Nottebohmkrant voorjaar 2024

Page 1

Voorjaar 2024

Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience

Hendrik Conscienceplein 4 2000 Antwerpen www.consciencebibliotheek.be

Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience De bibliotheek voor Nederlandse taal, cultuur en geschiedenis van Vlaanderen

MEE OP ONDERZOEK

De Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience is een bibliotheek voor alle soorten onderzoekers.

Maak in deze krant kennis met muziektheatermakers Sascha Bornkamp en Leonore Spee. Zij vonden in onze collectie inspiratie voor Het Nieuw Antwerps Liedboek. Journalist Tom Dieusaert deed in zijn boek Rond de kaap onderzoek naar de Antwerpse kooplui die na 1585 de stad de rug toekeerden. Wendy Wauters vertelt over haar boek

ONDERZOEK / LEZING

De geuren van de kathedraal dat het schopte tot een bestseller in de categorie historische nonfictie. Marlou de Bont doorzocht de persoonlijke bibliotheek van Felix Timmermans en toont de mogelijkheden voor verder onderzoek.

Minstens even belangrijk: iedereen is welkom in de Erfgoedbibliotheek om zijn of haar onderzoek vorm te geven. We helpen je met veel plezier op weg!

“Mijn aanpak als journalist is complementair met die van een historicus”

Na de Val van Antwerpen in 1585 vluchtten tal van kapitaalkrachtige Antwerpse kooplui naar Amsterdam. Ze legden daar de fundamenten van wat later de Gouden Eeuw van de Noordelijke Nederlanden zou worden. Toch is in Vlaanderen weinig geweten over deze ‘Antwerpenaren van de Republiek’. Journalist en reisgids Tom Dieusaert volgde het spoor van één van hen: Isaac Le Maire.

In Chili en Argentinië loodste Dieusaert tientallen groepen toeristen door het maanlandschap van de Patagonische steppe. Daar, op het einde van de wereld, viel het hem op hoe ‘Nederlands’ de regio op oude kaarten klinkt: Kaap Hoorn, de Windhondbaai, het Ewoudtseiland… De meeste ontdekkingsreizigers die de streek in kaart hebben gebracht, staan dan ook geboekstaafd als ‘Nederlanders’. Dat velen onder hen afkomstig zijn uit zijn thuisstad Antwerpen, triggerde

Dieusaert om er een boek over te schrijven: “Ik wou een verhaal schrijven over de Antwerpenaren die in 1585 naar de Republiek waren uitgeweken. Dat verhaal is in Nederland weinig bekend, maar is ook bij ons vergeten. Vandaag kent bijna niemand Dirk Van Os. Het is in het Amsterdams huis van deze geboren Antwerpenaar dat de eerste naamloze vennootschap uit de geschiedenis is gesticht. Op die plek is dus het kapitalisme begonnen!”

In jouw boek Rond de Kaap staat het levensverhaal van een andere Antwerpenaar, Isaac Le Maire, centraal. Dieusaert: “Het verhaal van Isaac Le Maire fascineerde mij het meest. Hij staat symbool voor een hele generatie Antwerpse kooplui. In een periode waarin de handel met de Oostzee en de Middellandse Zee in handen was van de Italianen en van kooplui in de Hanzesteden of Engeland, bouwde hij vanuit

Antwerpen een eigen imperium uit. Later raakte hij in onmin met de Verenigde Oost­Indische Compagnie. Geen probleem: hij startte zijn eigen compagnie en handelde met Rusland en Australië. Le Maire was een calvinist en handelde erg obsessief. Hij probeerde altijd het onderste uit de kan te halen. Dat zijn zoon Jacob in een zoektocht naar nieuwe handelsgebieden Kaap Hoorn ontdekte, was de kers op de taart. Daar kon ik een heel boek aan ophangen.”

Het verhaal van Le Maire en dat van jouw historische zoektocht lopen in het boek door elkaar. Hoe komt dat? Dieusaert: “Aanvankelijk wilde ik geromantiseerde fictie schrijven waarin emoties en discussies opnieuw tot leven komen. Mijn uitgever, zelf een historicus, drukte mij op het hart: houd het bij de non­ fictie en dat was een goede beslissing. Verder was het mij nog niet zo duidelijk hoe ik het boek moest schrijven. Ik was wel gefascineerd door al het materiaal dat ik over die periode las. In de inleiding probeerde ik uit te leggen aan de lezer hoe ik in Patagonië op het onderwerp was gestoten. Die vorm van schrijven met afwisseling tussen heden en verleden heb ik dan maar voor de rest van het boek volgehouden. Het is geen echte geschiedschrijving, ik zou het eerder historische onderzoeksjournalistiek

noemen. Ik ga op zoek naar sporen en informatie en probeer die te kaderen. Ik denk dat dit journalistiek werk complementair kan zijn met het pure wetenschappelijke werk van een historicus. Zo wordt ook een ingewikkeld onderwerp toegankelijker voor het grote publiek.”

Hoe belangrijk was de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience voor jouw onderzoek?

Dieusaert: “Voor een reeks in de Gazet van Antwerpen over Isaac Le Maire en Sebalt De Weert (de ontdekker van de Falklandeilanden) vond ik veel informatie in de Nederlandse databank Delpher. Het is niet altijd even gebruiksvriendelijk om gedigitaliseerde boeken te lezen. Daarom reisde ik meerdere keren naar het Maritiem Museum in Rotterdam om er de originele werken te raadplegen. Tot ik ontdekte dat die boeken, waarvoor ik speciaal naar Rotterdam ging, ook in de Erfgoedbibliotheek liggen. Dat was een ongelooflijke luxe: Ik vond alles wat ik nodig had, het was een ware schatkamer voor mij.”

Op 26 mei om 11u geeft Tom Dieusaert een Nottebohmlezing over zijn boek Rond de Kaap Tickets op www.consciencebibliotheek.be

DE KATHEDRAAL WAS EEN GEMEENSCHAPSHUIS 4 EN EEN GEHEUGENPALEIS
JOUW ONDERZOEK IN DE ERFGOEDBIBLIOTHEEK 5 Duik met ons in het verleden DIT SCHOON BOEKSKE IS VAN MIJ 6 Felix Timmermans als
vader
echtgenoot
Hoe was het om te vertoeven in de 16de­ eeuwse kathedraal?
lezer, vriend,
en
© Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, foto: Victoriano Moreno
“ We onderzochten de vraag hoe Nederlandstalige volksmuziek terug een betekenis kan krijgen in de 21ste-eeuwse stad”
“HET ANTWERPS LIEDBOEK IS VAN IEDEREEN”

Wat Antwerpenaren voelden en dachten in de 16de eeuw, blijkt uit Het Antwerps Liedboek. Liefde, seks, spiritualiteit, klasse, genderverhoudingen en politiek passeren de revue in de 221 liedekens. Leonore Spee en Sascha Bornkamp van Teletext maken nu een Nieuw Antwerps Liedboek. Hedendaagse kunstenaars, maar ook kinderen, studenten, of moeders en dochters gaan daarin met het muzikale erfgoed aan de slag.

Antwerpen, 1544. Drukker Jan Roulans publiceert Het Antwerps Liedboek. Hij bundelt bestaande meezingers en “meer dan veertichderhande nyeuwe liedekens” in een boekje op zakformaat dat gemaakt is om te gebruiken. De liederen worden mogelijk gezongen door genootschappen als de rederijkers, in herbergen of gewoon thuis. Muzieknotatie is niet nodig, de melodieën worden verondersteld gekend te zijn. “Die liederen gaan over van alles”, vertelt Sascha Bornkamp. “Heel vaak over liefde, over liefdesverdriet en alle bijhorende gevoelens. Er zijn liederen over de seizoenen, over rouw, over drinkebroers, over gekken die te dicht bij de bonenstruik komen, daarmee misschien refererend aan hallucinerende middelen. Vaak gaat het over seks. Er passeren mensen die arm zijn en niet op hun geld kunnen passen. Historische liederen schetsen gebeurtenissen die tot de verbeelding van de bevolking spreken en doen dat met een bepaalde visie van de feiten.”

Het Antwerps Liedboek, dat op korte tijd vier herdrukken kende, belandde al in juni 1546 op de index van verboden boeken. Vandaag bestaat er

nog maar één exemplaar van de derde druk, het bevindt zich in de Herzog August Bibliothek in het Duitse Wolfenbüttel. In 2004 verscheen er een academische uitgave met woordverklaringen en waar mogelijk ook muzieknotatie. En nu komt er dus een Nieuw Antwerps Liedboek. Vertrekkend van de oorspronkelijke liederen creëren de makers veertig nieuwe nummers en teksten. Sommige staan heel dicht bij het origineel, andere zijn haast onherkenbaar. Maar altijd verhouden ze zich op een of andere manier tot een van de 16de­ eeuwse liedekens De werken van Teletext worden gebundeld in een handgeschreven boek dat als deel van een installatie zal rondreizen, onder meer via het MAS, de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience en Museum Vleeshuis. Ook de opgenomen muzieknummers en teksten zullen beschikbaar zijn.

HEDENDAAGS EN OPEN

“We maken dit Nieuw Antwerps Liedboek samen met heel wat stadsbewoners, kunstenaars en partnerorganisaties”, zegt Sascha Bornkamp. “Denk aan muzikanten en schrijvers als Joke van Leeuwen, Jeroen

Olyslaegers, Slongs of Alara Adilow. Verder werken kinderen, jongeren en studenten mee. Een scoutsgroep of de inwoners van een woonzorgcentrum herwerken ook een lied uit Het Antwerps Liedboek We hopen dat Het Nieuw Antwerps Liedboek hedendaags is in de zin dat je voelt dat het open is. We vertrekken vanuit bestaand materiaal dat we bestuderen en waaruit we inspiratie halen, maar vinden het belangrijk dat de auteurs er hun eigen ding mee kunnen doen. Die vrijheid levert interessante resultaten op.”

Een greep uit de inhoudstafel van Het Nieuw Antwerps Liedboek is waarschijnlijk de beste illustratie van de vele richtingen die de makers uitgaan. Sascha Bornkamp noemt er enkele: “Cursisten NT2 (Nederlands als tweede taal) vertalen een lied naar hun moedertaal, met de nodige artistieke vrijheid. Joke van Leeuwen behoudt de structuur van een heel verhalend lied over een koppel dat samen wil zijn en daarom een list verzint. In haar hedendaagse versie struikelt de moeder over glijmiddel op de trap en is het koppel door de liefde geïnfluenced Performancekunstenares en doctor in de filosofie

EXPO
© Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, foto: Victoriano Moreno Leonore Spee (l) en Sascha Bornkamp (r) in de Nottebohmzaal van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience.

Dolly Bing Bing herwerkt een nummer waarin het uiterlijke ideaalbeeld van de vrouw wordt geschetst. Ze vertaalt dat in een vrij onherkenbaar Engelstalig nummer. Dat is echt een schijf geworden, het nummer klinkt heel hedendaags. Daarin voel je echt dat ze het origineel heeft losgelaten. Dat geldt ook voor het lied dat enkele studenten samen met puberdochters en hun moeders maken. Het origineel gaat over een meisje dat erop uit wil om haar geluk in de liefde te testen. De studenten grijpen dit lied aan om het met moeders en dochters te hebben over uitgaan, grenzen aangeven en consent (wederzijdse instemming). In hun herwerking hoor je het origineel niet meer, maar je voelt wel dat ze met de thematiek aan de slag gingen, net als alle andere deelnemers.”

“De kruisbestuiving tussen de erfgoedinvalshoek en de artistieke benadering maakt dit voor mij interessant en waardevol. Het is misschien een kleffe uitspraak, maar met dit project willen we aantonen dat Het Antwerps Liedboek van iedereen is en dat elke Antwerpenaar vrij is zich dit materiaal toe te eigenen. Dat wil niet zeggen dat het vrijblij­

“ We hopen dat Het Nieuw Antwerps Liedboek hedendaags is in de zin dat je voelt dat het open is. We vertrekken vanuit bestaand materiaal dat we bestuderen en waaruit we inspiratie halen, maar vinden het belangrijk dat de auteurs er hun eigen ding mee kunnen doen.”

Sascha Bornkamp

vend mag worden. We willen dat het proces van herwerking integer is, dat wij een context kunnen geven en werkmethodes kunnen aanreiken. Er is altijd een vorm van contact met het origineel. De interessantste momenten in het maakproces zijn de gesprekken over hoe je je verhoudt tot dat materiaal. Met enkele artiesten werkten we intensief samen, schreven we mee aan het nummer, zongen en speelden het mee. Van anderen hoorden we het nummer pas voor het eerst bij de opname in Trix. En met de niet­ professionele kunstbeoefenaars en enkele jonge makers liepen we een echt traject. Dat was erg intensief. Eigenlijk zijn Leonore en ik een soort allesdoeners, van de zakelijke over de communicatieve tot de artistieke kant van Het Nieuw Antwerps Liedboek.”

WAT OP HET PAD KOMT

Het Nieuw Antwerps Liedboek is niet het eerste project van Teletext rond volksmuziek. “Vandaag zijn wij muzikanten, songwriters en theatermakers, maar aan het conservatorium begonnen we als een band. Uit ons eerste muziekvoorstelling – volledig

gebaseerd op bestaande WhatsApp­ gesprekken –groeide het idee dat je niet zelf de geweldige ideeen hoeft te hebben. (lacht) Ik geloof niet echt in de geniale kunstenaar die uit zijn eigen pijn moet putten om iets te kunnen maken. Ik vind het heel bevrijdend om te plukken uit wat we tegenkomen, te gebruiken wat op ons pad komt. Dat gebeurt ook in onze volksmuziekprojecten.”

“Destijds deden we een onderzoek dat startte bij vragen over ons eigen referentiekader als Nederlandstalige makers. De vele referenties in onze rugzak wilden we onder de loep nemen. In de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience vonden we een collectie oude liedboekjes die Axl Peleman samenstelde. Dagenlang zaten we daarin te lezen. Ik vond die vaak heel nette, handgeschreven boekjes prachtig. Mensen noteerden er liedjes in, vaak staan er ook data of eigennamen in. Dat is echt levend materiaal dat me ook voor Het Nieuw Antwerps Liedboek inspireerde. We honoreren het gevoel van handgeschreven teksten en het overleveren in het feit dat de auteurs in ons boek hun tekst ook allemaal met de hand schrijven.”

“Bij dat onderzoek naar ons referentiekader stuitten we toevallig op een eerdere uitgave van Het Antwerps Liedboek , met maar 87 liederen. Toen sloeg een vonk over. We begonnen te jammen op die oude teksten. Die zijn zeer archaïsch, soms bijna niet te begrijpen. Maar ze zijn ook heel poëtisch, vaak op rijm en in een strak metrum. Eigenlijk zijn het al songteksten. Wij maken elektronische muziek die heel ver staat van de volksmuziektraditie. Maar die combinatie werkt heel goed. We onderzochten de vraag hoe Nederlandstalige volksmuziek terug een betekenis kan krijgen in de 21ste­ eeuwse stad. Die vraag spitsten we onder meer toe op Het Antwerps Liedboek. En daaruit volgde de vraag hoe een Antwerps Liedboek er zou uitzien als wij het als 21ste­ eeuwse burgers zouden uitgeven. En zo werd Het Nieuw Antwerps Liedboek geboren.”

NIEUW ANTWERPS LIEDBOEK

Installatie in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, de hele maand augustus

• Museumnacht op zaterdag 3 augustus met auteurs en muzikanten die werk live brengen op het Hendrik Conscienceplein

Meer info en enkele nummers

uit Het Nieuw Antwerps Liedboek vind je op https://teletextvzw.com

Muziektheatercollectief Les Âmes Perdues neemt in Trix de hedendaagse herwerking op van een bijna vijfhonderd jaar oude liedtekst uit HetAntwerpsLiedboek

3
© Mariana Sá
“De kathedraal was een gemeenschapshuis en een geheugenpaleis”

Hoe was het om te vertoeven in de 16de-eeuwse kathedraal? Wat kon je er zien, horen en ruiken? Kunsthistorica Wendy Wauters onderzocht het voor haar doctoraat en haar boek De geuren van de kathedraal. Voor haar onderzoek raadpleegde ze onder meer de collectie van Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience. Tijdens haar Nottebohmlezing op 14 april voert ze de aanwezigen 500 jaar terug in de tijd.

Kerken ervaren we als stille en gewijde ruimtes, maar dat is niet altijd zo geweest. Hoe ging het er in de 16de eeuw aan toe in de kathedraal?

Wendy Wauters: “De Onze­Lieve­Vrouwekerk (vanaf 1559 de ‘kathedraal’ van Antwerpen) had destijds heel verschillende functies, naast de religieuze. Het was een plek waar mensen elkaar tegenkwamen, bijvoorbeeld als ze het transept (de dwarsbeuk) gebruikten als doorgang. Kerken waren in die tijd ook schuilplaatsen voor misdadigers die kerkasiel verkregen, al verminderde die gewoonte al in de 15de eeuw. Voor mij zijn de twee mooiste functies van de kathedraal die als gemeenschapshuis en als geheugenpaleis van de stad.”

“Misschien was niet iedereen welkom in dat gemeenschapshuis, want bedelaars werden verjaagd. Maar elke stedeling kon wel met giften de ruimte mee vormgeven. De kathedraal telde tientallen zijaltaren, er werden constant missen gehouden. Had je voldoende financiële slagkracht, dan kon je zelf een mis stichten of een altaar aankleden. Dat gebeurde door individuen, gilden en broederschappen. Al die missen inplannen, dat was een hele puzzel die werd gelegd door het overkoepelende college van kanunniken, het kapittel. Je kon zelf kiezen hoe weelderig je een altaar aankleedde. Een van de rijkste verenigingen was die van de meerseniers, de kleinhandelaars. Die liet majolica vloertegels (geglazuurd en beschilderd aardewerk) plaatsen in felle kleuren. Je kon ook gewelfschilderingen laten aanbrengen of een kast voor de misgewaden plaatsen. Heel veel stedelingen deden schenkingen, bijvoorbeeld van hun bedsprei als altaargordijn of hun trouwring om aan een beeld te hangen.”

“Iedereen mocht in de kathedraal aanwezig zijn, een grafmonument hebben of met een schenking het interieur mee bepalen. Daarom wandelde je er door de collectieve en persoonlijke geschiedenis van de stad. Grafmonumenten konden bijvoorbeeld in rechtszaken worden gebruikt om afstamming te controleren. Op het einde van de 17de eeuw witte men de muren van de kathedraal naar de toenmalige mode. Het moest allemaal een stuk soberder. Dat zorgde voor veel boosheid. Tegenstanders vonden dat de geschiedenis werd uitgewist door allerlei zaken te overschilderen.”

Er werd ook handel gedreven in de kathedraal. Verkocht men enkel religieuze koopwaar?

Wauters: “In principe wel. Maar archeologen vonden niet enkel restanten van ivoren paternosters, maar ook van ivoren dobbelstenen en andere zaken. De ivoormaker die paternosters sneed in de kathedraal, sneed dus waarschijnlijk in het geniep ook dobbelstenen. Verder werden er kaarsen verkocht. Het wijnvrouwtje verkocht wijn als miswijn en brood voor hosties. Maar vooral buiten op het toenmalige kerkhof was er best wat activiteit. Al was niet alles toegelaten, denk maar aan tanden trekken of linnen bleken. Balspelen deden van tijd tot tijd glasramen sneuvelen. Tot men het nodige geld had om die dure glasramen te vervangen werden de gaten gestopt. In 1533 sloeg ’s nachts de vlam van een kaars over naar het riet waarmee een raam was gestopt. De gensters zetten een altaargordijn in brand, de vuurzee die vervolgens ontstond, verwoestte de halve kathedraal.”

Verschillende missen, verkopers, mensen die de kathedraal als doorgang gebruikten: er was dus veel geluid en beweging?

Wauters: “En geur! In de kathedraal werden mensen begraven. De graven werden niet altijd goed toegedekt, waardoor er een lijklucht hing. Dat was zeker zo als er heel veel doden waren tijdens een epidemie of onlusten. Sommige kroniekschrijvers schrijven dat de parochianen er zelfs voor terugdeinsden om naar de kathedraal te gaan omwille van de alomtegenwoordige lijklucht. De ramen konden ook niet open, het was er dus notoir slecht verlucht. Daarom gebruikte men wierook, dat men ook brandde ter ere van het Heilige Sacrament, als teken van prestige en om bezoekers een warm welkom te heten. En men gebruikte wierook om gezondheidsredenen. In die tijd heerste de miasmatheorie. Daarin ging men ervan uit dat ziekten als de pest werden verspreid door miasmata, rottende luchtpartikels. In huishoudboekjes uit de collectie van Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience staan allerlei kruidenrecepten. Naargelang je financiële slagkracht kon je die samenstellen om je te beschermen tegen de ziekmakende lucht. Daarom ook werden de klokken van de kathedraal geluid tijdens de pest. De geluidsgolven zorgden voor bewegende luchtstromen.”

Welke betekenis had de kathedraal in tijdens de Reformatie?

Wauters: “Er heersten heel uiteenlopende opvattingen over hoe je met zo’n ruimte moest omgaan. De ene persoon stoorde zich heel erg aan de giften waarmee de altaren werden versierd. En de andere zag er de schoonheid van in. De hervormingsgezinden wilden de roomse kerk veranderen. Ze creeerden een clichébeeld van een totale veruitwendiging en een ritualisering. Ten onrechte bleef het beeld dat zij van de roomse kerk hadden geschetst na die periode nog lang bestaan. Maar lees je de bronnen en probeer je de mensen van toen weer aan het woord te laten, dan zie je dat die rijkgeschakeerde aankleding allerlei redenen had. Deels speelde ijdelheid, maar ook angst of de zoektocht naar troost. En men wilde ergens thuishoren, men was op zoek naar een gemeenschapsgevoel. Hoe mensen in dat gebouw deelnamen aan het geloof had juist een veelzijdigere invulling dan in de reformatorische voorstelling.”

Hoe reconstrueerde je het leven in de kathedraal in die periode?

Wauters: “Er bleek verrassend weinig onderzoek te bestaan naar hoe het eraan toeging in de kerken van de 15de en 16de eeuw. Over het reilen en zeilen in Antwerpen bestaat wel een veelheid aan geschreven bronnen. Door te kiezen voor een nog bestaand gebouw kon ik de bronnen toetsen aan mijn eigen waarnemingen. Zo kwam ik bij de kathedraal terecht. Ik puzzelde een gigantische hoeveelheid speldenprikken bij elkaar tot een verhaal.”

“Ik gebruikte een mix van vier soorten bronnen. Rekeningen en contracten bevatten concrete informatie over aankopen. Een tweede groep bronnen bestaat uit kronieken en egodocumenten zoals briefwisselingen. Ze geven een zicht op de beleving via kleine anekdotes. Dan zijn er de huishoudboekjes. En ten slotte zijn er de iconografische bronnen zoals miniaturen, latere interieurschilderijen of een grondplan. Zij tonen soms realistische details.”

“ Iedereen mocht in de kathedraal aanwezig zijn, een grafmonument hebben of met een schenking het interieur mee bepalen. Daarom wandelde je er door de collectieve en persoonlijke geschiedenis van de stad.”
Wendy Wauters

In de collectie van Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience vond je Der Scaepherders Kalengier, een zogenaamde schaapsherderskalender. Wat leerde je daaruit?

Wauters: “Je las er bijvoorbeeld op welke dagen je kon baden of aderlaten. Het was een gids om in een bepaald jaar zo goed mogelijk je leven te leiden. Men noemde het een schaapsherderskalender vanuit het idee dat herders als natuurmensen alle wijsheid in pacht hadden, maar het was echt voor stadsmensen bedoeld. Ze gaven een kader voor wat er allemaal in de kathedraal gebeurde. De raadgevingen in zo’n schaapsherderskalender komen nu misschien vreemd over, maar ze werden ondersteund door de toenmalige geneeskunst.”

Daarnaast raadpleegde je in de collectie ook een 300 jaar oud handschrift van kanunnik Petrus Henricus Goos. Welke informatie haalde je daaruit?

Wauters: “In dat handschrift vinden we het oudste grondplan van de kathedraal, opgetekend door een landmeter. Het dateert weliswaar van het einde van de 17de eeuw, maar het is wel een erg belangrijke informatiebron. Ik gebruikte dat grondplan om de 16de ­ eeuwse kathedraal te reconstrueren. Waar lag een rumoerige plek, zoals een altaar waar men veel zong? Welke route volgden de kapelaans van de sacristie naar een bepaald altaar? Er bestaan geen beelden van het interieur van voor 1566. Daarom was dat grondplan zo welkom voor mijn onderzoek.”

Op 14 april om 11u geeft Wendy Wauters een Nottebohmlezing over haar boek De geuren van de kathedraal

Tickets op www.consciencebibliotheek.be

© Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, foto: Victoriano Moreno
ONDERZOEK / LEZING

Bijzondere aanwinsten

De voorbije maanden konden we onze collectie opnieuw verrijken met een aantal zeldzame nieuwe aanwinsten. We lichten er twee uit. Er is een boek uit 1533 waarin de auteur fulmineert tegen Hendrik VIII. En er is Remco Camperts debuutbundel Ten Lessons with Timothy (1950) die hij uitgaf in eigen beheer.

Remco Campert, Ten Lessons with Timothy (1950)

Via het antiquariaat Artistiek Bureau (Groningen) verwierven we onlangs Remco Camperts zeldzame debuut Ten Lessons with Timothy uit 1950. De destijds 21­ jarige dichter en jazzliefhebber vernoemde zijn eersteling naar de gelijknamige plaat van de jazzpionier Dizzy Gillespie. In de gedichtencyclus schetst Campert een bar winterlandschap, waarin de bevroren daken “spiegels alleen voor de sterren” zijn. Het titelpersonage Timothy wordt aangeraden om liever “naar het teveel aan muziek” te luisteren.

Campert gaf de bundel uit in eigen beheer toen hij net in Parijs woonde. Zijn vriend Rudy Kousbroek

© Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, foto: Victoriano Moreno

Philalethes Hyperboreus, In anticatoptrum suum ... (1533)

In een Londens antiquariaat kochten we een uiterst zeldzaam exemplaar van de eerste editie van een boekje dat fel gekant is tegen het traktaat A Glasse of the Truthe uit 1532. In dat traktaat betoogde de Engelse koning Hendrik VIII (1491­1547) dat zijn eerste huwelijk ongeldig was met de bedoeling om zijn tweede huwelijk met Anna Boleyn (ca. 1501­1536) te rechtvaardigen. De auteur van ons boekje schreef onder het pseudoniem ‘Philalethes Hyperboreus’, ‘de waarheidslievende man uit het Noorden’, een reactie op deze Glasse of the Truthe. Hij weerlegt de argumenten waarmee Hendrik VIII zijn voorgestelde echtscheiding van Catharina van Aragon (1485­1536) rechtvaardigt. Het boekje werd in 1533 in Antwerpen gedrukt bij Michiel Hillen van Hoochstraten. Ons exemplaar bevat bijzondere herkomstmerken van twee bekende boekenverzamelaars: een ex­ libris van de Antwerpse drukker Jean­Baptiste Verdussen (1698­1773) en een gouden supralibros met het wapen van de Britse politicus Thomas Grenville (1755­1846).

Het traktaat A Glasse of the Truthe uit 1532 was een belangrijke publicatie in de vroege propagandacampagne van de Engelse koning Hendrik VIII. Met die campagne wilde hij de tenietdoening van zijn eerste huwelijk met Catharina van Aragon verdedigen en zich losweken van het oppergezag van de paus in Rome. Hij was van mening dat het koninklijk huwelijk ongeldig was en voerde aan dat niemand mocht trouwen met de weduwe van zijn broer, wat hij zelf dus had gedaan. In zijn ogen had de paus geen dispensatie (ontheffing) mogen verlenen voor zijn eigen huwelijk op grond van de graad van verwantschap.

Wie achter het pseudoniem Philalethes Hyperboreus schuilt is niet zeker; er bestaan twee plausibele pistes en één minder waarschijnlijke. De meest

drukte 25 exemplaren op een vloeistofduplicator. Die probeerden ze op de Parijse boulevards te verkopen aan Nederlandstalige toeristen. De bundel was lange tijd vrijwel onvindbaar en ook nu zijn er slechts een handvol exemplaren van bekend. Dat beschrijft antiquair Nick ter Wal in het essay over zijn zoektocht naar de overgebleven exemplaren (uitgegeven in 2016 ter begeleiding van de facsimile ­ editie door antiquariaat en uitgeverij Demian).

Net als de andere overgeleverde exemplaren is ook ons exemplaar gesigneerd als ‘nummer één’. Een grapje van Campert, die naar eigen zeggen iedereen een ‘nummer één’ gunde. Interessant is verder dat ons exemplaar vol staat met correcties en aandachtsstreepjes. Die zijn afkomstig van collega­ dichter en poëzieredacteur Ad den Besten (1923­2015), de voormalige eigenaar. Den Besten zou Campert in 1951 begeleiden bij de samenstelling van zijn officiële poëziedebuut Vogels vliegen toch. Ook op Ten Lessons with Timothy had hij een duidelijke visie, zo blijkt uit de sporen die hij in de bundel heeft achtergelaten. Ons exemplaar is daarmee niet alleen een zeldzaam vroeg bewijs van Camperts literaire kunnen als jonge dichter, maar ook van de kritische blik van een van zijn eerste redacteurs.

waarschijnlijke wijst in de richting van de Spaanse geleerde en humanist Juan Luis Vives (14921540). Hij was een goede vriend en raadgever van Catharina van Aragon en de leermeester van prinses Mary I (1516­1558), de dochter van Hendrik VIII en Catharina van Aragon. Prinses Mary I staat ook wel bekend als ‘Bloody Mary’ vanwege haar vervolging van protestanten in een vergeefse poging om het rooms­ katholicisme in Engeland te herstellen na de dood van haar vader.

De tweede piste leidt ons naar de biechtvader van prinses Mary I, de franciscaan William Peyto (ca. 1485­1558). Begin 1532 hekelde Peyto in het openbaar de echtscheiding van koning Hendrik VIII ter verdediging van koningin Catharina en hield hij vol dat Hendrik VIII niet kon huwen met Anne Boleyn. Peyto werd gevangengenomen en enkele maanden later verbannen uit Engeland. Hij week uit naar de Nederlanden en verbleef enkele jaren in Antwerpen.

De derde, minder waarschijnlijke piste suggereert de Duitse humanist Johannes Cochlaeus (1479­1552) een vooraanstaande rooms­ katholieke tegenstander van Maarten Luther. Hij had in 1535 een pamflet tegen koning Hendrik VIII gepubliceerd. Wie de auteur ook is, het boekje brengt ons direct in het midden van de propagandapolitiek rond de huwelijksperikelen van koning Hendrik VIII.

Jouw onderzoek in de
duik

© Collectie Stad Antwerpen, Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience [EHC ]

©

Erfgoedbibliotheek:

met ons in het

verleden

De Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience is een bewaarbibliotheek voor cultureel erfgoed én een onderzoeksbibliotheek. Onze collecties, zowel op papier als digitaal, worden intensief gebruikt door tal van onderzoekers. Onze diensten staan klaar om hen te helpen.

Het profiel van de onderzoekers in de Erfgoedbibliotheek mag je gerust heel breed opvatten: studenten, academisch personeel, wetenschappers, auteurs, journalisten, documentairemakers, amateurhistorici, heemkundigen, erfgoedverslaafden. Elke ‘content maker’ wordt bij ons met open armen ontvangen en ondersteund in de zoektocht naar items in onze collectie. Iemand kan geïnteresseerd zijn in een bron omwille van de inhoud en bijvoorbeeld een boek raadplegen als primaire bron, omwille van literaire betekenis of voor contextuele duiding. Maar evengoed heeft een onderzoeker oog voor de cultuurhistorische waarde van het artefact, zoals de boekband, het gebruikte papier, de typografie en vormgeving, de herkomst of de ontstaansgeschiedenis.

METEEN GEHOLPEN

Het team lezersdiensten van de Erfgoedbibliotheek is het eerste aanspreekpunt voor elke onderzoeker. Je kan bij ons terecht met al je vragen, of het nu in de leeszaal zelf is, via telefoon (03 338 87 10), e­ mail (consciencebibliotheek@antwerpen.be), of tijdens jaarlijkse evenementen zoals Erfgoeddag of Open Monumentendag. We proberen je meteen verder te helpen. Heb je een gespecialiseerde wetenschappelijke onderzoeksvraag? Dan brengen we je zo snel mogelijk in contacten met de juiste collega. Denk maar aan Marlou de Bont, conservator moderne drukken (na 1830), of aan Marie ­ Charlotte Le Bailly of Steven Van Impe, conservatoren oude drukken en handschriften.

We verzamelen uitgebreid op vakgebieden zoals de letterkunde van de Lage Landen, de geschiedenis van deze regio, de geschiedenis van het boek en de boekproductie. Dit materiaal bewaren we niet alleen volgens de laatste nieuwe regels. We bieden het ook actief aan om onderzoekers maximaal te ondersteunen en te inspireren. Maar elke consultatie voegt nieuwe schade toe aan (de vaak zeer kostbare of bibliofiele) boeken, hoe onzichtbaar ook. Daarom overlopen we altijd samen met de onderzoeker hoe de werken het best worden behandeld. De juiste techniek en een grote rust en zorgzaamheid

zijn immers fundamenteel als we samen ons erfgoed fris en fit willen houden.

GEEN WITTE HANDSCHOENEN

Wat kan je verder allemaal verwachten van onze lezersdiensten? Je kan elke dag (behalve zondag) terecht in onze leeszaal. Die leeszaal is zo belangrijk omdat wij geen leenbibliotheek zijn. Geen enkel item uit de collectie verlaat onze gebouwen. We bieden ook een scanservice aan voor levering ‘aan huis’. Dit is gratis als het gaat om snelle ‘werkscans’ die je via mail aanvraagt nadat je kosteloos lid werd van de Erfgoedbibliotheek. Hoogwaardige scans door ons digitaal atelier zijn ook gratis als blijkt dat de digitalisering van een bepaald collectiestuk van ‘algemeen nut’ is voor meerdere onderzoekers.

In de leeszaal hebben we alle mogelijke hulpmiddelen om je het leven makkelijk te maken: boekenkussens, boekengewichtjes, een ‘light sheet’ om op een eenvoudige manier watermerken op handgeschept papier te vinden, twee vaste scanners en één mobiele ‘scantent’. Alles wat je nodig hebt, is je eigen smartphone. Wat we niet aanbieden zijn witte handschoenen. Alleen in Hollywoodfilms worden eeuwenoude boeken zo gemanipuleerd. Handen goed wassen en drogen is genoeg: zo verlies je het gevoel in je vingers niet, waardoor je minder snel pagina’s zult scheuren. Bovendien kunnen handschoenen schimmelsporen en andere ongewenste zaken overdragen van boek op boek.

Samen zorgen we ervoor dat ons papieren erfgoed voor de toekomstige generaties goed bewaard en dus vlot toegankelijk blijft. Daarbij verliezen we laagdrempeligheid, gebruiksgemak en vlotte bediening nooit uit het oog.

INFORMATIEGELETTERDHEID

De Erfgoedbibliotheek deelt met veel plezier haar expertise om de weg te vinden in het grote informatieaanbod, waarvan onze collectie deel uitmaakt. We doen dat vanuit de overtuiging dat onze collectie enerzijds onbetaalbaar is, en dat het anderzijds meer dan ooit onze maatschappelijke plicht is de burger te stimuleren in ‘informatiegeletterdheid’. Daarbij ligt er een steeds grotere focus op studenten uit het secundair onderwijs, hogescholen en universiteiten. Met die toekomstige onderzoekers delen we onze ervaring in slimmer en efficiënt zoeken, via informele uitlegmomenten, workshops, toonmomenten, rondleidingen… Want: jong geleerd is oud gedaan.

5
COLLECTIE ONDERZOEK
Erfgoedbibliotheek
Hendrik Conscience, foto: Tom Cornille
“Dit schoon boekske is van mij!”
Felix Timmermans als lezer, vriend, vader en echtgenoot

Felix Timmermans (1886-1947) was lange tijd een van de meest geliefde en vertaalde auteurs uit ons taalgebied. Onlangs verwierf het Letterenhuis zijn archief, dat voordien werd beheerd door zijn zoon Gommaar Timmermans (1930-2023), beter bekend als striptekenaar GoT, en diens onlangs overleden vrouw Mariëtte Brys (1935-2024). Naast brieven, manuscripten en tekeningen bezat het echtpaar ook talloze boeken uit de bibliotheek van Felix Timmermans. Deze boeken vonden een onderkomen in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, waar ze binnenkort te raadplegen zijn in de leeszaal.

Het gaat om een bijzonder interessante verzameling, bestaande uit vertalingen en speciale edities van Timmermans’ werk die tot nog toe ontbraken in onze collectie en een groot aantal boeken met handgeschreven opdrachten aan Timmermans door bevriende auteurs, vertalers, uitgevers en boekhandelaars uit binnen­ en buitenland. De verzameling bevat ook boeken met eigendomsmerken van Timmermans en opdrachten van hem aan zijn zoon Gommaar of aan zijn vrouw Marieke Janssens (1892­1982). In dit artikel geeft conservator Marlou de Bont alvast een voorproefje van enkele bijzondere vondsten uit deze collectie. Wat kunnen ze ons vertellen over de persoon Timmermans en zijn contacten in binnen­ en buitenland?

Felix Timmermans rond 1918

TIMMERMANS ALS LEZER EN VERZAMELAAR

Hoewel de collectie zeker geen volledig beeld geeft van de bibliotheek van Timmermans, bevat de verzameling wel een aantal boeken die hij heeft aangeduid als zijn eigendom door er zijn naam in te schrijven of stempelen, af en toe vergezeld van een tekening. Soms gaat het om edities of vertalingen van zijn eigen werk, zoals een exemplaar van zijn debuutroman Pallieter uit 1916. Deze mijlpaal markeerde hij door maar liefst tweemaal zijn naam in het boek te stempelen en op het voorblad ook nog met de hand zijn naam te schrijven. Vaker gaat het om boeken van andere auteurs die bijzonder genoeg werden gevonden om te bewaren en te markeren als eigendom. Zo telt de verzameling verschillende titels van Guido Gezelle (1830­1899), een van Timmermans’ favoriete dichters, die hij in zijn jonge jaren veel las.

Uit de boeken met eigendomsverklaringen van Timmermans blijkt ook zijn grote interesse voor mystiek en spiritualiteit. Net als veel van zijn artistieke tijdgenoten zette hij zich als jong auteur af tegen het materialistische en rationalistische wereldbeeld van het naturalisme en koesterde hij een grote fascinatie voor mystieke ervaringen voorbij de waarneembare werkelijkheid. Dat Timmermans als auteur van De harp van Sint Franciscus (1932) verschillende boeken bezat over het leven van Sint Franciscus van Assisi, komt niet als een verrassing. Met zijn exemplaar van de Bloemekens van St. Franciscus (in een vertaling door Anny Lieftinck uit 1908) was hij zo blij dat hij op het titelblad niet enkel zijn naam schreef, maar ook “dit schoone boeksken is van mij!” Eronder tekende hij de Italiaanse mysticus met zijn armen wijd open gespreid.

TIMMERMANS IN VERSCHILLENDE TALEN EN EDITIES

Nadat Timmermans in 1916 was doorgebroken met zijn debuutroman Pallieter, groeide hij tijdens het interbellum al snel uit tot een internationaal gewaardeerd auteur met meerdere Nobelprijsnominaties op zijn naam. Van die grote internationale populariteit getuigen ook de vele vertalingen en speciale edities van zijn werk in deze verzameling. Zo konden we onze collectie titels van Felix Timmermans aanvullen met het auteursexemplaar van een zeldzame bibliofiele editie van zijn beroemde Boerenpsalm, die in 1935 verscheen bij de Amsterdamse uitgeverij Van Kampen. Van deze in perkament gebonden en gesigneerde uitgave bestaan er slechts negen andere exemplaren.

Ook onze collectie Timmermans­ vertalingen is aangegroeid met een aantal interessante exemplaren. Van Boerenpsalm bezitten we nu bijvoorbeeld vertalingen in onder meer het Slowaaks, het Servisch en het Sardijns. De verzameling bevat eveneens literaire tijdschriften, reeksen en bloemlezingen van Nederlandstalige literatuur in verschillende talen (onder meer het Spaans, het Litouws en het Grieks) waarin fragmenten uit Timmermans’ werk zijn opgenomen. Zulke bronnen bieden een interessant perspectief op de receptie van Timmermans in verschillende talen en edities. De Italiaanse uitgeverij De Carlo nam zijn novelle Ik zag Cecilia komen (1938) in 1946 bijvoorbeeld op in het eerste deel van Rapsodia, een reeks met klassiekers uit de wereldliteratuur. Timmermans’ novelle verkeerde er in het gezelschap van verhalen van Alfred Döblin, D.H. Lawrence, John Steinbeck en Selma Lagerlof.

COLLECTIE
© Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, foto: Victoriano Moreno © Collectie Stad Antwerpen, Letterenhuis [tg:lhph:24503]

‘BESTE FEE’:

TIMMERMANS ALS VRIEND EN COLLEGA

Naast bijzondere vertalingen en zeldzame bibliofiele edities van Timmermans’ werk, bevat de verzameling een groot aantal boeken met handgeschreven opdrachten aan Timmermans door bevriende auteurs en vertalers in Vlaanderen en daarbuiten. Deze opdrachtexemplaren geven een inkijk in de artistieke kringen waar Timmermans als auteur deel van uitmaakte. Zo gaf zijn goede vriend Ernest Claes (1885­1968) hem verschillende van zijn boeken met handgeschreven opdrachten als blijk van zijn vriendschap. In 1938 droeg Claes Van den os en den ezel (1937) bijvoorbeeld op “[a]an den goeden mensch, den grooten kunstenaar, den trouwen vriend, Felix Timmermans”.

Vertaler en dichter Camille Melloy (pseudoniem van Camille de Paepe, 1891­1941) schonk maar liefst zes opdrachtexemplaren van zijn werk aan Timmermans. Deze in het Frans schrijvende priester­ dichter uit Melle is vandaag de dag nauwelijks nog bekend, maar was tijdens zijn leven een gevierd dichter die net als Timmermans werd gezien als een vernieuwende stem binnen de katholieke literatuur. Na Melloy’s eerste Timmermans­ vertaling van de Driekoningentriptiek (Tryptique de Noël), die in 1931 verscheen bij Éditions Rex in Leuven, werden ze goede vrienden die elkaar regelmatig schreven en een wederzijdse bewondering hadden voor elkaars werk. Melloy deelde bovendien Timmermans’ interesse voor Franciscus van Assisi. Nadat zijn vertaling van De Harp van Sint-Franciscus (La Harpe de Saint François) in 1935 verscheen bij Bloud et Gay in Parijs, stuurden de auteur en de vertaler een gezamenlijk gesigneerd exemplaar van La Harpe de Saint François als “[h]ommage admirative” naar de Britse auteur G.K. Chesterton (1874­1936), die in 1923 eveneens een boek over de Italiaanse heilige had geschreven. Timmermans bezat de Nederlandse vertaling van dit boek, die hij “tot inspiratie” had gekregen van de vertaler en collega­ auteur Wies Moens (1898­1982). Hij gebruikte deze vertaling ter voorbereiding van zijn roman over Sint Franciscus. Zelf zou Melloy met La paix d’assise (1941) in zijn laatste levensjaar ook een op Franciscus van Assisi geïnspireerd boek schrijven. In het exemplaar dat hij naar Timmermans stuurde, schreef hij op 31 juli 1941 op het voorblad een begeleidende boodschap in de vorm van een gedicht, waarin hij de “Fee” uitnodigt om “met dit boekske mêe” te wandelen “door Assisi’s straten: als twee broêrs in grauwe pij, ­ ’n maag’re met ‘nen dikke –“.

Naast opdrachtexemplaren van goed bevriende auteurs als Ernest Claes en Camille Melloy bevat de verzameling ook boeken met opdrachten van auteurs met wie Timmermans minder snel in verband wordt gebracht. Zo ontving hij aan het begin van de jaren twintig verschillende opdrachtexemplaren van auteurs uit de kringen rond het internationalistische en pacifistische avant­ garde­ tijdschrift Lumière (1919­1923) en de gelijknamige uitgeverij uit Antwerpen. Stichter Roger Avermaete (18931988) schonk zijn La conjuration des chats (1920) “aan Felix Timmermans, uit oprechte genegenheid”. Medeoprichter Bob Claessens (1901­1971), die Pallieter in 1923 in het Frans vertaalde, deed hem niet alleen zijn eigen dichtbundels Vibrance (1920) en Voyage (1921) cadeau, maar gaf ook André Baillons En sabots (1922) aan zijn “très cher ami Felix Timmermans”. Dat de ontvanger de roman van deze Franstalige Antwerpse auteur wel kon waarderen, blijkt uit het feit dat hij op het voorblad in grote letters “Dit boek is van mij!” schreef, met daarbij zijn naam en een tekening van een man met grote klompen (sabots) aan.

DE DUITSE CONNECTIES VAN TIMMERMANS

Opvallend is ook het grote aantal opdrachtexemplaren van Duitse auteurs, uitgevers en boekhandelaars in de verzameling. Ze getuigen van het grote netwerk dat Timmermans in het Duitse taalgebied had opgebouwd en geven een inzicht in de contacten die hij legde tijdens de vele lezingen die hij ­ ook na de machtsovername door de nazi’s in 1933 ­ gaf in Duitsland en omstreken. De Duitse interesse voor het werk van Timmermans begon al vroeg en was vanaf het begin deels politiek gemotiveerd. Een van de vroegste opdrachtexemplaren uit de collectie stamt van Hermann Felix Wirth (1885­1981), die tijdens de Eerste Wereldoorlog persverantwoordelijke was bij het Duitse commando in Gent en later in Brussel. Als onderdeel van de Duitse ‘Flamenpolitik’, die gericht was op het aanwakkeren van anti­Belgische gevoelens onder de Vlaamse bevolking, was zijn opdracht eveneens om contacten te leggen met ‘activistische’ flaminganten die openstonden voor collaboratie met de Duitse bezetter in de hoop pro ­Vlaamse hervormingen te kunnen verwezenlijken. Hij was als zodanig goed bevriend met leden van de activistische groep Jong­Vlaanderen en het blad De Vlaamsche Post (1915 ­1916), waar Timmermans in die tijd voor schreef. Wirth zorgde ervoor dat de briefwisseling tussen de jonge auteur en zijn Nederlandse

uitgever Van Kampen probleemloos verliep tijdens hun onderhandeling over het contract voor Timmermans’ debuutroman Pallieter, die in 1916 in volle oorlogstijd zou verschijnen. Datzelfde jaar zou Wirth Gent verruilen voor Brussel. Wellicht was dat de aanleiding om Timmermans in juli 1916 het boek Geistliches Konzert. Die niederländischen kirchlichen Meister vom Mittelalter bis zum XIX Jahrhundert (1916) cadeau te doen. Wirth droeg het boek op aan “den dichter der Vlaamsche volksziel, als dank voor “Pallieter” en als vriendschappelijk aandenken aan Hermann Felix Wirth”.

Wirth heeft Timmermans waarschijnlijk ook in contact gebracht met zijn latere Duitse uitgever (en vertaler) Anton Kippenberg (1874­1950) van Insel Verlag, een uitgeverij gespecialiseerd in het goedkoop, maar verzorgd uitgeven van wereldliteratuur. Ook Kippenberg was tijdens de Eerste Wereldoorlog gestationeerd in Vlaanderen (in Tielt), waar hij een krant voor het Duitse leger uitgaf. Als uitgever bij Insel hield hij zich in die periode ook bezig met het uitbouwen van een literair fonds met Vlaamse auteurs, dat hij presenteerde als een manier om de Duits­ Vlaamse culturele betrekkingen te bevorderen. Al in 1916 ontving Timmermans van Kippenberg een voorschot voor een Duitse vertaling van Pallieter, die uiteindelijk pas in 1921 zou verschijnen. De ontmoeting vormde het begin van een jarenlange relatie op zowel professioneel als vriendschappelijk vlak. Daarvan getuigen ook de verschillende bibliofiele boeken die Kippenberg hem door de jaren heen toestuurde, vaak naar aanleiding van een feestdag. Zo kreeg Timmermans in 1931 als sinterklaascadeau een editie van Guido Gezelles Kerkhofblommen uit 1876, een dichter die ze beiden erg waardeerden.

TIMMERMANS ALS VADER EN ECHTGENOOT

Tot slot bevat de verzameling ook boeken die Timmermans zelf cadeau heeft gedaan aan zijn vrouw Marieke Janssens en zijn kinderen Lia, Clara, Antonia (Tonet) en Gommaar. In deze boeken zien we hem naar voren komen als vader en echtgenoot. Vaak gaat het om speciale edities van zijn eigen werk waarin hij een persoonlijke opdracht schreef. Soms maakte hij ook een tekening, zoals in verschillende boeken voor zijn zoon Gommaar. Op het titelblad van een bibliofiele editie van Minneke Poes, die in 1943 verscheen als onderdeel van de literaire serie Blauwe Snoeckjes bij de Gentse uitgever Snoeck­Ducaju, tekende hij bijvoorbeeld een poesje. Ook vertalingen waar hij bijzonder trots op was deed Timmermans soms cadeau aan zijn geliefden. Zo droeg Timmermans een exemplaar van de eerste Duitse vertaling van Boerenpsalm op “aan Marieke Janssens, mijn innig­ geliefde vrouw. […] Toen Boerenpsalm in ’t Duitsch binnenkwam op 25 juni 1936”.

De grote populariteit die Felix Timmermans tijdens zijn leven genoot in binnen­ en buitenland weerspiegelt zich in deze boeiende verzameling boeken van, voor en door de beroemde Lierse auteur. De collectie biedt een enorme rijkdom aan materiaal voor iedereen die geïnteresseerd is in de persoon en de boeken van Timmermans en biedt daarnaast verschillende aanknopingspunten voor verder onderzoek naar zijn netwerk en de internationale verspreiding van zijn werk.

7 © Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, foto’s: Victoriano Moreno

Ontdek en beleef

Onze lezingen en activiteiten

LEESCLUB DAS MAG

Op 20 april organiseert Das Mag 10 leesclubs die tegelijkertijd plaatsvinden op verschillende locaties in Antwerpen. Tijdens zo’n leesclub ga je samen met een spraakmakende gespreksleider en 25 lezers in gesprek met elkaar én de schrijver van het boek. In de Erfgoedbibliotheek ontvangt Uschi Cop auteur en columniste Aya Sabi. Na afloop togen we met alle festivalgangers naar Het Bos voor een slotfeest.

Tickets: www.dasmag.nl/festival

ERFGOEDDAG

Samen met het Letterenhuis duiken we op 21 april in het thuisgevoel van enkele decennia geleden. Met tijdschriften als Ons huisgezin, De stad Antwerpen en zelfs Joepie lezen we mee met onze (groot­) ouders of ons jongere zelf. Oude publieksmagazines weten als geen ander de geest van een bepaalde tijd te vatten. Met foto’s uit de collectie van het Letterenhuis krijg je ook een kijkje in het dagelijks leven en de huizen van Vlaamse auteurs.

Gratis toegang

Kalender

FEBRUARI

03.02 | 10 uur

Instaprondleiding achter de schermen

10.02 | 10 – 12 uur

Davidsfonds Academie Eric Rinckhout

17.02 | 10 uur

Instaprondleiding achter de schermen

24.02 | 10 uur

Instaprondleiding achter de schermen

25.02 | 11 uur

Nottebohmlezing

Inge Misschaert

27.02 | 20 uur

Boekvoorstelling Erfgoed op de vlucht Koen Fillet in gesprek met Bert Govaerts

29.02 & 07.03 & 21.03 & 28.03 | 13.30 – 16 uur

Schrijf geschiedenis!

Cursus door Diane De Keyzer i.s.m. Creatief Schrijven

MAART

02.03 | 10 uur

Instaprondleiding achter de schermen

08.03 & 15.03 | 15 – 18 uur

Wikipedia-schrijfactie ‘Vrouwen van papier’

09.03 | 10 uur

Instaprondleiding achter de schermen

16.03 | 10 uur

Instaprondleiding achter de schermen

17.03 | 11 uur

Nottebohmlezing

Alexander Reeuwijk

23.03 | 10 uur

Instaprondleiding achter de schermen

27.03 | 18.30 uur

Miraeus Lecture

Renaud Adam

28.03 | 10.30 – 16 uur

Wikipedia-schrijfactie ‘Distill-a-thon’ i.s.m. Jenevermuseum en Erfgoedlab Antwerpen

AANBOD VOOR GROEPEN

Wil je de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience met een groep bezoeken? Boek een rondleiding en onze gids neemt jullie mee op pad in de bibliotheek en de Nottebohmzaal. Je kan kiezen uit twee verschillende rondleidingen. De groepsrondleidingen Achter de schermen en Schatten van de Nottebohmzaal duren elk anderhalf uur.

Tickets: www.experienceantwerp.be

ZOMEROPENING NOTTEBOHMZAAL

Van 15 juni tot 15 september is de Nottebohmzaal, het walhalla voor elke boekenliefhebber, geopend voor bezoekers. Maak kennis met de prachtige zaal, de rijke collectie en 400 jaar geschiedenis van het gebouw, het plein en de bibliotheek. Snuister in augustus in Het Nieuw Antwerps Liedboek (zie p. 2­3) en ontdek volksmuziek van de huidige generatie.

Tickets: www.consciencebibliotheek.be

Nottebohmlezingen

We geven het woord aan auteurs en onderzoekers die op basis van de rijke collectie van de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience nieuw werk hebben gepubliceerd.

PROGRAMMA

ZO 25.02 ­ Inge Misschaert - Verzameld! Gepassioneerde verzamelaars door de eeuwen heen

ZO 17.03 ­ Alexander Reeuwijk - De Paradijsvogels

ZO 14.04 ­ Wendy Wauters - De geuren van de kathedraal

ZO 28.04 ­ Johan Vanhecke - Voor moedertaal en vaderland

ZO 26.05 ­ Tom Dieusaert - Rond de Kaap. Isaac Le Maire contra de VOC

PRAKTISCH

Lezing van 11 tot 12.30 uur

Tarief per lezing: 5 euro

APRIL

13.04 | 10 uur

Instaprondleiding achter de schermen

10.03 | 11 uur

Nottebohmlezing

Wendy Wauters

20.04 | 10 uur

Instaprondleiding achter de schermen

20.04 | 20 uur

Das Mag Leesclubfestival

Aya Sabi & Uschi Cop

21.04 | 10 – 17 uur

Erfgoeddag

24.04 | 18.30 – 20 uur

Miraeus Lecture

Virginia Blanton

27.04 | 10 uur

Instaprondleiding achter de schermen

28.04 | 11 uur

Nottebohmlezing

Johan Vanhecke

MEI

04.05 | 10 uur

Instaprondleiding achter de schermen

05.05 | 11 en 14 uur

Open Huizen, verhalen van oorlog, vervolging en verzet i.s.m. Erfgoedlab Antwerpen

11.05 | 10 uur

Instaprondleiding achter de schermen

18.05 | 10 uur

Instaprondleiding achter de schermen

25.05 | 10 uur

Instaprondleiding achter de schermen

26.05 | 11 uur

Nottebohmlezing

Tom Dieusaert

JUNI

01.06 | 10 uur

Instaprondleiding achter de schermen

04.06 |19.30 uur

Erfgoed en de klimaatcrisis Gespreksavond i.s.m. deBuren en FARO

08.06 | 10 uur

Instaprondleiding achter de schermen

Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience

Hendrik Conscienceplein 4

2000 Antwerpen

www.consciencebibliotheek.be

8
INFO & TICKETS op consciencebibliotheek.be/kalender V.U. Steven Thielemans, Grote Markt 1, 2000 Antwerpen © Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience,
foto: LUCID
IN DE KIJKER

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.