LEERJAAR THEMA
1
LEERLIJN
PAINT Leerlijnen ICT Moorsledegem
LEERKRACHT
Het programma “Paint” beheersen.
Taal: Luisteren.
Competenties: 6 Oefenen van kennis en vaardigheden: Tekenen wat er verteld wordt. 8 De apparatuur hanteren: het werkset en kleurenset van Paint gebruiken. Vaardig oefenen met de muis.
Lesverloop: De leerkracht leest de opdrachten voor. De leerlingen tekenen. LLN: Tekening PAASHAAS van de schoolwebsite kopiëren (ICT hulpmiddelen): Rechts op tekening klikken en kiezen voor kopiëren. Naar Paint. In menubalk: kiezen voor "bewerken" en "plakken".
Tip: Indien je een foutje maakt: 1. Uitgommen (lkr demonstreert telkens) 2. Klik op Ctrl Z (“Zorro komt helpen”) Dit kun je drie keer doen: 3 laatste bewerkingen ongedaan maken. Opdrachten:
1 Er staan drie bollen op het ei. Gum er een weg. 2 Op de helikopter staan zwarte bollen. 3 Er komt rook uit de staart van het vliegtuig. Teken dit met de spuitbus. 4 Onderaan de tekening teken je gras. 5 Rechts staat een boom. 6 Op de jas van de Paasshaas staan rode strepen. Teken die. 7 Kleur het onderste ei met lichtblauw en bruin. 8 Teken zelf vijf eitjes bij. 3 bruine, de andere zijn geel.
9 De zon schijnt. 10 Op de helikopter zit een vogeltje met een lange bek. Sla je werk op.