2 minute read
Robrecht Vanden Thoren doet zijn best
Robrecht Vanden Thoren
Enfin, we doen ons best
Toen ik in 2018 voor het eerst een solovoorstelling maakte volledig in eigen beheer, was ik zonder meer bang. Voorheen werkte ik uitsluitend onder de naam en financiën van andere huizen en makers. Maar welk publiek zou er uitsluitend voor mij komen? De ik in mij met het laagste zelfbeeld kon niet geloven dat mensen zich louter voor mij zouden mobiliseren.
Aangezien dit mijn eerste column is, zal het niet vreemd zijn dat diezelfde vraag opnieuw in mij naar boven komt. Wie o wie gaat dit lezen. Misschien heeft dit gratis driemaandelijks cultuurmagazine een hoogstaande reputatie? Wordt dit enkel gelezen door de intellectuele elite? Best meteen bekennen dat het hier een literair debuut betreft. De angst in mij borrelt op. In gedachten zie ik allemaal mensen uitgedost in chique kleren en satijnen peignoirs die op zondagmorgen bijtend in hun koffiekoek via het onderste gedeelte van hun multifocale bril een neerwaartse blik gooien naar wat de culturele wereld bezig houdt. Voor de nieuwsgierigen: in mijn geval is dat de knoop doorhakken over het aantal zonnepanelen dat ik nodig acht om mijn elektriciteitsrekening te compenseren. Nochtans is de opdracht vanuit de redactie eenvoudig. Het moet een column zijn met betrekking tot mijn laatste solo ‘Achteraf niet komen huilen’. Er moeten minstens 2225 tekens staan (incl. spaties). Ik krijg daar 200 euro voor. Ik reken snel even uit. Dat is 0,089 cent per teken. Niet dat ik zo’n geldwolf ben, maar ik vroeg me wel af of we niet beter ‘buzz’ zouden genereren als we die 200 euro hadden geïnvesteerd in ‘facebook-ads’ die het publiek ‘target.’
Ik fluit mezelf terug. Niet zo nuchter, Robrecht. Mensen willen mij door mijn schrijven wat beter leren kennen, en vooral achterhalen of die voorstelling wel de moeite waard is. Maar hoe maak ik jullie warm? De ik in mij met het meeste zelfvertrouwen wil graag van zich laten horen. “Schrijf hoe plezierig het in de zaal is. Hoeveel mensen mij achteraf sturen hoe herkenbaar en ontroerend het was.” Maar ik roep mezelf tot de orde, en bedenk dat de lezer zich niet kan en wil identificeren met wat anderen vinden. Ikzelf zou daar in ieder geval op afknappen.
Wees gewoon eerlijk.
Het stuk is eerlijk. Je krijgt een zoekende mens te zien. Met momenten zelfzeker, met momenten bang. Een mens die zich probeert te verhouden tot de maatschappij waarin hij leeft. En omdat dat an sich niet makkelijk is, is dat per definitie grappig. Ook soms ontroerend. Enfin, we doen ons best.
Achteraf niet komen huilen
Robrecht Vanden Thoren
za 26 mrt - 20 uur vvk € 16 / kassa € 18 grote zaal