MOERVAART - magazine Driemaandelijks ledenblad van Watersport Moervaart vzw - Wachtebeke – Jaargang 39 – Jan 2021
1981 – 2021 Watersport MOERVAART wordt
Voorspoedig 2021 gewenst! Afzendadres: Leeweg 4 – 9270 Laarne V.U. Beernaert Jef
P509300 Afgiftekantoor 9270, Laarne
HET BESTUUR Beernaert Jef Daens Marc De Rouck Armand Van Houteghem Charles De Witte Jurgen Cappaert Jo
TELEFOON Voorzitter Secretaris Penningmeester Havenmeester Werkgroep Toervaren
0474 317 559 0473 291 879 0496 342 479 0477 460 983 0496 581 374 0496 656 968
INHOUD Januari 2021 Blz 2 Inhoud Blz 3 Voorwoord
Zetel / Redactieadres: LEEWEG 4 9270 LAARNE e-mail: watersport.moervaart@proximus.be Blog: watersportmoervaartnieuws.blogspot.com Ondernemingsnr. 0424. 080. 436 RPR Gent afdeling Dendermonde
Blz 5 VOOR U gelezen of gehoord Blz 8 Wie vaart maakt krassen Blz 10 Mini/Maxi Blz 14 Lekkende schroefasdichting
WERKTEN MEE AAN DIT BLAD: Jo Cappaert Vera Hoogerwerf Abel Van de Velde Armand De Rouck Marc Verhoeven Eartha Dereuddre Jef Beernaert
Watersport Moervaart vzw of de uitgever zijn niet verantwoordelijk voor onjuiste, onvolledige of ontbrekende vermeldingen. Niets uit dit Watersport Moervaart magazine mag overgenomen worden zonder schriftelijke toestemming van de auteur.
Blz 16 Cruise naar Ierland – deel 2 Blz 19 Het Blauwe Bord Blz 21 Covidgewijs op reis – Deel 2 Blz 25 Inbraakpreventie Blz 28 Afval & de Wetgever
Waarvoor DANK! Blz 10, Mini trip – Maxi plezier! Steiger Schipdonk
Blz 14, Nieuwe dichting
2
Blz 21, Op reis in eigen land Cnl du Centre - lift 3
Blz 16, Ierland Eiland Man
Blz 19, Verkeerd varen
Vergeet vlug het afgelopen jaar, haal de handen uit het haar. Want ’21 zal beginnen we gaan het virus overwinnen! We wensen voor iedereen rap 2 spuitjes, een goede gezondheid, veel liefde, geluk & een flinke portie vaarplezier! Het Watersport Moervaart Team
2021 ? WE GAAN ERVOOR! S
pannend! Benieuwd naar wat dit nieuwe jaar ons brengen zal. Zeker na de horror van de laatste 10 maanden. Wie zelf niet ziek werd, of geen familie en vrienden heeft die aan de pandemie ten onder gingen, mag zich in de pollen wrijven. Maar stilaan flikkert een heklichtje aan het eind van het “souterrain”. Al zal het vaccin er niet subiet voor iedereen zijn, we hebben een reddingslijn waar we ons kunnen aan vastklampen. Het echte leven mag stilaan opnieuw herbeginnen. Onze bestuursleden hebben eigenlijk nooit opgehouden met het voorbereiden van de gebruikelijke evenementen, ook al konden de meeste nooit plaatsvinden. Verloren werk? Niet helemaal, ooit zullen we doen wat voorzien was, alleen op een iets later tijdstip. Zo hebben we ook voor dit voorjaar enkele toervaarten in gedachten, maar om nu reeds met zekerheid te gaan beweren dat ze zullen doorgaan zou van een ongepaste arrogantie getuigen. We leven in hoop en laten de moed zeker niet zakken. KOP OP! Zoals je op het voorblad kan zien wordt Watersport Moervaart 40 jaar jong. Stilaan ontgroeien we de pubertijd. Niet dat we groot worden, dat is trouwens ook nooit de bedoeling geweest. We blijven vooral trouw aan de basisgedachte: Pleziervaart mogelijk houden voor iedereen, en dit in een aangename, ongedwongen sfeer. En ik geloof te mogen beweren dat we daar, verdomd, redelijk goed in geslaagd zijn. Die 40ste verjaardag zullen we niet zomaar laten voorbijglijden. Het wordt geen grote bijeenkomst zoals in ’16. We zullen ten gepaste tijd uit onze pijp komen. Hoe, wat, wanneer? Dat zal afhangen van wat mag en kan, maar we houden jullie op de hoogte. Tussen het middenblad van dit magazine zit een enveloppe. Alle leden die hun lidmaatschap reeds verlengden zullen hier o.a. hun lidkaart vinden. Zit die er niet bij, dan heb je ons waarschijnlijk vergeten, maar dat kan je nog rechtzetten door contact te nemen via mail of tel. Onze leden met ligplaats in Wachtebeke vinden in die enveloppe ook een brief, sympathiserende leden zullen deze niet vinden. Die brief betreft onze jaarlijkse algemene vergadering die ingepland stond voor zaterdag 6 februari 2021. Het lijkt ons niet verantwoord om in februari reeds met z’n allen samen te komen. Misschien mag het van ’s lands grote bazen zelfs niet. We vragen in die brief toestemming aan onze effectieve leden (met ligplaats) om eenmalig een Algemene Vergadering per brief te organiseren. Jammer, maar een etentje, een babbel bij een pintje, het zit er momenteel nog niet in. We doen dit niet elke dag, maar bij deze wil ik toch mijn collega’s: Armand, Marc, Jo, Charles, Jurgen, Abel en allen die zich in de loop van het voorbije jaar hebben ingezet voor onze vereniging, bedanken voor hun toewijding. Zij die een bijdrage leverden voor dit clubblad, klein of groot, merci, doe zo voort! Op die manier beginnen we het jaar alvast met een positieve noot.
Jef. 3
UIT HET STAATSBLAD GEPLUKT
VEILIGHEID IN DE HAVEN
Vanaf 1 december 2020 gaat een deel van de nieuwe wetgeving op de pleziervaart van start. Hieronder enkele punten wat betreft de uitrusting aan boord die voor ons belangrijk kan zijn (vaargebied 1, binnenwateren en 2, Beneden-Zeeschelde): Radarreflector verplicht, ook op de binnenwateren. Misthoorn. Voldoende touwen waaronder minstens 1 van 20 m. Ankertuig. Lenspomp of hoosvat.(elektrisch of manueel) Reddingsboei. Waterdichte zaklamp (op Beneden-Zeeschelde). Zwemtrap verplicht voor alle jachtjes. Navigatiekaarten. Getijtafels. Blusdeken (indien een gas- of open vuur aanwezig is). Registratiedocumenten. Scheepvaartreglement. Dit is niet de volledige lijst van de verplichte uitrusting maar één waar enkele belangrijke aanpassingen in staan. (vet gedrukt). De volledige lijst is te vinden op onze blog: watersportmoervaartnieuws.blogspot.com
Je kon reeds lezen dat er vanaf nu op elke boot een zwemtrap of iets dergelijks dient aanwezig te zijn. In het clubblad van april 2020 verscheen hierover reeds een artikel. In de haven werden intussen ook 3 ladders gemonteerd, mooi verdeeld tussen het aantal steigers. Die zijn geplaatst op één van de bezoekerssteigers en op de steigers nr 18 en 30. Ze zijn verankerd en staan stevig op de ondergrond. Bij de ladders zullen pictogrammen geplaatst worden ter duiding. Kom je per ongeluk in het water terecht, vanaf nu mag het, want je kan er gemakkelijk weer uit. In de toekomst zullen er nog enkele extra ladders geplaatst worden. De ladders kregen we cadeau van Filip (my LOTJE). Waarvoor onze gemeende dank.
KERSTSFEER AAN DE WATERKANT
KUNSTZINNIGE POTTERSHOEK
Op zaterdag 12 december werden op maar liefst 13 jachtjes officieel de kerstlampjes onder groene stroom gezet. Voorwaar een sfeervol zicht in deze donkerste weken. De Kerstperiode begon dit jaar coronagewijs (door een radio oproep) veel vroeger dan andere jaren. Dat hadden we niet ingecalculeerd. Toch willen ook wij de vele kleine lichtpuntjes opdragen aan alle hulpverleners, de helden van vandaag!
Vlakbij het pompgemaal Pottershoek werden twee kunstwerken geplaatst ter ere van de Corona-slachtoffers. Er werd een bank geplaatst en in een kastje zit een boek waarin je uw persoonlijke boodschap kan noteren. Gewoon eens doen!
Na het optuigen hoopten we een drink bij Wim en Nele aan te bieden, maar de horeca blijft toe. Jammer! De kerstversierders werden wel bedankt met een fles troost en een zoetje waarvan ze thuis gezellig bij het haardvuur kunnen genieten. ALLEN BEDANKT VOOR DE INSPANNING!
TOERTOCHTEN in 2021 Voorlopige lijst - Suggesties zijn altijd welkom! In de hoop dat… je weet wel, willen we u graag enkele toervaarten voorstellen: Van 1 tot & met 3 mei : Toervaart Beernem of Nieuwendorpe. Van 13 tot & met 16 mei (Hemelvaartweekend): AALST. Van 21 tot & met 24 mei (Sinksen): VPF Toervaartreünie GEEL. 11 en 12 sept: Met WM naar Lokeren of Gent. 25 en 26 sept: Sluiten seizoen VPF – meer info volgt nog. Meer info over activiteiten tijdens onze vaartochten volgen in het april-clubblad.
4
GEBUNDELDE BERICHTEN
VOOR U
GELEZEN OF GEHOORD! BRUSSELSEPOORTSLUIS Doortocht Gent weer mogelijk Na een renovatie en een, om onduidelijke redenen, langdurige periode van rust, worden de Lousbergbrug en Brusselsepoortsluis opnieuw bediend. Dat werd de hoogste tijd gezien de geplande werkzaamheden aan de grote sluis in Evergem stilaan voor periodieke stremmingen zullen zorgen. Als pleziervaarders kunnen we in 2021 maar beter via het Keizersaske/Muinkschelde of langs de Tolhuissluis/Nieuwe vaart varen. Elke mogelijke ontlasting van Evergem zal allicht in dank afgenomen worden. Hou er wel rekening mee dat de doortocht door Gent gekoppeld is aan een uurrooster (Tolhuis niet). Voor de volledigheid drukken we het recentste schema hieronder af, maar op VisuRis vind je steeds de dagelijkse situatie terug. De mobiele ploeg van dienst is te bereiken via gsm 0477 58 18 04. Die zal je perfect meedelen wanneer hij u kan van dienst zijn.
WATERWEGENVERGUNNING 2021 Uitstel tot 1 juni De waterwegenvergunning, je weet wel, die dure vervanger van het waterwegenvignet, moet straks weer vernieuwd worden. Maar haast is er nog niet bij.
Waar vroeger het vignet tegen 1 april moest vernieuwd worden zal dit nu 1 juni worden. Een woordje uitleg: Door de corona-lockdown van maart en april 2020 mocht er niet gevaren worden, we mochten ons zelfs niet aan boord begeven tijdens die periode. Er werd vervolgens door de watersportfederatie (VPF) aan de Vlaamse Waterweg gevraagd om een korting toe te staan op de waterwegenvergunning. Die korting werd vertaald in een verlenging van 2 maanden op de huidige vergunning. Dat wil zeggen dat ze niet vervalt op 31 maart maar op 31 mei. Wie over een mailadres beschikt wordt, als alles goed gaat, tijdig verwittigd via mail dat de vergunning zal vervallen. Gezien er dit voorjaar geen Belgian Boat Show is en de loketten van de Vlaamse Waterweg vooralsnog gesloten blijven, kan de vaarvergunning alleen nog via het internet op VisuRis aangekocht worden. Een telefonische bestelling wordt misschien mogelijk. Net zoals dat vorig jaar het geval was kunnen de leden die niet over een computer beschikken contact opnemen met een der bestuursleden, we kunnen deze opnieuw voor u bestellen. Voor een vergunning met een looptijd van één jaar bedraagt het tarief momenteel € 14,73 per meter “lengte over alles”(incl. BTW). Opmerking! De waterwegenvergunning is een digitale vergunning, de Vlaamse Waterweg pretendeert hiermee “papierloos te varen”. Het is dus niet nodig om de vergunning uit te printen en tegen de ruit te kleven, wat ze u ook zeggen.
5
HET HOUTBOERKE DOET HET FLUISTERSTIL
Elektrisch aangedreven vrachtschip in Gent
GREEN WAVE is de naam. Hij is 15 m lang, 4 m breed, is uit aluminium vervaardigd, heeft een elektrische aandrijfunit en 4 ton baterijen aan boord. De boot kan 20 ton vracht vervoeren over smalle, ondiepe waterwegen. Ideaal om in de Gentse binnenstad materiaal af te leveren nu vracht- en andere wagens geweerd worden uit de binnenstad. De vracht die de Green Wave kan transporteren is vergelijkbaar met een truck met zeecontainer. Maar grote trucks maken veel lawaai, hebben een onwelriekende uitlaat en kunnen maar met moeite doordringen tot in het hart van waterrijke steden als bv. Gent of Amsterdam. Het idee kwam niet van het Houtboerke, de Green Wave is ontwikkeld door The European Shipment Company (Tesco) uit Amsterdam, in samenwerking met partners uit het project Inland Waterway Transport Solutions, een Interreg-project in de Noordzeeregio. Het is algemeen geweten dat onze Noorderburen een zakelijke neus hebben. De eerste boot, het proefkonijn, gaat niet naar Amsterdam maar wordt aldus in Gent ingezet bij de houthandelaar. Die heeft zijn spiksplinternieuwe loodsen langs het kanaal Gent-Terneuzen, en kan met zijn boot materiaal via het oude kanalenstelsel tot in Gent-centrum brengen. Hoe en waar het materiaal zal gelost worden en tot op zijn eindbestemming zal komen, daar wordt niets over gezegd. Met de triporteur? De Green Wave werd gebouwd bij Euroship uit Heerewaarden. De werf is vooral bekend voor het leveren van bouwpakketten en Luxe Motor casco’s. De Balou, ons allen bekend, werd ook bij Euroship gebouwd. De 4000 kilo tractiebatterijen is nog een heikel punt. Dat zou kunnen gereduceerd worden naar 400 kilo lithiumbatterijen (zoals er in auto’s en fietsen gebruikt worden), maar wettelijk mag dit momenteel nog niet. Het vernieuwen van regels en wetteksten duurt langer dan het ontwikkelen van een corona-antivirus vaccin. Het laden van de batterijen zal ’s nachts gebeuren. Op de nieuwe loodsen van het bedrijf liggen theoretisch voldoende zonnepanelen om het verbruik te compenseren… als het niet regent!
FRANSE SAMBER Heropening in 2021? Al veel te veel jaren is de doorvaart van de Samber in Frankrijk onderbroken wegens een breuk in de kanaalbrug van Vadencourt op het Cnl de la Sambre-à-l’Oise. Maar ze zijn er aan bezig. En ondanks corona wordt volop verder gewerkt. Niet alleen het pont canal de Vadencourt wordt vernieuwd, ook dat van Marcquigny, dat even oud was, is uit het water geknipt en zal vervangen worden door een nieuw (zie foto). Terzelfdertijd worden 22 sluisjes onder handen genomen en wordt gebaggerd zodat een vaardiepte tot 1.6 m kan worden gegarandeerd. De VNF maakt zich sterk dat de heropening tegen de zomer van 2021 moet mogelijk zijn. We zijn benieuwd!
Begin je al te plannen? Hou zeker een plan B in gedachten. 6
Cnl DES ARDENNES nog meer goed nieuws uit Frankrijk Na onverwacht zware stormschade aan sluis Neuville-Day, op 12 juni 2018, was het de vraag: gaat het Cnl des Ardennes nog ooit terug heropenen? Sinds die dag ligt het kanaal er verlaten bij, jammer, want het verbindt de Maas met Ainse, Samber en l’Oise. En het is een alternatieve route voor de zwaar geteisterde omgeving rond Verdun waar zich jaarlijks stremmingen manifesteren. Een historisch kanaal Het Canal des Ardennes werd tussen 1823 en 1831 op mankracht uitgegraven en verkeert momenteel nog zowat in zijn originele staat, op zich al een belangrijke toeristische attractie. Het heeft 44 sluizen over 88 km, met de mooiste landschappen temidden het Ardens ‘platteland’ tussen Pont-à-Bar en Vieux-lès-Asfeld. Het is een belangrijke as voor watersporters die, of een vaarlus maken, of zuidwaarts willen varen richting Reims, Parijs en verder weg richting Middellandse zee. Vorig jaar werd tot overmaat van ramp het gerucht verspreidt dat 20% van het oude Franse kanalenstelsel zou gesloten worden.
Nu lijkt er toch schot in de zaak te komen. De Franse overheid heeft garanties gegeven voor de toekomst van het kanaal. De VNF, de Franse waterwegbeheerder, heeft het initiatief genomen tot de heropbouw van de sluis en heeft zich ertoe verbonden de werkzaamheden eind 2020 af te ronden om de heropening voor het toeristenseizoen 2021 te verzekeren. Misschien moeten we dat met een grof korreltje zout nemen, maar de werken zijn in elk geval aan de gang. Er komt intussen meer bij kijken dan alleen maar de sluis herstellen. Het kanaal is dichtgegroeid met algen, zo is er geen doorkomen aan. Bij deze doen we een oproep aan jachtwerven: voorzie in alle nieuwbouw jachtjes die geschapen zijn voor de Franse kanalen een gras- algenmaaier of, beter, een grote soepmixer onder de boeg.
PRAKTIJKEXAMEN STUURBREVET Uitstel van executie Volgens de planning van de FOD Mobiliteit zou het praktijkexamen voor het behalen van een stuurbrevet vanaf januari 2021 verplicht worden. Hoe, wat of waarom corona hier om de hoek komt kijken is een raadsel. Maar door corona wordt die deadline verschoven naar 1 juli 2021. Niettemin lijkt dit geen slecht nieuws voor wie een vaarbewijs wil bekomen. Ken je iemand die een vaarbewijs wenst te behalen, spoor die aan om dat onmiddellijk te doen, dan kan het nog net zonder praktische proef en zonder de bijhorende extra kosten. Het volstaat momenteel nog om 12 uur mee te varen met een ervaren schipper die een vaarbewijs bezit. Die vult voor de kandidaat het dienstboekje in (zie afbeelding, te downloaden op de VPF website) en daarmee is de kous af.
7
WIE VAART… MAAKT KRASSEN! Iedereen komt al eens wat tegen. Uw clubblad is de uitgelezen plaats om uw verhaal met anderen te delen. We zijn steeds op zoek naar nieuwe verhalen. We richten de oproep aan alle pleziervaarders om ons een verhaal te brengen. Schrijf je zelf niet graag, we willen het voor u doen. Stuur ons een mailtje: watersport.moervaart@proximus.be. De lezer zal u dankbaar zijn. Onze penningmeester Armand liet na een accident met een voorbij racende pleziervaarder horen dat ‘wie niet vaart ook krassen maakt’. En voor één keer moet ik toegeven dat hij gelijk heeft. Ik deelde namelijk zelf ook in de brokken. De kans op een beetje schade terwijl je afgemeerd ligt is groter dan we denken. Hier volgen enkele kortverhaaltjes van eigen ervaringen door de jaren heen, maar er zijn er nog heel veel andere.
Maar, Ook wie NIET Vaart… maakt krassen! Tekst en foto’s : Jef Beernaert Idee naar Armand De Rouck
1
2
MET TE VEEL ‘GANG’
T
W
ACHTEBEKE 2020. Het vaarseizoen was nog maar pas geopend, dit jaar weliswaar veel later dan gewoonlijk. Het was mooi weer, sommigen waren aan boord om in extremis nog wat te klussen of om gewoon te genieten. Zelf was ik er niet. Op een bepaald moment krijg ik telefoon uit Wachtebeke. Er is een van mijn landvasten doorgeknapt en onze TiKoyo ligt met zijn kop naar de vaargeul toe, met de kont in het schaarse riet.
Maar geen nood, Marc van de Balou heeft er één van zijn lijntjes aan bevestigd en de boot tegen de steiger getrokken, waarvoor dank. Zodra ik vrij ben rij ik naar de haven met een stel nieuwe landvasten. Toegegeven, de oude waren al wat over datum maar nog niet op, als je begrijpt wat ik bedoel. De oude worden losgeknipt van de bolder, want die zijn er rond gesplitst zodat ze niet kunnen los geworpen worden door te enthousiaste gebruikers van het jaagpad die graag bootjes zien drijven, zoals het heel lang geleden, wel 15 jaar, eens het geval was. Toen werden bij nacht een tiental jachtjes losgegooid, gelukkig waren we er toen, dank zij wijlen Albert en het alarm van dezelfde Marc ‘Balou’, ook vlug bij en bleven krassen uit. Nadat de nieuwe landvasten bevestigd zijn breng ik Marc zijn lijntje terug en aanhoor wat er is gebeurt. Blijkt er een boot door de brug gekomen in volle vaart. De opgewekte tsunami was van die aard dat alle afgemeerde jachtjes als gek te keer gingen. Maar blijkbaar ben ik niet de enige met schade, al heb ik buiten een kapot touw geen verdere averij. De Maris daarentegen heeft last van een gesprongen blaas! ’t Is te zeggen, door de waterverplaatsing werd de boot met zoveel geweld tegen de steiger geknald dat een fender is ontploft. Daarbij heeft de romp tegen de steiger geschuurd en is er redelijk wat verfschade.
En dat allemaal door een onverlaat die aan een veel te hoge snelheid voorbij sjeest. Dat is ongehoord. Of weten sommigen echt niet dat ze hinderlijke golfslag veroorzaken? We hadden beter bij de bruggenwachter van dienst de bootnaam opgevraagd, met wat geluk vind je zo de eigenaar van dat jacht wel terug. Maar dat deden we niet, gewoon niet aan gedacht op dat moment – stom! De volgende keer doen we dat zeker.
8
MISREKENING
ONGERLO 2020. Tijdens ons verlof voorbije zomer lagen we afgemeerd aan de passantensteiger langs de Zuid-Willemsvaart. Het is er prima liggen. Trouwens ook een goede uitvalsbasis om met de fiets het Maasland te verkennen. En dat deden we met overtuiging. Als we na een flinke tocht terugkomen bij de steiger hebben we een buurman. De man, een solitaire noorderbuur, houdt ons staande nog voor we aan boord kunnen gaan. ‘Is dat uw boot meneer?’ ‘Neen, ik ben de havenmeester’ geef ik hem als respons. De Nederlander bekijkt mij eens met ‘scheve ogen’ maar trapt er niet in. ‘Ik moet u iets bekennen’ zegt hij. ‘Ik heb bij het afmeren een inschattingsfout gemaakt en ben tegen uw boot gevaren, dat voor het eerst in de 40 jaar dat ik vaar’. ‘Tja, proficiat, moet je dan juist die van ons uitkiezen’ gaat het door mijn gedachten, maar dat zeg ik niet. Iedereen heeft het recht om fouten te maken. Ach, hij heeft reeds de verzekering opgebeld, het komt wel goed, deelt hij ons mee. ‘Meneer, mag ik eerst mijn fiets even parkeren, dan kunnen we samen eens kijken wat er loos is.’ Zo gezegd, zo gedaan.
Het
Er zijn inderdaad enkele krassen op de kop, maar niet van die aard om wakker van te liggen. Een verzekering komt er wat mij betreft niet eens aan te pas. Een lapje fijn schuurpapier en een likje verf bij thuiskomst, meer zal het niet worden. De schade bij de buurman is iets groter. Wat eens een vlaggenstok was zijn het er nu twee, de houder is ook afgebroken en de reling wat geplooid, niets onoverkomelijks. En het is toevallig warm, wat zeg ik, heet! Gezien die man zo eerlijk is ons zijn zonden op te biechten stel ik voor om samen een pint te drinken in brasserie ‘De Kieper’ op de hoek. kleine café aan de haven (Vader Abraham) Op zijn kosten natuurlijk. We houden het niet bij één pintje, hebben een leuke babbel en delen tenslotte de kosten – fijn geregeld! En de Noorderbuur? Die is ook content, hij heeft in elk geval niet afgepingeld. Zo kan het ook.
3
B
4
NIET GEZIEN?
RUGGE. Jaren geleden, ik denk in 2010. We zijn op terugtocht van een rondje Westhoek. Tijdens de doorvaart van Brugge moeten we enige tijd wachten op een binnenman die van Zeebrugge komt en nog door de Verbindingssluis moet. Geen nood, wachten moeten we in elk geval want de Dampoortsluis staat verkeerd en er moet ook nog afvaart invaren, het kan een poosje duren. Op een bepaald moment komt de lege 80-meter uit de Verbindingssluis en de Krakele wordt voor ons bediend. We meren af tegen de enigszins vervallen woonboot aan bakboord die er al sinds jaar en dag ligt en wachten geduldig af. Intussen komt het binnenschip ook door de brug en loopt ons voorbij, eigenaardig want ik moet als eerste de Dampoortsluis binnenvaren om aan de ronde buitenkant af te meren, pas daarna kan hij er in. Als hij evenwel op gelijke hoogte komt met ons, of eigenlijk met dat woonschip waar wij tegenaan liggen, stopt hij af. Zijn boegschroef slaat aan en de enorme zwarte muur komt op ons af, sneller dan je denkt. Hij komt tegen ons aan liggen? ONS, dat is een jachtje van amper 13 meter. Wel verdorie. Dat gaat allemaal heel vlug, oproepen via marifoon zou een oplossing zijn, maar dat neemt te veel tijd in beslag. Ik druk verwoed op de knop van de hoorn, maar te laat, hij duwt reeds tegen onze leuning aan. De schipperse komt naar buiten gestoven, kijkt over de rand naar beneden en vraagt verbouwereerd wat wij daar doen. ‘We liggen hier afgemeerd en wachten op de sluis’ laat ik ze weten. ‘OEI! We hadden u niet gezien’. Het was hun bedoeling om tegen de woonboot te komen. Hadden ze dan ook niet gemerkt dat we voor hen de Krakele waren doorgevaren? Hadden ze geen weet van mijn conversatie met de Dampoortsluis? Het zet je aan het denken! Enfin, veel schade was er niet, de reling was een 5-tal cm naar binnen geplooid en bedekt met een zwarte streep teer. Op zo’n moment ben je gelukkig met een kloek stalen schip. Bij thuiskomst heb ik met een hydraulische pomp heel voorzichtig de reling gericht. Alleen de zwarte streep is, na al die jaren, nog een heel klein beetje zichtbaar. Ik moet dringend eens de polijstmolen boven halen… Under the bridge (Red Hot Chili Peppers) We vervolgen onze weg door Brugge. Eens voorbij de sluis kruipen we achter de gigant aan en komen ei zo na nog onder één van de Kruispoortbruggen terecht die reeds dicht ging tijdens onze doorvaart. Ook de brugbediener had ons over het hoofd gezien. ‘Sorry, de camera staat niet goed geregeld’ was het excuus. Een dag daarvoor was er reeds een accident gebeurd waarbij we getuige waren aan Nieuwegebrug. Een jachtje was er tussen en vervolgens onder de draaibrug terechtgekomen. Niet lang daarna werden overal extra camera’s geplaatst, nu bestaan er waarschijnlijk geen spookschepen meer voor de Kruispoortbedieners.
STUUR-LOOS
C
anal du Nord, 1989. Onze allereerste keer naar Parijs, of beter gezegd, we zijn al op terugweg van de Franse hoofdstad. We nemen de 19 sluizen op het Cnl du Nord samen met twee jachtjes uit Gent, de Dolfijn en een tweede waarvan de naam ons ontgaat. Het gaat best vlot, maar zoals dat niet ongewoon is moeten we af en toe voor de sluis wachten. Wij hebben de gewoonte om af te meren aan de wachtsteiger als die er is, de 2 anderen blijven liever drijven. De Dolfijn is dat deze keer echter ook van plan. Hij wenst af te meren voor onze kop, terwijl daar eigenlijk niet zoveel plaats is. Tijdens zijn manoeuvre passeert hij ons rakelings, veel te dicht. Hij blijft met z’n kuiptent hangen achter het stuur van onze fiets die vooraan tegen de reling is geplaatst. Dat stuur kan dat niet hebben en breekt af als een stekske. En die fiets was pas nieuw! Zijn tent is gescheurd, eigen schuld dikke bult! Maar ook hier wordt geen punt van gemaakt, deels uit onwetendheid, deels om al die paperassen niet te moeten invullen, wordt alles met de mantel der liefde bedekt. Eens terug thuis wordt het stuur gelast en daarmee is de kous af.
5
SLAPPE ZAK
F
landria jachthaven 2009. Met Watersport Moervaart op toervaart tijdens het lange weekend van OLV Hemelvaart. Toevallig waren er enkele van onze leden jarig dat weekend, tja, dat werd nogal duchtig gevierd. Zelfs de zondagmorgen, voor we terug zullen keren naar onze thuishaven, wordt er nog een steigeraperitief georganiseerd. Onze jachtjes liggen allemaal mooi afgemeerd, natuurlijk aan de vingersteigers recht voor de kantine. Terwijl we genieten van de zon, de compagnie en het glaasje prik vertrekt de boot die in de box naast ons ligt. Die is niet van Wachtebeke maar van VVW Nieuwpoort, de naam van die boot laat ik liever achterwege. Terwijl hij uitvaart ramt hij ons Zodiakje met nogal wat geweld. Ik zie het gebeuren, de schipper ziet het zelf ook, maar hij vaart wel gewoon verder weg zonder reactie. Ongeoorloofd! Op het eerste zicht is er niet veel aan de hand, dus geen probleem. Enfin, we varen Ik heb een boot (Gebroeders Ko) terug naar Wachtebeke. De tocht verloopt rustig, we meren af en houden schoon schip. Maar plots valt mijn oog op het bijbootje. Dat hangt erbij als een schotelvod. Blijkt na controle dat er een moeilijk bereikbare naad losgekomen is waardoor het ding heel traag leegloopt. Laten herstellen zal een flinke duit kosten, allicht meer dan we voor het occasiebootje betaalden, dus dat doen we niet. De man aanspreken zou kunnen, maar waarschijnlijk is zijn bijnaam Haas en weet hij van niets. Dus houden we het bij een tegenslag. Ah, er zullen langer van die bootjes gemaakt worden dan dat wij hier rondlopen, maar het bootje was wel een handig klein dingetje en dat zijn we nu kwijt, jammer.
9
REISVERHAAL
Mini Vaarseizoen,
Tekst: Jo Cappaert Foto’s: Jo Cappaert & Hilde Haus
Maxi Plezier!
2020: Wat was dat?
H
et zag er een veelbelovend vaarseizoen uit, met als start zowel de geplande toervaarten van Watersport Moervaart als van de VPF. Deze zouden ons van de ene kant van Vlaanderen naar de andere brengen. Alles was zo goed als gepland, al deels in uitvoering, maar toen kwam corona. De wereldbol viel stil. Het werd afwachten. Terecht! In clubverband, zelfs de bubbels indachtig (dat woord kenden we toen alleen nog maar van mousserende wijn), zou er in de nabije toekomst niet veel mogen gebeuren. Ook persoonlijk plannen was koffiedik kijken. We mochten zelfs niet op de boot. Ons oorspronkelijk plan was om, direct na de VPF toervaart in Geel, verder door te varen naar Cannes, ik bedoel Kanne, wat een bijzonder mooie streek is met een rijke geschiedenis. Maar de uitgezette koers werd gewijzigd en niet alleen door ‘Miss Corona’.
Alles komt altijd goed! Indachtig: ÉÉN, dat elke opflakkering van de epidemie ons op gelijk welke plaats, alsof op een zandbank, zou kunnen vastleggen. TWÉÉ, dat we landinwaarts ook nog wat tijd moeten besteden aan renovatie en onderhoud van een huis.
10
Het wordt een korte vakantie, dat is zeker! We willen te allen tijde thuis geraken met of zonder covid 19 maatregelen. Er wordt geopteerd om onze eerste buitenlandse bootreis nog eens over te doen. Dit was een samenvoeging van WM/VPF toervaren vorig jaar die ons tot in Roubaix bracht. We hadden zo’n leuke herinnering aan de jullie wel bekende sierlijk slingerende oude Leie, de historische sluisjes nr 9,10 en 11 in Kortrijk, het Spierekanaal, de stad Roubaix en toch ook een beetje aan spring in ‘t veld Camille. Die tocht kan niet slecht uitpakken.
Akke akke tuut tuut, weg zijn wij. Had pas gemerkt dat moek gepakt had toen ik alles naar de boot moest overbrengen, een pakjesdienst heeft er niets aan. Op dinsdag 14 juli steken we om 12u30 in Wachtebeke van wal. Vlot gaat het via Evergem sluis naar de Lindenlei. We worden verwelkomd door onze voorlopig nog in Gent wonende dochter en haar vriend, alsook door mijn eveneens in Gent vertoevende zus. Ai! Dus dit wordt onvermijdelijk steigeraperitief (bubbels, hihi, en trippel!). Het is 2u30 geworden… hebben ze ‘s anderdaags tegen mijn houten kop gezegd! Verlof al zwaar ingezet. Moet kunnen.
En we hebben blijkbaar paraat getekend om vandaag te helpen bij de verhuis van onze feestende dochter. Dus woensdag is een dag van hard labeur en om eigenlijk rap te vergeten (beetje hoofdpijn). Maar het wordt wel afgesloten met een heerlijk restaurantbezoek waarna we, slimmer geworden, al snel de bedstee opzoeken om wat schade in te halen. Slaapschade welteverstaan!
Vive le Vélo! ’s Anderdaags, met een fris kopke, zijn we al fietsend op verkenning de weg op in Gent en omstreken, waarbij we het kerkhof van Sint Amandsberg ‘Campo Santo’ bezoeken. Het is vooral bekend om zijn monumentale grafzerken. Een massa kunstenaars die het tijdelijke voor het eeuwige geruild hebben vinden hier rust na een soms turbulent bestaan. Voor ons persoonlijk wordt het een zoektocht naar het graf van een overgrootoom. Kunstenaar? Niet dat ik weet. Turbulent, wie weet – maar heengegaan, dat is een feit. We vinden het graf, zo oud en verweerd dat de tekst bijna niet meer leesbaar is.
Sluis Astene
Wie anders? Johny, vrijwillig DJ op onze clubbijeenkomsten en regelmatig dienstdoend brugbediener op de Moervaart natuurlijk. Na de hartelijke begroeting draaien we de commerciële Leie op en verlaten zo reeds Deinze. Weidser, drukker maar best nog mooi varen en het zonnetje maakt veel goed. Aangekomen in de sluis van Sint-Baafs-Vijve is er een eerste teken aan de wand dat onze geplande trip wel eens zou kunnen in het water vallen. De vriendelijke sluiswachter wenst ons veel vaargenot en vraagt langs zijn neus weg waarheen we gaan. Ik, de enthousiaste schipper, repliceer: ‘Nachtje Kortrijk, dan naar Bossuit en via Spierekanaal naar Roubaix’. Zie diene man zijn gezicht vertrekken met de mededeling dat sluis 11 waarschijnlijk nog gesloten is, dat we beter via de Bovenschelde hadden gevaren, maar hij ging nog eens informeren. Inderdaad sluis 11 gestremd nog zeker tot maandag. Er moet nog getest worden en nog veel vervuiling geruimd worden. Effe is er twijfel, keren we terug om via de Schelde te varen? Dat is wel een heel eind terug en we hebben al een restaurant besteld in Kortrijk. Misschien kunnen we maandag wel schutten, of we varen over Frankrijk. We stevenen in elk geval verder richting Kortrijk. Na het ook vlot passeren van de sluis in Harelbeke bereiken we om 15u30 Kortrijk. Op aanwijzing van de havenmeester meren we aan voorbij de restaurantboot kant kliniek, de beveiligde haven was zonder verwijderen van onze zonnetent niet bereikbaar, iets te veel werk als het maar voor één nacht is. De havenmeester komt ons uitleg geven hoe we ons liggeld kunnen betalen via de automaat. 10 euro per nacht, elektriek en water inbegrepen. Na de gebruikelijke afmeer-aperitief tutten we ons een beetje op voor het avondeten.
Ons digitaal tijdperk Voor het eerst hebben we gereserveerd via Social Deal. Met een app! Ik weet daar niets vanaf, maar Hilde is een moderne vrouw en mee met haar tijd. Het is iets Indisch, mij volkomen onbekend, maar lekker man, voor herhaling vatbaar en het moet niet altijd duur zijn. Vrijdagmorgen 17 juli om 8u30 verlaten we met onze passagiers de Lindenlei en stomen via de Oude Leie op richting Kortrijk. Hoe kronkelend schoon is de Golden River. Da’s alom bekend. Deze brengt ons naar het rustieke ophaalbruggetje in het idyllische Astene. Dit wordt ook ooit nog eens een stopplaats. We krijgen tijdens de doorvaart van bruggenman/cafébaas/entertainer Wim een mysterie geschenken box toe gehengeld. Het bevat vooral veel info over de omgeving, jammer genoeg ontbreekt een miniflesje Filliers dat toch hier vlakbij gestookt wordt. We arriveren aan de Tolpoortbrug in Deinze om 11u57. Juist op de middag. De schrik zit er wat in dat we wel eens een half uurtje zouden moeten wachten, maar onze oproep naar de brugwachter toe wordt onmiddellijk beantwoord door een bekende stem “ik draai ze nog“.
SOCIAL DEAL Is een online platform die een selectie van vooral restaurants bundelt waar je superkortingen van 50% en meer kan krijgen. Social Deal lanceert dagelijks campagnes waar je in horecazaken een maaltijd kan nemen aan heel forse kortingen. De zaakvoerders houden hiervoor een of enkele tafeltjes vrij. Er zijn dus vrij veel mogelijkheden, vooral in steden. Je surft naar www.socialdeal.be of downloadt de app ‘Social Deal’. Via die app krijg je dagelijks om 10 en 20 uur een melding waar je nieuwe superkortingen kan krijgen. De app meld je spontaan welke Social Deal zaken er in de buurt zijn, van waar jij op dat moment bent. Na nog een slaapmutske is het tijdstip aangebroken om onze medereizigers naar het station te begeleiden. Zij moeten nog terug naar Gent sporen, wij mogen blijven.
11
Gestrand op het veld van eer.
‘Morgen is zijn chef hier en valt er ook wel iets te regelen’ meen ik met mijn ondermaats Frans te verstaan uit zijn verdere enthousiaste uitleg. We spreken af om morgen tegen 14u aan te meren bij de sluis. Terug op de fiets bootwaarts besluiten we dat, ook al zou een korting op het vignet niet mogelijk blijken, we toch het dagvignet zullen kopen om zo alsnog in Roubaix te geraken. We moeten dan ook snel, morgen eerste werk, contact opnemen met Canal de Roubaix om sluisbediening te vragen, normaal moet dit 24u op voorhand gebeuren.
Terug op de Yester worden de plannen bijgesteld. We zien nu ook op Visuris dat de oorspronkelijke stremming van sluis 11, die begon in april, nu reeds verlengd wordt tot 10 augustus. We liggen ‘geveld’, in ons geval ‘gestrand’, op het voor Vlamingen heroïsche veld van eer, het Groeningeveld. Toch willen we nog afwachten tot maandag want de werken aan de sluis lijken voltooid en het weekend kunnen we overbruggen met onze tweede liefde ‘de fiets’. Zaterdagmogen 18 juli, goed uitgeslapen en net op tijd in de viswinkel (die gaat in verlof) heb ik daar nog een zeewolffiléke kunnen vangen, die ons vrouwke verheerlijkt heeft tot een feestelijk middagmaal. Voorzien van de nodige proteïnen zijn we om 14u op weg. We geven ons stalen ros de (gulden)sporen. Langs de boorden van de Leie gaat het richting Menen, Wervik, Komen en zonder de kilometers in het oog te houden alsmaar verder, de grens over, tot waar Leie en Deule samenvloeien in Deulemont. Bij thuiskomst hebben we, na een mooi parcours, moe maar voldaan, toch een zeventig kilometer in de benen.
Het vergulde Groeningemonument
To Roubaix or not to Roubaix, that is the question.
Maandag om 9u wordt er getelefoneerd met een leuke stem (waarschijnlijk Camille) van de dienst Canal de Roubaix, spijtig genoeg het Nederlands niet machtig. Aan de telefoon lijkt Frans nog moeilijker. Toch begrijp ik dat de eerste twee sluizen zelfbediening zijn, we kunnen overnachten na sluis Marcq-en-Barœul. En dat er tegen dinsdagmorgen Zondag 19 juli, net als thuis halen we bij personeel voorzien wordt. Heeft ze er de bakker boterkoeken en een broodje als ondertussen een lijst bijgehaald (we ontbijt. Tussen rozijn- en crèmekoek rijpt waren vorig jaar in Roubaix met de het idee om toch langs Frankrijk naar VPF) en komt ze ineens met de vraag of Roubaix te varen mochten we maandag het klopt dat de ‘profondeur’ van de niet door sluis 11 kunnen. Daar Canal de Yester 1m10 is, waar ik bevestigend op Roubaix niet bij de VNF behoort en gratis De YESTER aan de Handelskaai in moest antwoorden. ‘Dan hebben we te bevaren is, maar de sluis in Quesnoy een probleem’ zegt ze omdat de niet, vinden we het dagtarief van 60 euro Kortrijk (haven kant kliniek). diepgang in Marcq-en-Barœul maar weliswaar te veel geld om enkele uren op 0,90 m is. Roubaix is voor ons dit jaar onbereikbaar. We Franse VNF wateren te varen. Maar zijn er ronden ons gesprek af met de stellige belofte dat we in de alternatieven? nabije toekomst opnieuw gaan proberen de kasseien van het Er wordt beslist om in de voormiddag een wandeling te noorden in te palmen. maken in Kortrijk, op de middag frit/mossel te eten en in de Opnieuw moeten we onze reisplannen noodgedwongen namiddag tot aan sluis Quesnoy-sur-Deule te fietsen om wat aanpassen. Spijtig want ik had graag geweten of er iets kon informatie in te winnen. Is het echt nodig om een dagticket te geregeld worden wat betreft het dagvignet in de sluis van kopen? De kortste fietsweg Kortrijk/sluis Quesnoy wordt Quesnoy. opgezocht. 26 km enkele reis door een leuk polderlandschap, dat is te doen. Met de fiets naar Roubaix is het zelfs slechts 16 km, maar dan is de pret er af!
Fiets- of vaarvakantie? Een dunne lijn.
Een gemoedelijke Franse sluiswachter geeft er ons zoveel informatie, mijn grijze cellen krijgen dat allemaal niet vertaald. En brochures, alsook hoe de zelfbediening van de twee volgende sluizen verloopt. Hij zou ons zelfs willen versassen zonder vignet, uiteraard op eigen risico. Maar onze boot ligt nog in Kortrijk dus… dat wordt moeilijk.
12
Wordt het verder een fietsvakantie in plaats van een vaarvakantie met als vertrekpunt Kortrijk? Varen we verder naar Menen? Misschien Roeselare? Of ja, waarom niet dichter bij huis: Eeklo/Maldegem. Nog nooit het pittoreske sluisje van Schipdonk genomen doet ons besluiten die richting uit te varen.
Loslopend wild & gevogelte. Woensdagmorgen doen we een fikse wandeling doorheen het polderlandschap naar de plaatselijke bakker, waarbij we een loslopende kudde koeien tegenkomen. Bij de eerstvolgende boerderij melden we de ongewone weggebruikers. De boer z’n eerste reactie: ’toch wére nie!’ gevolgd door een ‘dank u wel’. Het doet ons vermoeden dat hij al meer last had met zijn veestapel. Van de bakker gaat het naar ons middagmaal. Na de siësta plannen we een fietstocht naar het Stoomcentrum Maldegem. Daar kan je even terug de geschiedenis in sporen met de stoomtrein. Dit moet spijtig genoeg op voorhand besteld worden en zo kunnen we niet mee tjoeken. Dan maar op naar het Canada museum waar we, door het reeds ver gevorderde uur, ons beperken tot een bezoek aan het cafétaria. Het lijkt ons wel de moeite om later het museum en de tuinen eens te bezoeken. Na 24km fietsen komen we terug bij de Yester waar we na het avondeten opnieuw met volle teugen van de zon genieten. Wat een zomer! Genieten in Schipdonk
Om 11u wordt het, vooral bij het passeren van een binnenschip, bij wijlen woelige haventje van Kortrijk vaarwel gezegd en stevenen we af op sluis Schipdonk. Daar arriveren we rond 16u. Onze vraag aan de sluiswachter of we mogen afmeren voor de nacht aan de wachtsteiger aan de binnenkant (voorbij de sluis) wordt positief beantwoord. Hoe zalig rustig liggen is het hier. Met de geluiden der natuur, de uitdovende stralen van de zon, de temperatuur die nauwelijks zakt, genietend van een rosé wijntje en trippel, meer moet dat niet zijn. Dinsdag 21 juli. Op onze nationale feestdag verlaten we om 9u45 dit te koesteren steigertje en arriveren na anderhalf uur reeds in Nieuwendorpe. De steigers zijn hier mooi hersteld na de zware stormschade van vorig jaar. We rekenen onmiddellijk €29 af met de havenmeester, dit voor drie nachten, elektriek inbegrepen. De steiger bij de Koetshoeve wordt onze nieuwe uitvalbasis om al fietsend de omgeving te verkennen. Vooreerst moet er nog wat proviand ingeslagen worden, vooral vloeibaar. Maar er wordt geen rekening mee gehouden dat het nationale feestdag is, dit zou wel eens voor problemen kunnen zorgen. Toch wordt er een Market in Eeklo centrum gevonden die zon- en feestdagen open is. Na het middagmaal wordt een fietstocht aangevat richting Lembeekse bossen om een van mijn broers te bezoeken. Pas op, dat is geen kluizenaar die in ’t bos woont, hij heeft zich tijdelijk teruggetrokken op een camping aldaar om te genieten van zijn jaarlijkse vakantie. Na onze longen volgepompt te hebben met zuivere boslucht belanden we op het gezellige, volledig coronaveilig ingericht kantine terras van de camping. Ze kennen dat toch overal hé. Terraskes bedoel ik!!! Tegen 18u zitten we terug op ons achterdek het avondmaal te verorberen, het wordt weerom een zalige rustige avond.
Donderdag wordt een luie voormiddag. Een kruiswoordraadsel oplossen is mijn zwaarste taak. De namiddag wordt opnieuw met een fietstocht gevuld. We hebben afspraak in familieparadijs ’t Krekeltje in Eede, net over de grens, met onze superhelden…de kleinkinderen. Een namiddag met het jonge geweld is zowel leuk als vermoeiend, belevenissen die blijven. We fietsen, moe maar voldaan, terug. Ons gepland maar gelukkig nog niet gereserveerd bezoek aan restaurant ‘Het Stadhuis van Raverschoot’ als sluitstuk van ons verlof laten we aan ons voorbijgaan. Geen zin om ons nog op te tutten. De ravioli aan boord moet er aan geloven maar smaakt heerlijk. Het feit indachtig dat het onze laatste avond is voor we naar W’beke terugkeren willen we het rustig houden. Voor morgen wordt wisselvallig weer voorspeld, alsof de zon nu ook vakantie gaat nemen bij het einde van ons verlof.
’t Is gedaan... ge moogt naar huis gaan! Vrijdagochtend plegen we een telefoontje met Schipdonk ‘of het mogelijk is tussen 11 en 12u geschut te worden’. Dat lijkt geen probleem daar er nog een paar jachtjes omhoog willen. We laten de steiger in Nieuwendorpe rond 10u15 los en arriveren om 11u40 aan de sluis. Daar worden we samen geschut met twee jachten die al een half uur op ons liggen te wachten. Er moet gezamenlijk geschut worden door waterschaarste. Ik vraag me af over welk debiet het gaat in dit sluisje? Aan de zwaarbewolkte lucht te zien is men precies wel zinnens iets te doen aan het watertekort. Tegen dat we Evergem in het vizier krijgen zitten we in een kladdernatte bui die duurt tot we de sluis verlaten. Van timing gesproken. We klagen niet, eerste regen in weken en de verdere tocht naar Wachtebeke verloopt terug droog. Om 16u zijn we al bezig ons nestje van veertien dagen op te ruimen. Het was ontspannend, kort maar leuk. Op naar het volgende.
Hilde en Jo, My YESTER
13
Lekkende schroefasdichting DEEL 1 : Vetsmering
TECHNIEK
Tekt: Jef Beernaert
S
chroefasdichtingen. Er zijn verschillende soorten en merken, telkens met zijn specifieke problemen, zijn voordelen, zijn nadelen, zijn prijs. Sommige systemen hebben onderhoud nodig, andere niet. Het is in dit artikel niet de bedoeling om te gaan beweren dat het ene systeem beter zou zijn dan een ander, wel om eventuele problemen op te lossen mocht dat nodig zijn, en dit terwijl de boot in het water ligt. Niets is zo vervelend als een schroefasdichting die gaat lekken. En pas op, een drupje water zo nu en dan is nog niet zo erg, soms zelfs normaal, maar eens het drupje een stroompje wordt, dan moet er onmiddellijk ingegrepen worden. Hoe en wat te doen bij een lekkende schroefasdichting, daar gaat het ons nu om. Voor alle duidelijkheid, we hebben het vooral over vaste schroefas installaties, zoals de meeste motorjachtjes in onze haven er een hebben.
DE MEEST VOORKOMENDE SCHROEFASLAGERINGEN -
Vetgesmeerde bronzen lagerbussen. Watergesmeerde rubberlagers. In een oliebad lopende kogellagers of bronzen bussen.
Elk van die lagersystemen heeft zijn specifieke dichting om water buiten te houden en/of olie binnen te houden. 1.
VETGESMEERDE SCHROEFAS
Een oud en beproefd systeem, afkomstig uit het stoomtijdperk, dat nog in heel veel jachtjes van toepassing is. Zeer betrouwbaar en degelijk maar zelden in nieuwbouw terug te vinden. Het is een vrij simpel systeem. vetkanon vetleiding
Daardoor kan er wat water binnenkomen. Daarom moet er minstens binnen in de boot een dichting zitten die het beetje water tegenhoudt, die dichting moet bestand zijn tegen de ronddraaiende beweging en het lichtjes axiaal bewegen van de schroefas. Een motor staat namelijk op rubberen dempers en schommelt constant een beetje, tenzij er een stuwdruklager aanwezig is (en zelfs dan nog). Bij vetgesmeerde assen wordt al vanouds gebruik gemaakt van een bronzen lagerbus waarin meestal 3 tot 5 zogenaamde vetkoord-ringen zitten. Een klembus drukt die ringen opeen, ze zetten uit en klemmen lichtjes tegen de ronddraaiende as. In combinatie met het ingepompte vet zullen er, als het goed is, maar enkele drupjes water meer doorkomen tijdens het varen, en af en toe een vingerhoed vet. Eens afgemeerd wordt een kwartslag gedraaid aan het vetkanon en er komt geen drup meer door. Maar die vetkoord-ringen hebben niet het eeuwige leven. Na verloop van tijd is de spanbus volledig ingedraaid en is het noodzakelijk dat de vetringen vernieuwd worden. Dat wordt al eens opgevangen door meer vet te gaan pompen, maar dat gaat gewoon verloren, het wordt zowel naar buiten in het water als naar binnen in de machinekamer geperst. Binnen geen tijd is het er een zwijnenstal.
vet bronzen lagerbus
Vetkoord-ringen (3 tot 5 st) VETKOORD
Een vetkoordring wordt gemaakt uit geweven PTFE vezels (teflon, vroeger was dat Spanbus + opspanbouten asbest), al dan niet doordrenkt binnenlagergland met grafiet. Ze hebben een schroefaskoker vierkante doorsnede, zijn verkrijgbaar in verschillende diktes (4, 5 6, 8…) en te koop De schroefaskoker wordt volledig gevuld met waterbestendig per lopende meter. vet door de vetpot aan te draaien. Het principe ‘waar vet zit Vierkant 8 mm is het meest voorkomend bij kan er geen water komen’ is hier van toepassing. De schroefasinstallaties. draaiende schroefas heeft een beetje speling in de lagerbus.
14
VERVANGEN VETKOORD Het vervangen van de vetkoord-ringen is theoretisch niet moeilijk, het grootste probleem zit hem soms in de bereikbaarheid binnenin de boot. Maak voor je met het demonteren begint reeds de nieuwe ringen klaar. Dat kan je zelfs thuis doen.
SNIJLIJN
Rechte snede Schuine snede
Neem een stuk as van exact dezelfde diameter als je schroefas. Wikkel de pakking stevig enkele windingen rond de as. Snij in de lengte van de as met een heel scherp mes (STANLEY-mes) de koord door, zo krijg je evenveel ringen als je wikkelingen hebt die perfect passen rond je schroefas. Klop met een hamer de dichtingen rond die as een beetje plat zodat de doorsnede niet meer vierkant maar rechthoekig wordt (7 mm dik ipv 8), anders krijg je ze straks nooit in de lagerbus.
Sommigen opteren om de koord schuin af te snijden ipv rechtdoor, dat mag, maar het is moeilijker om die mooi passend te snijden en het maakt kwalitatief weinig uit. DE MONTAGE
Pomp eerst wat vet in de schroefaskoker om te beletten dat er veel water kan binnenstromen. Draai de opspanring volledig los en demonteer indien nodig de opspanbouten, want die kunnen lelijk in de weg zitten. Reinig die netjes, neem eventueel nieuwe moeren. Peuter de versleten ringen er uit met een een haakje of een kleine schroevendraaier, maar tracht 1 ring te laten zitten, die houd nog het water tegen. Niet met houtbeiteltje en hamer te werk gaan, zo zal je ongetwijfeld de as beschadigen. Duw de vooraf klaargemaakte ringen een voor een in de bus, de eerste ring met de snede naar onder, druk die met de drukbus op zijn plaats. Doe hetzelfde met de tweede maar nu de snede naar boven, de volgende terug naar onder, enz. Kan er geen volledige ring meer bij, dan mag de drukbus lichtjes op spanning gezet worden. De schroefas moet nog gemakkelijk draaien. Laat de schroef een half uurtje draaien en span indien nodig de drukbus nog een slag aan. De lagerbus mag niet heet lopen als de schroefas draait.
TIP: De eerstvolgende keer dat je droog gaat kan er eventueel overwogen worden om bij het buitenlager een rvs flens met een simmerring te monteren (rubber lipdichtring). Die zal enerzijds het vet beter in de bus houden en het water grotendeels tegenhouden terwijl het vet in de achterste lagerbus niet weggespoeld wordt.(zie schets)
Deksel met Simmerring
Vet Schroefas
Bronzen buitenlager
1
2
VETKANON Het vetkanon is een smeerpomp gevuld met vet waarmee je onder een lichte druk vet kan in de schroefaskoker pompen. De meestvoorkomende zijn handbediend (nr1), maar er zijn er ook die automatisch hun werk doen, dit met een instelbare veerdruk (nr2) of wegwerp met een gasvulling. Alle vetten geschikt voor glijlagers zijn in principe bruikbaar maar soms te dun. Gebruik best een aangedikt vet dat waterafstotend is (echt schroefasvet). Uiteraard wordt aangeraden om biologisch afbreekbaar vet te gebruiken, maar pas daarmee op, gebruik dat vet nooit om kogellagers mee te smeren. Het opvullen van de vetpot is een heel leuke job. Laat dit dan maar over aan uw eega of de kleinkinderen, die zullen je achteraf dankbaar zijn, een beloning volgt.
Een volgende keer bekijken we de watergesmeerde schroefasinstallaties en zij die in een oliebadje liggen uit te zweten. Ondanks de grote slogan dat die onderhoudsvrij zijn vertonen ze ook wel enkele zwakke punten die eens het bekijken waard zijn.
15
OP CRUISE
Rondje Ierland & Verenigd Koninkrijk
Tekst & foto’s Vera Hoogerwerf
DEEL 2 Boot Trein-tram-bus En een stuk te voet Maar de moto laten we voor de liefhebbers!
W
e zijn intussen 4 dagen en enkele extra kilo’s verder en hebben er een fikse zeetocht opzitten. We liggen afgemeerd voor Londonderry in het noorden van Noord-Ierland. Londonderry, voor de Ieren gewoon Derry, is een vrij grote stad, de nr 2 van Noord-Ierland. Voor alle duidelijkheid, Noord-Ierland ligt helemaal bovenaan het eiland maar maakt geen deel uit van de republiek Ierland. Het wordt door Londen beschouwd als een provincie van het Verenigd Koninkrijk maar heeft een hoge mate van zelfbestuur. Er wordt trouwens in hoofdzaak Engels gesproken en geen Iers. Zaterdag 20 juli 2019
Derry~Londonderry
Na een volle dag en 2 nachten op zee zitten we om 7u30 aan de ontbijttafel, ook al moeten we niet onmiddellijk op pad. Maar straks hebben we een extra vroeg middagmaal om op de middag onze excursie aan te vatten. Die zal volgens de planning 6 uur duren en brengt ons niet naar de oude nog volledig ommuurde stad maar naar de Causeway coast. Bij het verlaten van Londonderry rijdt de bus langs de spectaculaire “Antrim kust”. Die wordt beschouwd als één van de mooiste in Europa. Pas in 1830 werd de kust via de weg bereikbaar. We passeren de 9 Glens. Dat zijn valleien met bergstroompjes en watervallen die uitlopen naar de kust. Toch vinden we dat het landschap wat mooier wordt voorgesteld in de brochure dan in werkelijkheid, of zijn wij niet meer vlug onder de indruk omdat we “al meer hebben gezien”? We bekijken het natuurlijk overwegend door een busraam, eens een wandeling maken door de wilde natuur zou ons allicht meer overtuigen.
16
Er wordt wel gestopt in “Carrick-A-Rede”. Dat laat ons toe om de plaatselijke hangbrug eens uit te testen, hadden we gehoopt. Reeds ruim 300 jaar is er een touwbrug op deze plaats die het eilandje van Carrick verbindt met het vaste land. Het waren in hoofdzaak de plaatselijke zalmvissers die de brug construeerden. De huidige brug is gelukkig geen 300 jaar oud, ze werd pas in 2000 gebouwd, niet door de vissers maar met de hulp van lokale klimmers en abseilers. Ze overspant 20 m en hangt 30 m boven de rotsen. Maar zo’n brug is en blijft een beweegbaar ding. Hoewel nog nooit iemand van de brug is gevallen zou het al voorgekomen zijn dat bezoekers de terugweg niet durfden af te leggen en per boot van het eiland moesten worden gehaald. Daarom mogen we er van onze gids niet op, STOM! Want tegenwoordig is de brug voornamelijk een toeristenattractie. In het zalmseizoen (juni tot september) maakt een sporadische zalmvissers nog wel eens gebruik van de brug, hoewel de zalmvisserij niets meer voorstelt. Er mogen er nog amper 300 per seizoen verschalkt worden. Uiterlijk begin november wordt de brug weggehaald en, afhankelijk van de weersomstandigheden, rond maart weer opgehangen.
Carrick-a-Rede Rope Bridge
Giant’s Causeway
Intussen zijn we weer onderweg naar een volgende dag en een nieuwe bestemming. Zondag 21 juli 2019 Douglas, Isle of Man
Het hoogtepunt van deze excursie is toch de “Giant’s Causeway”, vrij vertaald ‘een wegel voor de reuzen’. Dat duid op een legende over een Schotse en Ierse reus die ruzie maakten en elkaar via een pad door zee belaagden. In werkelijkheid is het een rotsformatie die bestaat uit ongeveer 40000 rechtopstaande basalt-zuilen, die er miljoenen jaren geleden gekomen zijn na een vulkaanuitbarsting. Door de afkoeling van de dikke lavalaag is een krimp ontstaan en is de rots in duizenden stukken gekraakt. Vandaar dat de zuilen zijn ontstaan. Dit is te vergelijken met modder die opdroogt in de zon. Deze wonderbaarlijke rotsformatie is zo uniek dat ze op de Unesco Werelderfgoedlijst werd opgenomen! We krijgen voldoende vrije tijd om dat alles op het gemak te bekijken, te beklauteren en te bewonderen… Op de terugrit wordt er even een fotostop gemaakt nabij de ruïne van “Dun Luce Castle“, een middeleeuws kasteel aan de rand van een basalt-uitsteeksel in County Antrim, mooi hoog en droog gelegen met uitzicht op de oceaan. Het is alleen toegankelijk via een brug die het verbindt met het vasteland.
Om 10u komen we aan op het bewolkte eiland Man. De weersvoorspellers beloven géén beterschap, net nu we een uitstap doen waar “open” weer cruciaal is: “naar de top van Snaeffel”. Op die lui kan je nooit vertrouwen. Het eiland Man is Brits Kroonbezit en is gelegen in de Ierse zee halfweg tussen de kusten van Ierland en Engeland. Het heeft indrukwekkende, rotsachtige kliffen en schilderachtige baaien en wordt gedomineerd door de 620 m hoge Snaeffel. En als je nu denkt dat we die volledig te voet zullen beklimmen, dan sla je de bal mis. We gaan sporen, smalsporen. Door het beperkt aantal plaatsen in het treintje, is de excursie verdeeld in 4 groepen. Groep 1 is de onze. We krijgen een lunchpakket mee. Een tegenvaller, geen ontkomen aan!
Om 18u30 zijn we klaar voor ons diner. Voor de verandering krijgen we niet onze vaste tafel aangewezen maar zitten de passagiers door elkaar aan tafels. In pre-coronatijden kon dat nog! Ongelofelijk hoe alles in een haai en een draai is veranderd. Wij zitten met meerdere koppels samen, waaronder een Franstalig koppel van respectievelijk 94 en 97 jaar jong, reeds 73 jaar getrouwd, op zich al bewonderenswaardig. De man spreekt een beetje Vlaams omdat hij een tijd in West Vlaanderen werkte. Vanaf 22u begint de dansavond! Zullen er morgen zijn met zere voeten? Ik dacht het niet, de dansvloer blijft leeg.
Dun Luce Castle
Op de “Snaeffel Mountain Railway” rijden nog de 6 originele oude elektrische treintjes, meer tram dan trein, met een houten gestel uit 1895. Die brengen ons bergop naar de top van de berg in Laxey, echt wel een mooie rit.
17
“The Great Laxey Wheel”. Lady Isabella
Maar jammer, voor ons is vandaag géén belvedère weggelegd. De berg is halverwege reeds volledig omhuld door wolken. Eens boven fluit een hevige wind ons om de oren, die dwingt ons bescherming te zoeken in het souvenirwinkeltje annex cafetaria. Het eiland is evenwel niet zozeer bekend om zijn natuur maar eigenaardig genoeg wereldberoemd voor een stratenrace met snelheidsmotoren: De ‘Isle of Man TT’, een jaarlijks evenement waar tweewielige snelheidsduivels op het scherp van de snee strijden ter meerdere eer en glorie. Het is het Mekka voor de motorsportliefhebber! Reizen Waes bracht er een heel mooie documentaire over.
Isle of Man TT De races gaan in september door en zijn nu dus niet aan de gang maar tijdens onze treinrit kruisen we wel het parcours van de “Isle of Man Tourist Trophy”. Het is een indrukwekkend bochtig stratencircuit rond het eiland, langs hagen, door dorpskernen en heuvels. Geen wonder dat er bijna jaarlijks dodelijke ongevallen gebeuren! De races zijn al sinds 1907 een begrip. Er wordt gereden op een traject van 60 km. De eerste week van de TT is gereserveerd voor de trainingssessies. Er wordt elke werkdag ’s avonds vanaf 16 uur getraind. De 2de week is ”raceweek” met in totaal 4 racedagen. Tijdens de trainingen en de race wordt de openbare weg uiteraard afgesloten. Je bent maar best tijdig thuis. Vergis je niet in de naam “Tourist Trophy”, de gemiddelde snelheid over een rondje van 60 km bedraagt 215 km/uur met toppen boven de 300! Onze tram doet het rustiger aan, zelfs in de afdaling! Na de treinrit kruipen we niet op zo’n brommerke, neen, een helm & mijn haarcoupe, ik mag er niet aan denken. We doen iets minder spectaculairs en gaan kennismaken met een fascinerend stukje industrieel erfgoed.
18
De Lady Isabella, beter bekend als het Great Laxey Wheel, is het grootste nog functionerende waterrad wereldwijd. De constructie dateert uit 1854 en diende om water af te voeren uit de plaatselijke mijn waar zilver, zink en lood ontgonnen werden. Het wiel wordt gevoed door riviertjes in de hoger gelegen heuvels. Het heeft een diameter van 22 meter en drijft via een houten stoter op wielen van 182 m lang de zuigerpompen in de mijnschacht aan. Het rad draait driemaal per minuut om zijn as, dat is voldoende om 1000 l water weg te pompen. Iets verderop staat Lady Evelyn, een tweede, iets kleiner wiel. Beide wielen werden gerestaureerd en kunnen werken, maar de mijn is reeds sinds 1929 gesloten. De wielen worden vooral voor toeristen op gang gebracht. Reeds in de 19de eeuw trok het Great Laxey Wheel veel kijklustigen. Op de muur van het gemetste fundament staat het triskelion (drie symmetrische benen), het wapenschild van het eiland Man. Hoe de figuur ook gedraaid wordt, het zal nooit knielen. De triskelion staat voor onverzettelijkheid en vrijheid. We wandelen door het park naast de promenade met mooie statige gevels en passeren eventjes door de winkelstraten voor we terug inschepen. 18u: Bijna etenstijd. Ik wordt onwel en besluit dat het diner me toch niet goed zal bekomen en trek me terug in mijn kajuit voor platte rust. O Ja, het is vandaag de Belgische Nationale Feestdag en onze driekleur bepaald de dresscode. Daar glip ik dus stilletjes onderuit, hé? De avondshow sla ik noodgedwongen ook over. Om 22 uur zouden we moeten afvaren maar er wordt storm verwacht! MAN, MAN, MAN! (de naam van het eiland wordt eer aangedaan). De kapitein beslist om niet uit te varen, de Berlin blijft veilig aan de kade liggen. OEF, dat scheelt een paar ‘spuugzakjes’…
Volgende keer trekken we weer wat verder. Tot dan! Marnix & Vera
VAARGEDRAG
Het blauwe bord Tekst & illustratie: Jef Beernaert
D
at we tijdens het varen stuurboordwal aanhouden is vanzelfsprekend. We durven al eens van onze lijn afwijken, eerlijk is eerlijk, als toerist zitten we ons aan alles te vergapen wat op de oever voorbijglijdt. Daardoor zijn we soms eens onoplettend en varen te midden de vaargeul en misschien al eens aan bakboord zonder dat het onze bedoeling is. Het is voor de omliggende scheepvaart evenwel een logisch vaargedrag dat we ons aan stuurboord bevinden, zonder dat we daarvoor de keien uit de grond moeten varen. STUURBOORDWAL In principe varen we stuurboordwal van zodra we rechts uit het midden van de vaargeul varen. Kleine schepen moeten voorrang verlenen aan de grotere beroepsvaart en indien mogelijk zoveel mogelijk ruimte geven aan een kruisend of oplopend schip. Als klein schip kunnen we dichter aan stuurboordzijde van het vaarwater varen dan de grote mannen, al zeker als die geladen zijn. Een schip met vracht zal dus meer in het midden varen maar niettemin toch uitwijken naar zijn stuurboordkant. Vooral bij minder goed zicht, en dan hebben we het niet onmiddellijk over mist want dan blijven we beter vast aan de kant, maar bijvoorbeeld tijdens een plensbui, is het heel belangrijk dat we mooi stuurboord aanhouden. Dat betekent niet dat we steeds verplicht worden om aan de rechterkant van de vaargeul te blijven, al moet je er op sommige plaatsen, vooral in Nederland, rekening mee houden dat je kan beboet worden als je dat niet doet. Maar er zijn gevallen waar je niet aan stuurboord blijft en waar zelfs verlangd wordt dat je de verkeerde wal aanhoud. BLAUW BORD: Er zijn situaties waarin een groot schip een blauw bord voert. Dat bord bevindt zich meestal ter hoogte van de stuurhut aan de stuurboordzijde van het schip en ligt bijna onzichtbaar plat als het niet in gebruik is. Wil de schipper de verkeerde wal varen dan wordt het bord recht gekanteld. Midden in het blauwe bord bevindt zich een wit knipperlicht, op die manier valt het bord beter op, ook in duister weer.
Daarmee geeft de schipper dus aan dat hij aan de 'verkeerde wal' wil varen en de tegemoetkomende vaart stuurboord op stuurboord wil passeren. Dit kan gebeuren op vaarwater waar stroming staat omdat een groot schip tegenstrooms soms de binnenbocht wenst te nemen gezien daar minder stroom staat. Maar evengoed kan het gebeuren dat een schip op zijn bestemming komt, wil afmeren en daarvoor reeds, in voorbereiding van zijn manoeuvre, de verkeerde wal vaart. Of bij het aanlopen van een wachtplaats voor een sluis. Of om gemakkelijker onder een brug door te varen. Of… er zijn nogal wat situaties denkbaar waarbij een schipper verkiest om de verkeerde wal aan te houden. In dergelijke gevallen probeer je als klein vaartuig aan deze wens te voldoen, en mag je dus oversteken naar bakboordwal, op voorwaarde dat het veilig kan. Kijk zowel naar eventuele tegenliggende vaart en ook goed achter je voor je dit doet. VERPLICHTE REACTIE? De vraag is: moet een klein schip verplicht “stuurboord op stuurboord”, dus aan de zijde van het blauwe bord, passeren als dat opstaat. Het juiste antwoord bij deze vraag is: “Nee, niet verplicht”. Maar het is zonder meer wenselijk om aan het verzoek van de schipper te voldoen als dat veilig kan. Als je bijvoorbeeld op een brede rivier vaart en er komt veel OK beroepsvaart achter of + voor je, dan is het melden wellicht verstandiger om niet over te steken naar de verkeerde wal om aan het blauwebord-verzoek te voldoen. Tegenliggers komen vlugger op je af dan je zou denken en het is al helemaal niet de bedoeling dat je als jachtje tussen twee giganten in gaat varen. Even melden via marifoon dat het jachtje liever mooi de stuurboordwal aanhoudt zal voor iedereen verhelderend zijn.
19
Blijf dan natuurlijk wel strak stuurboordwal aanhouden en zorg ervoor dat je ten allen tijde zichtbaar blijft voor de schippers, want niets is zo verwarrend voor de binnenman als een jachtje dat plots verdwenen is uit zijn zichtveld. GOED ZEEMANSCHAP Vrij regelmatig kom je tegen dat een tegemoetkomend schip het blauw bord voert terwijl er 100 m voor je een schip vaart. Eens ze op gelijke hoogte zijn wordt dat bord weggedraaid. Soms is er twijfel bij pleziervaarders: “Wat moet ik nu doen?”. Niet twijfelen, vervolg gewoon uw weg achter je voorganger aan, het is te laat en zelfs gevaarlijk om nu nog terug van BB naar SB over te steken. Het is trouwens helemaal geen slecht idee om op die wateren waar veel op het blauw bord gevaren wordt (bv. de Waal en de IJssel in NL) om in de bochten achter binnenvaart aan te varen. Zij zien op ATIS de tegemoetkomende schepen en zullen de juiste kant van het vaarwater kiezen. Een ander voorbeeld waar regelmatig verkeerde wal gekozen wordt, maar meestal zonder dat het blauw bord wordt getoond, is tijdens het uitvaren aan de bovenkant van sluis Evergem (Zie schets).
Er zijn evenwel ook plaatsen waar het verplicht is om de verkeerde wal aan te houden. Op die plaatsen wordt bakboordwal gevaren zonder gebruik te maken van het blauw bord. De zone waar verplicht links wordt gevaren is aangegeven met verkeersborden. Deze borden zijn van toepassing op zowel beroeps- als pleziervaart. Een gekende zone waar dit wordt toegepast is op de Beneden-Samber vanaf afwaarts de sluis van Marcinelle tot Montignies.
Het begin van de zone waar de verkeerde wal dient aangehouden te worden is aangeduid met gebodsteken B.4a
Regelmatig, minstens na elk zijwater of na elke sluis, zal het gebod herhaald worden door het gebodsteken B.3a
Merelbeke
Als jachtje kom je allicht als laatste uit de sluis, de nieuwe lading invarende schepen liggen al rusteloos klaar, zijn zelfs al naderbij aan het komen. Het schip voor je gaat richting Merelbeke en er komt toevallig nog eentje binnen uit richting Brugge. Die twee gaan elkaar allicht stuurboordstuurboord kruisen. Zelf ga je richting Brugge, wat kan je doen? Volg gewoon je voorligger en kruis ook dat schip over Sluis Evergem stuurboord. Doe dat rustig aan en geef hem voldoende ruimte. Eens je op het kruispunt komt is de tegenligger allicht reeds ver genoeg richting de sluis en kan je in alle veiligheid richting Brugge opdraaien. En anders wacht je maar even, maar kruip nooit tussen wal en schip in, want dan kan je geen kant meer op. Uiteraard is de situatie helemaal anders indien er geen schip voor u vaart dat richting Merelbeke gaat. Dan kan het schip uit richting Brugge in zijn bocht verder uitzwaaien en is er allicht ruimte te over om bakboord-bakboord te kruisen. Elke situatie is anders, er moet naar goed vermogen en zeemanschap gehandeld worden.
20
VERKEERDE WAL VAREN
Brugge
Op het einde van de zone zal aangegeven worden dat je terug stuurboordwal dient aan te houden, dit met het bord B.4b, sterk lijkend op het eerste maar omgekeerd.
Het is ook mogelijk dat het gebod ongedaan wordt gemaakt met het bord E.11 dat meteen ook een einde maakt aan alle andere gebodstekens die je onderweg tegenkwam.
In het verleden hebben we reeds meermaals gezien dat pleziervaarders, en soms ook de beroepsvaart, geen rekening houden met die borden. Mogelijks werden de borden niet opgemerkt of misschien is het uit onwetendheid. Dat kan tot vervelende situaties leiden, zowel voor de tegenliggende beroeps- als pleziervaart omdat je niet zeker weet wat er zal gebeuren. Blijven ze op hun kant waar ze nu varen of gaan ze alsnog oversteken. Ben je niet helemaal zeker van de situatie, neem de marifoon en meld u aan bij het schip waarvan u wilt weten wat de bedoeling is. Veiligheid boven!
REISVERSLAG
Tekt: Jef Beernaert Foto’s: Eartha Dereuddre
Deel2 Ronquières – Namen Met een omweg
W
OP REIS Vr 17 juli: Deze morgen zijn we eindelijk door het hellend vlak van Ronquières geraakt. Gezien we helemaal niet gehaast zijn nemen we een zijsprongetje richting Strépy-Thieu waar het monster ons opwacht. Het monster? De gigantische scheepslift waarmee we in een recordtempo 73,15 meter zakken wordt hier zo genoemd. Het ontwerp van de lift stamt uit 1976. Toen de lift in 2002 werd opengesteld voor de scheepvaart, was dat energievretend ontwerp al lang passé. De werkzaamheden werden gestart in 1982 maar vorderden niet zoals het hoorde. Grote stabiliteitsproblemen, politieke intriges, financiële tekorten, staatshervormingen en de teloorgang van de zware industrie in Wallonië zorgden er voor dat het project ei zo na werd stopgezet. Maar zoals dat in België nog al eens gebeurt, na lang palaveren komt er toch een oplossing en werd er opnieuw verder gewerkt, ook al blijkt de kostprijs 4 keer hoger dan wat geraamd was. En er kan beweerd worden, zoals een schipper van een Nederlands jachtje ons liet Vergezicht van uit de doorschijnen, dat het ding nooit zijn nut zal bewijzen, de cijfers zeggen het tegendeel. Het vrachtvervoer zit in de lift (hier toch letterlijk). Sinds de openstelling in 2002 is de tonnage die er op jaarbasis passeert bijna vertienvoudigd.
e willen allemaal liever niets meer over COVID horen, de werkelijkheid is evenwel wat het is. We beleven speciale tijden, moeten nieuwe gewoontes aannemen en ons willens nillens neerleggen bij beslissingen die door slimme mensen en politiekers genomen worden. Onze reisplannen tijdens de lange hete zomer van 2020 zijn in die zin verlopen. Het is een reis in eigen land, en ja, daar rekenen we zeker Wallonië ook bij, al gelden daar andere gewoontes - worden daar andere regels gehanteerd dan in Vlaanderen. Maar het is er fantastisch varen. En van de gastvrijheid hebben we er zeker nog nooit mogen klagen, ook al denken buitenlanders dat Vlamingen en Walen in staat van oorlog leven. ZEVER! GEZEVER!
De lift nemen op zich is niet spectaculair, maar het zicht op de omgeving is dat wel. In de verte zie je duidelijk de terrils van de toenmalige steenkoolmijnen die lang geleden welvaart brachten in Henegouwen. Die welvaart verdween samen met de talrijke sluitingen en bleef lange tijd weg, maar er is een duidelijke kentering merkbaar. De vervallen huizen van weleer worden opgeknapt en er komen nieuwe mooie bedrijven die zich hier vestigen, soms allicht met een beetje steun van de Waalse regering.
scheepslift
21
Oude steenkoolmijn Bois-du-Luc Eens de lift beneden is varen we een klein stapje verder en meren in eerste instantie af aan de kade bij het sluisje dat toegang geeft tot het Historische Canal du Centre en de jachthaven. Het is namelijk middag en ’t eten is gereed. Naast ons staan tientallen campers die hier genieten van gratis verblijf in alle rust met een mooi uitzicht. Alleen sanitaire voorzieningen en elektra ontbreken. Na de patatjes gaan we door de sluis en varen Yacht Club des Ascenseurs (Thieu) binnen. We willen de streek per fiets wat beter leren kennen. Het laatste vrije plekje helemaal vooraan de haven wordt geannexeerd. Het valt ons direct op dat het haventje er spik en span bijligt, nog maar zelden zoiets gezien. Het grote grasveld is millimeter getrimd, de steigers zijn niet bekakt door eenden of ander gevederd gespuis, witgekalkte dukdalven, mooie hoge afsluiting met automatisch hekwerk, uitstekend wifi signaal, mooi clubhuis in een oud-sluishuisje, alles prima onderhouden. Hoe ze dat klaarspelen is mij een raadsel. Ik kan het niet nalaten om de vraag te stellen. Het antwoord is verbijsterend. ‘De gemeente Thieu doet het onderhoud samen met de mensen van de SPW (de Waalse waterweg)! Het terrein is trouwens voor een deel van de gemeente, een ander deel van de waterweg, dat krijgen ze ook gratis ter beschikking. JAWADDE! Heel toevallig ontvangen we een whatsapp bericht met een foto van één der oude scheepsliftjes. Die is vanmorgen door vrienden op de gevoelige plaat vastgelegd tijdens hun vakantietocht met een camper. We nemen onmiddellijk contact op, blijkbaar stonden ze deze middag op de parking bijna naast ons, maar wij hebben hen niet gezien, zij ons niet opgemerkt, een bizar toeval. Intussen zijn ze reeds weer 100km onderweg – jammer. Za 18 juli: We hebben grootse plannen, de fietsen worden gezadeld, we gaan op zoek naar de oude mijnsite ‘Bois-duLuc’.
Deze koolmijn was de hoofdreden waarom het Cnl du Centre in de 19de eeuw werd uitgegraven. Echt lang zoeken hoeft niet, vrij snel zeggen wegwijzers ons hoe we er moeten komen, al slagen we er toch nog in om verkeerd te rijden. Google Maps brengt de oplossing. Wonderbaarlijk die technologie. De mijnsite van het Bois-du-Luc is allicht een der oudste steenkoolbedrijven in België. Ze was actief van 1685 tot 1973. Je kan nog de originele werkruimtes bezoeken, kantoren, ateliers, de Saint-Emmanuelgroeve, evenals de arbeiderswoningen, een 19e-eeuws klaslokaal, de kerk, ziekenboeg… Maar vandaag niet. CORONA! De fabriekspoort is op slot. Maar het authentieke 19de -eeuws dorp niet. De straten zijn in een keurig blokpatroon aangelegd vlakbij de mijngebouwen en het kasteel van de directeur, eigenlijk een herenhuis. Aan beide kanten van de straten staan lange rijen gekaleide identieke arbeidershuisjes, die er vroeger waarschijnlijk nooit zo mooi hebben uitgezien als nu, elk huisje heeft zijn binnentuintje. De meeste huisjes zijn trouwens nog steeds bewoond, enerzijds zeker nog door enkele oud-kompels, maar ook jonge gezinnen met kinderen hebben hier hun stek gevonden, mogelijks nakomelingen van de mijnwerkers – wie weet - weg van de drukke stad. Helemaal centraal in het dorp is zelfs nog een winkeltje. Daar bemachtigen we belegde broodjes die we in het bijhorende park naar binnen spelen.
Mijnwerkershuizen in de historische arbeiderswijk
22
We zakken af naar La Louvière waar de wekelijkse marktdag stilaan op z’n einde loopt. Een terrasje met streekbiertje? Moet kunnen, nu het nog mag. Tijdens de terugtocht naar de haven loopt het goed, het is bergaf. We halen wat proviand bij voor de komende dagen. Statler en Waldorf, de twee grompotten onder de kajuitvloer, vertikken te draaien zonder mazout, de schipper is solidair en doet het ook niet op een lege maag. Zo 19 juli: We staan te popelen om nog eens door het historische Centrumkanaal te varen. De eerste scheepslift, de n°4, biedt zich al onmiddellijk aan. We kunnen er direct door, maar er wordt ons gevraagd om aan de ophaalbrug wat verderop te wachten. Eerst halen ze nog een passagiersboot binnen en draaien dan voor ons twee samen. Al bij al duurt het wachten niet lang, zeker als je weet dat er vroeger, voor het Strépy-tijdperk, er gemiddeld 2 dagen geduld nodig was voor een jachtje om het kanaal door te komen. We weten dat het toeristisch bureau en bijhorend museum bij nr 3 gesloten zijn maar vragen toch aan de bediener of er mogelijkheid is om de machinekamer te bezichtigen. Évidemment monsieur. We spreken via marifoon af met de passagiersboot, laten hem voor en meren achter hem af tegen een ponton. We zetten ons mondmaskerke op en trekken naar de machinekamer. Aan niets is te zien dat de machines meer dan een eeuw oud zijn. Wat zeg ik, ze lijken nieuw. Het zijn nochtans de originele installaties die nog dagelijks werken. En dan denk je dat alleen deze machinekamer zo mooi onderhouden wordt omdat de bezoekers hier komen, maar al vlug zal blijken dat dit niet het geval is. Een sluisbediener komt naar me toe en ziet dat ik nogal geïnteresseerd ben in die oude glorie. “Wist je dat de nr 1 er volledig anders uitziet”, vraag hij. Neen, ik dacht dat ze allemaal identieke machines hadden. “Maar de nr 1 is 30 jaar ouder, monsieur. Wil je die ook zien?” Wat had je gedacht. Onmiddellijk belt hij de plaatselijke bediener op, ze zullen er ons opwachten. Amai, wat een service.
Zicht vanuit lift 3 op lift 2
De doortocht van het oude kanaal is mooi, de brugjes zijn nog handbediend maar er is veel algengroei in het water. Nu we bij de kolenmijn geweest zijn kunnen we de functie van bepaalde bruggen beter inschatten. Er reed vroeger een smalspoortreintje vanuit Bois-du-Luc naar het kanaal met het zwarte goud. Alleen de ronde brugpijlers staan er nog, de overbrugging is weg. We komen aan bij n° 1, onze laatste scheepslift en met zijn 132 jaar de oudste van de 4. Ze werd in 1888 met veel toeters en bellen geopend door Leopold II en minister August Beernaert, naamgenoot, maar zover ik kijken kan geen familie, althans, nooit een frank geërfd. De mannen staan er ons inderdaad op te wachten maar hebben weinig tijd want ze zijn een werkbootje aan het optuigen. Ze moeten het kanaal nog proper maken. Alle vuil, blikjes en plastic wordt er uit gevist. Maar geen nood, we gaan u eerst doorlaten, dan kan je afmeren en de machinekamer bezoeken. Maar doe straks de deur achter u dicht. Er wordt inderhaast nog wat uitleg gegeven, het grootste verschil zit hem in de drukopbouw voor de bediening van deuren en kleppen. Bij de jongere modellen uit 1914 gebeurt dit met waterturbines, bij de nr 1 is het nog met een watermolen die mooi ingeblikt is. En de volledige installatie is tweemaal uitgevoerd zodat er tijdens onderhoudswerken altijd kan gedraaid worden.
Machinekamer n°1, anno 1888 Dubbel uitgevoerd
Het historische Centrumkanaal is 7 op 7 open tijdens de zomer maar gesloten in de winter. De bedieners hebben dan hun handen vol om de oude dames in conditie te houden. Dichtingen worden ter plaatse gemaakt uit leder en geweven uit hennepvezels. De reusachtige geuten cilinders worden regelmatig met grafiet ingesmeerd om roestvorming het hoofd te bieden.
Gevlochten dichting
23
Aan de voet van de Abdij in Floreffe Na onze overdaad aan nostalgie varen we verder naar de haven van Seneffe waar we opnieuw geluk hebben, er is nog plaats. Het is trouwens zondag en de kantine is open. Dat hebben we geweten. We worden er gelokt door plaatselijke bekenden en laat ons eerlijk zijn, het is warm, veel moeite moeten ze niet doen om ons over de streep te krijgen. De tafels en stoelen staan er ver uit elkaar, afstand houden, het blijft raar aanvoelen, maar een mens past zich vlug aan. StFeuillien en Cuvée des Trolls zijn hier niet duur en vloeien rijkelijk. Ma 20 juli: De sluizen staan iedere keer juist, dat schiet goed op. Charleroi heeft eigenlijk geen jachthaven, toch willen we graag de stad eens bezoeken. We proberen voor het eerst de steiger in Marchienne-au-Pont naast het kerkschip. Die steiger is prima, maar het voelt een beetje onwennig aan. De voetgangers die hier passeren zijn van alle slag, sommigen zien er niet al te fris uit, maar ze gunnen ons geen blik waardig. De ruiten van het zwembad om de hoek zijn grotendeels gesneuveld, de coté is deels in staat van verval. Maar we worden niet lastig gevallen. Toch lijkt het ons niet slim om de boot onbeheerd achter te laten. Een bezoek aan Charleroi zit er niet in. Vlakbij, aan de overkant van de Samber, zijn wel alle winkels die je nodig hebt om te overleven. De beroepsvaart die in het dok ligt afgemeerd maakt er ook gretig gebruik van. Eartha gaat inkopen doen, ik blijf aan boord. ’s Avonds probeer ik vruchteloos een pizza te verschalken in Marchienne, Eartha blijft dan aan boord. Maar ’s nachts is het er muisstil. Misschien zijn we toch een beetje bevooroordeeld? Di 21 juli: In en rond Charleroi zie je enorm veel bedrijven die aan recyclage doen. Het lijkt wel de vuilnisbak van België. Maar het brengt werkgelegenheid in de ruime omgeving want veel van de gerecycleerde materialen worden hier opnieuw halffabricaten. De uitgeleefde fabriekshallen rond Charleroi worden stuk voor stuk gesloopt. Ze hebben hieraan nog wel een poosje werk maar het schiet goed op. Je vraagt je af wie dat allemaal betaald. De familie Boël? Ik denk het niet! Maar ik durf er mijn schoonmoeder om te verwedden dat hier binnen enkele jaren nieuwe moderne fabriekshallen als paddenstoelen uit de grond schieten. Vanaf Marcinelle is het wel even opletten geblazen, we moeten een heel eind de verkeerde wal houden.
De mooie steiger met het verwarrende gevoel in Marchienne-au-Pont
Lang niet alle jachtjes houden hier rekening mee en dat kan tot gevaarlijke situaties leiden, vooral bij het kruisen met beroepsvaart die wel verkeerde wal aanhoudt maar geen blauw bord moet voeren. Hoe verder we Charleroi achter ons laten, hoe mooier het landschap wordt. In Auvelais stoppen we reeds, we liggen moederziel alleen. Maar hier heb je helemaal geen onveilig gevoel. We genieten van de rust en een lekkere afhaalpizza, deze die ik gisteren niet kon bemachtigen. Woe 22 juli: Van Auvelais naar Floreffe, een klein tochtje. Statler noch Waldorf krijgen het er warm van. Maar het is vakantie, ook even voor de heren Diesel. Hier in Floreffe, aan de voet van de abdij, is een mooie camperparking aangelegd, in tegenstelling tot Thieu wel met alle voorzieningen. Die zijn er niet op onze steiger, maar we hebben er geen behoefte aan. Zoals ze zeggen, we zijn zelfreddend en hebben nog maar pas water ingenomen in sluis Mornimont. Naast onze ligplaats is de brug van Floreffe, de laagste op de Beneden Samber. En dat weet je als binnenschipper maar best. Een opvarende lege Franse spits kruipt er tergend traag onderdoor met een uitkijk op de achterplecht, een lege 1000tonner in de afvaart pakt het anders aan. Hij komt rustig tot op 20 m van de brug en zet dan alle paarden en ezels die hij ter beschikking heeft op de schroef. De kont zakt in het water en zijn glimmende BMW achter de stuurhut wordt net geen décapotable. De lefgozer zal waarschijnlijk een habitué zijn. Floreffe is vooral bekend om zijn abdij die al vele jaren geen abdij meer is maar een school. Het Floreffe-bier wordt hier niet meer gebrouwen maar wel geschonken in de abdijbistro. Maar huh, dat interesseert ons aan geen kanten… We gaan fietsen, zowel de berg op als langs het water. De streek is heuvelachtig, mooi en groen. We koersen langs een fabriek die allicht iedereen kent, veel bekender dan het bier: Materne, confituur op grootmoeders wijze! Jadadde, zo’n fabriek. Hoeveel grootmoeders hebben ze hier in dienst om al die pottekes te vullen. Miljoenen pottekes, wie eet dat allemaal op? Do 23 juli: Namen is niet ver weg en wordt onze volgende stopplaats, maar dat houden we voor het volgende clubblad. Tot dan.
24
BEVEILIGING
DIEFSTAL EN INBRAAKPREVENTIE Tekst Jef Beernaert
D
onkere dagen, lange nachten! Het is stil in de haven, veel stiller dan tijdens het zomerseizoen. Logisch! Er is wel wat sociale controle en velen onder ons komen met regelmaat eens kijken of alles in orde is. Maar de jachtjes liggen er de meeste tijd eenzaam en alleen bij. Een boot die onbeheerd wordt achtergelaten is uiteraard een doelwit voor inbrekers en bandieten. Ook al hadden we in het verleden, die paar uitzonderingen niet te na gesproken, echt nog niet heel veel problemen in Wachtebeke, het kan altijd eens mis gaan. Daarom is het zeker aan te raden om met een aantal aspecten rekening te houden die inbraak en diefstal kunnen tegengaan. Ook al is de inboedel en eventueel ook de boot verzekerd tegen diefstal, het geeft toch een veilig gevoel als de kans op ongewenst bezoek en de daarbij horende tramalant zo klein mogelijk wordt gehouden. Er zijn uiteraard verschillende manieren om maatregelen te nemen op het gebied van diefstalpreventie. En ondanks de best denkbare maatregelen is er nooit 100 procent garantie dat er geen inbraak zal plaatsvinden. Maar een ontmoedigde dief in spe zal er vlugger de brui aan geven.
Overigens kan je met alarmsystemen voor boten verder gaan dan alleen inbraakbeveiliging. Er kan inderdaad voor een simpel alarmsignaal worden gekozen, of er kan een alarmsysteem gecombineerd worden met bijvoorbeeld een melding als er water in de bilge komt, een rookmelder kucht of de elektriciteit is uitgevallen. En er zijn zogenoemde ´stille´ alarmen beschikbaar die een melding geven via je mobieltje.
Geen buit, geen dief
Kajuitingang
In de eerste plaats is het belangrijk om geen waardevolle zaken aan boord te laten als je er niet bent. Waardevol is een rekbaar gegeven. Sommige dieven zijn op drank uit, anderen hebben het op kleren gemunt. Maar het kan ook een buitenboordmotor, een bijbootje, uw verrekijker, wat gereedschap, naft voor een brommerke of 200 liter diesel zijn waarop een inbreker belust is. Of misschien een droge plek om een tijdje te overwinteren, dat kan ook.
De dieven komen er meestal gewoon langs de kajuitdeur in. Die zijn vrijwel nooit door de werf voorzien van een goed slot. Of zoals de patron van een Friese werf me na een opmerking daarover ooit zei: “in Friesland wordt niet gestolen”. Motorjachtjes hebben in de regel een schuifdeur, kajuitdeuren in 2 delen of gewone scharnierende deuren.
Diefstalpreventie Het is de bedoeling om het een inbreker zo lastig mogelijk te maken. Het dievengilde slaat graag met grote snelheid toe. Elke seconde telt. Door ervoor te zorgen dat het extra tijd kost om de boot binnen te komen of sloten open te breken wordt de kans op inbraak al flink gereduceerd. Het is in de eerste plaats belangrijk dat de boot goed wordt afgesloten door deuren, luiken en ramen van goed hang- en sluitwerk te voorzien. Daarnaast kan een passend alarmsysteem een extra beveiliging betekenen. Zelfs een sticker waarmee wordt vermeld dat de boot met een alarm tegen inbraak is uitgerust schrikt de potentiële inbrekers al af en maakt het risico op inbraak en diefstal kleiner.
Het grootste deel van de inbrekers komt de kajuit binnen of steelt uit een bakskist doordat een goed slot ontbreekt. Een gewoon hangslot houdt een dief al lang niet meer tegen. Ze zijn gewapend met professioneel materiaal, slijpschijfjes en boormachines op batterijvoeding, allicht ergens op een boot gestolen waar een handige doe-het-zelver nu knarsetandend met de vingers zit te draaien. Maar het is ook belangrijk dat de beveiliging er sober uit ziet. Een boot die rijkelijk met kettingen en sloten versiert is, daar moet heel wat te rapen zijn. Ondanks het feit dat ik geen slotenmaker noch inbreker ben heb ik mij wat in het item verdiept en enkele zaken op een rijtje gezet. Uiteraard verre van volledig want de mogelijkheden zijn onuitputtelijk. Dit artikel is eerder bedoeld als aanzet om uw eigen situatie eens te bekijken.
1
1.
Schuifdeur
Schuifdeuren hangen meestal op een rail en worden met een haakslot gesloten, zie fig 1. Als er in de hoogte speling op de rail zit kan je het slot eenvoudig uit zijn vergrendeling heffen.
2
Dit kan je simpel tegengaan. Monteer een gelijkaardig slot maar met een omgekeerde haak. Die kan je niet opheffen. (fig 2)
3
Nog beter is een slot waarbij 2 haakjes, een naar onder, een naar boven, uitspringen als de sleutel wordt omgedraaid. (fig 3) Ze bestaan in verschillende maatvoeringen. Met een beetje geluk hoef je verder niets aan het schrijnwerk aan te passen.
25
2.
Kajuitingang in 2 delen
Hiermee bedoelen we een deur waarvan een deel opklapt naar boven of openschuift naar voor en een onderste deel dat openzwaait, zoals je veel ziet op jachtjes met een achterkajuit. Het moeilijke is dat hier meestal eigen werfontwerpen van toepassing zijn, steeds anders gebouwd, steeds anders om af te sluiten. In veel gevallen wordt eerst het onderste luik dichtgemaakt en wordt vervolgens het klapluik naar beneden getrokken en afgesloten. Niet zelden is het onderste deel met simpele schuifgrendeltjes op slot. Met licht geweld kunnen die losgetrokken worden. Of wordt de deur gesloten met een hangslot. Zelfs een ongeoefende dief slijpt die binnen een minuut door.
Het is bijna steeds mogelijk om een pinslot te plaatsen. Die bestaan in alle afmetingen en vormen, zowel als opbouw of voor inbouw. Let er bij opbouw op dat de montagevijzen niet bloot zitten maar van binnenin zijn vastgeschroefd. 3.
Openzwaaiende deuren
Zeker de simpelste om veilig af te sluiten. Met een slot zoals er thuis een in de voordeur zit is de klus geklaard. Of toch niet helemaal? Het is belangrijk dat er geen kieren zijn waartussen een koevoet kan gepraamd worden. En uiteraard gebruik je in alle bovenstaande gevallen een gehard cilinderslot, best met kerntrekbeveiliging. Maar maak je geen illusies, ook die kunnen geopend worden, het kost wel een pak meer moeite en tijd. En tijd hebben de smeerlapkes niet. Een dief zal verder lopen naar een volgende boot als hij dergelijk slot ziet.
OPMERKING Op jachtjes met een overdekte kuip of cabriotent krijgt de inbreker, eens hij verdwenen is onder het tentzeil en onzichtbaar wordt, ineens heel veel tijd en vrij spel. Een zwaailichtje met detector dat automatisch aanflitst bij het betreden van de kuip is een prima afschrikmiddel. Een hangslotje op de rits zal ook al iets afremmen, zeker als het wat verdoken zit.
26
Alarminstallaties Een alarminstallatie op een boot plaatsen is helemaal geen slecht idee, maar wat heb je aan een lawaaimaker als er niemand in de buurt is. Jawel, de dief zal allicht de benen nemen, maar het alarm moet geneutraliseerd worden en dat kan je thuis niet zomaar weten. En havenmeester Charles kan daar bezwaarlijk voor opdraaien. Gelukkig bestaan er systemen die je via GSM verwittigen als er iets loos is. We bekijken 1 zo’n systeem wat van naderbij, maar weet dat er tientallen gelijkaardige bestaan, soms heel gesofistikeerd, allemaal met een prijskaartje, alhoewel het product dat we bespreken amper € 150 kost + een simkaartje. De alarminstallatie waar we het over hebben noemt RedEngel. Het bestaat uit een compact moederbord, de zogenaamde alarmmodule, waarin een simkaartje zit en waar eenmalig uw gsm-nr moet ingegeven worden.
In het pakket zitten een draadloze rookmelder, watersensor en een deursensor begrepen. Zodra een van de sensoren iets registreert wordt een alarmsignaal aangezet en krijg je een bericht op je GSM. Vervolgens kan je ingrijpen. Daarbovenop krijg je ook een seintje mocht het elektrische netwerk onderbroken worden of als de vriestemperatuur aan boord bereikt wordt. Het kan nog uitgebreid worden met een gasalarm, extra sensoren en een zwaailamp/sirene. Met een afstandsbediening (zoals bij de auto) wordt de installatie aan- of uitgezet. Je bent niet gebonden aan dure abonnementen, een prepaid simkaartje volstaat, internet is niet nodig en toch is je boot beveiligd, in de thuishaven en op reis, niet alleen tegen inbraak, maar meteen ook tegen de typische bootkwaaltjes. Werkt zowel op 12V als 220V, ook bruikbaar in camper. Uiteraard bestaan er andere systemen, voor elk wat wils, met camerabewaking, via het WIFI netwerk, enz.
Verzekeringen & diefstal Lang niet alle verzekeringen dekken inbraak en diefstal. En als ze dit wel doen is het met voorwaarden. Diefstal kan trouwens duiden op de boot, niet altijd op de inboedel. Kijk dit eens na in uw polis of bespreek het met de makelaar. Niet zelden wordt door de verzekeraar geëist dat boot, bijboot en buitenboordmotor van gecertifieerde sloten zijn voorzien. De kleine lettertjes, je weet wel. Ben je daarmee niet in orde, dan riskeer je dat er niet zal uitbetaald worden.
Registratiekaart Het is handig als je precies weet wat je aan boord hebt. Zeker na een eventuele inbraak is het goed dat je kan terugvallen op een document waarop alle belangrijke inboedel is opgetekend, met een korte beschrijving, identificatienummers en eventueel foto’s van kostbare toestellen. Dat document kan aan de politie overgemaakt worden en zal zeker bij de verzekeraar goed van pas komen. Je hoeft dergelijk document niet zelf uit te vinden, het wordt ter beschikking gesteld door de politie op elke bootshow. Maar gezien er in het voorjaar 2021 van bootshow geen sprake is hebben we hierbij een kopie van zo’n formulier gevoegd. Uiteraard in de hoop dat je het nooit zal nodig hebben. Uiteraard heeft het weinig zin om deze kaart aan boord te houden, zorg dat je thuis zeker een kopie hebt die je na diefstal kan terugvinden. Hoe bijboot, buitenboordmotor, fietsen en uw eega kunnen beveiligd worden tegen diefstal, dat zullen we zonder twijfel ooit eens in een volgend clubblad beschrijven.
27
VOLGENS DE WETGEVER
VLAREMA DICTEERT (Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen)
Controles op restafval vanaf 2021
De 24 afvalstromen
Tekst: jef Beernaert
V
anaf 2021 eist de Vlaamse overheid dat 100% van de containers restafval gecontroleerd worden vooraleer de afvalinzamelaar, in ons geval SITA-SUEZ deze mag leeg maken of meenemen. Deze verstrenging gebeurt omdat er nog te veel waardevolle én vooral recycleerbare materialen (PMD, glas, papier & karton, folies, harde kunststoffen, ...) maar ook klein gevaarlijk afval in het restafval terecht komen. Als vereniging worden we verplicht, net als een bedrijf, om zoveel als mogelijk te recycleren en de verschillende soorten afval afzonderlijk aan te bieden. Vanaf 1 januari zijn er 24 soorten afval. Indien we hiervoor 24 containers dienen te plaatsen wordt dat een rij van vlaggenmast tot vlaggenmast, een echt containerpark. Iedereen begrijpt dat dit onmogelijk is. Door het correct én bovendien verplicht sorteren, zal het volume restafval dalen, wat een positief effect kan hebben op de afvalkosten. Bovendien krijgt wat recycleerbaar is een nieuw leven, steeds weer opnieuw (de natte droom van velen). Restafval niet, dat gaat de oven in! (zoals velen ooit). We vragen aan onze leden om zoveel als mogelijk te recycleren en niet zomaar alles in de container te werpen. Dat is de enige mogelijkheid om de container te blijven behouden. Bij klachten, boetes, of bij een weigering van afhaling door SITA-SUEZ, zal Watersport Moervaart het lopende afvalcontact moeten verbreken en de container laten weghalen. We zien echt geen andere mogelijkheid. In dat geval hebben we als club geen afvalvoorzieningen meer en zal iedereen zelf voor 100% moeten instaan voor zijn afval.
WAT MAG ER IN DE CONTAINER, WAT NIET!
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24.
Koelkasten Batterijen Elektrische apparatuur Motorolie Autobanden Landbouwfolie Asbest Piepschuim Frietvet & plantaardige olie Verfresten + verpakking Glas Groenafval Houtafval Klein gevaarlijk afval Kunststoffolie Metaal Papier & Karton PMD Puin Harde plastiek Textiel Keukenafval Etensresten Levensmiddelenafval
Afval is best een moeilijke materie. Wat mag en wat mag niet. Onze container (en bijhorend contract) is geschikt voor huishoudelijk restafval. Restafval is enkel uw niet-gevaarlijk afval dat niet meer gerecycleerd kan worden.
Recycleerbare stoffen zoals papier, karton, pmd, metaal, kunststoffen, gevaarlijk afval, hout, glas, groenafval, enz. behoren niet tot restafval. WAT MET DE ANDERE AFVALSTOFFEN? Zoals reeds vermeld zijn er de 24 soorten afvalstromen, maar niet alle soorten komen we courant tegen in de haven (tenzij het van thuis meegebracht wordt, WAT TEN STRENGSTE VERBODEN IS). Glas kan je kwijt in een glasbol (bv. aan Pottershoek). Textiel en schoenen in een kledingcontainer. Voor papier en karton, evenals voor PMD, zijn er in elke gemeente ophaaldagen, neem dat mee naar huis aub. Versleten touwen, kapotte fenders, afgewerkte olie, batterijen, tapijten, kapotte toestellen of meubeltjes, verfborstels, lege verfpotten, … Dat is afval wat niet thuishoort in de rolcontainer maar kan wel in een containerpark afgegeven worden. Ook aan zij die langer aan boord verblijven dringen we aan om enkel echt restafval in de container te deponeren (dat is momenteel niet het geval) en alle andere afval naar een containerpark te brengen. Het is in uw eigen voordeel.
Als iedereen zijn beste voetje voorzet komen we er samen uit. Waarvoor dank!