Naam: ............................................. LEERJAAR THEMA
LEERLIJN LEERKRACHT
Nr.: ......
4
De Eerste Werelroorlog
(Jochen Seys)
WORD Leerlijnen ICT Moorsledegem Zoekopdracht internet: vooraf controleren of de link nog werkt. Competenties: Zoeken, bewerken en bewaren van informatie: Zoekopdracht internet uitvoeren.
1) Ga naar de weblinks van het vierde leerjaar op onze schoolwebsite. (www.vbsmoorsledegem.be) Klik op de link: OORLOG : Eerste wereldoorlog (Watou)
http://vbswatou.telenet.be/opdrachten/eerstewereldoorlog/eerstewereldoorlog.htm
2) Los aan de hand van de website de onderstaande vragen op.
1)Hieronder zie je een kaartje van Europa, voordat de oorlog in 1914 uitbrak. Zoals je ziet zag de landkaart er helemaal anders uit.
Naam: .............................................
Nr.: ......
Als je de kaart goed bekijkt, zie je een aantal belangrijke verschillen: Rusland bestond niet en heette vroeger (14) ............................................. Dat land was het grootste land ter wereld. Land 13, midden in Europa zag er ook heel anders uit dan nu. Het was ............................................................................ . 2) In het begin van de negentiende eeuw wilden alle Europese industrielanden zoveel mogelijk eigendom bezitten. Ze wilden nieuwe gebieden veroveren . Daar konden ze waarschijnlijk ................., .........................., ............................ en andere grondstoffen voor hun fabrieken vinden. Deze landen wedijverden met elkaar om die gebieden te veroveren. Daarbij begonnen ze elkaar te vrezen. De landen zochten vrienden of .............................. .
Welke twee grote kampen zijn er zo ontstaan? (a)
........................................................................................................ (kleur rood)
(b)
....................................................................................................... (kleur groen)
3) Oorzaak Op 28 juni 1914 worden de Oostenrijkse troonopvolger ..................................................... en zijn vrouw vermoord door ............................, iemand uit Servië. Deze moordaanslag was de lont die het kruitvat deed ontploffen. De Oostenrijkse keizer ........................................ stuurde een laatste voorwaarde aan Servië. Hierin eiste hij dat de moordenaars gestraft werden door ...................................... Servië weigerde een Oostenrijks onderzoek in Servië. De bondgenoten hielpen elkaar . 4) België in de oorlog Zoals je ziet zit België ingesloten tussen 2 vijandige landen . Ons landje wilde neutraal blijven maar de Duitsers hadden een aanvalsplan uitgewerkt om via België de Fransen te omsingelen. Onze toenmalige koning …………………….. weigerde de
Naam: .............................................
Nr.: ......
doortocht aan de Duitsers. De Duitse troepen trokken op 4 augustus 1914 ons land binnen. Zo werd België betrokken bij de Eerste Wereldoorlog.
5) Welke wapens werden er gebruikt? (a)
.........................................................
(b)
......................................................... (Yperiet)
(c)
.........................................................
(d)
.........................................................
(e)
.........................................................
6) Vul in! In een alles-of-niets-aanval probeerden de Duitsers in 1918 Parijs te veroveren. De Franse generaal ........................................ werd algemeen opperbevelhebber van alle strijdkrachten. Hij viel met zijn troepen de Duitsers aan. Duitsland gaf zich over . Op .................................................................... moesten zij de .................................................. Ondertekenen.
7) De gevolgen van de Eerste Wereldoorlog. (a) Ongeveer ......... miljoen doden, .......... miljoen gewonden en enorme verwoestingen. (b) De kaart van Europa werd veranderd.
Naam: .............................................
Nr.: ......
(c) 1919: De belangrijkste landen kwamen bij elkaar in Parijs en maakten een plan. Hoe heette dit plan?: ........................................................................................... Duitsland moest de schade vergoeden die het aangericht heeft tijdens de Eerste Wereldoorlog. (d) 1919: oprichting van de ……………………………………: een grote samenwerking tussen landen die afspraken dat er nooit meer zo’n grote oorlog mocht komen. (e) In heel wat landen kregen de vrouwen nu ook ……………………………………..
7) Welk woord past bij de omschrijving? Zoek op. ...........................................................:
Landen die samenspannen , vrienden.
...........................................................:
Ingepikte gebieden in andere werelddelen.
.............................................. landen:
Dit zijn landen die niet meevochten tijdens
de oorlog, ze werden ook niet aangevallen door andere landen. ..........................................................:
Je houdt heel erg van je eigen land en je hebt
er alles voor over om je land te verdedigen. ..........................................................:
Plaats waar er hevig gevochten werd .