Voorjaar 2023
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience
Hendrik Conscienceplein 4
2000 Antwerpen www.consciencebibliotheek.be
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience
De bibliotheek voor Nederlandse taal, cultuur en geschiedenis van Vlaanderen
Voorjaar 2023
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience
Hendrik Conscienceplein 4
2000 Antwerpen www.consciencebibliotheek.be
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience
De bibliotheek voor Nederlandse taal, cultuur en geschiedenis van Vlaanderen
Dit voorjaar is de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience één van de haltes van het grootschalige stadsfestival Barokke Influencers. In de Nottebohmzaal brengt de tentoonstelling ‘Jezuïeten, Rubens en de kunst van het overtuigen’ de vroegere kapel die daar 250 jaar geleden was tot leven. Het interview met curator Steven Van Impe in deze krant licht alvast een tipje van de sluier op. Barokke Influencers brengt verrassende expo’s,
adembenemende muziekconcerten en vele andere boeiende evenementen en geeft evenveel ruimte aan verdieping als aan beleving. Van topwerken van Peter Paul Rubens, 17de-eeuwse devotieprenten en een herontdekte avant-gardebeweging uit het interbellum, tot hedendaagse kunst en brandend actuele debatten over solidariteit: Barokke Influencers wil je kijk op de wereld veranderen. Lees op pagina 2.
RENÉ LOMMEZ GOMES
Dankzij een beurs van de Stichting Nottebohm reisde deze Braziliaanse onderzoeker naar Antwerpen om bij ons een publicatie over 18de-eeuws vernis te bestuderen.
ALS JIJ STAAT, BLOEI IK
Wie was Dorothea de Berti en wie was degene die haar een schitterend handschrift aanbood?
Directeur van de Erfgoedbibliotheek
Hendrik ConscienceIn de vorige Nottebohmkrant las je dat we een nieuw beleidsplan 2024-2028 uitschreven. Dat is intussen ingediend en verdedigd bij de Vlaamse Overheid. In dat beleidsplan gaan we verder op het elan dat we de afgelopen jaren ontwikkeld hebben. Maar er zijn enkele accentverschuivingen. Zo luidt onze missie, de beknopte beschrijving van wie we zijn: “De Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience is een open bewaarbibliotheek en een forum voor kennisuitwisseling. We bouwen sinds 1481 aan een unieke bibliotheekcollectie op een bijzondere historische erfgoedplek in Antwerpen. We verzamelen en bewaren dit erfgoed systematisch en
zonder waardeoordeel, voor iedereen vandaag en in de toekomst. Onze collectie bestrijkt publicaties over taal, literatuur, cultuur en geschiedenis, met de focus op de Lage Landen. Wij maken onze collectie maximaal beschikbaar en toegankelijk voor onderzoek, studie, inspiratie en beleving. Onze plek, onze collectie en onze medewerkers bieden de ruimte, de expertise en de ondersteuning voor verstilling, verdieping, inzicht, kritische reflectie, nuance en nieuwe ideeën.”
Achter die samenvatting zit een uitgebreid programma. Een eerste aandachtspunt gaat over de
4
5
AANWINSTEN 7
We stellen graag enkele bijzondere werken uit onze collectie aan je voor.
collectie zelf. Het Google-Booksproject heeft tot nu toe 6.000 à 7.000 beschadigde oude drukken aan het licht gebracht. In de komende beleidsperiode willen we er daarvan zo veel mogelijk restaureren.
In onze magazijnen liggen ook nog ongeveer 60.000 boeken uit schenkingen te wachten op registratie en ontsluiting. Bovendien werken we momenteel aan de overname van grote delen van de bibliotheken van enkele andere instellingen. Ook dat vergt een extra inspanning de komende jaren.
Onze rol als kennisbemiddelaar wordt belangrijker. Onze eigen conservatoren zullen zich nog dieper in de collectie ingraven om ons publiek maximaal wegwijs te maken. Nog meer dan in het verleden, leggen we contacten met wetenschappelijke instellingen. Een gevarieerd gamma uit het hoger onderwijs in brede zin (niet alleen opleidingen literatuur, geschiedenis en aanverwante, maar ook bijvoorbeeld creatieve opleidingen) zal kennismaken met ons aanbod.
We blijven ook de breed geïnteresseerde literatuuren cultuurliefhebber aanspreken. We gaan op zoek
naar meer diversiteit en meerstemmigheid: niet iedere potentiële bezoeker vindt de weg naar ons. Nochtans hebben we voor quasi elke doelgroep heel wat te bieden. Om hen te bereiken, zullen we onder meer samenwerken met verscheidene middenveldorganisaties.
In het algemeen streven we naar een efficiëntere koppeling tussen onderzoek en publiekswerking.
In dat laatste blijft natuurlijk ook onze Nottebohmzaal een prachtige troef, die we blijven inzetten en breder bekend maken. Wat dat betreft, zoeken we naar een optimaal evenwicht tussen het binnentrekken van meer publiek enerzijds en de draagkracht van de zaal en onze mensen anderzijds.
De laatste zin van onze missie is eveneens cruciaal. In een snel polariserende samenleving waarin het voor velen steeds minder normaal wordt om de argumenten van de anderen te aanhoren en te laten bezinken, biedt ons gedurende eeuwen verzamelde boekenerfgoed een rijke bron van bezinning, nuance en kritische reflectie. Die maatschappelijke meerwaarde is ons fundamenteelste goed.
© Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, foto: LUCIDBelangrijke Antwerpenaren klopten in de 17de en 18de eeuw geregeld aan bij het gebouw tegenover de Carolus Borromeuskerk. Hier verzamelden broederschappen waarvan de leden niet alleen hun geloof deelden, maar ook hun invloedrijke positie in de maatschappij. Ook Rubens en Van Dyck waren lid. Het gebouw telde twee kapellen, één ervan in de huidige Nottebohmzaal. De expo ‘Jezuïeten, Rubens en de kunst van het overtuigen’ brengt die barokke pronkzaal weer tot leven. Curator Steven Van Impe neemt je alvast mee doorheen de expo en de kapel.
Wie door de Wijngaardstraat wandelt, ziet boven een zijingang van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience een merkwaardig opschrift. ‘A la Sodalité’ blijkt te verwijzen naar een voormalig café. Voor de naam van die kroeg haalde men de mosterd bij een nog vroegere functie van het gebouw, de reden ook waarom het is gebouwd.
“Sodaliteiten (afgeleid van sodalis, Latijnse benaming voor vriend – red.) waren broederschappen van leken die samenkwamen rond een bepaalde devotie”, schetst Steven Van Impe. “Ze bestonden al in de hoge middeleeuwen. Later gaven de jezuïeten er hun eigen invulling aan in de geest van de contrareformatie. De Zuid-Nederlandse jezuïet Franciscus Costerus bracht het idee mee uit Rome. Hij richtte enkele sodaliteiten op in Keulen en daarna in de Zuidelijke Nederlanden. Na de val van Antwerpen in 1585 (waarbij de stad onder Spaans bewind komt – red.) investeerden overheid en kerk enorm in het opnieuw katholiek maken van de bevolking. De jezuïeten werden gevraagd daaraan mee te werken en Costerus deed dat door een
sodaliteit op te richten. Bij Christoffel Plantin liet hij voor het eerst de regels drukken. Zo kon het idee van de sodaliteit zich vanuit Antwerpen verspreiden. Al heel snel bleek het een enorm succes.”
“Jezuïeten waren heel goed in het aanvoelen van hun doelpubliek en hoe ze dat zo persoonlijk mogelijk moesten aanspreken. Aan het begin van de 17de eeuw ontstonden in Antwerpen meerdere sodaliteiten, gericht op specifieke doelgroepen: voor de bejaarde jongmans, dat waren de volwassen ongehuwde mannen, voor de gehuwden, voor de latinisten, voor de niet-Nederlandstaligen. Al snel hadden de sodaliteiten nood aan meer plaats. De jezuïeten bouwden een eigen gebouw op het huidige Conscienceplein. Daar realiseerden ze een urbaan project, met rond het plein ook de Carolus Borromeuskerk en het professenhuis, het klooster van de jezuïeten. Ook het sodaliteitsgebouw bouwden ze aan het plein. In dat gebouw, dat wij nu de Sodaliteit noemen, kwamen twee kapellen, op de gelijkvloerse en de eerste verdieping. Het waren de Beneden- en de Bovensodaliteit.”
De kapellen werden rijkelijk aangekleed en voorzien van een grote hoeveelheid kunstwerken. Het waren dan ook pronkzalen waar de stedelijke elite verzamelde. “Het hoofddoel van die bijeenkomsten was natuurlijk devotie. De jezuïeten waren zelf geen lid, maar er was wel een geestelijke directeur die de mis opdroeg, als biechtvader optrad en raad gaf. De sodaliteiten waren ook een sociaal gebeuren voor stedelijke ambtenaren, rijke handelaars, kunstenaars en ambachtslieden. Het waren als het ware serviceclubs waar men potentiële opdrachtgevers ontmoette. Tenslotte zorgden de sodaliteiten ook voor zielzorg aan de leden. Uiteindelijk werden ze afgeschaft in 1773, samen met de volledige jezuïetenorde. Die had een te grote politieke invloed volgens sommigen en de paus zwichtte voor die bezorgdheid.”
Nadat de sodaliteiten werden opgedoekt, werden de kunstwerken, het zilverwerk en de liturgische gewaden, het marmerwerk en alle altaren verkocht. Zo raakten de bezittingen verspreid. Voor de
“
Deze plek was heel indrukwekkend, net de eetzaal van de koning.”
Sodaliteit, het gebouw dus, brak een periode aan waarin de functie verschillende keren wisselde. Eerst kwam er een militaire academie. Later opende het café in de Benedensodaliteit en gebruikte men de Bovensodaliteit voor vergaderingen, bals en veilingen. In 1879 kocht de stad Antwerpen het gebouw als nieuwe locatie voor de stadsbibliotheek. De Sodaliteit werd een leeszaal, met een enorm hoog plafond. De vloer van de eerste verdieping was er namelijk niet meer. Tegen de muren verschenen balkons met boekenrekken en een wandelgang. Sinds 1936 bestaat de indeling zoals we die vandaag kennen. De tussenvloer kwam terug. Boekenrekken stonden over de volledige gelijkvloerse verdieping. Op de eerste verdieping verscheen een nieuwe pronkzaal: de Nottebohmzaal.
OVERVLOEDIG LICHT
Bij een bezoek aan de prachtige Nottebohmzaal vandaag doet niets vermoeden dat deze ruimte er ooit helemaal anders heeft uitgezien. Tijdens de hoogdagen van de barok stonden hier geen boeken, maar hingen er kunstwerken aan de wand en het plafond. De ruimte baadde in overvloedig licht. Dat vroegere uitzicht van de kapellen van de Sodaliteit is lange tijd een groot mysterie gebleven. Het is Rudi Mannaerts, vandaag pastoor van de Sint-Andrieskerk, die in 1983 zijn masterproef schreef over onder meer het interieur van de Sodaliteit. Pas enkele jaren geleden ontdekte hij dat er een schilderij zou bestaan dat de Bovensodaliteit
toont. In het kader van haar scriptie ging Marijke Drijbooms in 2021 op zoek in kunstdatabanken en kon het schilderij traceren. Het blijkt een enorme bron van informatie over het uitzicht van de Bovensodaliteit. De expo ‘Jezuïeten, Rubens en de kunst van het overtuigen’ is opgevat als een rondleiding doorheen het schilderij.
“Aan de westelijke wand hingen acht grote schilderijen die te maken hadden met de Maagd Maria. Elk schilderij verbeeldt een naam waaronder Maria wordt aangeroepen in de middeleeuwse Litanie van Loreto: Ochtendster, Helpster der Zieken, Maria Middelares ... Rond elk schilderij prijkte een barokke marmeren omlijsting. Een deel van de schilderijen hebben we kunnen terugvinden. Het eerste is dat van Onze-Lieve-Vrouw Koningin van de Martelaren, momenteel bekend als De Marteldood van Sint-Laurentius. Het is een werk van Marc Antonio Garibaldo, een Antwerpse schilder die verder nagenoeg onbekend is. Voor de allereerste keer wordt werk van hem getoond in een tentoonstelling. Naar Garibaldo moet meer kunsthistorisch onderzoek gebeuren, wij willen alvast aantonen dat het een interessante figuur is. Een tweede schilderij is ook van zijn hand: Onze-LieveVrouw Koningin van de Engelen, later bekend als Maria met een hemels concert. Beide schilderijen hangen in het secretariaat van de Antwerpse Sint-Laurentiuskerk, niet zichtbaar voor het publiek. En dan is er nog een derde schilderij waarvan we een gedeelte hebben teruggevonden. Het stelt
Onze-Lieve-Vrouw Troosteres van de zieken voor. Mogelijk wilde de eigenaar niet steeds op die zieken kijken en liet hij er een stuk afsnijden zodat enkel Onze-Lieve-Vrouw overbleef. Op dat resterende deel staat wel de naam van de Antwerpse schilder Anton Goubau. Die is iets bekender.”
“Aan de noordelijke altaarwand hing het eerste schilderij dat in de kapel verscheen: Sint-Rosalie of Onze-Lieve-Vrouw met kind Jezus kronen de Heilige Rosalia met een bloemenkrans. Aan dat schilderij hangt een bijzonder verhaal vast. Het werk is van Anthony van Dyck. Tijdens een studiereis in Italië kwam hij in Palermo vast te zitten nadat de stad in lockdown ging na een uitbraak van de pest. Tijdens de lockdown kregen verschillende inwoners visioenen die hen de weg wezen naar het geraamte van Sint-Rosalie, de beschermheilige van de stad. Het gebeente werd gevonden en in een triomfantelijke processie naar Palermo gedragen. Alle kerken wilden plots een altaar voor Sint-Rosalie. Bleek dat er een wereldberoemde schilder in de stad vastzat en Van Dyck kreeg opdracht na opdracht om een schilderij van Sint-Rosalie te maken.”
“Bij zijn terugkeer hadden de jezuïeten net een stukje van het gebeente van Sint-Rosalie naar hier gehaald omdat de pest ook in Antwerpen aanwezig was. Ik stel me voor dat Van Dyck dat zag als een teken. Hij besloot een schilderij te maken voor de Sodaliteit, waarvan hij later lid werd. Van Dyck maakte ook een ander schilderij, van de zalige Herman Jozef. Die Duitse monnik ging in een visioen een mystiek huwelijk aan met Maria. Dat was natuurlijk de ideale thematiek voor de sodaliteit van de bejaarde jongmans. Van Dycks schilderijen waren de topstukken van de Bovensodaliteit. In 1777, na het opdoeken van de sodaliteiten, kocht keizerin Maria Theresia van Oostenrijk ze op, samen met een Rubens uit de Benedensodaliteit. Vandaag behoren de twee werken van Van Dyck tot de topstukken van het Kunsthistorisches Museum in Wenen.”
“Ook het plafond was rijkelijk gedecoreerd met een cyclus van Mariaschilderijen die haar leven uitbeelden in verschillende stappen. Ze werden geflankeerd door kleinere schilderijen die Bijbelverzen verbeelden.”
EVOCATIE
“De expo is opgevat als een wandeling doorheen de Bovensodaliteit. Over de Benedensodaliteit is voorlopig nog niet zoveel bekend. Originele werken, eigentijdse kopieën en projecties presenteren we in de Nottebohmzaal zoveel mogelijk op hun oorspronkelijke plaats. De kunst wordt afgewisseld met boeken, dit is ten slotte een bibliotheek. Zo kunnen we een mooi verhaal vertellen over de context waarin de kunstwerken functioneerden. Het geheel wordt begeleid door een audiogids. De
expo is meer een evocatie dan een reconstructie. Je zal ook zelf nog wat fantasie moeten gebruiken.”
“Door het overzichtsschilderij, waarvan we een levensgrote reproductie tonen, krijg je een goed beeld van het uitzicht van de Bovensodaliteit. Toen ik dat schilderij voor het eerst zag, schrok ik ervan hoe licht en hoe groot de zaal in die tijd was. De ramen lieten volop licht binnen en er was veel witte marmer met accenten in goudverf. Beeld je verder in hoe dat grote schilderij van Van Dyck de aandacht naar zich toezoog. En hoe het plafond helemaal beschilderd was. Dat alles moet heel indrukwekkend geweest zijn. We hebben een getuigenis uit 1745, Antwerpen werd dan even ingenomen door Lodewijk XV van Frankrijk. Franse soldaten kwamen in de Bovensodaliteit en spraken over een eetzaal voor een koning. Als je weet dat hun koning op dat moment in Versailles woonde, dan besef je hoe indrukwekkend de Bovensodaliteit wel geweest moet zijn.”
“Ons onderzoek heeft heel wat zaken aan het licht gebracht. Maar er blijven nog best wat vragen onbeantwoord. We hopen dat de expo helpt om nieuwe puzzelstukken te vinden. Misschien kunnen we onontdekte schilderijen traceren. De ontdekking van de Sodaliteit stopt niet bij deze expo.”
PRAKTISCH
De expo ‘Barokke Influencers in de Nottebohmzaal’ loopt in de Erfgoedbibliotheek van zaterdag 22 april tot zondag 10 september 2023, telkens van 10 tot 17 uur. Op maandag is de expo gesloten.
Wil je de expo in groep bezoeken? Ga naar www.experienceantwerp.be en boek een van de drie rondleidingen of de stadswandeling Barokke Influencers. Alle activiteiten in de Erfgoedbibliotheek dit voorjaar staan in het teken van Barokke Influencers.
Ontdek het programma in de kalender achteraan de krant.
Meer info en tickets op www.consciencebibliotheek.be www.barokkeinfluencers.be
“
De ruimte baadde in overvloedig licht. Dat vroegere uitzicht van de kapellen van de Sodaliteit is lange tijd een groot mysterie gebleven.”
Waarom voegde Stooter nog zoveel handgeschreven notities aan zijn boeken toe?
Gomes: “Vandaag is een gedrukt boek het eindpunt van een creatief proces of onderzoek. Stooter zag dit duidelijk anders: hij annoteerde zijn boeken en voegde informatie toe, in functie van de toekomstige eigenaar en diens interesses. Ik kon verschillende andere exemplaren van dit boek inkijken in bibliotheken in Europa en Noord-Amerika. In sommige exemplaren voegde Stooter veel informatie toe bij de recepten voor vernis, in andere annoteerde hij vooral passages over goudsmeedkunst. Soms bracht hij verbeteringen aan in de gedrukte receptuur, door bijvoorbeeld hoeveelheden aan te passen om ‘tot een nog beter resultaat te komen’.”
Waar haalde Stooter zijn kennis vandaan?
Gomes: “Stooter had de ambitie om de kunsten en ambachten in Portugal naar een hoger niveau te tillen. Dit boek is een mix van toenmalige kennis uit Zuid-Amerika (Brazilië), Afrika (Angola) en Europa. Zo nam hij bijvoorbeeld een recept om vernis te maken en veranderde de materialen die je in Europa vindt door materialen uit Brazilië. Zo creëerde hij een nieuw recept. We denken altijd dat kennisoverdracht in de koloniale periode in één richting ging, van Portugal naar Brazilië. Dit onderzoeksproject toont aan dat er echt circulatie was van kennis uit alle hoeken van de wereld.”
Wie was Joaõ Stooter?
Gomes: “Het weinige dat we over hem weten, kunnen we afleiden uit twee boeken die hij publiceerde. Hij is geboren in Antwerpen waar hij diamantslijper was. Later ging hij naar Portugal. In die tijd schreef hij zeker twee boeken. Zijn eerste boek uit 1719 is een soort handleiding om artillerie te maken. Zijn tweede boek is de Arte de brilhantes vernizes. Beide zijn gedrukt in Antwerpen, bij de drukkersfamilie Verdussen. Dat is op het eerste gezicht vreemd, aangezien je als auteur graag dicht bij het drukproces bent. Ik denk dat hij connecties had met de Verdussens. Zij drukten vaak boeken voor de Spaanse kolonies, ook boeken in het Portugees. Meer weet ik eigenlijk nog niet.”
dien is het opmerkelijk dat hij de Arte de brilhantes vernizes publiceerde in het jaar waarin de Portugese monarchie bekendmaakte dat ze diamantmijnen had ontdekt in Brazilië. Die ontdekking was enkele jaren geheimgehouden om een gecontroleerde ontginning mogelijk te maken. Toeval of niet, Stooter opent zijn boek met een sonnet waarin hij zichzelf presenteert als een diamantslijper met naam, faam en geld. Hij adresseert zich met dit boek tot kunstenaars en ambachtslui. Maar ik denk dat hij ook een plaats in de Portugese hofhouding wilde behouden of bemachtigen. Daar moet ik nog meer onderzoek naar doen.”
Wat hoop je met dit onderzoek te bereiken?
‘Arte de brilhantes vernizes, & das tinturas’ uit 1729 is een ogenschijnlijk banaal receptenboek voor vernis, verf en lijm in de collectie van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience. Onze verbazing was dan ook groot toen bleek dat de Braziliaanse onderzoeker René Lommez Gomes het boek tot in de kleinste details wilde bestuderen. Dankzij een beurs van de Stichting Nottebohm reisde hij naar Antwerpen. “We denken altijd dat kennisoverdracht in de koloniale periode in één richting ging, van Portugal naar Brazilië. Dit onderzoeksproject toont echter aan dat er circulatie was van kennis uit alle hoeken van de wereld.”
Vanwaar de interesse om je te verdiepen in 18de-eeuws vernis?
Gomes: “Dat gebeurde heel toevallig. In 2012 werkte ik mee aan een expo in het Museum Plantin-Moretus. Tijdens mijn verblijf in Antwerpen bezocht ik ook deze bibliotheek. Jullie conservator toonde me het voor mij onbekende boek Arte de brilhantes vernizes van Joaõ Stooter. Enkele met de hand geschreven notities van de auteur in het Portugees trokken meteen mijn aandacht. Later stootte ik in Portugal op een ander exemplaar van dit boek. Ik greep terug naar enkele foto’s die ik in Antwerpen nam en vergeleek beide exemplaren. Sommige van de handgeschreven annotaties waren identiek, andere niet. Ik had dus iets om verder te onderzoeken.”
Hoe past dit in jouw werk aan de Universidade Federal de Minas Gerais in Brazilië?
Gomes: “Mijn onderzoek situeert zich op het snijvlak tussen kunstgeschiedenis en informatiewetenschappen. Ik wil begrijpen hoe artisanale kennis in de vroegmoderne tijd circuleerde en evolueerde. Dit boek van Stooter is de eerste praktische handleiding voor het maken van vernis en lijm. Het documenteert technieken en procedés om hout, ivoor en andere grondstoffen te behandelen. Tot diep in de 19de eeuw werd het meermaals heruitgegeven. Ik probeer te achterhalen wie Stooter was, waar hij zijn informatie haalde en waarom hij tijd en geld in dit project investeerde.”
Wat kan de drijfveer zijn geweest om een boek over vernis te schrijven?
Gomes: “Ik vond enkele documenten die aantonen dat Stooter handel dreef vanuit Antwerpen en Amsterdam, gerelateerd aan de grondstoffen en materialen die hij in zijn boeken beschrijft. Boven-
Gomes: “Ik wil twee boeken uitgeven. Het eerste is een kritische teksteditie van de Arte de brilhantes vernizes, met daarin alle handgeschreven annotaties van Stooter. Het andere wordt een bundeling van essays van verschillende auteurs, over Stooter en zijn boeken. Ik werk bijvoorbeeld samen met een onderzoekster en chemiestudente. Stooter vermeldt zeer precies hoeveelheden en maten, dat is uniek voor die tijd! Daarom proberen we bepaalde recepten na te maken. Ook daarover zullen we rapporteren. Het is de bedoeling om hiermee in 2024 te landen.”
“ Vandaag is een gedrukt boek het eindpunt van een creatief proces of onderzoek. Stooter zag dit duidelijk anders: hij annoteerde zijn boeken en voegde informatie toe, in functie van de toekomstige eigenaar en diens interesses.”
René Lommez Gomes
“ Mijn onderzoek situeert zich op het snijvlak tussen kunstgeschiedenis en informatiewetenschappen.”
René Lommez Gomes
Met de woorden “Te stante virebo” gebeiteld onderaan een piramide toonde een hoopvolle minnaar zijn absolute overgave aan zijn geliefde Dorothea de Berti (†1686). De piramide figureert in een pentekening uit het sierlijk gekalligrafeerd album dat hij haar schonk ter gelegenheid van hun verloving in 1621. Dat album kon de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience met de hulp van het Dotatiefonds voor Boek en Letteren en van de Koning Boudewijnstichting aanwerven bij een Duits veilinghuis. Wie was Dorothea de Berti en wie was degene die haar dit schitterend handschrift aanbood? Onze conservator Marie-Charlotte Le Bailly zocht het allemaal uit.
Het handschrift is hoofdzakelijk een liedboek, met maar liefst 65 liederen en recitatieven. Het zijn bijna allemaal Franse liederen waarin de hoofse liefde zegeviert. Het album voor Dorothea de Berti bevat voorts een tiental gedichten, vier fraaie figuurgedichten, enkele gouaches en aquarellen, drie met de hand getekende prenten en een twintigtal met zwierige krullen versierde figuren. Dit prachtige album in handschrift is een ode aan de liefde. De teksten en de illustraties zitten boordevol liefdessymboliek.
Een geschenk volgens de laatste mode
In de vroegmoderne Nederlanden waren liederen enorm populair bij verschillende lagen van de bevolking. De liederen werden verspreid via
verschillende kanalen, van gedrukte liedboeken tot plano (ongevouwen, meestal aan één zijde bedrukt, vel papier) gedrukte liedbladen. Er circuleerden ook veel liederen in handschrift, vaak in alba amicorum (vriendenboeken) of bundels die voor een speciale gelegenheid waren samengesteld. Om een idee te geven hoe populair dit soort liederenhandschriften waren rond 1600: de nationale bibliotheek van Nederland bewaart er alleen al voor de periode 1600-1625 een dertigtal. Hieronder bevindt zich bijvoorbeeld het liedboek dat een hoopvolle minnaar, waarschijnlijk Cornelis van Beresteyn (1586-1638), voor Anna Steyn (15891618) aanlegde in 1611. Het heeft niet zo mogen zijn, want zij trouwde in 1617 met zijn neef Paulus Arentsz van Beresteyn (1588-1636).
Liederenhandschriften bestonden in verschillende verschijningsvormen, van liedboeken tot alba amicorum en alles daartussenin. Sommige gedrukte liedboeken werden zelfs gebonden met extra blanco bladen om er met de hand liedjes bij te kunnen schrijven, of om als basis voor een vriendenboek te dienen. Liederen verzamelen was een geliefkoosde hobby voor gegoede vrouwen. Een laatste vorm liederenhandschriften zijn gekalligrafeerde liedboeken die als geschenk werden aangeboden in een amoureuze context, zoals het liedboek voor Dorothea de Berti.
Zeer populair waren liederen uit de gedrukte bundels Airs de Cour van de Franse luitspeler en muziekmeester Gabriel Bataille (1575-1630). Zij leidden een tweede leven in de amoureuze wereld van vrienden en geliefden in adellijke en gegoede kringen, die op de Franse muziekcultuur waren georiënteerd. In 2018 kon de Erfgoedbibliotheek bijvoorbeeld het ‘Mechels liedboek’ aanwerven dat tal van die air-de-courliederen bevat.
Liefdespuzzel
Terug naar het citaat “Te stante virebo” en de pentekening met de piramide. Die komen uit de Emblemata amatoria van Daniël Heinsius (15801655), een boek met liefdesemblemen dat begin 17de eeuw zeer populair was onder de bourgeoisie. In de tekening zit nog een liefdesembleem verwerkt dat Otto Vaenius (1556-1629) als motto gebruikte
voor zijn Amorum emblemata (Antwerpen, 1608). Op de lindebomen links van de piramide zijn onder Dorothea’s initialen (“D.B.”) de woorden “Crescent illæ, crescetis amores” gekerfd. Vertaald wil dit zeggen: “Zij zullen groeien, ook jij, mijn liefde, zult groeien”. De woorden werden ondertekend met een initiaal “B.” en het jaartal 1621. Deze versregel komt van de Romeinse dichter Vergilius (70-19 v.Chr.). Het motief van het kerven in een boomschors bij verliefdheid, was (en is nog steeds) enorm populair. We vinden het ook terug in de werken van Jacob Cats (1577-1660). Staat die B. voor Brouchoven, de familienaam van haar latere echtgenoot Christiaan van Brouchoven (1598-1663)?
Aan het begin van het album staat een gedicht bij het blazoen van Dorothea de Berti met een bijpassende ruitvormige afbeelding in blauwe, rode en goudverf. Hieruit is af te leiden dat de schenker haar het album heeft aangeboden om zijn liefde te betuigen bij hun verloving. Van de ruit is enkel de rechterhelft ingevuld met haar familiewapen. In het gedicht symboliseren de heraldische elementen haar nobele karakter: kracht, geduld, standvastigheid en schittering. Volgens de anonieme aanbieder ligt het toppunt van perfectie in het vullen van de ruit met zijn wapen en hun aanstaande verbintenis.
Lees verder op p.
De aanbidder wordt hier weliswaar niet met naam en toenaam vermeld, maar de eerstvolgende bijdrage in het album stelt een lauwerkrans voor, met in het midden een monogram met de letters van de namen van de verloofden in elkaar verstrengeld: DOROTHEA BERTI en CHRISTIAN BROVCHOVEN. Tot slot is er op het dekblad helemaal achteraan een nota van Dorothea’s schoondochter te vinden. Daarin staat dat ze het liedboek op 8 november 1660 van haar schoonmoeder heeft gekregen. Vermoedelijk ging het hier om Lambertine Garnier (†1684), de eerste vrouw van hun tweede zoon, Edward (1633-1705).
Schoonschrift
Schoonschrijven was zeer in de mode rond 1600. Er waren tal van voorbeeldboeken in druk voorhanden, zoals die van beroemde meesters in de kalligrafie Clemens Perret (1551-1591), Cornelius Boissens (ca. 1567-1635) en Maria Strick (1577-na 1631). Of Christiaan van Brouchoven zelf actief was als kalligraaf is niet bekend. De zwierige figuren die in een enkele pennenstreek zijn neergezet, zijn allemaal in dezelfde stijl en lijken van dezelfde hand. De liederen zijn in verschillende schrijfletters gekalligrafeerd, maar er is nader onderzoek nodig om te bepalen of ze van een en dezelfde hand zijn. Het album bevat veel blanco folio’s tussendoor en achteraan, wat er op wijst dat het de bedoeling was om liedjes gaandeweg toe te voegen. De slotbijdrage is een acrostichon (naamdicht, of dichtvorm waarbij de beginletters van versregels, strofen of boeken doorgaans een persoonsnaam vormen) op Dorothea de Berti.
Invloedrijke Antwerpse families
Christiaan was de eerste zoon van Rogier van Brouchoven (1577-1656) en Jeanne van Hoorenbeke en was schepen en burgemeester van Antwerpen. De familie van Brouchoven kwam oorspronkelijk uit ’s-Hertogenbosch, maar was in de 16de eeuw naar Antwerpen verhuisd. Dorothea was de oudste dochter
van Théodore de Berti en Agnes de Boisschot. Théodore de Berti was secretaris bij de Geheime Raad in Brussel, het hoogste bestuursorgaan in de Habsburgse Nederlanden. Dorothea’s broer Edward (†1676) erfde dat ambt van zijn vader. De van oorsprong Florentijnse familie de Berti was in de adelstand verheven door keizer Karel V op 26 september 1547.
Zij droegen sindsdien een gouden blazoen met een griffioen. Christiaan en Dorothea kregen twee zonen, François Paulin (1630-?) en Edward, die net als hun vader ook schepenen en burgemeesters van Antwerpen werden.
Het echtpaar woonde in de eerste jaren van hun huwelijk op de Meirplaats (Wapper) in de buurt van het klooster van de karmelieten- of Onze-Lieve-Vrouwebroeders. Daarna verhuisden
Christiaan en Dorothea naar het huis Sint-Jan aan het begin van de Keizerstraat. In 1639 kochten zij van de weduwe Jeanne Goubeau het huis de Fonteyne (tegenover de huizen van Nicolaas Rockox en Frans Snijders) in de Keizerstraat, op de hoek met de Ambtmanstraat.
Christiaan en Dorothea liggen begraven in de Sint-Pieterskerk in Rumst, waar hun grafzerk nog steeds in de kerk is te vinden. De familie van Brouchoven had begin 17de eeuw enkele landgoederen in de omgeving van Rumst verkregen en Rogier van Brouchoven was er van 1625 tot 1638 baljuw en belastingontvanger.
Grote weldoeners
Christiaan, Dorothea en hun familie waren grote weldoeners in Antwerpen. Dat waren ze in het bijzonder voor de Sint-Jacobskerk, hun parochiekerk, en het klooster van de witzusters in de Kammenstraat, waar in 1668 een zware brand had gewoed. Ze schonken in 1662 een groot glasraam voor de Onze-Lieve-Vrouwekapel aan de noordzijde van de Sint-Jacobskerk. Dorothea en haar broer Edward lieten een monument oprichten door de Antwerpse beeldhouwer Artus Quellinus de Oudere (1609-1668). Het kwam er ter verfraaiing van de Venerabelkapel aan de zuidzijde van de Sint-Jacobskerk, bij de toegang tot het trouwkoor. Het monument herdenkt hun overgrootmoeder Nicola Alberti (1504-1557), weduwe van Michiel de
Berti en dochter van Bernard Alberti-Certaldo en Lucrecia Guicciardini.
Wat vrijgevigheid betreft spande hun zoon, schepen François Paulin van Brouchoven, de kroon. Hij bestelde bij Jan de Loose tal van glasramen met zijn familiewapens: in 1671 vijf voor het lokaal van de Sint-Michielsgilde vlakbij de Sint-Jorispoort, een voor de Sint-Annakapel in de Keizerstraat, en in 1672 een glasraam voor de Sint-Salvatorabdij. De ironie van de geschiedenis wil dat geen van die glasramen is bewaard, net vanwege die familiewapens. Zij zijn vernietigd tijdens de antiaristocratische beeldenstorm in de Franse tijd, terwijl andere glasramen waarop de schenkers waren afgebeeld behouden bleven. Overigens liet François Paulin ook een zerk in blauwe steen plaatsen in de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen ter gedachtenis aan zijn ouders. Gezien hun connectie met Rumst gaf hij vanzelfsprekend veel donaties aan de Sint-Pieterskerk aldaar. Het ging onder meer om zilveren liturgisch vaatwerk en kerkelijke gewaden, en geldsommen voor de bouw van de pastorij.
PRAKTISCH
Het liedboek voor Dorothea de Berti (EHC cat. nr. 880433) is een prachtige aanvulling op de omvangrijke collectie (gedrukte) liedboeken en liedbladen van de Erfgoedbibliotheek en wacht op verder onderzoek. Het is digitaal beschikbaar via dams.antwerpen.be – zoekterm ‘Dorothea de Berti’.
“ Zeer populair waren liederen uit de gedrukte bundels Airs de Cour van de Franse luitspeler en muziekmeester Gabriel Bataille (15751630). Zij leidden een tweede leven in de amoureuze wereld van vrienden en geliefden in adellijke en gegoede kringen, die op de Franse muziekcultuur waren georiënteerd.”
De afgelopen maanden konden we onze collectie verrijken met verschillende bijzondere aanwinsten, waaronder een aantal speciale kunstenaarsboeken en historisch stripmateriaal. We zetten er enkele in de kijker.
In 2021 verwierven we met steun van het Dotatiefonds het werk In Octavo (1990-1991) van Guy Schraenen (1941-2018). Hij was niet alleen een invloedrijke Antwerpse galeriehouder, maar ook een toonaangevende specialist, producent en uitgever van kunstenaarsboeken. Onlangs konden we zijn Guestbook (1978) aankopen. Daardoor zijn we nu naast de Yale University Library de enige bibliotheek die dit werk in haar bezit heeft.
Guestbook is net als In Octavo een zeldzaam kunstenaarsboek waar zowel Belgische als internationale kunstenaars uit de neoavant-gardebewegingen aan meewerkten. In de periode tussen 1976 en 1978 vroeg Schraenen aan kunstenaars die zijn atelier bezochten om een handafdruk achter te laten. Het resultaat is een ‘gastenboek’ met daarin 23 originele handafdrukken in verschillende kleuren en vormen, plus een lijst van de betreffende kunstenaars. Daaronder zijn namen als Eduard Bal, Ulises Carrión en Mirtha Dermisache. Guestbook verscheen in een oplage van vijftig exemplaren, waarvan er 23 waren bestemd voor de kunstenaars die meewerkten. De Erfgoedbibliotheek beschikt over het exemplaar van Eduard Bal (1927-1999), een Deurnese kunstenaar die net als Panamarenko veel werkte rond vliegtuigen.
Voor wie meer wil weten over de publicaties van de uitgeverij Guy Schraenen, is er van 9 maart tot 7 mei 2023 de tentoonstelling Guy Schraenen éditeur. Text – sound – image bij het Antwerpse antiquariaat Demian
Stripverzamelaar Eddy Kerssens schonk ons eind 2016 zijn uitgebreide collectie Aegyptica-strips. Het gaat om in totaal meer dan vierduizend exemplaren, goed voor ongeveer 85 lopende meter. Inmiddels is de volledige verzameling verwerkt en raadpleegbaar in onze leeszaal. Deze grote schenking zorgde voor een aantal mooie aanvullingen op onze bestaande stripcollectie, waaronder een aantal vroege jaargangen van bekende Vlaamse striptijdschriften. Dergelijke striptijdschriften werden lang niet gezien als erfgoed dat de moeite waard was om te verzamelen. Door de verzameling-Kerssens konden we deze lacune in onze collectie voor een deel wegwerken.
Zo beschikken we nu over het eerste nummer van het striptijdschrift Robbedoes uit 1938, waarin de gelijknamige stripfiguur voor het eerst werd geïntroduceerd voor een Nederlandstalig publiek. Ook bijzonder zijn de nummers van het stripweekblad Ons Volkske (1932-1988), dat meer dan vijftig jaar verscheen als bijlage bij het weekblad Ons Volk Willy Vandersteen werkte van 1946 tot 1974 aan dit blad mee. In de betreffende nummers duiken zijn meest populaire personages Suske, Wiske en Lambik regelmatig op, naast minder bekende korte strips van zijn hand zoals Het plezante circus
Het gebeurt niet vaak dat we edities van werk van Hugo Claus (1929-2008) op het spoor komen die nog geen deel uitmaken van onze collectie. Toch duikt er af en toe nog een zeldzame uitgave op die ontbreekt, zoals de bibliofiele editie Steeds-Cité (1990) van de Brusselse galeriehouder en uitgever van kunstenaarsboeken
Camille von Scholz. Het boek bestaat uit gedichten van Claus in het Nederlands en het Frans bij tekeningen van beeldend kunstenaar Albert Pepermans (1947). De Franse vertalingen zijn gemaakt door Freddy De Vree.
Claus en Pepermans werkten tussen 1990 en 1995 samen aan verschillende projecten en tentoonstellingen. Steeds-Cité was hun
eerste samenwerking, waarvoor ze zich lieten inspireren door de stad Parijs. Zowel de tekeningen als de gedichten in het boek zijn ontworpen als tweeluiken. Deze dubbele diptieken laten zich pas opengevouwen gezamenlijk bewonderen. Het resultaat is een bijzonder dynamisch boek, dat zich maar moeilijk laat beschrijven. Je kan het eigenlijk enkel ervaren door het te doorbladeren.
Het aangeschafte exemplaar is een van de zes auteursexemplaren die buiten de reguliere oplage van 35 exemplaren werden gedrukt. Het exemplaar is gesigneerd door beide kunstenaars en bevat naast de diptieken nog een originele tekening van Pepermans in kleur.
Een wel heel bijzondere aanwinst is een reeks losse vellen met daarop korte beeldverhalen over een zekere ‘Sicke’, een klein en nogal ondeugend figuurtje dat allerlei streken uithaalt. De combinatie van opeenvolgende tekeningen voorzien van rijmende teksten doet denken aan het werk van Rodolphe Töpffer. Diens beeldverhalen uit de jaren 1830 en 1840 worden beschouwd als voorlopers van de strip. Het zou kunnen dat de Sicke-verhalen uit dezelfde periode stammen. Ook de precieze herkomst van de beeldverhalen is nog onduidelijk. De combinatie van Franstalige en Nederlandstalige teksten doet vermoeden dat ze uit Vlaanderen afkomstig zijn. Verder onderzoek zal ons binnenkort hopelijk meer informatie geven over de achtergrond van dit anonieme Vlaamse beeldverhaal.
Tijdens deze rondleiding wandel je met een expert door de tentoonstelling. Hoe kijkt een kenner naar deze expo? Welke interpretaties maakt hij of zij vanuit zijn of haar vakgebied? Ongetwijfeld stof tot discussie! Wij hebben een divers team experts samengesteld. De focus gaat van geschiedenis van religieuze ordes tot een kunsthistorische blik op de schilderijen, van devotie tot religieuze kunst in de vroegmoderne periode en vrouwengeschiedenis. De experten worden steeds vergezeld door tentoonstellingscurator
Steven Van Impe.
• EERWAARDE ANTON MILH, theoloog en kerkhistoricus met een doctoraat over collaborerende kloosterordes in de Tweede Wereldoorlog, zoomt in op religieuze ordes.
Zaterdag 6 mei om 14 uur
• DR. SARAH JOAN MORAN, doctoraat in kunstgeschiedenis en verbonden aan Universiteit Utrecht, zoomt in op devotie en religieuze kunst in de vroegmoderne periode en vrouwengeschiedenis .
Zondag 14 mei en zaterdag 2 september, telkens om 11 uur
• PROF. DR. HANS GEYBELS, doctoraat in godsgeleerdheid en verbonden aan KU Leuven, zoomt in op (volks)devotie en de contrareformatie.
Zaterdag 3 juni om 11 uur
• PROF. DR. JORIS GELDHOF, professor in de liturgiewetenschappen en de sacramententheologie en verbonden aan KU Leuven, zoomt in op theologie en liturgie.
Zaterdag 24 juni om 11 uur
Tickets via www.consciencebibliotheek.be
Prijs: tentoonstellingsticket Barokke Influencers Nottebohmzaal + 7 euro
Let op: de rondleiding kan niet gereserveerd worden met een combiticket ‘Barokke Influencers’. Voor deze rondleiding koop je bijkomend een ticket ‘Barokke Influencers – expo Nottebohmzaal’.
AANBOD VOOR GROEPEN
Wil je de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience met een groep bezoeken? Boek een rondleiding en één van onze gidsen neemt jullie mee op pad in de bibliotheek en de Nottebohmzaal. De komende maanden kan je kiezen uit maar liefst drie verschillende rondleidingen én een stadswandeling. De groepsrondleidingen ‘Achter de schermen’, ‘Schatten van de Nottebohmzaal’, ‘Barokke Influencers in de Nottebohmzaal’ en de stadswandeling ‘Barokke Influencers langs de drie expo’s’ duren elk anderhalf uur.
Tickets: www.experienceantwerp.be
APRIL
Zo 23.04 | 10-18 uur
Erfgoeddag ‘Beestig!’
Rondleidingen achter de schermen en expo ‘Barokke Influencers in de Nottebohmzaal’ Gratis tickets vooraf reserveren
MEI
ZA 06.05 | 14-15.30 uur
Expertenrondleiding Anton Milh
ZO 14.05 | 11-12.30 uur
Expertenrondleiding Sarah Joan Moran
In het Engels
DI 23.05 | 18-20.30 uur
Samen Lezen Barokke Influencers
Aansluitend expobezoek en tasje soep
Bond zonder Naam i.s.m.
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience
Heb je zin om net als de bezoekers van de Sodaliteit te netwerken, maar dan aan de hand van proza en poëzie van toen en nu? Kom Samen Lezen! Op basis van fragmenten, verhalen en gedichten wisselen we van gedachten rond broederschap, ambitie en macht.
Samen Lezen is een gratis extraatje bij je ticket. Je hoeft je niet voor te bereiden. Een begeleider leest voor en modereert het gesprek.
Een project van Bond zonder Naam en Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience Met steun van UCSIA
• Dinsdagen 23 mei en 29 augustus, telkens van 18 tot 20.30 uur (met soep)
• Dinsdag 13 juni van 11 tot 13.30 uur en vrijdag 8 september van 14 tot 16.30 uur (met koffie)
Tickets via www.consciencebibliotheek.be
Prijs: tentoonstellingsticket Barokke Influencers Nottebohmzaal + gratis ticket Samen Lezen
Let op: de leessessie kan niet gereserveerd worden met een combiticket ‘Barokke Influencers’. Voor deze leessessie koop je bijkomend een ticket ‘Barokke Influencers –expo Nottebohmzaal’.
Ga je graag op stap met een gids, maar heb je geen groep om mee te reserveren? Elke zaterdagvoormiddag kan je individueel deelnemen aan een instaprondleiding achter de schermen van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience.
Zaterdagen 29 april, 6 mei, 13 mei, 20 mei, 27 mei, 3 juni, 10 juni, 2 september, 9 september van 10 tot 11.30 uur
Tickets via www.consciencebibliotheek.be
Prijs: 10 euro
Tweemaal per maand kan je ook de tentoonstelling Barokke Influencers via een instaprondleiding ontdekken.
Zondagen 7 mei, 21 mei, 4 juni, 18 juni, 3 september van 14 tot 15.30 uur
Tickets via www.consciencebibliotheek.be
Prijs: tentoonstellingsticket Barokke Influencers Nottebohmzaal + 7 euro
Let op: de rondleiding kan niet gereserveerd worden met een combiticket ‘Barokke Influencers’. Voor deze rondleiding koop je bijkomend een ticket ‘Barokke Influencers – expo Nottebohmzaal’.
JUNI
ZA 03.06 | 11-12.30 uur
Expertenrondleiding Hans Geybels
DO 08.06, 15.06, 22.06 & 29.06 | 13.30-16 uur
Cursus ‘Schrijf Geschiedenis’ door Diane De Keyzer
i.s.m. Creatief Schrijven
DI 13.06 | 11-13.30 uur
Samen Lezen Barokke Influencers
Aansluitend expobezoek en tasje koffie Bond zonder Naam i.s.m.
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience
ZA 24.06 | 11-12.30 uur
Expertenrondleiding Joris Geldhof
AUGUSTUS
ZA 05.08 | 19-1 uur
Museumnacht
Expo Barokke Influencers in de Nottebohmzaal en optreden Het Mengelmoes, Onschaemte Stoutheijt & Wulpsche Bottigheên door Gene Bervoets en Brassery op het Conscienceplein
DI 29.08 | 18-20.30 uur
Samen Lezen Barokke Influencers
Aansluitend expobezoek en tasje soep Bond zonder Naam i.s.m. Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience
SEPTEMBER
ZA 02.09 | 11-12.30 uur
Expertenrondleiding Sarah Joan Moran
In het Engels
VR 08.09 | 14-16.30 uur
Samen Lezen Barokke Influencers
Aansluitend expobezoek en tasje koffie
Bond zonder Naam i.s.m.
Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience
ZO 10.09 | 10-18 uur
Open Monumentendag
Laatste dag expo Barokke Influencers in de Nottebohmzaal