1
DUURZAAM WAARDEVOL STARTNOTITIE VERDUURZAMING, ERFGOED EN RUIMTELIJKE KWALITEIT
2 DUURZAAM WAARDEVOL
3
Aanleiding De energietransitie is ĂŠĂŠn van de grootste uitdagingen voor een toekomstbestendig Nederland. Het realiseren van de doelstellingen uit het Klimaatakkoord van Parijs, het Energieakkoord en de Energieagenda is een enorme opgave. Zo moeten alle woningen in 2050 hun eigen, duurzame energie opwekken en gaan dus van het aardgas af. Dit betekent dat de komende 30 jaar ruim 7 miljoen woningen moeten worden aangepakt. Dat en andere duurzaamheidsopgaven gaan vanzelfsprekend invloed hebben op de ruimtelijke kwaliteit van de leefomgeving.
Verduurzamen als ontwerpopgave-integreren in architectuur
De ervaring leert dat gemeenten aanlopen tegen beperkingen binnen hun eigen beleid op het gebied van ruimtelijke kwaliteit en monumentenzorg als zij initiatieven willen faciliteren op het gebied van verduurzaming van (monumentale) gebouwen. De verduurzaming stelt ook hoge eisen aan de interne organisatie van gemeenten (integrale aanpak) en aan de communicatie met de bevolking. Bovendien is het proces van belang waar initiatiefnemers in terechtkomen als ze maatregelen willen nemen om hun woning te verduurzamen. Tegelijk is het voor veel gemeenten van belang dat ingrepen die gedaan worden geen afbreuk doen aan de ruimtelijke kwaliteit. Bij verrommeling is niemand gebaat. Verduurzaming is een ontwerpopgave waarbij verschillende duurzaamheidsthema’s en ruimtelijke kwaliteit op elkaar worden afgestemd. MOOI Noord-Holland is door de VNG gevraagd om een regionale aanpak op te gaan zetten voor dit vraagstuk. Voordat een aanpak ontwikkeld kan worden is het van belang te weten waar de vragen, knelpunten en kansen zitten binnen gemeentelijke organisaties en in relatie tot andere overheden en initiatiefnemers.
Verschillende belangen en prioriteiten Op basis van de landelijke en lokale afspraken en ambities wordt bij veel gemeenten het verduurzamen als beleidsprioriteit ingezet. Vaak staat dit op gespannen voet met de ambities en perceptie ten aanzien van ruimtelijke kwaliteit van de fysieke leefomgeving, vooral als het gaat om het erfgoed en het landschap. Het verduurzamen aan de buitenzijde van gebouwen of in het openbaar gebied heeft namelijk direct invloed op de kwaliteit van de omgeving. In de gemeentelijke praktijk leidt dat nog vaak tot discussies of onduidelijkheid bij bijvoorbeeld de afweging van het wel of niet verlenen van een omgevingsvergunning. Het ontbreekt aan een duidelijke balans tussen de verschillende belangen, vertaald in beleidskaders. Dit is niet nodig. Beide belangen kunnen integraal worden opgepakt, maar daarvoor is kennis, afstemming en samenwerking nodig. Daarnaast wordt de behoefte en haalbaarheid vanuit de eigenaar onderschat. Ervaring leert dat comfort en kosten doorslaggevend zijn bij de keuze om een gebouw te isoleren of te voorzien van hernieuwbare energie. Vooral als het gaat om oudere bebouwing is de behoefte groter, en daarmee worden de kosten hoger. Bij gemeentelijke regelgeving wordt daar weinig aandacht aan besteed. Wat is het maximaal haalbare en stellen we niet te veel eisen aan verduurzaming of aan de ruimtelijke kwaliteit?
4 DUURZAAM WAARDEVOL
5
Kansen door de Omgevingswet De landelijke ervaring is dat de huidige praktijk van de ruimtelijke ordening de implementatie van de energietransitie eerder in de weg zit dan dat deze de benodigde veranderingen stimuleert. Eén van de doelen van de Omgevingswet, die in 2021 ingaat, is dat gemeenten meer bestuurlijke afwegingsruimte krijgen, zeker als het gaat om de energietransitie. Daarbij ontstaan er kansen om op een andere manier om te gaan met dit thema. In het omgevingsplan kan de gemeente ruimte bieden aan en kaders stellen voor duurzame maatregelen, maar ook kaders stellen voor de gewenste ruimtelijke kwaliteit en identiteit van de omgeving. De gemeente kan in het omgevingsplan een integraal afwegingskader bieden voor de fysieke leefomgeving. Daarnaast is er een intentie van de wet om van een toelatingsplanologie naar een uitnodigingsplanologie te gaan met ruimte voor initiatieven en participatie. Regionale afstemming Gemeenten hebben in de huidige situatie uiteenlopend beleid; wat in de ene gemeente wel mag, is in de buurgemeente soms ondenkbaar. Voor inwoners werkt dat verwarrend, soms frustrerend. Door regionaal ‘gouden regels’ op te stellen of een gemeenschappelijke visie op het vraagstuk te ontwikkelen zou duidelijkheid en samenhang bereikt kunnen worden over de mogelijkheden, maar ook over eisen die aan duurzaamheidsmaatregelen gesteld worden.
Nieuw duurzaam beleid in Waterland
6 DUURZAAM WAARDEVOL
7
Startnotitie Deze startnotitie vormt de basis voor een tweede fase waarin een plan van aanpak opgezet kan worden; een opstap voor regionale samenwerking op weg naar verduurzaming met kwaliteit. Daartoe was een eerste globale inventarisatie nodig om de knelpunten binnen de bestaande situatie en de (politieke) haalbaarheid van samenhangend beleid in kaart te brengen.
'Nul op de meter' woning
Gemeenten hebben in de huidige situatie (totdat de Omgevingswet van kracht wordt) meerdere instrumenten tot hun beschikking om richting en sturing te geven aan de verduurzamingsopgave, van visies tot concrete programma’s, regelingen en stimuleringsmaatregelen. Voor het ruimtelijke kwaliteitsbeleid zijn vooral de structuurvisie (ambitie), het bestemmingsplan, het welstandsen het erfgoedbeleid van invloed. Ook is het mogelijk om met behulp van financiële maatregelen een stimulans aan de verduurzamingsopgave te geven. Daarnaast zijn er ook provinciale belangen en regels waar rekening mee moet worden gehouden, veelal verwoord in een provinciale structuurvisie en de provinciale ruimtelijke verordening (PRV). Ook de provinciale Leidraad Landschap en Cultuurhistorie heeft invloed op de manier waarop de energie-opgave vorm zal krijgen in het landschap. Centrale vraag voor deze startnotitie is welke knelpunten de betrokken gemeenten ervaren. • Wat zijn de huidige knelpunten in de praktijk? • Waar loopt een initiatiefnemer tegen aan als hij/zij een pand wil verduurzamen? • Is er voldoende afstemming tussen de verschillende beleidsinstrumenten en in de uitvoering?
Particuliere windmolens
In deze startnotitie gaat het over de verduurzamingsopgave: energiebesparing, -opslag en -opwekking door bouwkundige ingrepen aan (monumentale) gebouwen en in het openbaar gebied. Bijvoorbeeld zonnepanelen, windmolens, buitenschilisolatie, warmtepompen etc.
8 DUURZAAM WAARDEVOL
9
Expertmeeting MOOI Noord-Holland organiseerde op 19 februari 2018 een expertmeeting met vertegenwoordigers van de betrokken gemeenten en verschillende deskundigen. Het doel van de expertmeeting was de inventarisatie van beperkingen waar de gemeenten tegenaan lopen op het gebied van ruimtelijk kwaliteitsbeleid en monumentenzorg als zij initiatieven willen faciliteren op het gebied van verduurzaming van (monumentale) gebouwen.
Expertmeeting
Op basis van voorbeelden van beleidsnota’s en praktijkervaringen (waaronder pilotprojecten die het bureau Groene Grachten in opdracht van de gemeente Waterland uitvoert) zijn de verschillende instrumenten, procedures en werkwijzen van de verschillende gemeenten met elkaar vergeleken en besproken. Resultaat is een overzicht van knelpunten en mogelijke oplossingsrichtingen. Dit zou uiteindelijk kunnen leiden tot een handreiking die aanbevelingen doet op inhoud, proces en organisatie; een basis die uiteraard lokaal ingevuld kan worden.
10 DUURZAAM WAARDEVOL
11
Knelpunten en oplossingsrichtingen 1. Ingewikkelde wet- en regelgeving. Vooral door initiatiefnemers wordt de wet- en regelgeving als ingewikkeld ervaren. Het ontbreekt vaak aan duidelijkheid in de regelgeving. Wanneer is er sprake van een vergunningvrij bouwwerk? Wat wordt bedoeld met soms multi-interpretabele welstandscriteria of richtlijnen voor monumenten?
Vergunningvrij bouwen
Oplossingsrichting: begrijpelijke en duidelijke regelgeving met voorlichting, voorbeelden en/of uitleg. 2. Beperkte informatievoorziening bij vergunningverlening. Als je wilt verduurzamen moet je als initiatiefnemer, maar ook als contactambtenaar, beschikken over de juiste informatie. Mede door de snelle ontwikkelingen op het vlak van verduurzaming bestaat er onduidelijkheid over de mogelijkheden en weinig zicht op de beste alternatieven per situatie. Oplossingsrichting: goede, onafhankelijke voorlichting met voorbeelden en alternatieven en/of ĂŠĂŠn duurzaamheidscontact of -loket met brede deskundigheid, zowel technisch als procedureel en beleidsmatig. 3. Geen ruimte voor vernieuwing of innovatie. Juist op het gebied van verduurzaming gaan de technische ontwikkelingen snel. Bestaande beleidskaders werken vaak te beperkend omdat er weinig ruimte is voor vernieuwing. Oplossingsrichting: uitnodigend beleid en werken met doelregels.
Degroenemenukaart.nl
4. Onvoldoende mogelijkheden voor maatwerk. Vooral als het gaat om beschermde stads- en dorpsgezichten en monumenten bestaan er geen standaardoplossingen voor verduurzaming. Elke situatie vraagt een eigen aanpak en beoordeling, zowel bouwtechnisch als esthetisch. Oplossingsrichting: in beleid ruimte geven om vooraf het gesprek te voeren over de mogelijkheden in specifieke of bijzondere situaties binnen de gestelde doelregels. 5. Terughoudendheid bij adviescommissies. Gemeenten laten zich bij vergunningverlening adviseren door onafhankelijke adviescommissies (commissie ruimtelijke kwaliteit, welstandsen/of monumentencommissie). De grondhouding met betrekking tot verduurzaming is nu nog vaak terughoudend, mede omdat het beleid weinig speelruimte biedt (strenge of behoudende welstandscriteria en terughoudend erfgoedbeleid) maar ook omdat commissieleden niet altijd goed op de hoogte zijn van nieuwe mogelijkheden die innovatieve materialen en technieken bieden. Oplossingsrichting: sturen op een gewogen advisering met positieve grondhouding en een bredere deskundigheid van de commissie (bijvoorbeeld duurzaamheidsadviseur en/of regelmatige bijscholing).
12 STEDELIJK SCHOON VELSEN JAARVERSLAG 2016
13
6. Afweging bij vergunningverlening / afwijken van advies. Er wordt door het college van burgemeester en wethouders onvoldoende gebruik gemaakt van zijn afwegingsbevoegdheid. Het college heeft de mogelijkheid om advisering van een adviescommissie beargumenteerd naast zich neer te leggen en prioriteit te geven aan andere belangen.
Advies op maat
Oplossingsrichting: in advisering meegeven welke belangen meespelen en voorlichting aan college van burgemeester en wethouders. 7. Begrensde capaciteit, communicatie en kennis bij de gemeentelijke organisatie. Interne kennis is veelal (te) sectoraal van aard en wordt binnen de organisatie onderling te weinig gedeeld. Daarnaast vraagt het tijd om te verdiepen in de inhoud maar ook om mensen vooraf goed te informeren. Deze tijd is vaak niet beschikbaar. Oplossingsrichting: efficiÍntie in organisatie, meer fte’s, voorlichting en studiemogelijkheden. 8. Hoge kosten voor initiatiefnemer bij verduurzaming. De kosten en terugverdientijd zijn vaak doorslaggevend bij de keuze om te gaan verduurzamen. Oplossingsrichting: specifieke stimuleringsmaatregelen, bijvoorbeeld afschaffen leges bij verduurzaming, en wijzen op mogelijkheden voor een voordelige lening bij de provincie als het duurzaamheidsmaatregelen bij herbestemming betreft.
Participatie-energyparty
9. Beperkend beleid van de provincie en het Rijk. Het provinciaal beleid van Noord-Holland is erg uitgesproken over de mogelijkheden van het plaatsen van windmolens en zonneparken buiten bestaand bebouwd gebied. Oplossingsrichting: het gesprek stimuleren tussen de verschillende overheden over hun beleid en de beperkingen of juist kansen daarvan. Wellicht zijn er, gezien de urgentie van het vraagstuk, mogelijkheden om het beleid te heroverwegen of om ook op het regionale schaalniveau maatwerk te bieden als de specifieke situatie daar om vraagt.
14 DUURZAAM WAARDEVOL
15
Aanbevelingen Deze startnotitie kan beschouwd worden als basis voor een vervolgfase, een opstap voor regionale samenwerking op weg naar verduurzaming met kwaliteit. Wij stellen voor te werken aan een regionale handreiking ‘Duurzaam Waardevol; verduurzaming, erfgoed en ruimtelijke kwaliteit’. Centrale vraag is: Hoe vertaal je de duurzaamheidsambities in het erfgoedbeleid en het ruimtelijk kwaliteitsbeleid; hoe breng je dat in de praktijk en hoe zorg je dat de ambities en regelingen goed worden uitgevoerd binnen de gemeentelijke organisatie? Een regionale handreiking ‘verduurzaming, erfgoed en ruimtelijke kwaliteit’ zou, ons inziens, de volgende aspecten moeten bevatten om de vragen rondom verduurzaming mét kwaliteit goed te kunnen beantwoorden. Van toelatingsplanologie naar uitnodigingsplanologie
Inhoudelijke aspecten • Beleid (doelregels): zoeken naar balans tussen doelen op het gebied van ruimtelijke kwaliteit, zorg voor het erfgoed en verduurzaming • Duidelijkheid bieden over de regelgeving • Informatie/kennis: deskundigheid, vernieuwing, van elkaar leren • Voorlichting: de kracht van voorbeelden • Gebiedsoverstijgende (regionale) visievorming Procesmatige aspecten • Procedure inbedden in beleid; mogelijkheden vooraf goed communiceren • Initiatiefnemers duidelijkheid bieden door middel van het proces • Initiatiefnemers aan tafel voor goede begeleiding en open gesprek • Maatwerk mogelijk maken, met ruimte voor nuancering en interpretatie.
Ontwerpopgave: integreren in architectuur
Organisatorische aspecten • Integrale werkwijze en goede communicatie/afstemming intern • Voorlichting en communicatie extern • Stimuleringsbeleid en mogelijkheden • Gebiedsoverstijgende belangen: regionale afstemming • Kennisuitwisseling tussen gemeente en met de provincie / het Rijk. Voor een handreiking met draagvlak luidt ons advies om de samenwerking tussen verschillende betrokkenen te continueren en zo mogelijk uit te breiden. De volgende gemeenten en organisaties willen we graag betrekken. Betrokken gemeenten: • Waterland • Edam- Volendam • Purmerend • Beemster • Zaanstad • en andere belangstellende gemeenten in de nabije regio Provincie Noord-Holland: afdelingen ruimte en cultuur Het Rijk: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed De Groene Grachten Ontwerpers met deskundigheid op het gebied van duurzaamheid. MOOI Noord-Holland kan desgewenst als projectleider optreden. Als kernteam bij het uitwerken van een plan van aanpak voor de handreiking bieden wij aan het team in de huidige samenstelling voort te zetten: MOOI Noord-Holland: • Ingrid Langenhoff, projectleider • Rosanne Bruinsma, projectcoördinatie • Dorine van Hoogstraten • Bas Schout
16
Colofon Opdrachtgever VNG innovatieve aanpakken Opstellers Startnotitie Bas Schout | SCHOUT rv&b Ingrid Langenhoff | Mooi Noord-Holland Dorine van Hoogstraten | Mooi Noord-Holland Rosanne Bruinsma | Mooi Noord-Holland Expertmeeting Marieke Leeverink | gemeente Waterland Atie Schenk | gemeente Beemster en Purmerend Jan Boot| gemeente Beemster en Purmerend Marina Schuit | gemeente Zaanstad Annelies Hoekstra | gemeente Edam-Volendam Jeroen Besseling | gemeente Edam-Volendam Ilse Koreman | De Groene Grachten Cees Hooyschuur | commissielid Mooi Noord-Holland en restauratiearchitect
MOOI NOORD-HOLLAND Emmastraat 111 1814 DP Alkmaar T 072 520 44 59 info@mooinoord-holland.nl www.mooinoord-holland.nl