Zorgplan Montessori College

Page 1

Zorgplan Montessori College Leerlingenzorg en -begeleiding


Inhoudsopgave Doelstelling: leer mij het zelf te doen ..................................................................................... 3 1.

Inleiding.......................................................................................................................... 3

2.1

Benadering vanuit de leerling...................................................................................... 3

2.2

Benadering vanuit de communicatielijnen tussen betrokken partijen..........................11

3.

Taken en verantwoordelijkheden binnen de communicatielijn met betrekking tot het Samenwerkingsverband en het Flex College ............................................................12


.

Doelstelling: leer mij het zelf te doen In de pedagogische doelstelling van het Montessori onderwijs staan de ontwikkeling van de persoonlijkheid, het verwerven van handelingsbekwaamheid en de groei van kind naar volwassene centraal. Om tot echt leren te kunnen komen, is een passende zorgstructuur van belang waarbij een goede afstemming plaatsheeft tussen de verschillende medewerkers van het Montessori College, eventuele externe begeleiders, de ouders en de leerling. Deze zorgstructuur is voor alle leerlingen belangrijk maar noodzakelijk voor die leerling bij wie de sociaalemotionele ontwikkeling en/ of leerontwikkeling extra aandacht vraagt. De geboden zorg staat altijd in het teken van de vergroting van de zelfredzaamheid van de leerling onder het motto: leer mij het zelf te doen. Een actieve houding van ouders en leerlingen is voorwaarde voor succes in de toekomst.

1.

Inleiding

In deze notitie worden de taken en verantwoordelijkheden van de medewerkers van het Montessori College die betrokken zijn bij leerlingenzorg en – begeleiding, in grote lijnen in kaart gebracht. De uitleg bij figuur 1 (laatste blz. document) betreft een benadering gezien vanuit het perspectief van de leerling (2.1) waarbij de taken met betrekking tot leerlingen (begeleiding) aan de orde komen bij de verschillende relevante disciplines verbonden aan het Montessori College. De uitleg bij figuur 2 (zie laatste blz.) gaat in op de communicatielijnen tussen de betrokken personen (2.2). Tenslotte wordt ingegaan op de functie van het Samenwerkingsverband Nijmegen en omgeving (SWV VO-ROC) waarbij de relatie met betrekking tot het Montessori College opgenomen is (3). De specifieke zorgplannen van de locaties maken deze notitie compleet.

2.1

Benadering vanuit de leerling

(onderstaande heeft betrekking op figuur 1)

Een leerling op het Voortgezet Onderwijs (V.O.) brengt vele uren per dag door op school maar begeeft zich ook in verschillende andere leefwerelden. Een (sport)club, het bijbaantje en de omgang met leeftijdgenoten zijn voorbeelden van omgevingen waarin de jongere verblijft. De school kan onmogelijk contact onderhouden met al deze leefomgevingen. De school kan wel een goede communicatie onderhouden tussen de twee leefwerelden school en thuis. Door vanuit de school regelmatig contact te onderhouden met de ouders van de leerling wordt getracht deze twee omgevingen van de jongere op elkaar af te stemmen. Ouders worden geacht op hun beurt weer regelmatig contact te onderhouden met de school van hun kind en een beeld te hebben van de verdere tijdsbesteding. De contacten tussen school en thuis verlopen meestal via de mentor. De mentor en de ouders fungeren op deze wijze als de spil tussen de leerling op school en thuis. Daarnaast is voor de leerling zelf ook de mentor het eerste aanspreekpunt.

Zorgplan Montessori College

3


De mentor onderhoudt binnen school het contact met de vakdocenten. Als vakdocenten problemen constateren bij een leerling, bespreken zij hun zorg met de mentor van deze leerling. De mentor zoekt, in overleg met de betrokken leerling, zijn ouders en vakdocent(en), naar een oplossing voor de problemen binnen de school. Daarbij kan de mentor een beroep doen op onderstaande hulpverleningsvormen: 

School Maatschappelijk Werk (SMW)

Vertrouwenspersoon

Remedial teacher (rt)

Decanaat

Schoolarts/-verpleegkundige

Ook kan de leerling zelf (eventueel met ouders) zich direct wenden tot één van deze vormen van hulp. Dergelijke laagdrempelige hulpvormen vallen onder de directe verantwoordelijkheid van het kernteam. Indien bovenstaande vormen van hulp niet toereikend zijn, kan de kernteamcoördinator, de leerling zelf of zijn ouders een beroep doen op de zorg die valt onder de verantwoordelijkheid van de zorgcoördinator. Binnen deze zorg zijn verschillende disciplines opgenomen: 

Bureau Jeugdzorg (BJZ)

Leerplicht

Gemeentelijke Gezondheids Dienst (GGD)

Zorgplan Montessori College

4


Maatschappelijk werk (MW)

Politie (incidenteel)

De zorgcoördinator bekijkt samen met de afgevaardigden van deze hulpinstanties, die geregeld samenkomen op de verschillende locaties onder de naam: Zorg Advies Team (ZAT), welke vorm van hulp is gewenst. Deze hulp kan zowel binnen als buiten de school plaatshebben. Figuur 1 geeft schematisch de relatie aan die de diverse functionarissen met de leerling en met elkaar hebben. Hieronder wordt specifieker ingegaan op de taken en verantwoordelijkheden in onderlinge relatie en in relatie tot de leerling.

Kernteam Het Montessori College kenmerkt zich door het beleggen van verantwoordelijkheid in kleine teams; zogenaamde kernteams. Het kernteam is verantwoordelijk voor onderwijs en begeleiding van een beperkte groep leerlingen. De kernteamcoördinator is een lid van het kernteam met een extra takenpakket. Hij zorgt onder andere voor de taakverdeling in het kernteam en de communicatie met anderen. Het kernteam als collectief heeft de bevoegdheid en de verantwoordelijkheid om te bepalen hoe de medewerkers lesgeven en de leerlingen begeleiden in hun klassen. Het kernteam: 

Initieert onderwijskundige ontwikkelingen en draagt bij aan de uitwerking ervan.

Draagt de zorg voor de toelating van leerlingen.

Is, indien nodig, contactpersoon voor ouders.

Geeft ondersteuning aan individuele mentoren.

Draagt de verantwoordelijkheid voor de inhoud en het overzicht van de leer/studie-opdrachten in een bepaalde periode.

Is verantwoordelijk voor de juiste opzet en organisatie van de mentoruren, studielessen, RT- uren e.d.

Is verantwoordelijk voor de organisatie en inhoud van de informatieavonden voor ouders en zorgt voor de verslaglegging van de rapportvergaderingen.

Draagt mede de verantwoordelijkheid voor orde en rust in het schoolgebouw.

Is verantwoordelijk voor een goede afwikkeling van leerlingen die uit de les verwijderd worden.

Is verantwoordelijk voor een goede gang van zaken m.b.t. de absentenregistratie en de nazorg daarvan.

Legt op bovengenoemde punten verantwoording af aan de schoolleiding.

Mentor Elke leerling van het Montessori College heeft een mentor. De mentor vormt de communicatiebrug tussen ouders/ leerling en school. Bij problemen wordt er in eerste instantie contact gezocht met de mentor van de leerling. Hij zal bekijken of verdere hulp ingezet dient te worden om zijn pupil zo goed mogelijk te kunnen helpen. De mentor: 

Gaat in gesprek met leerlingen en maakt hen bewust van de onderlinge omgangsvormen.

Maakt onderlinge verschillen in normen en waarden bespreekbaar en hanteerbaar.

Begeleidt leerlingen die het tempo van de groep niet kunnen volgen door

Zorgplan Montessori College

5


hen hulp te bieden en passend te bemoedigen, zonodig in samenwerking met RT of disciplines binnen het ZAT. 

Stelt, in samenwerking met de ouders, vakdocenten en eventuele andere betrokkenen (binnen of buiten de school), handelingsplannen op voor leerlingen bij wie dit noodzakelijk is.

Zoekt samen met ouders, RT, vakdocenten, maatschappelijk werk en eventuele andere betrokkenen, naar mogelijkheden om adviezen in de dagelijkse lespraktijk te (laten) integreren.

Voert gesprekken met de ouders van de leerlingen over resultaten.

Bemiddelt bij conflicten tussen leerlingen in de klas en tussen leerlingen en vakdocent.

Neemt de tijd om vragen van collega’s en ouders te bespreken en zelf hulpvragen te stellen.

Wijst de leerling en de ouders op de hulpmogelijkheden van RT, schoolvertrouwenspersoon, decaan en schoolmaatschappelijk werk en verwijst zonodig de leerling hiernaar door.

Bespreekt, bij zwaardere problematiek, de leerling met de kernteamcoördinator

Houdt systematisch eigen ervaringen en die van collega’s m.b.t. de leerlingen bij om zo tot gerichte advisering te kunnen komen m.b.t. de schoolse- en sociaal emotionele ontwikkeling van de leerlingen.

Zorgt voor complete dossiervorming en -overdracht.

Vakdocent Een vakdocent geeft les in een bepaald vak. De vakdocent is alert op ontwikkelingen binnen zijn/ haar eigen vakgebied en wordt bekwaam geacht om de leerling op een juiste pedagogische en didactische wijze het vak bij te brengen waardoor de leerling tot een optimaal leerresultaat kan komen. De vakdocent: 

Zorgt ervoor dat hij vakinhoudelijk, didactisch en pedagogisch ter zake deskundig is en blijft.

Zet vakinhoud, didactiek en pedagogisch handelen zodanig in dat leerlingen optimaal tot leren kunnen komen. Het Montessori gedachtegoed en de resultaten van de leerlingen zijn hierbij toetssteen.

Zorgt voor een veilige leeromgeving binnen de lessen.

Onderhoudt regelmatig contact met de mentor omtrent de sociaal- emotionele- en leervorderingen van de leerlingen.

Is alert op nog niet onderkende (leer) problemen en meldt dit spoedig bij de mentor.

Verleent zijn medewerking aan het opstellen en uitvoeren van handelingsplannen t.b.v. de leerlingen.

Geeft tijdens zijn lessen mede uitvoering aan afspraken die in (leerling)besprekingen zijn gemaakt t.a.v. de begeleiding van de leerlingen.

Zorgcoördinator (per locatie) Elke locatie beschikt over een zorgcoördinator. Hij/ zij fungeert als de coördinator van het zorgaanbod en is de voorzitter van het ZAT. Daarnaast is deze functionaris betrokken bij de zorg tussen de school en de andere onderdelen van het samenwerkingsverband. De zorgcoördinator: 

Brengt zorgleerlingen in bij het ZAT en draagt zorg voor relevante terugmelding in de kernteams.

Coördineert extra ondersteuning voor ‘rugzakleerlingen.’

Coördineert de inzet van RT.

Draagt mede zorg voor het opstellen van handelingsplannen van zorgleerlingen.

Verwijst zonodig leerlingen door naar externe hulpverlenende instanties.

Geeft advies omtrent leerlingenzorg aan mentoren en vakdocenten.

Initieert nieuwe ontwikkelingen op het gebied van leerlingbegeleiding en werkt mee aan de implementatie hiervan.

Zorgplan Montessori College

6


Onderhoudt contacten met het samenwerkingsverband en externe hulpverleningsinstanties.

Neemt deel aan de commissie van toelating en verstrekt informatie n.a.v. de onderzoeken bij de aangemelde leerlingen en adviseert de voorzitter van de commissie van toelating.

Draagt zorg voor het samenstellen van het schooldossier na inschrijving.

Stelt het dossier samen t.b.v. de regionale verwijzingscommissie.

Is betrokken bij de aanname van nieuwe leerlingen in het algemeen en bij zorgleerlingen in het bijzonder.

Biedt ondersteuning aan mentoren en remedial teachers bij probleemleerlingen wat kan resulteren in een handelingsplan.

Remedial teaching (RT) Aan elke locatie binnen het Montessori College zijn één of meerdere remedial teachers werkzaam. Zij helpen leerlingen bij specifieke leerproblemen op school. Soms geven rapportbesprekingen aanleiding om te bekijken of deze vorm van hulp is gewenst. In overleg met de leerling en evt. zijn ouders wordt bekeken of en in hoeverre extra hulp nodig is bij het leerproces. De remedial teacher: 

Heeft zicht op de leerproblematiek binnen de locatie.

Inventariseert en implementeert mogelijke

hulpverleningsprogramma’s die aansluiten bij de problematiek van de leerlingen. 

Bespreekt de problematiek van aangemelde leerling met de aanmelder en andere relevante betrokkenen (ouders, mentor, vakdocent).

Schrijft een handelingsplan dat besproken wordt met de leerling, ouders en mentor of vakdocent.

Zorgt voor een tussentijdse- en eindrapportage naar ouders, leerling en mentor.

Biedt ondersteuning aan (vak)docenten die lesgeven aan leerlingen met specifieke leerproblematiek.

Vertrouwenspersoon Elke locatie beschikt over één of meerdere vertrouwenspersonen. Hierbij kan een leerling of medewerker van de school terecht wanneer er behoefte is aan een vertrouwelijk gesprek, bijvoorbeeld wanneer er sprake is van intimiderend gedrag van medeleerlingen en/ of collegae. De contactpersoon vertrouwenszaken: 

Voert gesprekken op verzoek van leerlingen en/of personeelsleden die behoefte hebben aan een gesprek naar aanleiding van een confrontatie met ongewenst gedrag.

Overlegt, bij een probleem, eerst met een andere interne contactpersoon. Gezamenlijk wordt dan bepaald welke weg er bewandeld gaat worden. De klager en de aangeklaagde krijgen beide een contactpersoon vertrouwenszaken toegewezen.

Maakt gebruik van de externe vertrouwenspersoon als vraagbaak.

(Indien de klager zich rechtstreeks wendt tot de externe vertrouwenspersoon, legt deze de klager de verschillende mogelijkheden voor. De klager kiest uiteindelijk welke stappen hij wil bewandelen.)

Vraagt altijd toestemming aan de schoolleiding om actie te ondernemen en informeert de klager over de consequenties.

Zorgplan Montessori College

7


(Indien de klager begeleid wordt door de externe vertrouwenspersoon, wordt door de vertrouwenspersoon bepaald of hij/ zij nog contact wil onderhouden met de klager.)

Verwijst, zo nodig, spoedig door naar de externe vertrouwenspersoon, zodat aangifte kan worden voorkomen. (Iedere medewerker van de school die op de hoogte is van een seksueel misdrijf binnen de school, is verplicht dit aan het schoolbestuur te melden. Het bestuur voert overleg met de vertrouwensinspecteur en moet, bij een redelijk vermoeden van een strafbaar feit, aangifte doen bij de politie waarover de ouders door het schoolbestuur worden geïnformeerd. De externe vertrouwenspersoon heeft geen meldplicht. Indien een interne vertrouwenspersoon spoedig doorverwijst naar de externe vertrouwenspersoon, hoeft er dus (nog) niet overgegaan te worden tot aangifte.

Decanaat De decaan/ adviseur loopbaanoriëntatie en – begeleiding verzorgt groeps- en individuele begeleiding van leerlingen en geeft voorlichting aan leerlingen en ouders. Aan elke locatie is een decaan verbonden waarbij leerlingen en ouders terecht kunnen met vragen omtrent kwesties die te maken hebben met vervolgopleiding of beroepskeuze.

De decaan: 

Begeleidt leerlingen individueel en in groepsverband bij het oplossen van specifieke problemen die te maken hebben met de studie en het samenstellen van een vakkenpakket of de loopbaankeuze.

Brengt advies uit m.b.t. instroom en doorstroming binnen de eigen instelling en uitstroom naar (ander) vervolgonderwijs c.q. de arbeidsmarkt en het bemiddelen hierbij.

Brengt oorzaken van schooluitval in kaart en initieert structurele oplossingen.

Geeft in- en externe voorlichting (zowel individueel als collectief gericht) aan leerlingen en ouders.

Zorgt voor de deskundigheidsbevordering van de vakdocenten en mentoren op het terrein van loopbaanoriëntatie.

Zorgplan Montessori College

8


Rouwgroep Elke locatie heeft twee medewerkers in dienst die speciaal getraind zijn om jongeren te kunnen begeleiden bij hun rouwverwerking. Minimaal eens per jaar wordt op elke locatie in beeld gebracht hoeveel en welke leerlingen een rouwproces moeten doormaken doordat zij een dierbare (meestal één van de ouders) moeten missen. Via de mentor van deze leerlingen wordt contact gelegd en de werkwijze van de rouwbegeleiding uitgelegd. De leerling bepaalt uiteindelijk zelf of hij deel wil nemen aan de rouwgroep. De rouwbegeleider: 

Hanteert volgens een geprotocolleerd stappenplan een rouwgroep training.

Nodigt de ouder(s)/ verzorger(s) van de rouwende leerling uit om precies duidelijk te maken waarom deze vorm van begeleiding wordt aangeboden en wat de inhoud van de begeleiding zal zijn.

Voert halverwege de bijeenkomsten een tussentijds overleg met de ouder(s)/ verzorger(s) van de rouwende leerling om de voortgang te bespreken.

Heeft na afloop van de bijeenkomsten wederom contact met de ouder(s)/ verzorger(s) van de rouwende leerling om het effect van de begeleiding door te spreken en de eventuele nazorg te bepalen.

Onderhoudt contact met de mentor van de deelnemende leerling over de voortgang.

Orthopedagoog (breed) Het Montessori College heeft een schoolbrede Orthopedagoog die o.a. verantwoordelijk is voor de informatieoverdracht wb orthopedagogische aangelegenheden (nieuwe en toegestane tests, onderkende diagnoses in relatie tot dispensaties en compensaties op school, ontwikkelingen op het gebied van speciaal onderwijs etc.) tussen het samenwerkingsverband en de zorgcoördinatoren per locatie. Hij/zij draagt mede zorg voor het ontwikkelen van een onderwijssysteem dat recht doet aan de individuele ontwikkeling en capaciteiten van de leerling passend bij het gangbare onderwijsbeleid binnen het Montessori College. De orthopedagoog: 

Toetst desgevraagd of de aangemelde leerling past binnen de begeleidingsmogelijkheden van de school.

Stelt de pedagogische en didactische rapportage op voor de commissie van toelating.

Ondersteunt de zorgcoördinator per locatie bij de aanmeldingen van de zorgleerlingen.

Onderhoudt contact met externe hulpverleningsinstanties.

Verricht beknopt psychodiagnostisch onderzoek en verwijst indien nodig door (in overleg met de zorgcoördinator, mentor en ouders).

Ondersteunt mentoren en zorgcoördinatoren bij het opstellen van handelingsplannen.

Coördineert de collegebrede bijeenkomsten met de zorgcoördinatoren.

Coördineert de collegebrede vakgroep RT.

Neemt actief deel aan de intervisie bijenkomsten van orthopedagogen binnen het samenwerkingsverband.

Neemt op verzoek van de zorgcoördinator deel aan het ZAT.

Draagt mede verantwoordelijkheid voor de testafname en SE- verklaringen t.b.v. rugzakfinanciering collegebreed.

Doet gevraagd en ongevraagd voorstellen aan de schoolleiding om de leerlingenzorg op een locatie of Montessori- breed te verbeteren.

Werkt samen met de schoolleiding Montessori- breed zorgbeleid uit. De Schoolleiding legt dit voor aan de betrokken kernteams.

(School) maatschappelijk werk ((S)MW):

Zorgplan Montessori College

9


Op het Montessori College zijn reeds een aantal jaren maatschappelijk werkers in dienst van de school. Zij participeren eveneens in het ZAT. Deze constructie maakt het mogelijk dat leerlingen niet eerst door het ZAT gezien hoeven te worden om een beroep te kunnen doen op deze vorm van hulpverlening maar zich ook direct kunnen wenden tot de school maatschappelijk werker. De leerling kan zo op een zeer laagdrempelige wijze hulp krijgen vanuit deze discipline. De (school) maatschappelijk- werker kan de leerling onder meer hulpverlenen bij problemen die liggen binnen de driehoek: leerling, school en thuis. De school draagt de eindverantwoordelijkheid voor de interne hulpverlening door de schoolmaatschappelijk werker. De maatschappelijk werker: 

Analyseert de hulpvraag en stelt mede een plan van aanpak op in het ZAT.

Verzorgt kortdurende hulpverlening aan leerlingen (inzichtgevende en adviserende gesprekken).

Biedt kortdurende opvoedingsondersteuning aan ouders en docenten.

Stelt een plan van aanpak op om met het gezin negatieve omgevingsfactoren te bespreken en stap voor stap om te buigen in factoren die neutraal of positief zijn voor de ontwikkeling van de leerling.

Verwijst, indien nodig, naar andere maatschappelijke organisaties of andere hulpverleningsinstellingen.

Kan gevraagd worden zich actief op te stellen en ouders/ leerlingen te benaderen die niet uit zichzelf om hulp vragen. Hij/ zij zal dan het geconstateerde probleem bespreken en zo nodig mensen motiveren tot het aanvaarden van hulp in het algemeen.

Verricht crisisinterventie (kortdurende en urgente vorm van hulpverlening).

Bureau Jeugd Zorg (BJZ) Een lid van Bureau Jeugdzorg maakt deel uit van het ZAT om medewerkers van de school, de leerling en zijn ouders te assisteren bij problemen die liggen op het vlak van de jeugdhulpverlening. BJZ heeft een belangrijke taak in de signalering van problemen. Zij dragen bij in het verzorgen van voorlichtingsbijeenkomsten met als doel het tijdig signaleren van problemen. De hulpverlener van BJZ: 

Analyseert de hulpvraag en stelt mede een plan van aanpak op in het ZAT.

Verricht, indien nodig, observatie in de klas of voert gesprekken met leerlingen, als diagnostische bijdrage.

Levert een bijdrage aan het formuleren van een plan van aanpak in het ZAT.

Levert 1 tot 3 adviesgesprekken (psycho- educatie, gedragsbeïnvloeding, gesprekken met leerlingen/ ouders bij specialistische opvoedingsvragen of bij verwerking van ingrijpende gebeurtenissen).

Verwijst naar Jeugdzorg indien nodig nadat het ZAT bestaande gegevens heeft geïnventariseerd. BJZ voert vervolgens screeningsoverleg waarna het besluit kan worden genomen tot het doen van onderzoek of kortdurende ambulante hulp. De taken en activiteiten die daarna worden ingezet vallen buiten de context van het ZAT (GGz, ACKJON, SPD e.d.).

Consulteert en adviseert aan leerlingbegeleiders (mentoren). GGD, Marant en SMW-er.

Zorgplan Montessori College

10


Verricht crisis- interventie (bij een dreigende uithuisplaatsing, of andere ernstige problematiek).

Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD) Op elke locatie binnen het Montessori College zijn op gezette tijden schoolartsen en schoolverpleegkundigen aanwezig. Zij bekommeren zich onder andere om de lichamelijke gezondheid van de leerlingen. Zij maken tevens deel uit van het ZAT om in te kunnen springen bij problemen die liggen op het gebied van de jeugdgezondheidszorg. De GGD- hulpverlener (ofwel de schoolverpleegkundige ofwel de schoolarts en in incidentele gevallen beiden): 

Woont de vergaderingen van het ZAT bij.

Voert zonodig gesprekken met ouders.

Verricht op verzoek sociaal- medische onderzoeken.

Verricht periodieke sociaal- geneeskundige onderzoeken.

Zet een vervolgtraject uit wat betreft sociaal- medische hulpvraagstukken.

Voert consultatiegesprekken met leerkrachten en leerlingbegeleiders.

Politie Incidenteel neemt een afgevaardigde van de politie deel aan het ZAT. Deze functionaris heeft jeugd/jongeren in de portefeuille en kent een grote groep probleemjongeren binnen zijn regio. Hij adviseert het team bij b.v. geweldsdelicten, dreigementen en diefstal. De zorgcoördinator kan desgewenst deze functionaris consulteren.

Leerplicht De leerplichtambtenaar neemt deel aan het ZAT. Hij inventariseert mede met de zorgcoördinator de leerlingen die verzuimen en brengt advies uit over het handelingstraject bij zorgelijke signalen w.b. afwezigheid. De zorgcoördinator kan de leerplichtambtenaar vragen een onderzoek in te stellen naar de reden van verzuim en hem vragen de consequenties hiervan uit te leggen bij de leerling en zijn ouders. Deze functionaris koppelt terug naar de zorgcoördinator wat zijn bevindingen zijn en past eventuele consequenties (boetes e.d.) toe nadat er overeenstemming is bereikt met de zorgcoördinator en/of het bevoegd gezag van de school.

Samenwerkingsverband VO-ROC Het samenwerkingsverband bestaat uit verschillende zorgcoördinatoren die verbonden zijn aan een school(locatie) in Nijmegen of omgeving. Dit samenwerkingsverband heeft als doel om de zorgleerlingen in de regio op de scholen van het regionaal samenwerkingsverband een adequaat onderwijsaanbod aan te (laten) bieden dat is gericht op het met een diploma afsluiten van een van de leerwegen (VMBO) of op het voorbereiden van leerlingen op een arbeidsplaats (zie ook 3). Het betreft leerlingen wan wie vaststaat dat- al dan niet tijdelijk- orthopedagogische en/ of orthodidactische hulp nodig is met het oog op een ononderbroken leer- en ontwikkelingsproces.

2.2

Benadering vanuit de communicatielijnen tussen betrokken partijen (onderstaande heeft betrekking op figuur 2)

Zorgplan Montessori College

11


Uit 2.1 blijkt dat er bij de zorg veel verschillende functionarissen betrokken zijn. Hieronder wordt getracht duidelijk te maken hoe zich de verantwoordelijkheden van deze functionarissen ten opzichte van elkaar verhouden. Figuur 2 brengt dit visueel in beeld.

Binnen het Montessori College zijn de volgende communicatielijnen van kracht op het gebied van de zorgstructuur. Het bestuur onderhoudt directe communicatie met de directie. Eén van de directieleden beheert de portefeuille ‘zorg’ en voert overleg met de zorgcoördinator (breed). Iedere locatie heeft een zorgcoördinator die participeert in het samenwerkingsverband Nijmegen en omgeving. De locatiedirecteur draagt de eindverantwoordelijkheid omtrent het ZAT en voert overleg met de zorgcoördinator die op zijn/ haar beurt de contacten onderhoudt met de verschillende disciplines binnen het ZAT. Er is wederzijds contact tussen de kernteam- en zorgcoördinator omtrent problemen bij leerlingen. Beide partijen onderhouden de contacten met de laagdrempelige hulpverleningsvormen binnen de school: het SMW, RT, rouwgroep, decanaat en vertrouwenspersoon. De uitvoerders van deze hulpvormen hebben onderling over en weer contact en onderhouden het contact met de mentoren en vakdocenten van de leerlingen.

3.

Taken en verantwoordelijkheden binnen de communicatielijn met betrekking tot het Samenwerkingsverband en het Flex College

Het Samenwerkingsverband (SWV VO- ROC Nijmegen e.o.), bestaande uit afgevaardigden van V.O. - scholen en ROC uit de regio Nijmegen en omgeving, heeft als taak om zorgleerlingen zoveel mogelijk een passende plek te geven binnen één van de V.O. scholen of ROC, rekening houdend met de problematiek van de leerlingen met het oog op het afsluiten van één van de leerwegen binnen het VMBO, HAVO of VWO of het (anderszins) voorbereiden van leerlingen op een arbeidsplaats. Zowel ouders als scholen kunnen een beroep doen op dit verband. Als de zorg binnen het Montessori College niet toereikend blijkt (en de route binnen de brede basis juist is doorlopen; d.w.z. hulp in de klas, hulp binnen de school, advies vanuit het ZAT, evt. ambulante hulp buiten school), moet worden gezocht naar een andere schoolopvang. Hiervoor kan een beroep worden gedaan op het Zorgplan Montessori College

12


loket van toelating van het Flex College. Het Flex College (en de toelating daartoe) is een voorziening die een bovenschoolse functie heeft; alle scholen kunnen daarop een beroep doen. Het biedt twee soorten voorzieningen: 

beroeps/ arbeidsmarkt gericht (vmbo,mbo)

avo- gericht (vmbo-t, havo vwo)

Bij beide categorieën gaat het om onderwijsplaatsen waarbij het leeraanbod en de wijze van leren is toegesneden op de behoeften van de leerling. Bij de toelating van een jongere wordt niet enkel naar de jongere en de ernst en aard van de problematiek gekeken maar ook naar de kwaliteit van de zorgstructuur binnen de school van herkomst. Heeft de school er daadwerkelijk alles aan gedaan om de betreffende leerling goed te begeleiden? Het toelatingsloket maakt deel uit van het Flex College en is nauw verbonden met de ZAT’s van de scholen. Het werkt samen met de ZAT’s om de beste diagnose te stellen en de best mogelijke verwijzing te kiezen. Voor de toelating tot het Flex College is een positief advies van de permanente commissie leerlingenzorg (PCL) noodzakelijk. De directie neemt, in opdracht van het bestuur, het formele besluit over plaatsing. Voorzieningen van het Flex- College: 

Leefwerkschool Eigenwijs (vmbo-t, havo,vwo)

Mondial College, vmbo

Vmbo leerwerkplaatsen

AKA opleiding van het ROC Nijmegen

VAVO van het ROC Nijmegen

Voorzieningen van het samenwerkingsverband VO (PCL,Rebound)

Het Flex College bestaat uit twee onderwijscentra en het Expertisecentrum:

Zorgplan Montessori College

13


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.