Letterenhuis | uit Zuurvrij: Il faut aller voir. Op onderzoek met Jef Geeraerts

Page 1

84

Jef Geeraerts in Nepal, 1973.

IL fAUT ALLER voIR. oP onderZoek met jef geeraerts INGRId NyS \ In de inleiding van Op avontuur met Jef Geeraerts uit 1992 typeert de auteur zichzelf: Men noemt mij een schrijver, maar eigenlijk ben ik in de eerste plaats een journalist. Met andere woorden: mijn teksten handelen over situaties die ik door en door ken, over streken waar ik lang genoeg heb verbleven om me er goed te voelen, over dingen die ik aan den lijve heb ondervonden. Dit ging op voor zijn Congoboeken, maar ook zijn misdaadromans, thrillers en reportages zijn bekend om de ver doorgevoerde research. Zijn archief in het Letterenhuis, dat onlangs werd verwerkt, laat hier frappante voorbeelden van zien. In 1971 benaderde Snoecks Almanak Geeraerts om een reportage te schrijven over Cuba. Met visum en vliegtickets op zak vertrok hij op een rondreis die zes weken zou duren en ook de aanzet zou zijn tot het schrijven van een voor hem nieuw genre: reisverhalen. Ook andere tijdschriften zoals Knack, Playboy en Panorama engageerden Geeraerts hierna voor reisreportages. Op zijn tochten realiseerde hij zich dat de journalistiek hem goed lag en vooral het onderzoek, dat hij later zou toepassen om zijn misdaadverhalen te onderbouwen. Reizen werd een essentieel onderdeel van de research: de sfeer opsnuiven op de plekken waar de intriges zich afspelen, ter plaatse specialisten raadplegen over technische details.


85

Jef Geeraerts in Alaska, 1979.

Brief aan Jef Geeraerts van Dick Roher, gids berenjacht op Kodiak Island, 29 mei 1989.

1979 — kodIAk.58 / 1981 — jAGEN 1974 — REIzEN mET jEf GEERAERTS

In Reizen met Jef Geeraerts werden drie reisreportages gebundeld: ‘Cuba, de eeuwige mythe van Sisyphus’ voor Snoecks Almanak, ‘9000 km per auto door Noord-Europa’, een reis door de ddr, Polen, de Sovjet-Unie, Finland en Zweden die hij met zijn geliefde Eleonore Vigenon ondernam en ‘Te voet naar Mount Everest’, dagboeknotities over de trektocht van Kathmandu naar Base Camp I van de hoogste berg, beide laatste voor Knack.

Voor zijn eerste misdaadroman Kodiak.58 reisde Geeraerts onder meer door Kodiak Island in Alaska, waar hij met gids Dick Roher op berenjacht ging om deze zo getrouw mogelijk weer te kunnen geven in het verhaal. Verder bezocht hij specialisten in de Verenigde Staten en Zwitserland om zich te verdiepen in wapentechnologie en in elektronische beveiligings- en afluisterapparatuur. De diptiek Jagen bevat het jachtverhaal op een bosbuffel in Congo, én het volledige relaas van de berenjacht op Kodiak Island.


86

Handschrift van Zand, geschreven in Casa Matarese, Alicante. Brief van professor J. Timperman, Laboratorium Gerechtelijke Geneeskunde, 20 mei 1987.

1988 — zANd 1987 — RomEINSE SUITE

Romeinse suite gaat over de dood van een doktersvrouw door een overdosis slaapmiddelen. De vermeende zelfmoordpoging blijkt een moord te zijn en het spoor van het forensische onderzoek leidt naar Rome. Geeraerts bezocht de stad diverse keren en verkende er elk hoekje van het oude gedeelte dat levendig in het boek zou worden beschreven. Geeraerts’ archief bevat stadsplattegronden, notities, een brochure van hotel Hassler waar een deel van de intrige plaatsvindt — maar ook documenten van het laboratorium voor gerechtelijke geneeskunde in Gent.

Midden jaren tachtig werd in België bericht over de frauduleuze verkoop van waardeloze gronden in Texas aan mensen met zwart geld. Deze beleggingszwendel inspireerde Geeraerts tot het schrijven van de misdaadroman Zand. Hij reisde naar Dallas om er te praten met juristen om inzicht te krijgen in de werking van de Amerikaanse justitie. Als grote fan van Ernest Hemingway bezocht hij ook het huis van de meester op Key West en verwerkte dit in de roman. Foto’s van Hemingways woning, beelden uit Dallas en Texas en documentatie van zijn navorsingen bevinden zich in het archief.


Verbeterd typoscript van Sanpaku.

87

1989 — SANpAkU

De literaire thriller Sanpaku schreef Geeraerts na lange gesprekken met zijn goede vriend de cellist Hans Mannes. Het woord ‘sanpaku’ wordt in Japan gebruikt om ogen mee aan te duiden waarvan veel wit onder en (of) boven de iris zichtbaar is — wat voor de eigenaar van die ogen meestal erg weinig goeds voorspelt. Geeraerts duidt er in het boek een geheime, duistere kracht mee aan. In het verhaal wordt de magische cello van de hoofdpersoon door een expert vioolbouwer verwisseld met een minder uniek exemplaar, waarna zich obscure krachten ontwikkelen die leiden tot gruwel en dood. Cellist Mannes

Aanwijzingen van de cellist Hans Mannes voor Sanpaku.

en Geeraerts reisden naar Frankrijk, waar het verhaal zich afspeelt. In Parijs consulteerden ze de snaarinstrumentenbouwer Etienne Vatelot om een cello te laten keuren en in de Dordogne bezochten ze een dorpje om de sfeer daarvan in het boek wezenlijk te kunnen weergeven. Naast handschriften zijn er in het archief correcties, suggesties en foto’s van Hans Mannes.


88

Jef Geeraerts, 1990 (foto's gebruikt voor het achterplat van Double Face).

bijlage in het boek opgenomen. Een kaart van Alabama met notities vormt een tweede bijlage. De collectie-Geeraerts in het Letterenhuis bevat de originelen en diverse brochures van de fbi. Het boek wordt verfilmd door Jan Verheyen en verschijnt onder de titel Het tweede gelaat in oktober 2017 in de bioscopen.

1990 — doUBLE fACE

Voor Double Face verdiepte Geeraerts zich in seriemoorden. In het verhaal worden er in Antwerpen een aantal lustmoorden gepleegd die de speurders naar Alabama leiden, in het diepe zuiden van de Verenigde Staten. Via connecties bij de Antwerpse gerechtelijke politie kwam Geeraerts in contact met fbi Special Agent Robert Ressler en ging hem opzoeken in de Behavioral Science Unit in Quantico, Virginia. Ressler bezorgde hem informatie over vicap, een methode om serial killers op te sporen aan de hand van een vragenlijst. De lijst werd als

1992 — op AvoNTUUR mET jEf GEERAERTS

In 1992 verscheen het al genoemde Op avontuur met Jef Geeraerts, een bundeling van dertien verhalen over avonturiers. Geeraerts spreekt erin met waaghalzen als bergbeklimmers, huurlingen en Formule Ipiloten en vertelt over zijn deelname aan de Camel Trophy in Australië (Geeraerts deed mee met een Nederlandse ploeg). Hij schrijft tevens over belevenissen in de USA, Alaska en Bolivia. Hiervan worden onder meer documenten, foto’s en dia’s in het archief bewaard.


89

1993 — dE CU CHI CASE

De Cu Chi case ontstond uit fascinatie voor de Vietnamoorlog. Een Amerikaans diplomaat wordt in Antwerpen vermoord aangetroffen. Als blijkt dat het slachtoffer tijdens de Vietnamoorlog vanuit zijn functie als debriefer bij de inlichtingendienst van het Amerikaanse leger verantwoordelijk was voor folteringen en terechtstellingen van Vietcongstrijders, wijst alles in de richting van wraak. Geeraerts reisde naar Vietnam en bezocht er onder meer de befaamde Cu Chi-tunnels. Van zijn gids, wiens ouders in de tunnels hadden gevochten, vernam

hij veel onbekende details over de ondergrondse guerrillaoorlog. Ook hier getuigen foto’s en documenten van de speurtocht van Geeraerts om de geschiedenis zo getrouw mogelijk weer te geven.


90

Jef Geeraerts & Eleonore Vigenon op bezoek bij Rudi Veestraeten, toenmalig kanselier van de Belgische ambassade in Bangkok, 2000.

2000 — dE AmBASSAdEUR

De ambassadeur vertelt over een gepensioneerde ex-diplomaat in Luang Prabang, in Laos. Het is een verhaal over hebzucht, drugshandel, kunstsmokkel en zwarte magie. Geeraerts verbleef een tijdje in Laos om zich te verdiepen in de tradities van het land, voerde lange gesprekken met Philippe Annez, een Gentse vriend die in Bangkok woonde en die informatie verschafte over de couleur locale en de boeddhistische achtergronden, wat werd aangevuld met kennis van Rudi Veestraete, kanselier van de Belgische ambassade in Bangkok. In 2007 werd het grootste deel van

Jef Geeraerts’ archief, voornamelijk handschriften, typoscripten, documentatie en recensies van zijn werk, door de schrijver zelf toevertrouwd aan het Letterenhuis. Na zijn dood in 2015 droeg de Stichting Jef Geeraerts het resterende archief over. Het betreft Geeraerts’ correspondentie, zijn vele fotoalbums, honderden dia’s die hij op zijn reizen alleen of met Eleonore Vigenon maakte en ook de vele documenten die hij in zijn boeken heeft verwerkt. Veel van dit (beeld)materiaal illustreert dat reizen een wezenlijk deel uitmaakte van Geeraerts’ speurtocht naar kennis om feiten zo accuraat mogelijk te kunnen verwoorden en laat — belangrijker nog — zijn streven zien een zo authentiek mogelijke sfeer in zijn boeken weer te geven. Zelf gaan kijken was daarvoor een voorwaarde, zoals hij in Op avontuur schrijft: […] ik ga van het standpunt uit, dat je meer tijd en energie verspilt met dingen uit je duim te zuigen dan ze eerst zelf te beleven of ernaar te informeren bij specialisten. Jacques Brel zei altijd: ‘Il faut aller voir.’ Juist.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.