Moervaart Magazine April 2021

Page 1

MOERVAART - magazine Driemaandelijks ledenblad van Watersport Moervaart vzw - Wachtebeke – Jaargang 39 – April 2021

Het werkvlot is terug

Eindelijk weer op stap!

Heropening Samber

Afzendadres: Leeweg 4 – 9270 Laarne V.U. Beernaert Jef

P509300 Afgiftekantoor 9270, Laarne


TELEFOON

HET BESTUUR Beernaert Jef Daens Marc De Rouck Armand Van Houteghem Charles De Witte Jurgen Cappaert Jo

0474 317 559 Voorzitter 0473 291 879 Secretaris Penningmeester 0496 342 479 Havenmeester 0477 460 983 Werkgroep 0496 581 374 0496 656 968 Toervaren

Zetel / Redactieadres: LEEWEG 4 9270 LAARNE e-mail: watersport.moervaart@proximus.be Blog: watersportmoervaartnieuws.blogspot.com Ondernemingsnr. 0424. 080. 436 RPR Gent afdeling Dendermonde

WERKTEN MEE AAN DIT BLAD: Jo Cappaert Vera Hoogerwerf Abel Van de Velde Armand De Rouck Luc Pattyn Eartha Dereuddre Jef Beernaert

Watersport Moervaart vzw of de uitgever zijn niet verantwoordelijk voor onjuiste, onvolledige of ontbrekende vermeldingen. Niets uit dit Watersport Moervaart magazine mag overgenomen worden zonder schriftelijke toestemming van de auteur.

Waarvoor DANK!

INHOUD April 2021 Blz 2 Inhoud Blz 3 Voorwoord Blz 5 40 jaar WM – Varen met hulpverleners Blz 6 VOOR U gelezen of gehoord Blz 9 Wie vaart maakt krassen Blz 11 Op zoek naar vaste grond Blz 14 Heropening van de Samber - Deel 1 Blz 18 Cruise naar Ierland - deel 3 Blz 21 CURSIEFJE – Uit Winterslaap Blz 22 Perpetuum Blz 23 Covidgewijs op reis – Deel 3 Blz 28 Watergesmeerde schroefasinstallatie Blz 31 Op toervaart met OLH Hemelvaart – Pinksteren

Blz 21 : Nog in winterslaap

Blz 32 Openen toervaart op 1 Mei

Blz 11 : Op vaste grond! Blz 14 : de Bovensamber Eindelijk open De blog van onze vereniging: watersportmoervaartnieuws.blogspot.com al eens bezocht? Die wordt regelmatig bijgewerkt en blinkt uit in zijn eenvoud. Rechttoe rechtaan, geen tierlantijntjes, zoals we het gewoon zijn. Voor algemene info, relevante scheepvaartberichten, clubinfo of bv de getijdentafels kan je daar terecht. Oudere Moervaart Magazines kunnen er nagelezen worden. Klik deze af en toe eens aan om van de laatste weetjes op de hoogte te blijven. 2


De mollen komen er aan!

E

n dan hebben we het niet over een TV programma waar ze driftig op zoek gaan naar een personage die het vertrouwen van een groep tracht te ondergraven. Neen, op 12 april herstarten de werkzaamheden in Wachtebeke centrum. Het betreft fase 2. De grond zal omgewoeld worden waarbij vooral de rioleringswerken en vervolgens de heraanleg van straten en pleintjes voor veel overlast zullen zorgen. Naar wordt verwacht zullen de werken een jaar duren, dit tot eind maart 2022. Ook langs het jaagpad bij onze haven worden werkzaamheden verricht, en dat in het begin van fase 2. Of om ingewikkeld te doen: de werkzaamheden langs de Moervaart worden bestempeld als fase 1 in de fase 2. Ze vangen aan op 12 april 2021 en zullen naar planning duren tot eind mei 2021. Ruim anderhalve maand dus. Als dat echt zo is mogen we absoluut niet klagen. Het jaagpad wordt volledig opgebroken vanaf de brug tot ongeveer aan onze drinkwaterput. In dat stuk komt onder andere een nieuwe riolering. De bestaande riolering vanaf het watertappunt tot aan het pompgemaal wordt niet vernieuwd maar gerenoveerd. Daarvoor moet het wegdek niet volledig opgebroken worden, waarschijnlijk zal de mol daarvoor plaatselijke putten maken. Die renovatie gebeurt met moderne technieken. De gracht naast de trekweg blijft bestaan maar wordt wel gemoderniseerd. Tijdens de werken is er geen doorgaand verkeer toegelaten. Parkeren zal onmogelijk zijn. ’s Avonds en tijdens het weekend wordt niet verder gewerkt en kunnen we tot bij de boot komen uit de richting van het pompgemaal. Al staat niet vast en is het zelfs twijfelachtig of dit steeds met de wagen zal kunnen. Kleine tijdelijke beslommeringen waar we gewoon even doorheen moeten. We volgen zoveel als mogelijk de werkzaamheden op en houden u per mail op de hoogte indien we dit nodig achten. Zit je met een vraag, laat niet na om ons te contacteren.

Even terug naar het echte leven met zijn grote bekommernissen.

Tot onze spijt moesten we afscheid nemen van

Maria Op De Beeck °11aug 1930 +8 jan 2021

Partner van Etienne Verbeke Schipperse op my Capri We wensen Etienne en familie veel sterkte toe.

Gustaaf en Rita, my LIMA moesten veel te vroeg afscheid nemen van hun geliefde dochter

Claudia Claessens °4 mei 1978 +14 maart 2021

Echtgenote van Jan, mama van Daan en Ella Leenders Rita en Gustaaf en de ganse familie kunnen we alleen maar veel moed toewensen om dit immense verdriet te dragen.

Algemene vergadering 2021: Op za 6 februari 2021 werd, bij grote uitzondering, naar alle leden een schriftelijke 40ste jaarlijkse algemene vergadering opgestuurd nadat we van de leden hiervoor de toelating kregen. (Sympathisanten ontvingen geen financieel verslag) Een samenvatting is hier overbodig gezien ieder lid een exemplaar heeft ontvangen. De schriftelijke A.V. bevatte onder andere een volledig financieel verslag en een begroting. Gezien hierop geen negatieve reacties binnen kwamen worden alle punten die werden aangehaald als aanvaard beschouwd en krijgt het bestuur ontheffing voor het boekjaar 2020. Het bestuur bedankt de leden voor het vertrouwen. Uw Bestuur

3


Werkvlot gerenoveerd Het vlot op twee surfplanken, nog een erfstuk van Marc Desutter, was hoognodig aan een opknapbeurt toe. Marc Daens is niet alleen liefdevol met oud ijzer bezig maar heeft ook een intieme verhouding met alles wat naar hout neigt. Dus nam hij de klus spontaan op zich. Dat deed hij vlug en heel goed, het vlot kan er weer voor enkele jaren tegenaan. Hij heeft zelfs, op vraag van Charles, een spiegel gefabriceerd waaraan een kleine buitenboordmotor kan opgehangen worden. Er is een stootrand voorzien van zacht hout zodat het de scheepsromp waar het tegenaan ligt niet kan beschadigen. Het werkplatform is van een antislipkwaliteit. Alleen een koelkast en luie zetel ontbreken er nog aan! Het ligt heel laag op het water en is ongelooflijk stabiel. Bij deze Marc, bedankt voor uw ijver! Het vlot ligt opnieuw in zijn element en is afgemeerd bij de Brisarna van havenmeester Charles. Iedereen mag het vrij gebruiken om reparaties of onderhoud uit te voeren aan zijn boot. Geef wel vooraf een seintje aan Charles zodat hij weet waar zijn schaduwboot naartoe is. Er is een hangslot bevestigd, elk bestuurslid kan u de sleutel geven die in het opberghok hangt. Voor een motortje moet de gebruiker zelf zorgen, al kan het gemakkelijk met een peddel voortbewogen worden. Het is (gezien het ontbreken van een koelkast) niet de bedoeling om met het vlot wereldreizen te gaan maken, het moet binnen de haven blijven. Gelieve het vlot, nadat u klaar bent met klussen, proper en wel terug op zijn plek af te meren. De gebruiker van het vlot blijft verantwoordelijk voor zijn (wan)daden. Wees voorzichtig en doe het veilig (zoals thuis).

TOERTOCHTEN in 2021

Waterwegenvergunning 2021

Ondanks de huidige pandemie-maatregelen worden onze toervaartplannen verdergezet. We zijn van oordeel dat dit kan in alle veiligheid, op eigen boot, zoveel mogelijk in eigen bubbel. Of in buitenlucht, op afstand & met mondmaskertje. Verder in dit clubblad vinden jullie meer details, maar hier al een samenvatting van de geplande clubtoervaarten voor 2021.

Onlangs stuurden we per mail info betreffende de Vlaamse vaarbelasting, vroeger het vaarvignet, nu een digitale vergunning. Maar blijkbaar zijn daar nog steeds onduidelijkheden over.

Van 1 tot & met 3 mei : Toervaart naar Oudenaarde. Van 13 tot & met 16 mei (Hemelvaartweekend): AALST. Van 16 tot & met 24 mei (Sinksen): Vervolgend op Aalst een rondje Dender. 11 en 12 sept: Met WM naar Lokeren of Gent. (nog te bepalen) 24, 25 en 26 sept: Sluiten seizoen VPF + 40 jaar WM in Wachtebeke. Met een vaartochtje voor het zorgpersoneel van WZC Moervaartheem en WZC De Mey

In het kort: (voor zij die een jaarvignet kopen) - Elke boot die zich op de Vlaamse binnenwateren bevindt moet een vaarvergunning hebben, ook als er niet wordt gevaren. - Deze moet tegen 1 juni 2021 vernieuwd worden. - Gezien door corona de loketten van de Vlaamse Waterweg nog steeds gesloten zijn kan de bestelling en betaling uitsluitend online (via computer) gebeuren.

www.visuris.be/waterwegenvergunning. Iedereen die vorig jaar een waterwegenvergunning kocht, en nog steeds over hetzelfde mailadres beschikt, wordt via mail verwittigd (herinnerd) enkele weken voor de vergunning verloopt, zodat tijdig de beurzen kunnen gerold worden. Tijdelijke vaarvergunningen zijn onder iets andere voorwaarden.

Dit clubblad heeft duidelijk wat last van wintervet en is iets dikker dan gewoonlijk. Niettemin doen we graag een oproep om een eigen verhaal door te sturen. Reisverslag, techniek, een weetje, een ervaring, al dan niet geschikt voor gevoelige zielen. Zolang de lezer er plezier kan aan beleven en er geen prenten van Mohammed bij komen kijken! En er geen politieke, godsdienstige of conflicten van seksuele aard kunnen ontstaan is het welkom. En zelfs dan nog! Stuur uw verhaal naar het gekende adres watersport.moervaart@proximus.be of geef de vol gekriebelde velletjes papier gewoon af aan een bestuurslid. Ondertussen maken we ons met haastige spoed op voor een nieuw vaarseizoen. Tot binnenkort aan de waterkant en veel (lees)plezier gewenst.

Uw Watersport Moervaart Team 4


Wachtebeke 24, 25 en 26 september

JAAR WDANATERSPORT M OERVAART MAG ER GEVIERD WORDEN VOORAANKONDIGING W.M. & VPF nodigen u uit op sluiten Vaarseizoen Watersport Moervaart & de Vlaamse Pleziervaart Federatie nodigen alle vrienden uit om tijdens het laatste weekend van september samen het einde vaarseizoen te vieren aan de boorden van de Moervaart in Wachtebeke. We willen graag tijdens het weekend de helden van de 2 woonzorgcentra uit Wachtebeke, die tijdens de coronapandemie het beste in de mens lieten zien, in de bloemetjes zetten door hen een namiddag vaarplezier aan te bieden. We hebben nood aan zoveel mogelijk vaartuigen, over club- en federatiegrenzen heen. De Koninklijke Marinekadetten slaan, net als in 2016, hun tenten op bij de vlaggenmast, het wordt genieten! Frank Deboosere verzekert ons veel zonnige gezichten!

BEKNOPT PROGRAMMA

Onder voorbehoud

Vrijdag 24 september VOORAVOND

Samenkomst in Wachtebeke Welkomstaperitief in de tent, u aangeboden door de VPF Friet - stoverij op Lucien ‘s wijze bij de tent vergezeld met Karmeliet van ’t vat (voor de liefhebbers)

Zaterdag 25 september OCHTEND: NAMIDDAG: AVOND:

Ontbijt Briefing over de namiddagtocht (tent) Vaartocht met de hulpverleners Aperitief u aangeboden door Watersport Moervaart BBQ (op wandelafstand) (afhankelijk van de geldende corona wetgeving) Dans & plezier met DJ Johny ( “ “ )

Zondag 26 september OCHTEND: MIDDAG:

Ontbijt Wandeltocht / Fietstocht voor de wakkere mens Hot Dog’s in de tent

NAMIDDAG

Met spijt in het hart - Uitzwaaien van de afvarende deelnemers

5


GEBUNDELDE BERICHTEN

VOOR U

GELEZEN OF GEHOORD!

DOORTOCHT GENT Correctie op vorig clubblad In de rubriek ‘Voor U Gelezen’ van het januarinummer stond een nieuwe tabel die de blokvaart door Gent aangaf. Toen dat clubblad in uw brievenbus viel was dit oud nieuws en dus achterhaald.

De blokvaart door Gent werd op 1 januari 2021 afgeschaft. De Doorvaart Gent en bediening Tolpoortbrug Deinze worden geregeld vanop afstand.

Een woordje uitleg: Wens je onder de Bataviabrug langs Portus Ganda, door de Lousbergbrug en de Brusselsepoortsluis dwars door Gent te varen of vice versa, dan dien je bij het eerste kunstwerk (niet de spoorbrug) die je op de route tegenkomt bij de scheepvaartbegeleider een bediening aan te vragen. Dat kan op het gebruikelijke nummer 0477 581 804 of theoretisch ook via marifoon op VHF 20. De kunstwerken zullen vervolgens, als alles goed gaat, van op afstand voor u bediend worden. De bediening van de Wiedauwkaai spoorbrug blijft zoals het was en wordt op telefonische vraag (Tel 09 241 21 98) door de spoorwegcentrale bediend.

Wondelgemstraatbrug

Vanaf dit jaar zal de Tolhuissluis tijdens het pleziervaartseizoen ook worden bediend op zon en feestdagen. De bedieningen zullen telkens doorgaan om 11.00uur ,13.30 uur en 16 uur, mits deze vooraf zijn aangevraagd bij Centrale Groot Gent (zelfde nummer Tolhuis of marifoon 20) Voor een bediening van de Tolhuissluis dien je dat tijdig aan te vragen. Daar is momenteel nog geen afstandsbediening, maar de sluis zal niet meer constant bemand worden. De Wondelgemstraatbrug wordt wel op afstand bediend en kan ter plaatse via VHF 20 of telefonisch (09-225.33.37) aangevraagd worden.

Tolhuissluis

Bataviabrug

Lousbergbrug

Brusselsepoortsluis

Buiten Gent op de oude Leie: Voor de nieuwe fietsbrug en Tolpoortbrug te Deinze kunt U de bedienaar contacteren op VHF 20 en telefonisch op 09-386.15.73

KANAAL DESSEL – TURNHOUT - SCHOTEN Nieuw VHF nummer Vaar je deze zomer door het mooie Kempische kanaal van Schoten richting Turnhout en Dessel, en wil je graag vlot door de sluizen passeren, noteer dan op uw vaaratlas het nieuwe VHF kanaal waarop je de centrale bediening van bruggen en sluizen kan bereiken. Vanaf 1 januari 2021 is die namelijk gewijzigd.

Sluis 10,9,8 Schoten - Dokken van Merksem, Brug 6 Arendonk en brug 2 Retie. VHF 65. Brug 1&2 Turnhout, Brug 4&5&6 Beerse, Brug 7&8 Rijkevorsel, Brug 10 St.Lenaerts en Brug 11 Brecht blijven op VHF 20 6

65


SCHELDE ANTWERPEN Ze komt – Ze komt! Deze keer hebben we het niet over de Goedheilige Man maar over een brug voor het Heilig Stalen Ros. Voor de fiets is blijkbaar alles mogelijk. Jaagpaden worden fietsostrades, verkeerspunten worden heraangelegd, steden worden fietsvriendelijk gemaakt, nieuwe fietsbruggen schieten als paddenstoelen uit de grond. Maar nu hebben we het over toch iets heel extreem: Er komt een fietsbrug over de Schelde in Antwerpen. JAWEL… IN ANT-WER-PEN! Daar waar geen enkele brug over de Schelde loopt, zelfs koning auto kreeg dat niet voor mekaar. Daar waar met grote regelmaat schepen passeren. Daar waar reeds ondergrondse mogelijkheden zijn voor fietsers. Daar wordt straks een brug gebouwd. Zijn we tegenstander? Neen, zeker niet, als toervaarder zijn we zelf ook een beetje afhankelijk van het velooke, en elk diertje gunnen we zijn pleziertje. Maar toch zet het je aan het denken. Uit de studie die werd gevoerd blijkt nu dat een brug over de Schelde verkeerstechnisch, nautisch en financieel haalbaar is.

Met studies kan je natuurlijk alles bewijzen, maar 200 miljoen euro voor een fietsbrug is niet niks. In elk geval het veelvoud van de kostprijs voor een Durmesluisje. Maar een extra tunnel blijkt nog duurder en dus is de brug de meest interessante keuze. Ze komt honderd meter stroomopwaarts de Kennedytunnel. De brug gaat aan één zijde open om hogere schepen door te laten. Ze zal een doorvaarthoogte van ongeveer 15 meter hebben bij springtij. Dat betekent dat de binnenvaartschepen er onder kunnen varen, maar grotere schepen of zeilers zullen voor de brug liggen, op stroom! En dan moet ze gedraaid worden. Als de brug opengaat voor grotere schepen, dan zal dat gemiddeld een half uur duren. Er zullen er veel te laat komen op school, of op hun werk! En door wie zijn schuld? Dat jachtje dat door de brug wilde – vaneigens! Dat belet niet dat we ernaar uitkijken om met ons fietsje eens over de Schelde te rijden. Wanneer? Het wordt nog eventjes wachten, maar tegen 2025 zou het moeten kunnen.

SLUIS HEUSDEN Een gemiste kans Reeds verschillende jaren is er sprake van een heropening van de Zeescheldearm die in Melle afbuigt richting Gentbrugge. In Heusden was in het kader van het Sigma-plan een sluis gepland die dienst moest doen als stootblok om een mogelijke vloedgolf tegen te houden, zodat een overstroming van Gent uitgesloten wordt. Het waterniveau voorbij de sluis richting Gent zou bevaarbaar zijn. Voor de pleziervaart een heel mooi alternatief om Gent aan te varen. Er was zelfs sprake van de aanleg van een jachthaven. Maar dat was buiten Natuurpunt en de coalitie in het Gentse gemeentebestuur gerekend. Die wilden geen ‘rijken met stinkende jachten’ in het Zwin van Gentbrugge. Ze schreven letterlijk ‘de voordelen voor de pleziervaart zijn irrelevant’ (zie ook de illustratie rechts). .

Het lijkt nu definitief, het heropenstellen van de Scheldearm gaat niet door. Natuurpunt en de miljarden knijten zullen blij zijn. O, er komt wel een sluis om de getijdenwerking in ‘het Zwin’ in gang te houden, en een aantrekkelijk nieuw wandel- en fietstraject die Gentbrugge verbindt met de Damvallei, of wat dacht je? Die is noodzakelijk zodat vogelspotters gemakkelijk en snel hun gluurstekje te midden de natuur kunnen bereiken.

7


KANAAL CONDÉ-POMMEROEUL Er komt weer leven in de brouwerij Het Waalse Service Public de Wallonie en Voies Navigables de France steken de handen uit de mouwen. Ze zijn reeds enige tijd bezig met de nodige werkzaamheden om het kanaal Condé-Pommeroeul opnieuw bevaarbaar te maken. Het kanaal Condé-Pommeroeul is amper 11 kilometer lang en loopt van Condé-sur-l’Escaut (Noord-Frankrijk) tot Pommeroeul (Wallonië). Het komt aan Belgische kant in het kanaal Nimy-Blaton ongeveer 3 km boven de ingang van het kanaal naar Ath. Op Belgisch grondgebied zijn twee sluizen met groot verval. Aan Franse kant begint het kanaal als aftakking van de Schelde ter hoogte van de eerste Franse sluis in Fresnes-surEscaut. Dat kanaal werd jaren geleden gesloten omdat teveel slib zich had verzameld in de vaarweg. Dankzij het Seine-Schelde project krijgt het weldra dan ook een tweede leven.

De sluismuur in Pommeroeul is reeds vele jaren een favoriete ligplaats voor enkele (vooral Engelse) woonboten die hier hun verlof doorbrengen in een rustige groene omgeving, maar toch vlakbij het dorpje Bernissart (bekend van de dinosauriërs) waar ze alle levensnoodzakelijke zaken vinden. Op aanvraag wordt voor hen de sluisdeur geopend om drinkwater te bunkeren. Voor de scheepvaart betekende de sluiting een omweg van meer dan 12 uren. Tegen eind 2022 moet het kanaal echter weer volwaardig deel uitmaken van het grensoverschrijdende waterwegennetwerk. De werken voor de heropening van het kanaal werden aan Franse kant opgestart in 2019. Sinds september 2020 zijn er uitgebreide baggerwerken aan de gang. Daarbij wordt het kanaal meteen ook voorzien op grotere schepen tot 3.000 ton.

DOORNIK Nieuwe haveninfrastructuur Dit moet hem worden: Pont des Trous

In Doornik zijn ze blijkbaar goed bezig. Reeds jaren zijn er verfraaiingswerken aan de gang in de op 1 na oudste stad van het land. Waar het er vroeger eerder grauw en rumoerig was is zowat de hele binnenstad nu heraangelegd. Ook langs de Scheldekaaien zijn er nog volop werken aan de gang, maar het grootste deel is reeds klaar.

Voorbereiding nieuwe Pont des Trous

Momenteel zijn de voorbereidende werken aangevat voor de heropbouw van de bekende Pont des Trous. Dit amper anderhalf jaar nadat de oude werd afgebroken. Zowat de volledige maand maart was de Schelde gestremd omdat er tijdens deze werken (o.a. onder water funderingen) gewoon geen doorkomen mogelijk was.

Nieuwe passantenhaven Doornik

Iets verderop is de nieuwe passantenhaven voor de pleziervaart zo goed als klaar. En we mogen gerust zeggen dat het er heel ruim, degelijk, mooi en veilig uit ziet. Volgens de toeristische dienst zou de opening van de passantenhaven nog net voor het vaarseizoen kunnen plaatsvinden, maar dat is geen zekerheid.

Misschien testen we dat wel uit bij onze toervaart met Pinksteren waarover je verder in dit clubblad meer leest.

8


WIE VAART… MAAKT KRASSEN!

Hoeveel water komt er uit een sluis ??? Tekst: Luc Pattyn - MY Chaveli

Een vraag welke je niet terugvindt in een vaarcursus, het komt niet aan de orde in het examen stuurbrevet.

Luc & Bea kom je met de Chaveli zowat overal tegen, in binnen- en buitenland. Ze doorploeterden al heel wat watertjes – en toch! Ondanks hun jarenlange ervaring komen ze toch af en toe nog in een verrassende situatie terecht. Maar iedereen komt al eens wat tegen. Toch? Nog steeds is ons clubblad op zoek naar nieuwe verhalen. We richten de oproep aan alle pleziervaarders om ons zo’n verhaal te brengen. Iets grappigs, iets ernstigs, iets stoms, iets onverwacht, iets om nooit te vergeten. Stuur een mailtje naar: watersport.moervaart@proximus.be. Of vertel ons uw verhaal, we schrijven het graag op, anderen leren er allicht wat uit. Veel leesplezier.

Je moet het proefondervindelijk vaststellen. Tot onze scha en schande!

H

et volgende verhaal vond plaats in Wallonië anno 2015. In een tijd dat verkeerstekens langs de waterwegen nog goed zichtbaar waren, er voldoende water was om te varen, het Vlaamse vaarvignet een sticker was (en in de Walen onbestaande) en stremmingen onbekend, of toch minder frequent dan tegenwoordig. Maar je kan het ook elders tegenkomen, vandaag of morgen. Basisingrediënten: Een sluis vol water (hoe groter, hoe beter). Een sluiswachter met een maandagochtendhumeur die het niet zo heeft op jachtjes! Een jachtje op de verkeerde plaats op het juiste moment. Een stel landvasten, waarvan minstens één met eveneens een maandagochtendhumeur. Een stel bevriende jachtjes die net iets verderop liggen afgemeerd en die ongetwijfeld genieten van het schouwspel… Hoe zou je zelf zijn!

Een uur wachten? We gaan niet blijven dobberen en willen ergens afmeren. Onze ervaring leert ons, éénmaal je goed en wel vastligt, dat de brug of sluis toch plots open gaat. We dagen het lot uit. Nu heb je in de aanloop van die sluis een smalle betonnen boord die steunt op een wand van damplanken. Niet ideaal om te gaan afmeren. Heel dicht tegen de sluis aan is er een volwaardige kaaimuur met een gladde vlakke wand en er prijken mooie gele koppen van bolders op. Die komen goed van pas. Maar er is een probleem. Op enige afstand voor die kaaimuur staat een eerste rood licht. We weten dat we daar in principe niet voorbij mogen, maar zonder dat licht zien we ook dat de sluisdeuren open of toe zijn, en vlakbij de sluisdeuren is er een tweede rood licht dat we perfect kunnen zien. Maar er is meer, enkele meters voor het eerste rode licht staat een gebodsbord. Wit, roodomrand met een zwarte horizontale streep. Voor de nerds onder ons, het bord B.5. En dat vertelt ons dat we niet verder mogen varen of afmeren zolang de sluis dicht is.

Zomervakantie, we zijn in opvaart richting Thieu, Mons ligt reeds een tijdje achter ons, op het stuk Canal du Centre met groot gabarit. Daar zijn twee aanzienlijk grote sluizen, een eerste in Obourg en vervolgens die van Havré, verderop heb je de grote scheepslift. Onze onaangename ervaring speelt zich af onder de sluis van Havré. Die heeft een verval van 10 meter, is 124 m lang en Sluis Havré - Centrumkanaal 12,5 m breed. In het 5de leerjaar hebben we in de rekenles geleerd dat in zo’n badkuip 15500 m3 water kan, of 15.500.000 liter water. Bij elke versassing wordt die hoeveelheid water verzet. Dat weten we NU met stellige zekerheid! Het is een zonnige dag en we komen er aan met in ons kielzog nog een tweetal bevriende jachtjes. In ons beste koeterwaals roepen we de sluis op, in eerste instantie zonder succes. Na een aantal pogingen krijgen we eindelijk reactie: ‘Il y a un bateau avallant. Il faut attendre une heure’.

Mooie kaaimuur met bolders

9


Geef toe, daar gaan we nu toch niet wakker van liggen, de bolders iets verderop lokken ons. Ik vaar het bord en het eerste rode licht voorbij tot aan de mooi glad gestreken betonnen wand met bolders en we maken ons comfortabel vast met 2 touwtjes, ééntje voor en ééntje achter, zoals het hoort. De bevriende jachtjes achter ons doen het wat minder comfortabel maar trekken hun plan, ze hangen zowaar aan peilers bij de betonnen rand. En zoals verwacht, ons voorgevoel komt uit. Veel vlugger dan beloofd, we liggen nog maar goed en wel vast, komt er beweging bij de sluis. ‘Une heure’ is met moeite ‘une demiheure’ geworden, de rakker! Het binnenschip is er aan de bovenkant reeds ingevaren. De sluis zal gaan leeglopen.

OETJE! Zo vlug hoeft het voor ons nu ook weer niet. Het gaat er niet zachtjes aan toe. Alle schuiven worden door de sassenier maximaal opengezet. De watermassa, 15500 M3, het equivalent van bijna 47 miljoen Duveltjes, komt aan een rotvaart naar beneden. De golven doen onze Chaveli de lambada dansen, of eerder een quick step. We hotsen alle kanten op. De 47 miljoen duvels kruipen onstuitbaar tussen wal en schip, ons schip jandorie! De boeg wordt waarlijk weg geduwd van de kade. Onze voortros staat onder stress. De motoren worden bijgezet om de spanning weg te halen en de kop naar de kant toe te sturen. Niettegenstaande daardoor de kracht op de voortros zou moeten afnemen komt er op slag blijkbaar nog een extra emmertje naar beneden. Het humeurige lijntje ziet dat niet meer zitten.

Tegen de kracht van zoveel Duvels zijn we niet opgewassen. De boot komt haaks op de kade te liggen, de spanning komt nu met een hefboomeffect op de achtertros. Onze kont (van de boot) schuurt tegen de muur. Gelukkig is die - nogal - glad… Maar toch! De verf krijgt onvermijdelijk een grove schuurbeurt, momenteel het minste van onze zorgen. De kikker achteraan kreunt en buigt onder de grote krachten. Maar gelukkig houdt hij stand. De achtertros is blijkbaar niet op een maandag geslagen en blijft alle demonen trotseren. Ware dit niet het geval, we zwalpten ontegensprekelijk ongecontroleerd terug richting Mons. De twee jachtjes verderop zien het met lede ogen aan en kunnen voor ons niets betekenen. Zij liggen misschien niet zo mooi aan een kade afgemeerd, maar hebben, verder van de sluis weg, weinig tot geen last van de leegloper. En ik kan mij inbeelden dat de sassenier een klein orgasme beleeft als hij dat jachtje, DAT VOORBIJ ZIJN BORD EN ZIJN LICHTEN IS GEVAREN, ziet kwakkelen. Achteraf bekeken mogen we zeggen dat we toch wat geluk hebben gehad. Er zijn geen derden bij betrokken die van de brokken delen, we vormden geen belemmering voor de uitvarende scheepvaart, er zijn geen gekwetsten en de schade aan de boot is beperkt gebleven tot wat afgeschaafde verf, een kromme kikker en een kapot touw. Mijn ego heeft wel een grotere bluts opgelopen want eerlijk is eerlijk, ik ben zwaar in de fout gegaan door twee verkeerstekens te negeren. Vanaf heden weet ik dat die borden er niet voor Jan Lul geplaatst zijn. In geen geval vaar ik er nog voorbij. Liever blijven dobberen, ik heb mijn lesje wel gehad!

En wat ik geleerd heb: De voortros schiet weg en springt kapot onder de te zware belasting van de toestromende golven water. En dan gaat het vlug. De watermassa neemt het roer over en duwt de boot weg. We komen schuin te liggen, geven meer power in de hoop niet rond te draaien. Tevergeefs!

1.

2.

3. 4.

10

Dat bordjes met een horizontaal streepje op 50 meter voor een sluis of brug wel degelijk een betekenis hebben. Ga er dus niet voorbij, wat ook de reden mag zijn. Gebruik altijd degelijke, voldoende dikke touwen. Naderhand bleek dat we toen juist een lijntje hadden gebruikt waar reeds wat slijtage op zat en een zwakke plek bevatte. Of zoals het gezegde beweert: een ketting is zo sterk als zijn zwakste schakel. Ook Waalse sluizen kunnen ruw uit de hoek komen. Of wat hadden we verwacht? En tegen de krachten van het kolkende water ben je niet opgewassen, zelfs niet met de schroef op. Hou het veilig, op en naast het water! Luc


WINTERBERGING

Dit verhaaltje start eigenlijk al in 2017

OP ZOEK NAAR VASTE GROND Tekst en foto’s: Jo Cappaert

M

aar een geschikte plek zoeken is er niet simpeler op geworden. Die zijn, mijn gedacht, met de jaren steeds schaarser. Mario heeft intussen opgedoekt, Borré gesloten, Vermeulen gestopt, Langerbrugge biedt enkel mogelijkheid tijdens het vaarseizoen. Buitenbeentje in Diksmuide vinden we toch wel heel ver weg voor een dagelijkse trip en het dok bij Alain is blijkbaar steeds volzet. Op een kar naar huis?

We kochten ons eerste bootje ooit, de YESTER, in september 2016 met als voorkennis dat het jaren geleden is dat vooral het onderwaterschip, maar ook alles wat er boven zit, nog eens een beurt gekregen heeft. We zoeken een plek en vinden die bij Mario in Zelzate, waar we boven kunnen komen om er de noodzakelijke werken uit te voeren. Zodoende komen we in april 2017 uit het water. Na het verwijderen met de hogedrukreiniger van een mosseltapijt (zie foto), het zandstralen van het onderwaterschip en oplassen van een plaat (dubbelen) bij een zwakke plek worden lagen epoxy en antifouling aangebracht. We beslissen om het bovenwaterschip een aan ons goesting aangepast kleurtje te geven. Tot aan het afschuren en verven van de romp en het schuren van het bovenschip ben ik geraakt. Dan werd ik geveld door een peesscheur. Zes maanden inactief! Maar geen nood. Gelukkig namen moek, dochter en vriend het schilderen van romp & bovenbouw voor hun rekening. Alleen het dek bleef onbehandeld omdat we met de laatste gezamenlijke tewaterlating mee moesten, wilden we het seizoen niet kwijtspelen. “Dat doen we dan nog wel eens als we te water zijn” was het idee. We zijn nu dik 3, bijna 4 jaar later en ons dek smeekt ons elke dag om eigenlijk eens geschminkt te worden. Ook de ervaringsgraad van de huidige schipper is inmiddels duidelijk afgetekend op romp en reling. Zodoende dat 2020 in het teken stond van zoeken naar een geschikte plaats om de boot op het droge te krijgen voor een tweede groot onderhoud.

Even speelde ik met de gedachte om er een zwembad van te maken voor de kleinkinderen, maar liet het idee al snel los. Verder was de kar te kort voor onze 12 m lange YESTER. Die verlengen kwam even ter sprake, maar zo blijf je aan de gang. Voor en nadelen werden afgewogen met conclusie: geen optie voor ons. Mijn tweede kans op thuislevering was een grote catastrofe. Deze trailer was in zo’n slechte staat, de weg onwaardig. Ze plooide reeds zonder last. Ik liet dat idee dan maar varen en richtte maar vlug mijn blik op een andere oplossing.

Daarom groeide het gedacht, ik haal mijn boot naar huis. Wat heb ik nodig : een uithaalhaven, plaats thuis en een transporttrailer. Uithaalhaven ‘DOEL’, vlakbij onze thuis, geen probleem, plaats thuis geen probleem, alleen transportkar leek niet zo evident. Op zoek op het WereldWijde Web. Na al diegene die op internet te duur waren bleven er twee over die eventueel in aanmerking konden komen. Die ene werd mij zelfs gratis aangeboden. Dan vrees je eigenlijk het ergste, maar niets daarvan. Het was een mooie stevige kar. Alleen stond er een mastodont van een polyester casco romp op waarmee ik niks kon aanvangen en die ik moest laten “Bijna” MIJN zwembad op MIJN kar recycleren.

Stalling op een terrein. We gaan op zoek naar een haven waar de boot kan boven gezet worden voor enkele maanden, lang genoeg om de nodige werken uit te voeren. Willen we binnen of buiten staan? De afstand van thuis uit moet ook binnen de perken blijven en wat kan er mits de geldende corona-maatregelen. Maar vooral, welk kostenplaatje hangt er aan vast.

11


Er moeten vooraf zeker goede afspraken worden gemaakt, geen verrassingen achteraf. Maar zo dik liggen die mogelijkheden trouwens ook niet gezaaid. De tijd dat er in bijna elke haven boten boven overwinteren ligt al een tijdje achter ons. Milieueisen en vergunningen zullen hier allicht in mee spelen. Een beetje onverwacht komen we via-via uit bij een lid in onze eigen club. Staf van de Lima is ook reeds vele jaren lid en zelfs secretaris bij VVW Kruibeke. Daar hebben ze geen haven met ligplaatsen aan de Schelde maar een mooie helling om boten boven te halen en een terrein waar ze kunnen gestald worden… EN EEN KANTINE (had ik bijna in mijn voorwaarden vergeten). Staf gaf ons alle belangrijke info mee, maar ik moest wel lid worden om van de helling gebruik te mogen maken. Niet onoverkomelijk! De kostprijs van dat lidgeld incluis een winterberging en uit het water halen van de boot, dat alles in combinatie dat het van thuis uit maar een goei 20 minuutjes ver is, was voor mij doorslaggevend. Maar eerst wou ik ter plaatse eens meemaken hoe het droogleggen van een jachtje in zijn werk ging. Ook dat gaf me een veilig gevoel.

De vaste grond zal Kruibeekse worden. In Kruibeke hebben ze trouwens enkele oude bokken staan. Hiermee bedoel ik niet Staf en zijn compagnons, dat zou nogal oneerbiedig zijn. Al kan je dat ploegje bezwaarlijk snotneuzen noemen. Neen, die bokken zijn kloeke gelaste stalen steunen waarop de Yester moet komen te liggen, en die mag ik gebruiken. Weer iets wat mag afgevinkt worden. De planning. Nu restte vooral nog het organiseren van de trip vanuit Wachtebeke richting Kruibeke. Na onze laatste uitstap in oktober 2020 naar Oudenaarde werd er werk gemaakt met het opstellen van een vaarplan. De getijdenwerking op de Schelde is hiervoor doorslaggevend, temeer daar het in Kruibeke bijna hoog water moet zijn om boven de remorque te kunnen varen waarmee de boot op de helling wordt getrokken. Willen we niet constant tegen de stroom in varen, dan is de afstand Wachtebeke/Kruibeke niet te overbruggen op 1 dag. De Schelde bevaren vergt trouwens enige ervaring, zeker in winterse maanden met korte dagen. Met het team-Kruibeke wordt afgesproken om op 3 november, om 16 uur, nog net tijdig voor de duisternis invalt, uit het water te gaan. De getijden tabel volgend zouden we de dag voordien varen van Wachtebeke tot Hamme. Ik had ondertussen ook een ervaren gids gevonden die me over de woelige kronkelende Schelde wilde begeleiden.

Maar zowat al bijna een jaar wordt alles wat we organiseren bepaald door vier Russen, ook al komen ze uit China. Het hoogtepunt van de tweede coronagolf is daags voor onze afspraak met het droge een feit. Niet officiële verplaatsingen worden net niet verboden maar ten stelligste afgeraden. In mijn nabije omgeving zijn ze nogal positief – corona positief! Het lijkt mij niet verstandig om nu te gaan varen. Om niemand nodeloos in gevaar te brengen blaas ik de hele operatie af. VVW Kruibeke, die z’n bokken al in gereedheid had gebracht om me met open armen te ontvangen, wordt verwittigd. Het gaat wachten worden tot het voorjaar wanneer de dagen weer iets gaan lengen.

12

De tocht richting Kruibeke Eenentwintig december! De kortste dag is gepasseerd, nu nog de kalkoen degusteren, nieuwjaarswensen uiten en een pak goede voornemens verzinnen. Dan wordt het tijd om een nieuw afvaartplan op te stellen. Met de getijdentabel, de nieuwe van 2021, bij de hand wordt beslist om op zaterdag 13 februari, bij leven en welzijn, opnieuw tegen 16u, in Kruibeke te arriveren om rond 17u, als het opkomend Scheldewater bijna hoog staat, dat water te verlaten. Mijn begeleider en ikzelf staan te popelen. Op de eerste vaardag, vrijdag 12 februari, zouden we dan al van Wachtebeke naar Yachting Merelbeke varen zodat we zaterdagmorgen, met opkomende zon, rond 7u30 het tij mee kunnen pikken. De dagen zijn nog steeds kort, er mag niet veel misgaan. Het wordt nu bang afwachten wat voor weer het zal zijn. Tijdens de planning in januari heerst een echte zondvloed. Blijft het zo regenen, dan vrezen we voor stremming bij de sluizen. Het zou al zeker niet zo gezellig varen worden. Maar het draait even anders uit. We krijgen begin februari een periode van vorst zoals we in jaren niet meer gehad hebben. De temperaturen dalen tot min 10 en lager. Een dik pak sneeuw ligt als een wit tapijt uitgespreid over het landschap en op de boot. Her en der kan er al geschaatst worden op waterplassen, seffens is de Moervaart ook dichtgevroren!! En wat met onze motoren, gaan zij wel willen aanslaan met op het menu koude dikvloeiende voeding. Het is met een klein hartje dat ik me vrijdagmorgen om 10u, samen met een geruststellende Jef, een dikke trui en een kom soep, aan boord van de Yester begeef. Ons haventje in Wachtebeke is, op enkele kleine plaatsjes na, nog ijsvrij. De motoren staan ijskoud maar waren vooraf goed vertroeteld en tegen vriesweer beschermd. Ze slaan met redelijk wat tegenzin toch aan en doen voor de rest behoorlijk hun werk. De besturingshendels voelen ijskoud aan, het stuurrad draait stug. We lossen met moeite de bevroren stijve touwen en klieven niet zomaar door het water. Een krakend en zingend geluid verteld ons dat het water ook stijf staat. Tot aan Spanjeveer ligt de Moervaart bijna overal dichtgevroren. Plaatselijk is dat behoorlijk. Stukken ijs van ruim een cm dik schaatsen voor de boeg weg. Het mocht geen dag langer duren of we konden varen vergeten. Onze planning was om dwars door Gent te varen via de Brusselsepoortsluis en de afstandsbediening, die er sinds 1 januari werd ingevoerd, eens uit te testen. Maar nog voor we het kanaal bereiken krijgen we melding van ons aller bekende en steeds alerte VPF voorzitster dat de doorvaart door Gent gestremd is door… ijsvorming. Dus wordt het Evergemsluis en de Ringvaart rond Gent.

Berekoud! Bevroren Moervaart – Eenden lopen op het ijs.


De bokken (op de kar), met de ploeg uit Kruibeke (er rond). De Yester nog aan de wachtsteiger. We houden onze lichaamstemperatuur op peil met lekkere hete knosselsoep en Arnoudtse smossen. De tocht verloopt zeer vlot, het lijkt of alle schepen ergens ingevroren liggen, zo weinig verkeer is er op het water en tegen 14u30 liggen we al afgemeerd in Merelbeke. Na afgerekend te hebben met de havenmeester worden de afspraken voor morgen nog eens overlopen. Als we om 7u30 aan boord komen hebben we alle tijd om rustig Merelbeke sluis te nemen en met het tij mee naar de winterstalling te varen. Dag 2: de Schelde af Na een rustgevende ijskoude nacht zijn we ruimschoots op tijd terug aan boord. Dikke ijslagen hebben zich vastgehecht in het gangboord en op de ruiten. Terwijl Jef bovendeks de marifoon installeert en een slecht contact tracht op te lossen, start ik de motoren op. De stuurboordmotor heeft er zin in en slaat zelfs na een kouwelijke nacht vlot aan. Zijn buurman daarentegen is met geen stokken wakker te krijgen. Buiten een licht gereutel geeft hij geen kik. Batterij plat, of kapot…??? Jef wordt er bij geroepen. Met een startkabel wordt van de SB batterij naar deze aan BB contact gemaakt… noppes. Rechtstreeks schakelen op de startmotor brengt ook niets op… doeme! Zijn mijn goedkope startkabeltjes te licht? Ik krijg een lichte angstaanval. Met één motor de Schelde op zie ik niet direct zitten. Ik had in het verleden al eens een motoruitval na hevig geschommel en losgekomen vuil in de mazoutbak. De tank is intussen wel schoon gemaakt, maar stel je voor dat het weer gebeurt. Maar geen nood, Jef wil even kort op 24V starten door 2 batterijen in serie te schakelen. Hierbij valt een alert oog op de batterijsleutel… deze staat niet op!! Een vergetelheidje van de schipper!! Het motortje gromt al snel van tevredenheid. Met een dik half uur vertraging gooien we de trossen los. Ondanks de opkomende zon staat er een ijzige wind. De ramen van het windscherm worden ontdooid met warm water zodat de tentkap dicht mag en we beschut tegen die wind kunnen varen. We slurpen sloten warme koffie, afgewisseld met een tas hete winterse soep. Naarmate de zon opklimt aan de horizon en haar stralen overvloedig laat priemen op onze ruggen is het best te pruimen. We zijn trouwens wel met voldoende laagjes gekleed, alsof we op Noordpoolexpeditie trekken. Al bij al wordt het een rustige, leuke tocht met maar twee schepen in opvaart die we wel, hoe kan het anders, in de meest kronkelende bochten van de Schelde kruisen. Met een snelheid van gemiddeld 14km/uur loopt het als een trein tot Rupelmonde. Na het keren van het tij loopt die terug tot 7 à 8km/u. Maar ruim op tijd, rond 14u, arriveren we in Kruibeke. Daar staat het team Kruibeke ons al op te wachten. We hebben zelf geen tijd om nog ons middagmaal, ravioli van de chef, achter de kiezen te werken. Een gezamenlijk trippelke past er, ondanks de negatieve temperatuur, wel net nog in. En dan moet er gewerkt worden.

Traag maar zeker naar vaste grond.

De kar op. Driewerf hoera! Alles wordt in gereedheid gebracht om op het droge te komen. De ervaren mannen maken ons duidelijk wat er moet gebeuren. De winch wordt gevierd, enkele lijntjes dienen op de juiste manier vastgesjord. Rekening houdend met de dwarsstroom wordt Yester boven de bokken getrokken. Traag maar feilloos komt de kar op de helling boven water met Yester als last. Het onderwaterschip afspuiten is wegens het vriesweer niet mogelijk, maar nu is reeds duidelijk te zien dat het onderwaterschip zich nog in uitstekende staat bevindt. Een pak van mijn hart. Met gezamenlijke krachten ruimen we alles nog netjes op. Dat verloopt vlot en tegen 17u, nog net voor donkeren, is de operatie geslaagd en afgerond. Op veilige afstand, maar nu eens zonder mondmasker, wordt bij een drankje nog effe verbroederd met de helpende leden van VVW Kruibeke. BEDANKT MANNEN!

Vanaf hier weet iedere booteigenaar wat er moet gebeuren. Schuren, schrobben, schilderen en sleutelen, zodat alles klaar is tegen dat het nieuwe seizoen aanvangt.

Ik begin al te transpireren!

13


Rivier in beeld

De Heropening van De Samber Tekst :Jef Beernaert

DEEL 1

Foto’s: Eartha & Jef

De Samber De rustige Samber, La Rivière Tranquille, is indeelbaar in drie delen: een kort onbevaarbaar stukje van de bron in het Franse Le Nouvion en Thiérache (Picardie) tot Landrecies, vervolgens de bevaarbare Bovensamber tot Monceau bij Charleroi en tot slot de Benedensamber, tot aan de monding in Namen. Richting Frankrijk heb je de ontsluiting met het Kanaal van de Samber naar de l’Oise met verschillende aftakkingen, de toegang tot een uitgebreid maar prachtig vaargebied.

Bijna dag op dag 15 jaar geleden, in maart 2006, kwam er een breuk in Le Pont Canal de Vadencourt op het Cnl de la Sambre à ‘l Oise. Het water liep uit het kanaalpand weg. Een vlugge herstelling van de bijna 200 jaar oude brug in het kanaal bleek niet mogelijk. De doorvaart van de Samber naar de l’Oise en het Franse hinterland, bv. richting Parijs of Reims kon sindsdien niet meer. De vrees dat de Samber voorgoed zou gesloten worden was reëel en niet ongegrond. Vooral onder druk van de verschillende Franse kanaaldorpen werd een politiek raderkastje in werking gebracht die na heel lang kraken en spokken toch nog de wil en vooral de financiële middelen uitbraakte waarmee men de nodige herstellingen kon laten uitvoeren. En dat deden ze blijkbaar grondig, want ook de kanaalbrug in Marcquignie, die even oud is, werd volledig vernieuwd.

Het is nu eindelijk zo ver, eind juni is er de heropening. Zoals de zaken nu staan met corona (altijd weer dat beestje!) zal dit gebeuren zonder grote feestelijkheden. Toch is die heropening reden om wat aandacht aan de Samber te schenken. Wat is er te beleven, waar kan je afmeren, wat valt er te bezoeken. We trachten een en ander chronologisch op te lijsten. We starten onze tocht niet bij de monding in Namen maar in Charleroi en trekken stroomopwaarts, de Bovensamber op richting Franse grens en er over. De opgegeven Km-standen zijn tot aan de grens en tonen aan hoe dicht alles bij elkaar ligt. We trachten jullie ook een beetje te vervelen met een streepje geschiedenis in de marge. Want ook al heeft de rivier vandaag nog maar weinig economisch belang, tot voor enkele decennia was dat helemaal anders.

Graffiti Marcinelle De Samber, de grootste bijrivier van de Maas, werd reeds in de Middeleeuwen, en zelfs nog daarvoor, bevaren met kleine houten platbodemscheepjes (later uit staal) met weinig diepgang, de voorlopers van de Herna en Mignole. Scheepjes met een sterk oplopende kop en kont waarmee de woelige stroomversnellingen konden genomen worden zonder het gevaar veel water te scheppen. Soms zie je nog dergelijke scheepjes liggen bij Franse sluizen, ofwel in vergevorderde staat van verval, soms als bloembak van dienst. De Samber is een regenrivier. Met regelmaat werd ze onbevaarbaar. Bij zware regenval kwamen de paterkes van de abdij van Aulne met hun voeten in het water te staan. Zij bouwden de eerste houten stuwen. In 1825, de Hollandse periode, besliste koning Willem I om de Bovensamber te kanaliseren. Er werden stuwsluizen gebouwd en jaagpaden aangelegd. De oevers werden versterkt met losse stenen. Het was politiek een woelige periode waarin de Europese kaart grondig werd aangepast. De Belgische Revolutie en Franse julirevolutie in 1830 brachten nieuwe leiders aan het bewind. België kreeg zijn eerste koning, in Frankrijk werd het hun laatste.

14

KM 39

Marcinelle, daar waar het kanaal Brussel-Charleroi zich losrukt van de Samber, tussen de afgeleefde oude staalfabrieken van ‘Forges de la Providence’, daar ligt waarschijnlijk het minst idyllische plekje van België. Op dat punt begint onze reis. Het kan dus alleen maar beter worden. Die staalfabrieken liggen reeds jaren stil en worden momenteel gesloopt. Benieuwd wat er in de plaats zal komen. Varen door de hel van Marcinelle had vroeger wel iets, het was een ervaring die je niet vlug vergeet. Het water was er gitzwart, doordrenkt met kolenstof en teer, de fabrieken braakten constant een bruingele rook uit, de smeltkroezen met gloeiend ruw ijzer kon je bijna aanraken. Onophoudelijk was er een hels lawaai met bijhorende roestkleurige stofwolken bij de schrootbehandeling. En heel bijzonder, je zag er geen mens, alsof alle installaties een eigen leven leidden. Deze taferelen zijn voor een groot deel voorbij, maar niet helemaal. We maken ons uit de voeten en varen tussen de fabrieken door richting Marchienne-au-Pont. We zien het kerkschip Spes Nostra (onze hoop) aan bakboord dat hier reeds sinds 1953 aangemeerd ligt en schijnbaar onaantastbaar is. Geen kapotte ruiten noch graffiti, zeer bijzonder in deze grauwe omgeving.


Dit bracht echter de werkzaamheden niet in gevaar. Reeds in de 15de eeuw zochten de toenmalige staalproducenten naar nieuwe locaties voor hun activiteiten. De bevaarbare Samber (tussen de huidige sluizen 6 en 7 in Hourpes) was een uitgelezen plek. Er was een snelstromende beek die de watermolens kon aandrijven die nodig waren voor het aanblazen van de laagovens en voor de smeedhamers. In de nabijheid waren de ijzermijnen van Ragnies bij Thuin, er was brandhout in de bossen en er zaten kolen onder de grond. In 1826 werd daar de eerste moderne hoogoven op het Europese continent geopend. Die zware metallurgie en steenkoolindustrie, eigendom van heel kapitaalkrachtige, invloedrijke burgers, had dringend nood aan betere transportmiddelen. In 1835 waren de werken klaar. Vanaf dan is het waterpeil en het debiet onder controle. Het scheepvaartverkeer verliep veel vlotter. Het gaf een boost aan de streek. Tot voor WO1 werkten de fabrieken in Hourpes op volle kracht. De eigenaars wilden niet samenwerken met den Duits en de fabrieken werden opgeblazen. Na de oorlog werden de fabrieken met behulp van oorlogsvergoedingen weer opgestart, maar industriële sabotage en de moordende concurrentie met Cockerill leidden tot het faillissement. De machines werden verhuisd naar Dublin waar een nieuwe staalfabriek werd opgericht die tijdens WO 2 op volle kracht draaide voor de geallieerden. Het kasteel, de watertoren, hier en daar overwoekerde artefacten en de arbeiderswijk zijn de enige overblijfselen van die rijke periode.

Net voorbij het kerkschip is er een mooie aanlegsteiger voor de pleziervaart. Hier gaat jaarlijks in september de Pardon voor beroeps- en pleziervaart door, met de Spes Nostra als centraal punt. De ligplaats is gratis maar zonder voorzieningen. Alle denkbare winkels zijn op wandelafstand. Is het er veilig? Wij hadden er geen probleem, maar ik zou er toch de boot niet al te lang onbeheerd achter laten. In de omgeving zijn nochtans best wat zaken te ontdekken. De beruchte mijncité ‘Bois du Cazier’ in Marcinelle, het oude en rijke stadscentrum van Charleroi, en waarom niet, de nog maar recent heraangelegde en naar het schijnt verbluffend aangename kades aan de Samber waar je fijn kan wandelen en een terrasje doen.

In oorsprong hadden alle sluizen reeds de zogenaamde Freycinet - afmetingen. Een eigenaardigheid, aangezien Charles de Freycinet maar het licht zag in 1828 en pas in 1877 minister werd van openbare werken (in Frankrijk). Zijn verdienste was niet de invoer van de spitsenmaat, die bestond al, maar het universeel maken van alle nieuwe en de meeste bestaande sluizen. Voor die tijd werd er maar wat aangemodderd, elk kanaal had wel ergens zijn afmeting van kunstwerken, met de typisch daar bijhorende scheepjes. Dat gekozen werd voor de zogenaamde spitsenmaat is logisch, het was in de binnenvaart de grootst gangbare afmeting, zowel wat schepen betreft, maar ook wat op bouwkundig vlak, gemetst zonder gewapend beton, mogelijk was. De huidige sluizen zijn nog steeds de oorspronkelijke uit 1825, al werd de hoogte van de blauwe steen al twee keer aangepast om een grotere tonnenmaat toe te laten.

Je kan hier afmeren aan een kaai achter de spits die luistert naar de naam Gavroche. In het seizoen maakt die rondvaarten op de Samber. Gezien hij bij zijn terugkeer graag weer wil afmeren op z’n ligplek spreek je best af met de dienstdoende sassenier, maar laat je niet met een klontje in het riet sturen. Ze durven al eens beweren dat je er niet mag afmeren, maar dat is niet zo.

Sluis 10 – Monceau

Km 34.2

Maar hiervoor varen we beter een uurtje verder, passeren in Monceau sluis 10, de laatste grote en tevens de eerste sluis op ons traject. Het nummer 10 zegt ons dat er na deze nog 9 zijn tot aan de Franse grens. Voorbij de sluis beleven we een ongelofelijke metamorfose. Je komt, zonder het vagevuur te passeren, van de hel in de hemel. Er is iets verderop nog wat industriële activiteit bij de kalkgroeve van Landelies, maar verder vaar je door een groene oase. Sluis 9 – Landelies

Km 30.6

Vlugger dan je denkt kom je bij sluis n°9 in Landelies. Het eerste op handbediening met de Freycinet-afmetingen. Net boven de sluis bij de barrage ligt onze bevriende club YCHS Landelies. Hier kan je veilig liggen en rustig de tijd nemen om de omgeving te ontdekken. Maar hou er rekening mee dat Landelies in een dal ligt en het erg steil bergop loopt. Een bakker vind je niet in het dorp, een leuk restaurant is er wel langs de oude Samberarm opwaarts het jaagpad op 1 km. De fietsafstand langs het jaagpad tot het centrum van Charleroi is amper 10 km. Sluis 8 – l’Abbaye d’Aulne Km 28

Het is echt wel de moeite om hier een dag te blijven. Er zijn verschillende restaurantjes, er is een grote abdij, voor een groot deel een ruïne (Franse Revolutie), maar ze kan bezocht worden van koetshuis tot kerk. De imposante abdijhoeve wordt momenteel gerestaureerd. In een der bijgebouwen van de abdij is ‘Brasserie du Val de Sambre’ gevestigd waar je het plaatselijk gebrouwen abdijbier ‘ADA’ kan proeven. Al voldoende gemotiveerd om een lijntje te beleggen?

Toegangspoort abdijboerderij

De sluizen en barrages zijn nog steeds manueel bediend. Per sluis zijn er winter-zomer 4 bedieners die ook instaan voor de waterhuishouding.

15


Km-paal langs het jaagpad Thuin, centrum van en voor de schippers Lang voor de kanalisatie was er reeds een kleine haven in Thuin bij het gehucht ‘Le Rivage’. Er waren winkels, uiteraard herbergen, scheepswerven, stallingen voor paarden, hoefsmeden … Het was een plek waar schippers graag verbleven als er niet gevaren werd. Er was zelfs een badplaats met strand. De Biesmelle, een zijriviertje die in Thuin uitmondt, speelt hierin een belangrijke rol. De watermolens die er geplaatst werden zorgden voor veel nijverheid, goed voor de scheepvaart want alles moest getransporteerd worden. 19de

Er waren in de eeuw 15 scheepswerven op de Samber tussen Charleroi en de Franse grens. In Thuin alleen al 5. De laatste, Chantier Ducoffre (het vroegere bekende Michot), bleef werken tot 2004. Zoals in een artikel dat vroeger in dit clubblad verscheen al eens werd aangehaald (Scheepssier okt 2018) hadden de meeste scheepswerven een bepaald kenmerk waaraan vooral andere schippers onmiddellijk wisten waar het schip was gebouwd en welke kwaliteiten het had. Bij Michot in Thuin zijn dat op de boeg twee lelies die met de punt naar elkaar staan gericht.

Sluis 7 – Trou d’Aulne

Sluis 7 en 6 liggen midden de natuur. Er zijn geen afmeermogelijkheden meer. Aan niets is te zien dat boven de sluis ooit een levendige activiteit heerste. Aan de rand van de Samber was de steenkoolmijn Bois d’Aulne gevestigd. Maar die stond te dicht bij de rivier, de drassige ondergrond gaf onstabiliteit en regelmatig waren er waterlekken. Ze bleef maar een goeie 10 jaar open en werd reeds in 1934 gesloten. Het is een mooi wandel- en fietsgebied. Het gehucht Hourpes ligt om de hoek en was ooit het centrum van de metallurgie. Nu resten enkel nog een merkwaardig kasteel en enkele arbeidershuisjes van weleer. Het gehucht heeft nochtans wel een station, naar verluid het kleinste in het land, met gemiddeld 9 opstappers per dag. Sluis 6 – Grand Courant

De gronden waarop de scheepswerf gelegen was zijn vandaag nog braakliggend. Ze kwamen vooral in het daglicht wegens de sterke vervuiling. De gronden dienen gesaneerd te worden, iemand moet voor de kosten opdraaien, maar niemand wil dat!

16

Km 22.4

Het nationale natuurreservaat Grand Courant strekt zich uit op de rechteroever van de Samber, stroomafwaarts van Thuin. Je vaart er zowat doorheen maar er is geen mogelijkheid om te stoppen. We trekken verder voor een dagje Thuin. Sluis 5 – Thuin

De oud schippers gaan er prat op met een Michot te hebben gevaren, aan sommige schippershuisjes hangt hetzelfde symbool tegen de voorgevel

Km 26

Km 19.9

In Thuin is er een aanlegsteiger voor de pleziervaart en een kaai voor de beroepsvaart. De benedenstad is aan de oevers van de Samber gelegen. Thuin had tussen de twee oorlogen in, op Antwerpen na, de belangrijkste schippersgemeenschap in ons land. Ruim 1 op de 5 bewoners was scheepsvolk. Vandaag is dat nog goed te merken, er is trouwens nog steeds een schipperswijk, ‘Quartier du Rivage’, waar je eens moet doorwandelen. Sommige huisjes zijn wit gekalkt en hebben een speciale charme. Ze zijn versierd met ankers, er staan masten in de kleine tuintjes, er hangen naamborden aan de gevels, allicht van schepen die reeds lang geleden met de schroothamer kennismaakten. En er liggen verschillende spitsen als woonboot aan de kade. Buiten het scheepvaartmuseum in een oud vrachtschip heeft Thuin nog verschillende troeven. De bovenstad was een ommuurde middeleeuwse Thuin vesting waarvan nog heel veel is overgebleven. Smalle gekasseide, veel te steile straatjes, een belfort, de beroemde hangende tuinen tegen de stadswallen, met daarin een wijngaard, het Château de Fosteau…


Sluis 4 – Lobbes

Km 17.6

Zoals je aan de afstanden ziet liggen de verschillende sluizen dicht tegen elkaar. De echte afstanden tussen de verschillende dorpen is nog kleiner want de Samber meandert er op los. In Lobbes is er opnieuw mogelijkheid om af te meren, je moet wat geluk hebben want vroeger was dat gratis, met water en elektriciteit. Misschien is dat nog wel het geval. Dan weet je genoeg.

Tramrit Lobbes - Thuin

De schepen werden eeuwen lang door mannen, vrouwen, kinderen, ossen, ezels en paarden getrokken vanop de jaagpaden. Vervolgens kwamen er stoomslepers, maar dat was best wel arbeidsintensief gezien de vele sluisjes. Treintjes om te jagen werden niet toegepast langs de Samber, het erg bochtig parcours, de drassige moerasgronden en regelmatige overstromingen zullen dat niet toegestaan hebben. Tussen de twee oorlogen in werden tractoren en de fameuze Citroën Kegresse op rupsbanden ingezet. Pas na de tweede oorlog was gemotoriseerde vaart de regel.

Synchroon met het verminderen van de beroepsscheepvaart op de Samber kwam er meer en meer pleziervaart. Tot in 2006 de kanaalbrug ernstige problemen kreeg. Maar betere tijden breken aan.

Merbes-le Château

Lobbes ligt aan de museumtramlijn van de ASVi. In de zomer kan je met een museumtram vanuit Lobbes het naburige Thuin bezoeken. Een rittenkaart voor heel de dag, inclusief het museumbezoek, kost €10 en is dat zeker waard. Er staan meer dan 50 schoonheden op je te wachten waarbij verschillende trams uit eind de jaren 1800, zowel elektrisch met een Wattman, als op stoomkracht. De meesten in perfecte rijdende staat, andere voor restauratie in de werkplaatsen. De rit brengt je op plekjes waar je zelf niet komen kan en rijd langs de hangende tuinen van Thuin. In Lobbes was ooit een zeer grote en belangrijke abdij die net als die van Aulne ook door de Fransen werd vernield. De abdijhoeve en een poort met bijgebouwen zijn er nog. Het sobere maar mooie kerkje uit de 9deeeuw is waarschijnlijk de oudste van ons land en heeft een crypte met de tomben van de eerste abten. Sluis 3 – Fontaine Valmont Sluis 2 – La Buissière

Km 11.5 Km 7.6

Tot aan het korte stukje kaaimuur bij de dinosaurus in Merbes-leChâteau is er nergens mogelijkheid om af te meren. We varen er door een rustig mooi landbouwgebied en naderen met rasse schreden de grens. Waarom Dino hier staat is mij een raadsel. De marmerindustrie vierde hoogtij in deze gemeente die ook vandaag nog het oudste marmerbedrijf van Europa huisvest, met de onderneming Merbes-Sprimont. Die groep werd opgericht in 1779 en is onlosmakelijk verbonden met de lokale, Europese en wereldwijde architectuur. De voormalige marmergroeve van Sainte-Anne werd inmiddels omgedoopt tot de site ‘Carrières de l’imaginaire‘ en is nu een wandelgebied, met verrassende landschappen gevormd door een wirwar van steengroeves en een prachtig uitzicht op de Sambervallei. Sluis 1 Solre-sur-Sambre

Km 2.9

DOORVAARTHOOGTE De officiële vrije hoogte is 4 meter. Hou er rekening mee dat er in Frankrijk enkele bruggen beperkt zijn tot 3.9 m.

Eens de laatste Belgische sluis voorbij kom je al vlug in het centrum van grensgemeente Erquelinnes waar je een echte jachthaven vindt aan stuurboordzijde in Le Bassin. Yacht Club des Frontières heeft zijn thuisbasis in dit oude dok dat gegraven werd in 1865 en dienst deed als overslaghaven van de Belgische spoorwegen. Vooral de blauwe steen uit de streek, steenkool, fruit en afgewerkte producten vertrokken van hieruit per schip naar Frankrijk. De ingang, onder een spoorwegbrug door, lijkt klein en smal, maar geen nood, zolang je de 4 m hoogte niet overschrijdt kom je er wel door. In Erquelinnes lopen wandel- en fietspaden langs de haven. Meteen ook een prima plek om te ravitailleren. Vanaf hier trekken we de grens over, en dat houden we voor het juli-clubblad.

17


OP CRUISE

Rondje Ierland & Verenigd Koninkrijk Tekst & foto’s Vera Hoogerwerf

DEEL 3 Wales - Dublin - Corck

N

Zicht van op Caernarfon Castle

a een stormachtige nacht vaart ons schip met 7u 45min vertraging uit! Dat betekent dat we veel later aankomen op onze bestemming in Holyhead (Wales) dan voorzien was. Holyhead is een stadje op het eiland Anglesey dat in het noorden van het Britse vasteland gescheiden wordt door de smalle Menai zeestraat. Onze geplande voormiddag excursie vervalt, de daarvoor reeds betaalde centjes zullen mooi worden teruggestort op onze rekening. Pas in de namiddag, iets na 14 uur, kunnen we van de boot voor een uitstap en treden we in de voetsporen van Edward 1.

Maandag 22 juli 2019 - Holyhead (Wales) We rijden naar het stationnetje in een naburig dorp, Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoch voor de vrienden Llanfair. Het kleine dorpje wilde de langste naam van het land op het perron en veranderde in 1860 de dorpsnaam. En daar zijn ze in geslaagd. Het is zelfs de langste in Europa, maar wereldwijd komen ze nog vele lettertjes tekort. De officiële naam van Bangkok, die we jullie willen besparen, is bijna twee keer zo lang. En wij die dachten dat de lengte er niet toe deed?!? Toch lijkt de naam een schot in de roos. Ook al krijg je hem niet door het strottenhoofd geperst, het is een toeristische trekpleister. Iedereen wil op de foto bij het naambord aan het station en in het bezoekerscentrum laten toeristen hun reispas afstempelen. Wij kopen er een perronkaartje, die is ruim lang genoeg om als boekenwijzer te gebruiken. Uniek toch?! Aha, de lengte is dus toch van belang.

Maar al vlug trekken we verder, want King Edward 1 leefde in de middeleeuwen en heeft allicht nooit op een trein gezeten, zelfs niet om op kruisvaart te trekken. We gaan naar het indrukwekkend 13de -eeuwse versterkte Caernarfon Castle, gebouwd door Edward I als koninklijk paleis en militair fort. Om een en ander te duiden moet je weten dat Wales nooit een apart land was, vrij van Engeland, zoals dat bij Schotland en Ierland wel het geval is. Het werd geregeerd door baronnen en prinsen die de koning – meestal – steunden. Maar niet in de 13de eeuw. Toen was er een opstand, vandaar dat er verschillende versterkte burchten werden gebouwd waarin Engelsen zich kwamen vestigen om er de plak te zwaaien en mogelijke opstanden in de kiem te smoren. Het is hier, in Caernarfon, dat Prins Charles in 1969 zijn titel ‘Prince of Wales’ heeft gekregen van zijn mama. Na onze ontvangst op het kasteel is er, voor we terugkeren aan boord, nog tijd over om een wandeling te maken door het gezellige centrum. Een goede gelegenheid om souvenirs te kopen voor de thuiswachters.

18


Caernarfon Castle

Trinity College Bib; Long Room

Dinsdag 23 juli 2019 Dublin (Ierland) We zijn tijdens de nacht inderdaad weer de Ierse Zee overgestoken. We zigzaggen als het ware tussen Engeland en Ierland. Al spreken we toch telkens over afstanden van 100 km en meer. Om 6u30 genieten we van een lekker vroeg ontbijt in de buitenlucht. Het is reeds zonnig, 20° en de voetjes onder tafel schuiven met een rijk gevuld bordje en vers geperst sinaasappelsap, dat is GENIETEN! Wisten we toen veel dat ons ontbijt het enige goede was wat de dag ons brengen zou. We besparen je zoveel mogelijk onze ergernissen, maar hier en daar zullen die onvermijdelijk doorsijpelen in de samenvatting die er aan komt. Iets na 8 uur start een Panoramische rondrit door Dublin. Dublin is de hoofdstad en heeft de grootste haven van de Ierse Republiek. Niet alleen is het de geboortestad van grote literaire namen maar, veel interessanter, het is tevens het centrum van het gekende Guinness bier. Maar het is druk-druk-druk met héél veel dubbeldek bussen rond onze lage bus. Die ontnemen ons het zicht. De gids is een zeurpiet en de chauffeur boertig en eigenzinnig. Tijdens de korte wandeling wordt het geplande bezoek aan de universiteit noodgedwongen afgebroken. Een veiligheidsagente beweert dat ons ticket niet geschikt is voor een bezoek aan de befaamde BIB en de unief.

Droepie gids probeert haar zo’n 5 minuten lang met smeken te overhalen. Zonder resultaat. Daarna zegt hij ons laconiek: “vorige keren zagen ze dat wel door de vingers”. De pipo heeft allicht gewoon goedkopere tickets gekocht. We druipen veel te braaf en in zijn plaats beschaamd, af… Trinity College, gesticht in 1592, is de meest prestigieuze en oudste universiteit van Ierland. Haar bibliotheek bevat in totaal zo'n 4,5 miljoen boeken en manuscripten. Heel bijzonder is de Long Room, een indrukwekkende leeszaal van 65 m lang met meer dan 200.000 boeken die in wandkasten staan te popelen om gelezen te worden. Hier werden verschillende Harry Potter scènes gedraaid. Maar een blik wordt ons niet gegund. Onze 2de wandeling is ook een ramp. De chauffeur weigert te stoppen aan de ingang van de kerk die we zouden bekijken en rijdt een paar keer een blok rond. Iedereen probeert dan maar vanuit de bus te fotograferen… Plots krijgen we dan toch de kans de bus te verlaten en moeten we wat straten door tot we aan het parkje, voor de kerk, zonder halsbrekerij, wat mooie foto’s kunnen maken. Vervolgens gaat het in looppas terug naar de bus of ze zijn weg zonder ons. Toch genieten we van een lekkere lunch aan boord. We vergeten de voormiddag en kijken uit naar de volgende excursie. Veel erger kan het niet worden?! Om 13u40 gaat die van start.

MALAHIDE CASTLE & GARDENS

19


MALAHIDE CASTLE EN PANORAMISCHE KUSTRIT. Ten noorden van Dublin ligt het dorpje Malahide met kasteel en z’n weelderige tuinen en, uiteraard, met een nest spoken. 0nze chauffeur beslist om niet de snelweg te nemen maar om dwars door de stad te rijden, de weg waar we deze morgen al door gekropen zijn, en EERST de panoramische kustrit te maken naar Howth. Dat ligt op een heuvel en we kunnen er genieten van een schitterend uitzicht over de baai van Dublin. Hij maakt nog een onvoorziene stop met wat vrije tijd (?) in het haventje van Kittinake. De gids troont ons mee en is heilig overtuigd dat daar het beste visrestaurantje van de héle wereld is gelegen?! Kan wel zijn maar daar hebben we niets aan en we zijn onze tijd aan het verprutsen. Maar warempel, we trekken alsnog richting Malahide en raken, midden op het spitsuur, natuurlijk vast in een file. Hum, niets aan te doen zeker?! De chauffeur voelt nattigheid wat fooi betreft en probeert een andere weg uit. RAMP, we komen aan een brug waar hij niet onderdoor kan! Grgrgr… Kent die dan gedomme de afmetingen van zijn bus niet?! Dan maar terug en weer de file trotseren! Kalm, mensen kalm, niet naar je horloge kijken… Resultaat: Er blijft te weinig tijd over om zowel het kasteel als de tuinen te bezoeken. Begint het op de koop toe nog te onweren ook. Een blits bezoekje in het landhuis lukt misschien nog net? 48 morrende passagiers stappen terug op de bus. Allen zijn overtuigd van een totaal verloren dag! Dat krijgt een staartje. Woensdag 24 juli 2019 Cork (Ierland) Al met al viel de nacht mee. We kijken uit naar een volgende trip, dit ondanks de negatieve beleving van gisteren. We weten uit ervaring dat het een uitzondering was. We trekken naar COBH (voormalig Queenstown), waar we eerder in de ochtend zijn voorbij gevaren. Cobh (betekent "de inham") is een van de grotere zeehavens in Ierland.

Vanuit de haven immigreerden met de Cunard Line en White Star Line ongeveer 2,5 miljoen hongerige Ieren richting Amerika. Het was tevens de derde en allerlaatste tussenstop van de fonkelnieuwe TITANIC voor die 2 dagen later, op weg naar New York, op een ijsberg botste en verging. In het kleurrijke stadscentrum staat het Lusitiana Memorial dat herinnert aan het passagiersschip dat in 1915 op weg naar Cobh tot zinken werd gebracht door een Duitse U-boot. Er stierven toen 128 Amerikaanse passagiers. Voor het tot dan neutrale Amerika was dit het startschot om zich actief in het conflict te mengen. Veel van de opvarenden die het leven lieten zijn in Cobh begraven. Allemaal nogal somber, maar toch is de rit naar Cobh heel mooi, véél mooier dan wat we gisteren te zien kregen, dus dat is al goed, gelukkig. Maar de echte fun moet nog komen. We gaan op “SEA SAFARI” naar Kinsale! Dit avontuur zal een halve dag duren. Er liggen voor ons gezelschap twee ribs te wachten. Zonder veel poespas rond kledij schepen we in op de kleinste zodiak van de twee. Alleen een automatisch reddingsvest moeten we omgespen, maar die dingen voel je niet eens. We ‘hotsen en klotsen, hihi haha, jiepiejajé’ Nadat we de haven hebben verlaten, varen we westelijk langs de kustlijn om van dichtbij te genieten van schilderachtige kliffen, baaien, grotten. We racen langs het eiland Spike, Camden Fort, Carlisle Fort, Roche’s Point Lighthouse. Allen daterend uit de jaren 1800. Een REUZE leuke zodiaktrip waarbij we rond de middag een tussenstop maken in het historische stadje Kinsale, “de Parel van Ierland”. We komen er in ‘Cronins Pub’ terecht. Gezellig! Er wordt ons een Irish coffee aangeboden… Dat maakt het nog gezelliger. Vol verse moed stappen we weer in de Zodiac voor een speelse terugvaart naar de plaats van vertrek! In Cobh hebben we nog een uurtje vrije tijd voor een late lunch en een bezoek aan het gezellige stadje. We beleefden een héél geslaagde dag! Het slot van onze reis komt nu wel heel dichtbij, maar dat houden we voor volgende keer. Tot dan Marnix & Vera

20


CURSIEFJE

BIJ HET EERSTE

LENTEZONNETJE Tekst & foto: Jef beernaert

Ze waren er uitzonderlijk vroeg dit jaar: De lentekriebels. En het is een waarheid als een koe. Waar ‘t jeukt moeje schkarten!

H

alf februari lag een groot deel van de Moervaart nog onder een cm dikke deken ijs te kreunen. Amper een week daarop werden record-temperaturen voor de tijd van het jaar opgetekend, positieve welteverstaan. Het kwik ging flirterig naar de 20°C toe. En dat niet voor een dag, zuidelijke winden, verzadigd met woestijnzand (jammer genoeg zonder oliedollars) zorgden ervoor dat het echt lente bleef. Weermannen en -vrouwen klonken hitsig, in Ukkel werden er dag na dag records genoteerd. En lenteweer beweegt het bootjesvolk nu eenmaal om hun lieveling uit winterstatus te halen. En hierbij heb ik het niet over IJsprinsessen (‘k zou niet durven) maar duidelijk over hun bootjes op het water. Voorzichtig weliswaar, want zolang het Heilige kwartet, Mamertus, Pancratius, Servaas en Bonifatius, hun sneeuwschop niet hebben afgekuist, weet je het nooit zeker. Want ook weer zo’n boerenwijsheid, op Heiligen mag je niet voor de 100% inzetten. Maar toch! Onder de eerste voorzichtige oprisping van het voorjaarszonnetje lijkt de poetsdrift op gang te komen, synchroon met de boomsappen die zich naar boven stuwen en de knoppen aansporen om een heerlijke lichtgroene waas in de kruinen te toveren.

De poetsdrift werkt evenwel omgekeerd evenredig en heeft als hoofddoel om de groene schijn, die zich tijdens herfst- en winterperiode over de boot heeft ontfermt, te elimineren. Een klus waar je als man niet echt weg mee weet. Het grootste vuil, ja, dat lukt wel! Geen probleem. Met een mengsel van eau-de-javel, een kwak Dasty en voor alle zekerheid een flinke scheut Dettol, dit alles opgelost in een puts met, wegens een aangeboren afkeer, niet te veel water. Het mengsel is juist op sterkte, de verf zal niet gaan bladeren en de onderkant van onze bottekes worden hopelijk niet week, maar het vuil zal onherroepelijk verliezende partij zijn. We werken liefst met de grove borstel. Een XXXL, gaat vlugst! We schrobben tot het zweet neerdaalt en onze voeten gaan sompen. Maar de finesse komt van moeder de vrouw. Die neemt hoekjes en kantjes onder handen, onvermoeibaar en vol overgave, met een tandenborstel. Meer bepaald; de blauwe, want we hebben in het potteke ook een roze staan. Maar de klus stopt niet met wat ontgroenen. Tijdens de winter heeft manlief enkele, naar zijn mening, noodzakelijke aanpassingen doorgevoerd. Een jaarlijks ritueel, dat hoort bij boten – en bij mannen. Daarbij heeft hij er een zootje van gemaakt. Geen groen zootje, eerder een mengsel van houtkrullen, afgeknipte stukjes koperdraad, stof, verfplekken, vuile voeten en de onvermijdelijke sporen die duidelijk uit een machinekamer zijn meegekomen. Klein detail, dergelijk soort vuil is voor het gemiddelde manvolk blijkbaar onzichtbaar. Ze begrijpen dan ook het stofzuigergeronk niet en houden angstvallig de status van de batterijen in de gaten tijdens de actie. Trouwens ook een van die dingen waar ze op kikken, batterijen. De borns worden losgekoppeld, minutieus blank geschuurd en, je houdt het niet voor mogelijk, met vaseline ingesmeerd. Het is evenwel moeder de vrouw die een nieuw potteke mag afhalen bij de apotheker, want dat durven die macho’s niet aan. Je vraagt je af waar het probleem zit.

21


Eens alles min of meer op orde ligt begint meestal de miserie. Meneer moet zo nodig nog olie verversen en, God sta ons bij, de dieselfilters vervangen. Alsof dat vóór de poetsbeurt niet kon! Het frisse citroengeurtje waarmee mevrouw alles pas grondig heeft gedesinfecteerd verdwijnt sneller dan die cm-dikke laag Moervaartijs voor de zon. Wat heeft hij hier tijdens de wintermaanden dan eigenlijk uitgespookt? Gelukkig liggen er nog geen verse handdoeken te grabbel bij het wasbakje. Dat wasbakje is trouwens vooralsnog niet bruikbaar. De drinkwatertank dient nog gevuld te worden. En dat kan pas nadat havenmeester Charles de drinkwaterkraan aan het watertappunt heeft opengezet. En dat doet hij pas nadat voornoemde IJsheiligen hun fiat hebben gegeven. Trouwens, die watertank wordt ook eerst gedesinfecteerd, gewoon met wat bleekwater de wanden eens proper maken is voldoende. En dat doe je best NIET met die nieuwe spijkerbroek die je laatst voor je verjaardag kreeg, zodat je er eindelijk ook eens proper en net zou bijlopen. Mijn laatste nieuwe ziet er nu iets meer… flashy uit. Een mens kan toch niet alles weten! Maar de lente hangt in de lucht en dan mag d’r al eens iets meer mislopen. Er komt vers beddengoed om de hoek kijken en alle gordijnen worden er afgehaald voor hun jaarlijkse badje. Het lekker luie leventje van menig spinnenkop (die scharminkels weten zich te verschansen in de donkerste hoekjes) wordt hierbij verstoord. Sommigen vinden onder luid gekrijs hun einde, alleen de allerkwiksten redden het. Voor alle duidelijkheid, het zijn niet die arme spinnetjes die krijsen!

Intussen is de schipper buiten aan de gang met een lapje fijn schuurpapier. De kleine pukkeltjes die schuchter hun roeste kopjes boven steken worden genadeloos weggeschuurd. Met een N°1 penseeltje komt er een likje verf bovenop getoetst. Vanaf nu mag dat blijkbaar wel met die mooie spijkerbroek – begrijpe wie begrijpen kan. Terwijl hij plechtig een spiksplinternieuw clubwimpeltje in de zaling vastknoopt wekt een kreet, duidelijk afkomstig uit de kajuit, hem uit zijn diepste overpeinzingen. Het is bijna koffietijd, maar de fluitketel doet het niet. ’t Is te zeggen, het fornuis wil niet aanslaan. Logisch, de gasfles moet nog aangekoppeld worden. Met een grijns van oor tot oor heeft hij dat vlug gefikst en meteen goede punten gescoord. Hang er die gordijntjes maar weer in! (Denkt hij stilletjes maar vruchteloos). Zoals hij ergens in een vorig clubblad vluchtig gelezen heeft controleert hij rap eens met wat zeepsop of er geen belletjes opkomen (bij de gasaansluiting). Niet dat hij bang is om de lucht in te gaan, maar een nieuwe gasfles kost al vlug bijna zoveel als een bakje tripel. Geef toe, het zou zonde zijn. En dan is er koffie. Neen, geen Douwe Egberts, maar wel het eerste bakje van het nieuwe seizoen. Op het achterdek, in het zalige lentezonnetje. DAT is genieten! We kunnen er weer tegenaan, laat 1 mei en die eerste vaartocht nu maar komen. We zijn er klaar voor!

Perpetuum MobileMankie Pankie - 30juli 2020

22


REISVERSLAG

V

OP REIS

Tekt: Jef Beernaert Foto’s: Eartha Dereuddre

Deel3 De Terugweg naar Vlaanderen

Citadel Namen

Vr 17 juli: Het is kalm op de Maas, er komen maar weinig jachtjes langs en maar sporadisch een vrachtschip. Zelfs de Bateaux Mouches die normaal af en aan varen zie je maar een enkele keer voorbijkomen met twee man en een paardenkop als passagiers. Het sop is de kolen niet waard. En wij waren in de veronderstelling dat iedereen in eigen land zou rondtoeren, dat het overal druk zou zijn. Tot nu toe nog niets van gemerkt. Er wordt blijkbaar nog minder gevaren dan andere jaren, en dit terwijl de diesel in geen tijden zo goedkoop stond. Nochtans hoorden we tijdens de eerste lockdown, toen we niet aan boord mochten komen, heel veel gemor. Er circuleerden zelfs haatmails. Waar zitten die negativisten nu? We zijn ze nog niet tegengekomen. Intussen horen we op het radionieuws onrustwekkende berichten. Blijkbaar ziet het virus een tweede golf wel zitten, de opmars is begonnen. Plaatselijk, dat wel, maar veel vroeger dan Van Ranst & Co voorspelden. NIET GOED!

orige keer lagen we nog in Floreffe, aan de voet van de abdij. Het laatste stukje Benedensamber wordt er nu afgeknabbeld. We gaan naar de Waalse hoofdstad Namen. Al sinds jaar en dag is het één van onze favoriete stopplaatsjes. Heel lang geleden, toen mondmaskers enkel gemeengoed waren voor de Zorro’s en carjackers van deze wereld, kon je een ligplekje verschalken op de Samber net voor ze uitmondt in de Maas, vlak bij de brug aan het centrum. Dat is al lang verleden tijd, al zie je er soms nog eens iemand die er toch aanlegt. Nu ligt er bijvoorbeeld een woonscheepje die denkt ‘wie niet waagt niet wint’. De vlag heeft Oranje boven. Ik kan mij heel goed voorstellen dat ze bij een controle verbouwereerd antwoorden ‘spreaikt u geain Neidrlaands’. We zullen die Luxemotor onderweg nog een paar keer tegenkomen. Telkens kaapt die voor onze neus de mooiste gratis plekjes weg en meert er gestaag af ten halve de steiger zodat ze met zekerheid rustig alleen kunnen liggen. En zeggen dat ik een boormachientje aan boord heb met een stel vers geslepen boren. Maar we boren er geen gat in en leggen ons altijd braaf op een andere plek. Nu is dat, zoals we hadden gehoopt, aan de muur bij het casino. Er is nochtans plaats zat in de haven van Jambes, maar we liggen hier graag en onze buren zijn bekenden uit Brugge en Deinze. Kunnen we socializen – met een pikhaak afstand. Het blijft onverminderd warm, dat is genieten. Volgens de titel van dit 3de deel keren we terug naar Vlaanderen, dat is maar een halve waarheid, onze bedoeling is om eerst nog de Maas op te varen tot voorbij Dinant in Anseremme en pas daar onze imaginaire kar te keren.

Za 18 juli: We varen in kleine etappes. Er zijn op de Maas enkele ligplaatsen bij dorpjes die ons bekend in de oren klinken maar waar we nog nooit eerder stopten. Profondeville wordt het eerste slachtoffer. Hier zijn 2 mooie steigers op amper honderd meter van elkaar, iets voorbij de mooi gerestaureerde zwembadboot ‘Le Chat Lent’ (privé zwembad, anno 1937) net na de haakse bocht.

Le Chat Lent , Profondeville

23


Searching for Utopia (rechts!)

We nemen de steiger dichtst bij het kerkje. Het is een mooi hoekje en in het dorp vind je alles wat nodig is om in luxe te overleven. Enig nadeel, als je dat zo wil bestempelen, we liggen midden in een snelvaartzone. Waterskiers halen hier, vooral tijdens het weekend, hun hartje op. Uiteraard gaat dit gepaard met enig geschommel, maar we krijgen gratis spektakel in ruil. Een mooi compromis. En op een menselijk uur is de naft op en kunnen glazen weer tot het randje gevuld worden. Maar goed zo, we hebben namelijk bezoek, onze mobi-vrienden hebben Profondeville ook gevonden. Dat wordt wandelen geblazen. Zo 19 juli: Iets verder, op wandelafstand van de bekende tuinen van Annevoie, is al weer zo’n steiger. Maar hier waren we reeds, en we weten dat je voor een brood een soort muur van Geraardsbergen moet beklimmen. We varen verder naar Dinant, althans, dat was de bedoeling. Maar onderweg krijgen we van de mobi-vrienden te horen (zij zijn er vlugger dan wij) dat je er kan over koppen lopen. En mondmaskers zijn intussen verplichte materie. Het Corona-alarm indachtig meren we af aan een mooie kaaimuur in Anhée die we vroeger nog nooit opmerkten. Er is vlakbij trouwens ruimte zat voor een camper. De fietsen brengen ons langs het mooie jaagpad tot in Anseremme. Daar is een goed uitgebouwde jachthaven. Even overwegen we om toch tot hier te varen en er enkele dagen te bivakkeren. Maar lang op één plek blijven is niet ons ding. Vlak bij de haven is er de mooie priorij van Anseremme. Vruchteloos proberen we er binnen te raken, maar het is geen heiligdom meer. Het is privébezit – feestzaal. Eerst dacht ik nog om in te treden, maar we zullen een party moeten organiseren om de binnenkant en tuinen te zien te krijgen. Priorij Anseremme

We fietsen, voor we terugkeren aan boord, een stukje langs de Lesse, maar dat is fel bergop, het blijft bij een kortstondige poging. De 10 km terug langs de Maas zijn vlak, dat loopt beter. Ons avondmaal bestaat verdorie niet, zoals verhoopt, uit mosselen aan de kade in Dinant. Google Maps weet ons gelukkig wel te vertellen dat er een frietkot open is op amper een km. Moderne tijden, het is me wat, maar we zijn er wel blij mee.

24

Ma 20 juli: Gezien Frankrijk niet ver weg is maar we beslist niet van plan zijn om buiten ’s lands grenzen te trekken, keren we terug naar Namen. De Maas is hier toch wel op z’n mooist. Meanderend tussen rotsformaties met forten, kastelen en leuke optrekjes met grote tuinen die allicht nog steeds eigendom zijn van de rijke industriële families van weleer. Afmeren kan ongeveer op hetzelfde plekje aan de muur in Namen als 3 dagen geleden. We gaan wandelen en willen gezond blijven. Het gezellige centrum laten we wijselijk links liggen. In plaats daarvan beklimmen we de vele trappen naar de imposante Citadel die 100 m boven ons uittorent. Daar komen we een bekende tegen uit Nieuwpoort. ‘Searching for Utopia’, het kunstwerk waar ‘vuil pitoutje’ Jan Fabre, gezeten op een reuzenschildpad, uitkijkt over de horizon. Er staat er nu één op de citadelflank, allicht het tweede beeld dat gemaakt werd en reeds een wereldtournee maakte, of zou het echt die uit Nieuwpoort zijn? Nee hoor! Hier heeft het uiteraard geen zeezicht. Het kijkt uit over de monding van de Samber en de Maasvalei. Ook niet mis! De Citadel van Namen is een der grootste forten in Europa en was tot eind jaren ’70 nog de thuisbasis voor commando’s. Tegenwoordig heeft het geen enkel militair belang meer en is het eigendom van de stad. Wat je boven de grond ziet is maar klein bier vegeleken met wat er onder zit. Het is een mierennest van ongeveer 7 km onderaardse gangen. Dat gangenstelsel kan je bezoeken met Nederlandstalige gids. Ondanks covid ook nu weer opnieuw, dit met inachtneming van de veiligheidsmaatregelen. Maar tijdens onze passage was alles hermetisch dicht. Jammer, want het schijnt zeker de moeite waard. We moeten het beslist bij een volgende doortocht op ons programma zetten. Maar een gewone bovengrondse wandeling is best ook indrukwekkend. Weer beneden kunnen we er niet aan weerstaan om de nieuwe voetgangers- en fietsbrug naar Jambes te proberen. Het brengt ons bij het Elysette, de zetel van de Waalse regering. Duidelijk herkenbaar, er staat een groot kieken voor de poort, en dan hebben we het niet over de security.


Zicht op Hoei, de kathedraal, de bruggen, de citadel

Maar wat veel meer aantrekkingskracht uitoefent zijn de tientallen wandelaars die we tegenkomen, stuk voor stuk met een grote lekkere cornet in aanslag. De crémerie is blijkbaar pas opgestart en reeds the-place-to-be. We stellen ons ook in de rij en wachten gemaskerd & geduldig onze beurt af voor een crémeke. Een kinderhand is gauw gevuld! Terug aan de kaai komen we juist op tijd om een verpieterd zeilbootje onder Duitse vlag met twee stoere bonken te helpen afmeren. Iets later horen we veel kabaal. Een der bonken is met geweld de elektriciteitskast aan het slopen. Daar spreek ik de man in mijn beste Duits op aan. Die begrijpt er geen snars van, wordt brutaal en uit bedreigingen in zijn moedertaal, blijkbaar Engels?!? Straks krijg ik slaag, soms verdien ik dat volgens Eartha, maar nu eens niet. Die dingen kosten veel geld en andermans materiaal hou je in ere. Ik neem in een impuls een foto van de man waarna hij bijna uit zijn vel springt, maar toch afdruipt. Die nacht droom ik van ‘twee ogen zo blauw, een van de boksmatch, een van…’.

Maar momenteel is deze uit heirkracht gedemonteerd, dit nadat een helicopter in de kabels bleef hangen en te pletter sloeg. Benieuwd of het museumstuk uit 1957 ooit zal heropenen. Het fort (in WOII een concentratiekamp) kan bezocht worden, zou ieder mens eens moeten doen, maar weet dat het heel beklijvend is. Na het bezoek heb je nood aan een trappist, dat is zeker. Vooral de permanente tentoonstelling over de holocaust blijft in de kleren hangen. Achteraf besef je wel ten volle hoe goed we het hebben, ondanks de pijnpunten van de maatschappij.. Woe 22 juli: We meren opnieuw af aan een van die mooie plekjes langs de Maas. In het oude sluisje van Chokier, vlakbij Flémalle, is nu een waterskiclub gevestigd. Als passant mag je 24u aan het voormalige kaaimuurtje voor de sluis afmeren. Die is uiteraard niet meer werkzaam en dateert van rond 1840. Ze hoort bij de eerste sluisjes met barrage die werden aangelegd om de Maas te kanaliseren en het jaar door bevaarbaar te houden. Voorheen was de Maas nog een ongecontroleerde rivier. In de zomer, bij lage waterstand, onbevaarbaar en bij hevige neerslag wild en gezwollen.

Di 21 juli: Het varen tussen de rotsformaties van Marche-lesDames en Namêche blijft fascinerend mooi. Hoei wordt onze volgende stop. Daar zijn 2 haventjes, Statte, opwaarts en Corphalie afwaarts Oud sluizencomplex in Chokier, het blauwe tentje is van de skiclub Hoei, bijna in de schaduw van de kerncentrales van Tihange. Beiden zijn goed en onder beheer van Yacht Club de Huy. We kiezen deze keer Statte, op wandelafstand van het nieuwe koopjesparadijs, al hadden we toch beter de fiets genomen. Sportievelingen laten het winkelcentrum links liggen en concentreren zich op de muur van Hoei. Zo sportief is de gemiddelde toervaarder evenwel niet, de meesten zullen ongetwijfeld de télephérique nemen om het fort te bezoeken.

25


Er waren ondieptes van vooral afgekalfd kalk en keien maar ook diepe gaten. De vele eilandjes, waarvan er nu nog enkele bestaan, bemoeilijkten het jagen, passage met 2 schepen was moeilijk. Overslag van goederen op aangepaste schuiten was onvermijdelijk maar tijdrovend en duur. Hippolyte Guillery, waterbouwkundige van Bruggen en Wegen, die vlakbij onze ligplaats een monument heeft, paste op verschillende plaatsen de loop van de Maas aan door o.a. eilanden, ondieptes en bochten weg te graven. Er kwamen 10 sluizen met barrages tussen de 2 provinciehoofdsteden Namen en Luik, waarvan je op de meeste plaatsen nog restanten ziet. De oude barrages zijn allemaal verdwenen en vervangen door de huidige bij de moderne sluizen. Misschien nog een interessant weetje, in Nederland kwam het kanaliseren nog veel later op gang, pas naar het einde van de 19de eeuw tot aan de jaren ’30 van vorige eeuw, maar het verval per km is er ook veel minder groot. Achter dat kaaimuurtje lig je prima. Zelfs de golven van de skiërs, die ons een namiddag gratis amusement geven, voel je nauwelijks. Do 23 juli: De passage van sluis Ivoz-Ramet verloopt vlot. Waar het vroeger een knelpunt was is dat met de komst van de nieuwe sluis geen probleem meer. We lopen stilaan Luik aan en twijfelen of we zullen afmeren in de jachthaven of bij de monding van de Ourthe aan de kaai bij de roeivereniging, waar je als passant kan liggen, weliswaar eenzaam en iets verder van het centrum weg. We gaan naar de haven. Maar die is niet meer wat het vroeger was. De havenmeester die zeer lang de dienst uitmaakte is ingescheept, enkel ticketje richting eindbestemming. De stadsbeambte van dienst lijkt maar matig geïnteresseerd in het havengebeuren. We boeken voor 1 nacht en bezoeken de oude stad. We zijn er niet helemaal gerust in maar merken dat de Luikenaars best wel gedisciplineerd zijn en de covid-maatregelen ter harte nemen. Het centrum is mooi, vooral de oude sités vinden we fijn.

Impasse des Ursulines - Luik

26

Die zijn stuk voor stuk hogerop gelegen. Allicht met de bedoeling om de voeten droog te houden, wat aan een rivier niet steeds vanzelfsprekend is. Via de ‘Impasse des Ursulines’, een eeuwenoude eindeloos lijkende trap, beklimmen we de citadel. De hitte, de felle stijging en allicht ook een beetje de lamentabele conditie van de auteur, noopt ons om af en toe eens halt te houden zodat de bollekes voor de ogen kunnen wijken. Maar het is zonder meer de moeite waard als je boven komt. Je krijgt een formidabel zicht over de stad, de Maas en de omgeving. We maken evenwel een grote fout. Nu we boven zijn zouden we hier moeten rondzwerven om alles te ontdekken, maar het is veel te warm en we leven in onwetendheid. We bezochten het toeristisch bureau nog niet. Afdalen doen we langs Montagne de Bueren, de monumentale trap, 374 treden hoog, die je in rechte lijn naar beneden brengt. Eens terug beneden bezoeken we - veel te laat - het info toerisme, gehuisvest in het voormalige vleeshuis, een prachtig gebouw. En we gaan - niets te vroeg - een lekkere pint drinken op een terrasje in het centrum. Vr 24 juli: We verlaten Luik, zeggen en passant goeiendag aan koning Albert 1 die reeds 82 jaar stoïcijns op zijn sokkel staat op km 0, daar waar het Albertkanaal zich opsplitst van de Maas en maken langs het verbindingskanaaltje in Haccourt nog een zijsprongetje naar Visé voor onze laatste dag Wallonië. Het haventje is erg rustig gelegen, maar een kolonie Canadese ganzen, op wat ooit een grasperkje was naast onze boot, zijn er te veel aan. Ze sch…ten letterlijk alles vol en het aroma is in deze hitte niet aangenaam. Maar we hebben bezoek uit het nabijgelegen Bolland en dat maakt alles goed. Visé, een van de 7 Belgische martelaarssteden, kreeg in de 1ste oorlog de Belgische primeur om onder de voet gelopen te worden door de Ulanen. In augustus 1914 werd een echt schrikbewind gevoerd met moord, brandstichting, deportatie en alle andere denkbare wandaden. Er staan tientallen borden opgesteld langs een uitgestippeld wandelparcours met tekst en uitleg over die woelige periode. (ook in het NL, Eng en, Godbetert… Duits)


Visé – Pont des Allemands

De ellenlange spoorwegbrug (530m) over de Maas met de veelzeggende naam ‘Pont des Allemands’ werd in die oorlog door Russische krijgsgevangenen gebouwd. Tot voor enkele jaren kon je de treinen er over horen denderen. De inbeelding dat het deportatietreinen waren was niet veraf. Maar de brug heeft nog maar pas een verjongingskuur ondergaan, je hoort nog amper iets. Als dat geen make-over is! Als toerist eigenlijk wel jammer want de sfeer is weg, voor de bewoners allicht een zegen. Za 25 juli: We keren terug langs het sluisje van Haccourt waar we een eeuwigheid moeten wachten op een habitué uit Visé die met vrienden een daguitstapje maakt. Waterbesparing is het devies, gemotiveerd door een handje met enkele euro’s in. Moet kunnen, maar we lagen er wel bijna een uur! We varen over het Albertkanaal rakelings langs het fort Eben-Emael en voorbij de haven van Kanne. De woordjes Frans die we de voorbije weken plachten te stamelen kunnen weer diep opgeborgen worden voor een volgende passage door het Franstalige landsdeel. Maar we hebben er wel van genoten. En van die vermeende burgeroorlog tussen Vlamingen en Walen? Daar hebben we niks van gemerkt. Passantenplaats Oud-Rekem

In Oud-Rekem, dat is een goeie twee km voorbij de tweede sluis op de Zuid Willemsvaart, gaan we diep in de remmen. Daar hebben we geluk, er is nog net plaats voor ons aan de mooie passantensteiger. Volgens borden moet een deel van de steiger vrij blijven voor een passagiersboot, maar met de geldende covid-regels vaart die momenteel blijkbaar niet. Zo 26 juli: Oud-Rekem werd ooit uitgeroepen tot ‘Mooiste dorp van Vlaanderen’. Als je er rondwandelt weet je onmiddellijk waarom. Je zet er een stap terug in de tijd, maar zonder het Bokrijk-effect. Hier gaat het echte leven verder, ook al moest ik deze morgen verder fietsen dan verwacht voor ons dagelijks brood. Er is een pittoreske dorpskern met historische huisjes en verrassend veel groen, het kasteel, een kerkje dat als museum is ingericht en verschillende terrasjes en eethuisjes. Meer heb je echt niet nodig voor een dagje vertier. Wij eindigen de dag in het Posthuis. Timbres verkopen ze er niet maar een pintje kost er net geen euro en die schuiven vlot over de toog. Het binnenpleintje is er gezellig rommelig. Een goeie plek om af te sluiten. Oud-Rekem - sfeerbeeld

Volgende keer trekken we verder door de Kempische kanalen, varen we door een historische sluis waarvan we dachten dat ze al jaren vastgeroest zat en spotten een zeehondje op de Rupel. Tot dan.

27


TECHNIEK

Lekkende schroefasdichting Tekt & illustratie: Jef Beernaert

DEEL 2: Watersmering

H

et water waarin we varen buitenboord houden? Iedereen zal me voor één keer gelijk geven, dat is heel belangrijk, maar niet steeds vanzelfsprekend. Vooral waar de schroefas door de schroefaskoker naar binnen komt durft er al eens een druppel water meekomen op visite. En zolang het een drup is liggen we er niet van wakker. Maar vele druppeltjes vormen een oceaan, en die is aan boord niet welkom. Vorige keer hadden we het over de oeroude vetsmering, een systeem dat, ondanks zijn bewezen degelijkheid, al eens last heeft van incontinentie, met een drupje verlies tot gevolg. Nu nemen we graag de hippe watergesmeerde schroefassystemen eens op de korrel. De fabrikanten zweren dat hun dichtingen waterdicht zijn. Maar is dat ook zo?

Waarom niet? Heel eenvoudig, het is simpel, goedkoop en best heel degelijk. Bij uitzondering vind je af en toe, vooral bij grotere jachten, oliebadsmering. Maar ook met die dingen kan het fout gaan. Een prangende vraag: je bent ergens onderweg, wat kan je beginnen als je watergesmeerde dichting plots naar de wuppe is. Ook daar trachten we een antwoord op te geven.

Watergesmeerde schroefasinstallatie

Constructie

Ze zijn reeds verschillende jaren de nieuwe standaard. Een watergesmeerde schroefasinstallatie draait in een schroefaskoker waar buitenwater doorstroomt. Het is een milieuvriendelijke oplossing want het is niet nodig om de vetpot te bespelen, dus komt er geen vet in het oppervlaktewater terecht. Watersmering kan dan weer corrosie veroorzaken, daar zal bij de constructie rekening mee moeten gehouden worden. Als er veel boven een zanderige bodem wordt gevaren zijn bepaalde dichtingen dan weer kwetsbaar. De zandkorreltjes komen makkelijk in de installatie en kunnen lekkage veroorzaken. Maar als het goed werd uitgevoerd is ze bijna onderhoudsvrij en zeer netjes. Geen rondspattend vet en theoretisch nooit een drup water in de bilge.

In plaats van ons te verdiepen in voor- en nadelen kijken we liever eens hoe een watergesmeerde schroefasinstallatie is samengesteld. Want er is meer dan alleen maar een dichting. Indien je graag hebt dat die dichting voor lange tijd dicht blijft moet alles wat tussen motor en schroef zit voldoen aan de eisen van het gekozen type watersmering. Welke soorten er bestaan, daar hebben we het straks nog over. Maar eerst wat algemene uitleg bij een schets.

In de jachtbouw wordt sinds de jaren ‘90 van vorige eeuw maar zelden meer een ander systeem toegepast.

28


Op zich is er qua constructie weinig verschil tussen een ordinaire vetgesmeerde en een watergesmeerde installatie. De vetpot ontbreekt en wordt vervangen door een buitenwater-leiding, meestal verbonden met een waterschep die onder de romp is gemonteerd. Dat schepje wordt naar voor gericht zodat tijdens het varen water onder een lichte druk door de roterende dichting en schroefaskoker wordt geperst. Hierbij willen we opmerken dat hetzelfde soort waterschep ook gebruikt wordt bij een scheepstoilet. Daar wordt het naar achter gericht om te vermijden dat het toilet volloopt tijdens een vaartocht. Zo’n schepje heeft een rooster waar groot zwevend vuil zoals plastiek of wier niet door kan. Af en toe ontbreekt de schep en wordt water afgetapt bij de koelwaterpomp die ook motor en uitlaat bedient van buitenwater. Het is belangrijk dat er een ontluchting is voorzien tot ver boven de waterlijn, of beter nog naar buiten toe. Een luchtbel in het systeem kan de doorstroming verhinderen waarbij de lagers en dichting kunnen warm lopen.

Op de schets zien we verder een stuwdruklager met homokinetische koppeling. Voor alle duidelijkheid, die homokineet is niet noodzakelijk en kan evengoed een elastische koppeling zijn. Het stuwdruklager is wel aan te raden. Schroefassen zijn, door de band genomen, lang en dun. Een motor staat wiebelachtig opgesteld en is constant in beweging. Voor de afdichting zijn dat geen optimale omstandigheden. Een stuwdruklager zal die bewegingen opvangen en de dichting ontlasten. Een goede uitlijning is uiteraard van belang. En dan hebben we nog een belangrijk item, namelijk de roterende asafdichting.

Watergesmeerde dichting Er zijn in hoofdzaak 2 verschillende systemen in watergesmeerde dichtingen, namelijk axiale en radiale.

Bij een axiale dichting wordt afgedicht tussen twee vlakken die tegen elkaar aandrukken (mechanical seal).

water

Ontluchting

Afdichtvlak De bronzen lagerbussen, die al sinds vanouds gebruikt worden in schroefassystemen, zijn niet geschikt voor watersmering, dit om twee redenen: brons heeft nood aan vet of olie en het belemmert de doorstroming van water. Bij watersmering worden rubberlagers gebruikt. Die hebben in langsrichting doorlopende groeven. Die laten het water goed doorstromen en zorgen voor een optimale smering. Water is nu eenmaal een ideaal smeermiddel voor rubber. Denk maar hoe glad een nat wegdek kan zijn met de auto. De rubberen bussen zullen eigenlijk niet uitslijten omdat de schroefas altijd in een waterfilm loopt (hydraustatishe lagering).

Lichte druk

Afknijpring voor noodgevallen Bij een radiale dichting wordt afgedicht met lipdichtringen op de roterende schroefas.

klemring

water Flexibele rubber behuizing

Naar buiten toe is er een open doorstroming, dus geen afdichting. Uiteraard wordt wel een ring gemonteerd met voldoende speling op de schroefas, die moet beletten dat de rubber lagerbus naar buiten kan schuiven. Zoals reeds vermeld is het water waarin we varen vrij agressief. Dat kan zoet, zout of brak zijn, en op de koop toe bevat het zand en andere onreinheden. In een watergesmeerde schroefas zit er, in de meeste gevallen, geen vet. Dus ook schroefas en schroefaskoker zitten onbeschermd in het water. Daarom is het zeer belangrijk dat deze uit een roestvast materiaal gemaakt zijn. Een goede keuze voor de schroefas is het materiaalnummer AISI 431, een inoxsoort met hoge treksterkte. Voor de koker is AISI 316 uitstekend, zeewaterbestendig, perfect lasbaar en courant verkrijgbaar.

Schroefaskoker

Afdichtringen

Deze schetsen zijn theoretisch. Afhankelijk van merk en prijsklasse zijn hierin wel grote verschillen op te tekenen, zeker naar kwaliteit, accuraatheid en levensduur toe.

29


Bij sommige types lopen de dichtringen rechtstreeks op de schroefas. Die gaat op termijn inlopen en onvermijdelijk krijg je lekkage. Bij andere koppelingen lopen dichtingen op een gehardstalen of keramische spiegelgladde tussenring. Dan ben je voor lange tijd gerust. Om de onvermijdelijke bewegingen van de schroefas op te vangen worden de dichtingen flexibel (zwevend) opgesteld in een rubberen behuizing. Op die manier beweegt de dichting mee met de as. Enkele veel toegepaste merken: Volvo Seal: Een zeer degelijke radial lager met 3 lipdichtingen die met een vetnippeltje kunnen gesmeerd worden (jaarlijks). Alle bekende merken (VETUS, ALPHA, EXALTO …) verkopen dergelijke koppelingen of copy’s ervan. Tides Marine: Radiale dichting, voornamelijk bij snelvarende jachten (halfglijders) kom je ze tegen. De dichtringen kunnen eenvoudig vervangen worden indien er enkele reserveringen vooraf over de schroefas worden geschoven (beschermd in een speciaal kokertje). ManeCraft: Een simpel in te bouwen axiale dichting. De loopvlakken, vervaardigd uit kunststof en brons, zijn gevoelig aan inlopen. In geval van lekkage kan de dichting gemakkelijk afgekneld worden om een herstelling uit te voeren.

Mogelijke problemen en een oplossing De titel van dit artikel indachtig moeten we het over problemen hebben. En die kunnen zich voordoen. Alle draaikoppelingen hebben water nodig om tijdens het varen niet te verhitten. Een luchtbel in het systeem is dodelijk voor de gevoelige rubberen lipdichtingen. Een ontluchting is er niet steeds op voorzien. Bij de zwevende koppelingen is het voldoende om na een winterperiode of zeker na een werfbeurt, op de zachte rubber te knijpen. De lucht zal er uitgeperst worden (dat hoor je) langs de lipseals. Dat moet je echt doen telkens je uit het water bent geweest. Bij een axiale dichting kan je met de hand de dichting eens kort achteruitwippen tot er water doorsijpelt. Doe je dit niet, dan krijg je mogelijks geen doorstroming met als gevolg een drooglopen van de rubberlagers. Die zullen een flink trillend en grommend kabaal produceren. Dan weet je hoe laat het is.

30

Het is mogelijk dat een axiale dichting begint te druppen nadat er in vervuild water werd gevaren. De Benedenschelde bijvoorbeeld is steeds onderhevig aan getij met als gevolg zeer veel zwevende zandkorrels in het water. Dat ongefilterde water komt in de draaikoppeling terecht en nestelt zich tussen de dichtingsvlakken met lekkage tot gevolg. Variërend van enkele druppen tot zelfs liters op korte tijd. Meestal is dit vlot te verhelpen door de wrijvingsvlakken te reinigen. Dat lukt uitstekend met zeer fijn waterschuurpapier, bv korrel 1000. Je friemelt een stukje tussen de loopvlakken en draait de schroefas manueel enkele toeren rond. Veel kans dat de lekkage verleden tijd is. Indien lipsaels druppen hebben ze misschien wel nood aan wat vet. Soms is er een smeernippel voorzien, soms niet. In het laatste geval is het iets moeilijker maar niet onoverkomelijk. Je wrijft royaal wat vet op de schroefas net naast de dichting en omwikkel dat met 1 toer boterpapier. Met een draaiende beweging schuif je het boterpapier onder de dichting. Vervolgens duw je gemakkelijk het vet onder het papier door tot tussen de dichtingsringen. Maar het kan ook zijn dat de schroefas ingelopen is. Daar kan je onderweg weinig aan veranderen. Of toch? Indien de lekkage van die aard is dat het water binnen stroomt, twijfel niet. Sluit de watertoevoer af en pomp de schroefaskoker vol met vet langs de waterinlaat. Zo krijg je een eenvoudige vetgesmeerde schroefas die tijdelijk, en waarschijnlijk zelfs voor langere tijd, geen drup water meer doorlaat. Bij de eerste werfbeurt kan je de schroefas en dichting repareren. Een ingelopen schroefas hoeft niet verloren te zijn. Er kan plaatselijk een geharde bus op gemonteerd worden. Of een speedisleefe. Dat is een heel dunwandig ringetje dat over de plek kan geschoven worden waar de as is Speedi-sleeve ingelopen. Daarna is de as weer Ingelopen schroefas voor jaren goed, zelfs beter dan voorheen. Bij hoge uitzondering kan de watertoevoer verstopt komen te zitten door een knik in de leiding, een waterschepje dat vol zit met wier of de buitenkraan die na de winter nog dicht staat. Dit kan fataal zijn voor een dichting, maar normaal gezien zal je dit tijdig horen aan de schroefas die begint lawaai te maken. Ook hier is eerst ontluchten de boodschap. Het is mogelijk dat er bij een watergesmeerde installatie een elektrische brug moet voorzien worden om elektrolyse van schroef en as tegen te gaan. Schroefas en scheepsromp moeten met elkaar elektrisch in contact staan. Dit kan uitgemeten worden met een simpele ohm-meter. Dit artikel is verre van compleet, er bestaan tientallen soorten dichtringen. En ondanks de beschreven problemen valt dit in de regel heel goed mee. Het is een zeer degelijk, proper en onderhoudsarm systeem, maar goed om weten dat het niet feilloos is. En dat je bij problemen bijna altijd, zonder veel poespas, het euvel kan verhelpen. Laat dit nu net de bedoeling zijn van dit technisch hoekje.


Kameraaden Toervaarders, Vereenig u. Vier den eersten mei en vaart mee! Gij zult er geenen spijt van krijgen.

OPENEN VAARSEIZOEN MEI WEEKEND

Za 1, Zo 2 en Ma 3 mei Met Watersport Moervaart naar

Door een stremming in Schipdonk die momenteel reeds tot 30 april is verlengd, kan de toervaart die gepland stond naar Nieuwendorpe niet doorgaan. Er werd naar een waardig alternatief gezocht en daarbij kwamen we bij Oudenaarde uit. Door de uitzonderlijke corona omstandigheden worden momenteel geen gezamenlijke binnen-activiteiten gepland. Indien de situatie dit toelaat biedt Oudenaarde voldoende mogelijkheden om alsnog iets te organiseren. Hiervan wordt u tijdig op de hoogte gebracht. Een restaurantbezoek met ons allen zit er voorlopig dus ook niet in. We plannen, afhankelijk van uw wensen, een take away.

We springen er eens uit – maar op een veilige, verantwoorde manier!

PLANNING (onder voorbehoud en aan te passen naar de situatie van het moment) Za 1 mei Afvaart in Wachtebeke om 8u30 uur. We varen met bediening op afstand dwars door Gent (via Portus Ganda, en Brusselsepoortsluis). We verwachten aan te komen in Oudenaarde omstreeks 15u30. Ligplaatsen worden gereserveerd. We kunnen genieten van het VPF-weekendtarief (jaarlijks eenmalig) à €7 per boot voor 2 nachten. Take away maaltijden worden per deelnemer afgegeven aan boord omstreeks 18u30. (Samen aan een tafel kan momenteel niet. Deelname niet verplicht). Vooraf wordt prijs en menukeuze doorgegeven. Zo 2 mei WM bezorgt een pakketje van de bakker bij elke boot. Voor de mannen HET moment om goeie punten te scoren! In de voormiddag gaat de jaarlijkse bloemenmarkt door op de markt. Namiddag: We strekken de lome benen en wandelen door Historisch Oudenaarde: thema ‘VROEGER EN NU’. Ma 3 mei Afvaart richting thuishaven om 10 u.

Via mail ontvangt u binnenkort een update van het programma. Inschrijven voor deelname kan nu reeds via mail watersport.moervaart@proximus.be Of telefonisch bij Jo Cappaert: GSM 0496 656 968 Inschrijven kan tot 23 april.

Deelnemen aan een toertocht met Watersport Moervaart vzw is gratis. Excl. Havengelden en restaurantkosten .

31


.

Olsjt, HERE WE COME! De toervaart die in 2020 gepland stond maar wegens de eerste coronagolf niet mocht doorgaan zal nu, gezien alle problemen uit de weg zijn, wel kunnen plaatsvinden! Meer nog, voor zij die in de mogelijkheid verkeren, voldoende verlof, tijd en er vooral zin in hebben, wordt er na onze uitspattingen bij de ajuinen nog een stukje aangebreid tot en met Pinksteren. Gezien zowel de VPF- als de VVW toervaart 2021 opnieuw niet kan worden georganiseerd varen we na Aalst nog een weekje verder de mooie Dender op en keren terug over de Bovenschelde. Het wordt een fijne lus met verschillende interessante stopplaatsen.

TOERVAART HEMELVAARTWEEKEND DO 13 TOT ZO 16 MEI We trekken op woensdagnamiddag naar Gent Lindenlei en verzamelen daar om donderdagmorgen gezamenlijk naar Aalst te trekken. We verlaten om 8u30 de VPF haven en varen met het getij mee naar Dendermonde. (HW Gent omstreeks 9u15). In Aalst kan afgemeerd worden bij VVW Aalst met elektra of aan de kade voor zij die er geen behoefte aan hebben. Er staat op de planning een werfbezoek aan de nieuwe sluis, een kijkje in de carnaval werkplaatsen en een gezamenlijk etentje in de Mozart. Het is moeilijk inschatten wat er hiervan kan doorgaan. Een gezamenlijk bezoek aan het inentingscentrum zou veel oplossen, maar Pfizer & C° zijn niet klaar voor ons! Op zondag kunnen zij die niet verder meevaren terug naar huis. De overblijvers trekken verder de Dender op.

VAARLUS OVER DENDER – KANAAL BLATON- PERONNES EN BOVENSCHELDE VAN 16 MEI TOT 24 MEI Geplande afmeerplaatsen: -

Zondag 16 mei: Geraardsbergen (31km – 6 sluizen) Maandag 17 mei: Ath (21 km, 5 sluizen) Dinsdag 18 mei: Ladeuze (10 km – 7 sluizen) Woensdag 19 mei: Péruwelz (17 km – 14 sluizen) Donderdag 20 mei: Peronnes (16 km – 1 sluis) Vrijdag 21 mei: Doornik (10km – 1 sluis) Zaterdag 22 mei: Oudenaarde (40 km – 3 sluizen) Zondag 23 mei (Pinksteren): Gent (30 km – 2 sluizen) Maandag 24 mei (Pinkstermaandag): Wachtebeke

OPGELET: Doorvaarthoogte op dit traject op de Dender is beperkt tot 3.98 m Op bepaalde afmeerplaatsen zal iets georganiseerd worden, soms vooraf gepland, een andere keer spontaan. Maar het is vooral de bedoeling om te genieten van de vaartocht, de omgeving en het gezelschap.

Via mail ontvangt u binnenkort een update van het programma. Inschrijven voor deelname kan nu reeds via mail watersport.moervaart@proximus.be Of telefonisch bij Jo Cappaert: GSM 0496 656 968 Geef door aub of u de volledige vaarlus wenst mee te varen of enkel tot Aalst en terug.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.