MOERVAART - magazine Driemaandelijks ledenblad van Watersport Moervaart vzw - Wachtebeke – Jaargang 38 – Okt 2020
Een fijn weekendje Lokeren
Afzendadres: Leeweg 4 – 9270 Laarne V.U. Beernaert Jef
P509300 Afgiftekantoor 9270, Laarne
HET BESTUUR Beernaert Jef Daens Marc De Rouck Armand Van Houteghem Charles De Witte Jurgen Cappaert Jo
TELEFOON Voorzitter Secretaris Penningmeester Havenmeester Werkgroep Toervaren
0474 317 559 0473 291 879 0496 342 479 0477 460 983 0496 581 374 0496 656 968
Jo Cappaert Marc Daens Vera Hoogerwerf Abel Van de Velde Armand De Rouck Eartha Dereuddre Jef Beernaert
Okt 2020 Blz 2 Inhoud Blz 3 Voorwoord
Zetel / Redactieadres: LEEWEG 4 9270 LAARNE e-mail: watersport.moervaart@proximus.be Blog: watersportmoervaartnieuws.blogspot.com Ondernemingsnr. 0424. 080. 436 RPR Gent afdeling Dendermonde
WERKTEN MEE AAN DIT BLAD:
INHOUD Blz 5 VOOR U gelezen of gehoord Blz 9 Wie vaart maakt krassen Blz 11 Verloren gepland
Watersport Moervaart vzw of de uitgever zijn niet verantwoordelijk voor onjuiste, onvolledige of ontbrekende vermeldingen.
Blz 14 Brandstoftank reinigen
Niets uit dit Watersport Moervaart magazine mag overgenomen worden zonder schriftelijke toestemming van de auteur.
Blz 21 Covidgewijs op reis
Blz 17 Cruise naar Ierland Blz 19 GAS- CO- ROOKMELDER aan boord Blz 25 Toervaart naar Lokeren
Waarvoor DANK! Blz 14: Onderhoud dieseltank
Blz 21: Toch nog in Het Hellend Vlak van Ronquières
Blz 17: Op weg naar Ierland Blz 11: De Reinier Nooms op reis met omwegen
2
Blz 25: Het Parkhotel krijgt onverwacht een bubbel bezoek
Het voelt elk jaar raar!
D
e zomer is nog maar net achter de rug en we moeten reeds planning maken naar het einde van het jaar toe. Want dit is alweer het laatste Moervaart Magazine van 2020. Nu, eerlijkheidshalve moeten we opmerken dat het niet ‘het leukste vaarjaar ooit’ was. Wel integendeel, het virusjaar is er in hoofdzaak één om vlug te vergeten, al zal het ongetwijfeld in de analen terecht komen. Niet dat we er geen mooie zomer op hebben zitten, die was fantastisch. De zon klopte minstens evenveel overuren als onze virologen en regeringsonderhandelaars samen. Maar ondanks dat die lang en heet was bleef het hoofdzakelijk zeer rustig op onze waterwegen. Zowat alle toervaartbijeenkomsten werden geannuleerd. Buitenlandse gasten waren zeer zeldzaam, ongetwijfeld door de toevallige samenwerking van corona met het nieuwe digitale waterwegenvignet, waar de meeste buitenlandse bezoekers blijkbaar geen weg mee wisten en dan ook maar in eigen contreien bleven. Maar het was vooral ook een vaststelling dat de meeste Vlaamse toervaarders nooit ver van hun thuishaven wegtrokken. En waarschijnlijk hadden ze groot gelijk, want het jaar stond niet enkel in teken van COVID19. Er waren overal wachttijden:
Sluis onverwacht kapot (Veurnesluis); brug gaat niet open, te warm of te veel wind (o.a. Tolpoort); sluis wordt niet bediend, maar we weten niet waarom (Brusselsepoort); brug zal pas bediend worden eens het verkeer wat rustiger wordt (Wondelgem); Schip vaart tegen sluisdeur, wekenlange herstellingen (Hun); stremming wegens geplande werkzaamheden (Aalst, Kortrijk, Fintele, Geraardsbergen…); brug met kuren (Oudenaarde, spoorbrug Veurne); wachttijden wegens te weinig water (zowat OVERAL); stremming wegens een onvoorziene breuk (Schipdonk)… en dat is maar een greep uit het assortiment! Enfin, kommer en kwel. Er was altijd wel ergens een reden waardoor er oponthoud was. En wij maar klagen over Frankrijk. Het verhaal ‘Reis plannen’ is hiervan zeker een onconventionele getuigenis. En dat het de komende jaren waarschijnlijk niet anders zal zijn kan je opmaken uit de rubriek ‘Voor U Gelezen’. Klinkt dat naar negativisme, misschien een beetje, maar het is vooral realiteit: het is de hoogste tijd dat beleidsvoerders en waterwegbeheerders ‘uit hun kot’ komen, de koppen bij elkaar steken, hun centen tellen en voorzorgsmaatregelen nemen. Al beweren we niet dat er geen investeringen gebeuren: Er worden vooral jaagpaden tot fietssnelwegen getransformeerd en mooie fietsbruggen aangelegd. O, daar is niets verkeerd mee, maar de scheepvaart, beroeps- noch pleziervaart, koopt daar geen eieren mee. Onze waterwegeninfrastructuur lijkt oud en versleten, of lijdt op z’n minst aan het “achterstallig-onderhoud-syndroom”. Maar we noteren ook plezierige gebeurtenissen. Het sluiten vaarseizoen naar Lokeren, tot dusver de enige gezamenlijke activiteit, bleek een echte meevaller. De geplande sloepen- en bijbotentocht, die we op 10 oktober wilden laten doorgaan, moeten we evenwel cancelen wegens… ‘Stremming Kalvebrug’… We hopen deze op een latere datum, of in het voorjaar, toch nog te laten doorgaan. We houden jullie op de hoogte. Het Watersport Moervaart Toervaart Team denkt reeds vooruit aan komend voorjaar, denk aub met ons mee en laat eens weten waar we samen kunnen heen varen. Een bezoek aan Aalst ligt reeds vast. Intussen wordt het stilaan tijd om wintervoorbereidingen te treffen. Ook al horen we weervoorspellers luidop denken dat het nooit meer ‘echt winter’ zal worden, vertrouw die niet, je bent toch maar beter voorbereid. Aan allen een fijne herfstperiode gewenst en tot aan de waterkant, Het Watersport Moervaart Team
3
Wintervoorbereidingen Misschien noemen we het beter einde-seizoen-klusjes met regulier onderhoud. Het kan maar gedaan zijn.
-
-
-
-
Zorg voor voldoende speling op de landvasten. Je weet nooit dat er toch nog wat te veel regen uit de lucht valt en het waterpeil stijgt. Zijn die lijntjes nog in goede staat? Sluit alle afsluitkranen, zeker deze die onder de waterlijn zitten. Maak watertanks leeg, reinig indien mogelijk met wat bleekwater. De waterleiding eens doorblazen of laten leeglopen zodat ze vriesveilig is. Ververs de motorolie beter voor dan na de winter en laat die nog eens warm lopen. Beveilig de motor en het interkoelsysteem met antivries. Giet wat antivries in de wierfilter en laat de motor eens draaien zodat het circuit vol zit met vochtbestendig water. Eventueel kan hiervoor ook ruitenwisservloeistof gebruikt worden. Hou de batterijen op niveau. Een zonnepaneel doet dat wonderbaarlijk goed. Koppel ze eventueel los. Plak de dieselontluchting af, zo voorkom je condens in de tank. Lees verder in dit blad hoe een tank kan gereinigd worden, dit is misschien eens een gepast moment. Om geurhinder tegen te werken helpt het om de aanzuigleiding van toilet met WC eend te spoelen. Vervolgens de kraan dichtdraaien. Giet een antivriesproduct in het toilet en spoel dat eens door zodat het in de afvoerleiding zit. Een beetje WC eend in de sifon van douche en wastafel verhindert bacteriegroei. Hou bij vriesweer de motorluiken dicht en drink zelf 1 jenevertje. Verzeker u van een gesloten of losgekoppelde gasfles. Let op met elektrische vuurtjes en verwarming aan boord, zowel wat veiligheid als verbruik betreft. Neem alle waardevolle zaken van boord. Plaats eventueel een luchtdroger (niet nodig bij vriesweer). Zorg voor degelijk hang- en sluitwerk, dat houdt onwelkom bezoek tegen. Vergeet vrouw, kinderen en hond niet mee te nemen naar huis! EN VOORAL: Kom af en toe eens op bezoek, kijk dan ook eens bij de buurman. Bij vermoeden van een probleem, neem steeds contact en verwittig ook de havenmeester aub. Als al deze klusjes er op zitten heb je nog een jenevertje verdiend. WEES VOORZICHTIG BIJ GLADHEID.
Lidmaatschap voor 2020 Gezien het varken van penningmeester Armand, die eigenlijk dat van de club is, het afgelopen jaar hoofdzakelijk ‘op kot’ bleef en van slachting gespaard werd, kunnen we ook voor 2021 onze bestaande lage tarieven voor de lid- en liggelden aanhouden.
Begin november wordt naar de huidige leden een rekening voor volgend seizoen opgestuurd. Dat doen we zoveel als mogelijk per mail. Enkel zij die geen mailadres hebben krijgen het nog in de brievenbus. Indien je intussen over een mailadres mocht beschikken of er is een nieuw mailadres in gebruik, dan zouden we het op prijs stellen indien je ons hiervan op de hoogte brengt. Dit kan simpelweg door een mailtje te sturen naar watersport.moervaart@proximus.be Wij geven uw gegevens aan niemand door en gebruiken het enkel als werkmiddel voor de vereniging.
VPF LEDENVERGADERING Elk jaar organiseert de Vlaamse Pleziervaart Federatie een vergadering waarop alle leden welkom zijn. Dit jaar zal dit niet lukken, geen enkele club of zaal kan zoveel volk op een veilige manier ontvangen. Heb je toch vragen, stuur ze ons door, er komt gegarandeerd een antwoord. Wie nog niet heeft ingeschreven op de digitale VPF Nieuwsbrief die jaarlijks enkele keren wordt opgestuurd, kan dit doen via de website www.vpf.be , knop boven op de Homepagina ‘VPF Nieuwsbrief’. De nieuwsbrief bevat hoofdzakelijk informatie voor de pleziervaarder welke niet op een volgende Kanaal 77 kan wachten.
Nieuws uit de haven Zaterdagnamiddag 12 december
KERSTsfeer AAN DE VAART Heel veel jachtjes waren vorig jaar in Kerstsfeer. Bij deze doen we opnieuw een oproep aan onze leden met ligplaats in Wachtebeke om tijdens de kerstperiode de bootjes op te tooien met wat kerstverlichting. Dat hoeft helemaal niet duur te zijn, voor enkele euro’s koop je reeds een snoer ledlampjes die amper 5 watt per uur verbruiken. Eventueel kan je er een tijdsschakelaar tussen plaatsen zodat ze pas bij duisternis opstarten. Zorg er wel voor dat ze geschikt zijn voor buiten aub. Net als vorig jaar bieden we graag een drankje aan, uiteraard volgens de geldende corona regels.
4
De SPEEDY van Mieke en François werd verkocht en is er, zoals de naam doet vermoeden, als een sneltrein vanonder. Of het tweetal een opvolger voor die Mexicaanse wervelwind zal nemen is nog een vraagteken.
De LIEVA van Patricia en Alain, die eigenlijk zo goed als nooit in Wachtebeke te vinden was, werd ook van de hand gedaan. Die plaats (nr 13) blijkt gegoten voor BORDA die er nu zijn stek heeft. Deze winter komt de SCALDIA met Rita en Jimmy al zeker op één van de vrije plaatsen afmeren.
bij Watersport Moervaart.
GEBUNDELDE BERICHTEN
VOOR U
GELEZEN OF GEHOORD!
TV-MONOPOLIE DOORBROKEN:
JOYNE TV - concurrent voor TV Vlaanderen
Onze eigen Vlaamse tv-zenders ontvangen, altijd en overal, dus ook in Wallonië en in het buitenland? Het kon tot voor kort alleen met een schotelantenne van TV Vlaanderen of via internet. Dat tv streamen via internet afhankelijk is van af en toe een werkend wifi signaal, maar vooral van uw mobiele data, waarbij de prijzen soms de pan uit swingen, daar hadden we het in het verleden reeds over. Heel veel mogelijkheden werden tot voor kort niet geboden. Maar het kan nu ook met JOYNE Satelliet TV. JOYNE is bij ons nog niet ingeburgerd ook al is de provider reeds sinds 1 augustus 2017 op de markt. Ze bieden een compleet en betaalbaar radio en televisiepakket aan in West-Europa via de krachtige EutelSat 9B Satelliet. Dat zou naar verluid reeds kunnen met een 45 cm schotel, op een jachtje dat immer in beweging is lijkt een 65 cm allicht beter geschikt! Uiteraard nog steeds indien er geen tak in de weg zit. De EutelSat 9B satelliet zit op 9° oost, dat is ongeveer waar de zon rond 13:15 uur staat. Bij Joyne kan je ook per maand of voor 3 maanden huren (bv. voor de vakantieperiode) zodat je niet voor die periode betaalt waar je er geen gebruik van maakt. Voor alle duidelijkheid, de digi-antenne van TV Vlaanderen is waarschijnlijk nog de ideale oplossing voor wie in Vlaanderen blijft.
NIEUWE SLUIS EVERGEM:
Grote herstellingswerkzaamheden in de planning
We spreken in de volksmond nog steeds van de ‘nieuwe’ sluis terwijl ze ondertussen reeds 11 jaar oud is. Vanaf heden noemen we ze maar de ‘grote’. In die 11 jaar lag de sluis er regelmatig uit, reeds begin 2014 werd gesproken over structurele problemen die een diepgaande studie vereisten. We zijn ruim 6 jaar ouder, de studie zal afgerond zijn, feit is dat er nu grote, letterlijk diepgaande werken gepland worden. De werken omvatten aanpassingen op 3 vlakken: 1. Betonbouw: vervanging van de verankeringen van de draaipunten van de sluisdeuren in het beton. 2. Staalbouw: vervanging van de boven- en benedendraaipunten van de sluisdeuren. 3. Elektromechanica en hydraulica: revisie van onderdelen. Een eerste fase in de werken staat reeds ingekleurd voor februari 2021 . Ten vroegste na april 2021 zal de sluis een maand volledig gesloten worden, ze wordt droog gezet voor werken aan de sluisdeuren. Het einde van deze structurele werken wordt voor half 2022 ingeschat. Vraag is wie die schatting maakt! Als voorbeeld nemen we de Brusselsepoortsluis die er al meer dan een jaar uit ligt en de Kleine sluis in Evergem die onverwacht HEEL lang in vakantie was nadat de hefdeur tekenen van oververmoeidheid vertoonde en onbedoeld naar beneden kwam. Laat ons hopen dat deze nu goed uitgerust is want alle binnenvaart zal er tijdens de stremming gebruik van moeten maken. Er worden lange wachttijden verwacht. Ook na de droogzetting zal in 2021 tot het einde der werken in 2022 de sluis met regelmaat op beperkte capaciteit werken. Hopelijk kan de pleziervaart binnenkort opnieuw van de Brusselsepoortsluis gebruik maken voor doorvaart Gent.
5
WATERSPORTBEURZENMALAISE: HISWA stopt, BBS failliet, Bootshow Nieuwpoort gaat niet door. Zijn watersportbeuren passé? Het lijkt er op. -
-
De HISWA Amsterdam houdt het na 65 edities definitief voor bekeken. De Hiswa te water gaat wel nog door maar werd verplaatst naar 2021. Conceptum, de organisator van de Belgium Boat Show, heeft de boeken neergelegd. Befairs zou de nieuwe organisator van zowel de BBS als BBS Float worden, de organisatie gebeurt door ongeveer dezelfde groep mensen als voorheen. Nieuwe naam – oude concept? Maar ze namen een valse start. Afgevoerd? BBS Float, de najaarsbeurs in Nieuwpoort, gaat in 2020 niet door. Verschillende andere beurzen (Cannes, Grand Pavois La Rochelles, Southampton…) werden afgelast wegens corona.
Dat het virus roet in het eten gooit geloven we best. Maar niet alle problemen kunnen in het coronaschoentje geschoven worden. Het ging al enkele jaren bergaf met de BBS, dat zag iedereen, of toch bijna iedereen. Alleen de organisatoren wilden het niet zien. Jammer! De najaar show in Nieuwpoort, die oorspronkelijk wel nog onder voorwaarden in de planning stond, werd intussen ook on hold gezet. Hoe het komende jaar er zal uitzien is nog koffiedik kijken. Volgens de Trumpisten is iedereen eind oktober coronavrij, maar ‘af en toe’ zit de president er niet helemaal op, dus moeten we rekening houden met een voorjaar zonder grote botenbeurs. In eerste instantie zou er in 2021 geen BBS zijn. Ten vroegste in 2022 zou in de Mechelse Nekkerhallen, daar waar de beurs in 1989 onder de doopvont werd gehouden, iets georganiseerd worden. Maar intussen is ook dit weer veranderd.
BRUSSELS BOAT SHOW Beursorganisator FISA neemt het voortouw en zal van do 21 tot en met ma 25 oktober 2021 een Boatshow organiseren in Brussels Expo. Dit zou samenvallen, of samengaan met MOBICAR en het BRUSSELS TRAVEL FESTIVAL. De 3 beurzen zijn afzonderlijk maar met 1 ticket te bezoeken. Ook de NIEUWPOORT BOAT SHOW zal opnieuw georganiseerd worden, de eerste keer pas in maart 2022. In febr. 2021 komt er een virtuele boatshow, dit om corona buiten spel te zetten. Hoe we bij de VPF een virtueel pintje kunnen drinken bij een virtueel onderonsje, dat wordt momenteel onderzocht! Meer accurate info hierover volgt later nog.
NIEUWE STEIGER IN ROUBAIX : Officiële opening gepland in het voorjaar van 2021 In Roubaix weet men echt van aanpakken. Na de wel zeer geslaagde VPF toervaart reünie in 2019, waarvoor ze een tijdelijke ligplaats creëerden in het pand l’Union, werd vervolgens beslist om op die plek een blijvende veilige afmeerplaats te maken. Intussen is die er reeds, amper een jaar later! Naar verluid met alle voorzieningen en veilig afsluitbaar. De officiële inhuldiging, met toeters en bellen en grote feestelijkheden, zoals ze dat in Roubaix goed kunnen, was gepland op 27 september 2020. Op de valreep werd door een verstrengende coronamaatregel de opening geannuleerd. De Roubaisiens hopen in het voorjaar 2021 een virusvrij gaatje te vinden waarop de feestelijke inhuldiging kan plaatsvinden. Wij hopen met hen mee en zullen, bij leven en welzijn, van de partij zijn. We houden jullie op de hoogte!
6
DE SINT KOMT INCOGNITO:
Geen sinterklaasvaart dit jaar!
Schrijven dat de Heilige man zijn kat stuurt is gevaarlijk, stel dat het toevallig een zwarte kat is, dan gaan de poppen aan het dansen. En dat hij zal komen, dat staat buiten kijf! De oude kindervriend is zonder twijfel coronavrij, maar zijn Z… Pieten allicht niet. Daarom heeft hij beslist om dit jaar niet per boot naar de klein-mannen te komen. Hij komt-Hij komt, maar we zullen hem niet te zien krijgen. Dat het zover zou komen hebben we nooit gedacht.
BRUGGE DAMMEPOORTSLUIS:
Tweemaal voor een week gestremd tijdens het najaar.
Het stond reeds vorig jaar op de kalender, maar afstel is geen uitstel. Nu is het echt zover. De Dammepoortsluis, minstens zo oud als de Sint, wordt voor hoogdringende onderhoudswerken buiten dienst gezet. Om de scheepvaart en de bedrijven niet in al te grote problemen te brengen zal dit gebeuren in twee afgelijnde periodes: vanaf vrijdagavond 16 oktober tot woensdagmorgen 28 oktober 2020 vanaf vrijdagavond 27 november tot woensdagmorgen 9 december 2020. Wordt uitgesteld naar een datum in 2021! Voor zij die toevallig van plan waren om er door te gaan (bv. om onderhoudswerken te laten uitvoeren) kunnen maar beter hun planning een beetje aanpassen.
ANTWERPEN WORDT ONNEEMBARE VESTING:
Royerssluis gaat voor minimum 3 jaar dicht.
Het zit er al jaren aan te komen. De ruim 100 jaar oude Antwerpse Royerssluis, die voor de binnenvaart een belangrijke verbindingsschakel is tussen de Schelde en het Albertkanaal, moet vernieuwd worden. Even was er zelfs sprake van om ze definitief te sluiten maar dat scenario lijkt van de baan. De sluis wordt volledig uitgebroken en er komt een spiksplinternieuwe van 36 x 230m (nu 22 x 180m) met o.a. twee ophaalbruggen voor voertuigen en fietsers. Het kasteeltje, lang geleden het bedieningsgebouw en sluiswachterswoning, wordt in ere hersteld en zal de volgende 100 jaar opnieuw als bedieningsgebouw gebruikt kunnen worden. Een versassing zal in de nieuwe sluis (laat ons hopen) veel sneller gaan, men gokt op 20 minuten, al zal dit allicht weer een optimistisch gokje zijn. De werkzaamheden zouden in januari 2021 stilaan opstarten. Pleziervaarders die toch Antwerpen zouden willen belagen, of die er willen uitbreken, moeten dit door de Kattendijksluis doen, althans op die enkele dagen dat ze niet defect is… Een andere mogelijkheid is om via Lier en het Albertkanaal te varen.
Het kasteeltje wordt opnieuw bedieningscentrum Royerssluis
De pleziervaart zal geweerd worden in de Boudewijn- en de Van Cauwelaertsluis (nog in de volksmond de Kruisschans genoemd naar het voormalige fort aldaar).
7
KALVEBRUG:
Stremming wegens onderhoud
Vanaf maandag 5 oktober worden herstellingswerken gestart aan Kalvebrug. Er wordt voorzien dat de werkzaamheden 6 weken zullen duren, dus tot ongeveer het tweede deel november. De Kalvebrug (voor niet-Wachtebekenaren de 2de basculebrug richting Lokeren over de Moervaart in Wachtebeke) heeft heel wat dienstjaren op de teller staan (ANNO 1945). Ze deed de laatste maanden ook nog overuren als omleidingsweg terwijl de werken in het centrum en langs de Meersstraat aan de gang waren. Dat heeft extra sporen achtergelaten. Volgend jaar moet ze dan weer meer diensturen kloppen eens de tweede fase van de werken beginnen en wegchirurgen het centrum opnieuw grondig openleggen. Om de werken vlot te kunnen uitvoeren wordt de brug geopend en kan het wegverkeer er niet over passeren. Of de scheepvaart er altijd door zal kunnen is maar de vraag. Maar bij afspraak met de bruggenman van dienst en misschien na de werkuren zal dat allicht wel kunnen geregeld worden. In overleg met de gemeente is voor het verkeer een omleiding voorzien via Overledebrug. Van zodra het mogelijk is, stelt de aannemer de brug ter beschikking voor fietsers en voetgangers. Uiteraard zal ze dan wel dicht liggen. Belangrijk daarbij is wel dat het beton voldoende heeft kunnen uitharden en de werfzone veilig is voor zogenaamde zachte mobiliteit. Al kan je die racende pedelec’s moeilijk zacht noemen!
PEDDELROUTE WAASLAND:
Nieuw op Moervaart en Durme
Op zaterdag 4 juli werd officieel de Peddelroute Waasland geopend. De route is 31 kilometer lang en gaat over de Durme, Moervaart, Zuidlede en het Kanaal van Stekene. Onderweg zijn er verschillende aangepaste steigers en pontons aangelegd om even uit te rusten. De vissers zullen content zijn! De ganzen en andere waterkiekens ook. De route is af te leggen met een kajak, kano of supboard. Kajaks of kano’s huren kan in Lokeren of in Wachtebeke. In Wachtebeke is reeds jaren een steiger voor kajaks. Nu werd daar ook een vuilbakje geplaatst om blikjes en papier in te werpen. MOOI ZO! Toeval wil dat er eentje verdwenen is bij zitbank nr 3 langs het jaagpad. Maar het leven zit vol toevalligheden… Toch?
8
WIE VAART… MAAKT KRASSEN!
Uitluisteren, Verstaan &
Begrijpen! Tekst: Jo Cappaert – MY Yester
Dit is waarschijnlijk een verhaal wat alleen mij kan overkomen!?! Maar door deze ervaring en af en toe al eens een ander spannend moment onderweg, zal ik misschien, heel misschien, ooit wel eens een volleerd schipper zijn. Al dat ik dan allicht toch heel oud, grijs en wijs zal moeten worden.
H
Ook al merkt Jo in zijn openingszin op dat dit verhaal alleen hem kan overkomen, we weten allemaal wel beter. Iedereen komt al eens wat tegen. Maar schroom houdt veelal die verhalen binnenshuis. Soms komen ze bovendrijven, meestal bij pot en pint aan de toog. Maar gezien wij geen kantine hebben is dit clubblad de uitgelezen plaats om uw verhaal met anderen te delen. Zet u over die schroom heen, anderen lezen het graag en kunnen er wat uit leren. We zijn steeds op zoek naar nieuwe verhalen. We richten de oproep aan alle pleziervaarders om ons uw verhaal te brengen. Schrijf je zelf niet graag, we willen het voor u doen. Stuur ons een mailtje: watersport.moervaart@proximus.be. De lezer zal u dankbaar zijn. Dit verhaal zou niet misstaan in ‘Varen doen we Samen’ en dateert van enkele weken terug aan het begin van dit bijzondere Covid-vaarseizoen. Schade was er niet, maar de billen waren ongetwijfeld dichtgeknepen. Veel leesplezier.
De bruggen richting Gent zullen voor ons gekeerd worden. En hoewel ik al dikwijls heb horen vertellen dat de passage door Brugge een tijdrovende bezigheid is hebben wij dit nog nooit mogen ervaren. Het is nu de vierde keer dat we hier passeren en telkens zonder noemenswaardig oponthoud. Geluk? Of kennen ze ons bootje en zijn ze die specifieke schipper liever kwijt dan rijk… wie zal het zeggen! Och, toch ook eens een bedankje aan de bedieners van centrale Kruispoort voor het geduld dat ze toch soms moeten opbrengen voor de onverwachte kapriolen van pleziervaarders.
et gebeurt tijdens een weekendje Coupure Brugge. De weersvoorspellers zien in hun bol eerder wisselvallig weer. Deze wisselvalligheid valt deze keer echt wel in ons voordeel uit. Alhoewel de zon zich af en toe wel een beetje schaamt en verstoppertje speelt achter dominante maar heel mooie cumulus, halen we toch een gezellige temperatuur waardoor we bovendeks leven. Voor onze meereizende passagiers vooral ook een uitermate leuke ervaring. Na nog een laatste aperitiefje trekken onze opstappers huiswaarts, ze varen niet mee terug naar Wachtebeke… achteraf nog een geluk!
Zo komen we al vlug aan bij de keersluis in Beernem, waar ik via marifoon vraag of er vrije doorgang is. Waarop ik prompt antwoord krijg van “OK , ik bevind me in de versmalling van Beernem”.
Ons tweedaags verblijf in “die schone van het noorden” is weer veel te kort. Na een ochtendbabbel met Steve, de zeer behulpzame Zuid-Afrikaanse havenmeester, maakt die voor ons via zijn mobiele marifoon de juiste afspraak met de Kruispoort, de centrale dienst die alle brugbewegingen in en rond Brugge regelt. Om 9 uur stipt gaat de Conzettbrug de hoogte in en worden we losgelaten uit de Coupure.
Wie? Wat? Waar? Eigenlijk denk ik over dat tegenbericht niet verder na, neem zonder aarzelen de keersluis en vaar verder richting Beernem. Tot we, eens een 500 tal meter voorbij de keersluis, ineens een gigantisch binnenschip op ons af zien komen. Hoog op het water gelegen, dus waarschijnlijk leeg, is het alsof hij het hele kanaal inpalmt. Dit wordt spannend!
Keersluis in Beernem, uit richting Brugge het begin van de versmalling die doorloopt tot de brug in Beernem.
Afmeren is hier niet mogelijk. Om uit zijn “boegput” te blijven opteer ik om met een laag motortoerental tergend traag op amper 1meter uit de kant te gaan varen, in de hoop nog genoeg stuurkracht en diepgang te hebben. En dat lukt aardig. Tot we halverwege het niets in vaart minderende binnenschip komen. Door de waterverplaatsing en de zijdelingse druk worden we ineens met een schurend geluid op de kant gezet. We liggen stil. We zitten zonder meer vast.
9
Eerste reactie: Onmiddellijk in achteruit… niks! Vooruit, nog minder. Alleen onze boeg toont nog enige vorm van leven. Al ons beschikbare gewicht, 101kg van mijnentwege en enkele luttele kilootjes van ’t vrouwke (hier is mijn inbreng duidelijk overwegend) wordt aan bakboord gebracht, de kant waar het meeste water staat. Vervolgens wordt de boegschroef aangesproken om ons te proberen van de kant af te duwen. We glijden stilaan weg. Gelukkig komt ook het achterschip zonder schroefgerammel vrij van de ondiepte of waarschijnlijk een opstekende steen.
Een grote jongen (niet deze die wij tegenkwamen) duikt de versmalling binnen richting Brugge. Een onwetend huurbootje van Le Boat komt er juist uit. Die heeft toch even geluk.
Na een benedendekse controle zie ik nergens binnenkomend water noch enige andere averij. Oef… dit is goed afgelopen, we kunnen verder huiswaarts varen. Al voortglijdend op het water richting thuishaven begin ik me toch vragen te stellen. Wat is er juist misgelopen, wat deed ik verkeerd? Had ik het marifoonbericht verkeerd begrepen, waarom dacht ik dat het schip van achter mij kwam en we dezelfde richting uitgingen. Want dat stuk tussen de keersluis en Moerbrugge is ook maar een sloot. Heb ik een verkeersteken van versmalling niet opgemerkt, waarom vroeg hij niet om effe te wachten aan de keersluis, waarom nam hij niet terug contact op toen hij mij zag. Ik heb geen AIS en zag hem niet vooraf. Maar vooral, die mannen hebben ervaring zat, waarom minderde hij geen vaart. Had ik ook beter wat snelheid aangehouden zodat ik minder gevoelig zou zijn aan zijn golven, had ik wat minder plaats moeten maken? Ook vind ik in mijn vaargids geen enkele vermelding “versmalling van Beernem” of op de dijk nergens een waarschuwend verkeersbord. En dit op een plek waar zoveel jachtjes en huurbootjes passeren, meestal met nog minder ervaring dan ikzelf en al helemaal zonder marifoon. Wat heb ik vandaag geleerd ? Dat ik me in de toekomst bij elk marifoonbericht ga vergewissen wat er exact bedoeld wordt en zonder schroom vragen ga stellen. Nog effe dacht ik dat dit gebeuren nog een staartje ging krijgen (klacht binnenschipper tegen dat blauwe plezierjachtje). Wanneer we reeds op het kanaal GentTerneuzen varen worden we geënterd door een RIB van de scheepvaartpolitie. Met een klein hartje wordt een inspecteur aan boord genomen, maar uiteindelijk blijkt het om een routinecontrole te gaan. Het is voor ons de eerste kennismaking met de scheepvaartpolitie en het moet gezegd, “De politie uw vriend” is hier geen ijdele spreuk. Het was bijwijlen een leuke babbel. Al vraag ik mij achteraf af: moest ik die vriendelijke man geen trippelke Westmalle aangeboden hebben? Of misschien nen Sjampetter ?
10
Dit was het relaas van een bewogen dag met gelukkig een goede afloop, al kon het evengoed anders gelopen hebben en blijft dan de vraag, wie gaat hier in de fout? Er bestaat nog steeds de regel ‘goed zeemanschap’ waarbij ieder schip, groot of klein, voorrang of geen voorrang, al het mogelijke moet doen om gevaarlijke situaties te vermijden. En we zijn weeral een ervaring rijker. Gebruik van marifoon, uitluisteren en goed begrijpen wat er wordt bedoeld zijn van groot belang.
OP STAP
VERLOREN
GEPLAND! Tekst & foto’s Marc Daens, MY Reinier Nooms
Al jaren maken Hilde en ikzelf plannen die, meestal toch, ook worden uitgevoerd. Maar tijdens deze vakantie stonden planning en uitvoering ver uit elkaar. Onvoorspelbaar, op zijn corona’s, maar dan wel bijzonder overdreven. Mogelijks was dit omdat onze plannen tijdens het jaar gaan over fundering, stenen, beton & staal en ander stevigs. Nu over water? Misschien is dit te liquide voor ons? Ofwel komen er te veel “falende kunstwerken” uit staal en beton aan te pas. Dat kan ook.
Z
oals elk goed plan, begon ook het onze met enkele essentiële vragen: ten 1ste waar willen we naar toe & ten 2de langs waar gaan we daar geraken. Eigenlijk ook een derde, namelijk: langs waar komen we terug, maar aan die vraag gaven we minder aandacht. Het is niet leuk om te denken aan terugkomen als je nog moet vertrekken, toch? Vraag één was vlug beantwoord, we wilden naar Frankrijk: kleine kanalen met kleine sluizen in een mooie natuur. Dat land wordt bewoond door hartelijke mensen die een taal spreken waar wij het moeilijk mee hebben, maar die we wel graag horen. En de croissants die ze er bakken kan je bij ons niet vinden. Enfin, in Lokeren toch niet! Denk ik. Vraag twee was iets moeilijker. Alhoewel. We hadden al dikwijls langs de Dender gewandeld en in plaats van op de oever naar het water te kijken zou het omgekeerde, vanop het water naar de oever toe, dubbel zo leuk zijn. Via de Dender vertrekken dus. Vanuit de Dender (voor de pezewevers onder ons, Canal Ath-Blaton) is het niet ver meer naar de Bovensamber. Ook mooi wisten we, maar hoe zat het met die ingestorte sluiswand in Frankrijk? Goed dacht ik, want in het vademecum van de VPF stonden de gegevens van alle sluizen op de Samber en was er niets vermeld over het al dan niet buiten gebruik zijn er van. Maar het vademecum is natuurlijk geen opsomming der scheepvaartberichten, het zou 3 keer zo lijvig worden. Hier stonden we niet bij stil. Eens de Samber uit zijn er mogelijkheden genoeg om terug te keren, dus dat zou wel los lopen.
Wanneer ik met een onderlegd iemand over mijn plannen spreek, wijst die me er op dat die ingestorte sluis niet op de Samber, maar op het Canal des Ardennes ligt. Op het Cnl de Samber à l’Oise (verlengde van de Samber) is er in Vadencourt wel sinds jaar en dag (2006) een “Pont Canal” uit 1835 kapot (dat kan je hebben met ‘oud ijzer’) en die zou volgens de Fransen pas in 2021 weer heropend worden… On verra!
Daar ging plan 1. Op naar plan 2. Daarbij laten we de Dender (en, voor de pezewevers onder ons, ook Canal Ath-Blaton) voor wat het is en zullen we via de Bovenschelde naar Frankrijk varen. Lekker spannend, want de Schelde gaat net voor Cambrai over in het Canal de SaintQuentin en daar moet je door de tunnel van Riqueval. Die tunnel is bijna 6 km lang en je wordt er door getrokken bij middel van een elektrisch aangedreven trekschuit, oftewel de toueur. Door die tunnel willen we zeker, maar hoe moet het dan verder? Gelukkig hebben we van onze kinderen het boek ‘Varen en fietsen langs de Frontlijnroute” van Eric Dewilde gekregen. Daar staat een route in die vertrekt vanuit Gent. En daar kom je, bij leven en welzijn, via een fijn uitgewerkte lus ook terug aan. De opgegeven duur van die lus is drie weken en dat is net gelijk aan de tijd dat we (denken dat we) kunnen gemist worden.
Voilà, ’t nieuwe plan was klaar. We kopen, zoals voorgeschreven om door de tunnel te worden gesleept, twee extra, gelijke touwen van 30 meter lang. Na aansleuren van een minimum aan eten & drinken & kleren & wat al niet nog meer, enfin, een boot vol, kunnen we vertrekken. WE ZIJN OP WEG! 11
Centrumkanaal met de enorme scheepslift van Strepy-Thieu. Verval 73.15m
Naar goede gewoonte gaat de eerste dag van Wachtebeke naar Gent Lindenlei om vervolgens in etappes naar “La Douce France” te varen. Voor de grens willen we, op advies, aanleggen in Antoing, dicht bij den Aldi. Maar als we vernemen dat ‘s anderdaags, op “quatorze juillet”, de Fransen hun sluizen niet bedienen, besluiten we om te versassen naar Péronneslez-Antoing. Mooi haventje, lekkere mosselen en een schoon gebied voor een fietstocht. De volgende dag begint prachtig en we stappen op de fiets onder een mild zonnetje. Halfweg de tocht verdwijnt de zon even voor een buitenproportionele stortbui. Op zijn Belgisch, soit. Weer een douchebeurt uitgespaart en 100% coronaveilig! Wanneer we (bijna droog) terug in de haven komen, passeren we langs sluis1 in Péronnes, die waar we ‘s anderdaags opnieuw door moeten. Daar zien we dat ze met man en macht aan de sluisdeur werken. Met enige aarzeling vragen we of die sluis morgen toch in orde komt. En ”jawel, monsieur, gene schrik hebben er wordt gewerkt tot ze klaar is”. Maar dan in ’t Waals. Sluis 1 in Peronnes
Vaarwel plan 2 en zie hier plan 3: We trekken opnieuw richting de Samber via de grote scheepslift, het zogenoemde ‘monster van Strépy-Thieu’. De historische liften zijn prachtig, maar we hebben die al eens gedaan en we willen vooruit. Vervolgens is ons plan om de Bovensamber tot in Erquelinnes aan de Franse grens op en af te varen. Ten slotte zouden we terugkeren via het Hellend vlak van Ronquières en Brussel. In Mons spreken we met een Nederlander die heel erg teleurgesteld was in dat hellend vlak. Hij had 48 uur vast gelegen wegens een, jawel, panne. Wanneer we vanuit de charmante haven van Seneffe een fietstocht maken langs het hellend vlak, zien we dat die opnieuw in panne ligt (oud ijzer nietwaar?). Daarbovenop krijg ik een berichtje waarin de Brusselse haven omschreven wordt als vergane glorie, duur, lawaaierig en ver van het centrum. Niet dus! Het hellend vlak ‘en panne’ met een “gevangen” pousseur
Weg plan 3 en hop naar plan 4:
Wel goed van vertrouwen doch daarom niet onnozel, maken we ‘s avonds een wandeling naar de sluis en stellen vast dat er niemand meer aan het werk is, dit terwijl het werkvlot nog voor de sluisdeur ligt. Niet goed dus! De dag daarna bel ik de sluis op. “Verdorie monsieur, het was iets ingewikkelder dan eerst gedacht, maar ‘demain’ zal ze zeker klaar zijn voor gebruik”. Edoch. Als we al die binnenschepen zien die liggen te wachten om versast te worden, begrijpen we dat het voor ons wel wat langer zal duren dan ‘demain’. Resultaat is dat we, voor we in Frankrijk zijn, al drie dagen extra verliezen. Dit maakt dat, willen we onze tocht in drie weken afronden, we bijna elke dag zullen moeten varen & dat willen we niet. 12
De Samber bevaren we, weliswaar met enige hindernissen wegens “een panne”, maar we willen graag, met voldoende tussenstops, terugkeren via de Dender (voor de pezewevers eerst door Canal Ath-Blaton). Een mooi alternatief plan en in afwachting van de afvaart van de Dender (’t is al goed, jawel, ik weet het, ook het Canal AthBlaton) vinden we een plekje in Péruwelz. Mooi, rustig liggen en stil. Zo stil dat we ons verslapen. Als ik, met de slapers in de ogen, naar de sluiswachter bel, laat deze mij weten dat ze al vertrokken zijn met een boot, dat we zullen moeten wachten tot minstens 13.00 uur en dat hij me zal bellen als het later wordt. Ik ben meteen klaar wakker!
Tja, ne mens is dan eindelijk eens onthaast en dan kom je dit tegen.
Neptunus met zijn vangst
Geen zin om daar een halve dag te liggen liggen, verlaten we plan 4 en gaan over tot plan 5: We varen opnieuw tot Péronnes-lez-Antoing om daarna de Schelde af te varen met de bedoeling er wat langer van te genieten dan bij het opvaren. Het wordt een mooi tochtje door Le Pays Blanc, langs de oude kalkovens en door Doornik, waar ze een aantrekkelijk haventje aan het bouwen zijn. Aangekomen bij de sluis Spiere-Helkein vragen we of we kunnen versast worden. Dat kan als we ongeveer een half uur willen wachten op ‘un professionnel’. Veel willen is daar niet bij en we wachten dus braaf tot er een spits aan komt. Wanneer we aanzetten om achter de spits binnen te varen roepen ze ons op: we mogen nog niet binnen want er komt er nog enen af. Wanneer dat zo’n enorm bakbeest blijkt te zijn, is ons goesting om te versassen over en veranderen we ons plan.
Welkom plan 6: gedaan met de Schelde. We keren ons kar en varen enkele 100den m terug naar de ingang van het Spierekanaal. Als we dat laten weten aan de sluiswachter, die waarschijnlijk blij is dat hij van ‘dienen kleinen’ vanaf is, geeft hij ons een GSM-nummer waarop ik de mobile ploeg kan bellen. We varen tot aan de eerste sluis op het kanaaltje en binnen de kortste keren is de man daar die voor ons de sluizen & bruggen tot tegen de Franse grens in Leers-Nord zal bedienen. De vriendelijke man heeft ook zijn Franse collega’s verwittigd zodat we ‘s anderdaags bijzonder vlot door Roubaix tot op de Deule geraken. Het mooie Cnl de Roubaix
Op het Cnl de Roubaix rapen we nog een oud uitgevezeld stuk touw op met de schroef. Sturen gaat meteen minder lekker en ons motortje krijgt op slag vapeurkes, dat kan je hebben met een dame op leeftijd, maar onze Reinier is duidelijk een heertje. Bizar! In de haven van Wambrechies speel ik even voor Neptunus en wordt de schroef van dat onding bevrijdt. Via de Deule de Leie op en vanuit Deinze, waar het zelfs in coronatijd mooi liggen is, willen we langs de Oude Leie door Gent naar Portus Ganda voor onze laatste vakantienacht. Zo kunnen we, eveneens naar goede gewoonte, onderweg eens zwaaien naar de vriendelijke en hulpvaardige Honoré en zijn schat van een eega aan de Lindenlei. We zijn dan de dag daarna op een goeie drie uur in Wachtebeke en dus ruim op tijd om de boot uit te laden, op te ruimen en naar huis te rijden. Helaas, ook dat plan gaat niet door. De Brusselsepoortsluis blijkt om onduidelijke redenen buiten werking en als we bellen naar de Tolhuissluis zegt men ons dat we te laat zullen zijn want vanaf 10.00 wordt de Wondelgembrug niet meer bediend.
Potverdikke zeg, moeten we tot op de laatste dag ons plan eens te meer aanpassen. De oude Leie, hoe mooi ook, zal net als zo veel, voor volgend jaar zijn. Trouwens, hadden we een echte boot, we zouden niet onder de Tolpoortbrug in Deinze geraakt zijn. Ook die had vapeurkes door de hittegolf en wilde niet gedraaid worden. Dus vanuit Deinze nemen we de gekanaliseerde Leie (en voor de pezewevers onder ons ook het verbindingskanaal Gent – Oostende) om dan via het kanaal Gent – Terneuzen (en, jawel, ook de Moervaart) naar Wachtebeke te varen. Drie dagen later maken we opnieuw plannen, maar dan ondersteund door het tekenprogramma Autocad en ja hoor, dat gaat gelukkig wel zoals het hoort.
Ik zou kunnen zeggen dat je zeker dat prachtige Spierekanaal en het Cnl de Roubaix eens moet doen en overnachten aan de nieuw aangelegde passantensteiger in Roubaix. Maar iedereen weet dit al zodat het een open deur intrappen is.
Dus, ik zeg het niet.
Nu, pas op, we vinden het niet erg dat onze vakantie totaal anders verliep dan voorzien. We kwamen onverwacht op mooie plaatsen en we ‘tjolen’ al alzeleven & alzeker tijdens de vakantie, heel erg graag. Dus onszelf beklagen is er niet bij. En we hebben het voordeel dat we heel wat wijzer zijn voor wanneer we de volgende vakantietocht plannen. Misschien komt dat boek van Dewilde toch nog van pas. 13
TECHNIEK EN ONDERHOUD
VERVUILDE DIESELTANK Tekst : Jef Beernaert
Nooit van gehoord? Dan heb je geluk. Meer dan de helft, volgens pechverhelpers zelfs ruim 70% van alle problemen met een haperende dieselmotor, worden veroorzaakt door vuil in de dieseltank. Onzuiverheden allerhande die zich jaar na jaar vasthechten op de bodem van de tank. Eens je wat langer op woelig water zit begint dat vuil te zweven en komt het in de leidingen en filters terecht. En als de motor uiteindelijk stopt met draaien omdat de brandstof geen mogelijkheid meer ziet om door de brandstoffilter heen te komen, dan is dat nooit op een geschikt moment.
In tegendeel!
N
a een grondig onderzoek zal blijken dat niet alleen de filter verstopt is, maar dat er ook vuil en lucht in de leidingen kan zitten, vuil die uit de tank komt en lucht wegens het vacuüm zuigen door de verstopping. Er werd reeds heel veel inkt en papier gespendeerd aan biodiesel en z’n bacterie, ook in uw clubblad, maar dit is lang niet de enige boosdoener, zelfs allicht niet de grootste oorzaak. Heel veel brandstoftanks zijn reeds tientallen jaren oud en hebben door de jaren heen, beetje bij beetje, vuil en vocht opgespaard (brengt beter op dan een modaal spaarboekje). Dat vuil zakt en nestelt zich als een min of meer vaste koek in de onderste regionen, op de bodem van je tank. Bij rustig varen is er misschien geen vuiltje aan de lucht. Kom je op een bepaald moment in iets woeliger vaarwater, bijvoorbeeld op de Westerschelde, het Albertkanaal of tussen enkele barenverwekkende watertaxi’s, dan kan dat vuil beginnen rondwemelen en komt het in de leidingen terecht. Ook al heb je geen enkel probleem met dieselrot. En dan? Dan wordt het stil… O Zo Stil! Geen voortstuwing meer. Het kan verkeren!
TANK CONTROLEREN Een inspectie van de tank is niet altijd eenvoudig. Op vele jachtjes moet je een geoefend speleoloog of op z’n minst een slangenmens zijn om bij de tank te komen. In heel veel gevallen merk je, eens je benen ergens boven de motor zweven en je hoofd bijna klem zit tussen wierfilter en een nog dampende uitlaatcollector, dat er eigenlijk geen inspectie- of mangat voorzien is in de tank. Zelfs op spiksplinternieuwe superjachten wordt het probleem soms nog genegeerd. Misdadig gewoon!
14
Heb je meer geluk en kan je in de tank, dan merk je dat deze zwaar vervuild kan zijn. Op de bodem heeft zich een drab afgezet. De oorzaak van de vervuiling is rommel die meekomt bij het tanken, bezinksel, roestafzetting van de plaatstalen tank en zelfs water door condens of regenwater die drup na drup door een niet perfect afsluitende vuldop komt. Soms wordt al eens drinkwater getankt in de verkeerde vulopening, kan gebeuren, ook dan is er een probleem die om een oplossing vraagt. En uiteraard blijft ook dieselrot steeds om de hoek loeren. Hierdoor loopt de kwaliteit van de diesel terug. Overigens is het normaal dat daarnaast nog bacteriën groeien in dieselolie en je hebt onvermijdelijk afzetting van het bio-toevoegsel die zich vertaalt in een bruinachtige film op de tankwand.
OPLOSSEN TOT OP HET BOT Indien je (de motor) last hebt van vervuilde filters, dan weet je dat er vuil en drab in de tank zit. Dan moet die gereinigd worden. Beter is om het preventief, bijvoorbeeld om de 5 jaar, eens te doen. Is er een mangat voorzien, dan is dat kinderspel. Pomp de tank leeg, open het mangat en reinig de tank. Controleer de dichting in het deksel, sluit die mooi af en tank best verse diesel of pomp de oude door een filter terug in de tank. Bij thuiskomst zal je een lekker luchtje verspreiden, uw eega houdt ongetwijfeld 1.5 m afstand, corona of niet.
Vuil = niet OK!
Zo, of nog veel slechter, kan een tank er na jaren uit zien. Bij ruw weer komt het vuil tot leven en bezoedeld alle brandstof.
In heel veel gevallen is er geen mangat voorzien, en dat maakt het iets lastiger om een tank te reinigen. Hier moeten keuzes gemaakt worden. Wordt alsnog een mangat aangebracht of trachten we de tank zo goed als mogelijk op een simpele manier proper te krijgen.
Blijft er echter na herhaaldelijk spoelen vuil meekomen, dan zit er niets anders op dan de grote middelen in te schakelen en gaan we een mangat maken.
2. Mangat uitzagen 1. Reinigen zonder aanpassen van de tank Er is altijd een mogelijkheid om het meeste vuil uit de tank te halen, ook indien er geen mangat is. Zoek een gepaste pomp, geschikt voor vervuilde diesel. Meestal wordt een zelf aanzuigende schoepenpomp ingezet voor diesel, maar die zijn niet optimaal voor de sterk vervuilde dieseldrab. Met een zelfaanzuigende centrifugaalpomp of een vacuĂźmpomp kan het wel, die kunnen heel wat vuil verwerken.
Een mangat uitzagen is op zich niet zo moeilijk. Het grootste probleem is de bereikbaarheid van de tank. We beschrijven twee mogelijkheden om een opening te maken in de tank, een kleine opening van bovenaf en een echt mangat. OPTIE 1: Een kleine opening maken. Stel; uw tank is onbereikbaar en zit onder de vloer weggewerkt.
Pomp van bovenaf, vanuit de vulopening, de bovenste laag diesel in een propere tank, al dan niet door een filter. Laat naar schatting een 20 tal liter in de tank staan. Sluit de kraantjes van zowel aanzuig als retourleiding. Zorg dat alle inboedel in de boot zeevast staat. Indien het mogelijk is, dat hangt af van de grootte, het gewicht en de rompvorm van de boot, wiebel heftig het jachtje heen en weer tot het vuil loskomt van de tankbodem. Ga met de zuigleiding zo diep mogelijk, tot op de bodem van de tank. Pomp die diesel weg in een aparte jerrycan. Giet opnieuw een 20 liter diesel in de tank en herhaal deze handeling zo vaak tot er geen prut meer loskomt. De vervuilde diesel kan meermaals opnieuw gebruikt worden. Laat de diesel in die jerrycan bezinken en hergebruik het bovenste gedeelte om te spoelen. Schrik niet, er komen echt grote brokken vuil vrij die een filter onmiddellijk laten verstoppen.
Dan kan je met een grote klokboor, vb diameter 100 mm, een gat boren in de vloer. Vervolgens neem je een klokboor voor staal diameter 50mm en boor je door de tankwand. Nu heb je een relatief kleine opening waarlangs je desalniettemin reeds redelijk comfortabel kan werken om de tank van bovenuit proper te maken. Het boorstof wordt samen met de drab uit de tank opgekuist.
Na afloop blaas je best het aanzuigkraantje die richting brandstoffilter loopt door om zeker te zijn dat er geen brokjes vuil blijfen voorzitten. Tank propere diesel. Vervang eventueel je brandstoffilter, ontlucht de leidingen en vertrek op reis met een gerust gemoed.
Achteraf kan je het gat dichtmaken met een dekseltje, een rubber dichting en schroeven.
15
OPTIE 2: Een echt mangat inbouwen
OPTIE 3: plaats een dagtank
Vanzelfsprekend veruit de beste oplossing maar het vraagt wel wat werk en handigheid. Indien de bereikbaarheid dit toelaat wordt een mangat best in het bovenvlak van de tank ingebouwd. Kwestie op minder kans voor lekkage, en het steeds kunnen openen, ongeacht of de tank leeg of vol is. Maar in de meeste gevallen is de zijkant beter bereikbaar. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn. In ons voorbeeld is het de bedoeling om zonder te moeten lassen een degelijke constructie te maken, haalbaar voor een doe-het-zelver.
Lukt het echt niet om de tank goed proper te krijgen, of vaar je regelmatig op ruw water, dan is een dagtank zonder meer een heel goede oplossing. Die is klein, kan je op elke plaats kwijt en zal door zijn afmetingen weinig last hebben van schommeling. En die kan gemaakt worden uit inox met een deksel voor gemakkelijk onderhoud. Bijkomend voordeel hierbij is dat zowel aanzuigleiding maar vooral ook de warme retour terugloopt in die dagtank waardoor de hoofdtank minder warm wordt wat algengroei afgeremd.
Wat heb je nodig aan accessoires: Een deksel, afdichting, verstevigingsring met gaten en bouten. Die kan je zelf maken maar ze zijn ook als standaardpakket te koop.
Dagtank Hoofdtank Pomp + filter
Zijn er nadelen? Uiteraard, je hebt weer een extra systeem, met pomp, leidingen, ontluchting, niveaubewaking‌
Tracht vooraf wel uit te maken of je het deksel toevallig niet ter hoogte van een slingerschot uitzaagt. Soms kan je dat zien door zichtbare lasstrippen, of hoor je het met op de tank te tikken met een hamertje. Na aftekenen van het ovaal zagen we dat uit met bv. een wipzaagmachine, slijpen zou ook kunnen maar lijkt mij gevaarlijk voor brandgevaar. Vervolgens boren we de gaten. Het deksel doet hier dienst als boorkaliber. Vervolgens bramen wegvijlen en klaar is kees.
Dichting buitenkant Deksel
Verstevigingsring met bout Dichting binnenkant of kit Mangat opening Tankwand
Wat je meer en meer aantreft op nieuwe jachten die regelmatig op groot water varen is een tweelingfilter met driewegkraan. Is filter 1 verstopt, dan kan in een handomdraai filter 2 ingezet worden. Heel goed en simpel. Maar als uw tank echt vervuild is zal die het ook niet lang uitzingen, dus creĂŤer je een vals veiligheidsgevoel.
3. Noodoplossing Heb je onderweg, ondanks alle voorzorgen die je hebt genomen, toch problemen met een motor die uitvalt wegens een vervuild dieselsysteem en er is geen mogelijke hulp in de buurt, dan kan je misschien als volgt werken: Zorg dat je ten allen tijde een bedon van 30 liter reservebrandstof mee hebt. Bij problemen draai je de hoofdkraan van de dieseltank dicht. Koppel doodeenvoudig de aanzuig en retourleiding los na de groffilter en stop die in de vulhals van de bedon. Pomp de motor op en starten maar. Met wat geluk slaat uw dieseltje aan en kan je met die 30 liter een veilige haven bereiken.
-
-
Dieseltank Eens ingebouwd kan de tank, zoals op vorig blad beschreven, zeer eenvoudig gereinigd worden.
16
-
-
Wanneer je de filters vervangt als gevolg van een vervuilingsprobleem, maar verder niets te gronde doet, dan is het een kwestie van tijd voordat het probleem zich herhaalt. Let er bij het tanken op dat je dat doet bij een station waar er redelijk wat wordt getankt. Tank liever niet als het regent, zeker indien je vuldop in het gangboord verwerkt zit, er komt onvermijdelijk wat water binnen en elke druppel is er een teveel. Weet als schipper hoe je de motor moet ontluchten, bij elk motortype is dat wel een beetje anders.
OP CRUISE
Rondje Ierland & Verenigd Koninkrijk Tekst & foto’s Vera Hoogerwerf
“We krijgen er duidelijk niet genoeg van, van het cruisen wel te verstaan…” DEEL1 Guernsey, Saint Peters Port
D
eze reis deden we in 2019, lang voor corona onze levens begon te dirigeren. De vakantieplanning hebben we nauwgezet verdeeld, het budget berekend. We kiezen deze keer voor een minder verre cruise die niet zo lang duurt. Juli 2019 staat voor ons in het teken van een boottocht rond Ierland en het Verenigd Koninkrijk. We boeken (bij All Ways Cruises uit Gent) alweer voor de derde keer op rij de “MS Berlin”, kajuit 469, vlakbij de dokter en “ziekenboeg”. Dit wil zeggen, midscheeps, gezien zowel van boeg naar steven als van bak- naar stuurboord. Ideale plaats voor iemand als ik, die toch wel rap last heeft van enige deining op het water. De MS Berlin is eerder een klein cruiseschip, bijna 140 m lang met amper 412 passagiers en 180 bemanningsleden. Compleet met echte kapitein, stuurman en machinist, maar de kok en entourage zijn voor het gros aan passagiers allicht minstens even belangrijk. Met een doos reispilletjes in mijn voorraad, en voldoende vers ondergoed in de valies, vertrekken Johan, Francine, Marnix en ikzelf vanuit Zeebrugge voor een 13 daagse boottocht. Gedurende het ganse traject betalen we meestal met de “plastieken vriend”. De tijd dat je ponden in de achterzak moest hebben is al een tijdje voorbij.
Dinsdag 16 juli 2019, zonnig, 25°C, lichte bries Amper een half uurtje rijden naar Zeebrugge waar ‘ons’ schip ligt Londonderry afgemeerd. Inschepen, och, we zijn het reeds gewoon, duurt niet Galway lang. We mogen al onmiddellijk genieten van een buffetwelkomstlunch in het Veranda-restaurant. Lekker buiten, onder de luifel, de voetjes onder tafel steken en de heerlijke verzameling Guernsey op ons bord verorberen, zonder afwas. Dat is pas een vakantiebegin. Na de verplichte reddings- en veiligheidsinstructies gaan om 16u de trossen los. Wij zijn er klaar voor. Op naar Guernsey, St. Peters Port. Gezien dat bijna 500 km ver is zal dat voor morgen zijn. Oei, excuseer, 268 zeemijl, het wordt weer wat aanpassen. Tijdens de nacht passeren we onze eerste tijdszone, 24 u wordt 23 u; ook dat nog.
17
Little Chapel
We rijden verder langs de zuidkust door een prachtig wild landschap. Onderweg, hoe kan het ook anders gezien de ligging van het eiland, restanten van vestingwerken uit WO II. Den Duits heeft hier zeer veel bunkers opgetrokken, vakmanschap uit eersteklas Portland beton, want ze verkeren nog in prima staat. Na een heerlijke koffie met een plaatselijke lekkernij in ”Guernsey Pearl” genieten we van een misschien iets te korte wandeling nabij “FORT GREY” Het is met stip een van de meest opvallende bezienswaardigheden hier. Het fort, een kleine witte ronde toren centraal op een eilandje, staat in Rocquaine aan de rotsachtige westkust van Guernsey. Door de vorm van het geheel kreeg het fort in de volksmond al snel de naam 'cup and saucer' (kop en schotel). Het eiland en de toren zijn te bereiken via een stenen pad aangelegd door militairen begin jaren 1800. Het Fort Grey herbergt een museum met zowel geborgen scheepsgarnituur, enkele wrakken en een hoop informatie over de schepen die er op de kliffen liggen.
Fort Grey: ‘cup and saucer’ Woensdag 17 juli, Guernsey Guernsey is een van de Kanaaleilanden voor de kust van Normandië. Saint Peters Port, waar we kort na de middag ontschepen, is er de hoofdstad. Ze spreken er tegenwoordig vooral Engels, ook wat Frans. Guernésiais, een patois dat noch door de Engelsen of de Fransen te verstaan is, een soort Limburgs dus, wordt nog maar zelden gesproken, jammer. Ze hebben wel de Britse Queen als staatshoofd maar horen niet bij het Verenigd Koninkrijk, noch bij de EU. Een speciaal geval en tevens belastingparadijs. Zou dat de reden zijn waarom zoveel zeilers het eiland proberen aan te lopen. Proberen, juist, want met de stroming tegen schijnen ze hier nauwelijks vooruit te komen. Op sommige plaatsen is er tot 11 meter getijdenverschil. Trouwens ook de reden waarom ons bootje zo ver uit de kust blijft liggen, anders valt die bij eb droog. En dan? Hebben we een probleem! Na het middageten worden we met de reddingssloepen aan wal gebracht. Elke sloep heeft een attest, ze zijn geschikt voor 110 personen maar er wordt getracht om de capaciteit te beperken tot 80 personen. Toch voelen we ons als sardientjes in een blik en er wordt wat gemord. Zou wel wat anders zijn mocht het om een echte reddingsoperatie gaan… Er wordt ons een “PANORAMISCHE BUSRONDRIT” langs de belangrijkste bezienswaardigheden op het eiland aangeboden. We verlaten de haven en passeren door het gezellig centrum en het Kasteel Cornet, op weg naar “Little Chapel” waar de bus in de remmen gaat. Vraag ons niet waarom, maar dit charmante minikerkje is wellicht de belangrijkste toeristische trekpleister van het eiland. Het blijkt in oorsprong (1914) een reproductie gebaseerd op de basiliek van Lourdes, compleet met grot, maar het werd al enkele keren verbouwd. De kapel, die eigenlijk nooit werd gewijd, meet ongeveer 5 bij 3 m en is prachtig versierd met schelpjes, kiezelstenen en gekleurde porseleinscherven. Er is slechts ruimte voor 3 tot 5 personen; een bubbel zoals we zeggen, vandaag de dag ongeveer voldoende groot voor een gemiddelde kerkdienst.
18
De bus brengt ons langs de prachtige Westkust, via mooie baaitjes en mini dorpen met leuke “cottages” naar “Pembroke Bay” voor alweer een mooie fotostop. Strandliefhebbers kunnen hun hart ophalen aan één van de beste zandstranden van de Kanaaleilanden, in een mooie omgeving. Maar het zijn niet de strandbezoekers die we willen vereeuwigen. In 1778 liet de gouverneur er 30 torens bouwen om een mogelijke Franse inval te voorkomen. Den Duits, ons allen welbekend en reeds vermeld, paste enkele torens aan door de oude schietgaten, die eertijds voor donderbussen bestemd waren, te vervangen door sleuven voor machinegeweren. De Petit Bôt-toren was een voorbeeld; de recente restauratie bracht het echter terug in de vorm van vóór WO2. De dag zit er weer op, om 19u begint reeds de avondshow!? Zo vroeg zijn we niet gewoon! Dit wil in ons geval zeggen: NOG vroeger apéritieven! Het wordt een spetterende virtuoze muzikale show vol humor en verrassingen, het smaakt naar meer.
Moher Cliffs
O’Brien’s Tower
Intussen duikt de Berlin opnieuw het zeegat in richting Ierland. Een tocht van 502 zeemijl over de Atlantische Oceaan die een nacht, een volle dag en nog een flink deel van de volgende nacht duurt. Vrijdag 19 juli, Galway Miezerig, zoals het Ierland betaamd. In alle vroegte, om 5u30 zitten we reeds aan de ontbijttafel, want reeds om 7 uur worden we met de sloep aan wal gebracht voor onze volgende excursie die ons “De kliffen van Moher” belooft. Jammer genoeg is dat veel te ver rijden in een bus, met een gids die geen seconde zwijgt. Gelukkig is de omgeving fantastisch mooi. De kliffen van Moher, een formatie indrukwekkende kalkstenen rotswanden die 214 m verticaal boven de Atlantische Oceaan uittorenen, zijn heel bekend en Unesco geklasseerd. Je hebt er een fantastisch uitzicht. Geen wonder dat op het hoogste punt een uitkijktoren gebouwd werd: O’Brien’s Tower, genoemd naar de bouwheer Cornelius O’Brien, landheer, notaris en de vertegenwoordiger van county Clare in het Britse parlement. Enfin, een man met aanzien, en kluiten! Er was de mogelijkheid om een interactieve presentatie te volgen tijdens de tentoonstelling “Atlantic Edge” maar, we hebben blijkbaar te weinig tijd. Jammer! We moeten terug naar het schip en hebben nog een lange busrit voor de boeg… of zeggen we dat niet bij een bus? Op de sloep dient er dan weer gewacht te worden en we varen uit met anderhalf uur vertraging. Daar maken we ons geen zorgen over, veel belangrijker is dat de kombuis rekening hield met onze vertraging en we nog kunnen lunchen. Al was dat misschien niet nodig, want amper is onze lunch binnen gewerkt als ons een uitzonderlijk uitgebreide “Thee Time”, met mooi uitgestalde zoetigheden en hartige snacks, wordt voorgeschoteld. Waar we toch weer niet kunnen van afblijven. Amai, de riem zal een gaatje losser mogen en de broeksknoop open! Op volle kracht varen we van het westen naar NoordIerland, meer bepaald naar het bekende Londonderry.
Alhoewel, bekend, het is al zo lang geleden. Misschien gaat er een belletje rinkelen als we een heel succesvolle U2 song citeren:‘ Sunday Bloody Sunday’ . “Zondag 30 januari 1972, Derry, Britse soldaten openen het vuur op een groep ongewapende demonstranten, 14 van hen sterven”. Vandaar Bloody Sunday. De tocht is weer niet van de poes, 285 mijl, aankomst tegen het ontbijt morgenvroeg, maar wat er op ons bord komt lezen jullie in het volgende clubblad, nu duiken we de kooi in.
Tot dan, Marnix & Vera 19
METEN IS WETEN
Gas- en Rookmelders Tekst: Jef Beernaert
N
a het vaarseizoen willen we ook wel wat te doen hebben. Klusjes uitvoeren aan boord waar we in de zomer geen zin in hebben of iets doen waar we het toevallig onderweg met een collega toervaarder over hadden. Het hoeven niet altijd ingrijpende dure werkzaamheden te zijn, af en toe vind je wel iets wat helemaal niet veel werk vraagt maar toch best belangrijk is. Hier is een tip. Iets wat je zou kunnen overwegen om te plaatsen is een gas- en een rookmelder. Waarom, hoe en waar je die moet plaatsen, daar willen we het graag over hebben.
PLAATSING GASMELDER Gezien we in een jachtje meestal met butaan- of propaangas werken hebben we te maken met gas dat zwaarder is dan lucht. Bij een lek zakt het gas naar beneden. Het is logisch om in dat geval ook de melder zo laag mogelijk te plaatsen, liefst in de buurt van de verbruiker. Dicht bij een kook- of warmwatertoestel, een koelkast… Meer gecompliceerde gasmelders werken met een moederbord waarop 1 of meerdere sensoren kunnen geschakeld worden. Daarom hoeft dit niet extreem duur te zijn.
Display
1. GASMELDER Verbruiker
Heel veel pleziervaartuigen zijn nog voorzien van een gasinstallatie. Zoals je in ons vorige Moervaart Magazine kon lezen in het artikel ‘GAS AAN BOORD’ is daar op zich niets mis mee, zolang het op de juiste manier werd geïnstalleerd en goed wordt onderhouden. Maar dat neemt niet weg dat er iets kan mislopen. Het is zaak om vroegtijdig te kunnen ingrijpen. Een kajuit is een relatief kleine ruimte die zich snel met een explosief gasmengsel kan vullen. Een gasmelder, geplaatst op de juiste plek, zal je verwittigen, lang voor je ook maar iets ruikt en er gevaar is. Gasmelders zeggen trouwens niet alleen dat er een gaslek is, maar verwittigen ook bij een benzinedamp, bv. als een jerrycan voor het achteraanbootje is omgevallen. Of als een louche figuur des nachts een bedwelmend gasmengsel (zogenaamde ‘Knock-out ‘gassen) door een openstaand raam binnen spuit om vervolgens op zijn dooie gemak, ongemoeid, uw lekkere flessen wijn en andere, minder belangrijke, kostbaarheden te ontvreemden. Een goede melder zal je wakker maken nog voor gas gevaarlijk wordt. Die louche figuur zal het ongetwijfeld op een lopen zetten, zonder wijn! Een gasmelder is een sensor die constant de omgevingslucht controleert. Is er een verandering in de luchtsamenstelling, dan gaat er een doordringend signaal af dat door merg en been gaat. Gasmelders bestaan op 12V, 24V of 220V, maar tegenwoordig ook simpel met een AAA batterij. Komt de batterij op het eind van zijn termijn, dan zal die een signaal geven. Met een dergelijk toestel moet je geen elektrische bekabeling voorzien, en het functioneert altijd, ook al is het elektrische boordsysteem uitgeschakeld. Steeds is er een testknop aanwezig waarbij je simpel kan uittesten of het toestel goed functioneert.
20
Gasbun
Gas sensor Gas sensor
GOED OM WETEN Sommige gasmelders geven ook een alarmsignaal bij CO (koolmonoxide) gevaar. Koolmonoxide is geurloos maar dodelijk en komt vrij bij een slechte verbranding of onvoldoende verluchting. Informeer u goed bij aankoop van een nieuwe gasmelder. Met dergelijk toestel heb je er 3-in-1: CO, gas en inbraak. KOSTPRIJS De goedkoopste exemplaren, meestal voor wandmontage, werkend op batterijvoeding, zijn reeds verkrijgbaar voor minder dan €40. Zeg nu zelf, voor die prijs mag je niet nalaten een toestel te plaatsen.
Toestellen waarmee je meteen ook de Knock-Out gassen en CO kan detecteren, en die geschikt zijn om extra sensoren op aan te koppelen zijn reeds voor €65 te verkrijgen. Een extra sensor kost ongeveer €30. Deze toestellen hebben wel een externe voedingsbron nodig. Er zijn detectoren op de markt waarmee een relais kan aangestuurd worden die de gasfles afsluit bij detectie en bijvoorbeeld automatisch een explosievrije ventilator doen opstarten. De prijzen liggen een stuk hoger, keuze is koop.
AANSLUITEN GASDETECTOR Het spreekt voor zich dat een gasdetector, ideaal gezien, steeds dient in werking te zijn. Om permanente werking te verzekeren moeten ze rechtstreeks op de accu aangesloten worden. Doe je dit niet, dan gaat die pas werken nadat de batterijschakelaar is opgezet. Wees niet bang voor het verbruik. Dat ligt zo laag, er bestaat geen gevaar dat uw batterij hierdoor wordt leeg getrokken. WAT TE DOEN BIJ GASALARM Indien dat ding plotseling een hels lawaai maakt is het belangrijk om vooral de kalmte te bewaren en enkele regels te volgen. -
-
-
Gebeurt dit bij nacht, dan is de eerste impuls om licht te maken. DOE DIT NIET! Elke kleine vonk kan gevaarlijk zijn. Zorg ervoor dat alle opvarenden veilig buiten komen. Vooral kinderen die pas uit bed komen dienen aangespoord en begeleid te worden. Zet ramen en deuren open. Sluit de gasfles indien deze veilig bereikbaar is. Roep eventueel professionele hulp in. Eens alles goed verlucht is kan je het lek opsporen met zeepsop.
2. CO MELDING Elk jaar vallen er CO slachtoffers. Een slecht werkende brander, gebrek aan verluchting in een badkamer met geiser, een stroomgroep waarvan de uitlaat juist onder een raam hangt. Het kan. Koolmonoxide is een sluipmoordenaar, je hoort, ziet of ruikt hem niet. Je wordt in slaap gewiegd en komt nooit meer wakker. Er bestaan, zoals aangegeven, gasmelders met een geïntegreerde CO melder, maar dat is niet altijd het geval. Ben je niet zeker, laat u informeren of plaats een aparte CO melder. Waar je die plaatst in je boot is niet zo belangrijk. CO is even zwaar als lucht en zakt niet naar beneden als gas. Plaats het toestel natuurlijk wel in de omgeving waar het verbrandingstoestel staat.
Zo zegt de wetgever. Waarom zouden we dit niet doortrekken naar de pleziervaart. Het is voor onze eigen veiligheid. Een onachtzaamheid bij het kokkerellen, een omgevallen kaars, dat zal je meestal wel tijdig merken, hiervoor heb je geen detector nodig. Maar er zijn andere gevallen waar je het misschien zelf nooit meer te weten komt: een kortsluiting, een oververhitte uitlaat, een smeulende sigaret, een vergeten kandelaar… Zonder twijfel kom je de dag daarop in de krant. Met een eenvoudige rookmelder, die amper enkele euro’s kost, wordt je verwittigd. Ook hier is er uiteraard verschil in prijs en kwaliteit, maar ga ervan uit dat ze wel allemaal werken. Zowat alle rookmelders doen het op batterijtjes. Je hebt er waar regelmatig de batterij moet vervangen worden, bij andere types gaat de batterij even lang mee als het toestel, in dat geval 10 jaar. Het is belangrijk om af en toe eens de testknop in te drukken, een rookmelder met platte batterij, daar kan je niets mee aanvangen. Plaatsing Het heeft weinig zin om een rookmelder in de machinekamer te plaatsen. Het geluid van de motor en de isolatie zorgen er voor dat die niet te horen is. Maar net buiten het motorcompartiment, tegen het plafond (want rook krinkelt steeds omhoog) lijkt de uitgelezen plaats. Onderhoud Zowel rook- CO- als gasmelders vragen zo goed als geen onderhoud. Eens met een stofzuiger er over gaan en op de testknop drukken is al voldoende. Vervang indien nodig de batterijtjes en je bent weer voor jaren gerust.
3. ROOKMELDER - HITTEMELDER Rookmelders detecteren enkel rook: via een optisch meetprincipe registreert de melder voortdurend of en hoeveel rookdeeltjes er in de lucht zijn. Zijn dat er te veel, dan geeft de melder een alarm. Een hittemelder detecteert geen rook, maar meet voortdurend de omgevingstemperatuur. Ze geven een alarm als de temperatuur een bepaalde grens overschrijdt. Hittemelders zijn erg handig op plaatsen waar rookmelders te veel valse alarmen zouden geven, met name op plaatsen waar veel waterdamp aanwezig kan zijn, zoals de kombuis of badkamer.
HOPELIJK MOETEN ZE NOOIT IN WERKING TREDEN ZIE DE AANSCHAF VAN GAS- CO- en ROOKDETECTOR ALS EEN GOEDKOPE VERZEKERING! Extra info op www.vpf.be rubriek Boot&Co Gas aan boord Het sluipend gevaar
21
REISVERSLAG
Tekt: Jef Beernaert Foto’s: Eartha Dereuddre
OP REIS
H
et is me wat. Door de pandemie was het voorjaar één en al chaos. Alles viel zowat in het water. Ons sociale bestaan, wat we hoog aanslaan, viel weg. Geen uitstapjes, niet varen, geen vergaderingen, geen toervaartreünie. En toch beschouwen we ons onder de gelukkigen die gespaard bleven van slachtoffers in de nabije omgeving of vriendenkring. Zelfs een klein onschuldig kuchje was er niet eens bij, corona is ons vergeten! Om depressief van te worden! De Van Gucht &Co cijfers zijn intussen afgezwakt naar bijna normaal. Eén en ander mag al weer.
Deel1 Wachtebeke - Ronquières
Onze dieseltank werd dit voorjaar niet aangeboord en is nog tot de nok vol. Kasten worden met proviand gevuld tot ze uitpuilen. Kledij, vooral korte mouwen, zomers, juist geen doorkijk en vooral korte broeken, worden netjes opgevouwen in de kleerkast gelegd. En niet vergeten, voldoende leesvoer voor enkele weken. Ondanks het feit dat het allemaal de goede kant opgaat zijn we toch niet van plan om onnodig contact op te zoeken, niet simpel, probleem is dat mijn eega nogal bekend is in de watersportwereld. Een leuke ligplaats, een gemakkelijke stoel, een goed boek, af en toe een drankje op een tafeltje naast die stoel en je bent al een heel eind op de goede weg. Dat is onze filosofie voor de vakantieperiode. Eentje met een bestemming die niet naar Berlijn loopt zoals oorspronkelijk was voorzien, maar een trip in eigen land. Nooit heel ver weg. We willen de corona-evolutie opvolgen en vermijden dat we ergens muurvast komen te liggen. Al wordt er pas een nieuwe golf verwacht in het najaar, maar het kan verkeren! 8 juli 2020: In de namiddag nemen we onze intrek op de TiKoyo. Eens alles min of meer op orde ligt is het bedtijd. En dat het in Wachtebeke heel rustig is hoef ik niemand te vertellen. Je zou hier gerust kunnen blijven, maar af en toe wil je toch de horizon even verleggen. 9 juli: Onze eerste nieuwe horizon wordt Gent Lindenlei. Het valt al meteen op dat de haven niet vol ligt. Tijdens deze reis zullen we ondervinden dat dit een tendens is, nergens zullen we problemen ondervinden om een plekje te vinden, overal is plaats zat. In de Gentse binnenstad is het evenwel vrij druk, maar de opgelegde regeringsmaatregelen maakt winkelstraten afschuimen naar koopjes niet prettig.
22
Schelde, bij het veer van Schellebelle
Tja, ik vind dat trouwens nooit erg prettig, maar dit is persoonlijk en doet niets ter zake! Solden zijn er trouwens niet, die zijn een maand uitgesteld. Toch blijven we twee dagen in Gent en lopen we er de eerste bekenden tegen het lijf. Schuchter, een beetje onwennig, worden vriendschappen hernieuwd. Handen schudden, laat staan een kus, het is er niet bij. Raar! 12 juli: Op zondagvoormiddag varen we naar Merelbeke. Wegens waterbesparingen wordt maar 1 sluis gebruikt en zijn er voorspelde wachttijden van een uur, en daar houden we rekening mee door te vroeg te vertrekken. Ruim 2 uur voor hoog water bieden we ons aan. En geloof het of niet, we mogen onmiddellijk binnen, de deur gaat achter ons dicht en 10 minuten later liggen we op getijdenwater. Verdorie veel te vroeg, maar geen probleem. Op ons dooie gemak varen we tegen de stroom in. Ergens tussen Wetteren en Schellebelle pikken we de stroming mee maar we blijven het heel rustig aandoen. Bij laag water bereiken we Rupelmonde. We vragen schutting aan in de grote sluis van Wintam en ook deze wordt onmiddellijk voor ons gedraaid. Alles loopt gesmeerd. Tot we bij de Victor Dumonbrug komen om Klein-Willebroek binnen te varen. De basculebrug doet het niet. Onze eerste stremming is een feit. Onwillekeurig speelt Wannes Van de Velde door mijn hersenpan: “Ik stond voor de brug van Willebroek, monster van ijzer en staal, maar de brug van Willebroek was toe”. Na ruim een half uurtje wachten komt een bruggenman het euvel verhelpen. Maar we hebben geen reden tot klagen, de bistro bij de haven is open. Tegen een zeer schappelijke vergoeding worden we barmhartig gespijsd en gelaafd. ’s Avonds krijgen we een bubbel vrienden aan boord, je weet wel, met afstand, pintje drinken, knabbeltje erbij en wat bijbabbelen.
Vredesbrug, het echte ‘Monster van ijzer en staal’
Kanaal door Brussel - Godshuizenbrug
13 Juli: Het is reeds zolang geleden dat we het Kanaal naar Brussel hebben bevaren dat we er ons maar weinig van herinneren. Nu passeren we echt onder de majestueuze Vredesbrug (de brug van Willebroek). Het dient gezegd, alle bruggen draaien heel vlotjes. De centrale in Zemst doet zijn job naar behoren, al zullen automobilisten daar allicht anders over denken. Het kanaal op zich is nu niet meteen het Paradijs, maar op z’n Vlaams gezegd ‘eens iets anders’. Mooie afmeergelegenheden zijn er zeldzaam, tenzij je graag wil hotsen en botsen terwijl je van een dampend hete tas koffie geniet. Ofwel drink je geen koffie, of je vaart verder op het zeekanaal, onder de viaduct van Vilvoorde, door Buda en de voormalige Marly site die stilaan een nieuwe bestemming krijgt, langs betoncentrales, schroothandelaars en logistieke bedrijven tot net voor de Van Praetbrug. Daar stuit je op de BRYC (Brussel Yacht Club). BRYC klinkt chic maar het is St. Tropez niet. Eerlijk gezegd is het een beetje vergane glorie, te midden van veel te drukke wegen. We betalen er het volle pond van € 2 de meter (in St. Tropez zal het wel nog iets hoger liggen). Maar je hebt er weinig last van de voorbij koersende binnenvaart. Het indrukwekkende clubhuis is gesloten en ziet er wel heel goed uit, maar verder is alles een beetje afgeleefd. De haven ligt zowat in de achtertuin van Filip van België, maar je moet lijf en leden riskeren om een bakker te vinden. Dat doen we ook en vinden een zak boterhammen in het te voet bijna onbereikbare nieuwe winkelcentrum DOCKX. Ik vraag mij af waar Mathilde haar dagelijks brood haalt. Brussel is niet vlakbij, al stopt de tram wel bij de deur. Coronagewijs maken we er geen gebruik van.
14 juli: De Willebroekse Vaart loopt niet helemaal naadloos over in het Brussels kanaal. Er is een duidelijke versmalling met hoge gemetste kaaimuren, je merkt dat je op een ouder kanaalpand komt. Je vaart bijna dwars door de stad. Aan onze SB kant mooiere oude panden en zelfs enkele winkels, aan BB verval. Het kanaal was lang een bron van welvaart. Fabrieken, die werkten met de via het kanaal aangevoerde grondstoffen, vestigden zich op de grens van het centrum van Brussel en Molenbeek. Sint-Jans-Molenbeek kreeg al gauw de bijnaam ‘Klein Manchester’ en het aantal inwoners vertienvoudigde op zeer korte tijd. Met het sluiten van de verouderde fabrieken verloren duizenden arbeiders hun werk en deed de armoede zijn intrede. Dat merk je vandaag ook nog, al lijkt er een kentering op gang te komen. Voorbij het Klein Kasteeltje komen we op het kanaal Brussel-Charleroi. Het valt ons op dat we in alle sluizen van het Brussels Gewest in het Nederlands aangesproken worden, duidelijk met een Franstalige tongval. Voorbij de Sluis van Molenbeek beleven we onze volgende stremming. De oude nukkige Godshuizenbrug weigert dienst. Het is niet bepaald een ideale omgeving om te blijven slapen, maar de stremming is van korte duur. Het is verbazend dat hier nog zoveel spitsen, vooral pousseurs (2 achter elkaar gekoppeld), varen. Franse schepen met verse granen voor het brood van de koning en voor het brouwen van zijn pintje bier. Maar wat ons nog meer verbaast is hoe vlug we het stedelijke karakter achter ons laten. Het kanaal wordt met de meter aantrekkelijker. We varen voorbij een lange rij woonschepen, al bij al de meesten in redelijk goede staat.
Nog maar juist Brussel voorbij en je komt in een andere wereld
23
Voorbij de sluis in Halle menen we er een steiger te vinden vlakbij het centrum. Maar die is afgebroken. De volledige doorvaart is een werf. Het kanaal Brussel Charleroi zal in de komende jaren aangepast worden voor grotere schepen. Hopelijk vergeten ze na de werken niet om die steiger terug te leggen. Dan maar verder naar Lembeek, de laatste sluis op Vlaams grondgebied. In de bocht voor de sluis zien we een mooie kaai. We vragen de sluiswachter of we hier mogen overnachten. Geen probleem, zolang we voldoende plaats laten voor eventuele beroepsvaart. Maar die zullen we niet te zien krijgen. Het is hier echt genieten van de mooie omgeving en de rust. En opnieuw van het bezoek van een vriendenbubbel. 15 juli: Via de marifoon ontvangen we het bericht dat er een probleem is in Ronquières, er is de hele dag geen doorvaart mogelijk. We blijven rustig liggen en halen de fietsen van stal. Langs het kanaal blijft het mooi vlak. In Clabecq verlaten we het kanaal richting Tubise. Eens je van dat kanaal wegtrekt liggen er serieuze kuitenbijters op je te wachten.
Tijdens onze terugkeer mis ik een greppeltje en maak op die manier nader kennis met Tubeekse grond. Voorwaar, de paus doet het veel eleganter. We fietsen rakelings langs het Belgian Football Center, het basiskamp van de Rode Duivels, maar die zijn niet thuis. 16 juli: Gisteravond kwamen nog enkele binnenschepen door het hellend vlak. Joepie, dat ding is hersteld. We varen verder. De sassenier in Lembeek meldt ons verheugd dat hij ons een vaartocht van juist 8 km 450 m kan aanbieden. Sluis Ittre ligt er uit. Lap! Er worden nieuwe computers geplaatst. Thuis neemt dat een uurtje in beslag. Bovendien ligt het hellend vlak er ook weer uit, maar nu gepland. Ja hallo! We varen toch door tot onder Ittre, anders schieten we wortel in Lembeek. We liggen er als eerste in een rij die vlug aanzwelt. Allemaal schepen van 80 m, we kunnen daar niet bij. Een uur voor sluitingstijd wordt ‘le petite plaisancier’ opgeroepen. We mogen er door. Dit tot ontsteltenis van de wachtende beroepsvaart. De sassenier repliceert kort en bondig: “als ik de beroepsvaart doorlaat ligt dat bootje hier overmorgen nog, en hij was hier eerste. En trouwens, een jachtje is ideaal om het nieuwe systeem te testen”. Aha, we zijn proefkonijn! Met pruimen?? Onze tocht is van korte duur. In Ronquières wordt ons gemeld dat we morgenvroeg de 3de schutting krijgen. Net voor het hellend vlak aan bakboord is de monding van het oude kanaal van de Samme dat nog tot voorbij Seneffe doorloopt. Alleen de eerste 2 sluizen werken nog, dit ten behoeve van de vele woonschepen die er liggen. Na vier jaar graven werd in 1832 een 'bakske' stroomafwaarts gelaten op het nieuwe Kanaal CharleroiBrussel. Drie dagen later kwam het in Brussel aan. Koning Leopold I was apetrots. Het zou de prijs van kolen voor de Brusselse industrie met veertig procent doen dalen. Met dank aan de nu vergeten ingenieur Jean-Baptiste Vifquain (zie clubblad juli 2013). F ietsen of wandelen langs het jaagpad van het oude Kanaal tussen Ronquières en Seneffe tot aan de oude tunnel, waar geen vaart meer passeert, kunnen we sterk aanraden. Wij houden het deze keer bij een mooie morantische avondwandeling.
Clabecq: De enige bewaarde hoogoven – zicht van op het kanaal Clabecq en Tubise liggen nog in ons collectieve geheugen door wat wellicht het grootste faillissement was dat België ooit kende. In 1996 sloten de deuren van de 200 jaar oude staalfabriek ‘Forges de Clabecq’ (8000 werknemers). Daarop ontstonden wekenlange stakingen met rellen onder leiding van Roberto d’Orazio, de flamboyante vakbondsleider die het boegbeeld werd voor de arbeiders tijdens de afgang van de Waalse staalnijverheid. Vandaag zijn ze nog steeds volop bezig met saneren. 1 van de 6 hoogovens (een kleintje) staat nog rechtop als monument, als symbool voor een verloren verleden. De reusachtige terreinen worden in de toekomst vooral woongebied. De oude fabriekswijken zijn er nog, heel veel huisjes zijn opgeknapt en worden waarschijnlijk door jonge gezinnen bewoond. Het stadje heeft alles wat je mag verwachten en straalt helemaal geen armoede meer uit.
24
Het oude idyllische kanaal Brussel-Charleroi
Het Hellend Vlak van Ronquières
17juli: Om 6 uur uit de veren, ook al beseffen we dat het nog veel te vroeg is en we nog enige tijd moeten wachten. Maar je weet nooit. Zoals steeds wordt maar 1 van de 2 bakken gebruikt en ze doen er ongeveer 11/4 uur over, heen en terug. Intussen hebben we zelf al eens rondgekeken en volgens onze bescheiden mening kunnen we bij de 2de schutting, samen met een pousseur en een opduwer. Dit komt iedereen ten goede want achter ons zijn het allemaal 80 meters, en die moesten ons gisteren reeds laten voorgaan. Ze zullen niet content zijn als wij straks alleen in die bak varen, en terecht. We schuiven mee aan bij de 2de schutting en inderdaad, er is nog net ruimte voor ons en we krijgen toestemming om in te varen. Vanaf nu loopt alles op wieltjes - letterlijk - op veel wieltjes! Beweren dat het een spectaculaire beleving is zou gelogen zijn, maar je moet het als pleziervaarder eens gedaan hebben. Met een respectabele snelheid van 1.2 m/sec hotsen we de helling op. Gezien we niet gehaast zijn hebben we tijd voor folietjes. In plaats van rechtstreeks naar Charleroi te varen maken we een ommetoertje naar het Centrumkanaal, daar wachten de volgende kermisattracties ons op: de grote lift in Strépy en vervolgens de historische scheepsliftjes. Met andere woorden: eens op en neer, of omgekeerd! Maar dat is voor het eerste clubblad van volgend jaar. Tot dan Eartha & Jef
Tussen Ronquières en Seneffe is er een hoogteverschil van 68 meter. Het Henegouws plateau is de scheidingslijn van het waterbekken tussen Maas en Schelde. In het oude kanaal Charleroi-Brussel, dat deels gegraven werd nog voor de Belgische revolutie (op maat voor de bakskes van Charleroi) en in 1854 reeds vergroot werd op spitsenmaat, waren er 30 sluisjes nodig om dit hoogteverschil te overbruggen. Het passeren van al deze sluizen kon tot twee dagen duren. Eind jaren ‘50 werd beslist om het kanaal aan te passen voor schepen tot max 85 m, tonnenmaat 1350 ton. Om het hoogteverschil te overwinnen, zonder in de problemen te komen met de watertoevoer, zou men een hellend vlak bouwen. Over een afstand van 1432 m wordt 68 m hoogteverschil goedgemaakt door de schepen in een gesloten waterbak over een helling van 5% omhoog of omlaag te rollen. Er zijn twee afzonderlijke badkuipen waarvan er telkens maar 1 in dienst is. Ze zijn 91m lang en 12m breed, goed voor 4 spitsen. Elke bak wordt ondersteund door 236 treinwielen die over 4 treinrails (2 sporen) rollen. Onder die bakken glijden tegengewichten van circa 5000 ton, even zwaar als een gevulde bak die met kabels en katrollen aan het contragewicht verbonden is. Komt een bak naar boven, dan glijdt het contragewicht naar beneden, en omgekeerd. Elektrische motoren zorgen voor de aandrijving. De benodigde elektriciteit wordt opgewekt door een eigen systeem met waterturbine. In principe is het hellend vlak emissieneutraal. De bouw van het grootste hellend vlak ter wereld ging van start begin 1962 en werd in bedrijf genomen op 1 april 1968, alweer 52 jaar geleden. De toren bovenaan, duidelijk te zien op de foto, is 150 m hoog en daarmee nog steeds een van, zo niet de hoogste in ons land (de O.L.V. toren in Antwerpen is net geen 125 m). Constant wordt er aan de bakken gewerkt om ze in bedrijf te houden, niet helemaal abnormaal gezien de leeftijd. Oorspronkelijk werd het kanaal Charleroi-Brussel gebruikt voor transport van steenkool, ertsen en kalk, onmisbare grondstoffen voor de staalproductie. Maar nu is het vooral een transitweg naar Frankrijk en het Waalse Maasbekken. De heropleving van het transport over water brengt opnieuw leven in het kanaal dat na de teleurgang van de staalindustrie een moeilijke periode had. Volgens de boekhouding groeit het aantal passages opnieuw, jaar na jaar. Aan de bovenkant van het Hellend Vlak is onder de uitzichttoren een museum gevestigd. Machinekamer, toren en museum kunnen, in niet corona-tijden, bezocht worden. Je kunt er een audiovisuele rondleiding maken en het dagelijks leven van een binnenschipper volgen. Er is een film te zien over de bouw van het Hellend Vlak. Of je kan er zelf eens met de boot doorvaren, met een beetje geluk zonder stremming!
25
TOERVAREN MET WATERSPORT MOERVAART
Op toervaart naar Tekst & foto’s: Jef Beernaert
Doen we het – of doen we het niet? Dat was de hamvraag waar we heel lang geen antwoord op konden geven. Pas begin september, nadat het Watersport Moervaart Team ‘digitaal’ de koppen bij elkaar had gestoken, werd beslist om onder de voorwaarde dat het veilig kon, een toervaart in te richten. Onze enige dit jaar. Maar wat doen we in Lokeren? Steigeraperitief lijkt uitgesloten. Gaan we gezamenlijk op stap? Vinden we een geschikt restaurant? Het moest allemaal vlug georganiseerd worden wilden we tijdens het weekend van 12 en 13 september op stap gaan. En dat lukte naar behoren. De uitnodigingen waren nog maar pas verstuurd, dezelfde avond waren reeds 7 boten ingeschreven. OEI! Dat hadden we niet verwacht. Uiteindelijk zijn we met 14 boten naar Lokeren afgezakt, samen met een motorhome en enkele wagens, goed voor 39 personen. En of iedereen er eens uit wilde breken! Dat was duidelijk.
Z
aterdagmorgen 8u15 stipt. Luc draait voor ons de brug. ‘Het is voor brugbedieners een lust om zoveel bootjes te zien passeren’ merkt hij op. En het is zaterdagmorgen, het wegverkeer is minder gehaast dan tijdens de week. Zoals altijd verloopt de bediening perfect, we kunnen het niet genoeg zeggen, die blokvaart loopt als een TGV, zonder haperingen, zonder oponthoud.
De Zoete Vaart Al heel vlug passeren we de volgende bruggen. We zijn best een beetje verrast als we Moerbeke naderen. Op korte tijd is er zoveel veranderd op de terreinen waar ooit de suikerfabriek stond. Nieuwe, op het eerste zicht luxueuze appartementsgebouwen, schieten er als oesterzwammen uit de grond. Hier wil je ook best wonen. De naamkeuze die de projectontwikkelaar koos voor de herinrichting van de site is duidelijk een knipoog naar de voormalige suikerfabriek. Moerbeke kende in de tweede helft van de 19de eeuw een geleidelijke economische opleving onder impuls van de familie Lippens. Zij leverden er gedurende 120 jaar, vanaf 1847, zonder onderbreking de burgemeesters. De Moervaart werd uitgediept en ze zorgden voor de aanleg van spoor- en steenwegen waardoor een betere bereikbaarheid ontstond. Uiteraard werden deze werken niet alleen voor de bevolking uitgevoerd maar speelde het een grote rol in hun eigen plannen. De industriële geschiedenis van Moerbeke-Waas hangt namelijk sterk samen met de aanwezigheid van de suikerfabriek, opgericht in 1869 als Sucrerie Jules De Cock & Compagnie. Vanaf 1890 was de familie Lippens de hoofdaandeelhouder van het bedrijf. Er volgden verschillende naamsveranderingen ten gevolge van fusies en de evolutie binnen het bedrijf. In 2003 werd het opgenomen in de groep Iscal Sugar.
26
De suikerfabriek zou uiteindelijk in 2007 de deuren sluiten en werd de jaren nadien volledig ontmanteld, de terreinen dienden gesaneerd te worden. Jarenlang was het braakliggend gebied. Aan bijna niets is vandaag nog te zien dat hier ooit een suikerfabriek stond. Alleen de brug is er nog.
De Vapeurbrug De Vapeurbrug is een hoogbejaarde ietwat plompe hefbrug. De brug maakte oorspronkelijk deel uit van de inmiddels opgebroken spoorlijn 77A , die tussen 1867 en 1971 Lokeren met Zelzate verbond. Het rijdek wordt horizontaal tussen de vier geklonken ijzeren poten opgehaald, dit gebeurde in oorsprong handmatig met een lier, door de tegengewichten naast elke poot is er balans en ging dat vrij gemakkelijk .
Het stadsmuseum
De naam ‘Vapeurbrug’ is afkomstig van de dampende stoomtreinen die traag over de brug reden. De huidige brug dateert uit het interbellum (tussen de 2 oorlogen). In 1971 reed de laatste goederentrein over spoorlijn 77A. Nadien is de spoorbrug omgebouwd tot wegbrug en kwam ze in beheer van de suikerfabriek. Tot 2007 werd ze gebruikt bij het binnenhalen van de suikerbieten, buiten de campagnetijd stond ze meestal open voor de scheepvaart op de Moervaart. Zij die reeds langer in Wachtebeke afgemeerd liggen weten dat die niet door de bruggenwachters bediend werd, maar een bediening telefonisch moest aangevraagd worden aan de fabriek. De brug werd in 2001 beschermd als monument. Sinds 2016 zijn er plannen om de brug weer in gebruik te nemen als onderdeel van de fietssnelweg F412 tussen Moerbeke en Lokeren. Maar als ze nog heel lang wachten met een beetje onderhoud zal ze vastgeroest zijn. Wij, de gebruikers van de Moervaart, stellen ons wel de vraag, indien ze in een fietsnetwerk wordt opgenomen, wie zal die brug bedienen? Wie is trouwens de huidige eigenaar van de brug?
LOKEREN Enfin, tegen goed 11 uur komen we aan in Lokeren waar we goed onthaald worden door dienstdoende havenmeester Joran. Er is net voldoende plaats voor ons allemaal. Het weer is fantastisch. Jammer dat we niet ‘mogen’ aperitieven op de steiger. Corona houdt ons tegen. Het gevaar zit er in dat we zouden eindigen in het prison onder het stadshuis. Daar kwamen we al eens terecht, weliswaar met gids.
Ieder doet zijn ding op de middag. Een groepje van 15 (het maximum toegelaten aantal) maakt zich klaar voor een bezoek aan het stadsmuseum. Dat is gereserveerd tegen 14 uur, anders kom je er nu niet in. Mondmasker verplicht, maar dat zijn we onderhand wel gewoon. Het stadsmuseum dat ondergebracht is in de voormalige lijnwaadmeterij, heeft een vaste tentoonstelling en steeds een tijdelijke. De vaste expositie gaat voornamelijk over Lokeren, de hoedenproductie en bijhorende haarsnijderij, de textielnijverheid uit vervlogen tijden en het lot van de inwoners. Verder is er een bakkerij en beenhouwerij zoals je ze vroeger vond. De tijdelijke tentoonstelling is deze keer een fotogalerij. “Blik in de verte”, uiteraard met foto’s van Lokeren genomen door fotografen uit Lokeren. Maar we vinden het allemaal interessant en blijven hier en daar eens plakken, vooral als we voorwerpen herkennen uit onze jeugd.
Maar een museum is stoffig, of misschien denken we dat alleen maar. In elk geval dienen we niemand te porren om op een terrasje iets achter dat mondkapje te kiepen. Het is zo goed in het zonnetje dat we nog te laat zouden komen voor het avondeten.
Den Abazjoer Op naar Den Abazjoer. Hier is wel degelijk een minpuntje te melden, gelukkig het enige van het weekend. Er was gevraagd en toegezegd dat we op de bovenverdieping in alle veiligheid konden genieten van de maaltijd en een fijne babbel. Maar ’s morgens, terwijl we in de opvaart waren, lieten ze weten dat de verdieping bezet was maar dat we beneden alle nodige plaats zouden krijgen. Geen probleem! Maar ze hadden allicht een groep kabouterkes verwacht. In elk geval, de meesten moeten bijna op elkaars schoot klauteren. In niet coronatijden doen we dat met plezier, maar we zijn dat niet meer gewoon. De stoom komt er bij sommigen langs de oren uit. Gelukkig is de maaltijd wel OK. Achteraf heeft niemand melding gemaakt van een ongewoon vallingske – God zij dank! Al wil die Ouwe knakker er waarschijnlijk ook niets mee te maken hebben.
27
Op ochtendwandeling Het lijkt redelijk vroeg, maar ochtendstond heeft goud in de mond, en zo vroeg is 10 uur nu ook weer niet. Marc, schipper op de Reinier Nooms en Lokeraar in hart en nieren, neemt ons op sleeptouw langs de Durme en door het Lokerense Bospark. Af en toe houden we halt en brengt hij in eigen stijl een mooi verhaal over zijn stad. Een geschoolde gids kan het niet mooier brengen, waarmee we niet willen beweren dat Marc niet naar school is geweest! Aan het Parkhotel, wat ons doel van de wandeling is, wordt even halt gehouden.
Voorwaar, aan die man is een stadsgids verloren gegaan. Hij raakt niet uitgepraat en is duidelijk in zijn nopjes met het onverwacht bezoek. Maar we hebben al een goede gids en gelukkig wijst die ons op een bepaald moment de weg naar het vervolg van de wandeling, of we waren vandaag nog in het Parkhotel. O, en voor geïnteresseerden, het Parkhotel is nog steeds te koop! Gezien we het Parkhotel ook als een museum bekeken krijgen we almeteen een gezamenlijke opstoot van een droge keel. Onze gids is daadwerkelijk zijn geld waard, zijn gewicht in goud zou overdreven zijn. Hij heeft een stop ingelast.
Het Parkhotel
Het zit erop!
Een groots hotelcomplex met feestzalen gebouwd net voor de wereldtentoonstelling EXPO 58 om buitenlandse bezoekers tijdelijk een luxueus onderkomen te verschaffen. Vele jaren werd het gebruikt als feestzaal en het was zelfs even in handen van de stad Lokeren die het onderverhuurde. Maar er waren kosten aan en Lokeren verkocht het opnieuw. Boze tongen beweren dat met de opbrengst een nieuwe tribune voor Sporting Lokeren gebouwd werd, zoals we zeggen ‘kosten aan ’t sterfhuis’, maar dat zijn geruchten. Het complex werd, zoals dat blijkbaar hoort, onderwerp van politiek gekrakeel. En nu staat het reeds jaren leeg. Alléz, ’t is te zeggen, het staat nog barstensvol! Tafels, stoelen, zelfs het bestek is er nog, maar het wordt niet meer uitgebaat en alles is in staat van verval. Vooral houtworm zit nu dagelijks aan de feestdis. Bij onze aankomst staan ramen en deuren wijd open voor verluchting. Aan de conciërge wordt beleefd gevraagd of we eens binnen een blik mogen werpen. Hij laat ons binnen en geeft ons een geanimeerde rondleiding.
28
Om kwart voor drie vangen we de terugvaart aan, moet wel. Lokeren Harbourgh loopt leeg als een platte band. Luc staat ons alweer op te wachten in Daknam. Maar hij is niet alleen, aan elke brug staan tientallen supporters te zwaaien. Het is nog steeds zomers weer, het is druk op de Moervaart. Tientallen kano’s, stand up paddlers, speedboatjes en gehuurde sloepen komen we tegen op onze tocht naar Wachtebeke. En vissers natuurlijk, maar die zitten er als gebeiteld, winter of zomer, en de meesten keuren ons geen blik waardig – raar mannen die vissers! Na het afmeren gaan we gezamenlijk en niet in weerwil, op bezoek bij Wim en Nele en genieten er van een afsluiter. Je mag me tegenspreken, maar wij vonden het fantastisch en hunkeren naar een volgende toervaart, hopelijk in het komende voorjaar. Maar dat zal de toekomst uitwijzen.
Met dank aan alle deelnemers! Het Watersport Moervaart Toervaart Team