Jan Robert De Russische radio-omroepers Kirill Brattsev en Marina Toptygina werden op 13 oktober 1987 als halve filmsterren op Zaventem ontvangen. Een stevige delegatie van de BRT-nieuwsdienst stond ze met snorrende camera’s en opengesperde microfoons op de luchthaven op te wachten. BRT-medewerkers Dirk Tielemans, Danny Huwé, Urbaan de Becker en Ronnie Pieters waren die avond in het Journaal te zien terwijl zij hun Russische gasten en collega’s enthousiast welkom heetten en alvast kort interviewden. Radio Moskou was geland in Vlaanderen. Leve glasnost!
De gemeenschappelijke zaak van
Kirill Brattsev en Jozef Deleu De aanleiding voor deze aflevering van de rubriek Friends abroad is een briefje uit Moskou. Het werd op 18 november 1992 geschreven door Kirill Brattsev en is gericht aan Jozef Deleu, de oprichter en jarenlang de grote roerganger van de stichting Ons Erfdeel. De brief bevindt zich in het omvangrijke archief van Ons Erfdeel, dat in 2002 aan het Letterenhuis werd overgedragen en ontsloten is via een gedetailleerde plaatsingslijst. De hiernaast afgedrukte brief spreekt grotendeels voor zichzelf. Het erin genoemde boek is de publicatie Nederlands, taal van twintig miljoen Nederlanders en Vlamingen door Omer Vandeputte, over het ontstaan en de ontwikkeling van het Nederlands, en is door Ons Erfdeel uitgegeven in twintig talen waaronder het Russisch. Maar wie was Kirill Brattsev? De enige andere brief van hem in het Letterenhuis is 28 jaar ouder en gericht aan de Antwerpse regisseur en theatermaker Tone Brulin. De brief laat een uiterst beleefde en gewetensvolle man zien met vooral een grote behoefte aan buitenlandse contacten – die lagen in 1964 in de Unie van Socialistische Sovjetrepublieken niet voor het oprapen. Brattsev werd in 1932 geboren in Gatsjina-Mariënburg bij Sint-Petersburg (toen: Leningrad) en had met Jozef Deleu gemeen dat hij verknocht was aan het Nederlands. Hij had zich de taal zelf aangeleerd terwijl hij aan de Hogeschool voor Oriëntalistiek in Moskou Japans studeerde. Naar eigen zeggen was hij als kind door het Nederlands gefascineerd geraakt toen hij in een Russische vertaling van zijn geliefde verhaal Tijl Uilenspiegel Ne-
Friends abroad
Cover en enkele pagina’s uit de folder van Radio Moskou (ca. 1989).
derlandse woorden had aangetroffen. Die stonden, net als in de oorspronkelijk Franse versie van Charles de Coster, in de lopende tekst en werden achterin het boek verklaard. Het aandachtig – en aanvankelijk illegaal – beluisteren van de Nederlandse Wereldomroep had hem verder op ons taalspoor gezet. In 1954 kon Brattsev aan de slag bij de Nederlandse afdeling van Radio Moskou; op de Japanse dienst was geen plaats. De propagandazender van de Sovjet-Unie zond al vanaf 1929 wereldwijd uit, uiteindelijk in 64 talen waaronder het Nederlands. Brattsev
werkte er als vertaler en vanaf 1965 ook als omroeper en nieuwslezer. In 1958 bezocht hij BelgiĂŤ. Als tolk en rondleider in het Russische paviljoen op de Wereldtentoonstelling was hij hier live op tv te zien in een speciaal programma over de Expo. Enkele jaren later, in 1961, kwam Brattsevs talenkennis van pas in het voor Nederland meest geruchtmakende spionageproces uit de Koude Oorlog. De latere Amsterdamse taxichauffeur Evert Reydon was met een kompaan opgepakt terwijl zij op hun gemakje de Russische kustlijn en militaire installaties aan het fotograferen waren. De twee on-
Brief van Kirill Brattsev aan Tone Brulin, 11 novemer 1964.
Kirill Brattsev: ‘We hangen in de lucht.’
handige spionnen werden, met Brattsev als vertaler voor Reydon, tot dertien jaar gevangenisstraf veroordeeld – waarvan zij twee jaar in een kgb-gevangenis bij Moskou uitzaten en vervolgens werden uitgewezen. Terug naar 1987. Brattsev was eerder dat jaar na een telefonisch interview met Dirk Tielemans in het radioprogramma Actueel meerdere keren als gastcommentator vanuit Moskou te horen geweest. Als het ging over de jongste ontwikkelingen in de SovjetUnie, vond men hem telkens bereid een woordje uitleg te geven. Er was geen Rus die in mooier, soms nogal archaïsch Nederlands kon uitleggen wat glasnost en perestrojka betekenden. Vervolgens nodigde de brt-nieuwsdienst hem in België uit. Tussen 13 en 24 oktober 1987 waren Brattsev en Toptygina in het land, en ze waren haast niet van het scherm te branden – de Sovjet-Unie stond volop in de belangstelling (en de brt moest uiteraard de gemaakte kosten laten renderen). Ze spraken over het Oostblok in het Journaal, in het actualiteitenprogramma Panorama en in Argus, het praatprogramma van Jan van Rompaey. Op 15 oktober gaven zij in het Journaal vanuit het parlement zelfs live commentaar op de val van de zoveelste regering-Martens. Ook terug in de ussr bleven de twee radiomedewerkers hier als Bekende Russen af en toe in beeld. Zo namen ze in 1988 voor de brt in Moskou straatinterviews af over de politieke veranderingen in het land. Een jaar later was Brattsev ook in Nederland te gast. Een interview in NRC Handelsblad bracht hem bij de redactie van het tijdschrift Ons Erfdeel in herinnering en men vroeg hem een bijdrage te leveren over Radio Moskou en zijn liefde voor het Nederlands. Terwijl de Berlijnse Muur op zijn grondvesten trilde en het Sovjetsysteem steeds grotere barsten begon te vertonen, schreef Brattsev een lezenswaardig, maar ook nogal braaf artikel. Hij gaf daarin wel te kennen dat radio maken en presenteren na de Koude Oorlog een stuk makkelijker en ontspannen was geworden. Half juni was zijn bijdrage af en in het najaar– de Muur was intussen op 9 november gevallen – verscheen deze onder de titel ‘Radio Moskou, Nederlands’ in Ons Erfdeel (in nummer 5, november-december 1989). Brattsev hield daarna contact met Vlaanderen, onder meer binnen de inmiddels vrt geworden brt (ook hier veranderingen dus), en ook met de in de brief aan Deleu genoemde Marc Platel, toen politiek hoofdredacteur van Het Belang van Limburg.
In 1992 was hij weer in het Vlaamse land. Opnieuw verscheen hij op de buis bij Jan van Rompaey, ditmaal in diens programma Zeker weten?, waarin hij te kennen gaf dat de gebeurtenissen in de Sovjet-Unie wat hem betreft veranderingen ‘in gunstige zin’ betroffen. Met Radio Moskou was het intussen minder gunstig gesteld. Er dreigde zelfs opheffing van een hele reeks afdelingen, waaronder de Nederlandse. In verband hiermee kwam Brattsev in juli 1994 aan het woord in het Nederlandse dagblad Trouw: ‘We hangen in de lucht’, zei hij. Op 24 september meldde het vrt-journaal dat het doek over de uitzendingen was gevallen. Brattsev ging met pensioen, en hield zich in zijn flatje in een Moskouse buitenwijk bezig met vertaalwerk. Johan Depoortere, van 1995 tot 1999 vrt-correspondent in Moskou, deelde mee dat hij niet de indruk had dat Brattsev – die hij in 1999 ontmoette – erg leed onder de ineenstorting van het Sovjetsysteem of zijn pensioennering. Brattsevs laatste optreden op de Vlaamse televisie was postuum: toen hij op 9 maart 2000 na een korte ziekte op 68-jarige leeftijd in Moskou overleed, bracht het Journaal een in memoriam met enkele archiefbeelden. Bert de Craene, voormalig Oost-Europaspecialist van de vrt, zei in 2007 in een kranteninterview: ‘Ik werkte vaak samen met mensen die voor Radio Moskou de Nederlandstalige uitzendingen verzorgden. Eén van hen, Kirill Bratsov, kwam geregeld naar Brussel en is hier ook in televisieprogramma’s opgevoerd. Eigenlijk is hij een vriend geworden. Hij reisde meestal in het gezelschap van twee collega’s. Ze hebben natuurlijk nooit met zoveel woorden gezegd dat ze voor de kgb werkten, maar ik vermoed wel dat die drie elkaar in de gaten hielden. Om zo’n job bij een propagandazender te krijgen, moest je heel betrouwbaar zijn. Een echt kritisch interview met hen was niet mogelijk.’ Marina Toptygina verscheen in de jaren negentig nog een enkele keer op de Vlaamse tv, en publiceerde in 1992 een dun boekje met radiopraatjes, Ik leef in een wonderland - Bericht uit Moskou. Later werkte zij als redactrice en journaliste voor de Russische televisie. Brattsev zou voor zijn dood bezig zijn geweest met de bewerking van Russische sprookjes voor een dvd-uitgave. Zijn taak voor het Nederlands zat erop. Met dank aan Elke Poppe van het beeld- en geluidarchief van de VRT, Jozef Deleu en de Stichting Ons Erfdeel/Ons Erfdeel vzw, Johan Depoortere, Herman Henderickx en Marc Platel.
0