1
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
2
3
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
Voorwoord Voor u ligt het jaarverslag van de Erfgoedcommissie. Voor de Erfgoedcommissie was 2018 het jaar van de duurzaamheid. Door de steeds grotere behoefte duurzamer te wonen en te leven zien we met name dat eigenaren van monumenten, die toch vaak een hoge gasrekening hebben, duurzaamheidsmaatregelen willen nemen. Het ontbreekt de gemeenten vaak nog aan duurzaamheidsbeleid voor monumenten. De commissie speelt altijd haar rol als hoeder van het monument en haar monumentale waarden en denkt zeker mee over de verschillende mogelijkheden die er zijn.
In dit jaarverslag passeren onderwerpen als wederopbouw en twee gebouwen van toonaangevende architecten: een woonhuis in Velsen naar ontwerp van Rietveld en een gasgebouw van Piet Blom. De constructieve plantoelichting en onderzoek van de verschillende ambtenaren van de gemeenten hebben ervoor gezorgd dat de commissie haar adviezen goed heeft kunnen onderbouwen. Marjorie Verhoek, voorzitter Erfgoedcommissie
De Erfgoedcommissie heeft ook een belangrijke rol in het Steunpunt Monumenten & Archeologie Noord-Holland, waarvoor tweemaandelijks een Erfgoedteam wordt georganiseerd. Een goede synergie, want onderwerpen die we tegenkomen in de commissie agenderen we direct in het Erfgoedteam. Hoogtepunt dit jaar was de in oktober georganiseerde bijeenkomst over duurzaamheid met bijdragen van de RCE, de provincie en een energiecoรถperatie. Andere onderwerpen waren onder andere een drieluik gericht op herstel en herbestemming van kerken, de materie van de kerkenvisie en het uitlichten van meerdere ambachten, zoals het restaureren van gevels. Steeds meer ambtenaren van de diverse gemeenten uit Noord-Holland weten ons Erfgoedteam te vinden. Een dieptepunt voor het Noord-Hollandse monumentenland was de brand in de Corneliuskerk in Limmen op 3 mei 2018, ontstaan tijdens de restauratiewerkzaamheden aan de goten van de kerk. Minder dan drie maanden na deze brand stonden de vrijwilligers van de kerk samen met de architect voor de commissie met een goed doordacht en geheel uitgewerkt herstelplan en is in juli 2018 door de gemeente de vergunning verleend! Wat een doorzettingsvermogen.
Houten timmerwerkplaats in de Beemster. Benieuwd of dit gebouw een toekomst heeft? Zie pagina14 voor het verhaal erachter. Foto Marcel Heijmans.
4
5
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2017
Inhoud 1. Het jaar 2018
6
2. Commissie, werkwijze en beoordelingskader
8
3. Wat wij u adviseerden in 2018
12
4. Steunpunt Monumenten & Archeologie Noord-Holland
34
5. Dilemma’s bij de kwaliteitsadvisering. Wie adviseert over omgevingskwaliteit?
38
6. Conclusie en aanbevelingen
40
HOE IS HET MET het huisje dat verplaatst werd?
42
Colofon
44
6
7
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
Hoofdstuk 1 Het jaar 2018 Erfgoedadvisering in uw gemeente In dit jaarverslag vertellen we hoe de advisering door de Erfgoedcommissie in 2018 is verlopen. De MOOI Noord-Holland Erfgoedcommissie adviseert aan meerdere Noord-Hollandse gemeenten. Nadat u in hoofdstuk twee kennis hebt kunnen maken met de commissieleden, beschrijven we in hoofdstuk drie op hoofdlijnen per gemeente een aantal projecten waar wij als commissie en als organisatie aan werken. Dit zijn zowel concrete adviezen over bouwplannen als ook andersoortige adviezen zoals plaatsing van monumenten op de gemeentelijke monumentenlijst. Verder besteden we in dit jaarverslag ook aandacht aan het Steunpunt Monumenten & Archeologie Noord-Holland en de rol van de Erfgoedcommissie hierbij, de gevolgen van de Omgevingswet voor de kwaliteitsadvisering en we sluiten af met een aantal aanbevelingen voor nu en de toekomst.
Iedereen blij met de restauratieplannen voor de afgebrande kerk in Limmen.
8
9
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
Hoofdstuk 2 Commissie MOOI Noord-Holland werkt met een centrale Erfgoedcommissie voor de advisering over bouwplannen voor monumenten en adviesaanvragen op het gebied van cultuurhistorie. De Erfgoedcommissie geeft zelfstandige en deskundige adviezen, opgesteld op basis van een zorgvuldige afweging van cultuurhistorische waarden die bij een bouwplan in het geding kunnen komen. 2.1 Samenstelling Om tot een weloverwogen besluitvorming te kunnen komen is de Erfgoedcommissie samengesteld uit een
kerncommissie van architectuurhistorici en (restauratie-) architecten. Afhankelijk van de aard van de aanvraag kan een bouwhistoricus, interieur- of landschapsspecialist aan de commissie worden toegevoegd. Zij brengen ieder hun specifieke expertise, vakkennis en ervaring in bij de behandeling en beoordeling van de adviesaanvragen. In de maandelijkse bijeenkomst op het bureau van MOOI Noord-Holland aan de Emmastraat te Alkmaar hebben telkens vier commissieleden zitting (waaronder één roulerend lid).
Roulerende leden Marcel Heijmans, architect/bouwhistoricus Cees Hooyschuur, restauratiearchitect Rob de Vries, architect/bouwhistoricus Nico Zimmermann, architect Adviseurs met specifieke expertise Barbara Laan, interieurdeskundige Carla Oldenburger, tuinhistoricus Han van der Zanden, bouwhistoricus Meer informatie over de samenstelling van de commissie en de achtergrond van haar leden vindt u op de website van MOOI Noord-Holland in de brochure: Goed voor uw Erfgoed.
Kerncommisie Ing. Marjorie Verhoek, voorzitter Marjorie is programmamanager erfgoed bij de gemeente Zaanstad. Haar werkzaamheden richten zich met name op complexe gebiedsontwikkelingen waar cultuurhistorie en monumenten een kernwaarde zijn. Daarnaast begeleidt ze herbestemmingen en grote restauraties van monumenten binnen Zaanstad. Marjorie is sinds januari 2015 verbonden aan MOOI Noord Holland als voorzitter van de Erfgoedcommissie.
Ana van der Mark MA, secretaris Ana is architectuurhistoricus en als beleidscoördinator erfgoed werkzaam voor MOOI Noord-Holland. In die hoedanigheid is zij secretaris van de Erfgoedcommissie, voert zij cultuurhistorische opdrachten uit en organiseert zij de afstemming van de monumentenadvisering binnen MOOI Noord Holland, o.a. door het organiseren van informatieve bijeenkomsten.
Kees Doornenbal, lid Kees is architect en sinds 1995 eigenaar van Rappange &Partners architecten Amsterdam. Zijn werkzaamheden richten zich op kleinschalige en grootschalige restauraties, herbestemming en binnenstedelijke nieuwbouw. Sinds september 2012 is hij als architect verbonden aan MOOI Noord-Holland als lid van de Welstand- en Monumenten commissie Alkmaar en sinds 2014 als lid van de MOOI Noord-Holland Erfgoedcommissie.
2.2 Werkwijze De commissie vergadert ten minste één keer per maand op de woensdag volgens een per jaar vastgesteld rooster. Om tot een goede beoordeling te kunnen komen, moeten de plannen voor een omgevingsvergunning voldoen aan indieningsvereisten die horen bij het aanvragen van een omgevingsvergunning activiteit monumenten. De commissie kan op verzoek van de gemeente ook preadviezen uitbrengen, dan worden er geen indieningsvereisten gesteld, en heeft het meer het karakter van een vooroverleg. Bij gecompliceerde en/of ingrijpende plannen kan een bezoek op locatie door de commissie plaatsvinden, altijd in overleg met de gemeente. Openbaar De vergaderingen van de commissie zijn openbaar. Het is van belang dat eigenaren, opdrachtgevers of initiatiefnemers bij de vergadering aanwezig zijn en hun zienswijze kenbaar maken. Na een toelichting door de plantoelichter van de gemeente en van de architect en/of de opdracht-gever, beoordeelt de commissie het plan vanuit het gezichtspunt van monumentenzorg. De monumentale waarden van het object of ensemble vormen het uitgangspunt. De centrale vraag bij de planbeoordeling is of de ingreep zodanig is vormgegeven dat het monumentale karakter van het object of ensemble geen geweld wordt aangedaan en er toch sprake zal zijn van optimale gebruikswaarde.
Betrokkenheid in vroeg stadium De commissie wil in een zo vroeg mogelijk stadium van het omgevingsvergunningstraject bij het bouwplan betrokken worden. Dit kan in de vorm van een preadvies of vooroverleg, waarbij aanvrager, architect en commissie met elkaar overleggen over de spankracht van het monument en de optimale uitwerking van het plan. De ervaring van de commissie van de afgelopen jaren is dat deze bijeenkomsten heel vruchtbaar kunnen zijn. Vaak is meer mogelijk dan een eigenaar in eerste instantie dacht en blijken er meerdere alternatieven te zijn. Bovendien wordt het traject verkort omdat de architect al in een vroege fase door het overleg met de commissie weet waar hij aan toe is en een plan kan ontwikkelen dat rekening houdt met de waarden die behouden moeten blijven. Kennis van commissieleden over actuele ontwikkelingen in de bouw, bijvoorbeeld met betrekking tot verduurzaming van monumenten, kan in dat stadium nog van pas komen. Gemeentelijke plantoelichter De commissie werkt in het hele traject nauw samen met de gemeentelijke plantoelichter. Hij of zij is degene die met de aanvrager heeft gecommuniceerd en de commissie kan voorzien van achtergrond en lokale informatie. De bevindingen van de commissie worden in een schriftelijk advies aan de gemeente vastgelegd. 2.3 Beoordelingskader De basis voor de beoordeling van bouwplannen wordt gevormd door de Erfgoedwet 2016 en de gemeentelijke monumentenverordeningen. Bij haar advisering maakt de commissie gebruik van een aantal algemeen geldende principes die zijn opgesteld in samenwerking met andere regionale adviesorganisaties. Meer informatie is te vinden op de website van MOOI Noord-Holland in de brochure ‘10 uitgangspunten voor het omgaan met monumenten’.
10
11
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
2.4 Activiteiten van de commissie Binnen de organisatie MOOI Noord-Holland is de Erfgoedcommissie niet alleen verantwoordelijk voor de advisering over monumenten en cultuurhistorie maar zorgt zij er ook voor dat de kennis over en de afstemming van de advisering met de verschillende erfgoedadviseurs bevorderd wordt. Dit doet zij onder meer door het organiseren van themagerichte bijeenkomsten. Doordat het Steunpunt Monumenten & Archeologie Noord-Holland van de provincie Noord-Holland is ondergebracht bij MOOI Noord-Holland is het Erfgoedteam in het leven geroepen waar adviseurs van de Erfgoedcommissie zitting in hebben. Het Erfgoedteam agendeert actuele thema’s en organiseert daar kortdurende bijeenkomsten over. In hoofdstuk vier van dit jaarverslag kunt u daar meer over lezen. 2.5 Onderzoek en publicatie Leden van de Erfgoedcommissie leveren regelmatig bijdragen aan onderzoek en publicaties van MOOI Noord-Holland. Net als bij adviesaanvragen kan een team van deskundigen worden samengesteld, aangevuld met externe partijen, al naar gelang de onderzoeksvraag. Zo vroeg de gemeente Bergen om een cultuurhistorische waardenstelling van een voormalige veeboerderij met woongedeelte aan de Kogendijk. Het is een boerderij van het Noord-Hollandse type, met de voorgevel evenwijdig aan de dijk en de ingang van de dars aan de achterzijde. In de waardenstelling wordt aangegeven dat de boerderij typologisch een goed voorbeeld is van de in het verleden veel voorkomende eenvoudige agrarische architectuur. De toepassing van ronde onbewerkte stammen is kenmerkend voor de eenvoud van de stolp en volledig in samenhang met de overige onderdelen waaruit hij is opgebouwd. Uit het onderzoek kwam ook naar voren dat, op grond van visuele inspectie van de vierkantconstructie, de bouwtijd van de boerderij kan worden geschat op de tweede helft van de negentiende eeuw.
Mooi plaatje van Enkhuizen. Een gemeente waar de Erfgoedcommissie actief bij betrokken is.
Met name dit soort eenvoudige stolpen is in een hoog tempo aan het verdwijnen terwijl zij zo karakteristiek zijn voor het Noord-Hollandse landschap. Hoewel er in de gemeente Bergen meerdere eenvoudige stolpen staan, zijn de meeste van deze stolpen inmiddels intern verbouwd voor volledige bewoning. Ondanks dat de stolp in 1978 zijn agrarische functie heeft verloren is de interne structuur grotendeels bewaard gebleven.
12
13
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
Hoofdstuk 3 Adviezen en projecten
3.1 AALSMEER
In dit hoofdstuk wordt een aantal adviesaanvragen per gemeente besproken. Zij zijn representatief voor de diversiteit aan plannen die jaarlijks aan de commissie worden voorgelegd. In 2018 heeft de Erfgoedcommissie in totaal 136 adviezen uitgebracht voor de volgende gemeenten: • Aalsmeer • Beemster • Bergen • Castricum • Diemen • Drechterland • Enkhuizen • Heemskerk • Heerhugowaard • Koggenland • Medemblik • Ouder-Amstel • Purmerend • Stede-Broec • Velsen • Wijdemeren Seringenpark woningen in het groen.
KWETSBARE WEDEROPBOUWARCHITECTUUR Het Seringenpark is te karakteriseren als een samenhangend woningcomplex in een parkachtige omgeving, gebouwd tussen 1953-1955 naar ontwerp van de architect Hein Salomonson. Hij werkte voor de aanleg van het terrein nauw samen met de tuinarchitect C.P. Broerse. De kleine geschakelde woningen zijn ontworpen voor de huisvesting van bejaarden, met name gepensioneerde tuinders. De gemeente heeft er in 2014 voor gekozen dit gebied aan te wijzen als gemeentelijk beschermd dorpsgezicht. Dit instrument is bij uitstek geschikt voor dit bijzonder kwetsbare gebied, waarbij het niet zozeer gaat om bescherming op detailniveau maar om het karakter van de architectuur in samenhang met de groenstructuur. Het woningcomplex is al sinds de oprichting eigendom van een woningcorporatie die er de afgelopen jaren niet alleen ouderen maar ook jongeren heeft gehuisvest. Er is echter geen onderhoud meer gepleegd waardoor de woningen in slechte staat zijn en het terrein verrommeld is. De eigenaar heeft nu het plan de 44 woningen te slopen en te vervangen door 55 grotere woningen. De commissie heeft moeite met het voorstel omdat zij er niet van overtuigd is dat de woningen zo slecht zijn dat zij niet meer gerenoveerd kunnen worden. Zij probeert de opdrachtgever ervan te overtuigen dat het hier om bijzondere wederopbouwarchitectuur gaat, die in de gemeente (en ver daarbuiten) nauwelijks meer voorkomt.
14
15
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
3.2 BEEMSTER
Nieuw leven voor een voormalige timmerwerkplaats De commissie ontving een plan voor de reconstructie en herbestemming van een negentiende-eeuwse timmerwerkplaats en de herbouw van een voormalige houtopslag. Beide behoren bij het Polderhuis aan de Noorddijk 21 in de Beemster, een rijksmonument. De eigenaar woont in het Polderhuis en wil de timmerwerkwerkplaats en de te herbouwen houtopslag gebruiken als extra woonruimte. Voor de plannen is een uitgebreid bouwhistorisch onderzoek verricht dat als uitgangspunt dient voor behoud, herstel en de verandering van het monument. De bouwhistoricus zal bij de herbouw van de houtopslag betrokken blijven. De timmerwerkplaats is in zodanig vervallen staat gebleken dat restauratie geen optie is. Daarom is gekozen voor reconstructie. De commissie ging hiermee akkoord op voorwaarde dat dit zou gebeuren met behoud van zoveel mogelijk nog aanwezig historisch materiaal. Dat betekent sloop ter plekke, beoordeling van het hout, restauratie in een werkplaats en dan weer opbouwen. Twee leden van de commissie en de monumentenambtenaar zijn ter plaatse geweest om met de architect en bouwhistoricus een plan van aanpak te bespreken. De hoofddraagconstructie blijft volledig behouden. Met name de reconstructie van de vensters met fijne roedeverdeling en de interpretatie van een kleuronderzoek zijn in dit overleg punten van aandacht geweest.
“Voor de te herbouwen, niet monumentale schuur is gekozen voor een eigentijds ontwerp dat zich duidelijk van het monument laat onderscheiden."
Onderzoek t.b.v. de reconstructie van de timmerwerkplaats. (Ulrich architectuur, Amsterdam)
Marcel Heijmans, architect/bouwhistoricus en lid van de commissie
Commissie met gemeente op locatie. Foto Marcel Heijmans.
Visualisatie oud- en nieuwbouw. (Ulrich architectuur, Amsterdam)
16
17
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
3.3 CASTRICUM
“Het voorstel van de architect is gebaseerd op gedegen cultuurhistorisch onderzoek; niet alleen naar het gebouw op zich, maar ook naar de rol die het in het verleden vervulde op het terrein van de inrichting.” Ana van der Mark, architectuurhistoricus en lid van de Erfgoedcommissie
Doorsnede bestaand en nieuw StudioSchaeffer B.V.
HERBESTEMMING VAN EEN VOORMALIGE TRAMREMISE TOT WOONHUIS Op het terrein van Duin en Bosch, een voormalige psychiatrische inrichting, staan niet alleen gebouwen met woonfuncties voor patiënten en het personeel maar ook meerdere nuts gebouwen. Eén daarvan is de remise, waar de tram die zorgde voor de verbinding met het station van Castricum, gedurende de nacht werd gestald. Het eenvoudige houten gebouw heeft in de kopse gevel hoge deuren terwijl de beide zijgevels een gesloten karakter hebben. Ondanks dat er in de loop der tijd meerdere wijzigingen hebben plaatsgevonden is het oorspronkelijke karakter van de remise behouden. De plannen voor hergebruik van de remise - door er een woonfunctie in aan te brengen - zijn meerdere keren met de commissie besproken en nog niet afgerond. De opdrachtgever en de architect hebben zich verdiept in de geschiedenis van het gebouw en de plek en kwamen tot een bijzonder plan. Een nieuw volume wordt achter het bestaande gebouw geplaatst en daarmee verbonden met een transparant tussenlid. De kelder krijgt meer ruimte waardoor deze tot onder de bestaande bouw wordt uitgebreid. Het gevolg hiervan is dat het oorspronkelijke volume omhoog moet komen ten opzichte van het maaiveld. De remise wordt in zijn geheel opgetild en bovenop de nieuwe kelder geplaatst. Een talud zorgt er voor dat het hoogteverschil wordt opgeheven. Met dat laatste heeft de commissie moeite omdat hierdoor de karakteristieke typologie van het monument wordt aangetast, dat zich kenmerkt als loods met hoge open deuren waardoor de tram recht naar binnen rijdt.
18
19
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
3.4 DRECHTERLAND
Meer gemeentelijke monumenten De gemeente is bezig met de uitbreiding van de gemeentelijke monumentenlijst. Op basis van een eerder gedane inventarisatie, waarbij ook de historische vereniging is betrokken, worden een zestal objecten - na uitgebreid cultuurhistorisch onderzoek -
Binnenwijzend 60. Foto Maura Huig.
aan de commissie voorgelegd, die de gebouwen in situ bezoekt. Ze bevinden zich allemaal aan het Binnenwijzend te Westwoud. Een circa twee kilometer lange weg in west-oost richting tussen Oosterblokker en Hoogkarspel langs de zuidzijde van het water de Wijzend. De weg loopt tevens parallel aan het treinspoor van het traject Hoorn-Enkhuizen, dat ten noorden van het water en de weg ligt. De bebouwing bevindt zich hierdoor helemaal aan de zuidkant van de weg en bestaat uit vrijstaande woningen en stolpboerderijen op relatief grote percelen. Bijvoorbeeld nr. 60, een stolpboerderij uit 1824 met een kapschuur uit 1880. De commissie vindt de stolp met name architectuurhistorisch interessant vanwege de gaafheid. Dit geldt ook voor de schuur erachter waardoor het als ensemble representatief is voor de (steeds meer verdwijnende) agrarische befrijfsvoering van de regio. Bovendien heeft de kapschuur, waarvan het dubbele vierkant geheel intact en zichtbaar is, een hoge zeldzaamheidswaarde voor de gemeente. Iets verderop aan het lint: nr. 66, een stolpboerderij uit 1857, is met name architectuurhistorisch interessant vanwege de rijk gedetailleerde voorgevel met dakkapel en rouw- en trouwdeur. Behalve de stolpen komt ook een woonhuis uit 1911 in aanmerking voor de monumentale status.
Binnenwijzend 66. Foto Maura Huig.
Binnenwijzend 32. Foto Maura Huig.
20
21
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
3.5 ENKHUIZEN
“Wat ik leuk vind is dat twee bouwstijlen uit heel verschillende tijden heel goed met elkaar kunnen. Al is daar ook wel weer 100 jaar overheen gegaan. Als in één gebouw oud en nieuw goed ontworpen zijn levert dat altijd iets bijzonders op.” Rob de Vries, architect/bouwhistoricus en lid van de Erfgoedcommissie
Winkelpui Westerstraat 48. Foto Hans Groot.
VIERHONDERD JAAR GEBRUIK VAN EEN RIJKSMONUMENT In Enkhuizen staan historische gebouwen die in de loop van de eeuwen verschillende transformaties hebben ondergaan. In sommige gevallen hebben die transformaties iets aan een gebouw toegevoegd dat niet aansluit bij de oorspronkelijke architectuur, maar zijn ze in de loop van de tijd in zichzelf een bijzonder element in de architectuur van de stad geworden. Een voorbeeld daarvan is het pand aan Westerstraat 48 Enkhuizen. Van het van oorsprong zeventiende-eeuwse pand werd in 1925 de begane grond verbouwd en ingericht als winkel. Uit die tijd dateert de pui met bovenlichten en kenmerken van de Art Deco stijl. De nieuwe eigenaar, een pianohandelaar, heeft het plan om in de winkelruimte op de begane grond piano’s te restaureren en tentoon te stellen, en op de bovenverdiepingen te gaan wonen. Hiervoor worden een aantal aanpassingen voorgesteld waaronder het verwijderen van de Art Deco pui. Dat is echter volgens de commissie geen optie want deze is onderdeel van de bouw- en gebruiksgeschiedenis van het pand. Wel wordt geadviseerd kleuronderzoek te doen, mogelijk was de pui in het verleden houtkleurig.
22
23
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
3.6 HEEMSKERK
Monumentale waarden voor kantoorgebouwen ontworpen door Piet Blom De commissie werd gevraagd te adviseren over de monumentwaardigheid van een tweetal panden die door architect Piet Blom zijn ontworpen en gebouwd in de jaren negentig van de twintigste eeuw. De architect, die in 1999 overleed, is vooral bekend vanwege zijn kubuswoningen in Rotterdam. Het voorstel tot aanwijzing kwam van de Heemsstichting. De commissie vindt het bijzonder dat de gemeente Heemskerk nu al aandacht heeft voor hoogwaardige architectuur uit deze tijd, aangezien ook op landelijk niveau - onder andere door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE) - volop wordt gediscussieerd over de betekenis en selectie van beschermingswaardige architectuur uit dit zeer recente tijdperk dat bekend staat onder de naam 'Post 65'. De commissie adviseert de gemeente in eerste instantie een cultuurhistorische waardenstelling te laten maken en ging zelf de panden in situ bekijken. Het gaat om twee gebouwen die samen een ensemble vormen. In het ontwerp van Blom vormt het kleinere 'gasservice gebouw' een eenduidige zeshoekige module waarop thematisch
Interieur.
verder is gevarieerd in het ontwerp voor het hoofdgebouw, het 'gasbedrijf gebouw'. De geometrische modulaire opbouw is kenmerkend voor Blom's oeuvre en het Nederlands Structuralisme, waarbij rekening wordt gehouden met de menselijke maat. Op basis van dit bezoek en de redengevende omschrijving brengt de commissie een positief advies uit aan het college, dat in het voorjaar van 2019 hierover een uitspraak zal doen.
Ontwerptekening Piet Blom.
Exterieur.
24
25
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
3.7 HEERHUGOWAARD
Watermolen de Veenhuizer met bijbehorend gemaal. Foto Douwe Jepma © Gemeente Heerhugowaard.
3.8 KOGGENLAND
Gemeentehuis Obdam.
AANVULLING VAN DE GEMEENTELIJKE MONUMENTENLIJST
NIEUWE FUNCTIE VOOR STATIG RAADHUIS VAN OBDAM
De gemeente vroeg de Erfgoedcommissie in februari om advies inzake de monumentwaardigheid van een vijftal objecten: de Pater Jan Smitschool, het voormalige zusterhuis aan de Dreef 12, de Zwarteweg in HeerhugowaardZuid en de ensembles ‘Praalgraf van Brederode, de klok en de grafkelder’ en ‘Watermolen de Veenhuizer’ met bijbehorend gemaal.
Het voormalige raadhuis, gebouwd in circa 1875 naar ontwerp van A.C. Bleijs, wordt herbestemd tot woning met galerie. Het pand heeft hoge architectuur- en cultuurhistorische waarden omdat het een gaaf bewaard gebleven voorbeeld is van de negentiende-eeuwse overheidsarchitectuur op het platteland.
De commissie bestudeerde de bij de aanvraag aangeleverde redengevende omschrijvingen en adviseerde positief over de aanwijzingen, waarna zij in oktober door het college werden uitgeroepen tot gemeentelijke monumenten. De ‘nieuwe’ monumenten zijn een waardevolle aanvulling op het verhaal van de polder. Door de monumentenstatus blijft de cultuurhistorische betekenis afleesbaar in de historische ontwikkeling van Heerhugowaard. Heerhugowaard heeft nu vierenvijftig gemeentelijke monumenten, vijf rijksmonumenten en één provinciaal monument.
Het voormalige raadhuis is gebouwd op een rechthoekig grondplan en staat evenwijdig aan de straat. Links naast de voorgevel is een muurtje gemetseld in de trant van de voorgevel waar vroeger een vitrinekast voor aankondigingen tegen aanstond. De linker zijgevel van het hoofdvolume heeft op de begane grond een blinde gevel met op de verdieping twee getoogde spaarvelden. Tegen de linker zijgevel, losstaand van het muurtje, is in een later stadium een volume geplaatst met dichte gevels (voormalige kluis), bereikbaar vanuit het hoofdvolume. In verband met de herbestemming zal deze later aangebouwde kluis worden verwijderd. Op ongeveer dezelfde locatie - iets meer naar de achtergevel - zal een glazen aanbouw op een gemetselde plint worden gerealiseerd. De bestaande verbinding met het hoofdvolume blijft intact. De commissie constateert dat de nieuwe aanbouw, die transparant wordt uitgevoerd, de monumentale waarde van het hoofdvolume niet aantast. Zij ziet het zelfs als een verbetering ten opzichte van het eerder geplaatste dichte volume.
26
27
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
3.9 MEDEMBLIK
Voorgevel stadhuis Medemblik.
3.10 OUDER-AMSTEL
Voorgevel van de pastorie. Foto: Agneta den Hartog.
RAADHUIS WORDT HOTELACCOMMODATIE
VERBOUWING VAN PASTORIE TOT KANTOOR MET BEDRIJFSRUIMTE
Het voormalig raadhuis werd gebouwd in 1940 naar een ontwerp van architect A.J. Kropholler. De situering is prominent: op het kruispunt van de oude haven en de Nieuwstraat (de Dam) met een vrije ligging aan het IJsselmeer. Het gebouw werd opgetrokken op een rechthoekige plattegrond en bestaat uit een souterrain met twee verdiepingen onder een hoog zadeldak. Op de hoofdverdieping bevindt zich onder andere de burgemeesterskamer en op de bovenverdieping de raadzaal die dienst doet als trouwzaal. Kropholler tekende niet alleen het exterieur maar is ook verantwoordelijk geweest voor interieur onderdelen zoals het meubilair van de raadzaal.
De pastorie, behorend bij de Nederlands Hervormde Kerk te Ouderkerk aan de Amstel, is in1880 gebouwd in een eclectische bouwstijl. De pastorie ligt ten noorden van de kerk en is prachtig gesitueerd aan de rivier de Amstel.
De herbestemming van het raadhuis is onderdeel van het project Medemblik aan Zee waarbij woningen worden gerealiseerd op de plek van reeds verwijderde aanbouwen, en het raadhuis een hotelfunctie krijgt. Belangrijk onderdeel van het plan is het aanbrengen van een lift in het gebouw, dat tot nu toe alleen door een trappenhuis is ontsloten. Verdere wijzigingen voor het realiseren van de hotelkamers vinden plaats binnen de bestaande structuur, waarbij onder de kap een tussenverdieping wordt aangebracht voor zes hotelkamers.
De commissie heeft op zich geen bezwaar tegen het aanbrengen van dakramen, maar wel tegen de voorgestelde posities in de voor- en achtergevel. Bij dit huis zijn zowel de voor- als de achtergevel (aan de Amstel) representatief. De commissie adviseert naar een andere oplossing te zoeken voor de lichttoetreding of de zijdakvlakken te benutten. Hierbij zijn twee dakramen, passend bij het karakter van het monument, aan iedere zijde tussen de spanten acceptabel. Dit voorstel wordt door de architect overgenomen en is ook zo uitgevoerd.
Bij de planvorming waren twee uitgangspunten essentieel: het behoud van de voormalige raadzaal als trouwzaal (goed bereikbaar via de nieuwe lift) en het gebruik van een aantal ruimtes op dezelfde (hoofd)verdieping voor exposities door de Oudheidkundige Vereniging Medemblick.
Aan de commissie werd een plan voorgelegd om met name de zolder in te richten tot kantoorruimte, waarvoor een trap moet worden aangebracht voor beter bereik via de eerste verdieping. Verder wordt een aantal dakramen geplaatst in de voor- en achtergevel om meer daglicht te krijgen voor de werkplekken die op zolder worden gerealiseerd.
28
29
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
3.11 PURMEREND
3.12 STEDE-BROEC
Vlak na de oplevering.
Waag, Purmerend. Foto: Jaap van Zijp.
WAAGGEBOUW IN OUDE LUISTER HERSTELLEN MET WINKELFUNCTIE
Loods veilinghal anno 2018. Foto: Klaas Koeman.
VERBOUWING VAN PASTORIE TOT KANTOOR MET BEDRIJFSRUIMTE
De voormalige kaaswaag heeft een rechthoekige plattegrond en bestaat uit twee bouwlagen en een kapverdieping met de nok evenwijdig aan de rooilijn. Het gebouw werd eind negentiende eeuw gebouwd naar een ontwerp van stadsarchitect Mager en heeft in de loop der tijd al verschillende functies gehad.
De aanvraag betreft een mogelijke aanwijzing van de vooroorlogse hallen van de bloemenveiling West -Friesland als gemeentelijk monument. De aanvraag is vergezeld van een cultuurhistorische rapportage, waaruit duidelijk blijkt welke rol de veiling heeft gespeeld in de gemeente en de regio eromheen.
De aanvraag betreft het (opnieuw) verbouwen van het pand in verband met een functiewijziging. Het gebouw wordt op de begane grond ingericht als winkel met kleine horeca en kantoren op de verdieping. De eigenaar heeft de ambitie de negentiende-eeuwse allure van het pand terug te brengen. Hiervoor wil hij een aantal aanpassingen doen, waaronder het doortrekken van de kozijnen naar de begane grond. Dit is overeenkomstig met een eerdere situatie. De commissie kan zich goed vinden in het voorstel en doet de suggestie om het hele kozijn te vervangen en niet de bestaande kozijnen te verlengen (de bestaande zijn uit de jaren ’80 van de vorige eeuw en hebben geen monumentale waarde). De kozijnen worden in hout uitgevoerd, donker geschilderd en van inbraakwerend glas voorzien. Voor wat betreft het aanbrengen van reclame adviseert de commissie deze bescheiden uit te voeren en in de negge aan te brengen, waarbij zij verwijst naar de nota reclame binnenstad van de gemeente.
Die cultuurhistorische waarde is onomstreden, maar de commissie heeft ook andere informatie nodig. Zij vraagt zich af welk type bescherming bij een dergelijk (groot) bedrijfsgebouw hoort. Wat is belangrijk genoeg om te beschermen en wat kan als indifferent worden beschouwd? De commissie ziet de gebouwen als een vorm van industrieel erfgoed. Zij wil onderscheid maken tussen de op zichzelf staande loods uit 1930 en de dubbele loods uit 1928. Deze dubbele loods, met daartussen een overdekt gedeelte voor de doorvaart, kan typologisch interessant zijn. Hoe uniek is dit type veiling voor het dorp en de omgeving of misschien wel voor Nederland? De op zichzelf staande veilinghal acht zij ook stedenbouwkundig interessant vanwege de situering recht achter het cafĂŠ, waar de veilinghandeling oorspronkelijk plaatsvond, en vanwege de heldere rechthoekige locatie langs het water. Zij adviseert meer onderzoek te doen naar de voorgevel en de constructie om te kijken of de beschermde status alleen over de voorgevel zou moeten gaan of ook over de grotendeels kolomvrije lichte staalconstructie van vakwerkliggers, waartussen doorlopende lichtstraten zijn gemonteerd.
30
31
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
3.13 VELSEN
Huis aan de duinrand ontworpen door Gerrit Rietveld Rietveld verwierf de opdracht voor het ontwerp van deze woning via de zus van mevrouw Dantzig, die eind jaren dertig op het bureau van Rietveld werkte. Hij ontwierp een groot huis met een centrale hal die het woon- en het slaapdeel met elkaar verbindt. Door de sterk geaccidenteerd bouwlocatie heeft het lager gelegen slaapgedeelte met de garage twee verdiepingen, terwijl het hoger gelegen woongedeelte met de centrale hal en entree uit één verdieping bestaat. De basisconstructie van het huis bestaat uit stalen kolommen en liggers die zichtbaar in de gevels zijn aangebracht, de gemetselde gevels zijn van witte en zwarte geglazuurde baksteen. Hoewel het interieur op onderdelen aan vervanging toe is, is het nog in originele staat en in zijn afwerking en detaillering een volledig Gesamtkunstwerk. Het pand is een provinciaal monument en staat te koop. In verband met vragen van de verkopende partij en potentiele kopers over de mogelijkheden die deze monumentale status met zich meebrengt heeft de Erfgoedcommissie randvoorwaarden geformuleerd over hoe de toekomstige eigenaar in het bouwkundig opwaardeer traject hiermee om dient te gaan. Al wat aard- en nagelvast verbonden is aan het huis maakt onderdeel uit van de monumentale status, indien het vanwege de bouwkundige staat noodzakelijk is delen hiervan te vernieuwen dan dient dit in de geest van het monument te geschieden. Werkzaamheden voortvloeiend uit bestemmingswijzigingen dienen reversibel uitgevoerd te worden.
“Uitgebreidheid en ruimtewerking speelden een hoofdrol in de werken van Rietveld en dat heb ik ervaren bij het betreden van de woning. Door een lage betonnen entree kom je in een hoge licht overgoten centrale hal, welke de scheiding vormt tussen het woonen slaapgedeelte met lange zichtlijnen die de ruimtelijkheid van de woning volledig weergeeft." Cees Hooyschuur, restauratiearchitect en lid van de Erfgoedcommissie
Rietveld exterieur. Foto's Cees Hooyschuur.
Rietveld interieur.
32
33
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
“De commissie was vooral verheugd over de wijze waarop opdrachtgever en architect het geduld konden opbrengen om te zoeken naar oplossingen die aan de advisering tegemoet kwamen.”
3.14 WIJDEMEREN
Nieuwe functie voor ruïne op landgoed Af en toe worden ook bijzondere initiatieven aan de Erfgoedcommissie voorgelegd. Een voorbeeld daarvan werd in februari voor het eerst ingediend. Het betrof het voormalig
Nico Zimmermann architect en lid van de Erfgoedcommissie.
koetshuis/oranjerie aan de Nieuw-Loosdrechtse dijk in Loosdrecht. Bijzonder omdat het een bouwwerk betreft dat inmiddels in onttakelde staat hard op weg was om alleen nog als ruïne op het Landgoed Eikenrode bekend te staan. Oranjerieën waren populair in de achttiende eeuw en negentiende eeuw, en werden door de opkomst van de metaalindustrie vervangen door glazen kassen. Aanvankelijk werden ze dan als koetshuis gebruikt en tegenwoordig vinden restaurateurs er nog wel eens een passende omgeving voor hun culinaire aspiraties. In dit geval werd in de negentiende eeuw de oorspronkelijke oranjerie aan de achterzijde uitgebreid ten behoeve van het bergen van koetsen en later automobielen. Na de transformatie van het hoofdhuis op Eikenrode, waarbij de RCE en de Erfgoedcommissie eveneens intensief betrokken zijn geweest, werd nu een plan ingediend om het koetshuis te herbouwen, het te voorzien van een dakopbouw en een bijgebouw dat middels een tussenlid is verbonden. Het nieuwe gebruik sluit aan bij dat van het hoofdhuis en betreft huisvesting voor mensen in een beschermde omgeving. Bij een dergelijke bouwkundige staat gaat het niet zozeer om een reconstructie, maar om onderdelen die beschermingswaardig zijn in het ontwerp te integreren opdat het voormalige gebruik nog afleesbaar is. De RCE heeft eerder aangegeven dat de oostelijke buitenmuur kenmerkend is voor de oorspronkelijke structuur. De commissie constateerde aanvankelijk dat in de nieuwbouwplannen de afleesbaarheid van het verleden volledig ontbrak en het glazen trappenhuis te monumentaal en daardoor dominant overkwam. Zij heeft daarop aandacht gevraagd voor de oorspronkelijke structuur van het bouwwerk en daarmee ook voor de ontstaansgeschiedenis van de oranjerie met zadelkap en uitbreiding ten behoeve van het koetshuis. In november is het plan opnieuw voorgelegd. Hierin is de dakopbouw verkleind, waardoor deze meer los komt van het oorspronkelijke oranjerie-gedeelte. Ook is de dakopbouw
Eerste ontwerp (architectenbureau P.D. van Vliet).
verlaagd en het glazen trappenhuis komt te vervallen waardoor de noodzakelijke toevoegingen ondergeschikt blijven en de monumentale structuur vooral aan de oostgevel herkenbaar blijft. Dit is goed gelukt door de positie van het tussenlid aanleiding te laten zijn om de gevel hier te onderbreken en op vanzelfsprekende wijze in hetzelfde terugliggende vlak als de dakopbouw af te werken met dezelfde houten gevelbekleding. Aan de westzijde is ervoor gekozen om de gevel met de kenmerkende kantelen door te zetten in het nieuwe deel. Zo is een overtuigend, nieuw leven voor het koetshuis ontstaan. Tweede ontwerp (architectenbureau P.D. van Vliet).
34
35
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
Hoofdstuk 4 Steunpunt Monumenten & Archeologie Noord-Holland Sinds 1 januari 2017 heeft MOOI Noord-Holland de opdracht gekregen om invulling te geven aan het Steunpunt Monumenten & Archeologie Noord-Holland. We doen dit in samenwerking met de archeologen van Stichting NMF, de rechtsopvolger van Cultuurcompagnie. De missie van het Steunpunt is om gemeenten te helpen om de waarde van ons erfgoed te onderzoeken, koesteren en etaleren, maar vooral te verankeren in de ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen die de komende jaren gaan plaatsvinden. Medewerkers van Noord-Hollandse gemeenten kunnen bij het Steunpunt terecht met vragen over alles wat met erfgoed te maken heeft. Ook kunnen gemeenten concrete cases voordragen voor een expertmeeting, onderzoek of als interessant voorbeeldproject. 4.1 Erfgoedteam Binnen het Steunpunt is het Erfgoedteam in het leven geroepen. Het Erfgoedteam bestaat uit leden van de Erfgoedcommissie, aangevuld met een archeoloog van NMF en een vertegenwoordiger van de provincie Noord-Holland en de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.
St. Joseph kerk, Alkmaar. Voor de tweede keer herbestemd.
Het Erfgoedteam agendeert actuele vraagstukken die binnen de gemeenten spelen. Op basis van een case komt een actueel erfgoedthema aan de orde tijdens een bijeenkomst of excursie, waarvoor alle erfgoedambtenaren worden uitgenodigd. In 2018 werd het jaar afgetrapt met een drieluik over religieus erfgoed waarbij zowel het boven- als het ondergrondse erfgoed werd belicht. Aan het einde van het jaar waren er twee bijeenkomsten over duurzaamheid en monumenten. In principe zou daar één Erfgoedteam aan worden gewijd, maar toen tijdens deze bijeenkomst duidelijk werd dat het oprichten van energiecoöperaties wellicht een alternatief zou kunnen zijn voor het plaatsen van zonnepanelen op monumenten en beschermde gezichten, was het gerechtvaardigd én actueel om er een tweede bijeenkomst aan te wijden.
St. Joseph kerk, Alkmaar.
Bonifatiuskerk Zaandam.
Andere onderwerpen die aan bod kwamen waren: het restauratie-ambacht, het protocol heipalenbeleid, de kwetsbaarheid van interieurensembles en het beheer van archeologisch erfgoed in natuurgebieden. Die laatstgenoemde bijeenkomst vond op een centrale plek plaats in het Gooi waarbij zowel ambtenaren van alle betrokken gemeenten aanwezig waren als de verantwoordelijke natuurbeheerders: het Goois Natuurreservaat en Natuurmonumenten. De bijeenkomst over interieurensembles vond plaats in de monumentale Heerenkamer van de Verenigde Doopsgezinde Gemeente te Haarlem.
36
37
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
Architect legt uit wat er in de oude kerkzaal gaat gebeuren.
Excursie Nieuw dit jaar was de excursie aan het begin van de zomer. Onder leiding van restauratiearchitect Kees Doornenbal werd het complex De Wittenberg in Amsterdam bezocht. Het Oude Mannen en Vrouwenhuis dateert uit 1772 en is ontworpen door bouwmeester Coenraad Hoeneker, in opdracht van de EvangelischLuthers Diaconie. In 1856 en 1872 werd er een ziekenhuis aan toegevoegd. Lange tijd woonden er minderbedeelde arme mannen, vrouwen en wezen. Van 1964-2014 was verpleeghuis De Wittenberg gevestigd in het complex. Anno 2018 is er een nieuwe laag aan de geschiedenis van het gebouw toegevoegd door de realisatie van115 short-stay-appartementen en de vestiging van het Luther Museum Amsterdam in de authentieke regentenkamers.
Wittenberg met nieuwe glazen entreepartij. De architect plaatste een zwaan op het dak een verwijzing naar het symbool van Luther.
Exterieur binnenplaats.
Tijdens de wandeling door de gebouwen nam de architect de aanwezigen mee in zijn zoektocht naar interventies die de nieuwe functies in het gebouw mogelijk moesten maken en de monumentale waarden van het gebouw zo min mogelijk zouden aantasten. Van iedere bijeenkomst komt een kort verslag en/of een blog op de website van het Steunpunt, zodat ook andere gemeenten er kennis van kunnen nemen. Voor meer informatie over het Erfgoedteam en de blogs van de bijeenkomsten die al geweest zijn kunt u terecht op de website.
38
39
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
Hoofdstuk 5 Dilemma’s bij de kwaliteitsadvisering. Wie adviseert over omgevingskwaliteit?
DILEMMA 1 Advisering door deskundigen en/of maatschappelijke participatie? – Leidt maatschappelijke participatie tijdens het planproces vanzelfsprekend tot goede omgevingskwaliteit? Hebben we nog wel advies van deskundigen nodig? Het lijkt de kunst om maatschappelijk(e) initiatief en participatie te versterken door de advisering door deskundigen. Deskundigen brengen kennis, vaardigheden en kansen in. Zij hebben het vermogen om verder te kijken dan de initiatiefnemer en andere belanghebbenden, naar andere schaalniveaus en toekomstige omstandigheden.
DILEMMA 2 Advisering als proces en/of als momentopname aan het eind? – Sectoraal advies (zoals ruimtelijke ordening, welstand of monumenten) volstaat niet meer. Integrale advisering is het nieuwe devies en dat is gebaat bij vroege betrokkenheid bij de stedenbouwkundige en landschappelijke besluitvormingsprocessen. Maar daar zitten wel haken en ogen aan. Hoe waarborg je de onafhankelijkheid van het adviesteam? In welke fasen van het proces wordt geadviseerd? En hoe verhouden begeleiden en beoordelen zich tot elkaar? Deugdelijke advisering is continu, regelmatig en staat in verhouding tot de betekenis van een plan. De advisering moet helder, transparant, neutraal en
De Omgevingswet draagt ons allen op om te zorgen voor goede omgevingskwaliteit. Het gaat om de kwaliteit van de ruimte waarin het leven van mensen zich afspeelt. Plannen met een goede omgevingskwaliteit zijn duurzaam en dragen bij aan de gezondheid en het welbevinden. In het ontworpen Nederland wordt het belang van cultureel erfgoed, architectonische en stedenbouwkundige kwaliteit én goede kwaliteit van natuur en landschap hooggewaardeerd. In de toelichting van de Omgevingswet worden deze aspecten dan ook benoemd als de pijlers van goede omgevingskwaliteit. Goede omgevingskwaliteit begint bij het agenderen van kwaliteit in alle plan- en ontwerpprocessen. Hoe doe je dat? Wie adviseert over omgevingskwaliteit? Welke vorm van advisering vinden gemeenten bij zich passen? Dat waren de hoofdvragen tijdens de expertmeeting die MOOI Noord-Holland en Over Morgen, ondersteund door het Ministerie van Binnenlandse Zaken, organiseerden op 17 april 2018. Het werd duidelijk dat er geen vaste receptuur meer bestaat voor de ruimtelijke kwaliteitsadvisering. Maar kunnen we dan wel een menukaart maken voor een goed gesprek over omgevingskwaliteit? Tijdens de expertmeeting werden de dilemma’s verkend die in het debat naar voren komen.
De komst van de Omgevingswet vraagt een cultuurverandering en vergt dat we gezamenlijk gaan nadenken over het ontrafelen van deze knoop van dilemma’s. De commissieleden willen graag met betrokkenen binnen de gemeente in gesprek om plannen te maken voor de kwaliteitsadvisering in de toekomst. Als we dan op goede ideeën komen stellen we ook voor om er – daar waar het kan – mee te gaan experimenteren. Op weg naar moderne kwaliteitsadvisering met nieuwe, uitnodigende wettelijke kaders.
gefundeerd zijn.
DILEMMA 3 Gemeentelijke adviescommissie en/of een andere constructie? – De Omgevingswet stelt een gemeentelijke adviescommissie verplicht die werkt volgens wettelijke vereisten. Het staat de gemeente vrij om ook andere adviesteams of adviseurs te benoemen. Die kunnen intern, gemengd of extern zijn. Het is belangrijk dat de adviescommissie of het adviesteam een duidelijke plek biedt voor het gesprek over ruimtelijke kwaliteit, en kennis van andere belangen en schaalniveaus inbrengt. Als de commissie of het team extern en onafhankelijk is, kan zij ook als derde neutrale
U kunt het hele pamflet ‘Dilemma’s bij de kwaliteitsadvisering. Wie adviseert over omgevingskwaliteit?’ via deze koppeling lezen.
partij fungeren. Maar hoe zorg je ervoor dat de advisering niet als extra drempel wordt gezien?
DILEMMA 4 Advies over grote ingrijpende plannen en/of kleine dagelijkse ingrepen? – De nieuwe ruimtelijke kwaliteitsadvisering is integraal en gaat altijd over het verbinden van de fysieke omgeving met sociaal-maatschappelijke vraagstukken. Die advisering kan een langdurig, allesomvattend proces zijn. Maar dat is niet altijd nodig. Het is het dilemma van proportionaliteit: hoe zorg je dat de advisering in verhouding staat tot de betekenis van een plan, zonder dat dit leidt tot rechtsongelijkheid? Hoe organiseer je het zo dat iedere initiatiefnemer de route vindt die het beste past bij de vraag? Wordt over kleine, veelvoorkomende gevallen even intensief geadviseerd als over grote ingrijpende plannen? Hoe leg je dat vast, en wie bepaalt dat?
DILEMMA 5 Regelen en/of anders kijken? – Meer regels leiden niet tot betere omgevingskwaliteit. Het doel van ruimtelijke kwaliteitsadvisering is niet het toetsen aan regels. Het gaat om een interpretatie: wat draagt een ingreep in de leefomgeving bij aan de ruimtelijke doelstellingen van de gemeente? Hoe verhoudt die ingreep zich tot kernkwaliteiten, principes en potenties? Regels zijn slechts de (onmisbare) hefboom die leidt tot overleg. De ‘nieuwe adviseur’ vinkt geen criteriasets af, maar hanteert een constructieve gesprekstechniek op basis van inspiratie en vakmanschap. De burger én de bestuurder worden hiermee verleid tot goede omgevingskwaliteit.
40
41
ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
Hoofdstuk 6 Aanbevelingen • Voortraject We merken ook dit jaar weer dat aanvragers ons steeds vaker in het voortraject weten te vinden. Waar soms geen kansen worden gezien voor een monument kan de commissie daar op wijzen en het gesprek daarover aangaan. Wij adviseren gemeenten deze trend voort te zetten omdat we met deze werkmethode goede resultaten boeken. • Bezoek in situ Dit geldt ook voor het bezoek ter plaatste. Tijdens een bezoek kunnen we de situatie ter plekke beoordelen en de aanvrager tips en adviezen meegeven voor de verdere uitwerking van zijn plannen. De uitwerking gaat daardoor sneller en efficiënter, wat het proces van de omgevingsvergunning ten goede komt. • Platform De Erfgoedcommissie is ook het platform om verschillende disciplines bij elkaar te brengen. Bij complexe plannen vragen we de provincie en/of de RCE direct aan tafel voor een open gesprek en kunnen we met elkaar tot een goed advies komen. Hierdoor hoeft de gemeente niet meer meerdere adviezen op te vragen en deze werkwijze voorkomt tegenstrijdigheden. Voor zowel de aanvrager als de gemeente is dit prettig. • Duurzaamheid Het is duidelijk dat er meer aandacht komt voor energiebesparing en duurzaamheid bij monumenten. We zien eigenaren die van alles willen, maar tegelijkertijd zien we dat gemeenten worstelen met dit vraagstuk en dat iedere gemeente voor andere oplossingen kiest. Het zou goed zijn als gemeenten van elkaar leren en hierop beleid gaan maken. Kom naar het Duurzaam Erfgoed Congres ‘Van gouden eeuw tot groene eeuw’ dat op 6 juni 2019 door het Steunpunt wordt georganiseerd en laat u inspireren! • Blijf in uw gemeente steeds het debat voeren over de vraag hoe ruimtelijke kwaliteit kan worden ingezet als pijler voor de omgevingsvisie en het omgevingsplan. Gebruik hierbij bijvoorbeeld de tien principes uit het Schetsboek voor een Omgevingsplan op Kwaliteit van Mooiwaarts.
• Begin of continueer een gesprek over de dilemma’s bij de kwaliteitsadvisering (hoofdstuk 5). Welke gevolgen heeft de ‘nieuwe’ ruimtelijke kwaliteitsadvisering voor uw gemeente en hoe gaat u deze organiseren? Wij willen u hierbij graag ondersteunen. De tijd is kort: bij het inwerking treden van de Omgevingswet (verwacht op 1 januari 2021) moet dit geregeld zijn. Op rijksmonumenten na valt de monumentenadvisering niet onder de ‘bruidsschat’ van de Omgevingswet. • Maak gebruik van de kennis en ervaring die aanwezig is bij medewerkers en adviseurs van het Steunpunt Monumenten & Archeologie NoordHolland. Het Steunpunt verwelkomt u graag tijdens activiteiten en bijeenkomsten en staat open voor het aandragen van projectideeën of ruimtelijke vraagstukken met betrekking tot erfgoed binnen de thema’s monumenten en herbestemming, cultuurlandschap en erfgoed in de Omgevingswet. Tot slot Met dit jaarverslag geven we inzicht in de manier waarop de Erfgoedcommissie - aan de hand van de geldende beleidskaders - adviseert over de ontwikkeling van het erfgoed binnen uw gemeente. Een doel waar wij ons graag namens uw gemeente voor inzetten en aan bijdragen. In het jaarverslag is per gemeente één plan of project uit het jaar 2018 aan bod gekomen. Het is slechts een greep uit de vele en uiteenlopende plannen waarover de commissie op transparante en constructieve wijze heeft mogen adviseren. Onze werkwijze is het beste te ervaren door aan te schuiven. Wij nodigen daarom alle belangstellenden uit om in 2018 een vergadering bij te wonen.
42 ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2018
43
43 PROJECT HOE IS HET MET....
PURMEREND
...het huisje dat verplaatst werd? Op de Koemarkt in Purmerend stond een huisje dat in 1910 werd gebouwd naar ontwerp van de gemeentearchitect W. Postema. Het had toentertijd een duidelijke functie als kantoor voor de marktmeester van de wekelijkse veemarkt die hier tot in de twintigste eeuw plaatsvond. Zo’n honderd jaar later wordt er een nieuwe overdekte multifunctionele markthal ontwikkeld waardoor het pandje moet wijken. Vanwege de monumentenstatus werd onderzocht of het pandje behouden kon blijven door het te verplaatsen. De commissie liet zich informeren over de wijze waarop en over de nieuwe positionering en situering. De nieuwe locatie heeft tot gevolg dat het huisje geheel vrij komt te staan, terwijl het voorheen een blinde muur had aan de achterzijde die wegviel tegen de naastgelegen bebouwing. Dit riep een aantal maanden ná de verplaatsing de vraag op hoe deze achterzijde ‘toonbaar’ te maken. De commissie adviseerde dat - om het monument in zijn waarde te laten - de beste oplossing ook de meest eenvoudige is; namelijk het (met aandacht voor het bouwmateriaal door een daartoe geoutilleerde vakman) kaal hakken tot op het metselwerk en daarna het bewerken van de stenen met een graffiti bescherming. Op deze wijze blijft zichtbaar dat het huisje eerst op een andere plek stond en daarmee ook zijn eigen geschiedenis vertelt.
De huidige, tijdelijke oplossing voor de voorheen blinde muur. Foto: Jaap van Zijp.
44 ERFGOEDCOMMISSIE JAARVERSLAG 2017
Colofon Auteur Ana van der Mark, secretaris Erfgoedcommissie Met bijdragen van José van Campen, Woord en Plaats Jef Mühren, directeur MOOI Noord-Holland Dorine van Hoogstraten, adjunct-directeur MOOI Noord-Holland Renate de Visser, bureaucoördinator MOOI Noord-Holland Primo Reh, communicatiemedewerker MOOI Noord-Holland Basisontwerp Funcke Creatieve Partners Uitwerking IAAY | Merijn Groenhart MOOI Noord-Holland adviseurs omgevingskwaliteit Alkmaar, mei 2019
MOOI NOORD-HOLLAND Emmastraat 111 1814 DP Alkmaar T 072 520 44 59 info@mooinoord-holland.nl www.mooinoord-holland.nl @overmooinh