Watersport Moervaart Magazine Juli 2020

Page 1

MOERVAART - magazine Driemaandelijks ledenblad van Watersport Moervaart vzw - Wachtebeke – Jaargang 38 – Juli 2020

Met het tij mee?

Of tegen de stroom in!

Remorqueur met sleep op de Rhône

Een kleine test

OP REIS op elektriciteit

KEEP SMILING! Afzendadres: Leeweg 4 – 9270 Laarne V.U. Beernaert Jef

P509300 Afgiftekantoor 9270, Laarne


Kroniek van een lockdown

Tekst: Jo Cappaert

Op 23 febr. pikken Hilde en ik musical Daens mee. Het spektakel is uitverkocht, veel volk (nog niet met dat virusje bezig) en terecht, het is een aanrader. Door de speciale effecten, gebracht door koptelefoons, windmakers en het bewegende theater is het alsof je zelf meespeelt in dit dramatisch maar prachtig vertolkte stuk.

D

e dagen zijn kort en donker, het voelt een beetje somber aan. Dikke regendruppels, aangestuurd door een flinke portie wind, kletsen tegen de ruiten. Tussen de buien door worden de kippen even gevoederd, eitjes rapen is er nog niet bij, ook zij wachten op dagen met meer licht. Buiten is verder weinig tot niets te doen. De bijna lege houtmand wordt tijdig terug gevuld. Dit wordt de derde en met stip de zaligste keer dat ik me ga kunnen opwarmen aan die stronkjes. Alhoewel ik (naar het schijnt) met die houtverbranding niet milieubewust bezig ben is het turen in de opflakkerende vlammen, vergezeld met een goed boek, het Moervaart Magazine of het Tv-boekje en een glaasje wijn of een tripeltje, rustgevend. Meer moet dat niet zijn!

We zijn ondertussen begin februari, de bootshow in Gent gaat straks van start. We kunnen vaarplannen maken. China is effe een item in het dagelijks nieuws met een plaatselijk virusje, opgedaan door het eten van vleermuizen, of zoiets? We luisteren met één oor, dat is een ver van ons bed show. Dichter bij huis en ook een item in het VRT journaal: Frank Deboosere (zit het in zijn naam?), voorspelt met een smile niet veel goeds voor de komende periode: Ciara en Dennis... nog veel meer regen en storm, het wordt een recordmaand aan windenergie. Buiten het stormachtige karakter ben ik eigenlijk niet zo rouwig om het vele voorspelde nat. Eens alle rivieren en het grondwater terug op peil staan kunnen we allicht weer onbeperkt varen naar elke uithoek waar we de laatste twee seizoenen niet konden komen, wachttijden aan sluizen behoren dan weer tot het verleden. ZO HOPEN WE !! Zoals ooit een succesvolle sporter ten berde gaf; 'elk nadeel heb se foordeel'. Het leven gaat zijn gangetje. Watersport Moervaart houdt zijn algemene vergadering waarop o.a. de toervaarten voor komend seizoen worden voorgesteld (en ikzelf verkozen wordt om bij het team aan de organisatie ervan mee te helpen). De krokusvakantie komt in zicht, sommigen gaan het in de sneeuw zoeken, anderen verkiezen een stormachtig carnaval in eigen land. Wij maken plannen voor activiteiten op de toervaart naar Brugge en Aalst en we verheugen ons reeds op de aansluitende VPF toervaart. Op internet wordt her en der iets opgezocht dat ons kan dienen.

Maar er loert gevaar!

?

Samen met de terugkerende after-skiërs komt een eerste melding van Corona België binnen. Corona, wat ik liefelijk ken van koekjes (Lotus), Mexicaans bier op limonadeflesjes en de goedkope autoverzekering van Kermit de kikker, krijgt plots een dreigend kantje! Ook WUHAN (who de f..ck is Wuhan?) komt uitdrukkelijker in het nieuws met daar een volledige lockdown, wat dat ook mag betekenen. Is het een voorteken, maar de geplande bestuursvergadering van 19 maart kan in de Rembrandt, waar reeds vele jaren vergaderd wordt, niet doorgaan wegens een toevallige extra sluitingsdag. Geen probleem, we doen het een dag vroeger, op 18 maart, bij Jef thuis. Maar de berichtgeving gaat in sneltreintempo van kwaad naar erger. COVID 19 neemt uitdrukkelijk de greep op ons dagelijkse leven. Enkele uren voor onze geplande vergadering gaat België in lockdown. OETJE! Er wordt beslist om voor het eerst in de clubgeschiedenis de vergadering via mail te voeren. Maar dat brengen ze niet op het VRT journaal! Juist nu de voorjaarsstormen bedaard zijn, een gretige zon de korte donkere dagen langer maakt, ons met haar stralen naar buiten lokt, ons doet verlangen naar water, naar boot, naar varen, naar terrasjes en naar het gezellig samenzijn, wordt er dreigend geroepen

"blijf in uw kot, Ik meen het eh!” We mogen ons enkel nog noodzakelijk verplaatsen. Eens naar de boot gaan zit er, in eerste instantie tot 5 april, niet meer in. En daarna??? Veel van onze voorjaarsplanning komt nu wel op losse schroeven te staan. Wat kan en mag nog? We kunnen niet anders dan het dag na dag opvolgen. Dat het een kort vaarseizoen zal worden ligt in het verschiet. Maar met alle begrip,

Gezondheid gaat voor alles! 2


TELEFOON

HET BESTUUR Beernaert Jef Daens Marc De Rouck Armand Van Houteghem Charles De Witte Jurgen Cappaert Jo

Voorzitter Secretaris Penningmeester Havenmeester Werkgroep Toervaren

Blz 24: Flirten met de grens.

0474 317 559 0473 291 879 0496 342 479 0477 460 983 0496 581 374 0496 656 968

Zetel / Redactieadres: LEEWEG 4 9270 LAARNE e-mail: watersport.moervaart@proximus.be Blog: watersportmoervaartnieuws.blogspot.com Ondernemingsnr. 0424. 080. 436 RPR Gent afdeling Dendermonde

WERKTEN MEE AAN DIT BLAD: Jo Cappaert Marc Daens Marc Verhoeven Willy Vansteenkiste Eartha Dereuddre Jef Beernaert

Waarvoor DANK!

Watersport Moervaart vzw of de uitgever zijn niet verantwoordelijk voor onjuiste, onvolledige of ontbrekende vermeldingen. Niets uit dit Watersport Moervaart magazine mag overgenomen worden zonder schriftelijke toestemming van de auteur.

INHOUD Juli 2020

Blz 2 Kroniek van een Lock Down Blz 3 Inhoud Blz 4 Voorwoord Blz 6 VOOR U gelezen of gehoord Blz 7 Van Dusseldorf naar Oostende Blz 10 Wie vaart maakt krassen Blz 13 GAS!

Blz 7: Van BOOT- Dusseldorf naar Oostende.

Blz 16 Elektriciteit: een mogelijke hulplijn Blz 18 Een Pasen in coronastijl Blz 20 Varen op getij Blz 23 GRAPPIN sleepboot Blz 24 Vaarlus: Flirten met de grens Blz 28 Op toervaart Blz 10: Marifoon? Goud waard!

Blz 23: De “Grappin remorqueur”.

Blz 20: Varen op getij

3


SANT

IN EIGEN LAND

In het verleden hebben we in uw clubblad reeds enkele vaarlussen in eigen land redelijk gedetailleerd beschreven, bv Onthaasten in de Westhoek (april en juli 2014) en de vaarlus Wachtebeke-Wachtebeke via Schelde en Dender (oktober 2016) of Wachtebeke – Roubaix, niet helemaal binnen de landsgrenzen, maar toch bijna (oktober 2014). En we hadden reeds een Dwars door België (clubblad jan - juli 2015). In dit blad kan je het slot lezen van de vaarlus Flirten met de grens waar we nooit ver uit de buurt zijn maar toch hoofdzakelijk in Nederland vertoeven. Deze aangename tochtjes kan je allemaal terugvinden op onze clubblog en zo misschien een beetje inspiratie opdoen voor de zomervakantie: watersportmoervaartnieuws.blogspot.com We doen er, op vraag, iets verderop in dit boekje nog een schepje bovenop voor wie nog geen ervaring heeft met op getijden varen. Kan je zo meteen ook de prachtige Schelde op zonder diesel, al was die in jaren niet zo voordelig als vandaag… met dank aan corona? Alle geplande voorjaarstoervaarten zijn in het water gevallen, althans figuurlijk, want letterlijk ziet het ernaar uit dat we opnieuw met krappe waterstanden zullen te kampen krijgen. Ondanks alles blijven we positief en prijkt op onze kalender in september een toervaart richting Lokeren en een VPF bijeenkomst in Gent. In elk geval zal ook hier geen risico genomen worden en zullen we de nodige voorzorgen nemen om virusvrij een leuk weekend te beleven. Indien hierin enige onzekerheid bestaat wordt ook deze toervaart afgelast, maar laat ons een heel dikke kaars branden, een Paaskaars, want die is nog maagdelijk. De bbq die we elk jaar in oktober organiseren zal dit jaar jammer genoeg niet plaatsvinden. We willen onze talrijke leden niet onnodig blootstellen aan de gevaren van een besmetting zolang er geen middelen zijn, beter dan bleekwater, om adequaat het virusje te lijf te gaan. In plaats daarvan zal een sloepentocht op poten gezet worden, dat lijkt ons een leuk alternatief. Maar nu is het de hoogste tijd om op te krassen, mondmaskerke op, handgel naast de vaarkaart, ligzetel in de juiste stand en … genieten!

Het Watersport Moervaart Team wenst iedereen een gezonde, deugddoende vakantie toe. 4

Durmezicht in Daknam

D

at we momenteel leven in een wereld vol beperkingen hoeft geen betoog meer. Maar moeilijk gaat ook. Wie het leven positief bekijkt is vaak gelukkigst. Een der eigenschappen van het menselijke ras is de beschikking van een groot aanpassingsvermogen naar de geldende levensomstandigheden, dat werd weer maar eens bewezen. Verderop in dit blad zijn enkele belevenissen uit het Coronatijdperk opgenomen die bewijzen dat een beetje relativeren helend werkt. Op het moment dat dit blad ter perse gaat is varen weer toegelaten, varen buiten ’s lands grenzen mag weer. Maar wat de vakantieperiode zal brengen is nog een beetje koffiedik kijken. Persoonlijk hadden we een bootreis gepland naar Berlijn, maar we zien dit momenteel wegens het risico op een heropflakkering echt niet zitten en beslisten reeds in april om in eigen land te blijven. Het is een uitgelezen moment om nog eens een tocht ‘Dwars door België’ te maken. Een tocht met hoofdzakelijk korte vaardagen. Havenhoppen, zo zou je het kunnen noemen. In één slag steunen we meteen onze eigen Belgische jachthaventjes die het in hoofdzaak met binnenlandse bezoekers zullen moeten zien te klaren. We nemen onze VPF lidkaart en VVW ankerkaart mee, zijn we er meteen ook goedkoper van af. En wees gerust, ook in eigen land is er heel veel te zien, zijn er prachtige vaarlussen en kan je fietstochtjes maken en naar hartenlust wandelen. De wetenschap dat de horecazaken zijn heropend geeft ons vleugels, want bij tijd en wijle een natje en een droogje maakt het net dat ietsje leuker. Een herontdekking van de eigen contreien, waarom niet? En het weer? Dat zal wel meevallen zeker.


CORONAMAATREGELEN IN DE HAVEN We zijn het allemaal reeds lang zat, maar toch moeten we er meer dan waarschijnlijk nog een hele tijd mee leven. We dienen ons, in het belang van ieders gezondheid, te houden aan strikte regels. Zowel in de havens waar we als gasten worden ontvangen als bij ons in Wachtebeke. Wij kunnen uiteraard niet beslissen hoe het elders moet maar vragen aan onze leden en bezoekers om binnen de lijntjes te kleuren. Bij de bezoekerssteigers en aan het watertappunt werden affiches opgehangen met de geldende voorschriften. 1. 2. 3.

4.

5.

Hou 1.5 m afstand van onze medewerkers en van onze leden. Het dragen van een mondmasker tijdens het contact is niet verplicht maar wordt nog steeds aanbevolen. Hou ook afstand van eventuele voetgangers en fietsers, hou er rekening mee dat sommigen onder hen bewoners zijn van het woonzorgcentrum Moervaartheem, het is onze burgerplicht zeker deze risicogroep te beschermen. Voel je je ziek, ben je verkouden of koortsig, blijf op uw boot! Op het infobord staan contactgegevens van de dokter van wacht. Gelieve dan in geen geval direct contact te maken met onze havenmeester aub. Indien nodig kan je hem telefonisch om raad vragen. Gsm 0477 460 983 Indien u drinkwater wenst in te slaan, dan kan dit op de aftapkraan met drukknop (5 à 10 liter per indruk). Gelieve om hygiënische redenen voor uw veiligheid uw eigen waterslang te gebruiken aub. Was vooraf uw handen of gebruik handschoenen, hou alles proper en was achteraf opnieuw uw handen. Gelieve geen vuilnis op of naast de steiger of bij de huisvuilcontainer achter te laten. We zouden het ten zeerste appreciëren indien u hier rekening mee houdt.

Zorgeloos op vakantie Indien je voor een langere tijd met de boot op vakantie vertrekt vragen we dit aan havenmeester Charles te melden. Deze kan voor u de elektriciteit afzetten zodat er geen misbruik kan gemaakt worden tijdens uw afwezigheid. Een simpel telefoontje daags voor je terugkomt zal volstaan om de teller terug op te zetten. Sommigen laten hun wagen staan op de parkeerplaats. Zorg ervoor dat hij op slot is en er geen kostbaarheden in de wagen liggen. Neem de boorddocumenten mee. Klap indien dat kan de spiegels in en parkeer zo dat de wagen zeker geen belemmering vormt voor de fietsers of de landbouwers. Beter is uiteraard de wagen thuis te laten. Prettige reis gewenst.

Bij Watersport Moervaart Ze zijn al enige tijd lid maar wegens de gekende pandemie zijn ze met enige vertraging uit winterberging naar Wachtebeke gekomen met de LIMA. Rita en Gustaaf vinden hun vaste stek op ligplaats 18. LEIEGELUK, de vlet van Johny en Nancy, heeft een nieuw baasje, of moeten we zeggen bazin. Martha heeft de boot overgenomen en blijft in Wachtebeke liggen op steiger 22. BORDA ligt reeds sinds eind 2019 op nr 12 maar wegens het wegvallen van de voorjaarsactiviteiten hadden we nog niet de kans om Peggy en Johan beter te leren kennen.

Allen welkom in Wachtebeke

Onderhouden steiger

Opnieuw waterschaarste!

Zoals algemeen geweten moeten leden niet echt veel doen in de haven, we hebben tot nu geen werkdagen waar gezamenlijk allerlei klusjes gedaan worden. Alleen vragen we om het ijzerwerk van de steiger af en toe te voorzien van een laagje blackvarnish of zwarte verf. Dat wordt door de meesten “vergeten”, ook al is het maar enkele uren werk. We verlangen geen stuntwerk, alleen zo goed als het kan zonder dat je er de acrobatische toer voor op moet. De verf kan eventueel verkregen worden na simpele afspraak met een bestuurslid. Die is ter beschikking in het opberghok.

Zoals het de laatste jaren reeds het geval was dreigt ook nu weer een tekort aan water. Het zal opnieuw varen worden met te lange wachttijden aan de sluizen om water te sparen. Zelfs de drinkwatervoorraad kan in de problemen komen. Intussen is blauwalg opnieuw aan het oprukken. Dit is niet meer normaal. Nochtans regende het in het begin van 2020 zonder ophouden, zo veel dat zelfs de keersluizen lange tijd gesloten werden. Waar is dat water naartoe? Zou er geen structureel probleem zijn? Wordt het water niet te vlug afgevoerd in plaats van te bufferen? Zou de Vlaamse Waterweg zich samen met die in Wallonië en de beleidsvoeders binnen Europa niet beter eens over deze jaarlijks terugkomende problemen buigen in plaats van over de ‘O’ zo belangrijke prijs van de waterwegenvergunning. We betalen steeds meer maar kunnen steeds minder – tot niet – varen. Dit zijn maar hersenspinsels, maar toch!

Bij deze willen we graag allen bedanken die tot nu het gras hebben gemaaid, hetzij rond hun steiger of de volle 400 meter. Het ziet er allemaal heel netjes uit zo!

5


GEBUNDELDE BERICHTEN

VOOR U

GELEZEN OF GEHOORD!

FREE AT LAST, FREE AT LAST,

Thank God Almighty, we are free at last!

Het waren gevleugelde woorden die Martin Luther King ruim 50 jaar geleden (1968) de wereld instuurde. Ook vandaag zijn ze toepasbaar. Na wekenlange lockdown herwinnen we stukje bij beetje onze vrijheid. Het zal misschien nooit meer zijn als voor COVID 19, er zijn beperkingen en we moeten voorzichtig blijven, de wereld is nog lang niet coronavrij. Maar we mogen weer contact maken, we kunnen naar de boot, sluizen worden voor ons bediend, terrasjes zijn open, grenscontroles opgeheven, varen is vrij. In ons geval heeft ‘God Almighty’ niet zo heel veel invloed gehad op het terugschroeven van de maatregelen. We mogen gerust stellen dat, met het werk achter de schermen van de VPF en allicht ook door de andere watersportfederaties, alles net enkele weken sneller vrij kwam dan voorzien. Waarvoor appreciatie & dank! Want laat ons eerlijk zijn, watersport en het toervaren zijn niet onmiddellijk van primordiaal belang, de beslissingen daaromtrent lagen nu eenmaal niet in de bovenste lade. En dat niet alle genomen regeltjes rechtlijnig en logisch waren, dat zal wel juist zijn. De meesten onder ons konden daar evenwel begrip voor opbrengen. Solidariteit heet dat. Mooi toch! Stukje bij beetje komen uit binnen- en buitenland positieve berichten: 

Canal de Roubaix: vanaf 4 juli 2020 worden de kunstwerken opnieuw bediend. Ter herinnering: wie het Cnl de Roubaix wil bevaren en aanloopt uit richting Schelde (en terugkeert richting Schelde) heeft geen Frans vaarvignet nodig. Het is belangrijk om uw komst minstens 24 uur vooraf te melden via tel: 0033 320 63 11 39 ( weekend 0033 787 01 00 53) Het Spierekanaal tot aan de grens in Leers-Nord is reeds open sinds eind mei, maar de diepgang heeft er enige beperkingen. Daar wordt naar verluid aan gewerkt. Contacteer vooraf de sluiswachter van dienst (gegevens in het Vademecum).

Varen naar Nederland, Duitsland en Frankrijk: Nederland heeft het varen nooit verboden, maar we mochten de grens niet over. Sinds 15 juni zijn de grenzen heropend en kan er terug vrij gereisd worden naar NL, FR en de meeste Schengenlanden. Hou er wel rekening mee dat een nieuwe Covid-opstoot in het najaar niet uitgesloten wordt.

WATERWEGENVERGUNNING: Opnieuw een kleine teleurstelling. Ondanks het feit dat De Vlaamse Waterweg voor hun project in Harelbeke beloond werd met een online-publieksprijs kunnen wij, als gebruiker en klant, maar moeilijk met bloemetjes werpen. De Vlaamse Waterweg beloofde in oorsprong een tegemoetkoming in de vaarvergunning voor de periode dat er niet mocht gevaren worden. Die tegemoetkoming komt er niet, zoals mocht gehoopt worden, in euro’s. De bestaande vergunning verloopt gewoon 2 maanden later. Met andere woorden, in 2021 krijgen we 2 maanden uitstel van betaling en moet de vergunning tegen 31 mei betaald worden in plaats van tegen 31 maart. Daar koop je geen eieren voor! Ondanks het feit dat de loketten op 1 juni nog niet werden heropend moesten zij die een uitstapje waagden op Vlaandrens waterwegen hun ophoestplicht voltrokken hebben. De jachtjes die in de haven blijven krijgen nog uitstel tot 1 juli. Er wordt wel degelijk controle uitgevoerd aan bruggen en sluizen. Door simpelweg de bootgegevens op zijn smartphone in te toetsen kan een bruggenman zien of je betaald hebt. En de opdracht luidt: NIET BETAALD – GEEN DOORGANG! Het is maar dat je het weet!

BEPERKINGEN OP DE WATERWEGEN: Hou er rekening mee. 

 

 

Het voorjaar was droog, zeer droog. Er werd reeds in mei, nog voor we mochten varen, aangekondigd dat aan sluizen wachttijden voor de pleziervaart gehanteerd worden, dit zeker al tot 31/8. Momenteel is max 1 uur wachttijd de regel. Niets nieuws onder de zon, dat zijn we reeds jaren zo gewoon! Blurk! Door werkzaamheden (vooral door vertraging) is de doorvaart van Gent via de Loesbergbrug en Beter in Brusselsepoortsluis zeker gestremd tot 30 juni. Bij het ter perse gaan werd die periode nog niet aangepast. Wachtebeke Dender, sluis Aalst: Door werkzaamheden is er op werkdagen volledige stremming van 8 tot 12 u en van 13 tot 18 uur. Doorvaart is mogelijk van 6 tot 7 uur, op de middag van 12 tot 13 uur en na de werkuren van 18 blijven? tot 22 u. Tijdens het weekend wordt normaal bediend, wachttijden wegens waterbesparingen indachtig. Naar goede bron wordt nog aan andere bruggen gewerkt op de Dender (nog niet op ViSuris verschenen). Ecluse de Monsin, door waterschaarste wordt beperkt geschut. Pleziervaart wordt gevraagd de sluis in Visé te nemen.

6


Met een catamaran

Tekst & foto’s: Willy Vansteenkiste M/Y TITINE

van

naar

B

egin januari 2020 kreeg ik van mijn voormalige werkgever (ik geniet al geruime tijd van mijn pensioen) Marina Yachting Center uit Oostende, verdeler van onder meer de Jeanneau zeil- en motorboten en de bekende Franse catamarans Fontaine Pajot, de vraag om een spiksplinternieuwe catamaran, type Astrea 42”, die op BOOT Düsseldorf tentoon zou staan, eens de beurs was afgelopen naar Oostende over te varen. Wel te verstaan op motor, en zonder mast. Anders zou het nogal moeilijk worden. Daar ik in mijn jonge jaren de Rijn bevaren heb op een tankschip en in het bezit ben van een Rijn patent bleek ik hiervoor een geschikte kandidaat te zijn. Gezien het varen mij nog steeds in het bloed zit was ‘neen’ zeggen geen optie. In tegendeel, het was een buitenkans en een eer om met zo’n mooi nieuw ruimtewonder te mogen varen. En ik stond er niet alleen voor.

Over het schip De Fontaine Pajot Astrea 42” is een polyester catamaran, meet 13 meter op 7m20 met een diepgang van 1.25 m en heeft een kleine 12 ton waterverplaatsing. De mast is er af, kwestie van onder de bruggen door te kunnen. Het heeft dus twee rompen met twee motoren Volvo Penta D2-50 pk, één in elke romp. Verder heeft het alle comfort wat een mens wensen kan, uitgenomen een binnenstuurstand. En daar zullen we maar best wat rekening mee houden want het is lang nog geen zomer.

Anker, fenders, koorden, diesel, eten en drinken… het moet allemaal worden meegenomen want de boot is nog maagdelijk leeg. Dat alles moet voor hij straks te water gaat aan boord gebracht worden, hij gaat namelijk rechtstreeks vanuit de expo hal in het water. Om 10 uur zijn we ter plaatse en kunnen we de boot beginnen klaarmaken voor de tewaterlating en de reis. Hierbij krijgen we nog wat instructies over de catamaran van een medewerker van de Franse werf. Dat is prima, we hebben de boot nog nooit van dichtbij gezien, laat staan ermee gevaren. Omstreeks 15 u wordt de boot op een speciale kar geladen die tot bij Big Willi getrokken wordt. Wij mogen tijdens het transport niet meer aan boord. Na nog een uurtje geduld hangt de boot in de riemen van die reusachtige botenlift. Nu mogen we terug aan boord. Het wordt stilaan valavond. Zachtjes rijden we langs de helling richting de sterk stromende Rijn. Spannend. Eens we in het water liggen krijgen we nog de tijd om de 2 Volvo Penta motoren van 50 pk te starten en even proef te laten draaien. Dit verloopt prima en we mogen uit de riemen. Er is niet direct een steiger ter beschikking. We varen al direct op de drukke Rijn, mee met de stroming! We zijn vertrokken!

Dinsdag 28 januari 2020 Om 5:45 u vertrekken we met z’n drieën. Ik samen met Freddy, een ervaren zeiler en tevens, voor ons heel belangrijk, de kok aan boord en Henri, de eigenaar van de boot voor wie het ook allemaal nieuw is. Met een afgeladen camionette rijden we richting Düsseldorf.

Het water in met de BigWilli

Transport tot bij de kraan aan de Rijn 7


Dan begint de dolle pret! Een van de motoren heeft er al onmiddellijk genoeg van en valt stil. Geen manier om hem nog vlug aan de praat te krijgen. Met 1 motor en tussen de grote Rijnschepen is een zeer boeiende ervaring. Sturen is onmogelijk, de boot draait enkel in rondjes. Ik kan de boot met een beetje vooruit en achteruit schakelen toch een klein beetje in bedwang houden terwijl Freddy probeert in de machineruimte de diesel met het handopvoerpompje terug op te pompen. Want het is ons duidelijk, er moet lucht in de leiding zitten. Na enkele minuten (het leken wel uren) wil dat rotding terug starten. Ik had hem wel een kus kunnen geven (zowel Freddy als de motor). Maar er staan toeschouwers aan de kant, dus ik hou me bedeesd.

Gezellig stuurloos dobberen op de Rijn

Woensdag 29 januari 2020 We varen weer en met een mooi gangetje schaatsen we de stroom af tot Krefeld jachthaven. Het is intussen al 18:30 u en donker. Gelukkig is hier een mooie lange kopsteiger waar we goed en gemakkelijk kunnen aanmeren‌

Dachten we! Terug beleven we een fantastische ervaring. De stuurboord motor blijft in zijn achteruit staan en we kunnen de keerkoppeling niet meer schakelen. HOUSTON, WE HAVE A PROBLEM! Terug moeten we rondjes gaan draaien, we zitten tot over onze oren in de problemen. Deze boot, met een breedte van 7.2 m, is in dit stromende water op 1 motor onbestuurbaar. We krijgen hem niet zomaar tegen de steiger geparkeerd. Gelukkig heeft de havenmeester het gezien en hij komt ons te hulp. We kunnen hem een koord toe gooien, zetten de motoren af en worden tegen de steiger aan getrokken. Eind goed al goed, eventjes gaan zitten om te bekomen en de emoties wat door te spoelen. Hopelijk heeft eigenaar Henri een sterke rikketikker. We bellen toch maar niet naar Houston, wel naar Oostende, naar de zaakvoerder van Marina Yachting Center, om hem ons heuglijke nieuws te brengen. Gelukkig heeft onze kok lekker eten voorzien. De maaltijd en een babbel aan tafel doet ons toch nog een beetje bekomen en we beslissen om de sleutels boven te halen en de oorzaak op te zoeken. We halen de Morse bediening uit elkaar. Blijkt de kabel in de handle losgekomen te zijn. Een klipje, die de kabel op zijn plaats moet vergrendelen, is weg en heeft er waarschijnlijk ook nooit opgezeten, wie zal het zeggen! Dat zijn van die kinderziektes, het zou niet mogen, maar het gebeurt en ze kunnen grote gevolgen hebben. We melden dit nog even aan het thuisfront en doodop maar blij met onze vondst duiken we de kooi in. Dit was een dagje waar nog jaren over gepraat zal worden.

8

Opgestaan met een portie nieuwe moed. Het thuisfront doet het nodige en om 10 u komt reeds een technieker uit Krefeld aan boord om de schade te bekijken. Hij zorgt voor een nieuw klipje en enkele reserves, steekt de boel terug in elkaar en om 13 u kunnen we, weliswaar met een klein hartje, terug vertrekken. Om 17 u liggen we, zonder enig probleem, vast in de jachthaven van Wezel. De moed begint er terug in te komen. De kok tovert weer de nodige vitamines op tafel en hij belooft ons voor morgen worst op het menu. Nog wat napraten en wat vocht innemen en de dag zit er weer op.

Donderdag 30 januari 2020 Bij het eerste daglicht zetten we onze reis verder. Er staat een ijzige wind, af en toe vergezeld van een lichte regen. We zijn stevig ingepakt want de boot kan alleen bestuurd worden in de frisse, vochtige buitenlucht. Er is heel veel beroepsvaart vandaag, het is echt wel goed uit je doppen kijken. Het blauwe bord van de binnenschepen welke de verkeerde wal aanhouden om stroomop te varen goed in de gaten houden en vooral tijdig eens achterop kijken. Die lege bakken die de stroom afvaren zijn vlugger bij je dan je denkt.


Onze brandstofniveaumeter begint al aardig met het rode lijntje te flirten. In Nijmegen keren we ons tegen de stroom in en maken vast aan het plaatselijke bunkerstation waar de nodige diesel wordt gebunkerd. We kunnen met een gerust gemoed verder de stroom af varen. Het schiet echt goed op en na weer een dag zonder problemen varen we om 16:30 u Jachthaven Gorinchem binnen. Alhoewel, helemaal problemenvrij zijn we niet! De kok heeft de beloofde worsten thuis in zijn frigo laten liggen! Gelukkig is er genoeg over van gisteren en moeten we toch geen honger lijden, want je weet: catastrofale honger leidt tot muiterij! Een havenmeester is er nergens te bespeuren en zo kunnen we, net zoals in de vorige jachthavens, gratis overnachten.

Vrijdag 31 januari 2020 Bij het krieken van de dag zetten we goed ingeduffeld de reis verder. Nog steeds is er zeer drukke beroepsvaart. We varen onder de Moerdijkbruggen door en vervolgens eenzaam en alleen door de Krammer- en Volkerak jachtsluizen. Je moet ergens toch iets los zitten hebben om in dit koude donkere winterweer met een jachtje te gaan varen. In ons geval kunnen we dan enkel nog buiten sturen. Dus blijkbaar zitten er bij de huidige bemanning enkele vijzen redelijk los, althans, ik heb geen gemopper gehoord. We bellen de havenmeester van de jachthaven in Wemeldinge voor een overnachtingsplaats. Er is geen probleem, de haven is helemaal leeg. Er staan namelijk baggerwerken gepland met als gevolg dat we alle plaats hebben voor de nacht. Henri trakteert ons vanavond op restaurant, waarvoor hartelijk dank! Zo zijn we natuurlijk ook zeker dat het geplande avondeten niet bij de kok thuis in de frigo ligt. We beleven een zeer gezellige avond waarna we opnieuw moe en voldaan onze luxueuze kooi opzoeken.

Zaterdag 1 februari 2020 Na het ontbijt en terug goed ingepakt als Michelin mannetjes starten we de motoren. We gaan richting Noordzee langs de Westerschelde. De Sluis in Hansweert gaat juist open bij aankomst, enkele binnenschepen komen uitgevaren en wij kunnen zonder veel tijdverlies naar buiten toe schutten. Het is de bedoeling om in één trok naar Oostende te varen, maar het begint steeds harder te waaien en na overleg met het thuisfront wordt besloten de boot in Breskens aan te meren tot het stormweer voorbij is. Er beginnen steeds meer witte schuimkoppen op de golven te komen (mijn vader zou gezegd hebben “ze lopen were in under hemdemouwtjes”) en rond de middag zijn we blij om veilig en wel te kunnen vastmaken in Breskens. Philippe, de zaakvoerder, kan ons pas later op de middag ophalen en laat ons weten dat we maar ergens iets moeten zoeken tegen de grote honger. Dat klink als muziek in de oren, hij heeft het niet moeten herhalen. bedankt! Moe en een grote ervaring rijker gaan we, ondanks dat het einddoel nog niet is bereikt, tevreden terug naar huis.

Woensdag 5 februari 2020 De storm is gaan liggen en de reis wordt verder gezet met een nieuwe bemanning. ’s Morgens wordt de nodige mondvoorraad gehaald bij de bakker en om 10:30 u de auto in naar Breskens. Vandaag is het stilte NA de storm, het is een zonnige rustige dag. Om 12 u gaan de trossen los en hup, naar Oostende. Zoals men het in het Oostends zegt “ het zeitje is gelik een laken”. Om 15u varen we Oostende binnen met bestemming Vissershaven. Maar weeral pech! Sluis Vissershaven gestremd tot 21:00 u wegens werken. De pech blijft ons achtervolgen. We maken vast in de North-Sea-Yachtclub. Moeder de vrouw komt ons ophalen.

Donderdag 6 februari 2020 ’s Morgens krijg ik een telefoontje met de vraag of ik de boot samen met Kevin naar binnen wil varen, er is nu een heel zware storm op komst (storm CIARA). Terug aan boord wordt de herstelde Visserssluis voor ons klaargemaakt en een uurtje later ligt de boot op de plaats waar hij hoort om verder afgewerkt te worden. Missie, met horten en stoten, eindelijk volbracht. EIND GOED AL GOED!!

Met dank aan die de toestemming gaf dit artikel in het clubblad te mogen publiceren.

9


WIE VAART… MAAKT KRASSEN!

MARIFOON? Goud waard! Tekst: Jef Beernaert Foto’s : toenmalige Zeevaartpolitie

Was het nu in ‘9o, ’91 of ‘92? Het is in elk geval heel lang geleden, maar het ligt ons nog in het geheugen alsof het gisteren was.

W

e zijn onderweg met onze eerste boot, net als de huidige met de naam TiKoyo. Zelf zijn we nog jong en redelijk fris maar onervaren en hebben twee kinderen aan boord. Onze zomervakantie is ei zo na afgelopen. Na een tochtje door Frankrijk en België zijn we op de terugweg want binnen een tweetal dagen moeten we weer aan de slag. Op het Zeekanaal zijn we Brussel gepasseerd en varen richting sluis Wintam. Niet de huidige maar de oude zeesluis die nog op de Rupel aansluiting gaf en nu gesloten is. Bij de sluis moeten we onze tijd afwachten, we mogen er maar in als er ook beroepsvaart bij komt. De namiddag is intussen reeds een flink stuk gevorderd maar we weten dat we straks op de Schelde de stroom mee hebben. We kunnen zeker nog de steiger in Baasrode bereiken. Als we de sluis eindelijk kunnen uitvaren zien we aan onze stuurboordkant een man tot zijn knieën in het water staan tussen het hoog opgeschoten lis. Hij probeert zijn bootje vast te houden en roept om hulp. Dat kan je niet weigeren, dus varen we zachtjes naar hem toe. “Motor uitgevallen” roept hij ons. We enteren de boot en hij klautert aan boord. Blijkt hij de boot pas gekocht te hebben. Zijn maidentrip eindigt in een nachtmerrie. De motor is vastgelopen wegens een gebrek aan olie. “Of we hem naar Klein Willebroek willen afslepen” vraagt hij. “Zijn vrouw verwacht hem daar”. Motorola had zijn eerste generatie mobieltjes nog lang niet op de markt gebracht en dat schaap weet nergens van. We roepen de sluis op en doen kort het verhaal. We hadden gelukkig pas begin het seizoen een marifoon gekocht, een NASA zonder toeters of bellen, waar we nog niet veel gebruik van maakten. Nu kwam die goed van pas.

Sinds we deze rubriek in het leven riepen hebben we reeds verschillende verhalen mogen ontvangen. Niet zelden herkenbaar voor de lezer. Want zeg nu zelf, iedereen komt al eens iets tegen. We zijn nog steeds op zoek naar verhalen. We richten de oproep aan alle pleziervaarders om ons ook zo’n verhaal te brengen. Schrijf je zelf niet graag, we willen het voor u doen. Stuur ons een mailtje: watersport.moervaart@proximus.be. De lezer zal u dankbaar zijn. Niet elk verhaal moet een kras oplopen. Het kan ook zonder verfschade. Motorpech, een warmloper, mastje vergeten, iets in de schroef. Er zijn duizend mooie verhalen denkbaar. Wat volgt hebben we, heel lang geleden, zelf tegengekomen. Spectaculair is het minste dat we kunnen zeggen. En geen kras, maar een grote bluts hielden we er aan over. Veel leesplezier.

Met de stroom mee gaat het als een sneltrein. Er wordt met de verrekijker vooraf reeds uitgekeken naar een volgende boei. De nummers op de groene boeien worden genoteerd, we weten dat de onpare getallen telkens met 2 aftrekken. We zijn Antwerpen intussen voorbij, ver voor ons vaart de Flandria, we houden linkeroever aan om de grote vaart niet te hinderen. De kerncentrale komt nu vlug heel dichtbij. Plots vind ik niet onmiddellijk de volgende boei. Ik vraag mijn vrouw, die benedendeks bij de kinderen is, om eens te helpen kijken. Nog voor ze de kans krijgt buiten te komen lopen we PARDOES! op een obstakel onder water. We maken onmiddellijk slagzij, achteruit slaan heeft geen enkel effect. We kunnen maar een ding meer doen: hulp inroepen via de marifoon. Een aarzelende PAN PAN PAN! Geld waard zo’n ding, ik verzeker het u! Wat is er nu gebeurd: we zijn op een stroomgeleidingsdam gelopen voor de koeltorens van de kerncentrale. De dam is niet extra gemarkeerd, de boei die het vaarwater markeert ligt er wat uit lijn van de andere, ik heb die gewoon gemist. Bij laag water zie je zo de dam liggen, bij hoog water vaar je er met gemak overheen, maar in ons geval staat er net te weinig water om er nog over te kunnen, en het is afvallend tij. Dus reddingsvest aan, blijven liggen en afwachten is de enige mogelijkheid.

Onmiddellijk wordt de sluis weer voor ons klaargemaakt en worden we met onze sleep terug opgeschut. Als we in Klein Willebroek arriveren begint het reeds duister te worden. Met zicht op de kerncentrale, maar nog geen dam of boei te zien. Het lijkt ons beter om hier maar te overnachten en morgen naar huis te varen. Zo gezegd zo gedaan. ’s Morgens vroeg vertrekken we met de bedoeling thuis te geraken. We weten dat de stroming nu tegenzit maar dat moeten we erbij nemen. Eens we op de Schelde komen valt het dik tegen. De stroming blijkt zo hevig dat we maar met moeite vooruit komen. En als we nu eens over Terneuzen naar huis varen? Het is wel onze eerste keer Westerschelde en we hebben geen kaarten, maar het weer is fantastisch mooi en we volgen de boeien. We zijn overmoedig en voor geen kleintje vervaard.

10


Het Zodiacje van de sleepboot komt m’n kroost ophalen. De dam wordt stilaan reeds zichtbaar. We liggen reeds op één oor. Intussen is de scheepvaartpolitie, toen nog zeevaartpolitie genaamd, gearriveerd, ongeveer gelijktijdig met een sleepboot die ook onze oproep heeft meegekregen. We zijn echter, wegens onvoldoende diepgang en afvallend tij, onbereikbaar voor die schepen. De sleper zet een zodiac uit en komt in eerste instantie vrouw en kinderen uit deze benarde situatie ophalen. Hij zal ze overbrengen naar het politievaartuig. Maar dat is buiten de kuren van een buitenboordmotor gerekend. Onze redder in nood krijgt dat ding niet meer aan de praat. Onze Tikoyo, een rondspantje van bijna 9 m lang en amper 2.6 m breed, begint intussen meer en meer slagzij te maken. Ten langen leste start de tegenwerkende pruttelaar toch op en vaart het bootje met mijn kroost naar het patrouillevaartuig. Daar wordt met aandrang gevraagd dat ik ook het bootje zou verlaten en bij hen aan boord zou komen. Het Zodiacje komt mij ophalen. Die politiemannen zijn echt meelevend, ze sparen zich zelfs een deel van hun boterhammen uit de mond voor onze kinderen en nemen enkele foto’s van de boot die we achteraf thuis toegestuurd krijgen. Ze raden me aan om bij laag water nog eens terug aan boord te gaan om er de schade te bekijken, zij weten dat dergelijke ongevallen hier regelmatig gebeuren, meestal met desastreuze gevolgen. Van losgetrokken schroefassen tot gaten waar je met paard en kar door kan. “En als je er toch bent, zet dan maar best een anker uit, anders loopt je boot straks alleen weg”. Het Zodiacje komt me andermaal ophalen en zet mij af zo dicht mogelijk bij de intussen drooggevallen boot. Eerst worden twee ankers uitgezet en ik kruip vervolgens onder de boot om de schade op te nemen. Onze schuit ligt op zijn zij in wankel evenwicht op enkele grote keien. Buiten een grote onderwaterbluts is er geen schade te zien. En er loopt geen water uit. Eigenaardig want in de machinekamer en het vooronder staat zeker 1000 liter. Van waar komt dat. Zou het langs de deur binnengelopen zijn?

Wankel evenwicht bij laag water

Ik neem, nota bene zonder eerst aan vrouwlief te vragen, alle beddengoed dat ik vinden kan en prop de lakens tussen de kieren in de schuifdeur. Daarna ga ik terug met de zodiac mee naar het patrouilleschip. De kapitein van de sleper vraagt via marifoon aan de politie om een onderhoud met de eigenaar van dat bootje. Ik wordt, opnieuw met de zodiac die nu geen kuren meer vertoont, naar de sleepbootkapitein gebracht. Het onderhoud beperkt zich tot één vraag: “Menier, zedde gij verzekerd vuur beireging?” Nadat ik dat vertaald krijg is mijn antwoord zo mogelijk nog korter: “Neen, ik denk het niet, wat houdt dat juist in?” Na een korte uitleg begrijp ik wat hij bedoeld. Hij wil gerust onze boot bergen, maar dat zal een flinke duit kosten. Gezien ik de schade heb opgenomen en niets ernstigs zag bedank ik hem voor het aanbod, het is niet nodig, het komt wel goed. Ik ben wel benieuwd wat de huidige interventie mij zal kosten en ben aangenaam verrast met het antwoord: “Reddingk menier, moe nie betald weurre, da kost a ginne rotte frang.” Dat heb ik onmiddellijk begrepen! Vervolgens stap ik opnieuw in de Zodiac, terug naar de politieboot. Na mijn uiteenzetting waarover het ging weten die mannen onmiddellijk hoe de vork in de steel zit. Ze opperen dat ik misschien toch maar beter op mijn boot gebleven was. Die is nu onbemand, als de sleepboot straks als eerste de TiKoyo kan enteren hebben ze blijkbaar het recht om tot 50 % van de waarde van ons bootje op te eisen. Had ik dat eerder geweten! Maar voor actie is het te laat. Het water is intussen reeds flink gestegen, de boot kan zich elk moment richten. Iedereen is benieuwd wat er zal gebeuren, we houden de adem in. En plots is het zover. Op een fractie van een seconde glijdt ze weg en slaat volledig over naar de andere kant. OEI! Maar onmiddellijk daarna richt de boot zich terug op en komt de ankerketting strak te staan.

ZE DRIJFT!

11


Op dat geheide moment komt de sleepboot in beweging naar de TiKoyo toe. De politieboot doet hetzelfde, de stuurman roept mij toe om te springen als ik kan. De twee schepen duwen op een bepaald moment zelfs tegen elkaar aan. Ongelofelijk dat dit mag. Ik spring en ben als eerste aan boord. De sleper druipt sportief af en de bemanning zwaait ter afscheid, ook voor die mannen is het waarschijnlijk een afwisseling in hun normale activiteit, een spel.

De verdere reis verloopt prima. We overnachten, met een dag vertraging, in Baasrode en komen nog net op tijd thuis om de dag daarna op te trekken voor onze dagelijkse kost. Tijdens de winter hebben we onze TiKoyo op het droge gezet op de werf (bij Armand) in Wachtebeke en de bluts ‘uitgeblutst’. Verder hadden we inderdaad geen enkele schade opgelopen, we hadden geluk.

Terug op mijn boot zie ik dat er nog meer water is bijgekomen in de machinekamer, nochtans zijn de lakens droog gebleven. En dan valt m’n frank. Het water is langs de luchthapper die in de romp zit binnengestroomd op de momenten voor de boot zich kon oprichten en tijdens het droogvallen. De politie vraagt me via de marifoon of alles in orde is? Jawel, maar ik moet de motor terug aan de praat krijgen, er is lucht in de aanzuigleiding gekomen, dus er moet ontlucht worden. Gelukkig weet ik hoe dat moet. Het gaat zeer vlot, prima moteurke! Eens het dieseltje rook uitbraakt vragen ze om het anker te lichten en hen te volgen. We varen, met voor mij iets te veel gang, naar de Flandria aanlegsteiger in Kallo. De kroost is nog op de politieboot, vooral de kinderen vinden dat wel leuk, mijn vrouw iets minder… denk ik. Eens afgemeerd kan het water weggepompt worden, maar een bilgepomp zit niet in de boot (later heb ik er wel een gemonteerd). Die politiemannen zijn zeer hulpvaardig en willen een pomp voor mij gaan zoeken, ik weet tot de dag van vandaag nog steeds niet waar ze die wilden vinden. Maar die is niet nodig. Ik schroef de aanzuigleiding van de intercooler los bij de wierfilter en duw die in het overvloedig aanwezige bilgewater. Vervolgens de motor starten en een smurrie, het mengsel van brak water, bilgetroep en een flinke geut diesel die uit de tank is gelopen, wordt via de uitlaat in de Schelde gepompt. Ondanks het feit dat naast ons een Flandria veerboot zijn talrijke passagiers lost is er geen haan die er over kraait. Toen kon dat nog, en oh, het Scheldewater was al vuil. In de verte zien we intussen, op volle snelheid, een tweede politieboot op ons aanvaren. De overste wil graag een verklaring. We doen ons verhaal, waarheidsgetrouw… toch grotendeels. “En meneer, waar zijn uw waterkaarten?” Die heb ik niet. En welke zou ik hiervoor best kopen? Blijken ze me er geen te kunnen tonen, ze hebben er ook geen mee. Na het verhoor blijkt dat ik moest gezegd hebben dat ze over boord gevallen zijn, want vaarkaarten zijn verplicht. Aldus die politiemannen die zich reeds de hele dag over ons bekommeren. Eens het water is weggepompt en de documenten voor het proces verbaal zijn ondertekend, zijn we klaar om een stapje verder te varen. Niet richting Terneuzen maar terug naar Gent. Met de stroming in de kont. Intussen wordt opgeruimd door Eartha. En dat is echt wel nodig. De inhoud van kasten en frigo ligt zowat overal verspreid. Maar enkele uren later zie je daar niets meer van. Een vrouw aan boord is, net als een marifoon, goud waard!

12

Bij Armand op het droge

We hebben nog zeer lang, in volle tevredenheid, met ons bootje gevaren. Ook op de Westerschelde. Maar telkens als we die twee koeltorens zien opdoemen krijgen we kippenvel. Alhoewel, nu weten we die dam liggen. Maanden na het voorval, op een moment waar we er reeds lang niet meer aan denken, als ik het mij goed herinner rond de jaarwisseling, krijgen we in de brievenbus een enveloppe van de Federale Politie. Daarin zit een boete van 1000 fr wegens ‘het niet in het bezit hebben van vaarkaarten’. En enkele mooie foto’s ter herinnering. Die zijn hun geld meer dan waard!

En wat hebben we uit dit verhaal geleerd: 1. 2. 3.

4. 5.

6. 7.

Het gevaar zit hem soms onder de waterlijn. Dat niet ‘alle’ politiemannen boemannen zijn! De verzekering werd bij thuiskomst vlug aangepast. Berging, eens we wisten wat het woord betekende, werd opgenomen in de polis. We gaan nooit meer varen zonder deftige vaarkaarten. ‘Boeien pikken’ doen we nog steeds, maar buiten de boeien varen zoals sommigen doen, zelfs bij hoog water: NO WAY! We weten dat een deftige bilgepomp toch iets is dat niet mag ontbreken aan boord. En de marifoon, intussen is het in België al lang onderdeel van de verplichte uitrusting aan boord, (alleen huurboten varen rond zonder). We zouden deze niet meer willen missen.

Want soms is het goud waard!


TECHNIEK

.

AAN BOORD Tekst: Jef Beernaert

L

aat u vooral niet misleiden of bang maken door de bommekes in de titel. Een goed aangelegde en -onderhouden gasinstallatie kan als zeer veilig beschouwd worden. En al bij al gebeuren er, gelukkig, niet zo heel veel ongevallen met gas aan boord. Maar als er een probleem is, dan is dat zeer spectaculair, laat ons zeggen explosief, niet zelden met totaal verlies van de boot en met dodelijke afloop. Wie al langer in Wachtebeke ligt herinnert zich allicht de explosie van het jachtje ‘Jamais Pensé’ aan onze bezoekerssteiger in 1999 met dodelijke afloop en met een enorme schroothoop tot gevolg. Je hoort meer en meer pleziervaarders die geen gas aan boord willen, ook al biedt een jachtje met een gasinstallatie een grote onafhankelijkheid. Je hebt minder nood aan een elektrisch netwerk of aan een rumoerige generator. Dat de meesten nog steeds met gas rondvaren is een feit. Het is evengoed een bijna zekerheid dat op veel vaartuigen de installatie er belabberd voorkomt. Daarom dit artikel, vooral bedoeld als herinnering en wegwijzer om eens wat aandacht te besteden aan gas aan boord. Want de kans is groot dat onderhoud vergeten wordt als er geen problemen zijn. En dan wordt het pas gevaarlijk. In het algemeen zijn ongevallen met gas te wijten aan verouderde installaties, gebrek aan onderhoud of nalatigheid. Dateert uw boot van voor of na juni 1998, of met andere woorden, heb je al dan niet een CE certificaat, eigenlijk is dat van weinig belang. Een jachtje dat in 2000 door een werf werd geleverd en dus het CE label draagt is intussen ook reeds 20 jaar oud en moet dringend eens nagekeken worden. Een goed opgebouwde installatie moet aan voorwaarden voldoen. We proberen de installatie van gasfles tot verbruiker systematisch op een rij te zetten. Dit zonder te pretenderen dat hierbij alles gezegd is, zeker niet.

De ouwe getrouwe stalen omruilflessen zijn een prima en tevens de goedkoopste oplossing, verkrijgbaar met vullingen van 2.5 – 5 en 11 kg. Maar het totale brutogewicht van ongeveer 26 kg (groot model) valt nogal tegen. Kunststofflessen kosten iets meer maar zijn in vergelijking pluimgewichtjes. En je heb nog de wereldwijd verspreide Campingazflessen in allerlei afmetingen die je ook regelmatig ziet aan boord van kleinere jachtjes. Let wel op in de winter want die hebben een butaanvulling. Allen zijn ze in Europa, dus binnen ons vaargebied, verkrijgbaar maar (excl. Campingaz) in het buitenland moeilijk omruilbaar. In Frankrijk kan je bv. onze Belgische flessen niet inleveren, je moet een plaatselijke fles aankopen die dan alleen in Frankrijk kan ingeleverd worden. De kunststofflessen hebben soms ook nog een andere ontspanner nodig. Uniformiteit is in de GASwereld ver te zoeken.

1. Gasflessen horen thuis in een geschikte gasbun. We onderscheiden twee soorten flessengas: butaan en propaan. Het verschil tussen butaan- en propaangas is de temperatuur waarbij het gas in vloeistof overgaat. Bij butaan is dat 0 °C en bij propaan -44 °C. Bij temperaturen onder het vriespunt is butaangas dus niet meer bruikbaar omdat het vloeibaar wordt (in de volksmond spreekt men van bevriezen). Propaangas wordt pas bij -44 °C vloeibaar en is hierdoor het hele jaar door bruikbaar. Voor de zomer is butaan evenwel bij uitstek geschikt, door de hogere verbrandingswaarde gaat een fles butaan namelijk langer mee. Zet gasflessen nooit binnen het woongedeelte, ze horen in een goed verluchte gasbun thuis. De verluchting dient vooral onderaan te zitten, het gas is namelijk zwaarder dan lucht en zakt naar beneden indien er een lek zou zijn. Bovenaan een roostertje (met fijn gaas tegen spinnen) is aan te raden om wat ‘trok’ te maken. Zorg dat de gasfles(sen) rechtop kunnen vastgezet worden, bij voorbeeld met een riem of in een juist passend compartiment per fles, zodat ze bij zwaar weer of golfslag niet kunnen gaan ‘leven’. Een houten plaat met uitgezaagde gaten waar de flessen in passen is simpel maar zeer geschikt. De beschikbare afmeting in de gasbun zal mede bepalend zijn voor de gasfles die aangekocht wordt. Spelen nog een rol: gewicht, aansluiting, vaargebied.

Een plaat met uitgezaagde gaten. Een eenvoudige maar mooie oplossing om gasflessen veilig vast te zetten in de gasbun. Nog een riem er bovenop is beter. De plaat zit met grendeltjes vast en kan gemakkelijk verwijderd worden voor een onderhoudsbeurt.

13


2. Ontspanner en flexibele leidingen In de bedon zit het gas in vloeibare vorm onder druk opgeslagen. Die druk is bij 0°C 4 bar en kan in de zomer oplopen tot wel 10 bar. Daarom is het af te raden flessen open en bloot in het zonlicht te plaatsen. Die 4 bar is niet bruikbaar aan de toestellen. De standaard regelaar reduceert de flesdruk van 4 bar naar 28 mbar bij propaan of 37 mbar voor butaan, dus ongeveer 130 keer lager. Stel je voor dat die hoge druk rechtstreeks op het toestel komt, dan krijg je een steekvlam. Daarom is het belangrijk dat er een degelijke ontspanner geïnstalleerd wordt. Ontspanners geschikt voor de gewone gasfles worden met een G½” linkse schroefdraad gemonteerd op de fles. Het kan inwendige of uitwendige schroefdraad zijn. Bij het wisselen van fles moet telkens een nieuwe kunststof dichting gemonteerd worden. Die krijg je op vraag meestal gratis bij het omruilen van een bedon. Sommige ontspanners hebben een ingebouwde vaste rubber dichting, in dat geval is een extra kunststofdichting overbodig maar bekijk tijdens het wisselen die rubber dichtring toch maar eens. De moer (kan vleugelmoer zijn) van de ontspanner met de hand of licht met een sleutel op de fles aandraaien is voldoende. Kontroleer op lekkage met een verfborstel en een beetje zeepsop. Er mogen absoluut geen kleine gasbelletjes opkomen. Heb je twee flessen aan boord, dan is het misschien handig om beiden aan te koppelen op een ontspanner met keuzekraan. Is de fles leeg, dan hoef je niet onmiddellijk aan de slag maar moet je enkel de fles openen en de kraan omschakelen.

In dat geval zit de ontspanner niet Flexibel met rechtstreeks op de fles maar is die perskoppelingen met drukbestendige flexibels Kostprijs verbonden met de 2 bedons. Die zijn Ongeveer 25 € voorzien van perskoppelingen en gaan in de regel minstens 20 jaar tot levenslang mee. Wil je het helemaal goed doen, monteer een slangbreukbeveiliging. Die bestaan in 2 soorten, voor in de hoge- of lagedrukleiding. Indien er een plotse grote gasafname komt door bijvoorbeeld een leidingbreuk, dan slaat die dicht en komt er geen gas meer door de leiding.

14

Hogedruk slangbreukbeveiliging. Direct op de fles aan te sluiten. Kostprijs Vanaf 18 €

Indien in het lagedrukgedeelte gebruik gemaakt wordt van slangpilaren, darm en spanringen, dan moet op enkele zaken gelet worden: De darmdiameter en slangpilaren moeten op elkaar afgestemd zijn. Gebruik enkel goedgekeurde oranje gasslang voor propaan. Daarop staat steeds de fabricagedatum vermeld, in sommige gevallen ook de vervaldatum. Fabricatiedatum

Vervaldatum

-

-

Hou slangen zo kort mogelijk, nooit langer dan 1 meter. Scherpe bochten waardoor een knik kan ontstaan zijn uiteraard uit den boze. Gebruik enkel slangen waar het niet anders kan, bv. net voor een verbruiker, en steeds inox spanringen.

3. Vaste leidingen

varkensstaart

Vanuit de gasbun loopt een vaste leiding door de boot. Dit moet een naadloze buis zijn uit roestvrij staal of koper. Probeer zoveel als mogelijk uit 1 stuk te werken, koppelingen en aftakkingen moeten vermeden worden. Elk koppelstuk is een kans op lekkage. Gebruik enkel koppelstukken die voor gas geschikt zijn. Bescherm de buis bij elke huiddoorvoer tegen wrijving en trillingen bij voorkeur met een passend rubber omhulsel. Bevestig de buis op regelmatige afstanden met attaches. Bij elk toestel die op de leiding moet gekoppeld worden wordt een verdeelblokje geplaatst waarin een afsluitkraan zit. Voorzie een varkensstaart (een volledige krul in de buis) om uitzetting bij temperatuurverschil op te vangen. Werk indien mogelijk met vaste leidingen tot aan het toestel, die zijn onderhoudsvrij. Flexibele leidingen zijn dat niet. Gebruik je toch flexibels, neem dan toch die degelijke met perskoppelingen zoals reeds eerder beschreven. Alle koppelstukjes en afsluiters moeten vrij bereikbaar zijn om op lekkage te kunnen controleren.


Knelkoppeling GAS

Water

Verstevigingsbus

4. Toestellen In elk toestel moet een thermische beveiliging ingebouwd zitten die de gastoevoer automatisch afsluit bij het uitslaan van de vlam. De meest voorkomende toestellen aan boord zijn: Kookvuur Koelkast Verwarming/ Boiler Voor elk toestel moet een goed bereikbare afsluiter gemonteerd worden. Is er een probleem met het toestel, dan kan de gas gemakkelijk en vlug afgesneden worden. Eventueel kan op die manier het toestel zelfs weggenomen worden om te laten herstellen of te vervangen terwijl de andere toestellen nog in gebruik zijn. In dergelijke gevallen moet uit veiligheid wel een blindstop op de uitgang geplaatst worden. Werk je met een ventielblok zoals op de foto, dan is het belangrijk om labels op elk ventiel te kleven zodat duidelijk is voor iedereen welke kraan bij welk toestel hoort. In de regel worden alle toestellen met vaste verbindingen verbonden. Alleen voor het kookvuur wordt een uitzondering gemaakt, hier wordt een flexibele leiding toegestaan door controleurs. De plekken waarin de toestellen zich bevinden (kombuis, badkamer) moeten voldoende verlucht worden om CO vergiftiging (de stille moordenaar) uit te sluiten. Zie je tijdens het gebruik van gastoestellen een minder mooie verbranding met zwarte rook, dan is de kans groot dat de ontspanner niet goed werkt. Onmiddellijk vervangen is de boodschap. Bij de meeste ontspanners staat in de onderkant trouwens een vervaldatum ingeslagen. Controleer die eens, je zou kunnen verschieten.

5. Veiligheid Gebruik steeds de juiste materialen die geschikt zijn voor gasinstallaties. Leidingen die gebruikt worden voor bv. waterleiding zijn uit den boze. Dat zijn gelaste buizen terwijl voor gas alleen naadloze buizen veilig zijn. Courant worden voor gas de koper leiding diameter 12 en 15 gebruikt. Inox dia. 8 mm. Zorg dat er nooit leidingen door de immer warme machinekamer lopen. Over de flexibels hadden we het reeds, toch willen we er nog de nadruk op leggen om nooit luchtdarm te gebruiken voor gas. Die zijn hiervoor niet geschikt en kunnen reeds op korte termijn aangetast worden. Zonlicht, of beter gezegd alle weersomstandigheden, zijn een vijand voor flexibels. Leg ze nooit open en bloot.

Waar koppelingen nodig zijn worden meestal knelfittingen gebruikt. Heel handig. Maar ook hier is er onderscheid tussen koppelingen voor gas en water. Deze voor gas zijn iets anders van vorm, langer en duurder. Ze steunen beter de buis waardoor de kans dat de koppeling iets schuin op de buis komt te zitten heel gering is. Bij gebruik van koperleiding moet er telkens een verstevigingsbusje in de buis geschoven worden waar de koppeling gekneld zit. Bij inox buizen hebben die geen zin. Op veel koppelingen ((niet allemaal) die voor gas bestemd zijn is een keurmerk gegraveerd.

6. Lekken opsporen Na de installatie of na aanpassingen in een bestaand netwerk moet gecontroleerd worden of alles mooi dicht is. De snelste oplossing om een lek te vinden is met een aansteker. Maar dat zou ik niet doen, heel de haven zal het geweten hebben, maar jij niet meer! In eerste instantie kan een druktest uitgevoerd worden met een compressor op een lichte overdruk van bv. 3 kg, maar let op dat je de toestellen niet beschadigd. Het kan ook met gas. Installeer daarvoor een gasfles en draai die open. Indien u een ontspanner met een manometer hebt zal die op druk komen. Draai de fles opnieuw dicht. De druk moet er op blijven en mag de eerste minuten niet zakken. Heb je geen manometer, of zakt de druk wel, dan moet je gaan zoeken waar een lek zit. Daarom is het heel belangrijk dat alle koppelingen en afsluiters vrij bereikbaar zijn. Met een verfborstel en zeepsop, gemaakt van een beetje water en flink wat schuimend afwasmiddel (geen bier gebruiken aub), kan je aan de slag. Schuim koppeling na koppeling in en kijk heel aandachtig, want soms is een lek pas zichtbaar na lang genoeg kijken. Er mag geen groeiend zeepbelletje ontstaan. Maar pas op, als het lek iets te groot is zullen er door de te grote flow ook geen bellen opkomen. Een nog beter alternatief voor zeepsop is een speciaal daarvoor bestemde spuitbus met schuim (bv GRIFFON Gaslekzoekspray). Maar ook hier moet je soms wat geduld hebben voor de belletjes zichtbaar worden. Ruik je op een bepaald moment een onfris luchtje (dat hoeft geen gasgeur te zijn), een beetje als rottend eten, dan is er kans op een kleine lek. Neem daarom geen risico en monteer een gasmelder onder de belangrijke verbruikers. Die zal je tijdig alarmeren indien er een probleem is. En een CO melder, waarom niet! Ben je niet zeker van jezelf, ga te rade bij iemand die er verstand van heeft want gas is en blijft een explosief goedje als je het de vrije loop laat.

15


Het begon met een klein probleem. Tekst: Marc Daens

Foto’s: Marc Verhoeven

T

ijdens onze zomervakantie een tweetal jaren geleden liep het even bijna verkeerd. We hadden flink doorgevaren op het Kempische kanaal Bocholt – Herentals en bij het aanmeren boven Sas 1 (Blauwe kei, Lommel) viel plots zomaar de motor uit. We konden ons, gelukkig, nog veilig - alhoewel iets ruwer dan gewoonlijk, vastleggen. Maar leuk was dat niet. Uiteraard waren we geschrokken door het onverantwoord gedrag van onze Leyland motor. Je zou kunnen zeggen “dat komt ervan als je met die oude klodden ’t water op gaat”. Maar daar ben ik het niet mee eens. Onze boot zelf, de Reinier Nooms, is best reeds van een respectabele leeftijd, dat geef ik graag toe, maar hij doet nog altijd wat hij moet doen: namelijk blijven drijven. De motor daarentegen is vrij jong. Hij is zelfs jonger dan ik. Ze waren hem, bij manier van spreken, aan het maken terwijl ik mijn plechtige communie deed. En ja, minder graag toegegeven, dat communiefeest is ondertussen wel al 53 jaar geleden en dus, neen, echt ‘nieuw’ mag je die motor niet noemen. Doch, oud ook niet (vind ik). Ondanks dat hij, wanneer de sluisdeuren bij SAS 1 voor ons opendraaiden, onmiddellijk weer aansloeg, en dat hij ons sindsdien nooit meer op een dergelijke schaamteloze manier in de steek heeft gelaten, was er enige onzekerheid en wantrouwen jegens die Engelsman. Het hoeft jullie dan ook niet te verbazen dat Hilde mij ontnuchterend vroeg ‘wat ik denk te doen in geval als dat nog eens zou gebeuren.’ Tja, ik stond daar met mijn mond vol tanden, veel mogelijkheden zag ik niet direct. De Reinier verkopen en een andere met twee motoren aanschaffen was geen optie. Wij zijn jammer genoeg zodanig aan dat (zoals ooit iemand onze Reinier noemde) “oud ijzer” gehecht, dat we liever stoppen met varen dan hem te bedriegen met een andere boot. Zoals zo dikwijls geraakte met de tijd het voorval vergeten en verdween de nuchtere vraag naar de achtergrond. Totdat ik op de najaarsbeurs Cap°Okaz in Nieuwpoort een standje zag waar men ‘elektrische buitenboordmotoren’ aanprees. ‘Misschien is dat wel een oplossing’ dacht ik luidop. Voor minder dan € 150 kun je reeds zo een motortje kopen. Het weegt niets, het neemt weinig plaats in, je hebt geen stinkende benzine nodig, het wordt niet slecht als je het niet gebruikt en er is geen onderhoud aan. Perfect dus om mee te sleuren op onze Reinier Nooms. Daarnaast is het nog ‘groen’ ook en het maakt geen lawaai. Alleen werd mij opnieuw een vrij nuchtere vraag gesteld: “Zijn wij er wel iets mee als we dat kopen? Is dat niet veel te zwak om veilig bij de kant te komen?” 16

Wat moet je daarop zeggen. Ik dacht van wel, doch nergens kreeg ik een bevestigend antwoord. Ter contrarie. Ik werd zelfs uitgelachen om mijn naïviteit. Slecht volk dat botenvolk! Alhoewel, ik zou liegen. Charles, onze havenmeester, was er zeker van dat zo’n motor sterk genoeg is. Hij wist dat ze ooit, in zijn jonge jaren (en daar wil ik niets mee zeggen), een spits hebben verlegd met een 4 PK- buitenboordmotor. Dus als dat lukte, dan moest zo’n elektrisch ding toch zeker ook voldoende zijn voor zoiets kleins als mijn boot? Gelukkig ben ik lid van Watersport Moervaart, want een voordeel daarvan is (er zijn natuurlijk nog veel andere voordelen), dat daar soms iemand rondloopt aan wie je dergelijke vragen kunt stellen. Dat deed ik dus en Jef (over wie zouden we het anders kunnen hebben?), blijkbaar ooit ook eens naïef verklaard, dacht dat het wel moest lukken. Maar het was, net als bij Charles en bij mij, maar een vermoeden. Er werd vervolgens bij verkopers op de BBS navraag gedaan of je met zo een klein goedkoop motortje een jachtje in nood kon helpen, maar telkens ging een grote paraplu open. Blijkbaar had nog niemand een test gedaan. Gelukkig wist Jef nog ergens een oud elektrisch motortje liggen van de eerste generatie, een Mercury Truster uit 1996 waar een en ander aan mankeerde. Zo zat er bijvoorbeeld maar een half schroefje meer op en was de kunststof behuizing, want die dingen bestaan hoofdzakelijk uit plastic, gebarsten. Maar hij zou een schroef maken en de rest proberen te repareren. Het motortje zou hij allicht wel opnieuw aan de praat krijgen. Om een test te doen mag het niet al te veel kosten natuurlijk. Op die manier zouden we dus proefondervindelijk kunnen nagaan of ons vermoeden overeenkomt met de werkelijkheid. Bovendien zag Jef er een artikeltje in voor ons tijdschrift en dat is altijd mooi meegenomen. Zo kunnen we anderen misschien ook op ‘naïeve’ ideeën brengen.


Op een mooie zaterdag in februari wordt het opknappertje met spanvijzen aan de zwemplateau van mijn Reinier Nooms bevestigd en aangesloten op een afgedankte oude startbatterij die nog genoeg ‘poeier’ bezat om een uurtje te spelevaren. Niet ideaal, maar je moet ergens beginnen. Tot ons groot plezier- blij gelijk kinderen waren we – kwamen we in beweging. Niet dat de Reinier begon te planeren, neen dat deed hij niet, maar hij kroop wel gestaag vooruit. Helaas, helaas, driewerf helaas, we hadden geen fotoapparaat mee zodat er maar een flauw artikeltje zonder bewijsmateriaal kon afgeleverd worden. Die test moesten we dus nog eens herdoen, met kodak en met veel plezier. Een paar weken later, daags voor CORONA ons land helemaal zou lam leggen, wordt de motor opnieuw aan de Reinier Nooms vastgemaakt, met dezelfde spanvijzen. Maar we hadden wel een betere, iets straffere batterij. Jef had ondertussen, naar aanleiding van vorige test, het inox tweebladsschroefje van de motor nog wat bijgewerkt door iets meer spoed te geven. Lijntjes worden losgegooid en weg zijn we. De aanpassing aan de schroef was onmiddellijk voelbaar. De Reinier ging bijna vliegen, enfin, we gingen toch sneller vooruit dan de eerste keer. Als piek haalden we een snelheid van 3 km per uur. Helemaal niet slecht voor een boot van ruim 10,5 meter lang met 8 ton waterverplaatsing. In acht genomen dat het motortje maar 203 Watt of 0.3 pk ter beschikking heeft. Aan punt 1 was daarmee voldaan: als we ons zo een motortje aanschaffen dan kunnen we er in nood mee varen. Punt 2: aan de Langelede heb je ruimte zat om te keren en dus ook om na te gaan of we er mee konden manoeuvreren. En jawel, dat ging perfect. In een soepele beweging draaiden we bijna rond onze as en lag de boot met de kop terug richting Lokeren.

Bleef er nog een belangrijke derde punt: kunnen we er ook mee aanleggen? Ja hoor! Ook dat verliep perfect. Als je het rustig aan doet lukt dat prima, alleen snel eens in de remmen gaan is niet vanzelfsprekend, dus je moet wat anticiperen. En bij windkracht 10 blijf je maar beter aan de kant. Conclusie: experiment geslaagd op alle punten. Dus, lang leve de (kleine) elektrische buitenboordmotor: goedkoop, geen onderhoud, mits enige voorbereiding rap en gemakkelijk te plaatsen en het doet wat het moet doen. En als je onze test bekijkt in het teken van de algemene onthaasting, dan verdient die een Nobelprijs. Maar als je me nu vraagt of dat de ideale oplossing is, dan weet ik het niet zeker. Terwijl we aan het napraten waren had Jef het over een mogelijks andere oplossing. Iets met de motor van een afgedankte elektrische vorkheftruck. Ook goedkoop, krachtiger en mogelijks vast te installeren in de machinekamer. Ik zal dus best nog even wachten tot daar een test mee is gebeurt en er een artikel over verschijnt in ons clubblad, … voor ik zotte kosten doe.

17


FIETSTOCHT DOOR HET WAASLAND

Rit volgens fietsnetwerk: start aan de haven in Lokeren naar punt 24 (aan de voetgangersbrug rechtover de sporthal) –27-28-35-40 46-60-55-69-9-91-77-78-79-47-41-38-38-37-32-29-27-24-Markt

PASEN In CORONA Tijd Tekst: Marc Daens

Foto’s Hilde Demuynck

Met Pasen zitten we normaal bij ‘oma en opa’met een stuk taart. Maar de tijden zijn niet normaal. Opa (93 jaar) is deze morgen met zijn rollator naar het rusthuis gestapt waar hij oma (ook 93) vanachter het raam een zalige Pasen heeft kunnen wensen. Daarna hebben zij beiden, na 67 jaar huwelijk, de feestdag in eenzaamheid doorgebracht. PIJNLIJK! Ook bij ons komt niemand, net zoals wij bij niemand terecht kunnen. In plaats van in eenzaamheid te verkommeren besluiten we te genieten van de zonnige Paasdag en plannen een fietstocht langs de Durme richting Schelde. Mogen we niet op het water, we kunnen er wel naar kijken. Dat is toch al iets.

W

e doen alsof onze boot in de ‘haven’ van Lokeren ligt en beginnen van daaruit onze tocht. Via de linkeroever van de Durme rijden we naar het natuurreservaat Molsbroek om aan het gemaal de Durme over te steken. Via rechteroever fietsen we richting Hamme. Binnen de kortste keren zitten we gevat in gele bloemen waarvan, natuuranalfabeten die we zijn, Hilde noch ik de naam kennen, doch wel de schoonheid ervan weten te appreciëren. Te midden de velden, aan de rand van Zele, staat de SintJozefkapel (uit 1709) met knoestige bomen en een bijzonder uitnodigende bank. Het is Zalige Pasen en zalig lenteweer en het is hier zalig fietsen maar we vragen ons af of we in deze onzalige Covid 19 tijden even samen zalig op dat bankje mogen zitten. Volgens mij is het aan mensen op leeftijd toegestaan. En dat zijn wij. Alhoewel, wij moeten nog een dikke 25 jaar samen verder willen we oma en opa evenaren. en als wij nu al van leeftijd zijn, wat zijn wij dan over 25 jaar? Voorbij de leeftijd? Soit, het is een theoretisch probleem dat er niet toe doet. We hebben die bank niet nodig, we zijn nog maar een paar km ver en er liggen er nog heel wat op ons te wachten. We maken een bocht rond Hamme en komen, rakelings langs Moerzeke, uit aan de Schelde. Niet in één keer echter. Ik kan dan wel stoefen over dat zalig lenteweer, maar midden in niemandsland worden we verrast door die ene regenbui die het land teistert en moeten we schuilen onder een boom, terwijl we dat anders ongetwijfeld ergens in een cafeetje zouden doen. Maar die zijn ‘water’dicht! We zijn voorzien en hebben een flesje water mee - ter wille van het evenwicht - zodat we ook binnenin voldoende nat zijn. 18

Ik zeg nu wel dat het land van niemand is, maar dat is natuurlijk niet zo. Het is een gebied dat vroeger bij springtij onder water kwam, maar door verhoogde Scheldedijken droog is komen te liggen. Het staat vol met weekendhuisjes en het ligt vol met visvijvers. Ondanks het verbod op samenscholing zien we hier en daar toch mensen die voor hun huisje samen genieten van de natuur, de stilte en een drankje dat er stukken beter uit ziet dan het water waar wij het moeten mee doen. Na een bijzonder flinke en gelukkig ook bijzonder korte klim staan we op de Scheldedijk en hebben er een mooi zicht op het modderige water. We hadden gevreesd dat er veel volk op de populaire dijk zou lopen, dan wel fietsen, maar dat is niet zo. Het is er voor zo’n zonnige zondag onwezenlijk rustig.


Veer Driegoten

Aan het veer bij Driegoten ziet het er op zulke mooie dagen normaal zwart van het volk. Nu is er buiten de veerman niemand. Wanneer we, met respect voor ‘social distance’, naar hem toe stappen, zegt hij dat het hem erg spijt, maar dat hij ons niet naar de andere oever kan brengen. Hij mag enkel mensen meenemen die een gegronde reden hebben om naar de overkant te gaan. Die hebben we niet. Het was nochtans leuk geweest om eens kort heen & weer te varen, om eens op het water te zitten. Nu, dat is wel jammer maar niet erg, want voor onze tocht moeten we niet over het water. Die willen we verderzetten naar de monding van de Durme waar je een prachtig uitzicht hebt op het weidse water. Van zwart gesproken, op die hoek ligt Filip De Pillecyn begraven. Die heeft na de oorlog een tijdje in Lokeren gewoond. Samen met nog een paar duizend anderen. In het ‘Kamp van Lokeren’ was dat. Helaas geraken we niet tot bij het monument, de dijk is namelijk afgesloten. Ze zijn daar volop bezig met het Sigmaplan. Wel leuk: door de dijken te verleggen creëren ze overstromingsgebied zodat er minder kans op overstroming is. We rijden om. Dat is helemaal niet erg want de omleiding is even mooi. Terug op de Durmedijk fietsen we opnieuw richting Hamme, maar aan de Mirabrug, daar waar er indertijd een film is opgenomen die toen schandalig was, iedereen wel naar keek, en nu gedateerd is, slaan we af. Mirabrug en koolputten

Het huis naast de Mirabrug, bij de zogenaamde koolputten, is een B&B met vergaderzalen en restaurant. Ik weet nog dat tijdens de restauratie op een nacht alle koperen goten en afvoeren zijn gestolen. Ik ben niet zeker, maar ik geloof dat er nu ‘plastiekenen’ aan hangen. Het complex ligt er wel mooi, niet?

Dries Sombeke

Mijn relaas wordt te lang zeggen ‘ze’ mij. En als ‘ze’ dat zegt, dan moet ik luisteren. Ik zal de rest van de tocht dus in ‘t kort afwerken. LEEG!

We verlaten de Durme over de prachtige Dries in Sombeke en via de Waasmunsterse bossen, waar heel veel bomen plaats moesten ruimen voor grote villa’s. We passeren de prachtige, architecturaal waardevolle en als monument geklasseerde abdij Roosenberg naar de brug over de E17. Daar kunnen we het niet laten om af te stappen. Het zicht is onwezenlijk. De snelweg ziet er uit als in de jaren zeventig met zijn autoloze zondagen, namelijk: zonder auto’s. Ik overdrijf zeggen ‘ze’, maar kijk naar de foto en geef me gelijk: veel auto’s zijn er niet te zien, toch? Opnieuw passeren we langs het Molsbroek, maar dan aan de andere kant, op de Durmedijk. Over de Markt komen we na 48 km fietsen (en neen, niet elektrisch, we zijn tenslotte nog geen 93) terug thuis. Daar kunnen we, eindelijk, bijzonder pijnlijk al die gesloten cafés onderweg, genieten van een lekkere Orval en, (laat je niet misleiden door die fles water), een glaasje Lillet.

Lillet Blanc heeft een heerlijk fris en lichtzoet aroma. Door de blend van witte Bordeauxwijnen en ambachtelijke citruslikeur, kun je Lillet op verschillende manieren serveren. Drink Lillet puur over ijs, in een mix of in een heerlijke cocktail. Lillet Vive! Vul een wijnglas met voldoende ijs. Schenk 5cl Lillet over ijs in het glas. Voeg 10cl tonic en een schijfje komkommer toe. Garneer met een halve aardbei en wat munt. Orval, Alleen het flesje ontkurken, inschenken, genieten!

Santé! 19


OP AANVRAAG

Varen op getijdenwater Tekst: Jef Beernaert

Illustratie: VPF Vademecum

T

weemaal per dag wordt onder invloed van de aantrekkingskracht van zon en vooral de maan een vloedgolf veroorzaakt die over de zeven zeeën trekt. Zo ontstaan Eb en Vloed. Er zijn best wel grote verschillen tussen hoog- en laagwater op de wereldbol. Wie aan de Côte d’Azur al eens zijn vakantiegeld spendeerde weet ongetwijfeld dat het verschil tussen eb en vloed er met nog geen halve meter verwaarloosbaar is. Het is trouwens een van de redenen voor het mooie heldere water. Hoe kleiner het verschil, hoe minder stroming en hoe minder kans dat er constant slik en zand rond dwarrelt. Daarentegen, nabij het Bretoense Mont St Michel, waar de Atlantische Oceaan zich tracht in het Nauw van Calais te persen, loopt het getij soms op tot 14 m. Wie zich daar op de uitgestrekte vlakke stranden bij laag water aan een wandeling waagt zorgt maar beter dat hij tijdig terug is. Jaarlijks moeten er verschillende reddingsacties op poten gezet worden voor mensen die door het razendsnel opkomende water (bijna 10 km /uur) ingesloten geraken. Hoe en waarom eb en vloed zo verschillen, dat is een technisch aspect met heel veel curves en berekeningen, meer geschikt voor wetenschappers, daar gaan we ons niet verder in verdiepen. Het fenomeen is er, maar hoe kunnen we er gebruik van maken, hoe kunnen we het zoveel mogelijk in ons voordeel laten spelen, vooral dan in ons vaargebied: de Zeeschelde, Westerschelde, Rupel en Durme.

Getijdenrivier Bij ons is op de Schelde van Sluis Merelbeke tot aan de monding van de Westerschelde in het Nederlandse Vlissingen het getij koning. Vanaf de monding trekt de getijdenwerking als een langgerekte golf de Schelde binnen. Deze golf plant zich stroomopwaarts voort tot in Gent, richting Durme, via de Rupel richting Nete, Dijle en Zenne en trekt vervolgens terug weg. In Merelbeke, Gentbrugge, Dendermonde, Zennegat, Mechelen, Duffel, en niet te vergeten de stomme dam in Lokeren, doen de sluizen en die dam de getijdenwerking abrupt stoppen. Het hoogteverschil tussen de hoog- en de laagwaterstand varieert van ongeveer 4m bij de monding in Vlissingen tot 5m in Antwerpen en een kleine 2m bij Gent. Nabij de Durmemonding, juist voor het bochtenwerk in de Schelde die als een flessenhals werkt, bereikt de Schelde haar hoogste waterpeil.

Getijdenboekje Wil je voordelig op getijdenwater varen, dan moet je vooreerst weten wanneer het eb en vloed is op die strategische plaatsen waar je langskomt. Daarvoor maak je best gebruik van getijtafels. Die staan duidelijk afgedrukt in het VPF Vademecum maar ze zijn evenwel niet compleet, de wintermaanden staan niet afgedrukt. Deze kan je vinden op het internet of in getijenboekjes die rond de jaarwisseling soms in watersportwinkels als geschenk gegeven worden. Let er wel op dat je een tabel van het juiste jaar vast hebt. De tabellen zijn steeds gebaseerd op een welbekend meetpunt van waaruit je zelf verder moet rekenen. In het vademecum zijn dat Nieuwpoort, Vlissingen, Antwerpen en Wintam. Kies daaruit uw basisgegevens om met een schema, dat ook is afgedrukt, uit te rekenen wanneer het op andere plaatsen op uw traject hoog of laag water is. Een voorbeeld maakt dat duidelijker.

20


Voorbeeld 1: STROOMAFWAARTS We willen graag op maandag 6 juli 2020 van Gent naar Lier, zoveel mogelijk met de stroom mee. Wanneer kunnen we best door de sluis in Merelbeke gaan. We baseren ons hierbij op de tabel van Antwerpen. Naast datum 6 juli (rood kadertje) zien we:  Hoog water Antwerpen om 5u16 en 17u44.  Laag water om 12u08. Naast hoog- en laagwater tijdstippen zijn de verwachte waterstanden opgegeven ten opzichte van de gemiddelde laagwaterstand op zee in Oostende (TAW). Die hebben wij niet nodig voor ons vaarschema. Enkele bladzijden verder vinden we verschillende schema’s. Hier kiezen we in eerste instantie ‘gemiddeld tijdverschil hoogwater later dan Antwerpen’. De cirkels duiden aan hoeveel uur na HW Antwerpen het op de andere plaatsen HW is. In Merelbeke is dit ongeveer 4 uur na Antwerpen. Dus HW Merelbeke om 9u16 en om 21u44. Die laatste kunnen we schrappen, dat wordt te laat om te vertrekken in Merelbeke. Ter hoogte van Rupelmonde (Schelle) moeten we de Rupel op, het is interessant te weten wanneer het laag water is in Rupelmonde zodat we met de stroom mee, in dit geval met opkomend tij, richting sluis Duffel (op de Nete) kunnen varen. Hiervoor gebruiken we dezelfde getijtafel, maar een ander schema. Dat met ’gemiddelde tijdverschillen LAAGWATER na Antwerpen’. Daarop zien we dat het bij benadering 30 min na Antwerpen LW is aan de monding van de Rupel in Schelle. Vlg de tabel: 12u08 + 30 min is om 12u38 Dit zijn theoretisch berekende waarden. In de werkelijkheid kan er enige – tot flink wat verschil zitten, afhankelijk van het heersende weerbeeld. Een flinke westelijke- of noordwestelijke wind bijvoorbeeld zal het water met kracht opstuwen waardoor hoogwater vlugger kan bereikt worden of laag water pas later plaatsvindt. Zware regenval, waardoor veel water moet gespuid worden in Merelbeke, heeft ook zijn invloed en kan, samen met die wind, extra hoge waterstanden helpen creëren tussen Gent en Dendermonde. Verder afwaarts heeft dat geen invloed van belang meer.

We hebben nu twee tijdstippen op de voor ons traject cruciale passageplaatsen genoteerd, hoog water in Merelbeke en laag water in Rupelmonde. Sommige getijdegevoelige sluizen (bv. Ganzepoot Nieuwpoort, Sluis Klein-Willebroek, Zennegatsluis, Kattendijksluis Antwerpen en de Benedensluis in Mechelen), worden gedraaid vanaf enkele uren voor tot enkele uren na hoog water. Ook hier kan je de tijdstippen uitrekenen volgens de tabel en de juiste gegevens van de specifieke sluis. Willen we optimaal gebruik maken van de stroming, dan zouden we theoretisch gezien de sluis in Merelbeke om 9u16 moeten uitvaren om tegen 12u38 de Rupel op te draaien met het tij mee naar Duffel. Met andere woorden, op 3u 22 minuten tijd moeten we een afstand van 65 km overbruggen. Met een waterverplaatsend jachtje is dat bijna niet mogelijk. Neem aan dat we gemiddeld 11 km/uur door het water varen (dat is voor velen reeds snel) en de gemiddelde stroomsnelheid op de Schelde bedraagt 3,5 km/uur. Dus varen we aan 14,5 km/uur over de grond. Dat betekent dat we een kleine 5 uur nodig hebben om, met de stroming mee, Rupelmonde te bereiken. Dit lukt niet op de tijdspanne van een getij, hoe lossen we dit best op. De stroomsterkte tussen Schellebelle en Gent is minder groot dan tussen Antwerpen en Dendermonde. Daarom gaan we in Merelbeke vertrekken om 8u, ruim een uur voor hoog water. Dan varen we het eerste stuk met een heel lichte tegenstroom, maken we, al dan niet bewust, de kentering mee want al heel vlug halen we het getij in om ter hoogte van Wetteren reeds de stroom mee te krijgen. Je zal zien dat we zo, zonder forceren, op het juiste tijdstip de Rupel opdraaien en met opkomend tij naar Duffel varen.

21


Voorbeeld 2: STROOMOPWAARTS Om vanuit Antwerpen naar Gent te varen moet heel anders gerekend worden omdat we nu met opkomend tij varen. Opnieuw gaan we ervan uit dat onze snelheid door het water tussen 9 en 11 km per uur bedraagt, over de grond met het tij mee gemiddeld 14 km/uur. En als traject varen we, om te kunnen vergelijken, opnieuw van Lier naar Gent maar nu op vrijdag 17 juli.

Met opkomend tij kan je aan voornoemde snelheid perfect de stroming mee houden tot Gent omdat je, bij wijze van spreken, meevaart met het tijdschema ‘gemiddelde tijdverschillen laagwater na Antwerpen’. De golf doet er namelijk ongeveer 4 uur over om van Schelle naar Merelbeke te lopen, wij iets langer, dus dat komt goed uit, we blijven de hele rit stroming mee hebben. Eerst gaan we opnieuw kijken naar de belangrijke passagepunten. We willen graag op de Rupel met afgaand water varen, de Schelde met opkomend tij, liefst minstens 1uur, ideaal 2 tot zelfs 3 uur na kentering omdat je dan volop de stroming mee hebt.  Hoog water Antwerpen om 1u51 en 14u26.  Laagwater om 8u20 en 20u51 Volgens het schema is het aan de Rupelmonding laag water ruim 30 min na Antwerpen, dus omstreeks 9 uur. Tellen we daar 2 uur bij, dan moeten we omstreeks 11 uur de Schelde opdraaien. Dat is ruim op tijd om nog naar Merelbeke te varen. Willen we echter met afgaand tij de Rupel bevaren, dan moeten we vóór 9 uur in Schelle zijn. Daarvoor moeten we zeer vroeg vertrekken in Duffel (Afstand passantensteiger Lier tot monding in Schelle is 25 km + 1 sluis, dus minstens 2.5 uur onderweg), of reeds de dag voordien tot Boom of Klein Willebroek varen. In Duffel is het HW ongeveer 1.5 uur na Antwerpen, dus rond 3u30 in de ochtend. De sluis in Duffel draait reeds vanaf 6 uur in de morgen, dus is het perfect haalbaar om met afgaand tij tegen 9 uur de Schelde op te draaien. Hierbij willen we wel opmerken dat we de Rupel dan op zijn laagste peil bevaren, er zijn enkele niet aangeduide verraderlijke ondieptes waar menig jachtje reeds een ‘opwippertje’ kreeg. Aan de steiger in Rupelmonde kan je vervolgens een tweetal uur afwachten tot de stroming tot volle wasdom is gekomen om daarna in één ruk naar Merelbeke te ‘vliegen’. Voor wie nog geen ervaring heeft met getijvaren op de Schelde willen we toch nog graag vermelden dat je steeds de verkeersborden die op de wal zijn opgesteld moet volgen. Er liggen enkele zandbanken waar geen boeien liggen, die je bij hoog water maar deels tot helemaal niet ziet en die zeer ver in de bochten doorlopen ( Uitbergen km23, Wichelen km25, Klein kasteeltje km34 en bij het bochtenwerk tussen MoerzekeWaterleiding en Baasrode-Groenendijk zijn de belangrijkste). Uitluisteren op VHF kanaal 10 is een must, meld zelf ook uw positie bij het naderen van die belangrijke punten, de beroepsvaart doet dit niet altijd meer sinds ze AIS gebruiken. De belangrijke meldpunten staan vermeld in het VPF Vademecum 2020 op blz 120.

Varen op stromend water is natuurlijk meer dan dat. Afmeren, een nevenwater of een haventje invaren. Wachten op een sluis of een onverwacht defect, steeds moet er met de heersende stroming, de wind en het scheepvaartverkeer rekening gehouden worden, meer dan op een ander waterpand. Maar laat het geen reden zijn om die mooie vaarwaters links te laten liggen.

22


HISTORISCHE VAARTUIGEN: De GRAPPIN-Sleepboot

Tegen de stroom in varen?

Maquette bateau-grappin ‘Ville d’Avignon’ Musee de la batellerie, Tournon

Monteer een wiel onder je boot! Tekst: Jef Beernaert

V

aren op stroming is niet altijd, zoals op de Schelde, aan getijden gebonden. Je hebt rivieren waar niet eb en vloed maar vooral de afvoer van water, afkomstig van smeltende sneeuw uit het hooggebergte en de afvoer van regenwater uit het hinterland, voor sterke stroming zorgen. De stroomsnelheid is er afhankelijk van het jaargetijde en de weersomstandigheden, maar loopt wel steeds afwaarts, in de richting naar zee. Rijn, Donau, Wolga en Rhône zijn daar schoolvoorbeelden van. Probleem bij die rivieren is dat je niet, zoals op de Schelde, het gepaste tij kan afwachten om met opkomend water de rivier op te varen. Door de eeuwen heen moest vooral op mankracht stroomop gejaagd worden. Heel bekend is het schilderij van de WOLGASLEPERS uit 1870 waarbij 11 haveloze mannen in het zeel hangen om een zeilschip tegen de stroom in te jagen. Verbazend is dat er op de achtergrond een stoomsleepboot te zien is. Maar dat was duur, veel duurder dan een stel onderbetaalde jagers. Of wat dacht je van het indrukwekkende konvooi paarden op het schilderij ‘La remonte du Rhône’ uit 1843 met een sleep op de nog niet gekanaliseerde tumultueuze rivier. Tot halfweg de 19de eeuw waren naar schatting 6000 paarden aan het werk langs de Rhône.

Geen wonder dat koortsachtig werd gezocht naar systemen die het jagen moest vervangen.

De Wolgaslepers

La remontée de bateaux sur le Rhône

Reeds eind jaren 1700 werden testen uitgevoerd met houten raderboten waarin grote stoommachines werden opgesteld. Geen goed huwelijk. Pas rond 1830 kwamen de eerste ijzeren sleepboten op het toneel. Nog steeds met schepraderwielen aangedreven, waarin kolen verslindende stoommachines stonden opgesteld. ‘Dat kan beter’ dachten de broeders Verpilleux. Ze ontwierpen ‘le bateau- crabe’, beter bekend als de GRAPPIN-sleepboot die in 1847, van de monding in Port-Saint-Louis du Rhône (Arles) tot in Lyon, de dienst uitmaakte. Een krachtige stoommachine met 600 iPk dreef een enorm groot geklonken stalen wiel aan (diameter 6.5 m en 30 ton zwaar). Op het wiel stonden kloeke stalen pinnen. Het traagdraaiende wiel werd neergelaten op de rivierbodem. De pinnen (grappins of grijphaken) trokken de boot met zijn sleep als een krab tegen de stroom in vooruit aan een gemiddelde snelheid van 2 à 3 km/uur. Steeds moest, wegens de beperking in diepgang van het wiel, het ondiepe deel van de rivier bevaren worden. Op plaatsen waar het dieper was ging de sleep voor anker, de Grappin voer, aangedreven door z’n toen gangbare raderschoepen, verder tot hij weer grip had. Vervolgens werd de sleep met lange kabels dichter gelierd en ging de reis verder. De sleepboten waren lang en slank gebouwd (zogenaamde ‘palingboot’) om de weerstand te beperken en de stuurvaardigheid optimaal te houden. Er waren zeker 7 schepen in dienst bij ‘La Cie des Grappins’, varierend van 65 tot 124 m lang, 7 m breed met een diepgang van amper 1 m. Ze werkten in estafettedienst tussen Arles en Lyon. Elk had dus zijn bekende traject. Dit type sleepboot bestond blijkbaar alleen op de Rhone en deed er dienst van 1848 tot 1894.

23


VAARLUS

FLIRTEN MET DE GRENS DEEL 3

Tekst: Jef Beernaert Foto’s: Eartha Dereuddre

Tijdsnood? In dit reisverhaal zijn we nooit heel ver weg maar varen we toch langs wegen en plaatsen die we niet echt kennen. De beschreven vaarlus is gemakkelijk te bevaren op een tijdsspanne van twee tot drie weken. Vandaag laten we het bruisende Tilburg achter ons en varen verder het Wilhelminakanaal af.

19 juli: Bruggendag. De vele ophaalbrugjes rond Tilburg draaien vlot. Op enkele daarvan staat aan de onderkant een gedicht die alleen te lezen is als de brug open staat. Een mooi initiatief, en 100% beschermt tegen graffiti. Een van de bruggen noemt de Trappistenbrug. Ik weet niet waarom, maar dat wekt onbewust een fijn gevoel op, nochtans heb ik niet onmiddellijk streng-religieuze gevoelens. Raar! We varen scheerlings langs de Beekse Bergen, je weet wel, de Noord-Brabantse jungle. In het vakantiepark zal een familie met kinderen zich zeker niet vervelen. Zwembad, speelplein, visvijver, dierentuin, ze hebben er alles, en het zal allicht een stuk goedkoper zijn dan een retourtje Zuid Afrika. Er is een steiger, maar misschien is die van de roeivereniging. We trekken door, sluis 4 gaat open als we er bij komen. Van timing gesproken. Er liggen reeds 6 jachtjes te wachten waaronder een kwartet Gentenaren, maar iedereen schuift mooi door en we passen er allemaal in. In Oirschot stoppen we in de gemeentelijke haven. Tot onze verbazing mogen we hier gewoon een dag gratis blijven. Naar verluid zou er intussen een automaat staan maar is het havengeld zeer schappelijk. 20 juli: Oirschot, blijkbaar ‘Oorschot’ uitgesproken, heeft echt een heel mooie dorpskern met oude huisjes, winkels, horeca en een brouwerij in restauratie. We ondernemen een fietstocht in de ruime omgeving. Onderweg trakteren we onszelf met een La Trappe, het enige Nederlandse Trappistenbier dat niet ver hiervandaan gebrouwen wordt in de Abdij Koningshoeven. We zijn er gisteren gepasseerd maar wisten het niet. Stom! Het stond nochtans op de brug geschreven. De abdij en brouwerij kunnen zelfs bezocht worden – met degustatie.

24

21 juli: We maken er een vaardag van, laten de afslag naar Eindhoven via het Beatrixkanaal links (eigenlijk rechts) liggen en ruilen een stuk verderop, in Helmond, Wilhelmina in voor Willem. Allemaal royals die hun naam verleenden aan kanalen. Nochtans is niet alles wat het lijkt. De Zuid Willemsvaart werd niet onder het bewind van Koning Willem gegraven maar door Napoleon. Het maakte deel uit van het grote project ‘Le grand Canal du Nord’ dat Parijs met de Rijn moest verbinden. Door het ontstaan van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1813) en het debacle in Waterloo (1815) werd de verbinding nooit helemaal afgewerkt, al was die bijna klaar. Het spreekt vanzelf dat het kanaal niet de naam van de Franse aartsvijand kreeg.


Vroeger was de diepgang er beperkt en mochten jachtjes groter dan 10 m niet binnen, maar de gemeentehaven is vernieuwd en goed toegankelijk, heeft alle voorzieningen, tot wifi toe, en is gratis, tenzij dit intussen zou veranderd zijn. Uiteraard zullen ze daardoor misschien wel met blijvenliggers te kampen krijgen. 22 juli: Voorbij de twee ophaalbruggen hebben we nog 1 sluis tot aan de Belgische grens in Lozen. Hou er op zaterdag rekening mee dat de sluizen in Lozen en Bocholt maar tot 15 uur draaien. We twijfelen of we reeds in Bocholt stoppen maar varen toch verder Kempenaar anno 1926 op de Zuid Willemsvaart richting Blauwe Kei. We hebben geen enkele hindernis. Ondanks het feit dat we onze snelheid laag houden gaat dit vooruit. Op de Zuid Willemsvaart heb je ongeveer om de 7 km een Het valt ons op dat het heel rustig is op de Kempische sas. Regelmatig kom je een Kempenaar tegen. Wat ons opvalt kanalen. Een sporadische tegenligger voert bijna altijd de is de leeftijd van die schepen. Heel veel ervan werden Nederlandse vlag. Waarom wordt er bij ons zo weinig gebouwd na WO1 tot aan WO2 en zien er nog heel goed uit. gevaren? De dieselprijs kan hiermee toch al lang niets meer Het bouwjaar staat er soms achteraan op geschilderd. te maken hebben. Of zit het varen de Belg gewoon niet in de In Nederweert, op het kruispunt tussen de Willemsvaart, de genen zoals dat boven de grens wel het geval is. Noordervaart en het kanaal naar Wessem, heb je boven de sluis een passantensteiger. Een jachtje waarmee we bijna de hele dag samen varen neemt er het laatste plekje in. Maar geen nood, voorbij de sluis is er ook plaats, mooi onder de bomen, in alle rust, weg van het drukke verkeer van de A2. Naast de sluis bemerken we een bijzonderheidje. Daar bevindt zich in een klein gebouwtje de waterkrachtcentrale Roeven, de oudste en met een vermogen van amper 35 kW misschien ook de kleinste nog werkende van Nederland. Ze werd gebouwd in 1920 met de bedoeling het sluizencomplex en de bijhorende ambtswoningen van stroom te voorzien. Na een lange onderbreking en restauratie wekt ze sinds 1993 opnieuw elektriciteit op. Als je er komt, piep even door het raam naar de ongecompliceerde oude simpele maar degelijke techniek. De centrale staat als watermolen geclassificeerd. Oude mechaniek in waterkrachtcentrale Roeven

Het stadje Weert, voor Nederlanders de poort naar Limburg, is vlakbij, te voet best haalbaar, met de fiets maar enkele minuutjes ver. Voorbij de ophaalbruggen is een mooi jachthaventje vlakbij het centrum.

Tot onze verbazing is er zelfs aan de steiger in Neerpelt plaats vrij. Het is er een prima ligplaats, rustig, mooie steigers, de winkels zijn vlakbij en het is een goede uitvalbasis voor fietsers. Vroeger was alles er gratis en lag het haventje altijd vol. Tegenwoordig moet je er amper enkele eurootjes aan een betaalautomaat overmaken en je ziet al dat het er minder druk is. Maar aan de Blauwe Kei, op het kanaal naar Beverlo, is het ook goed en rustig. Het kanaal werd kort na de Belgische revolutie door boeren op 3 jaar tijd uitgegraven, voornamelijk voor militaire doeleinden. In Beverlo werd immers door koning Leopold 1 een groot garnizoen uitgebouwd die de jonge Belgische grens moest beschermen tegen de Nederlanders. Het militaire bolwerk had uitvalswegen nodig voor het militaire transport. Het zou later Leopoldsburg gedoopt worden. Veel hedendaagse 50plussers hebben hier zekere jeugdherinneringen en werden er, volgens de overlevering, man. Het kanaal loopt dood in de haven van Leopoldsburg waar ze trouwens een voortreffelijke kantine hebben, wij lopen die nu niet aan, we zijn namelijk beperkt in onze tijd maar houden het in ons achterhoofd voor een volgende passage. 23 juli: Het is vandaag heel mooi weer, niet overdreven warm, droog, weinig wind, kortom, ideaal vaarweer! We gaan door Sas 1, 2 en 3. De 3 sluizen zijn heel speciaal, al zie je dat niet zomaar bij een passage. Het verval is met 4.1 m vrij groot, de sluizen zijn zo goed als nieuw, alhoewel, als je een bouwwerk uit 1927 zo kan noemen. Maar in vergelijking tot de tweetrapssluizen die ernaast liggen zijn ze bijna nieuw, die dateren namelijk uit 1843. Ze zijn buiten gebruik gesteld maar kunnen naar verluid, in geval van nood, binnen de kortste keer weer gebruikt worden. Al lijkt mij dit twijfelachtig. De 3 sluizencomplexen zijn, inclusief steigers en woning, geklasseerd als industrieel erfgoed.

25


Torengebouwtje SAS 1

Eentrapssluis anno 1927

LOMMEL boven SAS 1

Tweetrapssluis anno 1843

Moedercilinder Olie, lage druk

Steekpomp

Het speciale aan de sluizen zit hem in de techniek. De bediening gebeurt met oliedruk, niet ongewoon, maar de olie wordt niet op druk gebracht met een hydraulische hogedrukpomp. Hoe gaat het in zijn werk: Naast de sluis staat een technisch gebouw met een torentje (foto boven links). In die toren zit een hoge cilinder. Met een steekpomp wordt olie onder lage druk naar de onderkant van een zuiger in de cilinder gepompt. De zuiger met grote diameter en een groot gewicht wordt zo naar boven geperst. Onder de zuiger hangt een plunjer met een veel kleinere diameter dan de zuiger. Dat is weergegeven op de tekening, in het echt op de foto rechts. Wanneer die plunjer door dat grote gewicht naar beneden gestuwd wordt in een buis gevuld met olie creëert men een drukvermenigvuldiger, er ontstaat een hoge oliedruk waarmee de hydraulische cilinders van deuren en verlaten kunnen bediend worden. Een uniek systeem, 100jarige hi-tech die nog dagelijks werkt. Eens we in ijltempo ongeveer 13 m gezakt zijn voorbij de 3 sluizen, komen we op het kruispunt bij de pannenkoekenboot. Hier moeten we een keuze maken, links naar Kwaadmechelen en het Albertkanaal, rechtdoor richting Herentals, maar wij slaan rechtsaf en kiezen voor het kanaal Dessel- Turnhout- Schoten. Tot voor een tiental jaren was het kanaal ten dode opgeschreven, maar tegenwoordig is er weer beroepsvaart. Intussen zijn de 11 bruggen en 9 sluizen geautomatiseerd met centrale bediening vanuit sas 1 in Rijkevorsel.

26

Kruisen met de beroepsvaart is hier op deze toch wel smalle ‘vaart’, want zo noemen ze hier het kanaal, een kwestie van verstandhouding door allebei zover als mogelijk uit te wijken. Langs de jaagpaden wordt naar hartenlust gefietst en gewandeld. In de beboste omgeving zijn er allicht veel jeugdkampen, jongelingen in groepjes, meestal deels in de kleuren van hun vereniging, kom je constant tegen. Op verschillende plaatsen zijn er afmeermogelijkheden, meestal bezet door jachtjes die er iets te lang dan sociaal aanvaardbaar is blijven liggen. Een van die plekken is dichtbij de Abdij van Postel die kan bezocht worden. Wij varen verder, ons eerste idee is om in alle rust bij ‘Het geVAER’ in Oud Turnhout te stoppen, toch varen we nog door naar Taxandria in Turnhout. De reden? Gezien het onze huwelijksverjaardag is, wil ik graag scoren met een eethuisje!


Netekanaal nabij sluis Duffel in de morgen 27 juli: Morgenstond heeft goud in de mond. Om 6 uur uit de veren, we zijn dat niet gewoon maar het is fantastisch, we zouden dit meer moeten doen, maar onder de lakens is het ook niet mis natuurlijk. De storm is over. We vertrekken met een zon die zijn uiterste best doet om door een hardnekkige nevel heen te breken. Het getij zit goed en daar willen we van profiteren. We varen huiswaarts. De vogeltjes en de vissers zijn reeds wakker. De meeste stervelingen en de bezoekers in Tommorwland slapen uit. Het is er erg stil als Boom voorbijglijdt. TOMMOROWLAND slaapt nog

Onze tête-à-tête zoeken we niet al te ver, vlakbij brug 2 in ’t Klaverhof hebben we het prima naar onze zin. De punten zijn binnen! HI-HI! 25 juli: Varen door de Kempen is echt wel rustgevend, ondanks dat de vaart bijna een rechte streep is vervelen we ons geen moment. Er is wel wat te zien in de omtrek. En misschien ook mede door de vele kunstwerken die we moeten nemen. Centrale bediening Rijkevorsel levert prima werk, alle bruggen komen vlekkeloos tot leven en het versassen is een fluitje van een cent, al moeten we 1 keer wachten tot een achteropkomend jachtje kan aansluiten. Water sparen, heel begrijpelijk. Het gaat zo vlot dat we in Schoten beslissen om naar Lier door te steken, al was dat niet het plan. Zelfs sluis Wijnegem op het Albertkanaal, die we samen met een duwkonvooi nemen, gaat vlug. De sassenier wijst er de schipper op dat hij z’n schroef dient af te zetten en vraagt ons in één adem pas binnen te varen nadat dit is gebeurd. En geloof het vrij, die schroef staat echt niet langer op dan strikt nodig. De sluizen op het Albertkanaal hebben geen extra voorzieningen voor de pleziervaart, het is soms wat behelpen maar, à la guerre comme à la guerre! Vandaag start in Boom het jaarlijkse TOMMOROWLAND. De doordringende beats bereiken ons terwijl we in Viersel wachten op een opening. Aan de VPF passantensteiger in Lier weerkaatsen, nadat we de zon zagen zakken, kleurrijke spots aan het firmament. Maar verder hebben we er allerminst last van, Dimitri Vegas & Like Mike kruipen blijkbaar ook op een aanvaardbaar uur in hun kooi. 26 juli: Een extra dagje Lier is echt wel aan te raden. Het mooie historische centrum is veel dichter bij dan je zou denken en op amper 500 m heb je reeds een supermarkt die zelfs op zondag open is. Maar het is er vooral zeer rustig liggen en een prima uitvalbasis voor een fietstochtje. Toch doen we dit vandaag niet. Het is barslecht weer met harde windstoten. We hangen de luiaard uit, een boekje, een aperitiefje, je weet wel. Achteraf zullen we bij een controle van de SPN horen dat ze op een bepaald moment zelfs de kop van hun schip niet konden zien. We nemen contact op met sluis Duffel. Morgen is het zondag, maar vanaf 7 uur staan ze voor ons paraat.

We zijn alleen op het water, of toch bijna. Bij de monding van de Rupel roepen we zoals steeds op en krijgen van dat ene andere vaartuig dat onderweg is antwoord dat op de Schelde geen kruisende vaart is. Een momentum later wordt ons vriendelijk gevraagd of ze even langszij en aan boord mogen komen! Die zijn potverdorie ook al op… dat treft! Controle, nog maar eens!

Tot daar deze vaarlus waarbij we maar enkele trekpleisters en bezienswaardigheden aanhaalden, bevaarbaar op 2 à 3 weken. Natuurlijk afhankelijk van hoeveel uren je dagelijks wilt varen en hoelang je onderweg stilligt. Maar al bij al zeker een aanrader. Goede vaart! Eartha & Jef m/y TiKoyo

27


Nu er door corona geen cruiseschepen de Lokerse haven meer aandoen en er bijgevolg voldoende plaats is om aan te leggen, trekken we als seizoen afsluiter naar Lokeren. Ook omdat, en dit is algemeen geweten, de tocht naar Lokeren en onmiddellijke omgeving, over Moervaart en Bovendurme, een van de mooiste is die je met de boot kunt maken.

Here we come

2x

TOT TOE! TOERVARENMET WATERSPORT MOERVAART Zaterdag 12 en zondag 13 september Omhet extra boeiend te maken gaan we wandelen onder deskundige begeleiding. We lopen langs de Durme tonen waar ze in de jaren 50 werd rechtgetrokken omde toenmalige binnenvaartschepen tot in het centrumte krijgen, omvervolgens, na de overstroming in ’53, een damte bouwen zodat er geen enkele boot nog tot aan de “rechttrekking” kon geraken. Tijdens die mooie wandeling komen we aan het Parkhotel dat in opdracht van de stad is gebouwd ten tijde van Expo58, een wereldtentoonstellingetje die net iets buiten onze stadsgrenzen plaats vond. Daar zal, omte bekomen van de inspanning, een glaasje en een hapje aangeboden worden.

SLOEPEN- & BIJBOTENTOCHT Zaterdag 10 oktober Gezien het voorjaar niet veel soeps was en we het contact tussen toervaarders terug willen op peil brengen, wordt er een bijboten of sloepentocht georganiseerd vanuit Wachtebeke naar Lokeren en terug. Sloepen kleiner dan 6 men die niet vlugger varen dan 20 km/h hebben geen vaarvergunning nodig. De meeste bijbootjes kunnen onder de bruggen door, maar er wordt wel brugbediening gevraagd. Na het prettig gestoorde tochtje kunnen we bij Wimen Nele in ‘De Lede’ terecht voor spaghetti en een slokje tegen de te droge keel. IEDEREEN IS OP DEZE TOCHT WELKOM - OOK BOOTJES VAN ANDERE VERENIGINGEN.

IN SEPTEMBER VOLGT EEN UITNODIGING MET INSCHRIJVINGSMOGELIJKHEDEN. DEELNEMEN AAN ONZE TOERTOCHTJES IS ALTIJD GRATIS (de spaghetti niet ). EN: WE LATEN ONDERWEG NIEMAND IN DE STEEK!


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.