal in 1903, tussen de bergen Belasitsa en Korab. Het is het gebied van de huidige Republiek Ма-
De grenzen van de Republiek Macedonië omvatten het Vardargebied “van de Belasjitsa-bergen in het oosten, over de ondraaglijk glinsterende Vardar naar den witten Korab aan de Westgrens”.
37
idem
96
cedonië. Volgens de auteur wordt het land “van de Belasjitsa-bergen in het oosten, over de ondraaglijk glinsterende Vardar naar den witten Korab aan de Westgrens” Macedonië genoemd. En de inwoners dan!? Al in het allereerste begin van de roman stelt de auteur ons voor aan vojvoda Damian Drangov... “...die behalve Macedonisch, ook Fransch en Grieksch kende, en een beetje Duitsch…”38 Lang voor het jaar 1944, het jaar dat de ontkenners van de Macedonische identiteit afdoen als een “nationale ramp” vanwege het feit dat een deel van Macedonië autonoom werd en voor elk van hen zo de veroveringsplannen verstoorde, schreef de Nederlander in één zin: erken in de eerste plaats het bestaan van de Macedonische taal, (ten tweede) scheidt die taal van het Grieks als een duidelijk niet-Griekse taal en (ten derde) stel het Macedonisch gelijk met de goed ontwikkelde en wereldwijd erkende talen als het Frans en het Duits. Dat alles schrijft hij in een tijd dat de Macedonische taal streng verboden was in alle delen van Macedonië. In de tijd bijvoorbeeld dat Angjelko Krstitsj39 van Labunisjta40, 38
idem, pagina 11 Angjelko Krstitsj (1871-1952) zag zichzelf, nadat hij zijn opleiding had genoten op Servische scholen, als een Serviër en geloofde dat alle Macedoniërs Serviërs waren. Zelfs vóór 1912, toen Macedonië nog gebukt ging onder de Ottomaanse heerschappij, werkte hij al jarenlang als leraar op de Servische scholen in Macedonië en pleitte hij enthousiast voor de uitbreiding van de Servische taal en de cultuur onder de Macedoniërs in zijn woonplaats. Desondanks was hij een van de meest geta39
97
een etnische Macedoniër, zich tot Serviër liet verklaren en zelfs niet wilde weten van een afzonderlijke Macedonische identiteit, in de tijd dat vele Macedoniërs onder het Griekse juk verplicht werden om wonderolie te drinken alleen maar omdat ze hun eigen taal spraken. In de tijd toen Kotsjo Ratsin41 naar Kroatië moest uitwijken om zijn dichtbundels in het Macedonisch te laten drukken, in die tijd zegt de Nederlander openlijk dat Zuid-Servië in de Joegoslavische “Vardar Banovina” in feite Macedonië heet, waar Macedoniërs leven die verschillen van de inwoners van de belendende naties en daarom hun eigen onderscheidende identiteit koesteren. De onderscheidende kenmerken van de Macedonische identiteit worden in de boeken van Den Doolaard tot uitdrukking gebracht door het herhaaldelijk gebruik van de termen “Macedonië”, “Macedonische mensen” of “Macedonische … (… taal, … heuvels, … liederen, … strijders…)” en bovendien lenteerde schrijvers van Macedonische afkomst en in zijn gehele werk behandelt hij het leven van zijn landgenoten uit de vroegste 20e eeuw. In 1934 kreeg hij de prijs voor de beste Servische roman van de Servische Academie van Kunsten in Belgrado. 40 Labunisjta is een grote dorp te noordwesten van Ohrid. 41 Kosta Solev (1908-1943) voornamelijk bekend als Kotsjo Ratsin, was een Macedonische revolutionair en auteur die wordt gezien als de grondlegger van de moderne Macedonische literatuur. Onder de Joegoslavische (Servische) heerschappij (1918-1941) werden alle drukkerijen in Vardar-Macedonië streng gecontroleerd en niemand mocht boeken of kranten afdrukken in het Macedonisch. In Kroatië was er minder controle en daar publiceerde Ratsin zijn gedichtenbundel Witte Dageraden (Beli mugri/Бели мугри) geschreven in de Macedonische taal. Het boek werd onmiddellijk verboden, maar was direct al populair onder de Macedoniërs in alle delen van Macedonië als “het eerste boek gedruckt in de moderne Macedonische taal”.
98
door de nadruk te leggen op de wens van de Macedoniërs om te vechten voor de autonomie van hun vaderland als een tegenwicht voor alle pogingen van de omringende naties het land te veroveren.
Kotsjo Ratsin behoorde tot “de partij van die Macedoniërs, welke m.i. de oorspronkelijke, grootse, federatief getinte vrijheidsidee, welke zij tot gans Europa wilden uitbreiden, het zuiverst hadden bewaard”.
De Nederlandse schrijver en journalist A. den Doolaard zag al vroeg in de duisternis van de 20ste eeuw wat sommigen vandaag de dag, terwijl het nu toch duidelijk zichtbaar is, nog niet eens kunnen zien. Zulke kortzichtige mensen kunnen met de sterkste verrekijker niet geholpen worden, want voor een juiste visie is ook een heldere geest vereist.
99
MacedoniĂŤ is een continu thema in het werk van A. den Doolaard
100
DIT IS MACEDONIË42 “In Joegoslavië verliest men tweemal zijn hart: eerst aan het land, en dan, en voorgoed, aan de mens.” – A. den Doolaard43 In 1956 gaf de Amsterdamse uitgeverij Contact het boek “Dit is Joegoslavië” uit.44 De uitgave maakt deel uit van een grotere serie reisboeken gewijd aan enige Europese landen en steden die in die tijd aantrekkelijke bestemmingen waren voor de Nederlandse toeristen. Het boek is het werk van twee Nederlanders, heel lang al persoonlijke vrienden en partners, die onder meer hun liefde voor reizen en fotografie deelden. De maker van de foto´s is Cas Oorthuys en de tekst is van A. den Doolaard. In overeenstemming met de selectie foto´s en de opzet van de tekst is het boek een algemene reisbeschrijving met als enig doel te informeren en, niet onbelangrijk, de aandacht van het Nederlandse publiek te vestigen op Joegoslavië. 42
http://www.ohridnews.com/vesti/53718), Ohrid, 04.04.2013 A. den Doolaard & Cas Oorthuys, Dit is Joegoslavië, Contact, Amsterdam/Antwerpen, 1956, pagina 6 44 Het boek werd ook in andere landen gepubliceerd: Duitsland (Das ist Jugoslawien, Axel Juncker, Berlin, 1957), Verenigd Koninkrijk (This is Yugoslavia, Bruno Cassirer, Oxford, 1957) en Frankrijk (Voici la Yougoslavie, Flammarion, Paris, 1959). 43
101
“Dit is Joegoslavië” telt 96 pagina‟s met voornamelijk zwart-wit foto´s. Ofschoon de tekst veel minder ruimte in beslag neemt, kan men er niet omheen. Met weinig doch welgekozen woorden vertelt de schrijver het verhaal van het vroegere Socialistische Federale Joegoslavië (1943-1991) waarin alle provincies zijn vertegenwoordigd met hun natuurlijke en culturele kenmerken.
Republiek Macedonië als deelstaat van federale Joegoslavië (1943-1992) Joegoslavië werd opgericht in 1918 als een koninkrijk, dat vanaf 1918 tot 1929 Koninkrijk der Serviërs, Kroaten en Slovenen heette. Na de Tweede Wereldoorlog werd Joegoslavië een socialistische federale staat, waarbij ook het Macedonische volk een eigen territorium kreeg, de Socialistische Republiek Macedonië. Op 8 september 1991 werd deze deelstaat na een referendum onafhankelijk.
102
De auteur begint het verhaal van Joegoslavië in het noorden en gegidst door de geografische ligging van de plaatsen wordt het verhaal compleet in het zuiden met de (toen nog: Volks-) Republiek Macedonië. We moeten niet vergeten dat de Republiek Macedonië qua oppervlakte en bevolkingsaantal één tiende deel van de vroegere federatie uitmaakte, vandaar dat er in dit boek een evenredig aandeel aan werd besteed. Toevallig of zeer bewust werden aan Macedonië negen volledige pagina‟s gewijd; dat is bijna een tiende van de totale omvang van het boek. Vanzelfsprekend is de keuze van de foto´s niet willekeurig. Alle acht de foto´s tonen de elementaire items die Macedonië kenmerken. De eerste foto in het Macedonië-deel toont een boer op een kar die door een os wordt voortgetrokken tegen een achtergrond van rotsen, terwijl in het begin van de beschrijvende tekst de woorden van Den Doolaard “klinken”: “Macedonië is bergland”45. In die tijd leeft het grootste deel van het Macedonische volk in dorpen traditioneel of, beter, op een primitieve manier, daarom tonen de foto‟s een plattelandshuis met op de voorgrond een vrouw die water uit een bron pompt; een andere vrouw draagt op haar hoofd een wieg met een baby; de mensen zijn gekleed in de traditionele klederdracht… Ondanks de beperkingen van het kleine formaat boek (weinig pagina‟s, het pocketformaat, weinig tekstruimte) slaagt Den Doolaard erin in een pennenstreek het gehele imago van Macedonië als land van natuurlijke schoonheid met een lange, rijke historie te ontvouwen: 45
A. den Doolaard en Cas Oorthuys, Dit is Joegoslavië, Contact, Amsterdam/Antwerpen, 1956, pagina 88
103
“In de vlakten tussen de bergketenen en in de rivierdalen gedijen oriëntaalse gewassen: opium, rijst, katoen. Hier was het, dat Alexander de Grote zijn aanloop nam voor de gedurfde sprong naar Indië. De Via Egnatia, de handelsweg van het keizerlijke Rome naar Byzantium liep door Zuid-Macedonië, langs Ohrid, dat de oude mijlpalen in zijn museum bewaart.”46 In dit boek benadrukt Den Doolaard alweer heel helder het belangrijkste kenmerk van Macedonië dat in Europa en in de gehele wereld wordt erkend: “Want Macedonië is vanouds volkerenmengsel en kruispunt van culturen.”47 In elke presentatie van Macedonië mag Ohrid niet onvermeld blijven. In dit boek wordt de stad op twee pagina‟s gepresenteerd met twee foto‟s: een smalle, stijgende straat in de oude stad (de huidige straat “Metodija Pattsjev”) en de onvermijdelijke kerk van St. Jan de Evangelist (in het Macedonisch: Sv. Jovan Bogoslov) in het vissersdorpje Kaneo. In een paar zinnen tracht de auteur een beknopte beschrijving te geven van de stad en zijn betekenis: “In de middeleeuwen telde Ohrid, groot centrum van geloof en wetenschap, dozijnen orthodoxe kerken. Vandaag zijn er nog een tiental over. De orthodoxe kloosterlingen kozen voor 46 47
idem idem
104
hun vrome behuizing bewust een schoon uitzicht. Vandaar ook de onvergetelijke ligging van het 14e-eeuwse kloostertje Svati Jovan Bogoslov, op een hoge klip boven het wijde bergmeer.”48
Een kijkje binnen het boek “Dit is Joegoslavië”
48
idem, pagina 95
105
De publicatie van het boek had zeker een aandeel in het wekken van de interesse van de Nederlandse lezer ten aanzien van Joegoslavië, en daarbij tevens Macedonië. Echter, het slaagde er niet in de aandacht van de Nederlandse lezers vast te houden. Tezelfdertijd, en ook later nog, verschenen er soortgelijke publicaties die dit boekje al snel in de vergetelheid deden geraken. Later, met de verdwijning van Joegoslavië, wordt het boek van zuiver documentaire betekenis: archiefmateriaal. Ondanks dit lot van het boek mogen we geloven dat het boek hielp een indruk na te laten van Macedonië en van Ohrid in de herinneringen van de lezers. Dit is de enige verdienste van het boek in de ontwikkeling van de Nederlands-Macedonische banden. “Dit is Joegoslavië” heeft bovendien geen betekenisvolle rol kunnen spelen in de ontwikkeling van het toerisme, want in de tijd van verschijnen was een trip naar Macedonië vooral weggelegd voor avonturiers. De wegen, zelfs die tussen de grootste plaatsen, waren slecht, terwijl de meest prachtige, bergachtige gebieden slechts te voet bereikbaar waren. Er was een gebrek aan hotels, aan restaurants en aan vele andere faciliteiten. De herinnering aan het heftige verleden completeren de moeilijkheden van het leven in die tijd. “Een generatie geleden nog was Macedonië synoniem met malaria en analfabetisme. Thans streeft het driftig vooruit en de malaria is geheel bedwongen. Maar nog steeds gaat het leven er langzamer dan elders.”49 49
idem, pagina 88
106
In de jaren zestig werden er betere omstandigheden gecreëerd. Toen werd de infrastructuur aanmerkelijk verbeterd, terwijl het politieke systeem in Joegoslavië steeds liberaler werd. Onder die omstandigheden begon het aantal buitenlandse bezoekers toe te nemen. Onder hen zijn de Nederlanders in de zeventiger en tachtiger jaren van de 20e eeuw het meest nadrukkelijk aanwezig, vooral rond het meer van Ohrid. De grote vertegenwoordiging van Nederlanders in Ohrid en de stevige Nederlands-Macedonische banden leidden ertoe dat het eerste Nederlandse park in Macedonië werd geopend. Het werd officieel voor het eerst in gebruik genomen op 11 mei 1975 in het gebied dat “Gorica” heet, belendend aan het vroegere “Park”-hotel aan de oevers van het meer van Ohrid50. Er werden toen talloze tulpen geplant die als een van de symbolen van Nederland én als teken van vriendschap geschonken werden door de Nederlandse stad Katwijk. In de loop van de tijd verdwenen de bloemen, maar de herinnering verflauwde nooit en dertig jaar later werd het park in ere hersteld. Het nieuwe Nederlandse park werd in 2006 geopend in de stad Ohrid. Nu staat hier het eerste monument gewijd aan A. den Doolaard, dat kan geen toeval zijn! Want de regelmatige, omvangrijke aanwezigheid van Nederlanders in Ohrid dankt de stad aan de promotieactiviteiten van deze Nederlander die decennialang de bezienswaardigheden van de stad bezocht en beschreef.
50
Risto Kuzmanoski en Kosta Rakitsj, Ohrid (toeristengids), Ohrid, 1986, pagina 50
107
TWINTIG JAAR NA DE DOOD VAN A. DEN DOOLAARD51
Twintig jaar geleden stierf de gewone man die een zeer ongewoon leven leidde, Cornelis Johannes George Spoelstra (1901-1994), hij werd beter bekend onder het pseudoniem A. den Doolaard; de Nederlandse journalist, schrijver, zwerver en een groot vriend van Macedonië. 51
Voor het eerst gepubliceerd in Narodna volja № 12/2014, Blagoevgrad, december 2014. Een andere versie van dit artikel werd gepubliceerd ook door Iltsje Stojanoski in zijn boek Ohridski vistini - slutsjki, prikazni i fakti od minatoto (Nederlands: Ohridse waarheden - anekdotes, verhalen en feiten uit het verleden), Ohrid, december 2014, pagina‟s 122-125
108
Een Nederlander die verliefd werd op Macedonië Sinds de zestiger jaren van de vorige eeuw zijn het de Nederlanders die het meest en het vaakst het meer van Ohrid bezoeken. Het begin van hun massale aanwezigheid wordt geassocieerd met A. den Doolaard die volgens velen wordt beschouwd als de meest verdienstelijke promotor van Macedonië in Nederland. A. den Doolaard was lange tijd een van de meest invloedrijke Nederlandse schrijvers en journalisten. Hij was actief gedurende een periode van zes decennia waarin hij vijftig boeken over diverse onderwerpen in verschillende genres schreef (romans, autobiografieën, reisboeken, het korte verhaal, poëzie) en talloze artikelen voor Nederlandse kranten. Veel van deze boeken beleefden een aantal heruitgaven en sommige ervan kwamen terecht op de verplichte literatuurlijsten van de middelbare scholen. De meeste boeken werden geïnspireerd door de landen die werden bezocht door de schrijver die altijd beroemd zal blijven om zijn zwervende bestaan. De boeken die Macedonische onderwerpen beschrijven, nemen een belangrijke positie in het werk van A. den Doolaard. De roman “Oriënt-Express” die werd gepubliceerd in 1934 en werd opgedragen aan de Macedonische vrijheidsstrijd, wordt beschouwd als een van de meesterwerken van de Nederlandse schrijver. Hij schrijft ook in de roman “Samen is twee keer alleen” over Macedonië evenals in sommige andere boeken en krantenartikelen. “De bruiloft der zeven zigeuners”, gepubliceerd in 1939 speelt de sleutelrol in de promotie van Ohrid. Het liefdesverhaal van fotograaf Branko en de mooie studente
109
Doesjka speelt zich af rond het meer van Ohrid. Tegelijk met het liefdesepos vertelt de auteur over Ohrids meest belangrijke culturele en historische monumenten en over het leven in het algemeen in de stad tijdens de jaren voor de Tweede Wereldoorlog. In de roman vinden we ook volksliedjes uit Macedonië en uit andere delen van het vroegere koninkrijk Јoegoslavië. “De bruiloft der zeven zigeuners” werd ontvangen als een romantisch verhaal dat voor de Nederlandse lezers de exotische kant van de Balkanstaten moest weergeven; het boek bleef decennialang populair, getuige de talloze heruitgaven. Het werd bovendien in Oostenrijk, Duitsland en Zwitserland uitgegeven. Het boek wekte nieuwsgierigheid op bij de lezers die de drang voelden de plaatsen te bezoeken waardoor zij zich zouden kunnen identificeren met de hoofdpersonen binnen het verhaal. Gedurende het hele verhaal zendt de schrijver een ondubbelzinnige uitnodiging uit om Macedonië te bezoeken en kennis te nemen van de schoonheid ervan. Hij schrijft bijvoorbeeld: “Overigens is het de moeite waard uit Parijs naar de Balkan te komen, enkel om Ohrid te zien. Wat een prachtige ligging tegen die steile heuvel op! En in het stadje, welk een verrukkelijke mengeling van gebruiken en eeuwen...”52 Duizenden Nederlanders zijn die uitdaging aangegaan en hebben besloten Ohrid te bezoeken. Daardoor zijn veel stevige vriendschappen gesloten, er waren zelfs 52
A. den Doolaard, De bruiloft der zeven zigeuners, Em. Querido‟s uitgeverij, Amsterdam, 1963, pagina 35
110
trouwpartijen met burgers van Ohrid en met andere Macedoniërs waardoor zij een onverbrekelijke band smeedden tussen de twee landen. Dit is het beste bewijs voor de stelling dat A. den Doolaard via “De bruiloft der zeven zigeuners” een geweldige bijdrage leverde aan de populariteit van Ohrid en daardoor ook aan de ontwikkeling van het toerisme en de verdere betrekkingen tussen Nederland en Macedonië. A. den Doolaard schreef eveneens in andere boeken over Ohrid. In het boek “Dit is Joegoslavië”, dat behalve in Nederland ook werd uitgegeven in het Verenigd Koninkrijk, in Duitsland en in Frankrijk, schrijft hij: “In de Middeleeuwen telde Ohrid, groot centrum van geloof en wetenschap, dozijnen orthodoxe kerken. Vandaag zijn er nog een tiental over. De orthodoxe kloosterlingen kozen voor hun vrome behuizing bewust een schoon uitzicht. Vandaar ook de onvergetelijke ligging van het 14e-eeuwse kloostertje Svati Johan Bogoslov, op een hoge klip boven het wijde bergmeer.”53 A. den Doolaard verspreidt zijn liefde voor Macedonië onder nieuwe generaties en dat bleef hangen in de herinneringen van veel Nederlandse lezers. Zijn Macedonische bewonderaars herinneren hem zich als de architect van de vriendschap tussen twee verschillende culturen van twee ver uiteenliggende landen. 53
A. den Doolaard en Cas Oorthuys, Dit is Јoegoslavië, Contact, Amsterdam/Antwerpen, 1957, pagina 95
111
Macedonië eert de grote Nederlandse vriend
A. den Doolaard te paard in Macedonië (1932)
In mei 2006 kreeg de stad Ohrid het gerenoveerde Nederlandse Park waarin het monument ter ere van A. den Doolaard een centrale plaats inneemt en in de loop van datzelfde jaar verscheen voor het eerst de Macedonische vertaling van “De bruiloft der zeven zigeuners”. In 2011, ook in Ohrid, stichtten de culturele ondernemers Misjo Joezmeski en Lidija Razmoska het culturele en informatieve centrum “Cultura 365” en ze openden in het centrum een herdenkingskamer voor A. den Doolaard; zijn boeken werden er tentoongesteld en men kan er worden geïnformeerd over zijn leven. Een jaar later publiceerde de schrijver van deze tekst, Misjo Joezmeski, het boek “Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard” waarin het leven en het werk van de Nederlandse bewonderaar van Ohrid wordt beschreven.
112
MACEDONIË VOOR DE MACEDONIËRS EN DE LIEFDEVOLLE ONDERSTEUNING VANUIT NEDERLAND “Verliefdheden uit de vroege puberteit zijn dikwijls de heftigste en onvergetelijkste. En op Macedonië was ik verliefd sinds mijn veertiende jaar.”54 – A. den Doolaard Na de dood van autoritaire communistische leider Josip Broz Tito (1892-1980), raakte de Socialistische Federale Republiek Joegoslavië in een diep politieke en economische crisis. De erfgenamen van Tito zwoeren bij zijn politieke opvattingen (ze herhaalden regelmatig de slogan “Na Tito-Tito!”) maar het ontbrak hen aan autoriteit. De afwezigheid van een sterke leidende politieke figuur schonk aan alle ontevredenen van de maatschappij de moed en hun tot nog toe verborgen frustraties kwamen plotseling aan de oppervlakte. Onenigheid over het leiderschap van de leden van de federatie over talloze onderwerpen werden steeds meer uitgesproken en verspreid onder het volk. De politiek van “broederschap en eenheid” van de Joegoslaven maakt plaats voor een golf van superioriteitgevoelens onder de diverse bevolkingsgroepen en alle pogingen om de federatie te redden lijken eerder regelmatige oprispingen van wanhoop en hypocrisie dan serieuze oplossingen te bieden. 54
A. den Doolaard, Samen is twee keer alleen, Em. Querido`s Uitgeverij b.v., Amsterdam, 1976, pagina 81
113
Josip Broz, beter bekend onder zijn bijnaam Tito, geboren in een arm katholiek gezin uit een Kroatische vader en een Sloveense moeder, een communist en aanhanger van de internationale gedachte, een politicus en militair leider van socialistisch Joegoslavië… A. den Doolaard was in de gelegenheid om Tito persoonlijk te ontmoeten. Op de foto: een portret van Tito uit 1943 door de Sloveense kunstenaar Božidar Jakac
Bepalend vooral is de tweede helft van 1989, met de verstoring van de betrekkingen tussen Servië en de overige republieken van Joegoslavië, in het bijzonder met
114
Slovenië dat toentertijd de eerste stappen zette op weg naar de onafhankelijkheid. De totale desintegratie van Joegoslavië is dan onvermijdelijk en de Macedoniërs maken zich zorgen over hun toekomst gezien de ontwikkelingen binnen de federatie en ook al vanwege het onvoorspelbare en het vijandige gedrag van de buurlanden: Albanië ondersteunt de wensen van de grote Albanese minderheid in de Macedonische Republiek om bij het moederland te willen horen, Griekenland ontkent het bestaan van een zelfstandige Macedonische nationale identiteit en Bulgarije maakt, zoals altijd, weer aanspraken op geheel Macedonië. De crisis binnen de Joegoslavische federatie raakt de Nederlanders niet direct, maar zij volgen de ontwikkelingen op de Balkan op de voet. Een extra reden voor de toenemende aandacht zijn de turbulente politieke processen die zich tegelijkertijd afspelen in de overige communistische landen van Oost Europa. Terwijl het politieke klimaat op de Balkan en in heel Oost Europa een kookpunt bereikte, publiceerde het invloedrijke Nederlandse dagblad NRC Handelsblad op 14 december 1989 de hoogst provocerende boodschap “Macedonië voor de Macedoniërs”. Deze oproep werd niet geuit door een opgewonden nationalistische Macedoniër zoals men kon verwachten, maar door een Nederlandse schrijver en journalist van (gedeeltelijk) Friese afkomst.55 Het betrof Cornelis Johannes Georg Spoelstra, beter bekend onder zijn pseudoniem A. den Doolaard. 55
Germaanse Friezen vormen een volk dat leeft aan de kust van de noordelijke Noordzee in Nederland en Duitsland. In beide landen worden ze erkend als een volk binnen de natie. A. den Doolaard was van moederszijde Nederlands en een Fries in
115
“Macedonië voor de Macedoniërs” is het ideaal van de revolutionaire Macedoniërs gedurende hun strijd tegen het Ottomaanse Rijk om een onafhankelijke Macedonische staat te bewerkstelligen. Het oudst bekende, geschreven bewijs van de slogan is een document uit 1880 over de kwestie geleverd door de Voorlopige Regering van Macedonië “Eenheid”.56 Later werd deze slogan overgenomen door de Interne Macedonische Revolutionaire Organisatie (IMRO) en door alle andere voorvechters van de onafhankelijkheid van Macedonië. Toen de invloedrijke Britse politicus William Gladstone57 de kreet bezigde in een brief58 van 1897, dook de term ook op in het internationale circuit. In de huidige politieke situatie zou zo een slogan chauvinistisch en discriminerend klinken, maar “Macedonië voor de Macedoniërs” werd vooral gebruikt als antwoord op de Bulgaarse, Griekse en Servische territoriale aanspraken op Macedonië. de lijn van vaderskant. Zijn echte naam Spoelstra bevat de karakteristieke Friese uitgang „stra‟. 56 De Voorlopige Regering van Macedonië “Eenheid” was actief in 1880 en 1881. Zij was samengesteld uit vertegenwoordigers van diverse etnische groeperingen in Macedonië. 57 William Gladstone (1809-1898) was een Britse Liberale politicus. Hij maakte gedurende 60 jaar deel uit van het politieke leven van Brittannië en was vier keer Prime Minister. 58 “De hopeloosheid van de Turkse regering zou me met vreugde moeten vervullen nu zij verdreven is uit de landen die zij onderwierp. Maar naast de Ottomaanse overheersing kan niets betreurenswaardiger en afkeurenswaardiger zijn dan de jaloezie tussen Grieken en Slaven en de plannen die bestaan bij deze landen om zich andere gebieden al toe te eigenen. Waarom geen Macedonië voor de Macedoniërs zoals er een Bulgarije is voor de Bulgaren en een Servië voor de Serviërs?” Een citaat uit een brief uit Mr. Gladstone and the Balkan Confederation in The Times (6 februari 1897)
116
“Macedonië voor de Macedoniërs” was ook het ideaal van A. den Doolaard. Hij had niet de macht om de situatie in Macedonië te beïnvloeden noch was hij in staat het agressieve gedrag van de buren in te dammen. Hij handelde als journalist en als schrijver en koos als een trouwe vriend altijd de zijde van de Macedoniërs in hun strijd voor vrijheid – het ideaal dat hij zijn gehele leven voorstond en uitdroeg! Precies dát deed hij op 14 december 1989 toen hij het artikel met de klinkende titel “Macedonië voor de Macedoniërs” publiceerde in het “NRC Handelsblad”. De betrokkenheid van A. den Doolaard bij Macedonië kan slechts worden begrepen door zorgvuldig zijn levenspad te volgen dat parallel liep aan de jaren van de 20e eeuw. Tegelijkertijd kunnen we een tweede tijdlijn tekenen die loopt van 1915 tot 1944 en die de unieke band van de schrijver representeert met Macedonië. Die tweede lijn werd gedocumenteerd en vastgelegd in zijn boeken, in zijn krantenartikelen en in andere publicaties. De vroegste jaren van Den Doolaards leven vielen samen met het laatste decennium van de vijf eeuwen lange Ottomaanse overheersing van Macedonië en met gebeurtenissen die het huidige lot van dit ongelukkige land bepaalden. Allereerst is daar de Ilinden Opstand59 in 59
De Ilinden Opstand brak uit op de Dag van St. Elias (in het Macedonisch: Ilinden) op 2 augustus 1903 en gewapende botsingen met het Ottomaanse leger vonden plaats tot oktober van dat jaar. Gedurende de opstand leden meer dan 200 gehuchten in heel Macedonië onder de oorlog, 12.400 huizen werden verbrand, 70.836 mensen werden thuisloos, 8.816 mensen werden gedood; 30.000 mensen moesten hun woonplaatsen ontvluchten. Gedurende de opstand leverden de rebellen 197 gevechten, waarbij 949 oproerlingen werden gedood. Ondanks de misluk-
117
1903 onder het commando van de IMRO60 en de verdeling van Macedonië in 1912 die werd bevestigd door het Verdrag van Boekarest op 13 augustus 1913. In die tijd was Den Doolaard zich echt niet bewust van wat er gebeurde op de Balkan. En toch wakkerden deze gebeurtenissen zijn interesse niet veel later aan en speelden ze een gewichtige rol in zijn ontwikkeling als persoon én als schrijver. “Op school al had het woord „Macedonië‟ toverklank voor mij bezeten.” – schrijft hij in zijn autobiografisch werk “Ogen op de rug; Terugkijkend naar boeken en tijdgenoten”.61 In de twintiger jaren nam het leven van Den Doolaard een wending; hij vond de juiste richting naar een toekomstig leven volgens zijn eigen wensen. Hij probeerde het als dichter en als schrijver van proza zonder echter enig succes te boeken. In september 1928 verliet hij voor altijd zijn boekhoudersbaantje en was hij vastbesloten om de rest van zijn leven te reizen en te schrijven. Al die tijd
king staat de opstand (Ilinden) symbool voor de Macedonische strijd voor de onafhankelijkheid. Vandaar dat de stichting van de Socialistische Federale Republiek van Macedonië op 2 augustus 1944 beschouwd wordt als Tweede Ilinden en de afscheiding van Joegoslavië op 8 september 1991 als Derde Ilinden. 60 IMRO werd opgericht op 23 oktober 1893 in Thessaloniki en vocht tegen de Ottomaanse regering en tegen de gewapende bendes van de buurlanden Servië, Bulgarije en Griekenland die herhaaldelijk Macedonië binnenvielen. IMRO viel compleet uiteen in 1908 vanwege interne verdeeldheid. Daarna, in 1919, werd IMRO in ere hersteld en de organisatie opereerde tot 1934. 61 A. den Doolaard: Ogen op de rug; Terugkijkend naar boeken en tijdgenoten. Em. Querido‟s Uitgeverij, Amsterdam, 1971, pagina 51
118
bleef zijn belangstelling via boeken en dagbladen gefocust op Macedonië. Toen, bij toeval, een Frans boek over geheime organisaties in zijn handen viel, maakte hij kennis met de IMRO, dat is de Interne Macedonische Revolutionaire Organisatie.62 “Geschiedenis van de Geheime Genootschappen” was een boek over organisaties die opereerden in diverse landen, die gewelddadige methoden hanteerden en werden omringd door mysteries. Daarmee was de honger naar informatie over de IMRO bepaald niet gestild maar juist intrigerend genoeg om zijn aandacht vast te houden. De allereerste kinderlijke nieuwsgierigheid van de middelbare school werd aangevuld met echte interesse voor de politieke situatie waarin Macedonië en de omringende landen verkeerden. Zijn volwassen “ik” zocht een meer substantiële introductie naar het afgelegen en voor hem in die tijd nog steeds onbekende land. De dertiger jaren werden gekenmerkt door de grote financiële crisis en de opkomst van het fascisme. Het was precies in deze periode dat Den Doolaard uitgroeide tot echtgenoot en vader, tot schrijver en journalist en ook zijn sterke afkeer van het fascisme aan het licht kwam. In juni 1931 start de Balkanperiode in het leven van Den Doolaard. Hij reist intensief door de landen van de Balkan en legt de nieuw vergaarde ervaringen vast in boeken die zijn positie binnen de populaire Nederlandse schrijverskring zullen versterken.Terug in Nederland zullen deze boeken net als talloze artikelen hem terecht de titel “De echte expert van de Balkan” opleveren. Hij reist 62
idem
119
op allerlei manieren naar de meest afgelegen gebieden van de Balkan, ontmoet journalisten, terroristen, politici en andere mensen van allerlei sociale, etnische en religieuze groeperingen. Hij vergaart grote kennis over de geschiedenis, de gebruiken, de gewoontes en over het dagelijkse leven van de mensen in deze streek. Hij leeft met hen hun leven mee, hij identificeert zich met hen. In de dertiger jaren raakt Den Doolaard echt bekend met Macedonië. Dat land trok hem aan in de Balkan, gaf hem de inspiratie voor sommige van zijn meest succesvolle boeken en hij slaagde erin het land te promoten in het westen. Het lijden en het eeuwige verlangen naar vrijheid beschreef hij in “Oriënt-Express” (1934) waarin hij in de vorm van een roman de historie van de Macedonische bevrijdingsbeweging in de eerste jaren van de 20e eeuw beschreef. Zijn allereerste ervaringen als zwerver door het land en de politieke toestand beschrijft hij in het reisboek “Van vrijheid en dood” (1935). Prachtige locaties en cultureel erfgoed vinden we terug in “De bruiloft der zeven zigeuners” (1939). De veertiger jaren zorgen voor een “gedwongen vakantie” wat het zwerven door de Balkanlanden betreft en het schrijven over onderwerpen betreffende de Balkan. De belangrijkste reden is de Tweede Wereldoorlog (1939-1945). In die tijd wordt Nederland en een groot deel van Europa militair bezet door Duitse Nazi‟s en hun bondgenoten en de naam van de antifascistische Den Doolaard staat op de zwarte lijst. Gedurende deze periode legt hij zich geheel toe op zijn moederland: tijdens zijn verblijf in Londen werkt hij als radioverslaggever in programma‟s voor zijn onderdrukte landgenoten en na de oorlog keerde hij terug naar het door de oorlog geteister-
120
de land en nam hij actief deel aan de drooglegging van de onder water gezette gebieden. Deze periode in zijn leven werd vastgelegd in diverse boeken, waarvan we “Het verjaagde water” (1947) zeker moeten noemen – de enige novelle over een Hollands thema. Hij schrijft na lange tijd weer poëzie. In de laatste jaren van ‟40 toont de schrijver actieve interesse in Azië en Amerika gevolgd door reizen en nieuwe boeken over deze trips. In dezelfde tijd vinden er op de Balkan interessante veranderingen plaats. In april 1941 verdween het Koninkrijk Joegoslavië door de grillen van de oorlog en maakte al gauw plaats voor een totaal nieuwe politieke werkelijkheid. De Communistische Partij van Joegoslavië vormde onder leiding van Tito het Volksbevrijdingsleger, dit leger bevrijdde het land van de fascistische bezetter en maakte tegelijk een eind aan de vooroorlogse Servische hegemonie. Gedurende de oorlog, op 29 november 1943, werden de fundamenten gelegd voor een nieuwe staat Joegoslavië als federatie van zes gelijke naties: Slovenië, Kroatië, Bosnië en Herzegovina, Montenegro, Servië en Macedonië. De onderdrukkers (de Serven) werden nu op gelijk niveau geplaatst met de onderdrukten (de Macedoniërs). Vervolgens kreeg Vardar-Macedonië de positie als onafhankelijke staat binnen Joegoslavië en op die manier werd het ideaal “Macedonië voor de Macedoniërs” gedeeltelijk verwezenlijkt. Deze nieuwe ontwikkelingen boden A. den Doolaard nieuwe uitdagingen. In de vijftiger/zestiger jaren maakt hij veelvuldig lange reizen naar Joegoslavië en Griekenland. Deze reizen leidden tot nieuwe boeken, meestal novellen en reisboeken. In samenwerking met
121
zijn vrouw Erie schrijft hij het reisboek “Het land van Tito” (1954). Het communistische bewind bouwde aan de nodige infrastructuur, hield de grenzen open en Joegoslavië werd veel attractiever voor westerse toeristen. Nederlanders zijn onder hen het talrijkst. De schrijver tracht nu de culturele en de natuurlijke rijkdommen van het land aan de man te brengen, te promoten. In samenwerking met Cas Oorthuys gaf hij in 1956 “Joegoslavië kaleidoscopisch reisland”63 uit. De Macedonische Republiek krijgt om vooral haar natuurlijke schoonheid en haar culturele aspecten een plaats in deze boeken. Laten we “Joegoslavië kaleidoscopisch reisland” als uitgangspunt nemen. Dit is een reisgids. De gids bevat teksten, zwart/wit foto‟s, beschrijvingen van de meest attractieve plaatsen en een uitvouwbare kaart waarop de belangrijkste wegen, het spoor en het luchtverkeer van Joegoslavië. In dit boek is Macedonië maar matig vertegenwoordigd, alles bijeen slechts vier pagina‟s, terwijl het boek in totaal 112 pagina‟s telt. In die tijd had Macedonië vanwege de gebrekkige infrastructuur de toeristen niet veel te bieden. Ohrid echter was altijd al de meest aantrekkelijke bestemming en in dit boek krijgt de stad twee hele pagina‟s. A. den Doolaard noemt twee hotels (“Palace” en “Orce Nikolov”), maar er is geen vliegveld en de beste weg van Skopje naar Ohrid in die tijd loopt via de stad Bitola. In ieder geval doet het aantal pagina‟s de bewondering voor Ohrid tekort!
63
In 1963 is het boek, met enige toevoegingen, herdrukt onder een andere titel: Vakantieland Joegoslavië.
122
Ohrid was een belangrijke inspiratiebron voor Den Doolaard
“Er zijn twee steden in Joegoslavië, die men ook na een vluchtig bezoek nimmer meer vergeten kan: Dubrovnik en Ohrid. Ze leven in de herinnering van honderdduizenden voort als een visioen van onuitputtelijke schoonheid.”64 Veel meer pagina‟s krijgt Macedonië in “Dit is Joegoslavië” (meer over dit boek op pagina 100). In november 1958 ziet de autobiografie “Het leven van een landloper” het licht. Op de 430 pagina‟s die dit boek telt, weidt de schrijver uit over zijn leven 64
A. den Doolaard, Joegoslavië, kaleidoscopisch reisland, Contact, Amsterdam/Antwerpen, 1956, pagina 100
123
vanaf 1928, toen hij zijn zwerftochten door Europa startte, tot in de vijftiger jaren. Hierin krijgt Macedonië veel meer ruimte! In het hoofdstuk “Naar de Balkan” bijvoorbeeld beschrijft de auteur op vijftig pagina‟s zijn eerste tocht naar Macedonië, hij beschrijft betekenisvolle aspecten van het dagelijkse leven, de cultuur en de politieke situatie in Vardar Macedonië met speciale nadruk op de activiteiten van de IMRO. Den Doolaard neemt altijd een kritische positie in. Hij beschrijft de situaties in heldere taal, zoals hij de dingen begrijpt, en tracht meer realistische beschrijvingen te geven. Dat geldt bijvoorbeeld voor zijn beschrijving van het voormalige Koninkrijk Joegoslavië dat hij veel liever en eerlijker beschouwde en benoemde als Groot Servië. Hij uit zijn persoonlijke woede naar de bezettingspolitiek van de Joegoslaven (Serviërs) ten opzichte van Macedonië. “De gendarmes hadden hun hinderlaag op elke heuvelkam. Drie, vier keer per dag werden mijn papieren gecontroleerd door blonde Slowenen en zwarte Montenegrijnen, kerels uit verre streken van het koninkrijk, die op zijn best total onverschillig stonden tegenover de Macedonische vrijheidsgedachte. Wat dreef een volk als de Sеrviërs er toe om een ander, kleiner volk te verdrukken? Hadden zij dan zelf in vijf eeuwen Turkse dwingelandij niet geleerd, dat diefstal van eens anders eigenheid zich altijd wreekt?”65
65
A. den Doolaard, Het leven van een landloper, Em. Querido`s Uitgeverij, Amsterdam, Amsterdam, 1958, pagina 78
124
Zelfs in deze, zoals hij ze noemt, “kinderlijke vragen van zijn politieke pubers” laat de auteur zijn trouw zien aan het ideaal van vrijheid dat in dit geval samenvalt met de Macedonische bevrijdingsgedachte. Verder, in andere hoofdstukken, herinnert hij vaak aan politieke gebeurtenissen rond Macedonië. Ook in dit boek is Ohrid geen zaak die zomaar overgeslagen kan worden. Ouderdom brengt de herinneringen aan de jeugd met zich mee. In de zeventiger jaren rondt Den Doolaard zijn literaire werk af met thema‟s die zijn vroegere leven beschrijven. In de autobiografie van 1971 “Ogen op de rug: terugkijkend naar boeken en tijdgenoten” krijgen de lezers inzicht in het professionele leven van de schrijver. Dit is een “boek over boeken” want hierin zijn elf verhalen verzameld waarin een kijkje wordt gegeven op de oorsprong en het lot van enkele van de meest beroemde werken van de schrijver: “De druivenplukkers”, “De herberg met het hoefijzer”, “Oriënt-Express”, “Het verjaagde water” en andere werken. “Samen is twee keer alleen” is het laatste boek van den Doolaard. Het werd geschreven in Hoenderloo van november 1974 tot maart 1976. Dit boek kende slechts één druk in 1976. Zelfs onder zijn familieleden vond Den Doolaard geen groot enthousiasme voor deze roman, zij voelden dat er teveel intieme momenten uit zijn leven werden beschreven. Het riep zelfs de vraag op waarom dit boek eigenlijk geschreven werd. Hans Olink, zijn biograaf, noemt het “het mysterieuze boek”.
125
“Waarom schreef hij „Samen is twee keer alleen‟, een boek dat alleen al door zijn titel afweek van de eerdere romans? Hij gaf zijn nieuwste roman een psychologische titel mee die tevens een mening in zich borg: in een huwelijk blijf je eenzaam. Waarom bewerkte hij materiaal dat hij veertig jaar eerder had verzameld en destijds had gebruikt in journalistieke reportages en romans? Waarom schrijf hij nu een roman tegen hetzelfde politieke décor, maar met een hoog biografisch gehalte? Wilde hij nog iets kwijt? Den Doolaard zelf vond dat het geschreven moest worden. Maar waarom?”66 Misschien vanwege het verlangen naar het meest opwindende deel van zijn leven!? In de tijd dat hij zijn weg vond binnen de literaire scene, tweemaal trouwde, zijn eerste dochter kreeg, werd verbannen uit diverse landen, rondzwierf met de IMRO-terroristen voor wie regeringen in de Balkanlanden huiverden, leed aan een aantal ziektes… Wellicht bedoelde hij dat hij tweemaal “bijeen” (getrouwd) was en zich toch beide keren alleen voelde? Want eenzaamheid is iets dat je in jezelf meedraagt! “Samen is twee keer alleen” is het verhaal van een liefde van journalist Michel van Drift en de Française Nicole Rivier. Klaarblijkelijk staan deze figuren model voor de schrijver en zijn eerste vrouw, de Française Daisy Roulôt. Afgezien van de namen van de hoofdfi-
66
Hans Olink, Dronken van het leven, Uitgeverij Atlas, Amsterdam/Antwerpen, 2011, pagina 41
126
guren is al het andere een zuiver autobiografisch verhaal gesitueerd in de jaren dertig. De Macedonische lezer zal, net als alle andere lezers die graag beter de band van de schrijver met Macedonië willen begrijpen, in dit boek zeer interessante informatie vinden. Het begint al met het verhaal hoe Den Doolaard verliefd werd op Macedonië. “Tweede klas middelbare school. We moesten een blinde kaart van de Balkan tekenen, met de nieuwe grenzen van 1913, door de politici getrokken met een bebloed penseel. Wij deden het met een rood potlood. Vanuit de veilige verte van ons neutrale land leek al dat oorlogsgedoe onweersgerommel in de verte. „Meneer, hoe heten die grote bergmeren daar onder in Macedonië?‟ „Hoef je niet te leren,‟ knerpte de stem van de machthebber met de aanwijsstok, „trek nu maar eerst netjes die grenzen.‟”67 De leraar bevredigde de nieuwsgierigheid van de student niet. Misschien wilde hij de aandacht van zijn leerlingen niet verdelen over onderwerpen die op dat moment onbelangrijk waren!? Het is ook zeer goed mogelijk dat hij de namen van de meren niet kende en zijn onwetendheid niet wilde laten blijken aan de studenten.; tenslotte kan zelfs de beste docent niet alles weten. Door niet te antwoorden zette de leraar de student aan om zelfstandig naar antwoorden te zoeken. 67
A. den Doolaard, Samen is twee keer alleen, Em. Querido`s Uitgeverij, Amsterdam, 1976, pagina 81-82
127
“Thuis zocht ik de namen op in de dikke Duitse handatlas van mijn vader. Meer van Ohrid, Prespa-meer. De ogen droomzwerven over de kaart, duiken in rivierdalen, Zwarte Drim, Vardar, Bregalnitsa, ze zwieren in adelaarsvlucht over bergketenen heen: Bistra Planina, Baboena Planina, Solunska Glava, namen hel als klaroenstoten. Usküb, Kara Dagh, dat klinkt doffer, brokkeliger.”68 Mevrouw Alida Spoelstra vraagt: “Kom je eten, jongen?” De jonge onderzoeker antwoordt: “Nog even, moeder” en gaat door met zijn zoektocht in de huisbibliotheek. “Een sprong naar de boekenkast, deel k-l. „Kara Dagh, letterlijk: Zwarte Bergen, Turkse benaming voor nw. grensgebergte van Macedonië‟. De encyclopedie zei er niet bij dat daar roversbenden waren. Die kende ik uit een jongensboek van Karl May.”69,70 Natuurlijk hoeven we niet het gehele boek na te vertellen. Het moet genoeg zijn op te merken dat dit boek 68
A. den Doolaard, Samen is twee keer alleen, Em. Querido`s Uitgeverij, Amsterdam, 1976, pagina 82 69 Karl May (1842-1912) Duitse schrijver die beroemd werd om zijn avonturenboeken geïnspireerd door verschillende landen. Als student bewonderde A. den Doolaard deze boeken zeer en later werd hij als schrijver de “Nederlandse Karl May” genoemd. 70 A. den Doolaard, Samen is twee keer alleen, Em. Querido`s Uitgeverij, Amsterdam, 1976, pagina 82
128
doet herinneren aan zijn andere verhalen met Macedonië als thema. Misschien was dát het doel van de auteur; zijn eerdere herinneringen aan Macedonië bijeen te brengen onder een titel met een nieuwe visie op een gapend gat in de tijd? In de tachtiger jaren trekt Den Doolaard zich definitief terug uit het literaire leven. In 1980 geeft hij een pamflet “Londen en de zaak Van ‟t Sant” uit dat refereert aan een politieke gebeurtenis in Nederland. Drie jaar later verschijnt het boek “Ik ben tegen”; het bevat essays geschreven tussen 1949 en 1983 en is een protest tegen het verkeerde gebruik van atoomenergie. Na deze twee uitgaven eindigt het creatieve pad van de schrijver. Moe van het schrijven en het reizen brengt hij de laatste jaren van zijn leven door in Hoenderloo, zijn permanente onderkomen sinds 1954. Ofschoon teruggetrokken in de schaduw van zijn vroegere faam en weg van de belangrijke, centrale politieke podia, blijft hij belangrijke gebeurtenissen in de wereld van commentaar voorzien. De val van de Berlijnse Muur op 9 november 1989 markeerde symbolisch het einde van de ideologische verdeeldheid tussen het communistische oosten en het kapitalistische westen. Het was het einde aan de illusie van een klasseloze maatschappij. Een verkeerde economische politiek en beperkingen van de fundamentele mensenrechten (bewegingsvrijheid, vrijheid van meningsuiting…) van de volken van Oost-Europa brachten slechts ongeluk en de opgebouwde haat in de tachtiger jaren ondermijnde de regeringen van de autoritaire regimes totaal. Vreedzaam (Tsjechoslowakije) of via bloedige revoltes (Roemenië) verloren de communistische elites in
129
alle staten van Oost-Europa hun decennialange monopolie dat werd vervangen door politieke systemen met partijenstelsels. Bulgarije bleef niet verschoond van deze veranderingen. Op 10 november 1989, precies een dag na de val van de Berlijnse Muur, zetten de Bulgaarse communisten hun leider Todor Zjivkov71 af en ze stonden toe dat het land een vreedzame verandering opstartte. Het nieuwe politieke systeem erfde echter de oude ideologieën die stevig verankerd liggen in alle lagen van de Bulgaarse maatschappij.72 De aanspraaken van Bulgarije op gebieden van de buurlanden werden nieuw leven ingeblazen na de crisis in Joegoslavië. In de desintegratie van Joegoslavië zag Bulgarije een kans om Joegoslavisch Macedonië en Zuidoost-Servië te kunnen verwerven; Bulgaren beschouwen, hun eigen logica volgend, deze landstreken als “oorspronkelijk” Bulgaarse gebieden. 71
Todor Zjivkov (Bulgaars: Тодор Живков) (1911-1998) bekleedde tussen 1944 en 1989 diverse belangrijke functies in het Bulgaarse politieke leven. Van 1954 tot 1989 was hij als hoofd van de Bulgaarse Communistische Partij tevens hoofd van de Bulgaarse Staat. Hij stond het Bulgaarse nationalisme voor en forceerde het samengaan van nationale minderheden teneinde een homogene natie te smeden met eenzelfde religie (OostersOrthodox) en één taal (het Bulgaars). 72 Macedoniërs waren niet de enige mensen die gedwongen werden te assimileren met de Bulgaarse staat. In de periode van 1984 tot 1989 werd de Turkse minderheid in Bulgarije wreed gedwongen te assimileren. Gedurende deze periode werden 850.000 Bulgaarse Turken gedwongen hun namen te veranderen in Christelijke namen, de Turkse taal en de Islamitische godsdienst werden verboden. In de zomer van 1989 werden 300.000 Bulgaarse burgers van Turkse komaf gedwongen te emigreren naar Turkije.
130
A. den Doolaard buiten zijn huis in Hoenderloo
A. den Doolaard las in het maandelijks magazine â&#x20AC;&#x153;ANWB-reizenâ&#x20AC;? een artikel over de bloeiende wintersport in Bulgarije, over Bulgaarse ski-resorts, maar...
131
“Het enige werkelijk prachtige skigebied bleef, zoals ik al verwacht had, ongenoemd, het ten onzent blijkbaar totaal onbekende Piringebergte in de uiterste zuidwesthoek van Bulgarije.”73 Toen, ongeveer tegelijkertijd, las hij in de krant “NRC Handelsblad” nieuws over een politieke gebeurtenis in Bulgarije die ook Macedonië betrof. Hij besloot om zijn typemachine weer op te starten en op 14 december 1989 publiceerde hij in het “NRC Handelsblad” het artikel “Macedonië voor de Macedoniërs!” Het artikel begint met een korte inleiding op de wintersport in Bulgarije en dan verwoordt de auteur, recht voor zijn raap, de reden van zijn schrijven: “Het hele Pirin-district is tot national park verklaard, maar er zijn geen voorzieningen voor toerisme, dat officieel niet wordt geweerd maar nog minder wordt aangemoedigd. De oorzaak hiervan is niet zozeer natuurbehoud, als wel een stilzwijgende poging om de buitenwereld onkundig te houden van het feit dat het gebied niet bewoond wordt door Bulgaren, maar overwegend door Macedoniërs van zuiver Slavisch ras. Zij spreken hun eigen taal, “Makedonski”, die verboden is voor officieel gebruik, op de scholen niet wordt onderwezen en waarin boek noch krant mag worden gedrukt. De Macedoniërs vormen in Bulgarije dus een verdrukte minderheid, die zich meer thuis zou voelen aan de andere kant van de 73
NRC Handelsblad, 14 december 1989
132
grens, in de Joegoslavische deelrepubliek Macedonië. Ik was daarom stomverbaasd over een bericht in deze krant van redacteur Raymond van den Boogaard, op 28 november, uit Sofia. Een paar duizend Bulgaarse jongeren hadden hun vers ten deel gevallen demonstratievrijheid gebruikt om in een luidruchtige straatdemonstratie de teruggave aan Bulgarije te eisen van de stukken Macedonië in Zuid-Joegoslavië en NoordGriekenland die volgens hen bewoond worden door anderhalf miljoen verdrukte Bulgaren!”74 Door te wijzen op zijn kennis van de etnische afkomst en de historische ontwikkelingen verwerpt Den Doolaard de territoriale aanspraken op Vardar en het Griekse deel van Macedonië. De auteur verbleef in deze gebieden, had kennis van de geografie en van de nationaliteiten in de Balkan, net zo goed als hij de politieke verwikkelingen tussen de Balkanlanden en hun plannen met betrekking tot Macedonië begreep. Ofschoon het artikel werd geïnspireerd door de Bulgaarse pretenties jegens Macedonië, vergat Den Doolaard het Griekse deel van Macedonië niet. “Ook in het Griekse deel van Macedonië is, net als in het Bulgaarse, het Makedonski verboden, terwijl in de Joegoslavische republiek Makedonija behalve dag- en weekbladen miljoenen boeken in de landstaal worden verkocht. De 74
idem
133
Macedonische kwestie leeft voort, maar in heel andere gedaante dan de demonstranten in Sofia ons willen doen geloven.”75 In het begin van de 21ste eeuw en optredend als lid van de Europese Gemeenschap en “welwillend” buurman van de onafhankelijke Macedonische staat, gaat Bulgarije door met de politiek van de 19e eeuw van ontkenning van de onderscheidende Macedonische nationale identiteit en rekent het land tot Bulgarije. Bulgarije beschouwt Macedonië als een “historisch Bulgaars land”. In het artikel “Macedonië voor de Macedoniërs” reageert Den Doolaard ook op deze beweringen: “Historisch gezien kwam de krijgslustige stam der Bolgaren met zijn sterk Aziatische bloedbijmenging pas in de zevende eeuw, een eeuw later dan de Zuidslaven, de Balkan binnenvallen en zij zijn steeds agressief en annexionistisch gebleven, ook op cultureel gebied. Zo houden de Bulgaren strak vol dat het Oudkerk-slavisch identiek zou zijn met het oud-Bulgaars.”76 Op 14 december 1989 uit Den Doolaard onnavolgbaar zijn onvoorwaardelijke uitgangspunt: Macedoniërs vormen een aparte natie met een eigen, onderscheiden Macedonische taal en Macedonië is voor de Macedoniërs! Zijn liefde voor Macedonië is vanzelfsprekend, tijdloos en onvoorwaardelijk. 75 76
idem idem
134
MACEDONIË HERDENKT Voor de meeste Macedoniërs blijft A. den Doolaard, zelfs slechts als naam, een onbekende. Dat heeft diverse oorzaken. Allereerst is de schrijver allang geleden gestorven en hij raakt steeds meer in de vergetelheid zelfs in zijn eigen land vooral onder de jonge Nederlanders. Voorts bereikte het enige boek dat werd vertaald in het Macedonisch i.c. “De bruiloft der zeven zigeuners” nooit een grote lezerskring in Macedonië en het is zeker dat de uitgever daar meer aan had kunnen doen. Aan de andere kant kan men in de menigte ongeïnformeerde en ongeïnteresseerde mensen toch altijd die individuen aantreffen die op de een of andere manier de herinnering aan de Nederlandse journalist en schrijver voeden en in ere houden. Blagoja Siljanoski bijvoorbeeld (geboren op 30 maart 1948 in het dorp Beltsjisjta, Gemeente Debartsa: hij woont nu in Ohrid) is een journalist, een politicus (de voormalige burgemeester van Ohrid en voormalig Parlementslid) en schrijver. Siljanoski was in de gelegenheid om A. den Doolaard persoonlijk te ontmoeten tijdens zijn bezoeken aan Ohrid. Later werd hun kennismaking beschreven in het werk van de Macedonische schrijver. In 1997 verduidelijkt Siljanoski in zijn boek “Promotie via sociale media” de rol die A. den Doolaard
135
speelde in de promotie van Ohrid onder de Nederlanders.77 In de tekst die twee pagina‟s beslaat, prees hij de Nederlandse schrijver vooral om de positieve bijdrage van de roman “De bruiloft der zeven zigeuners”. In 2007 publiceerde Siljanoski “Geur van patina” een kort, historisch overzicht van de ontwikkeling van het toerisme in Ohrid. Hij toont alle stappen in de ontwikkeling van deze industrie, die model staan voor de gehele ontwikkeling van de stad gedurende de tweede helft van de twintigste eeuw. In dit boek komt de schrijver terug op A. den Doolaard, kijkt hij terug op zijn eerste bezoek aan de stad en op de roman “De bruiloft der zeven zigeuners”: “In 1931 verbleef een schrijver uit Nederland in Ohrid. Er was nergens logies en zijn eerste nacht sliep hij op een strooien mat in een huis van Egyptenaren78. Arme man, hij was jong en sterk en als een jonge nog niet gevestigde schrijver kwam hij – te voet – aan in Ohrid. Hij was net als de mijnwerkers op zoek naar bronnen van belangrijke mineralen! Hij deed grote moeite om de twee portiers te vinden van de “Saint Sophia”. Toen hij ze eenmaal had gevonden, slaagde hij erin om de kerk te mogen bezoeken. Wat 77
Blagoja Siljanoski: Mediumska promocija, Mikena, Bitola, 1997, pagina‟s 94-96 78 Balkan Egyptenaren vormen een etnische groep die leeft in de Republiek Macedonië, in Kosovo, in Servië, in Montenegro en in Albanië. De Balkan Egyptenaren geloven dat hun voorvaderen in oude tijden uit Egypte overkwamen. Volgens de Roma en andere neutrale bronnen zijn de Balkan Egyptenaren eigenlijk “Roma‟s die het Albanees als moedertaal hebben geaccepteerd”.
136
hij aantrof was een halve ruïne en op de vloer verspreid lagen delen van fresco‟s. Onder de indruk van de rijke frescoschilderingen werd hij waarachtig verliefd op Ohrid.”79 Volgens Siljanoski is de roman “De bruiloft der zeven zigeuners” de “meest indrukwekkende toeristische publicatie” over Ohrid.80
Blagoja Siljanoski
Blagoja Ivanov
Blagoja Ivanov bijvoorbeeld (geboren op 4 februari 1931 in Skopje, woont zowel in Skopje als in Ohrid) is een Macedonische journalist, schrijver en professor aan de Universiteit. Hij publiceerde korte verhalen, schreef kritieken, toneelstukken en romans. 79
Blagoja Siljanoski: Mirisot na patinata, Iris – R, Struga, 2007, pagina‟s 40-41 80 idem, pagina‟s 46-47
137
Ivanov is de auteur van het nawoord bij de eerste uitgave van “De bruiloft der zeven zigeuners” in het Macedonisch. In het artikel getiteld “A. Den Doolaard en de magie van het meer” schrijft hij een korte biografie van de Nederlandse schrijver en analyseert hij de inhoud van het legendarische boek.81 De band van Ivanov met Nederland ligt vooral bij zijn vrouw Olga. Zij werkte lang samen met Nederlanders, eerst als directeur van het Macedonische reisbureau “Interimpex”, later als toeristisch vertegenwoordiger van Macedonië in Amsterdam en tenslotte als Honorair Consul van de Staat der Nederlanden in Macedonië.
Vele Mitanoski
Of Vele Mitanoski bijvoorbeeld (geboren op 18 april 1949 in het dorp Tsrvena Voda, Gemeente Debartsa; hij woont te Ohrid) een Macedonische journalist, columnist en politiek analist met een bescheiden ervaring in de 81
Blagoja Ivanov: A. den Dolard i magijata na Ohridskoto Ezero, nawoord in A. den Dolard, Svadba vo Ohrid, VIS – POJ, Ohrid, 2006, pagina‟s 375-389.
138
politiek als directeur van het “Information Agency” van Macedonië en als parlementslid. “A. den Doolaard en het heimwee naar Macedonië” is het artikel gepubliceerd door Mitanoski in het literaire tijdschrift “Branuvanja” in de eerste editie van 2012.82 Als verslaggever van “Utrinski vesnik” en Macedonische persagentschappen, doet Mitanoski regelmatig verslag van de evenementen ter ere van A. den Doolaard georganiseerd door “Cultura 365”.
Tode Ilievski leest zijn gedicht gewijd aan A. den Doolaard (7. 2. 2015)
Of Tode Ilievski die in februari 2015 een gedicht schreef en dat opdroeg aan A. den Doolaard. Voor het eerst werd het gedicht gedeclameerd op 7 februari in “Cultura 365”, op een poëziebijeenkomst georganiseerd ter ere van de geboortedag van A. den Doolaard. 82
Vele Mitanoski: A. den Dolard i kopnezјot kon makedonskata zemja, Branuvanja № 5, Struga, 2012
139
Of Boris Naumoski. Hij woonde 11 jaar lang in Nederland. Hij studeerde en werkte daar. Daarop kreeg hij de functie van directeur van een hotel in Ohrid en was hij alsnog in de gelegenheid om contacten te onderhouden met Nederlandse toeristen.
Het A. den Doolaard Monument staat in het Nederlandse park van Ohrid
Op 29 mei 2006 werd in Ohrid het eerste monument voor A. den Doolaard onthuld. Het ontwerp is van architect Vladimir Toikj van Tetovo, naar een idee van Venko Mustrakinoski83 uit Ohrid, Peter John Bosse84 van 83
Venko Mustrakinoski werkte in de 80â&#x20AC;&#x;er jaren van de laatste eeuw als gids, meestal met Nederlandse toeristen. 84 Peter John Bosse is Nederlander, geboren in Amsterdam, maar van 1988 tot 2015 woonde hij in Skopje. Hij werkte in het toerisme, in de muziekbranche, in de journalistiek en deed aan diverse andere activiteiten mee. In MacedoniĂŤ is hij vooral
140
de Nederlandse Kamer van Koophandel en Ljuptsjo Todorovski. Het monument werd verwezenlijkt door Bato Zdravkoski uit Ohrid. Het idee om een monument in Ohrid op te richten voor A. den Doolaard kwam onder andere van de Ohridtak van de Ambassade voor Plaatselijke Democratie85, maar Naumoski claimt dat hij het idee al veel eerder lanceerde. “Op 7 oktober 1997 werd ik op mijn verzoek ontvangen door burgemeester Matieski, Chef van Staf Igor Naumoski en de pr-adviseur van de burgemeester, Nikola Maneski. Tijdens deze vergadering merkte ik op dat de Nederlanders mensen zijn die van boeken houden en dat zij een groot lezerspubliek vormen. In de zee van romans stootten zij zeker ook op de roman „De bruiloft der zeven zigeuners‟ geschreven door de populaire schrijver A. den Doolaard. Om de Nederlanders eraan te herinneren dat Ohrid met al haar pracht nog steeds bestaat en de poorten van de stad wijd openstaan voor hen, stelde ik burgemeester Matlieski en zijn naaste medewerkers voor om Den Doolaard in Ohrid te laten „herleven‟ door een monument of een herinneringssteen te plaatsen in een laan of een park
bekend als zanger en auteur (met Rienk Kamer) van het boek “Ontdek Macedonië”. 85 Ambassades voor Plaatselijke Democratie zijn a-politieke organisaties die rekenen op lokale en regionale autoriteiten en op andere a-politieke organisaties om de burgerlijke maatschappij en de lokale democratie te promoten.
141
met Hollandse tulpen en tegelijkertijd het beroemde „Tulpenpark‟ te vernieuwen dat gelegen was op het grondgebied van het „Park‟ hotel.”86 Het lijkt erop dat het idee van Boris Naumoski ergens onder in de la van de gemeentelijke ambtenarij belandde. Niet voor lang, gelukkig! Dimtsje Geroski (geboren op 7 november 1963 te Bitola) is de eigenaar van hotels en restaurants in Ohrid en in Bitola. Als student aan de Hogeschool van Ohrid wilde hij al zijn eigen hotel bezitten aan de oevers van het meer. Lange tijd woonde hij in Wenen, Oostenrijk, waar hij zijn eigen bouwbedrijf runde. Hij besloot daarna terug te keren naar zijn moederland en zijn droom waar te maken door een hotel te bouwen aan de oevers van het meer. Het werd het “Millennium Palace”-hotel, gebouwd in 2000. Geroski kon nooit hebben vermoed dat het park tussen zijn hotel en het meer later de naam “Nederlands” zou krijgen. Nog minder kon hij vermoeden dat daar het eerste monument voor A. den Doolaard opgericht zou worden. Hij kon echter wel rekenen op het verwelkomen van een jarenlange, regelmatige stroom Nederlandse toeristen. Als blijk van waardering en dankbaarheid besloot hij zijn aandeel in de vereeuwiging van de naam van de Nederlandse schrijver te leveren. Sinds 2012 draagt een suite in het hotel de naam A. den Doolaard.
86
Spasko Kostoski: Ideja stara cela decenija, Ohridski novini № 38/39, Ohrid, 10 april 2006, pagina 8
142
Het “Millennium Palace”-hotel te Ohrid
De Macedonische Academie van Wetenschappen en Kunsten87 eert A. den Doolaard in Ohrid. Na de dood van Den Doolaard bleven veel foto‟s in het bezit van zijn weduwe. De foto‟s werden gemaakt door de schrijver in Macedonië en beslaan een lange periode die zowel de jaren vóór als ná de Tweede Wereldoorlog omvat. Erie, de weduwe van Den Doolaard, had besloten dat deze foto‟s gedoneerd moesten worden aan “zijn tweede vaderland”. Vandaar dat in 1995 meer dan 500 dia‟s en een collectie van zijn boeken in het Neder87
De Macedonische Academie van Wetenschappen en Kunsten (Macedonisch: Македонска академија на науките и уметностите) is de meest vooraanstaande academische instelling in de Republiek Macedonië. Hij werd opgericht door de Macedonische Vergadering op 22 februari 1967 als de hoogste wetenschappelijke en artistieke instelling die het land kende met als doel de controle op en het stimuleren van de kunsten en de wetenschappen.
143
lands geschonken werden aan de Macedonische Academie van Wetenschap en Kunsten en in Skopje terecht kwamen. Ongeveer twintig jaar later werden 60 van deze foto‟s afgedrukt op papier en gepresenteerd aan het culturele publiek van Ohrid. De tentoonstelling werd geopend op 11 juni 2015 in het literaire en wetenschappelijke centrum in Ohrid “Urania”.
Reclameposter voor de fototentoonstelling in Ohrid met foto’s uit Macedonië gemaakt door A. den Doolaard
144
Bij de opening van de tentoonstelling werd er een toespraak gehouden door academicus Milan Gjurtsjinov88
88
Milan Gjurtsjinov (28. 06. 1928, Belgrado, ServiĂŤ) is een Macedonische essayist, literair historicus, theoreticus en anthologist. Hij woont zowel in Skopje als in Ohrid.
WEERKLANK IN DE NEDERLANDSE MEDIA
146
DE STENTOR89 MACEDONIË KOESTERT VRIEND DEN DOOLAARD90 door David Levie
Journalist David Levie was verscheidene malen op bezoek in “Cultura 365”. Zijn eerste bezoek was in de zomer 2013, in gezelschap van Carin Reinders, directrice van het CODA museum te Apeldoorn, en Vasko Kocirov, een Macedoniër die vanuit Nederland reizen naar Macedonië organiseert. Als gevolg van het eerste bezoek, schreef hij voor het dagblad “De Stentor” het artikel “Macedonië koestert vriend Den Doolaard”. Hieronder staat slechts een fragment uit dit artikel aangehaald: “De Balkan was een kruitvat en de lontjes zijn tot op de dag van vandaag kort. De wapens rusten, maar onderhuids broeit het en is 89
De Stentor met een dagelijkse oplage van ruim 160.000 exemplaren is een van de grootste regionale dagbladen van Nederland. 90 De Stentor, Apeldoorn, 29 juni 2013, pagina 9
147
Macedonië blij met iedere politieke vriend. Niet voor niets heeft Misjo Joezmeski zijn in 2012 verschenen boekje de titel „Nasjiot prijatel A. den Dolard‟ meegegeven. Onlangs is het werk in het Nederlands en Engels vertaald. A raison van een tientje te koop in het plaatselijke cultuurhuis van Ohrid aan de prominente Tsaar Samuel Straat, die toegang verschaft naar de door de UNESCO beschermde oude stad. In dat „Cultura 365‟ is een expositie ingericht met Nederlandse en in andere talen verschenen boeken van Den Doolaard. In het toeristenseizoen zeven dagen per week geopend. Misjo Joezmeski is er meestal zelf aanwezig. Hij is inmiddels 25 jaar actief in het toerisme, hij zwierf door Europa, deed ook Nederland aan en publiceert. Laatst nog over Den Doolaard in de krant van de Macedonische minderheid in Bulgarije. Hij is de Nederlandse taal machtig en is een liefhebber van Nederlandse literatuur in het algemeen. Maar zijn hart gaat sneller slaan als Den Doolaard ter sprake komt. Aan hem droeg hij zijn boekje „Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard‟ op. Hij verwijst naar teksten waarin Den Doolaard schrijft over zijn warme gevoelens voor Macedonië. „Ik ben een Nederlander die al zwervende Macedonië ging liefhebben zoals ik het nu nog liefheb boven alle andere landen waar ik doorheen trok‟. En in cultureel opzicht: „Hier werd de Renaissance geboren‟.”
148
A. DEN DOOLAARD WEBSITE91 OP BEZOEK IN HET DEN DOOLAARD HUISMUSEUM IN OHRID, MACEDONIË92 door Gerda Mulder “Ik ontmoette hem nooit persoonlijk. Het is mogelijk dat we elkaar passeerden in de nauwe straatjes van Ohrid of in een van de treinen in Nederland, maar ik zou hem toen niet hebben herkend”. Zo begint de inleiding van “Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard”, een bundel met opstellen over de Nederlandse schrijver A. den Doolaard die de Macedoniër Misjo Joezmeski de afgelopen jaren publiceerde. Die bundel is in 2012 in drie talen, het Macedonisch, Engels en Nederlands verschenen in Ohrid. Misjo Joezmeski is geboren in 1966 in Ohrid en woont daar al 91
De A. den Doolaard Website is opgezet in 2003 door Albert Koevoet, een van de grootste liefhebbers van het werk van A. den Doolaard. Koevoet is geboren en getogen in Monster (Zuid-Holland), maar sinds 1991 woont hij in Rotterdam. 92 Dit is een gastblog van Gerda Mulder (tekst) en Herman Zonderland (foto‟s), bekend van het boek “Een fascinatie voor Theth-Het Albanese bergdorp van A. den Doolaard”. De blog werd oorspronkelijk gepubliceerd op 2 juli 2013 op de A. den Doolaard Website: www.adendoolaard.nl
149
zijn hele leven. Hij verkoopt zijn boek in een cultuurcentrum, “Cultura 365”, in een door hem ingericht klein huismuseum of herdenkingskamer, gewijd aan Den Doolaard. Het Den Doolaard huismuseum is maar een van de projecten van deze Macedonische schrijver, journalist, fotograaf en reisleider. In mei 2013 zijn we een hele ochtend bij hem in zijn museum op bezoek. Het pand ligt in de smalle Tsaar Samuelstraat in het centrum van Ohrid, in een bocht van de straat, en je komt er langs als je vanuit de hoofdstraat, de Kliment Ohridski, naar de twee beroemde orthodoxe kerkjes Sveti Sophia en Sveti Jovan Kaneo op weg bent. Kerkjes die beide voorkomen in “De bruiloft der zeven zigeuners”.
Een deel van de tentoonstelling © foto Herman Zonderland
150
Het is onmogelijk om het museum te missen, het ligt op de hoofdroute, iedereen komt er langs; bovendien hangen er in de straat fraaie affiches met aankondigingen van de exposities. GM: Waarom heb je een museum voor Den Doolaard opgericht in Ohrid? MJ: “Ik hoorde eind jaren tachtig Nederlandse toeristen in Ohrid spreken over een Nederlandse schrijver die in 1939 een boek over mijn stad Ohrid had geschreven: „De bruiloft der zeven zigeuners‟. Ze vertelden mij de inhoud van het boek en over de plekken die erin voorkwamen. Ik was meteen geïntrigeerd door hun verhalen en nam me voor meer over die schrijver en zijn boek te weten te komen. Dat duurde echter veel langer dan ik voorzien had. Want de duizenden Nederlandse toeristen die – in de voetsporen van Den Doolaard en zijn boek – massaal naar Ohrid kwamen bleven in het begin van de jaren negentig plotseling weg door het uitbreken van de burgeroorlog in Joegoslavië. Macedonië werd in 1992 een zelfstandige republiek. Het Joegoslavische communisme was voorbij, particulier initiatief werd belangrijk. Ik richtte met anderen een particulier radiostation in Ohrid op en werkte daar als redacteur en presentator van culturele programma‟s. Ik leerde toen de fotograaf Atanas Talevski uit Ohrid kennen, een ontmoeting die leidde tot een intensieve samenwerking en de start van een eigen carrière als fotograaf. Naast mijn werk als fotograaf ben ik nu werkzaam als schrijver en publicist. Ik heb
151
de afgelopen jaren veel verhalen, essays, diverse prozaboeken en publicaties op het gebied van toerisme en cultuur geschreven. Ik reisde rond in Europa, kwam af en toe ook als toerist naar Nederland en kon wat Nederlands spreken en verstaan. In Nederlandse boekhandels kon ik „De bruiloft der zeven zigeuners‟ toen niet vinden. Pas in 1994, het jaar van de dood van Den Doolaard, kreeg ik van een Tilburgse priester die voor een congres in Ohrid was en met wie ik over Den Doolaard sprak eindelijk een exemplaar van „De bruiloft der zeven zigeuners‟ cadeau. Dat boek was natuurlijk in het Nederlands geschreven maar ik kon het met enige moeite wel lezen.”
Misjo zittend © foto Herman Zonderland
152
Bewoners Ohrid kenden Den Doolaard niet MJ: “In 2006 ontstond in Ohrid een controverse omdat door de Nederlandse Kamer van Koophandel in Macedonië het initiatief werd genomen om een monument voor Den Doolaard in Ohrid op te richten. Het stuitte op publieke tegenstand. In Ohrid was Den Doolaard totaal onbekend en de bevolking vroeg zich openlijk af waarom er eigenlijk een monument moest worden opgericht voor deze Nederlandse schrijver. Ik heb toen een aantal artikelen voor plaatselijke kranten geschreven over Den Doolaard, over zijn reizen door en zijn liefde voor Macedonië, over het thema van „De bruiloft der zeven zigeuners‟ en over het boek, „Oriënt-Express‟, dat gaat over de Ilinden opstand van de Macedoniërs tegen de Turken in 1903. Blijkbaar overtuigend. Het Den Doolaard monument kwam er gelukkig, op een prachtige plek in het Holland Park aan de oever van het meer van Ohrid, en “De bruiloft der zeven zigeuners” verscheen, ruim 60 jaar na publicatie in Nederland, eindelijk dat jaar ook in het Macedonisch, zodat de inwoners van Ohrid het eindelijk zelf konden lezen”. Het Den Doolaard huismuseum is maar klein en bestaat uit twee delen: in het achterste deel van het pand kun je de boekententoonstelling met alle werken van Den Doolaard zien en een fototentoonstelling met foto‟s van en over Den Doolaard en historische zwart wit foto‟s van Ohrid.
153
GM: De verzameling is heel compleet. Hoe heb je al die boeken bij elkaar gekregen? Den Doolaards boeken zijn niet meer te koop in de gewone boekhandel. MJ: “Ik heb in de afgelopen tien jaren met heel veel moeite alle Den Doolaardboeken, zowel romans en non-fictie, proberen te verzamelen. Dat is aardig gelukt; een aantal heb ik ook gekregen. (GM: Het enige boek over Den Doolaard dat ontbreekt, zo zie ik meteen, is de biografie van Den Doolaard van Hans Olink uit 2011. Die ga ik hem opsturen). En ik heb alle foto‟s die ik maar te pakken kon krijgen over en van Den Doolaard verwerkt tot een semipermanente fotoexpositie”. In het voorste gedeelte van het pand is een expositie ingericht met ingelijste kleurenfoto‟s van Ohrid, gemaakt door Joezmeski zelf en door zijn ondertussen overleden leermeester Atanas Talevski. Alle foto‟s zijn te koop. Ook liggen er folders van bijzondere excursies in de omgeving van Ohrid. MJ: “Met mijn reisbureau treed ik regelmatig op als gids voor groepen toeristen die in Ohrid en daarbuiten iets speciaals willen bezoeken. Heel handig is het dan natuurlijk dat ik Macedonisch en Nederlands spreek”. We zitten twee uur met kopjes koffie en glaasjes slivovitsj (pruimenjenever) met hem en zijn collega Lidija te praten over zijn persoonlijke geschiedenis en die van Den Doolaard, over de moeilijke positie van fotografen in Nederland
154
en Macedonië en de economische situatie in Macedonië en het EU lidmaatschap dat er niet snel zal komen. Ondertussen komen vele groepen toeristen langslopen. Het is goed te merken dat de rechtstreekse en tamelijk goedkope vluchten van de Turkse reisorganisatie Corendon sinds mei 2013 op Ohrid interessant zijn voor Nederlandse toeristen. Regelmatig lopen groepjes oudere Nederlanders het huismuseum binnen. Den Doolaard, ja die kennen ze natuurlijk! Misjo staat ze in uitstekend Nederlands te woord en verkoopt zijn boeken en foto‟s en excursies. Hij is heel blij met de belangstelling uit Nederland, het toerisme trekt dit jaar flink aan. MJ: “De Nederlanders zijn gehuisvest in hotels aan het meer, 10 kilometer buiten de stad, en ze blijven meestal een week. Dat is prima, ze nemen ook alle tijd voor de verkenning van de stad. Maar de andere buitenlandse toeristen blijven maar een of twee dagen en dat is echt veel te weinig voor een bezoek aan het oude stadje Ohrid. Ze blijven veel te kort.”
155
DE TELEGRAAF93
DEN DOOLAARD MUSEUM94 door Thea Detiger “De Telegraaf” publiceerde over Macedonië bij verschillende gelegenheden. In augustus 2013 verscheen dit korte artikel van Thea Detiger dat werd gepubli-
ceerd als onderdeel van een langer verslag van diezelfde auteur over het toerisme in Ohrid: “Ohrid heeft niet alleen een A. den Doolaard-herdenkings-monument aan de boulevard (de Kej Marshal Tito95). Er is ook een gratis te bezoeken permanente Den Doolaard-expositie, ingericht door een Macedonische fan van de schrijver, Misjo Joezmeski. Deze bevindt zich aan de Tsaar Samuel 34, tegenover de kerkjes Bogorodica en Nikola, en is van 09.00-19.00 uur 93
De Telegraaf, die landelijk zes dagen per week verschijnt met een dagelijkse oplage van ruim 500.000 exemplaren, is het grootste Nederlandse dagblad. 94 De Telegraaf, Amsterdam, 17 augustus 2013 95 Sinds 23.08. 2014 heet de boulevard “Kej Makedonija”.
156
geopend. Ga vooral even langs voor een praatje, want Misjo wil zijn kennis over den Doolaard, die vaak in Macedonië verbleef, graag delen. „Hij noemde in zijn boeken Macedonië en de Macedonische taal bij naam, terwijl dat door de Joegoslaven waar we toen onder vielen verboden was‟, zegt Misjo in vloeiend Nederlands. „Dankzij boeken als „De bruiloft der zeven zigeuners‟ kwam al in de jaren zestig het toerisme uit Nederland op gang. Van toeristen krijg ik vaak boeken van Den Doolaard toegestuurd en een gepensioneerde leraar Nederlands heeft mijn boekje „Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard‟ gratis vertaald.”
ONGEPOLIJSTE PAREL96 door Jolanda Janssen In maart 2014 werd in “De Telegraaf” het reisverslag over Ohrid “Ongepolijste parel” van Jolande Janssen gepubliceerd. In het artikel vermeldt de auteur ook “Cultura 365”: “We beginnen onze verkenning in het Holland park, een initiatief van de NederlandsMacedonische Kamer van Koophandel om het toerisme een beetje te bevorderen. Het bevat een kunstwerk van een aantal oranje fietsen en een monument voor A. den Doolaard. Deze schrijver96
De Telegraaf, Amsterdam, 15 maart 2014
157
journalist bracht hier in de jaren dertig veel tijd voor. Zijn Bruiloft der zeven zigeuners gaat over Ohrid, [De] Herberg met het hoefijzer schreef hij hier. „Hij heeft Macedonië op de kaart gezet, daarom kwamen er in de jaren 80 hier zoveel Nederlanders‟, vertelt gids Vasko Kocirov, een Macedoniër die al jaren in Nederland woont en van daaruit reizen door het voormalig Joegoslavië organiseert. Men is de schrijver zo dankbaar, dat er drie jaar geleden een herdenkingskamer aan Den Doolaard werd gewijd in cultureel centrum „Cultura 365‟ (ul. Car Samoil 34).”97 ---
Vasko Kocirov tijdens zijn reizen naar Macedonië “in de sporen van A. den Doolaard“ leidt Nederlandse toeristen en journalisten op bezoek aan “Cultura 365”
97
Het hele artikel is hier te lezen: http://www.telegraaf.nl/reiskrant/22389910/__Macedonie__on gepolijste_parel__.html
158
ANWB MEDIA98
ANWB REISGIDS MACEDONIË door Karin Evers In 2015 verscheen de ANWB reisgids voor Macedonië. Het boek bevat informatie over de meest interessante plaatsen om te bezoeken en een kaart van het land. Als een van de belangrijkste bezienswaardigheden in Ohrid wordt “Cultura 365” aanbevolen. De auteur schrijft: “Misjo Joezmeski, een Macedoniër die goed Nederlands spreekt, is schrijver, fotograaf, gids en bovenal een grote fan van Den Doolaard. Hij schreef Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard, dat verkrijgbaar is in het Macedonisch, Engels en Nederlands. Behalve een grote collectie boeken van de bewonderde schrijver vindt u hier ook een keur aan boeken, kaarten en foto‟s. Joezmeski verzorgt bovendien tochten voor individuele reizigers.”99 98
ANWB Media is de grootste uitgever in Nederland op het gebied van mobiliteit, vakantie en vrije tijd. 99 Karin Evers, ANWB Reisgids Macedonië, Den Haag, 2015, pagina 55
159
DAGBLAD DE LIMBURGER100 MAGISCH MACEDONIË101 door Leo van Marrewijk Journalist Leo van Marrewijk in het artikel “Magisch Macedonië”102 schrijft: “Den Doolaard verbleef meerdere malen maandenlang in Ohrid, maar geheel in de geest van zijn pseudoniem zwierf hij nog liever door het land (per trein, te voet of te paard) om de ziel van de mensen te doorgronden. Misho Yuzmeski volgde zijn spoor. De Macedonische gids/journalist/schrijver wijdde een boek (Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard, 2013) aan de schrijver-journalist, heeft een bescheiden Doolaard-expositie (Cultura 365) in Ohrid én organiseert Den Doolaardtochten. „Voor mij is de betekenis van Den Doolaard vooral dat hij Macedoniërs met andere ogen naar ons eigen land heeft leren kijken. Het maakt ons nog trotser dan we al waren‟, aldus Yuzmeski, terwijl hij de Macedonische vertaling van De bruiloft der zeven zigeuners erbij pakt.” 100
Dagblad De Limburger is een regionaal dagblad in de Nederlandse provincie Limburg. Het dagblad bestaat sinds 1996, toen Dagblad voor Noord-Limburg en De Limburger fuseerden tot Dagblad De Limburger. 101 Het artikel verscheen ook in NRC Handelsblad, 13. 06. 2015 102 Dagblad De Limburger, zaterdag, 13 juni 2015, pagina 19
160
NRC HANDELSBLAD103
DRANK, VROUWEN EN ZIGEUNERMUZIEK door Arnout le Clercq Op 20 juli 2015 kwam de Nederlandse journalist Arnout le Clercq in “Cultura 365” op bezoek dat eerder op zijn verzoek werd afgesproken.104 Een paar weken later publiceerde hij in “NRC Handelsblad” het artikel “Drank, vrouwen en zigeunermuziek”, opgedragen aan A. den Doolaard en zijn band met Ohrid.105 Hieronder volgt een fragment uit het artikel:
103
NRC Handelsblad is een liberaal Nederlands dagblad dat geldt als invloedrijke krant voor hoogopgeleiden, met name in de sectoren politiek, economie en cultuur. 104 Op 15 juni 2015 in zijn eerste e-mail, Le Clercq schreef: “Ik ontdekte dat sinds enkele jaren er een museum voor A. den Doolaard in Ohrid is en dat u, naast het schrijven van het boek „Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard‟, grotendeels verantwoordelijk bent voor de herdenking van de Nederlandse schrijver in Ohrid. Als het mogelijk is, wil ik graag mijn bezoek aan het museum met een interview met u combineren, voor een artikel over Ohrid, A. den Doolaard en zijn boek „De bruiloft der zeven zigeuners‟.” 105 NRC Handelsblad, zaterdag, 8 augustus 2015
161
“In het lokale kunstcentrum Cultura 365 hangt een aantal foto‟s van Den Doolaard voorzien van citaten uit zijn werk. Ook staat er een boekenkast met zijn oeuvre. De bescheiden herdenkingskamer is het werk van journalist, schrijver en lokale gids Misjo Joezmeski (1966), die al vrijwel zijn hele leven aan de oevers van het meer woont. „Al sinds de jaren tachtig werk ik hier als gids‟, zegt hij. „Van Nederlandse toeristen hoorde ik toen over zijn bestaan. Meer en meer besefte ik dat hij niet alleen een belangrijk schrijver was, maar dat hij door zijn boeken ook veel Nederlanders naar Macedonië bracht.‟ Toen Tito in de jaren zestig Joegoslavië voor toeristen opengooide, werd Ohrid een populaire vakantiebestemming voor Nederlanders. Joezmeski schrijft dit voornamelijk toe aan de boeken van Den Doolaard. „Mensen lazen over Ohrid in De bruiloft der zeven zigeuners en kwamen deze kant op, omdat hij de stad zo mooi beschrijft.‟ In mijn vergeelde kopie van de roman, uit begin jaren negentig, beaamt Den Doolaard dit in het nawoord. De roman had voor hem „een aantal onvoorziene gevolgen‟: nadat er een directe vlucht tussen Schiphol en Ohrid kwam, zag hij een advertentie waarin de plaats werd aangeduid als „de stad van De bruiloft der zeven zigeuners‟ en ontving hij brieven van vrouwen die in Ohrid „hun eigen Branko‟ hadden gevonden. „Nadat ik zijn leven en werk meer begon te bestuderen‟, zegt Joezmeski, „wilde ik daar ook wat
162
mee gaan doen, door Den Doolaard weer terug te brengen naar de inwoners van Ohrid.‟ De Nederlandse Kamer van Koophandel in Skopje was de connectie tussen de schrijver en Ohrid evenmin ontgaan: in 2006 kreeg men daar het idee om een monument in de stad op te richten voor Den Doolaard, om de NederlandseMacedonische relatie te vieren. „De mensen hier begrepen dat eerst niet: ze hadden slechts een vaag idee van wie Den Doolaard was. Ze hadden zijn boeken niet gelezen. Toen heb ik in de lokale krant over hem geschreven.‟ Het monument kwam er, gevolgd door meer aandacht voor de schrijver, grotendeels op initiatief van Joezmeski. Hij zorgde ervoor dat De bruiloft der zeven zigeuners werd vertaald in het Macedonisch, richtte in 2011 de herdenkingskamer in en bundelde een aantal van zijn artikelen over de schrijver in het boekje Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard, dat verscheen in 2012. „Macedonië is een continu thema in het werk van Den Doolaard,‟ zegt Joezmeski, „zowel in Oriënt-Express als in De bruiloft der zeven zigeuners. Hij was verliefd op de natuur, de cultuur en de mensen van dit land. Het is grappig hoe het is gelopen: vroeger maakte hij reclame voor Ohrid in Nederland, nu maken wij in Ohrid reclame voor hem‟.”106 106
Het hele artikel is hier te lezen: http://www.nrc.nl/handelsblad/2015/08/8/drank-vrouwen-enzigeunermuziek-1523967
163
DE KROMME ELLEBOOG ONZE NEDERLANDSE VRIEND door Sjaak van der Linde en Paul Sonke “De Kromme Elleboog” is een internetkrant, georiënteerd vooral op Vlissingen. Hij verschijnt onder de redactie van de twee auteurs: Sjaak van der Linde en Paul Sonke. Op 4 juli 2015 publiceerde “De Kromme Elleboog” het artikel “Onze Nederlandse Vriend” waarin de hoofdthema`s zijn het boek “Onze Nederlandse vriend A. den Doolaard” en het A. den Doolaard Museum te Ohrid. De auteurs Sjaak van der Linde en Paul Sonke schrijven: “Het is ook in deze stad waar men Den Doolaard niet vergeten is. Sterker nog, hij en zijn werk worden er levend gehouden door een monument en een herdenkingskamer, die in de zomermaanden flink wordt bezocht door de Nederlandse toeristen, die Ohrid sinds enkele jaren hebben herontdekt. De herdenkingskamer is een initiatief van Misjo Juzmeski, auteur, cultureel ondernemer, uitgever, vertaler, reisleider… Bovendien spreekt hij – behalve Macedonisch – Bulgaars, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Servisch, Spaans en vloeiend Nederlands, zoals we zelf hebben ervaren!
164
Het was pastoor Jan Kaandorp uit Tilburg die Misjo op het spoor zette van Den Doolaard door hem het boek „De Bruiloft der Zeven Zigeuners‟ te geven, de roman die in Ohrid speelt. „Heel bewust werd de onbekende Nederlandse schrijver mij heel eigen en al spoedig voelde het of ik hem al lang kende‟ zo beschrijft Juzmeski zijn kennismaking met „de bruiloft‟. Die kennismaking krijgt gestalte in zijn boek „Nasjiot Holandski Prijatel‟ (fonetisch), dat onlangs in het Nederlands is vertaald: „Onze Nederlandse Vriend‟. Het boek bevat een korte biografie over Den Doolaard. Boeiend wordt het als Juzmeski de omzwervingen van Den Doolaard beschrijft, door wat deze als zijn tweede thuisland beschouwde: het onherbergzame en altijd weer lieflijke Macedonië, met zijn traditioneel denkende en handelende bevolking, zijn schitterende meren, eeuwenoude kerken en zijn unieke volksmuziek.”107
107
Het hele artikel is hier te lezen: http://dekrommeelleboog.com/onze-nederlandse-vriend
165
GEBRUIKTE LITERATUUR In het Nederlands Boeken - Doolaard, A. den, De bruiloft der zeven zigeuners, Em. Querido‟s uitgeverij, Amsterdam, 1963 - Doolaard, A. den, Dit is Joegoslavië, Contact, Amsterdam/Antwerpen, 1956 - Doolaard, A. den, Het leven van een landloper, Em. Querido‟s uitgeverij, Amsterdam, 1958 - Doolaard, A. den, Ogen op de rug; Terugkijkend naar boeken en tijdgenoten, Em. Querido‟s uitgeverij, Amsterdam, 1971 - Doolaard, A. den, Oriënt-Express, Em. Querido‟s uitgeverij, Amsterdam, 1940 – 1994 - Doolaard, A. den, Samen is twee keer alleen, Em. Querido`s uitgeverij, Amsterdam, 1976 - Evers, Karin, ANWB Reisgids Macedonië, Den Haag, 2015 - Olink, Hans, Dronken van het leven, Atlas, Amsterdam, 2011 Tijdschriften - Dagblad De Limburger, Sittard,13 juni 2015 - De Stentor, Apeldoorn, 29 juni 2013 - De Telegraaf, Amsterdam, 17 augustus 2013 - De Telegraaf, Amsterdam, 15 maart 2014 - NRC Handelsblad, Amsterdam, 8 augustus 2015 Internet - A. den Doolaard site, http://www.adendoolaard.nl - De Kromme Elleboog, http://dekrommeelleboog.com
166
In het Macedonisch Boeken - Dolard, А. den, Svadba vo Ohrid, VIS POJ, Ohrid, 2006 - Kuzmanoski, Risto & Rakitsj, Kosta, Ohrid (toeristengids), Ohrid, 1986 - Siljanoski, Blagoja, Mediumska promocija, Mikena, Bitola, 1997 - Siljanoski, Blagoja, Mirisot na patinata, Iris-R, Struga, 2007 - Stojanoski, Iltsje, Ohridski vistini - slutsjki, prikazni i fakti od minatoto, Ohrid, 2014 Tijdschriften - Branuvanja № 5, Struga, 2012 - Branuvanja № 7, Struga, 2012 - Utrinski vesnik № 3816, Skopje, 27 februari 2012 - Vetsjer № 14926, Skopje, 27 februari 2012 - Narodna volja № 4/2014, Blagoevgrad, april 2014 - Narodna volja № 4/2015, Blagoevgrad, april 2015 - Ohridski novini № 38/39, Ohrid, 10 april 2006 Internet - Ohridnews, http://www.ohridnews.com
167
DE AUTEUR VAN DIT BOEK
Misjo Joezmeski (Macedonisch Cyrillisch: Мишо Јузмески; Macedonisch Latijns: Misho Juzmeski of Mišo Juzmeski; Engels: Misho Yuzmeski) heeft bijna zijn gehele leven aan de oevers van het meer van Ohrid gewoond. Doch voor zowel zijn persoonlijk plezier als voor zijn werk heeft hij een belangrijk deel van zijn leven door tal van landen in Europa gereisd. Verscheidene malen verbleef hij in Nederland, waar hij goed bekend werd met de Nederlandse taal en de cultuur. Jarenlang werkte hij, al reizend, met Nederlandse en andere toeristen als gids en als reisleider door de Balkan. Hij werkte daarnaast ook als reisagent, als radioomroeper, als uitgever en als vertaler. Hij beheerst een aantal Europese talen: naast de eigen moedertaal het Macedonisch, spreekt hij Bulgaars, Nederlands, Duits, Engels, Frans, Italiaans, Servisch en Spaans.
168
Vele jaren hield hij zich bezig met scheppende kunsten, op de eerste plaats met het schrijven, de fotografie en het grafisch ontwerpen; hij neemt actief deel aan de ontwikkeling van cultuur en het cultureel toerisme in Macedonië. Hij is de organisator van vele tentoonstellingen, congressen en culturele reizen. Sinds 1999 is hij lid van de redactie van “Narodna Volja”, een tijdschrift dat word uitgegeven door de Macedonische minderheid in Bulgarije. In juni 2011 stichtte Joezmeski het Cultureel Centrum “Cultura 365” in Ohrid. Op 19 juni 2011 werd hier een herdenkingskamer ingericht en opgedragen aan A. den Doolaard met een tentoonstelling van boeken en documenten. Joezmeski is de auteur van diverse boeken: -
-
Doorgang in de mist (2005) - een roman die, naast het Macedonische origineel, ook verkrijgbaar is in een Bulgaarse en een Engelse vertaling; Laat er licht schijnen (2005) – essays; Woorden van lof (2006) – essays en kritieken; Elsjani - Leven tussen Steen en Water (2009) – een monografie; Onze Nederlandse Vriend A. den Doolaard (2012) is ook in de Nederlandse vertaling beschikbaar; Honderd jaar verlangen (2013) – verhalen; Macedoniërs, A. den Doolaard en andere Nederlanders (2016). E-mailcontact met Misjo Joezmeski: yuzmeski@t.mk
CIP - Catalogisering in Publicatie Nationale en Universiteitsbibliotheek “Sv. Kliment Ohridski”, Skopje JOEZMESKI, Misjo Macedoniërs, A. den Doolaard en andere Nederlanders / Misjo Joezmeski; [foto's Herman Zonderland, Misjo Joezmeski, Miltsjo Jovanoski]. - Ohrid: NI Bibliotheek “Grigor Prlitsjev”, 2016. 170 pagina's: foto's; 20 cm Vertaling van het werk: Македонци, А. ден Долард и други Холанѓани. Voetnoten ISBN 978-9989-911-95-8 a) Doolaard, A. den (1901-1994) - In herinneringen b) Joezmeski, Misjo (1966-) - Herinneringen COBISS.MK-ID 100580106