MAS | De waarde van dingen

Page 1

DE WAARDE VAN DE DINGEN WAARDESTELLING EN PLAN VAN HET MAS VOOR DE COLLECTIE JAAP KRUITHOF 25 februari 2019 Onderzoekers waardestelling: Leen Beyers en Thomas Dirkx


Inhoud 10 000 DINGEN.......................................................................................................................................... 1. OP ZOEK NAAR DE WAARDES VAN DE COLLECTIE JAAP KRUITHOF.................................................. 1 AANLEIDING ........................................................................................................................................ 1 RESULTAAT .......................................................................................................................................... 1 WERKWIJZE ......................................................................................................................................... 2 FASERING ............................................................................................................................................ 4 2. COLLECTIESCHETS ............................................................................................................................... 6 ALGEMENE BESCHRIJVING ................................................................................................................. 6 ONDERDELEN VAN DE COLLECTIE JAAP KRUITHOF ........................................................................... 7 RELATIES MET ANDERE COLLECTIES ................................................................................................... 8 DOCUMENTATIE BIJ DE COLLECTIE JAAP KRUITHOF ......................................................................... 9 COLLECTIEBEHEERDERS EN BEHOUD EN BEHEER SINDS 2009 ........................................................ 11 JURIDISCHE EIGENAAR...................................................................................................................... 11 3. WAARDERINGSONDERZOEK ................................................................................................................. 1) OP DE WEEGSCHAAL: herkomst, ensemble, toestand, uniciteit ................................................ 12 2) FILOSOFISCHE WAARDE EN POTENTIEEL ..................................................................................... 17 3) CULTUURHISTORISCHE WAARDE EN POTENTIEEL ....................................................................... 28 4) VISUELE WAARDE EN POTENTIEEL ............................................................................................... 33 5) EMOTIONELE WAARDE EN POTENTIEEL ...................................................................................... 39 6) ENSEMBLE WAARDE, MUSEALE WAARDE EN POTENTIEEL ......................................................... 46 7) SAMENGEVAT: WAARDESTELLING VOOR DE COLLECTIE JAAP KRUITHOF ................................. 43 MAS PLAN voor DE COLLECTIE JAAP KRUITHOF ...................................................................................... 1) FILOSOFISCHE COLLECTIE VOOR HET MAS .................................................................................. 56 2) EXPERIMENTELE GEBRUIKSCOLLECTIE ROND DE WAARDE VAN DINGEN .................................. 57 3) GRONDSTOF VOOR DE TOEKOMST .............................................................................................. 58 BIJLAGE 1: GESPREKSPARTNERS EN THEMALIJST GESPREKKEN ......................................................... 61 BIJLAGE 2: OBJECTTYPES IN DE COLLECTIE en OVERLAP MET ANDERE COLLECTIES .......................... 65 BIJLAGE 3: BESTEMMINGSPLAN MAS .................................................................................................. 68


10 000 DINGEN 10 000 dingen. Dingen die anderen doorgaans niet bewaren. Dat verzamelde de Belgische filosoof Jaap Kruithof (1929-2009). Kruithof bekritiseerde sterk de wegwerpcultuur. Hij stelde zijn verzameling thuis op in zijn Museum Primrose. De Collectie Jaap Kruithof bestaat uit 160 dozen en bundels met ongeveer 10 000 alledaagse voorwerpen, waaronder beeldjes, speelgoed, vazen, flessen, doosjes, schelpen, werktuigen, toeristische souvenirs en ga zo maar door. Het MAS dat de collectie sinds 2010 in huis heeft, moet beslissen over de langetermijnbestemming van deze collectie. Daarom ondernamen we een waarderingsonderzoek in 2018. We fotografeerden en beschreven de collectie per doos en brachten alle documentatie over Museum Primrose en alle publicaties en interviews van Jaap Kruithof over de thema’s ‘bewaren’, ‘waarderen’ en ‘musea’ samen. Daarnaast spraken we met familie en vrienden van Jaap Kruithof en ook met filosofen, kunstenaars en museumcollega’s. In deze gesprekken peilden we naar feiten, visies en gevoelens over de Collectie Jaap Kruithof. Het werd een bijzonder jaar. We hebben niet alleen het potentieel van de Collectie Kruithof afgetast. Dankzij de collectie en de reflecties van Jaap Kruithof over ‘bewaren’ en ‘weggooien’, werden we ook geconfronteerd met fundamentele vragen over de waarde van dingen, in musea en in de maatschappij. Het resultaat is een waardestelling en een provocatief plan voor de Collectie Jaap Kruithof. Dat presenteren we in dit rapport.


1

1. OP ZOEK NAAR DE WAARDES VAN DE COLLECTIE JAAP KRUITHOF

Museum Primrose, Kelder A, 2009 (foto van Philip BoĂŤl)

AANLEIDING In 2010 nam het MAS de Collectie Jaap Kruithof in huis, met het idee om de waarde van de collectie later te onderzoeken en dan te beslissen wat de bestemming van deze collectie wordt. Dat waarderingsonderzoek hebben we gestart in februari 2018, met als doel om tegen februari 2019 een waardestelling en een plan voor de lange termijn bestemming van de Collectie Jaap Kruithof te hebben. Het waarderingsonderzoek doorliep verschillende fases. Het werd gerealiseerd in samenwerking met tal van partners.

RESULTAAT Dit rapport presenteert ten eerste een waardestelling van de Collectie Jaap Kruithof. Dat is een beredeneerde argumentatie over de waardes en het potentieel van de Collectie Jaap Kruithof op basis van verzamelde gegevens en visies. De waardestelling is het resultaat van uitgebreid onderzoek, maar het blijft een momentopname. Elke waardestelling is immers onvermijdelijk getekend door de tijdsgeest en context. Daarnaast presenteert dit rapport het bestemmingsvoorstel van het MAS voor de Collectie Jaap Kruithof. Dat plan ligt in lijn met de waardestelling en met de actuele missie van het MAS.


2

WERKWIJZE Waardering van de collectie als ensemble Dit waarderingsonderzoek betreft de Collectie Jaap Kruithof als geheel om twee redenen. Ten eerste is de collectie als ensemble benaderd door Jaap Kruithof. Kruithof presenteerde de collectie weliswaar in verschillende ruimtes van zijn huis, maar noemde het geheel Museum Primrose en schreef in 2005 ook een korte museumgids voor dat geheel. Ten tweede zou de beschrijving en vervolgens de waardering van de Collectie Jaap Kruithof op objectniveau bijzonder veel tijd vragen. De grote hoeveelheid voorwerpen droeg ertoe bij dat de collectie langer dan gepland onaangeroerd bleef liggen in het MAS. Er leek geen beginnen aan. Er was dan ook eerst een waardestelling voor de collectie als geheel nodig. Deze waardestelling kan dan duidelijk maken of diepgaand onderzoek en waardering van de aparte objecten relevant is. Om voldoende kennis te verzamelen over het geheel van de collectie en over de afdelingen van Museum Primrose brachten we alle beschikbare documentatie over de Collectie Jaap Kruithof en de publicaties en interviews van Jaap Kruithof over ‘bewaren’, ‘waarderen’ en ‘musea’ samen (zie Collectieschets). Daarnaast fotografeerden en beschreven we, met behulp van twee vrijwilligers, elk van de 160 dozen en bundels van de Collectie Jaap Kruithof. Het gaat om korte opsommingen van de objecttypes in elke doos, voor zover deze herkenbaar waren. Er werd geen bijkomend onderzoek naar datering, vervaardigers of gebruikscontext van elk object verricht. De twee vrijwilligers, Rita Beckx en Renée Libot, golden door hun leeftijd, 71 en 77, en hun vroegere beroep wel als ervaringsdeskundigen. Ze herkenden veel meer objecten dan al wie jonger was in het MAS team. We geven hier twee voorbeelden van de bulkregistratie: Collectie Kruithof - doos 91_kelder_C_rek_ 38_39_40_en 41, bulk van 49 items kinderspelletjes, bord met dobbelstenen, minikamerschermen, speelgoedbeestje (knuffel), kleurboeken, tekening "coucher de soleil souvenir d'un petit ami" doos met rookgerief : pijpen, tabak, lucifers, zak met pijp en pijpreiniger, sigarettendozen, doos sigaretten rollen. Zelfde objecten in : Huis van Alijn 2009, ‘Jaap Kruithof, omgaan met de dingen’, pagina 58 en 59 Collectie Kruithof - doos 43_woonkamer, bulk van 145 items minivitrinekastjes, dozen, verzameling vingerhoeden, rekje, beeldjes van dieren en mensen, hangers, vergrootglazen, tabakstamper, pin, zegelstamper "D B", verzameling minibloempotten, mini bril, fiets,bank, biljarttafel, plaatje "A. Bastenie voitures d'enfants Berchem", plaatje "Royal Arrow plantagen teak 100 o/o teakwood", papiertje "souv.Expo", handtasspiegel "Grands Magasins du Beffroi S. Van Gheluwe", medaillon "Ommagio Universa Gesu Redant Roma 1900", juwelendoosje "Alfons Cleemput goudsmid - horlogemaker juwelier Antwrpen", stick tea, armband, speld "Sous Directeur T. Dubus", plaatje "Aan mevr. P. Bury voor hare liefdadige werking ten voordele van de blinden", plaatje "Pa. Adriaanssens Santvliet 2", beeldjes gemaakt van schelpen, , veelkleurige voorwerpen, kaars, speldenkussen, kruis, Leeuw van Warerloo, souvenirdoos uit Jemen, doos met materiaal voor calligrafie, spiegel, siervoorwerpen, zout en pepervat, doos "Gutermann & Co" met naaimateriaal van de Volkskousen, aanstekers en plaatjes, mok, doos met bolletjes, bobijn met draad, kader met olifant, houder met drankmengers, moule, bol, muntenhouder met muntendoosjes met figuurtjes in, klokje, paasei, doosje "Pall Mall", spaarpot, sierbekers. Zelfde objecten boekje tentoonstelling 'Jaap Kruithof. Omgaan met dingen', Huis van Alijn in Gent 2009-2010, afbeelding pagina 88 en 89.


3

Referentiekader De Collectie Jaap Kruithof omvat voor het merendeel dagelijkse objecten die verzameld zijn in België en die vermoedelijk gebruikt zijn in België en West-Europa tussen 1850 en 2009. Als filosoof en verzamelaar was Jaap Kruithof vooral bekend in Vlaanderen. Daarom is het referentiekader bij het waarderingsonderzoek van de Collectie Jaap Kruithof in de eerste plaats Vlaanderen en België. We wegen de waardes van de Collectie Jaap Kruithof dus vooral af tegenover de waardes van andere landelijke collecties.

Netwerking rond de collectie Jaap Kruithof heeft tijdens zijn leven zijn collectie slechts gedeeld met een beperkt aantal familieleden en bekenden. Dat betekent dat er geen duidelijke gemeenschap van belanghebbenden deze collectie omringt. Het afgelopen jaar creëerden we als het ware netwerken rond de collectie. We spraken ten eerste met de mensen die hadden bijgedragen tot het behoud van de collectie tot vandaag. Zij vormen de klankbordgroep van dit project en gaven het MAS het meest doorslaggevende advies. - Karen, Jaap en Marc Kruithof, de kinderen van Jaap Kruithof - Philip Boël, fotograaf en vriend van Jaap Kruithof, die na de dood van Jaap Kruithof het initiatief nam om de collectie aan musea aan te bieden - Els Veraverbeke, conservator van het Huis van Alijn (Gent). Dit museum organiseerde een tijdelijke tentoonstelling met de collectie in 2009-2010 - Carl Depauw, voormalige directeur van het MAS, die in 2010 besliste om de collectie onder te brengen in het MAS en ze later te onderzoeken Daarnaast organiseerden we een gespreksronde met vrienden en collega’s van Jaap Kruithof en met museumcollega’s, filosofen en kunstenaars die we aanspraken vanwege hun ervaring en inzicht. De gesprekken dienden twee doelen. Een aantal gesprekken vergrootten de kennis over de collectie en de verzamelaar. Alle gesprekken leverden visies op die bijdragen tot de waardestelling van de collectie.

Open vragen over waardes Bij een waardering is de grote vraag natuurlijk : over welke waardes gaat het? In dit waarderingsonderzoek vertrokken we niet van vaststaande criteria. De filosofische reflecties van Jaap Kruithof zelf over de waarde van dingen, maar ook de eclectische samenstelling van de collectie nodigden uit om met een open blik de mogelijke waardes van de collectie af te tasten. Deze exploratieve werkwijze gebruikten we om de korte Museumgids (2005) en de publicaties en interviews van Jaap Kruithof zelf te analyseren. Open vragen stonden daarnaast centraal in de 31 gesprekken die we over de collectie voerden. De gesprekspartners leverden dus niet alleen feiten en argumenten aan over de waardes van de collectie. De gesprekken droegen ook bij tot het vinden van een taal om de waardes te benoemen, of anders gezegd tot het gaandeweg definiëren van een waarderingskader voor de collectie. Toch waren het geen volledig open gesprekken. We hanteerden een half-open themalijst. Naast open vragen (zoals: Wat is jouw indruk van deze collectie? Wat is de eigenheid van deze collectie tegenover andere collecties?) werd doorgevraagd naar vier criteria: ensemblewaarde (waarde van het geheel ten aanzien van de delen),


4 historische waarde en potentieel (wat documenteert deze collectie), esthetische waarde en potentieel (wat is de visuele kwaliteit en originaliteit van de collectie) en, sociale waarde en potentieel (voor welke mensen en groepen vandaag heeft de collectie mogelijk betekenis) Voor de keuze van deze startcriteria bouwden we voort op recente handleidingen voor het waarderen van collecties, vooral De museale weegschaal en Significance 2.0. Daarnaast hielden we natuurlijk rekening met de kenmerken van de Collectie Kruithof. Zo is ensemble-waarde een logisch gespreksonderwerp, omdat Kruithof zijn collectie als ensemble toonde in zijn ‘Museum Primrose’. De gespreksronde bleef een open exploratie. De gesprekken bouwden op elkaar voort. Nieuwe onderwerpen vulden de themalijst aan. De gespreksverslagen werden verwerkt met een programma voor kwalitatieve data-analyse. De uiteindelijke waardecriteria vallen dus niet helemaal samen met de startcriteria. De eerste 17 gesprekken werden geanalyseerd in het kader van de masterproef Cultuurmanagement Universiteit Antwerpen van Thomas Dirkx. Zo kwamen we tot een waarderingskader, of anders gezegd tot een omschrijving van de waardecriteria die het best pasten bij de Collectie Jaap Kruithof.1 Na 31 gesprekken (met 53 gesprekspartners) stelden we een grote mate van overeenstemming (saturatie) vast wat betreft de verwoording van de waardes van de collectie. Over de bestemming van de collectie bleven de visies van de gesprekspartners wel sterk uiteenlopen, maar hadden we na 31 gesprekken wel een aantal concrete scenario’s. Het merendeel van de gesprekspartners komt uit België. Elf gesprekspartners kwamen uit de buurlanden. Interessant was natuurlijk dat deze buitenlandse partners de filosoof Jaap Kruithof niet kenden. Dat zorgde voor andere nuances, maar hun visies verschilden niet fundamenteel van deze van de binnenlandse partners. De lijst van gesprekspartners en de themalijst zit in BIJLAGE 1.

FASERING DEFINITIEFASE Oktober 2017- januari 2018 Vastleggen van aanleiding en vraagstelling ONDERZOEKSFASE Februari 2018 – september 2018 - Verzamelen en analyseren van documentatie over de collectie en publicaties en interviews van Jaap Kruithof over ‘bewaren’, ‘waarderen’ en ‘musea’ (zie Collectieschets). - Verzamelen en analyseren van visies op de waardes en mogelijke bestemmingen van de collectie aan de hand van een gespreksronde : 31 gesprekken met 52 mensen (individueel en in groep). - Summier beschrijven, fotograferen en registreren van de collectie op bulkniveau: dus niet elk object, maar elke doos (zie MAS Collectie Online: https://search.mas.be/ Zoek op *Kruithof*) - Definiëring van het waarderingskader op basis van de bijeengebrachte gegevens en visies over de collectie, in samenwerking met Thomas Dirkx (Masterthesis Cultuurmanagement UA, 2018) 1

Thomas Dirkx, Ingaan op de dingen. Waardering, stakeholderbevraging en strategiebepaling van de collectie Jaap Kruithof bij het Museum aan de Stroom. Masterscriptie Cultuurmanagement Universiteit Antwerpen, 2018.


5

Oktober - december 2018 - Aanvullende gesprekken - Onderzoek in het VRT archief - Uitschrijven van de waardestelling op basis van de verzamelde gegevens en visies over de collectie. - Opstart van de KRUITHOF BLOG: We communiceren tot voorjaar 2020 over het lopende project op de Kruithof blog: https://www.mas.be/nl/kruithof. Zo kan een ruim netwerk van mensen op de hoogte blijven, suggesties doen en kritische vragen stellen. 19 december 2018 - Toetsing van de waardestelling en het voorlopige plan voor de collectie bij de klankbordgroep. NAZORGFASE 25 februari 2019 - Communicatie van de waardestelling en het plan van het MAS voor de collectie aan alle betrokkenen bij de collectie en aan de Vlaamse museum- en erfgoedsector. 25 maart 2019 - Vlaamse museum- en erfgoedsector kunnen tot deze datum reageren op het bestemmingsplan van het MAS. Voorjaar 2020 -We laten het project uitmonden in een tentoonstelling in het MAS KIJKDEPOT.


6

2. COLLECTIESCHETS

Huis van Jaap Kruithof in Mortsel, 2009 (foto van Philip Boël)

ALGEMENE BESCHRIJVING De Collectie Jaap Kruithof, die vandaag aanwezig is in het MAS, bestaat uit 160 dozen en bundels met circa 10 000 alledaagse voorwerpen die vermoedelijk deel uitmaakten van het dagelijkse leven in België en West-Europa tussen 1850 en 2009. Speelgoed en decoratieve objecten (zoals kleine modellen van huizen en schepen, doosjes, vazen, beeldjes, tegels, toeristische souvenirs en objecten in glas, metaal, hout en steen), overwegen. Ze domineren in 136 dozen. Werktuigen en gebruiksvoorwerpen (in hoofdzaak keukengerei, medische instrumenten, kappersgerief, rookwaren, drukstempels) komen voor in slechts 24 dozen, waarin ook nog decoratieve objecten zitten (voor meer details, zie BIJLAGE 2). Deze 10 000 dingen werden verzameld door filosoof, hoogleraar en maatschappijcriticus Jaap Kruithof (1929-2009). Jaap Kruithof was van 1964 tot 1995 hoogleraar Ethiek aan de Universiteit Gent. Hij stichtte er samen met Leo Apostel de vakgroep Moraalwetenschap. Van de jaren 1960 tot 2000 was hij ook een invloedrijk maatschappijcriticus in Vlaanderen. Naast zijn publieke werk was Jaap Kruithof in zijn privéleven een gepassioneerd verzamelaar. Hij verzamelde in twee fasen. In de eerste fase (1973-1985) haalde hij de objecten vooral op antiekveilingen, in brocantewinkels en op rommelmarkten, in België en enkele keren in Parijs. Hij etaleerde de voorwerpen in een kamer in zijn huis en hing er een bordje ‘Museum’ bij. In de tweede fase (circa 2000-2009) ruilde Jaap Kruithof het antiekcircuit in voor kringloopwinkels, niet ver van zijn woonplaats Mortsel. Kruithof schreef zelf dat die tweede fase startte in 2001, maar vermoedelijk verzamelde hij ook af en toe in de jaren 1990.2 Vanaf 2001 stelde 2

In zijn Museumgids van 2005 schrijft Jaap Kruithof dat de tweede fase startte in 2001. In 1992 belichtte het VRT televisieprogramma Ten Huize van Jaap Kruithof. Toen sprak hij van 4000 objecten. In 2001 was Jaap


7 hij zijn collectie zowel boven als in de kelders van zijn huis op. Het geheel van zijn collectie noemde hij in 2005 in zijn Museumgids ‘Museum Primrose’. De naam ‘Primrose’ verwijst naar de naam van het huis dat hij bewoonde. Jaap Kruithof beperkte zich tot goedkope voorwerpen. Qua prijs ging hij in de eerste fase aanvankelijk niet boven de 100 Belgische frank, maar dit trok hij later op tot 200 en 300 Belgische frnak. In de tweede fase kocht hij voornamelijk tussen de tien eurocent en vijf euro. In de eerste fase richtte Jaap Kruithof zich op West-Europese eenvoudige voorwerpen uit de periode 1850-1930. In de tweede fase verruimde hij zijn blik tot meer hedendaagse, eenvoudige voorwerpen en tot voorwerpen van buiten Europa, de facto toeristische souvenirs. Jaap Kruithof selecteerde naar eigen zeggen dingen op vorm, zeldzaamheid of ouderdom, maar vooral ook vanuit zijn intuïtie. Hij vermoedde zelf dat vorm meestal de doorslag gaf. In 2005 verklaarde hij dat vanuit zijn fascinatie voor de menselijke vormschepping en de “diversiteit van het menselijke kunnen”.3 Vanaf de jaren 1990 begon Jaap Kruithof in publicaties en interviews een filosofisch kader voor zijn collectie te formuleren. Kruithof evolueerde als filosoof rond 1985 van het antropocentrisme naar een nieuwe ontologie die hij ecocentrisme noemde, waarin de mens wel zingever, maar niet het middelpunt van de kosmos is en hij zich verzet tegen het instrumentaliseren van de natuur door de mens. Hij werd een hevig criticus van de consumptiemaatschappij en de wegwerpcultuur en betoogde dat hij daarom verzamelde wat anderen niet willen bewaren. In de tweede verzamelfase begon hij vermoedelijk om die reden radicaler afgedankte dingen te verzamelen. Een terugkerende gedachte van Jaap Kruithof was: “We gooien teveel weg en we gooien het verkeerde weg”.4

ONDERDELEN VAN DE COLLECTIE JAAP KRUITHOF In zijn gids van ‘Museum Primrose’ onderscheidde Jaap Kruithof rond 2005 verschillende delen van zijn collectie in verschillende ruimtes. Daarnaast gaf hij in zijn Museumgids een alfabetische lijst van Afdelingen.5 Een aantal van de objecten opgesomd in de gids van ‘Museum Primrose’ bleven in bezit van de familie Kruithof.

Museum Primrose, Bibliotheek, 2009 (foto van Philip Boël) Kruithof te gast in het VRT televisieprogramma De Zeven Hoofdzonden. Toen sprak hij van 6000 objecten. Dat geeft de indruk dat hij mogelijk toch ook in de jaren 1990 af en toe verzamelde. Kringwinkels ontstonden in Vlaanderen in 1992. Jaap Kruithof ging er dus mogelijk al voor 2001 langs. 3 Jaap Kruithof, Gids Museum Primrose, 2005, p. 6 ter. 4 Onder meer in zijn museumgids: Gids Museum Primrose, 2005, p. 5. 5 Jaap Kruithof, Gids Museum Primrose, 2005, p. 1 -4 en p. 7 e.v.


8 Het zijn vooral de objecten uit onderstaande ruimtes die nu deel uitmaken van de Collectie Jaap Kruithof van het MAS: SERRE Gelijkvloers (= WOONKAMER) “Kast met allerlei kleinoden (het museum in het museum)”

BIBLIOTHEEK Eerste verdieping “Glaswerk Kinderboeken Reklameplaatjes Titelblaadjes partituren Ander iconografisch materiaal”

ATRIUM KELDER, 10 rekken (= KELDER B, zie foto’s): “Auto’s Karretjes Oud speelgoed Reklame-onderzetters Vliegtuigen Treinen Boten Tekengerief Kappersgerief Tegels Glaswerk”

WERKKELDER, 25 rekken (= KELDER A, zie foto’s): “Hout Koper – Hout Koper Tin Gereedschap Drukkerij Muziekinstrumenten Medische instrumenten”

GARAGE, 44 rekken + 2 bakken (= KELDER C, zie foto’s): “Huizen en vaasjes Ikonen Tegels Onderzetters Make-up Dieren Puzzels, Speelgoed, Instrumenten, Speelkaarten Waaiers Iconografie Kleinoden Indisch Koper Tabak Allerlei Vap? Marmer – onyx – jade – albast”

DROOGKELDER, 11 rekken (= KELDER C, zie foto’s):

WASKELDER, 4 rekken (= KELDER D, zie foto’s):

“Vazen Antiek Mensen-poppetjes Resten van planten en dieren (fossielen) Kaarsen”

“Allerlei Koperen dieren Beelden in steen”

Naast de objecten zijn ook de handgeschreven tekst ‘Uiltje spreekt’ uit doos 121 en de 28 zinnen met gedachten die Jaap Kruithof ophing in Museum Primrose bewaard en nu deel van de Collectie Jaap Kruithof. Deze gedachtenzinnen zijn afgedrukt in : Jaap Kruithof. Omgaan met de dingen, pp. 113-140.

RELATIES MET ANDERE COLLECTIES PRIVATE COLLECTIES Jaap Kruithof somde in zijn Museumgids in 2005 een aantal objecten op die de kinderen van Jaap Kruithof hebben behouden en beheren. Het zijn objecten uit de ruimtes Zolder (p. 145 in Jaap


9 Kruithof. Omgaan met de dingen), Karen’s kamer (p. 146), Bureau (p. 146), Hall (p. 147), Schuur (p. 147). - een klein aantal erfstukken (objecten die de kinderen beschouwden als geschenken van hun grootouders, dus de ouders of schoonouders van Jaap Kruithof, en daarom zelf hielden). - enkele objecten uit de kelders van Museum Primrose, dus uit de delen van het museum die het MAS nu beheert, die de kinderen of kleinkinderen als herinnering aan Jaap Kruithof bijhielden - familie-foto’s en familie-archief - de muziekcollectie van Jaap Kruithof (honderden CD’s) - de auteursexemplaren van de eigen publicaties van Jaap Kruithof - de bibliotheek van Jaap Kruithof Het archief van Jaap Kruithof, waaronder brieven of het archief dat het wordingsproces van zijn publicaties toont, is niet als één geheel bewaard. Blijkbaar hield Jaap Kruithof vorige versies van teksten nooit bij. Mogelijk zijn een aantal brieven van of aan Jaap Kruithof opgenomen in het familiearchief. 16 brieven zijn bewaard in het Letterenhuis Antwerpen.

LETTERENHUIS ANTWERPEN Dossier K 9411 van het Letterenhuis betreft Jaap Kruithof. Het omvat verwijzingen naar: 16 brieven van en aan Jaap Kruithof, 1 handschrift van Jaap Kruithof uit 1986 over het boek De mens aan de grens, 1 foto van Jaap Kruithof van circa 1953 en 1 affiche van een artistiek event in 1988 waar Jaap Kruithof sprak. Deze archieven zijn niet door Jaap Kruithof of zijn kinderen gedeponeerd. Het zijn onderdelen van de archieven van andere schrijvers, onder wie Cees Kruithof, broer van Jaap Kruithof.

PARTITUREN BIJ RESONANT Jaap junior Kruithof beheerde een tijdlang partituren en voorbladen van partituren, afkomstig uit Museum Primrose uit de ruimtes Bibliotheek (p. 145) en Salon (p. 146). Hij schonk de partituren later aan Resonant. Centrum Muzikaal Erfgoed, nu CEMPER. Het gaat om 643 partituren en voorbladen van partituren, ingedeeld in 20 mappen. Jan Grieten van Resonant stelde voor om deze objecten opnieuw aan de Collectie Jaap Kruithof van het MAS toe te voegen. Jaap junior Kruithof koos echter zelf deze partituren uit in Museum Primrose, zoals andere familieleden andere objecten selecteerden, en droeg ze vervolgens over aan een organisatie voor muzikaal erfgoed. Daarom vonden we het logisch dat eerst werd onderzocht of een collectiebeherende organisatie rond muzikaal erfgoed de verzameling kon opnemen. Via bemiddeling van het MAS krijgt deze verzameling momenteel een bestemming in het Studiecentrum voor Vlaamse Muziek - Koninklijk Conservatorium Antwerpen.

DOCUMENTATIE BIJ DE COLLECTIE JAAP KRUITHOF GEEN OBJECTBESCHRIJVINGEN Jaap Kruithof maakte aanvankelijk fiches per object, met een titel, plaats van aankoop of verwerving en prijs. Hij hield hier na verloop van tijd mee op. Bij zijn overlijden zijn de wel gemaakte objectfiches vernietigd. De Collectie Kruithof is dus niet beschreven op objectniveau. In 2018 zorgde het MAS voor een bulkregistratie van de collectie per doos. Het betreft de dozen die ingepakt zijn per rek volgens de opstelling van het Huis van Alijn, die aansloot bij de opstelling in ‘Museum Primrose’.


10

FOTO’S In 2009 maakte Philip Boël foto’s van ‘Museum Primrose’ in het huis van Jaap Kruithof. Deze foto’s documenteren tot in detail waar in het huis welk type van objecten stond opgesteld in 2009.

MUSEUMGIDS EN PUBLICATIES De gids van ‘Museum Primrose’ door Jaap Kruithof van rond 2005 geeft een beeld van de ‘afdelingen’ van het museum en de types objecten zoals Jaap Kruithof ze toen onderscheidde. Daarnaast haalde Jaap Kruithof de collectie aan in zijn publicaties, vooral in de Dingen boeken. Kruithof bestempelde het Museum Primrose dan ook als het verlengde van zijn ‘Dingen-boeken’. Hij beschreef daarin de collectie niet in detail, maar formuleerde in enkele essays filosofische gedachten over bewaren en waarderen: Kruithof, Jaap. Omgaan met de dingen: over het gedrag van de moderne westerling. Antwerpen : Dedalus [Uitgegeven door/bij], 1991. - 183 p. Kruithof, Jaap. Ingaan op de dingen : over het gedrag van de moderne westerling. Antwerpen : Dedalus [Uitgegeven door/bij], 1992. - 159 p. Kruithof, Jaap. Bewaren. Dedalus, Antwerpen, 1992 (aparte uitgave van het Bewaren essay uit Ingaan op de dingen) Kruithof, Jaap. Doorgaan met de dingen : over het gedrag van de moderne westerling. Antwerpen : Dedalus [Uitgegeven door/bij], 1994. – 186. Jaap Kruithof bespreek wel drie concrete objecten in: Rik Pinxten, Ronald Commers en Luc Desmedt, Jaap Kruithof. Teksten voor de toekomst. Berchem, Epo, 2012, pp. 305-311. Twee van de drie objecten bleven echter bij de kinderen Kruithof en zijn nu geen deel van de collectie.

INTERVIEWS RADIO EN TELEVISIE Vanaf de jaren 1990 sprak Jaap Kruithof in verschillende interviews op radio en televisie over de collectie. Ook in deze publieke optredens beschrijft hij de collectie niet in detail. Hij legt zijn drang om te bewaren uit vanuit zijn ecologische gedachtegoed. Dit zijn de belangrijkste uitzendingen waarin de verzameling ter sprake komt: VRT tv, 3/1/1992, Ten Huize van Jaap Kruithof (Edward De Maesschalck interviewer) VRT tv, 30/9/1999, Histories over Jaap Kruithof VRT tv, 28/7/2001, De zeven hoofdzonden met Jaap Kruithof (Jan Leyers presentator) VRT radio, 20/9/2006, Het beste moet nog komen, met Jaap Kruithof (Friedl Lesage presentator) VRT radio, 11/4/2008, Stories, met Jaap Kruithof : journaliste Anne Lepère bezoekt ‘Museum Primrose’. Dit fragment is uitgebreider dan de voorgaande en Kruithof toont zich duidelijker als intuïtief verzamelaar (Friedl Lesage presentator).

INTERVIEW PROJECT NOOIT GENOEG 2007 In het kader van het project NOOIT GENOEG over verzamelen deed tapisplein (Floortje Vantomme en Jorijn Neirynck) in november 2007 een uitgebreid, persoonlijk interview met Jaap Kruithof over zijn verzameling bij hem thuis. In dat interview getuigt Kruithof over zijn drijfveren en wijzen van verzamelen, waarderen en presenteren, en hoe die evolueerden sinds 1973. Afdelingen of objecten worden in het interview niet in detail beschreven. Fragmenten uit dit interview zijn gepubliceerd in:


11 Bruno Mestdagh, “Verzamelend op zoek naar de ziel van een cultuur” in: TAPIS PLEIN, Nooit genoeg. Over verzamelen en verzamelaars. Tielt, Lannoo, 2008, pp. 74-79.

COLLECTIEBEHEERDERS EN BEHOUD EN BEHEER SINDS 2009 De collectie is na de dood van Jaap Kruithof naar het Huis van Alijn gegaan voor de tentoonstelling ‘Omgaan met de dingen’ van 2009-2010. In 2010 ging ze over naar het MAS. Sinds 2010 bevinden de dozen zich in het transitdepot van het MAS, vrij van stof, maar niet in geklimatiseerde kasten. Dat is geen ideale bewaarplaats, waardoor het verder verspreiden van schimmel niet kon worden vermeden. Kruithofs verzameling is in 2018 in het MAS gefotografeerd en geregistreerd in Adlib op bulkniveau, dus per doos. Bij het registreren van de collectie werd de staat van de objecten per doos geëvalueerd. Objecten die te beschadigd waren, werden apart gezet. Zo wordt alvast vermeden dat beschimmeling zich verder zet.

JURIDISCHE EIGENAAR Het MAS heeft in 2010 de Collectie Jaap Kruithof ontvangen. Er werd toen geen schriftelijke overeenkomst gemaakt die het eigenaarschap overdroeg van de familie Kruithof naar het MAS, museum van de Stad Antwerpen. De erfgenamen van Jaap Kruithof en het MAS zijn intussen overeengekomen dat het de verantwoordelijkheid van het MAS is om een beslissing over de bestemmingen van de Collectie Jaap Kruithof te nemen.


WAARDERINGS ONDERZOEK

Collectie Jaap Kruithof, doos 93 (foto MAS)


12

1) OP DE WEEGSCHAAL: herkomst, ensemble, toestand, uniciteit

Collectie Jaap Kruithof, doos 28 (foto MAS)

Voor we het over de verschillende waardes van de Collectie Jaap Kruithof hebben, maken we een algemene afweging van de collectie. Zoals elke andere verzameling is de Collectie Kruithof te beschrijven wat betreft herkomst, ensemble, toestand en zeldzaamheid. Dat doen we door kort te antwoorden op volgende vier vragen: 1 Is de herkomst van de collectie bekend en gedocumenteerd? 2 Is er sprake van een ensemble en is het oorspronkelijke ensemble intact? 3 Verkeert de collectie in een goede toestand? Welke veranderingen hebben de objecten ondergaan? 4 Is de collectie uniek op een bepaald vlak? Deze beschrijving is nog geen waardestelling, maar verscherpt de blik op de collectie.

1) HERKOMST De herkomst van de objecten is slechts beperkt bekend: 1) Alle objecten komen uit het ‘Museum Primrose’ van Jaap Kruithof. 2) De aankoopplaatsen van de objecten zijn bekend in algemene termen (vermeld in Museumgids 2005 en Interview tapisplein 2007). In de eerste fase (1973-1985) : misschien vuilnisbakken in de buurt, zeker veilingen, brocante winkels en rommelmarkten, in België en enkele keren in Parijs. In de tweede fase (rond 2000-2009): kringloopwinkels en rommelmarkten niet ver van zijn woonplaats in Mortsel. 3) Er is geen documentatie over de precieze aankoopplaatsen van de objecten uit Museum Primrose. Jaap Kruithof maakte aanvankelijk fiches per object, met plaats van aankoop of


13 verwerving en prijs. Hij hield hier na verloop van tijd mee op. Bij zijn overlijden zijn de wel gemaakte objectfiches vernietigd. 4) Waar de objecten vandaan kwamen voor ze in het tweedehandscircuit belandden, is ook niet gedocumenteerd. De vervaardigers en vervaardigingswijze, de gebruikers en gebruikscontexten van de voorwerpen die Jaap Kruithof verzamelde, zijn niet gedocumenteerd. Gebruikers zijn in dit geval ook de mensen die de objecten in het tweedehandscircuit brachten. We weten voor geen enkel object waarom dit gebeurde.

2) ENSEMBLE De Collectie Jaap Kruithof is een ensemble en dat ensemble is grotendeels intact gebleven: 1) Alle objecten komen uit het ‘Museum Primrose’ dat Jaap Kruithof samenstelde. Niet alleen de 3D objecten, ook de zinnen die Jaap Kruithof in Museum Primrose ophing, zijn bewaard. 2) Na het overlijden van Jaap Kruithof kozen de kinderen wel een klein aantal objecten uit de collectie omdat het familie-erfstukken waren (van grootouders) of herinnerden aan Jaap Kruithof. Het is ook mogelijk dat een klein aantal stukken wegens beschadiging niet werd mee getransporteerd naar het Huis Van Alijn voor de tijdelijke expo en daarom vervolgens ook niet in het MAS terechtkwam. Dat betreft wellicht een klein aantal objecten, want Kruithof zelf sprak van 10 000 dingen en na onze bulkregistratie tellen we 9932 items (niet alle munten, knopen e.a. zijn apart geteld). 3) De afdelingen van Museum Primrose zijn goed gedocumenteerd. De gids van ‘Museum Primrose’ door Jaap Kruithof van rond 2005 geeft een beeld van de ‘afdelingen’ van het museum en de types objecten zoals Jaap Kruithof ze onderscheidde en toewees aan ruimtes in zijn huis. In 2009 maakte Philip Boël foto’s van ‘Museum Primrose’ in het huis van Jaap Kruithof. Deze foto’s documenteren tot in detail waar in het huis welk type van objecten stond opgesteld in 2009. De lijst van 2005 en foto’s van 2009 zijn wel momentopnames : Jaap Kruithof zelf vertelde in 2007 dat hij voortdurend nieuwe combinaties bedenkt. Dat bevestigden zijn kinderen.

3) TOESTAND Wellicht hebben circa 100 van de 9932 objecten zware schade opgelopen. Zo goed als alle objecten hebben gebruikssporen: 1) Toestand na bewaring in Museum Primrose, Huis Van Alijn en in het MAS Jaap Kruithof bewaarde de collectie in de kamers en kelders van zijn huis in Mortsel. Dat was vermoedelijk een droge omgeving, met weliswaar schommelende temperaturen en niet volledig stofvrij. In 2010 ging de collectie na de tijdelijke expo in het Huis Van Alijn over naar het MAS. Sinds 2010 bevinden de dozen zich in het transitdepot van het MAS, vrij van stof, maar niet in geklimatiseerde kasten. Dat is geen ideale bewaarplaats, waardoor het verder verspreiden van schimmel niet kon worden vermeden. Bij de registratie van de collectie in 2018 zijn de geschimmelde en volledig gebroken objecten en objecten met een vulling die uitliep apart gezet. Zo werden uit 16 dozen objecten verwijderd. Het totaal aantal dozen met 1 of enkele beschadigde objecten is 81 op de 160 dozen en bundels, ook herstelbare schade zoals roest of een afgebroken beeld van een pop. Het volledig geklimatiseerd bewaren van de collectie is voorlopig niet ondernomen, omdat dat een grote investering vergt.


14

2) Veranderingen van de collectie door reiniging of restauratie Jaap Kruithof verwierf de objecten telkens in het tweedehandscircuit en dat vergroot de kans op gebruikssporen. Meteen na de verwerving maakte Jaap Kruithof objecten schoon, vaak met een zakdoek. Dat gebeurde zonder veel rekening te houden met gevoeligheden van materialen. Hij herstelde soms objecten of liet ze herstellen. Tegelijk verkoos hij ook om bepaalde schade intact te laten, bijvoorbeeld bij leder, en wel “wanneer de tijd toegevoegde waarde heeft”. Zo verwoordde hij die keuze in het interview met tapisplein 2007. Kruithof had dus de bedoeling om gebruikssporen zichtbaar te houden. Het merendeel van de objecten toont inderdaad gebruikssporen. In het HUIS VAN ALIJN en het MAS zijn geen objecten gerestaureerd.

4) UNICITEIT De uniciteit van de Collectie Jaap Kruithof zit in het feit dat de verzameling komt van een filosoof die zijn filosofisch gedachtegoed verbond met zijn verzameling. De objecten van de Collectie Kruithof zijn vermoedelijk meestal niet uniek, maar dat is niet diepgaand onderzocht: Uniciteit van de collectie De Collectie Jaap Kruithof lijkt op twee soorten verzamelingen, ten eerste op cultuurhistorische verzamelingen met alledaagse voorwerpen uit de 19de en 20ste eeuw in en buiten musea in België en wellicht ook West-Europa, ten tweede op artistieke installaties met alledaagse voorwerpen. De uniciteit van de Collectie Jaap Kruithof ten aanzien van deze twee types collecties is dat het een verzameling is van een filosoof. De Collectie Jaap Kruithof vertoont verwantschap met een aantal museale cultuurhistorische collecties van dagelijkse objecten in België. In zijn eerste verzamelfase richtte Kruithof zich op eenvoudige, oude objecten uit West-Europa uit de jaren 1850-1930. Daarom lijkt een deel van zijn collectie op de verzamelingen van heemkundige en historische musea. Het geheel van de Kruithofcollectie, ook de meer recente objecten verzameld in de tweede fase, is meer verwant met de collecties die vanaf einde 19de eeuw ontstonden als collecties nationale volkscultuur en vanaf de jaren 1970 evolueerden tot alledaagse cultuur en biografische collecties, zoals de collecties van het Huis van Alijn, Bokrijk, Volkskundemuseum Brugge, Musée de la Vie Wallonne en het deel van de MAS collectie dat afkomstig is uit het vroegere Volkskundemuseum Antwerpen. Wellicht zijn delen van de collectie Kruithof ook verwant met meer thematische cultuurhistorische musea, zoals de musea over tabak, oude technieken en andere.6 Onze steekproef, in BIJLAGE 2, toont alvast dat er een overlap is van objecten uit de Collectie Jaap Kruithof met zowel algemene collecties alledaagse cultuur als met thematische collecties. Ongeacht de invalshoek, maken vrede en materiële welvaart sinds 1945 het in West-Europa verhoudingsgewijs voor veel meer mensen mogelijk om verzamelingen aan te leggen en goed te bewaren. Het verzamelen is gedemocratiseerd en betreft steeds meer objecttypes, ook allerlei industrieel geproduceerde items. De grote verscheidenheid van cultuurhistorische privéverzamelingen met dagelijkse objecten werd zichtbaar dankzij het project Nooit Genoeg van tapisplein in 2008.7 6

Over de evolutie van collecties met dagelijke objecten in Vlaanderen, zie: Bert De Munck en Werner Van Hoof, red. De poppen aan het dansen. Honderd jaar volkskundemuseum. Nieuwe visies of erfgoed en musea. Nijmegen, Vantilt, 2007; Agentschap Kunsten en Erfgoed, Met nieuwsgierige blik. Collectievorming en aankoopbeleid in Vlaanderen. Brussel, 2010; Hilde Schoefs, red. Bokrijk. Vandaag gisteren morgen. Over de dynamiek der dingen. Veurne, Hannibal, 2018. 7 tapisplein, Nooit genoeg. Over verzamelen en verzamelaars. Tielt, Lannoo, 2008.


15 Een belangrijk verschil tussen de Collectie Jaap Kruithof en vele cultuurhistorische collecties is dat de Collectie Jaap Kruithof minder gedocumenteerd is en dat Jaap Kruithof ook niet in de eerste plaats een documentaire ambitie had. Zo werd in het MAS vaak geopperd dat de gelijkenis tussen de collectie van kunstenaar Max Elskamp (1862-1931), die deel is van de MAS collectie, en deze van Jaap Kruithof groot is. Beide verzamelaars hadden natuurlijk een interesse in dagelijkse objecten. Bij Max Elskamp, grondlegger van het Museum voor Folklore Antwerpen in 1907, is de ambitie om het object zelf te documenteren veel meer uitgesproken dan bij Jaap Kruithof. Daarop wijst de minutieuze nummering en beschrijving van objecten in de eerste catalogus van Max Elskamp.8 Zowel het immense aantal alledaagse voorwerpen als de filosofische concepten waarmee Jaap Kruithof de collectie omringde, doen denken aan een aantal hedendaagse kunstinstallaties met alledaagse voorwerpen. Zoals Kruithof thematiseren meerdere kunstenaars, in eigen land en internationaal, de consumptiecultuur. Andere kunstenaars werken binnen andere concepten met dagelijkse objecten.9 Eén voorbeeld is de Duitse kunstenaar Karsten Bott, die zelf een grote verzameling consumptievoorwerpen heeft en die in wisselende installaties inzet.10 Een verschil tussen de Collectie Kruithof en kunstinstallaties is dat de visuele intentie om met objecten en beelden betekenis te creëren en te performen, bij Jaap Kruithof minder uitgesproken.

Regale, Karsten Bott, 2015. Installatie in het Historisches Museum Frankfurt (foto HMF)

Er is daarnaast ook een zekere gelijkenis tussen Museum Primrose en het Museum of Innocence in Istanbul van schrijver Orhan Pamuk. Dat museum toont alledaagse objecten en geeft ze betekenis vanuit een fictief verhaal. Net als in Museum Primrose ontbreken ook hier dus cultuurhistorische beschrijvingen. De eigenheid en uniciteit van de Collectie Jaap Kruithof ten aanzien van deze twee types collecties is dat het een verzameling is van een filosoof, die weliswaar niet louter verzamelde omdat 8

We kunnen de catalogus van 1907 niet vergelijken met een hedendaagse inventaris, maar er spreekt een grote ambitie uit om objecten en zo ‘Vlaamse folklore’ te documenteren: Vereniging tot bewaring der Vlaamsche Volksoverleveringen, Museum voor Folklore. Naamlijst der Verzamelde Voorwerpen. Antwerpen, 1907 (2816 objectbeschrijvingen). 9 Zie onder meer: Nicolas De Oliveira, Nicola Oxley, Michael Petry red. Installation art in the new millenium. Thames & Hudson, 2003. 10 Over het werk van Karsten Bott: Historisches Museum Frankfurt, Gleiche Vielfache. Karsten Bott, 2015; http://www.karstenbott.de/ (geraadpleegd 11/2/2019).


16 hij filosoof was, maar wel zijn filosofische gedachtegoed verbond met zijn verzameling. Binnen België is ons geen andere verzameling alledaagse voorwerpen van een filosoof uit de 20ste eeuw bekend. Uniciteit van de objecten Dit waarderingsonderzoek reikt niet ver genoeg om te bepalen welke objecten uit de Collectie Jaap Kruithof mogelijk historisch of artistiek gezien uniek zijn. De Collectie bevat vermoedelijk een klein aantal objecten die weinig in bestaande verzamelingen voorkomen, omdat ze door hun onopvallende karakter tot nu niet worden beschouwd als erfgoed. In de eerste fase, van 1973 tot 1985, verzamelde Jaap Kruithof als ‘antiquair’ eenvoudige, oude voorwerpen uit de jaren 1850-1930. Mogelijk zitten er daarom enkele zeldzame, oudere voorwerpen in de collectie. Kruithof sprak in 2007 zelf van zeldzame 18de eeuwse knikkers. Deze hebben we niet teruggevonden in de collectie.11 Maar vermoedelijk is de rol toiletpapier van Noral (Papier de Toilette de Qualité Supérieure Fabriqué en Belgique) van voor 1950 uit doos 28 ook zeldzaam. Toiletpapier lijkt immers niet aanwezig in andere Vlaamse erfgoedcollecties, zoals we tonen in BIJLAGE 2.

Collectie Jaap Kruithof, doos 28 (foto MAS) Toiletpapier van het Belgische merk Noral, vermoedelijk van voor 1950

In de tweede fase, vanaf 2000, verzamelde Kruithof meer hedendaagse, eenvoudige voorwerpen. Deze voorwerpen zijn niet zeldzaam, omdat ze nog volop voorkomen in het actuele dagelijkse leven. Enkele van die objecttypes, zoals goedkope doosjes met potpourri uit de jaren 1980 of 1990, zitten echter voorlopig weinig of niet in erfgoedcollecties. Dat tonen we in BIJLAGE 2. Of aan de herkomst, het ensemble, de toestand en de uniciteit van deze collectie een meerwaarde kleeft, bespreken we in wat volgt.

11

Interview tapisplein 2007; Mestdagh, “Verzamelend op zoek naar de ziel”, 77.


17

2) FILOSOFISCHE WAARDE EN POTENTIEEL

Museum Primrose, Kelder B, 2009 (foto van Philip Boël). In kelder B hing Jaap Kruithof op : “Dit museum is het vervolg van mijn Dingen-boeken”.

De grootste waarde van de Collectie Jaap Kruithof is de filosofische waarde en dit geeft de collectie ook een groot filosofisch potentieel. Dat beargumenteren we hier door eerst te bespreken wat Kruithof dreef bij het verzamelen en hoe hij tot denken kwam bij zijn collectie en door vervolgens in te gaan op het filosofisch potentieel van de collectie.

1) WAT DREEF DE FILOSOOF? Jaap Kruithof begon niet te verzamelen vanwege zijn filosofische gedachtengoed. Hij begon vanuit emotie te verzamelen in 1973, na het overlijden van zijn vader. Hij had ook een grote emotionele drive om te blijven verzamelen tot het einde van zijn leven. Hij noemde zelf het verzamelen een “tegengewicht” voor zaterdag en zondag om niet altijd in de wereld van de filosofie te zitten. Mogelijk compenseerde vanaf 2005 het verzamelen ook de eenzaamheid die hij ervoer als weduwnaar.12 We komen erop terug bij de bespreking van de emotionele waarde. Jaap junior Kruithof, zoon van Jaap Kruithof, verwoordde de band tussen het verzamelen en de filosofie als volgt: hij vond het natuurlijk leuk om dingetjes te zoeken op de markt en dan ben je filosoof en dan kun je achteraf heel goed analyseren waarom je dat nu gedaan hebt 12

Over die drijfveren: VRT Het Beste Moet Nog Komen, 2006; VRT Mezzo 2008; Interview tapisplein 2007; Gesprek met Karen, Jaap en Marc Kruithof; Gesprek met Sylvia Traey.


18 sommige mensen zeggen dat die filosofie eerst was en dat hij dan van daaruit daar geloof ik niks van hij deed dat graag dat wil niet zeggen dat die uitleg niks waard is maar je moet de volgorde zien daarmee is het begonnen Dat filosofische kader voor de collectie begon Jaap Kruithof te formuleren vanaf de jaren 1990. In interviews en publicaties verbond hij de collectie duidelijk met zijn ecologische maatschappijkritiek en zijn fascinatie voor de menselijke vormschepping en de mens als zingever. Kruithof vond als filosoof aanvankelijk inspiratie in Hegel en Marx.13 Rond 1985 volgde hij een internationale trend in de filosofie en kreeg aandacht voor de ecologische problematiek. Hij evolueerde van het antropocentrisme naar een nieuwe ontologie die hij ecocentrisme noemde, waarin de mens wel de zingever, maar niet het middelpunt van de kosmos is en hij zich verzet tegen het instrumentaliseren van de natuur door de mens. Dat keerpunt komt naar voor in zijn boek De mens aan de grens (Berchem, Epo, 1985) en ook in zijn Dingen-boeken vanaf de jaren 1990. Voor de collectie zijn deze Dingen-boeken belangrijk, want Kruithof noemde zijn museum het "vervolg van zijn dingen-boeken”. 14 Omgaan met de dingen (1991), Ingaan op de dingen (1992) en Doorgaan met de dingen (1994) zijn drie bundels met columns en essays over allerlei actuele thema's. De thema's bewaren en waarderen worden in elk boek wel wat meer uitvoerig behandeld. De band met de collectie komt het meest naar voor in de volgende teksten: De column "Bewaren en weggooien" in Omgaan met de dingen (1991) is kort en krachtig. Kruithof begint met het niveau van het huishouden en spreekt als een verzamelaar: “Sommigen zijn zo dom mooie ouwe dingen – foto’s, kinderboeken, de schoolschriften van Oma of het scheermes van Opa – aan de vuilnisauto toe te vertrouwen”. Dan gaat hij over op het niveau van de hele samenleving. Het is onmogelijk te bepalen wat historici in 2050 zullen willen uitzoeken, maar alles bewaren is “ondoenbaar omdat je daarvoor plaats nodig hebt”, zo argumenteert Kruithof. Selectie dringt zich dus op. Maar weggooien veroordeelt Jaap Kruithof sterk. Dat is onzorgvuldig behandelen en mensen kunnen daar eveneens het slachtoffer van zijn. “In onze tijd is de Westerse samenleving uitgegroeid tot een machine die alles wil verbruiken en daarna weggooien”, betoogt hij, om te eindigen met een pleidooi voor recyclage. Dezelfde gedachten zijn meer uitgewerkt in het essay "Bewaren" in Ingaan op de dingen (1992). Daarin onderscheidt hij drie werelden. De eerste wereld is die van het steeds sneller produceren en consumeren, in fabrieken, warenhuizen, ziekenhuizen, de beurs e.a. De tweede wereld conserveert al wie niet productief is en omvat gevangenissen, scholen, rusthuizen e.a. De derde wereld is het archief van de eerste wereld. Hoe meer vernietiging in de eerste wereld, hoe krampachtiger de poging om die wereld te archiveren en reproduceren. Dat heeft risico’s, want de derde wereld kan een vlucht worden, waarbij de koppeling met de eerste wereld verloren gaat. Het archief verschijnt hier dus als een soort opium. Kruithof pleit voor een ander soort bewaren, niet om het oude te verheerlijken, maar omdat we “moeten hergebruiken in plaats van weggooien. …. de natuur moet in zichzelf de mogelijkheid behouden om de schade die haar door de mens wordt berokkend, ongedaan te maken.” Vanaf 1992 verschijnt de collectie af en toe op de Vlaamse radio en televisie.15 Ook in deze interviews legt hij telkens het verband tussen zijn “ecologische bui” en zijn verzameling. Dat doet hij opnieuw in 2007, in het gesprek met tapisplein: 13

Over Hegel en Marx als inspiratiebron, zie onder meer: Kruithof, “Arbeid en Lust I. Inleiding” in : Jaap Kruithof. Teksten voor de toekomst, pp. 32-38. 14 Huis van Alijn, Omgaan met de dingen; Gids Museum Primrose, 2005, p. 5. Deze uitspraak hing ook op in Museum Primrose. 15 In de VRT televisieprogramma’s Ten Huize van 1992, Histories 1999 en De Zeven Hoofdzonden in 2001 en in de VRT radioprogramma's Het Beste Moet Nog Komen 2006 en Stories in 2008; Interview tapisplein 2007.


19

een beschouwing is ook nog wat drijft mij in het geheel dus geen geld, geen dure dingen eerst was ik gedreven door woede omdat in mijn buurt ik heb heel veel uit de vuilnisbakken gehaald zij vonden het de moeite niet om het te bewaren, en ik vond het fantastisch om het te bewaren en ik zeg hoe kan dat nou dat mensen zo verschillend zijn? hoe komt het dat die mensen dat allemaal niet meer mooi vinden en dat ze dat weggooien ze hebben nog geen eens het idee om het terug te gaan geven of om eens te zoeken zoeken, honderd kilometer verder is er daar niet iemand … Kruithof betoogde vanaf de jaren 1990 meermaals dat hij verzamelde wat anderen niet wilden bewaren en verbond zo zijn ecologische kritiek en zijn collectie. Zo beweerde hij in 1992, 2007 en 2008 dat hij dingen verzamelde uit de vuilnisbakken van zijn buren.16 Volgens zijn kinderen is dit retoriek en gebeurde het niet frequent. Zij zagen wel dat Jaap Kruithof vanaf de tweede verzamelfase (2000-2009) meer afgedankte objecten begon te verzamelen en verklaren dat vanuit zijn ecologische kritiek. Karen Kruithof zegt dat de ambitie veranderde van “mooie dingetjes” verzamelen met zijn broer, in de eerste verzamelfase, naar “wegwerpdingen” een tweede leven te geven in een andere context. Naast zijn woede over de wegwerpcultuur werd Jaap Kruithof naar eigen zeggen ook gedreven door een fascinatie voor “de enorme diversiteit van het menselijke kunnen” (Museumgids p. 6 ter), door de menselijke inventiviteit en de mens als waarderend wezen. Collega’s en vrienden van Jaap Kruithof die Museum Primrose één of meerdere keren zagen, zoals Rik Pinxten, Ine Pisters, Johan Braeckman en Philip Boël herinneren zich goed deze fascinatie. Rik Pinxten zag de collectie vooral als een veruitwendiging van deze interesse en veel minder als een consistente kritiek op de kapitalistische wegwerpcultuur. Anderen zien een verband met zijn kritiek op de consumptiemaatschappij.17 Ine Pisters stelt het zo: de selectie is tegelijk een kritiek op het consumeren, op de overdaad, massaconsumptie maar anderzijds met heel veel liefde en fascinatie voor de mens maar ook echt een subjectivering van hoe mensen hun eigen leven maken hun eigen waarden ontwikkelen ja en dan kom je op die basisfascinatie van Kruithof zelf het is onwaarschijnlijk wat mensen allemaal bedenken een grote liefde voor menselijke creativiteit en anderzijds uitbuiting en verspilling in systeem van massaconsumptie en het leidt mensen af van de werkelijkheid het is dubbel Hoe hij die twee kritieken precies combineerde, heeft Jaap Kruithof inderdaad niet uitgeschreven. Een klassiek idee in het marxisme is dat de massageproduceerde consumptie16

Over de vuilnisbakken sprak hij in: Ten Huize Van 1992, Interview tapisplein 2007 en Stories 2008. Gesprekken met Philip Boël, Rik Pinxten, Johan Braeckman, Ine Pisters; “Drie prullaria” in : Rik Pinxten, Ronald Commers, Luc Desmedt, red. Jaap Kruithof. Teksten voor de toekomst. Berchem, Epo, 2012, pp. 305309. 17


20 goederen mensen vervreemden van de realiteit en de ongelijke productieverhoudingen maskeren. Ondanks zijn marxistische inspiratie, wijkt Kruithof daarvan af door menselijke creativiteit toe te kennen aan seriegeproduceerde dingen en door die banale dingen op zich waarde toe te kennen, om vervolgens te betogen dat ze niet mogen worden weggegooid. Ook andere intellectuelen binnen en buiten het marxisme hebben het klassieke idee van vervreemding bekritiseerd, maar daar verwijst Kruithof niet echt naar. Kruithof heeft het filosofische kader rond zijn collectie geschetst in korte essays en in interviews, maar niet uitgewerkt in een diepgaande studie. Kruithof is dan ook altijd minder een boeken-filosoof dan een filosoof-maatschappijcriticus geweest. Daarom heeft hij zijn collectie niet met voetnoten omringd. Hij heeft ze vooral ingezet als statement.18 Volgens filosoof Johan Braeckman komt dat statement hier op neer: bewaren om duidelijk te maken dat er een soort dimensie in zit waar andere mensen achteloos aan voorbijgaan zoals een kunstenaar die een leeg blikje cola schildert dat op straat ligt

2) BRON VAN GEDACHTEN VOOR KRUITHOF De filosofische waarde en het filosofische potentieel van de Collectie Jaap Kruithof leiden we ook af uit de wijze waarop Kruithof zelf dagelijks met zijn 10 000 dingen omging. Alles wijst erop dat de verzameling hem voortdurend op gedachten bracht. Zo hing Kruithof geen labels bij de objecten in Museum Primrose, maar wel losse gedachten bij de rekken, van grappig tot erg scherp. Die stonden terecht centraal in de tentoonstelling en publicatie van het Huis van Alijn in 2009.19

Foto’s van de gedachtenzinnen in Museum Primrose (foto Huis van Alijn): Gezelle was een bekrompen reactionnair Sans-souci s’amuse avec sans-culotte Onzegbaar groots in het leven

Daarnaast vonden we bij het uitpakken van doos 121 een handgeschreven tekst van Jaap Kruithof bij het beeldje van een uil. De de tekst verwijst naar vroegere ideeën van Kruithof over de mens als zingever en het ecocentrisme waarin de mens niet centraal staat in de kosmos, maar is wel concreet gericht naar het uiltje.

18

Gesprekken met voormalige collega’s Johan Braeckman en Ronald Commers. Over marxisme, massaconsumptie en verzamelen: Gesprekken met Octave Debary en Marc Jacobs; Demunck, Bert, “Kennis zonder macht. Hedendaags verzamelen in historisch perspectief” in tapisplein, Nooit genoeg, pp. 48-55. 19 Huis van Alijn, Jaap Kruithof. Omgaan met de dingen, pp. 112-140.


21 Uiltje spreekt: De sleutel tot een vredige vreugde ligt Hier besloten – niet Daar. In de aanraking tussen Jij en Ik openbaart zich de zin van het leven. Ik, niet als de collectie van willekeurige driften en gedachten, maar als betekenaar, als waardeerder van dat wat is. Dat wat is is meer dan Ik. Het ontsnapt me in zijn totaliteit, maar ik ben er altijd mee verbonden. Jij, jij bent wat is, verbonden met het spreken. Jij spreekt. Spreek! In jouw aangezicht, in jouw gelaat ontwaar ik betekenis en het ligt aan mij, mijn uitverkoren taak die enkel Ik kan vervullen, om die betekenis te ontwaren, te ontcijferen. Handgeschreven tekst van Jaap Kruithof bij het beeldje van een uil in doos 121 (foto MAS)

Ook in het lange interview met tapisplein in 2007 en in het gesprek met Friedl Lesage in 2008 besteedt Jaap Kruithof minder tijd aan het beschrijven van zijn verzameling dan aan argumentaties over objecten en over de verzameling als geheel. In 2007 legt hij uit hoe hij kan nadenken over het waarom van regelmatige en onregelmatige patronen. Hij provoceert zijn gesprekspartners ook bij oude ijslepels en andere voorwerpen door het beklemtonen van het nutteloze van de verzameling: want de meeste mensen… die hebben maar één benadering van de realiteit en da’s utilitair en die overladen mij daarmee die vragen als ze hier komen, dan vragen ze de hele tijd ‘waarvoor dient dat’ dan zeg ik ‘voor niks’ ‘waarvoor dient dat’ ‘voor niks’ om ze te pesten om dat eruit te krijgen ze zeggen nooit ‘oh dat is een leuke, originele vorm’ … maar ik zeg niet ‘waarvoor dient het’ want het dient voor niks In 2008 leidt hij voor het radioprogramma Stories een journaliste rond in Museum Primrose. Met verwondering loopt de journaliste rond in de kelders. Jaap Kruithof benoemt objecten, maar beschrijft ze niet echt. Hij daagt liever uit met uitspraken als: mensen versieren alles, omdat ze dood gaan ik verzamel de wereld … om niet dood te gaan alles gaat dood over vijf miljard jaar bewaren gaat dus niet het is een contradictie


22

3) BRON VAN GEDACHTEN VOOR ANDEREN Jaap Kruithof werd in Museum Primrose dus gestimuleerd tot denken. Heeft de Collectie Kruithof ook filosofisch potentieel voor anderen? Alle gesprekspartners ervaren dat de visuele elementen van de collectie samen met het gedachtegoed van Jaap Kruithof kunnen aanzetten tot denken, zowel rond de maatschappijkritiek van Jaap Kruithof op massaconsumptie en wegwerpcultuur, als rond waarderen, bewaren en musea. Dat laatste thema overweegt bij de gesprekspartners uit de buurlanden, die Jaap Kruithof niet zelf gekend hebben. Het filosofische potentieel hangt niet enkel rond deze collectie vanwege de biografie van Jaap Kruithof, maar zit ook visueel in de Collectie Kruithof als ensemble. Belangrijke visuele elementen die de gesprekspartners opvielen en aan het denken zetten, bij het zien van de foto’s van Museum Primrose van 2009, zijn de veelheid van de objecten, de nederigheid van de objecten, de gelijkwaardige nevenschikking van allerlei soorten dingen, de gebruikssporen van de meeste objecten en de gedachtenbriefjes van Jaap Kruithof bij de rekken. Marc Jacobs vergeleek de eclectische Kruithofcollectie met het 16de – 17de eeuwse Europese rariteitenkabinet, dat nog niet beperkt was tot één wetenschappelijke discipline en conservaties tussen intellectuelen ondersteunde. Heeft de Collectie Kruithof vandaag een vergelijkbaar filosofisch potentieel? Kritiek op de consumptiemaatschappij Heel wat reflecties van onze gesprekspartners, vooral van de Belgische sprekers, bouwden verder op de marxistische en ecologische kritiek van Jaap Kruithof. Werner Van Hoof, eerder conservator van de collectie Volkskunde (dagelijkse cultuur) van het MAS, weet nog goed wat zijn eerste indruk van Museum Primrose was: toen ik die collectie zag dacht ik van, wij maken toch een hoop spullen een overweldigend gevoel waarom maken we dat en waarom kopen we dat? “Grotesk” en daardoor provocatief,dat is wat Els Veraverbeke, Huis van Alijn, ziet in de massale hoeveelheid: ik vind dat hij een duidelijk filosofisch verhaal heeft dat meespeelt in die collectie ik lees daar toch een aanklacht tegen weggooien in het feit dat hij het zo maniakaal deed onderschrijft voor mij die schreeuwerigheid hoe grotesker zo’n collectie, hoe beter Filosoof Ronald Commers en kunstenaar Benjamin Verdonck kwamen in een gesprek tot de volgende gedachten over massaconsumptie, vervreemding en verloren gegane relaties: Ronald Commers: 1929 (geboortejaar Kruithof) is het jaar van de grote crisis die volgt op wat in 1900 begonnen is namelijk die enorme expansie van koopwarenproductie eigenlijk is het in 1870 -1890 begonnen dan gaat men geleidelijk aan over op massaproductie wat daarvoor niet bestond … hoe meer je produceert hoe goedkoper elk apart ding wordt en daar heeft natuurlijk deze collectie wel mee te maken


23 waardoor het thema van de vervreemding het loskomen van wat is de waarde, de emotionele waarde van elk object Benjamin Verdonck: maar die objecten die zijn naar mijn gevoel niet zozeer een illustratie van die massaconsumptie er zijn veel voor de hand liggendere objecten om dat mee te illustreren heel veel van die objecten zijn allee dat is heel verschillend dat zijn inderdaad plastieken popjes die een illustratie zouden kunnen zijn maar dat zijn ook souvenirs die gemaakt zijn in Indonesië of misschien in China en dan geïmporteerd naar Indonesië voor mij gaat het veel meer over de verloren gegane relatie die iemand ooit tot dat object heeft gehad Ronald Commers: ik kan je wel volgen maar ik vind dat je de twee niet kunt losmaken dat hij daar dan inderdaad waarschijnlijk aan gedacht zal hebben ik denk dat dat wel klopt dat hij precies ook aan die relatie van wat daar achter steekt dat hij dat wel heeft samengekoppeld met .. de ongevoeligheid die mensen hebben ontwikkeld maar dat is dan door hun consumptiecultuur de ongevoeligheid die gegroeid is wat dan vervreemdend is 'het interesseert mij niet meer' en men ziet niet dat … De Franse antropoloog Octave Debary, die Jaap Kruithof niet vooraf kende als filosoof, is onder de indruk van de veelheid van de collectie en vraagt zich spontaan af of Kruithof misschien een religieuze achtergrond had, zoals enkele andere verzamelaars die hij kent. Hij bestempelt Kruithof als een “berger des objets” en verbindt dat met het ecocentrisme van Kruithof waarover we hem kort informeerden: evidemment, c'est pas l'arche de Noë, mais c'est ça aussi les musées quoi il y a quelque chose à sauver, peut-être pas forcément de la fin du monde mais en tout cas quelque chose qui va disparaître et qu'il faut sauvegarder … et passé du marxisme à l'écologie, c'est aussi une possibilité de penser le renversement, sur la question du salud, du salud aussi de la terre, qui passe aussi par quelque chose qui a été sauvé du côté des gens, mais aussi de la terre et de la matérialité des objets Hier komt Octave Debary verrassend genoeg dichtbij de volgende indrukwekkende uitspraak van Jaap Kruithof uit 2007 over de reden van zijn verzameling : dat religieuze zit in het bewaren dat zit er bij mij in maar ik kan het niet allemaal goed uitleggen maar ik wil ergens iets dat ik denk dat heel waardevol in de kosmos is of voor de planeet dan wil ik dat niet kapotgemaakt hebben


24

Waarderen, bewaren en musea Kunstenaar Wesley Meuris beklemtoonde dat de open vraag rond waarde de kracht van collectie lijkt. De veelheid, de nederigheid en de nevenschikking van allerlei soorten objecten nodigen uit tot dat fundamentele denken over de waarde van dingen. Annemie Geerts, van de kunsteducatieve organisatie De Veerman, formuleert het zo: er zit een mega-boodschap in deze collectie door context te veranderen ook de betekenis van het voorwerp veranderen dadaïsten spelen daar ook mee: mag het wel of niet die status krijgen? dat zijn filosofische vragen Curator Stef Van Bellingen vergelijkt het spelen met banaliteit en waarde van Paul Van Ostaijen en Kruithof: ik had die zin ook nog opgeschreven van Paul Van Ostaijen dag ventje met de fiets op de vaas met de bloem bloem bloem dat is dus onwaarschijnlijk banaal wat moet je hier nu van zeggen dat ligt hier bijna volledig in die bloem bloem zo'n vrijheid dat die neemt maar er is geen enkel merkwaardig woord wat hier in zit dus fiets vaas bloem ik bedoel ja dat is even onnozel als veel van die objecten die daar in zitten en toch krijgt dat een waarde of een betekenis zo dat is omdat wij de aandacht erop vestigen Museoloog Peter Van Mensch ziet goed voor zich hoe met deze collectie in een museum vragen rond waarderen en bewaren kunnen worden gesteld aan het publiek: bijvoorbeeld als een stukje van dit kopje afgaat, gooi ik dat dan weg? of heeft dat toch nog een andere betekenis waardoor ik het wil bewaren? … ik vind dat de uitdaging in musea is om met de mensen daarover in gesprek te gaan in de basis zijn dat de heel fundamentele museologische processen musea maken keuzes we mogen trots zijn op het eigen kunnen van het museum maar tegelijkertijd mogen we dat ook wel bespreekbaar maken het zou een ontzettend bruikbaar hulpmiddel zijn om museologische basisvragen ter discussie te stellen Gelijkaardige ideeën komen uit de andere gesprekken met museumcollega’s uit het MAS en uit binnen – en buitenland.20 Sophie De Somere, artistiek leider van Onbetaalbaar, ziet hetzelfde potentieel om manieren van classeren en waarderen in vraag te stellen door mensen uit te dagen volgens hun logica een ander sorteringssysteem in te zetten.

20

Gesprekken met: Renate Flagmeier en Imke Volkers, Museum Der Dinge Berlijn, Nina Gorgius Historisches Museum Frankfurt, Hans Piena Nederlands Openluchtmuseum, het MAS team, Annemarie de Wildt, Amsterdammuseum.


25

4) ONTWIKKELPOTENTIEEL van de FILOSOFISCHE WAARDE en het verband met ensemblewaarde en museale waarde Als het gaat over de filosofische waarde, is het duidelijk dat de waarde van de Collectie Jaap Kruithof zit in het ensemble of alvast een veelheid van de objecten, en niet in de individuele objecten. Om de filosofische waarde van de collectie te behouden en te versterken is het daarnaast belangrijk een eclectische geheel van meer en minder banale dingen te behouden, of anders gezegd de randomness van de collectie, want die zet aan tot denken. Ook de gedachtenbriefjes, de tekst “Uiltje spreekt” en de Museumgids 2005 zijn deel van de filosofische waarde van de collectie. Anders gezegd is het voor de filosofische waarde en het filosofische potentieel belangrijk dat de band tussen de verzamelaar en de verzameling goed gedocumenteerd en bewaard wordt. Zoals meerdere gesprekspartners stelden, zouden we tegelijk moeten vermijden dat we de collectie te sterk canoniseren als de collectie van Jaap Kruithof en enkel om die reden bewaren en tonen, want dat staat een provocatieve werking rond de waarde van dingen in de weg.21 Jaap Kruithof zei dat zelf in 2007: het moet over de dingen gaan niet over degene die het per ongeluk bij elkaar legt dat is antropocentrisch als je mij pakt als onderwerp van gesprek en als je de dingen neemt, ben je ecocentrisch De collectie en de gedocumenteerde band met de verzamelaar zet aan tot vele mogelijke reflecties over de waarde van dingen. Uit de publicaties en statements van Jaap Kruithof zelf en uit de voorbije gespreksronde komen alvast volgende thema’s naar voor: - Impact van consumptie op de planeet; de grondstoffen van objecten, de verhoudingen tussen werelddelen wat betreft grondstoffen en consumptiegoederen - De mens als creatieve vormgever en zingever - Functie versus vorm - Marktwaarde versus andere waarden - Wat bewaren musea en welke classificaties brengen ze aan tussen objecten en waarom - Alternatieve classificaties van dingen - Wat bewaren we persoonlijk wel en niet; objecten als sporen van verloren gegane relaties Presenteren en interactief werken rond de waarde van dingen kan zowel in een museum als daarbuiten. Zo denken we aan enkele recente theaterstukken en andere kunstinitiatieven rond dit thema, zoals de performance Oblivion van Sarah Vanhee, verschillende performances van Otobong Nkanga rond grondstoffen, projecten als Oplichten van het makerscollectief Onbetaalbaar, die hopen materialisme en emotie te verbinden.22 Er zijn ook vele mogelijkheden in het onderwijs en de socioculturele sector van verenigingen, buurtwerking, teambuildings en andere om met de Collectie Jaap Kruithof het debat over de waarde van dingen aan te wakkeren. Annemie Geerts van kunsteducatieve organisatie De Veerman denkt aan teambuildings en andere groepsessies: herkennen dat spullen die je zelf hebt in een collectie zitten gerichter kijken totdat je merkt dat alles met alles te associëren valt en dat het een keuze is van hoe je het samenbrengt 21

22

Gesprek met Hilde Schoefs; Gesprek met Werner Van Hoof, Jan Grieten en Leen Huet.

http://www.sarahvanhee.com/oblivion (gezien 11/2/2019); https://www.onbetaalbaar.com/licht-op/ (gezien 11/2/2019); http://www.otobongnkanga.com (gezien 11/2/2019)


26

Echter, zoals eerder gesteld, is werken rond het thema ‘bewaren’ in musea zelf bijzonder relevant, omdat dit raakt aan de kern van de museale praktijk. In musea kan de collectie ten eerste als installatie toelaten om te filosoferen met kinderen en volwassenen, zoals velen voorstellen. Nina Gorgus ziet dit potentieel in de Collectie Jaap Kruithof, omdat ze denkt aan hoe de installatie van Karsten Bott in het Historisches Museum Frankfurt werkt naast de vaste historische tentoonstelling daar: it is more a discussion… it is more inside a network of reflections if you do not have legends, you can start to reflect I think people, visitors do not think 'oh this is art' they look at the objects it is very enigmatic, it is attractive second, they realize: oh it is art Anderen schuiven naar voor dat deze ongedocumenteerde collectie met filosofische waarde niet alleen vragen kan oproepen, maar ook kan verrijkt worden door “open source” betekenisgeving, via tagging bijvoorbeeld. 23 Tags kunnen over feiten gaan, maar ook over fictie, over schoonheid, emoties of grondstoffen, … Anders gezegd, er kunnen verschillende waarderingen en classificaties uit spreken. Dit kan de klassieke wijze van het waarderen en beschrijven van objecten in een museum relativeren en uitdagen. Stef Van Bellingen ziet het al voor zich: als je zegt 'ik vind dat mooi' dat is gewoon al onbetwistbaar hopelijk komt er een verdere argumentatie bij daar kan iets aan toegevoegd worden door iemand anders sommige objecten zullen blanco blijven omdat niemand daarin geïnteresseerd is waardoor een nieuwe vraag kan ontstaan hoe komt het nu dat niemand daarin geïnteresseerd is maar wanneer beschrijvingen worden gegeven door specialisten … bijvoorbeeld over hardheid van porselein dat is weer een andere benadering die ook niet hoeft onder te doen voor de emotionele projectie van een andere het is een soort van open source, wikipedia met blanco's, met beschrijvingen, met herschrijvingen Een derde voorstel is om kinderen en volwassenen met objecten uit de Collectie Jaap Kruithof zelf te laten werken in het museum en hen selecties en schikkingen te laten maken voor hun “museum”.24 Volgens Hans Piena, conservator van het Nederlands Openluchtmuseum, zou het de zin en onzin van bewaren zeer tastbaar kunnen maken. Hij vergelijkt met een project in zijn museum: wij hebben een groot project gedaan over verzamelen met kinderen de vraag gesteld: als het 2050 was, wat zou jij dan de kinderen van dan willen laten zien van je eigen leven? dat geeft de kinderen ineens een heel diepteperspectief in hun eigen leven het besef dat ze niet meer zullen bestaan, maar hun spullen nog wel … en de functie van een museum als materieel archief

23 24

Gesprek met Stef Van Bellingen, Gesprek Sophie De Somere, Gesprek met Nina Gorgus en Susanne Gessler. Dat kwam uitgebreid aan bod in de gesprekken met Hans Piena, Annemarie de Wildt, Floortje Vantomme.


27 In dit geval zouden objecten uit de Collectie Jaap Kruithof het statuut van gebruikscollectie voor educatie en publiekswerking krijgen en niet het statuut van museumcollectie. De pro’s en contra’s van deze piste bespreken we verder bij punt 6, Museale waarde.


28

3) CULTUURHISTORISCHE WAARDE EN POTENTIEEL

Collectie Jaap Kruithof, doos 4 (foto MAS)

Door het gebrek aan herkomstgegevens en de eclectische samenstelling van de collectie is de cultuurhistorische waarde en het cultuurhistorische potentieel van de Collectie Kruithof als ensemble beperkt. Een aantal objecten uit de collectie hebben door hun onopvallende eenvoud wel een sterk cultuurhistorisch potentieel. Dat beargumenteren we hier door eerst te bespreken hoe Jaap Kruithof verzamelde en de objecten documenteerde, en vervolgens door de objecttypes van de Collectie Jaap Kruithof te vergelijken met de objecten van andere erfgoedcollecties in Vlaanderen.

1) EEN ECLECTISCHE VERZAMELING Jaap Kruithof had in zijn eerste verzamelfase, van 1973 tot 1985, een grote interesse om objecten als getuigen van de Europese cultuurgeschiedenis te verzamelen. Cultuurgeschiedenis (in plaats van geschiedenis) is een logisch begrip om die interesse te verwoorden, want Kruithof selecteerde alledaagse objecten uit het verleden die culturele praktijken uit het verleden kunnen documenteren. Ouderdom en zeldzaamheid vormden toen een belangrijke criterium en hij noemde zichzelf “antiquair”, verzamelaar van antiek. Wat in die keuze meespeelde, was het feit dat hij geschiedenis gestudeerd had. In zijn tweede verzamelfase, van 2000 – 2009, ruilde hij de antiekwinkels- en veilingen in voor de kringloopwinkels en verruimde zijn blik naar hedendaagse objecten en naar voorwerpen van buiten Europa. Dat laatste verklaart de toeristische souvenirs in de collectie. Hij werd minder historicus en meer antropoloog. Hij hoopte met zijn objecten “de ziel van de cultuur” te vatten. Hij wilde niet “de goeie dingen” verzamelen, maar wat typisch en banaal is, zoals dierenbeeldjes die volgens Kruithof de denigrerende gedachten over dieren van de moderne westerse cultuur uitdrukken. Kruithof vond inspiratie in het werk van antropoloog Rik Pinxten om duidelijker voor deze focus te kiezen. Daarnaast motiveerde zijn ecologische kritiek hem wellicht om radicaler hedendaagse banale dingen te verzamelen.


29 Ondanks de interesses in cultuurgeschiedenis en hedendaagse alledaagse cultuur waren vorm en intuïtie ook belangrijke drijfveren voor Jaap Kruithof om objecten te verzamelen. Deze criteria zijn belangrijker geworden in de tweede verzamelfase, toen hij naar eigen zeggen veel meer tijd begon te investeren in het presenteren van de collectie in ‘Museum Primrose’ en zijn passie voor “klank” (muziek) inruilde voor een passie voor “vorm”.25 Daarom is Museum Primrose behoorlijk eclectisch. In de Museumgids van 2005 schept Kruithof schijnbaar orde door het onderscheiden van ruimtes en afdelingen. Bij elke ruimte voegt hij echter ook een rubriek “Allerlei” toe en dat is zichtbaar in de 160 dozen en bundels waarover we vandaag beschikken. Zo zitten er niet alleen rookwaren gegroepeerd in doos 4 (kelder B), maar ook in doos 91 (kelder C) en zitten asbakken, lucifers en pijpen in nog 20 andere dozen (zie BIJLAGE 2). Zoals Octave Debary opmerkte bij de foto’s van Museum Primrose, waren heel wat objecten geschikt volgens objecttype of onderwerp, maar is er geen streven naar volledigheid, geen “souci de collectionner des séries”. Misschien had Jaap Kruithof echt lak aan een al te geordende verzameling, want ook zijn “museum in het museum”, zoals hij de centrale toonkast in zijn serre noemde, is een eclectisch geheel van honderden kleine dingen.26

Museum Primrose, “museum in het museum”, Serre, 2009 (foto van Philip Boël)

2) EEN ONBESCHREVEN VERZAMELING In het tweedehandscircuit van antiekwinkels- en veilingen, rommelmarkten en kringwinkels dragen de meest eenvoudige voorwerpen, die precies Jaap Kruithof interesseerden, doorgaans geen labels met namen van vervaardigers en voormalige gebruikers. Jaap Kruithof verzamelde dus objecten met meerdere vorige levens, maar zonder hun biografie. Ondanks zijn historische en antropologische interesse heeft Jaap Kruithof deze onbeschreven collectie nauwelijks cultuurhistorisch gedocumenteerd, door objecten in de tijd te situeren of de mogelijke vervaardigers en gebruikscontexten te beschrijven. Aanvankelijk maakte Kruithof wel fiches per object, met beperkte informatie: de plaats van aankoop of verwerving en de prijs. Hij zocht toen ook informatie op over de objecten. Hij hield hier na verloop van tijd mee op. In het interview met tapisplein in 2007 verklaarde hij dat filosofie en muziek altijd belangrijker bleven dan het verzamelen: ik moest dan andere dingen laten vallen 25

Interview tapisplein 2007; Gids Museum Primrose, 2005; VRT radio Het Beste Moet Nog Komen, 2006. Gids Museum Primrose, 2005; De objecten van het “museum in het museum” zitten in dozen 16, 38, 43, 52, 55, 81. 26


30 en zo belangrijk was het niet het bleef altijd filosofie was altijd belangrijker dan de verzameling muziek en filosofie was eigenlijk mijn leven maar dit was voor de zaterdag en de zondag een tegengewicht om niet geobsedeerd altijd in diezelfde wereld te zitten Bij zijn overlijden zijn de wel gemaakte objectfiches vernietigd. De kinderen van Kruithof hebben de fiches van de collectie niet bewaard omwille van twee redenen. Ten eerste was het praktisch niet haalbaar om alles te bewaren aangezien de fichebakken veel ruimte in beslag namen die geen van de kinderen ter beschikking had. Ten tweede vonden ze dat wat op de fiches stond bijzonder beperkt was en dus minder belangrijk om te bewaren. Het ging enkel om de aankoopdata, de prijzen en de plaats waar hij het gekocht had. Op het moment dat de collectie naar het Huis van Alijn overging waren de fiches er nog, maar de kinderen dachten niet dat ze belangrijk genoeg waren om mee te geven met de verzameling. Het Huis van Alijn toonde volgens hen niet de interesse of heeft er niets van gezegd, anders hadden ze de fiches meegegeven. De Collectie Kruithof heeft dus geen herkomstgegevens op objectniveau en dat beperkt sterk het cultuurhistorisch potentieel. We kunnen de objecttypes in de collectie gemakkelijk benoemen, omdat het om objecten uit het recente verleden gaat. Het zal echter nooit duidelijk worden waar en wanneer de objecten door Jaap Kruithof zijn gekocht, wat de vroegere gebruikscontexten echt waren, wie de vroegere gebruikers van deze dingen waren en waarom ze die dingen wegdeden. Het zou ook veel onderzoek vergen om de vervaardigers en vervaardigingswijze van deze dingen te achterhalen, omdat een groot deel van de objecten geen merknamen dragen. Marc Jacobs, directeur van FARO, stelde het als volgt: de kracht van de machine is gebroken door het feit dat de fiches niet bewaard zijn daar is iets irreversibel gebeurd dat had nooit mogen gebeuren ‌ dat is actor netwerkanalyse, Bruno Latour dit fungeert als een machine als je de fiches erbij hebt een verzameling heeft macht, als de fiches erbij zitten dan word je meester van de verzameling en kan je daarmee invloed uitoefenen Zoals hierboven beschreven is de beperkte cultuurhistorische waarde niet alleen het gevolg van die vernietigde fiches, maar vooral ook het gevolg van het feit dat Jaap Kruithof ophield met het schriftelijk documenteren van de collectie, omdat hij andere prioriteiten op had.

3) DE WAARDE VAN WAARDELOOSHEID: EYE-OPENER ROND OBJECTTYPES Rond rookwaren en scheergerief biedt de Collectie Kruithof weinig originaliteit ten aanzien van bestaande museumcollecties in Vlaanderen, zoals de steekproef in BIJLAGE 2 aantoont. Ook de andere afdelingen die Jaap Kruithof opsomt in zijn Museumgids van 2005 bevatten op het eerste zicht heel wat thema’s en objecten die in andere Belgische historische en antropologische collecties voorkomen. Die indruk wordt bevestigd bij het openen van de dozen. De Collectie Kruithof bevat honderden decoratieve objecten die de populaire beeldcultuur in de 20ste eeuw documenteren, en de impact van de kunstgeschiedenis daarop met reproducties van schilderijen op asbakken of


31 koekjesdozen. Dat kan echter ook gezegd worden van de collecties alledaagse objecten in het Huis van Alijn en het MAS. De Collectie Kruithof verschilt thematisch dan ook niet radicaal van bestaande verzamelingen met alledaagse objecten. De collectie is vooral bijzonder door de objectttypes rond deze thema’s. Jaap Kruithof verzamelde vanuit zijn filosofische ideeën over “de waarde van dingen”, door het hanteren van een maximumprijs en door de combinatie van rommelmarkten, antiekwinkels, kringloopwinkels en misschien ook de vuilnisbakken vooral wat anderen te weinig ‘waardevol’ vonden om zelf bij te houden. Hij werd daarin radicaler in de tweede verzamelfase en verruimde zijn focus van oude dingen naar meer hedendaagse afgedankte dingen. Daardoor zitten in de collectie heel wat onopvallende voorwerpen die weinigen als erfgoed koesteren, maar die wel typisch waren voor de alledaagse cultuur. Zo vinden we in andere Vlaamse erfgoedcollecties geen oude rol WC papier van het Belgische merk Noral of goedkope potpourri doosjes uit de jaren 1980 en 1990, die we wel vonden bij Kruithof (zie BIJLAGE 2). Een ander voorbeeld zijn de goedkope internationale toeristische souvenirs in de Collectie Jaap Kruithof. In de collecties van het MAS vinden we enerzijds in de wereldculturencollectiecluster voorbeelden van kunstobjecten gemaakt voor de toeristische markt uit Afrika, Azië, Amerika en Oceanië en anderzijds in de Europese en maritieme collectiecluster heel wat postkaarten en foto’s in verband met internationaal toerisme, maar veel minder goedkope toeristische souvenirs.27 Met andere woorden, de eenvoud van de objecten in de Kruithofcollectie is groter dan in andere erfgoedcollecties. Die focus op niet als waardevol bedoelde dingen heeft de Colllectie Kruithof gemeen met archeologische collecties, die ook niet intentioneel bewaard zijn voor ze worden opgegraven. Carl Depauw, voormalig directeur van het MAS, spreekt in dit verband over de “waarde van de waardeloosheid”. Van Jan Grieten nemen we graag het begrip “anti-verzameling” over. Want de meeste musea en verzamelaars verkiezen, vanzelfsprekend binnen het eigen interesseveld, de meer precieuze objecten. Uit de ervaring met participatieve projecten in het MAS weten we dat die voorkeur trouwens ook speelt bij erfgoedgemeenschappen.28 Het grootste cultuurhistorische potentieel van de objecten uit de Collectie Jaap Kruithof is dan ook dat ze documenteren wat tussen 1973 en 2009 in Vlaanderen werd afgestaan aan het tweedehandscircuit en dus uit de mode ging en niet belangrijk genoeg werd geacht om te bewaren. Maar ook rond dit thema is het onderzoekpotentieel van de collectie beperkt. Zo is bij gebrek aan fiches het onderscheid tussen de eerste en tweede verzamelfase van Jaap Kruithof niet zichtbaar in de objecten. We zullen ook nooit te weten komen door wie en waarom de objecten naar het tweedehandscircuit werden gebracht. De Collectie Kruithof is dus geen “krachtige machine” rond dit thema. De collectie is wel een eye-opener wat betreft meer banale objecttypes en biedt inspiratie voor erfgoedprojecten over het tweedehandscircuit.

4) ONTWIKKELPOTENTIEEL van de CULTUURHISTORISCHE WAARDE en het verband met de ensemblewaarde en museale waarde Zoals hierboven gesteld zit de cultuurhistorische relevantie van de Collectie Jaap Kruithof niet in het geheel van de collectie, want daarvoor is er teveel sprake van overlap met andere collecties. Het zijn vooral de meer onooglijke objecttypes die weinig of niet voorkomen in andere collecties. Redeneren we alleen vanuit de cultuurhistorische waarde, dan is het logisch om alleen deze objecten te behouden en op te nemen in museale collecties. Omdat Museum Primrose vele thema’s behelst, zou het vanuit de louter cultuurhistorische invalshoek ook aangewezen zijn om de objecten op te delen tussen thematisch gespecialiseerde erfgoedinstellingen. Dan zou het speelgoed naar het 27

Over deze items in de MAS colllectie: MAS Collectieplan 2017. In de landelijke collecties ontsloten via Erfgoedplus en Erfgoed In Zicht lijken vooral lokale toeristische items aanwezig. 28 Gesprekken met Anne-Cathérine Olbrechts, Stef Van Bellingen, Carl Depauw, Jan Grieten, Octave Debary, Marc Jacobs, Floortje Vantomme, Hilde Schoefs, MAS team.


32 Speelgoedmuseum in Mechelen kunnen gaan en de medische instrumenten naar het Gents Universiteitsmuseum. Ook na het selecteren en thematisch verdelen van deze cultuurhistorisch meest relevante objecttypes blijft het probleem dat de objecten geen herkomstgegevens hebben. Er zijn verschillende manieren denkbaar om de cultuurhistorische waarde van deze objecten te verhogen. Zo kan voor een deel van de objecten via insignes en merknamen toch de producent worden achterhaald en de datering worden gepreciseerd. De gebruikers van de objecten zijn niet meer terug te vinden, maar een museum zou op zoek kunnen gaan naar mensen die dezelfde soort objecten hebben gebruikt en dat gebruiksverhaal bewaren. Omdat het om eenvoudige objecten gaat, is er ook veel potentieel om een groot aantal mensen te betrekken bij het beschrijven van objecten en toevoegen van gebruiksverhalen via crowdsourcing. De afweging die echter moet worden gemaakt, is of dezelfde objecten niet beter ineens op gedocumenteerde en participatieve wijze worden verzameld. Dat vergt misschien minder tijd en middelen. De cultuurhistorische waarde en het cultuurhistorische potentieel motiveren anders gezegd niet om de collectie als geheel op te nemen in een museum en ook voor de meest unieke objecttypes zou verder moeten onderzocht worden of een nieuwe verzamelactie niet relevanter is dan het documenteren van de bestaande objecten. Echter, zoals de meerderheid van de gesprekspartners aangaf, is de cultuurhistorische invalshoek te beperkt om de Collectie Kruithof naar waarde te schatten. Museoloog Peter Van Mensch vindt dat de filosofische waarde rond bewaren veel groter dan de cultuurhistorische waarde en verwoordde dat zo: op zich heb ik er niks op tegen dat conservatoren er eens doorheen gaan dat moet altijd kunnen maar dat is niet de essentie waarom je de collectie hebt


33

4) VISUELE WAARDE EN POTENTIEEL

Museum Primrose, kelder A, 2009 (foto van Philip Boël)

De Collectie Kruithof heeft geen duidelijke artistieke waarde, maar heeft raakvlakken met kunst en heeft visuele kracht door de veelheid. Dat beargumenteren we hier door stil te staan bij de fascinatie van Jaap Kruithof zelf voor vorm, vervolgens bij de visuele kracht van de objecten versus het ensemble van de collectie en bij de gelijkenis en het verschil met artistieke installaties.

1) SPROOKJESKELDER Jaap Kruithof noemde zichzelf geen kunstenaar, maar was op twee manieren gefascineerd door vorm. Bij het verzamelen verkoos hij dingen met een bijzondere vorm en hij werd geboeid door de “menselijke vormschepping”, de “enorme diversiteit van het menselijke kunnen”, zo schreef hij in zijn Museumgids in 2005 (pagina 6 ter). Wat opvalt in dit verband, is dat de collectie in meerderheid decoratieve objecten en speelgoed bevat. Werktuigen en gebruiksvoorwerpen komen zoals gezegd slechts voor in 24 van de 160 dozen en bundels (zie BIJLAGE 2). In 2007 legde hij dat ook uit aan tapisplein. Het ging niet om “grote kunst” , maar esthetiek was wel een grote drijfveer bij het verzamelen. “Want iets echt lelijks, dat koop ik niet graag”, zo stelde hij. De vervaardiging van de objecten speelde in zijn esthetische oordeel een grote rol: de mens interesseert mij, niet de kunst formidabele, ingenieuze mensen die van alles doen


34 Daarnaast investeerde Jaap Kruithof de laatste tien jaar van zijn leven veel tijd in het schikken en herschikken van de objecten in Museum Primrose. Dat noemde hij zelf een zoektocht naar vorm. Deze “vormenkwestie” beschouwde hij na zijn jarenlange passies voor muziek en filosofie als een nieuwe activiteit: en dat is een verrijking voor mezelf omdat ik vroeger zette ik ze allemaal gewoon bij elkaar en nu zeg ik u zult verwonderd zijn staat dat daar goed? dat wordt een echt esthetische zaak wat is het effect als ik dit hier plaats en dat daar dat is helemaal combinatie van voorwerpen da’s zeer ingewikkeld, zeer moeilijk Karen, Jaap en Marc Kruithof herinneren zich dat maken van “tafereeltjes” in het huis in Mortsel, vooral in de tweede verzamelfase, waarin Kruithof ook meer hedendaagse banale dingen verwierf. Ze zien een samenhang met de filosofische keuze voor het ecocentrisme van Jaap Kruithof. Karen Kruithof: dus hij heeft een ontwikkeling van zijn filosofie gehad ook tegen de wegwerpcultuur daar zit een soort parallel in van met zijn broer meegaan naar mooie dingetjes [in de eerste verzamelfase] naar de neiging om tafereeltjes te maken heel ander opzet dan dat dat waardevolle dingen moesten zijn dat dat in zijn sprookjeskelder moest passen als wegwerpding een tweede leven krijgen in een andere context Jaap junior Kruithof: je kon zelfs op den duur een waaier stiften hebben die gewoon voor de kleur stonden op een bepaalde plaats en iedereen weet, die stiften koop je vol in een krantenwinkel hij heeft lege stiften gevonden maar die passen leuk op die plaats

2) DE VISUELE KRACHT VAN DE VEELHEID Enkele gesprekspartners zien net als Kruithof een esthetiek in de aparte objecten van de collectie.29 Hans Piena, conservator van het Nederlandse Openluchtmuseum met een indrukwekkende collectie dagelijkse voorwerpen, lijkt Kruithof op dit punt te volgen: bij ieder huishouden gebeurt zoiets… bij gewone objecten om ons heen: de pen, de bril, het kopje dat daar evengoed een gedachte achter zat en dat die ook een schoonheid en verhaal en een plaats in de geschiedenis hadden dagelijkse voorwerpen van de gewone man zijn evengoed door meesters in het ontwerpen tot stand gekomen

29

Voor een meer uitvoerig verslag van visies over visuele waarde: Dirkx, Ingaan, 74-78.


35 Hans Piena somt hier echter gebruiksvoorwerpen op, terwijl de Collectie Jaap Kruithof overwegend bestaat uit decoratieve objecten in verschillende goedkope 20ste eeuwse stijlen, die soms wel en soms niet visueel aanspreken vandaag. De visuele kracht van de aparte objecten is ook beperkt door de onopvallende eenvoud van vele objecten. Op die meer onooglijke objecten, die meestal geen prioriteit krijgen bij het verzamelen en tentoonstellen, gingen we al in bij het bespreken van de cultuurhistorische waarde. Waar iedereen het over eens is, is dat er een visuele kracht zit in de veelheid van de dingen en het samenplaatsen van de objecten. Gesprekspartners die de collectie zelf ooit bezochten in Mortsel of die de tentoonstelling in het Huis van Alijn in 2009 zagen, beklemtonen de visuele impact van het geheel. Anderen zijn op basis van de foto’s van 2009 onder de indruk van de schikking van de objecten en de tafereeltjes die Jaap Kruithof creëerde. Philip Boël, vriend van Jaap Kruithof die de collectie fotografeerde in 2009, ziet er dit in: het sierlijke, het tedere, het strakke, de kleur ook vaak, … sommige dingen zijn erbij omwille van de volledigheid ook het lelijke hoort erbij, het oubollige het leven is ontzaglijk dat is dit een never ending story Johan Braeckman, die de collectie enkele malen in Mortsel bezocht, spreekt over de esthetiek van de totaliteit: dat kwam door de hoeveelheid en de manier van opstellen dat krijgt vanzelf iets esthetisch in hun totaliteit verwondering het is een naïeve vorm van esthetiek het is geen grote kunst maar dat allemaal heeft wel iets esthetisch Leen Huet, schrijver en kenner van de collectie Max Elskamp van het MAS, bezocht één keer Museum Primrose en was onder de indruk van de schikkingen in de kelder: hij zoekt vrijheid in het esthetische terwijl zijn eigen denken zo rationeel is Renate Flagmeier en Imke Volkers, curatoren van het Museum der Dinge in Berlijn, zien veel mogelijkheden om visuele associaties uit te werken met de collectie. Annemie Geerts van de Veerman treedt dat bij: ik vind de vormen ook wel tof, puur zo maar dan heb je het niet over de voorwerpen zelf maar de optelsom ... als je het als één geheel bekijkt wel maar vooral heel intuïtief dat heeft een zekere esthetiek in zich als je het samen ziet je hebt wel die herhaling nodig


36

3) GELIJKENIS EN VERSCHIL MET ARTISTIEKE INSTALLATIES Omwille van de visuele kracht van de immense hoeveelheid objecten en omwille van het filosofische kader, doet Museum Primrose denken aan het werk van een aantal hedendaagse kunstenaars die met alledaagse dingen werken, en vooral dan als het om werken gaat met gebruikte dingen. We denken onder meer aan Waste Not van de Chinese kunstenaar Song Dong met objecten van zijn moeder, de werken van de Amerikaanse kunstenaar Mark Dion die vaak rond verzamelen, classificaties en ecologie draaien, en de Belgische kunstenaar Benjamin Verdonck met een werk als 99 Couples on their Way to the Ark.30

Waste Not, Song Dong, Museum of Modern Art, New York, 2009 (foto MOMA)

99 Couples on their Way to the Ark, Benjamin Verdonck, 2008 (foto uit : Werk / Some Werk, 2008). 30

Holland Cotter, “The Collected Ingredients of a Beijng Life�, New York Times, 14 juli 2009: https://www.nytimes.com/2009/07/15/arts/design/15song.html (gezien 11/2/2019); http://www.tanyabonakdargallery.com/artists/mark-dion/series (gezien 11/2/2019); Benjamin Verdonck, Werk / Some Werk. Antwerpen, Campo, 2008.


37

Den, Mark Dion, Permanente Installatie VEDAHAUGANE NATIONAL TOURIST ROUTE, Noorwegen (foto Tanya Bonakdar Gallery)

Het verschil tussen deze installatie-kunstenaars en een verzamelaar als Jaap Kruithof is natuurlijk dat de intentie om met objecten visueel betekenis te creëren en daarmee naar buiten te treden, in het geval van de kunstenaars veel meer uitgesproken is. Op dit vlak is de beeldspraak van Octave Debary voor Museum Primrose interessant. Hij ziet er een goed geordend depot “à taille humaine” in, waar elk object zijn plaats krijgt in een schikking en waar de gehechtheid aan de objecten groot is. Dat depot wacht nu op betekenisgeving, mogelijk ook in artistieke zin: la notion de réserve est intéressant, c’est une réserve de sens, un réservoir de sens il y a un potentiel philosophique, artistique, muséal qu’il a conservé les objets sont en attente pour être reutilisés, pas un marteau pour fixer les clous, mais à utiliser pour faire des réflections

4) ONTWIKKELPOTENTIEEL van de VISUELE WAARDE en het verband met de ensemblewaarde en museale waarde Vanuit het oogpunt van de visuele waarde en het visuele potentieel van de Collectie Jaap Kruithof is het vanzelfsprekend om met de hele collectie of alvast met een veelheid van objecten aan de slag te gaan. De gespreksronde en onze research leverden vele ideeën op voor visuele creaties en mogelijke samenwerkingen met beeldende kunstenaars. We treden onze klankbordgroep, in de eerste plaats de kinderen van Jaap Kruithof, wel bij dat het uitspelen van de visuele kracht van de collectie altijd dient te vertrekken van de filosofische ideeën van Jaap Kruithof. Het visuele potentieel van de Collectie Jaap Kruithof staat dus anders gezegd in dienst van de filosofische waarde. Er is dus heel wat potentieel om de filosofische waarde van de collectie te versterken met een of meer artistieke creaties rond de waarde van dingen. De vraag is echter of dit soort nieuw beeldend werk een permanent onderdeel van een museum zou moeten worden. Zoals onder meer Philip Boël opmerkte, wordt de open vraag rond de waarde van dingen dan misschien te vlug beantwoord. Daarnaast moeten we rekening houden met het feit dat Jaap Kruithof zelf alvast


38 bijzonder kritisch was over musea en de kapitalistische kunstmarkt, die te weinig “in het leven staan”: “Werken, geproduceerd voor musea, hebben al opgehouden te bestaan op het moment dat ze gemaakt worden.” En “Er is maar één soort goede kunst. Ze is geëngageerd, kritisch, dient de emancipatie van mens en samenleving. Ze mijdt de musea, staat in het leven, bereikt het publiek en laat zich niet beheersen door de wetten van de commercie.”31

31

Kruithof, “Kunst en beschaving in crisis”, Doorgaan met de dingen, p. 161.


39

5) EMOTIONELE WAARDE EN POTENTIEEL

Museum Primrose, kelder D, 2009 (foto van Philip BoĂŤl)

Naast een grote filosofische waarde en een sterke visuele kracht, heeft de Collectie Jaap Kruithof als ensemble, maar ook op objectniveau een sterke emotionele waarde en een sterk emotioneel potentieel. Dat beargumenteren we hier eerst door te belichten hoe de emotionele gedrevenheid van Kruithof zelf mogelijk zichtbaar is in de collectie. Vervolgens bespreken we het emotionele potentieel van het ensemble van de collectie en de individuele objecten.


40

1) EEN COLLECTIE ALS INTUITIEF ZELFPORTRET? Jaap Kruithof had zoals gezegd emotionele drijfveren om te beginnen verzamelen en mogelijk om te blijven verzamelen. Hij startte met verzamelen, samen met twee broers, na de dood van zijn vader in 1973. Hij noemde zelf het verzamelen een “tegengewicht” voor zaterdag en zondag om niet altijd in de wereld van de filosofie te zitten. Vanaf 2000 had hij meer tijd. Hij kwam meerdere keren per week in de kringwinkel Opnieuw & Co in Mortsel en werd er een bekend figuur. Vanaf 2005 verzachtte het verzamelen vermoedelijk zijn eenzaamheid als weduwnaar.32 Misschien werd verzamelen voor Jaap Kruithof een manier van omgaan met het complexe leven? Verzamelen was voor Jaap Kruithof in ieder geval deels een intuïtief gebeuren. Dat verklaarde hij zelf. De vraag is of de objecten die Jaap Kruithof uitkoos een persoonlijke herinnering bij hem opriepen of hem emotioneel raakten. In het gesprek met tapisplein in 2007 gaf Jaap Kruithof toe dat hij de samenhang van de collectie niet rationeel kon uitleggen: je hebt kennis en je hebt ook intuïtie en die intuïtie kun je niet communiceren als het redelijk is, kun je het overbrengen maar het is intuïtie en intuïtie is gebaseerd op ervaringen in het verleden die je ook niet goed beheerst je geheugen, je weet niet goed meer waar je je intuïtie vandaan haalt je blijft daarop oordelen en dat is ook adequaat en dat merk je daarna, ah ja dat is goed gedaan maar je weet niet goed meer waarom en dat is zwak, dat is gevaarlijk want je kunt het niet verantwoorden tegenover een ander Vanuit zijn filosofische gedachtegoed, de kritiek op de wegwerpmaatschappij en de mens als creatief wezen, had Jaap Kruithof natuurlijk ook heel andere objecten kunnen verzamelen. Waarom verzamelde hij eigenlijk wat hij verzamelde? Verschillende gesprekspartners hebben ons erop gewezen dat alle objecten in de Collectie Jaap Kruithof een emotionele lading hebben, omdat het gebruikte objecten zijn. Ze dragen een ‘verloren gegane relatie’ in zich. Kunstenaars George Nuku en Benjamin Verdonck beklemtoonden dat onmiddellijk. Verwezen deze tweedehandse objecten voor Kruithof ook letterlijk naar zijn eigen verleden, zijn kindertijd? Rik Pinxten, vriend van Jaap Kruithof, maar ook Octave Debary, die Jaap Kruithof niet gekend heeft, gaan er beide van uit dat de collectie inderdaad ook een biografische dimensie hadden. “Er moest altijd iets in zitten dat hij zo herkende”, merkte Rik Pinxten op. Het verklaart volgens hem waarom de collectie weinig industrieel geproduceerde gebruiksvoorwerpen bevat. Het merendeel zijn decoratieve objecten en die lijken meer ambachtelijk, ook al zijn ze vaak toch in serie geproduceerd. Octave Debary viel het op dat de collectie vooral stedelijke objecten bevat. Hij vergeleek met een aantal verzamelaars die in de stad wonen en rurale voorwerpen verzamelden, omdat ze hun kindertijd op het platteland hadden doorgebracht. Dat Jaap Kruithof werd geboren in 1929 verklaart misschien ook waarom er weinig plastieken voorwerpen in de collectie zitten en waarom hij geen afdeling ‘plastiek’ oprichtte, zoals hij wel deed voor ‘email’, ‘glaswerk’, ‘hout’,

32

Over deze drijfveren: VRT radio Het Beste Moet Nog Komen, 2006; VRT radio Mezzo 2008; Interview tapisplein 2007; Gesprek met Karen, Jaap en Marc Kruithof; Gesprek met Sylvia Traey.


41 ‘koper’, ‘marmer-albast-jade-onyx’, ‘metaal’, ‘steen’ en ‘tin’.33 Is het gemeenschappelijke van alle objecten in Museum Primrose misschien dat ze Jaap Kruithof aan iets herinnerden, dat hij er iets in herkende? Dreef dat Jaap Kruithof bij het verzamelen? Is de collectie dus misschien een intuïtief zelfportret? We kunnen het vermoeden, maar niet meer achterhalen. Maar ook als de objecten niet allemaal biografische waarde hadden voor Jaap Kruithof, dan nog lijkt hij er een erg persoonlijke band mee te hebben opgebouwd. Zoals vele andere verzamelaars lijkt Jaap Kruithof de collectie als een verlengstuk van zichzelf te hebben aangevoeld.34 Daarop wijst ook de indeling in de Museumgids van 2005. Jaap Kruithof beperkte zich toen niet tot de bibliotheek en de kelders, waar de collectie domineerde, maar somde zo goed als alle ruimtes van het huis op. In enkele ruimtes, zoals de zolder, het salon en de hall, stonden erfstukken van de familie. Die hoorden volgens de kinderen niet tot de Collectie Jaap Kruithof en zijn dan ook niet in het MAS beland. Jaap Kruithof maakte dus geen echt onderscheid tussen de familiestukken en de door hem verzamelde dingen. Dat was mogelijk als statement bedoeld, maar het was sloot wel aan bij zijn dagelijkse leven waarin verzamelde dingen, gebruiksobjecten en erfstukken naast en door elkaar stonden.

2) GEEN DUIDELIJK ERFGOEDNETWERK Jaap Kruithof werd in Vlaanderen een bekend mediafiguur als moraalfilosoof van de Universiteit Gent en als maatschappijcriticus. Hoewel hij, zoals eerder aangetoond, zijn collectie in mediaoptredens vanaf 1992 en in zijn Museumgids van 2005 verbond met zijn filosofisch gedachtegoed, heeft hij de collectie zelf niet met een groot aantal mensen gedeeld tijdens zijn leven. Om te beginnen waren zijn familieleden niet erg geïnteresseerd in hetzelfde erfgoed. Hij begon te verzamelen met twee broers, maar na verloop van tijd verzamelden ze niet meer samen en specialiseerden ze zich ieder in andere objecttypes. Zijn vrouw, kinderen en later kleinkinderen zagen de collectie groeien, maar deelden niet de passie van het verzamelen. We spraken enkele vrienden en voormalige collega’s van Jaap Kruithof en ook zij zagen de collectie niet op regelmatige basis. Jaap Kruithof lijkt zelf de collectie enkel te hebben gedeeld met wie er mogelijk interesse in had. Museum Primrose bleef grotendeels een private , “sacrale ruimte”, zoals Rik Pinxten het verwoordde. Johan Braeckman, student en later collega van Jaap Kruithof, zag de collectie enkele malen in de jaren 1980 toen hij bij Kruithof thuiskwam voor een discussiegroep over dierenrechten. Hij had zelf ouders die verzamelden en dat verklaart misschien de openheid van Kruithof. Jaap Kruithof liet ook een aantal andere studenten die bij hem thuis kwamen de collectie zien. Met collega-denkers als Leo Apostel, Etienne Vermeersch en Ronald Commers heeft hij de collectie weinig of niet gedeeld. Jaap Kruithof was vanaf 1985 tot midden jaren 1990 deel van twee salondiscussiegroepen van bevriende intellectuelen in Antwerpen, de Club van Antwerpen en later de Club Primrose. Hoewel Club Primrose echt in het huis in Mortsel samenkwam, handelden de gesprekken niet over de collectie of werd ze niet bewust bekeken.35 Philip Boël werd bevriend Jaap Kruithof kennen in 1991, naar aanleiding van politieke debatten na de verkiezingsoverwinning van het Vlaams Blok in Antwerpen. Boël is zelf kunstenaar en verzamelaar. Dat schepte dus een band. Philip Boël zag de collectie vanaf de jaren 1990 meermaals en nam samen met Eric Goeman het initiatief om te zoeken naar een bestemming. Pianiste Sylvia Traey, met wie Jaap Kruithof bevriend was, en Ronald Commers, collega en vriend van Jaap Kruithof, zagen ondanks hun vele contacten met Kruithof de collectie één keer bewust, bij een tuinfeest in 2005. Jaap Kruithof nodigde in 2005 een aantal bekenden uit in zijn tuin en liet hen op eigen houtje de collectie ontdekken. Hij hield ook een betoog, maar de inhoud herinnerden beide zich niet meer. 33

Gids Museum Primrose, 2005, p. 7 (Afdelingen). Over de psychologische drijfveren van verzamelaars: Paul van der Grijp, “The Sacred Gift: Donations from Private Collectors to Museums”, Museum Anthropology Review, 8 (2014) 22-25. 35 Gesprek met Ronald Commers; “Interview met Ludo Abicht” Ethiek en Maatschappij, 12 (2009), 2, pp. 39-52; E-mail van Isabel Rotthier op 18 februari 2019. Isabel Rotthier zag de collectie als student aan de Universiteit Gent rond 1998. 34


42 Mogelijk schreef Kruithof naar aanleiding van dat feest, of kort daarna, zijn Museumgids. Rik Pinxten zag de collectie enkele malen in 2006 of 2007, toen hij Kruithof betrok bij zijn publicatie De strepen van de zebra. Jaap Kruithof toonde de verzameling met de nodige commentaar, maar onthulde weinig over de afdelingen. Hij schonk Pinxten een bureau-onderlegger in zebrastrepen uit de verzameling. Ine Pisters werkte voor de Humanistisch Vrijzinnige Vereniging en zag Museum Primrose één keer in 2007, toen ze Jaap Kruithof interviewde voor het tijdschrift van de HVV. Hij liet haar zelf in de kelders gaan en een voorwerp kiezen. De fiches waren er toen nog. Ze koos een klein hangslot met letters dat Jaap Kruithof na wat zoeken in de fiches kon identificeren: hij had het zelf van zijn broer gekregen.36 Rond het filosofische gedachtegoed van Jaap Kruithof hangen actieve herinneringsnetwerken, waarin bovenstaande mensen ieder hun rol spelen door het publiceren van teksten van Jaap Kruithof, het opdragen van publicaties aan Jaap Kruithof, de Prijs Jaap Kruithof voor het denken over democratie of de aula-Jaap Kruithof aan de Universiteit Gent.37 Deze netwerken herinneren de teksten en media-optredens van Jaap Kruithof, maar ervaren de collectie niet als een verzameling met een collectief emotioneel en symbolisch belang. Dat alleen al bovenstaande mensen erg verschillen wat betreft hun band met de collectie maakt dit duidelijk. Anders gezegd, de Collectie Jaap Kruithof is niet de collectie van een bestaande gemeenschap en het emotionele potentieel van deze collectie hangt niet samen met een bestaand erfgoednetwerk. Er is natuurlijk in Vlaanderen een grote groep van mensen die ooit student was van Jaap Kruithof, maar ook voor deze groep heeft de collectie geen actieve betekenis, in tegenstelling tot een aantal van zijn teksten en media-optredens. Is deze groep misschien toch een potentieel erfgoednetwerk? Marc Jacobs, zelf oud-student van Jaap Kruithof en nu directeur FARO, vermoedt van niet, ook omdat de bekendheid van Jaap Kruithof beperkt is tot enkele generaties. Het emotionele potentieel van de collectie dient verder te reiken dan de biografie van Jaap Kruithof. Een te sterke canonisering van de biografie van Jaap Kruithof zou zoals gezegd zelfs misschien niet eens het bestaande herinneringsnetwerk rond Jaap Kruithof voldoende aanspreken op lange termijn en het zou vooral weinig relevant zijn. Jaap Kruithof stelde dat in 2007 als volgt: het moet over de dingen gaan niet over degene die het per ongeluk bij elkaar legt dat is antropocentrisch als je mij pakt als onderwerp van gesprek en als je de dingen neemt, ben je ecocentrisch

3) EMOTIES ROND BEWAREN Wat het ensemble van deze immense collectie van restanten van ‘verloren gegane relaties’ oproept, is de universele vraag wat we bewaren over ons eigen leven en het leven van ons voorouders. Dat is een filosofische en maatschappelijke vraag die zoals gezegd raakt aan de kern van de museale praktijk. Tegelijk is het ook een emotionele en persoonlijke vraag. Zoals eerder gezegd zien de gesprekspartners allerlei mogelijkheden om met de vraag rond de waarde van dingen, aan de slag te gaan met mensen. Die biografie van Jaap Kruithof als passioneel verzamelaar en als filosoof heeft het potentieel om die vraag inhoudelijk en emotioneel te ondersteunen, zonder centraal te staan. Want als de biografie te centraal staat, ontkracht dat de vraag zelf over bewaren. Hoewel de meeste objecten in de Collectie Jaap Kruithof gebruikt zijn in West-Europa kan deze vraag ook mensen die elders opgroeiden raken, omdat bewaren of niet bewaren een thema is in elk mensenleven. 36

Gesprek met Ine Pisters; Ine Pisters, “Verzamelde dingen. Jaap Kruithofs persoonlijke museum” in: Jaap Kruithof. Teksten voor de toekomst, pp. 266-267. 37 https://nl.wikipedia.org/wiki/Prijs_voor_de_Democratie (geraadpleegd 4/2/2019). Dit zijn alvast enkele publicaties opgedragen aan Jaap Kruithof: Cees Kruithof, Ronald Commers red. Over Jaap Kruithof gesproken. Liber amicorum Jaap Kruithof. Brussel, VUB press, 1996; Pinxten e.a., Jaap Kruithof. Teksten voor de toekomst(2012); Rik Pinxten en Sylvia Traey, red. Wat zegt de zaak? Antwerpen – Apeldoorn, Garant, 2018.


43 Dat het ensemble van de Collectie Jaap Kruithof een diepe indruk kan nalaten rond bewaren en vergankelijkheid, halen we onder meer uit het gesprek met Marc Jacobs. Hij zag de tentoonstelling in het Huis van Alijn in 2009-2010 drie keer en werd getroffen door de kwetsbaarheid van de collectie: ik ben begonnen met kwetsbaarheid dat was het belangrijkste effect toen op mij, op anderen enerzijds zie je wel de kwetsbaarheid van Kruithof anderzijds ook de kwetsbaarheid van zo’n collectie ... een reden waarom mensen met erfgoed omgaan, is omdat het dingen zijn die langzaam verdwijnen … je kan dat proberen langzaam te laten gebeuren dat geeft mensen emotionele troost dus niet alles moet hersteld en perfect gerestaureerd en geordend worden dat is ook niet hoe het leven in elkaar zit en da's wat die collectie wel heeft en da's een gevoel wat ik heel weinig heb in musea dat soort emotie die geraakt wordt38 Ook kunstenaars Benjamin Verdonck en Georges Nuku vinden dat de objecten met hun gebruikssporen verlies uitdrukken. Verdonck ziet in de collectie niet louter een illustratie van de kapitalistische wegwerpcultuur: voor mij gaat het veel meer over de verloren gegane relatie die iemand ooit tot dat object heeft gehad De immense veelheid van de collectie wekt emoties op en zet tegelijk aan tot reflecteren over emotionele versus economische waardes van dingen in de Europese cultuur. Ze heeft de potentie om te laten voelen en denken.39 Voor George Nuku, van Maori origine, maakt de collectie pijnlijk duidelijk hoe in Europa met voorouders wordt omgegaan: it’s not based on price, because it’s all cheap that’s not the value here value is the experience of the memory, a keepsake and the descendants of those people would associate this colosseum with those people because they remember it being in their house in that aspect, the object is not important, it’s the people and that’s all taken away because it finds its way into the second-hand store all its meaning, the human meaning, is gone and it reverts back to some kind of artefact of 20th century mass production, tourism, western culture, … people make their money that way selling deceased people’s estates because there’s just no-one there to take it away that cared about the old person that’s the sadness that I feel... and let’s admit it, sometimes granny doesn’t have great taste, but it’s not about that … 38

Over erfgoed en vergankelijkheid, zie ook: Cornelius Holtorf, “Averting loss in cultural heritage” International Journal of Heritage Studies, 21 (2015) 405-421. 39 Voelen als vorm van denken en denken als vorm van voelen dus, zoals Olga Van Oost het noemt: Olga Van Oost e.a., Museum van het Gevoel. Musea op de huid van de samenleving, Brussel, Politeia, 2016.


44 and for non-European eyes it might be strange that you don’t value that, because it’s a representation of your number one sacred house

4) EMOTIONELE OBJECTEN Het emotionele potentieel zit ook in de dagelijksheid en nederigheid van de aparte voorwerpen in de Collectie Kruithof. Dit zijn de spullen die, alvast op korte termijn, voor vele mensen herkenbaar zijn, als ze opgroeiden in België of West-Europa, omdat ze doen denken aan de spullen van ouders of grootouders. Daarom lijken de objecten goed geschikt voor reminiscentie-activiteiten en andere therapeutische activiteiten, waarin mensen de objecten kunnen betrekken op hun eigen leven en verleden. Imke Volkers, curator van het Museum der Dinge in Berlijn, merkt op dat hun cultuurhistorische expo’s over 20ste eeuws design vaak emotioneel aanspreken door het type van objecten: it's the story of the people. and I think here, even if we have a lot of topics on the history of design and Werkbund, people come here and find their childhood this is something like this, the felt history of the people Op lange termijn is het emotionele potentieel van de objecten zelf weliswaar beperkt. De collectie bevat voorwerpen van de jaren 1850 tot 2009 en binnen honderd jaar worden deze voorwerpen niet meer ervaren als objecten die herinneren aan ouders en grootouders. We stelden ook in het MAS vast dat de oudste vrijwilligers en collega’s de meeste objecten herkenden. Hilde Schoefs, conservator van Bokrijk, spreekt in dit verband van “tussentijd”. Als de “tussentijd” tussen het moment van het verzamelen van de dagelijkse objecten en het presenteren ervan te groot wordt, is er geen spontane emotionele band meer tussen de objecten en het publiek. Hebben objecten een grote cultuurhistorische of artistieke waarde, dan kunnen ze daardoor een blijvende emotionele kracht hebben of mogelijk herontdekt worden als emotionele objecten. Bij ongedocumenteerde dingen is dat minder waarschijnlijk. 40

5) ONTWIKKELPOTENTIEEL van de EMOTIONELE WAARDE en het verband met de ensemblewaarde en museale waarde Wat betreft emoties rond bewaren en verzamelen, is het ensemble of alvast een veelheid van objecten relevant. De emotionele kracht van de objecten uitspelen in therapeutische activiteiten kan ook met kleinere hoeveelheden objecten. Er zijn allerlei mogelijkheden om met het emotionele potentieel van de collectie aan de slag te gaan buiten het museum, in educatieve en creatieve ateliers, in verenigingen, onderwijs, therapiecontexten, netwerken van senioren en andere. Echter, zoals eerder gesteld, is het werken rond het thema ‘bewaren’ in musea zelf bijzonder relevant, omdat dit raakt aan de kern van de museale praktijk. Verschillende gesprekspartners vinden dat het idee van open source betekenisgeving, dus museumbezoekers die zelf teksten aan objecten toevoegen, niet alleen de filosofische waarde of historische kennis, maar ook de emotionele waarde van de Collectie Jaap Kruithof kan versterken. “All objects can become transcendental” is één van de statements van kunstenaar Cathy Wilkes die

40

Zie onder meer: Bokrijk. De stolp voorbij. Bokrijk, 2017.


45 met dagelijkse objecten werk. Elk object kan een vehikel zijn van ideeën en verhalen, ook hoogstpersoonlijke, en dat kan het uitgangspunt zijn van een open source strategie.41 Vele objecttypes uit de Collectie Jaap Kruithof zijn aanwezig in andere museumcollecties en daar beter cultuurhistorisch gedocumenteerd. Dat is misschien een reden om de Kruithof Collectie te ontwikkelen als emotionele collectie, die de emotionele gedachten die mensen vandaag zelf aanbrengen bij de objecten bewaart voor de toekomst en zo wordt verrijkt. Tegelijk is het ook voor een ‘emotionele collectie’ belangrijk om cultuurhistorische documentatie aan objecten te kunnen toevoegen, zodat de betekenislagen waarrond emoties kunnen worden ontwikkeld ruim genoeg blijven, ook nadat het object niet meer herkenbaar is voor nieuwe generaties. Ook omwille van de filosofische waarde van de collectie is enkel inzetten op het emotionele potentieel te beperkt. Interessant voor deze collectie zijn strategieën die toelaten om voelen en denken in elkaar te laten overvloeien en die het persoonlijke, het maatschappelijke en het planetaire met elkaar in verband brengen. Naast deze interactieve werking met de objecten als museumobjecten zijn er ook tal van ideeën om de Collectie Jaap Kruithof als gebruikscollectie in het museum in te zetten en zo de emotionele kracht uit te spelen. Floortje Vantomme wijst er wel op dat het te eenzijdig zou zijn om de objecten in te zetten voor reminiscentie, of anders gezegd voor het oproepen van herinneringen van vroeger. Het was immers niet de eerste intentie van Jaap Kruithof om ons te laten kennismaken met vroeger. Er zijn vele andere workshopmogelijkheden die meer in de lijn liggen van de filosofische vragen rond de waarde van dingen, zoals het uitkiezen van objecten of een creatieve therapie waarbij met een veelheid van objecten een eigen ding wordt gemaakt.

41

“Cathy Wilkes at Moma PS1 2017-2018”: https://www.moma.org/calendar/exhibitions/3883 (geraadpleegd 11/2/2019) Met dank aan Hilde Schoefs voor de referentie.


46

6) ENSEMBLE WAARDE, MUSEALE WAARDE EN POTENTIEEL

Museum Primrose, kelder C, 2009 (foto van Philip Boël)

Na het bespreken van de vier kernwaarden van de Collectie Jaap Kruithof, verwoorden we hier welke toekomstperspectieven het meest logisch zijn om deze waarden te valoriseren en versterken. Dat doen we eerst door de argumenten rond de ensemblewaarde van de collectie te bundelen en vervolgens door de argumenten rond het ontwikkelpotentieel in museale of andere context te bundelen. Hoewel de Collectie Jaap Kruithof sinds 2010 al in het MAS was, werd het onderzoek pas in 2018 gestart. De collectie begon intussen als de twijfelcollectie te gelden. Dat had te maken met twee heikele punten : Moeten deze objecten in een museum worden bewaard? Moeten ze echt alle 10 000 in een museum worden bewaard? Ook in onze 31 gesprekken waren ensemblewaarde en bestemming heikele kwesties. Terwijl de verwoordingen van de waardes van de collectie nauw bij elkaar aansloten, liepen de visies van onze gesprekspartners over de mogelijke bestemmingen van de Collectie Jaap Kruithof sterk uiteen. Tien gesprekspartners uit België (van 42 gesprekspartners) neigden naar volledige opname in een museumcollectie. De zeven Duitse en Franse gesprekspartners neigden hier ook naar. Geen van de Nederlandse gesprekspartners stelde dat voor. Dat weerspiegelt ons inziens de verschillende beleidstendenzen rond waardering en herbestemming van collecties. In Nederland is er al een tijd een landelijk beleid rond waardering en herbestemming, in België, Frankrijk en Duitsland niet.42 Belangrijker dan het ja of nee antwoord zijn de argumenten die hierbij werden gegeven. Die laten ons toe om de ensemblewaarde per kernwaarde te bespreken. 42

Voor Nederland is er sinds 1999 de LAMO, Leidraad Afstoting Museale Objecten, die reeds drie keer werd herzien: Museumvereniging Nederland, LAMO, 2016.


47

1) ENSEMBLEWAARDE EN POTENTIEEL De filosofische waarde is de grootste waarde van de Collectie Jaap Kruithof. Deze filsofische waarde hangt samen met het ensemble of alvast een veelheid van de objecten. Om de filosofische waarde van de collectie te behouden en te versterken is het daarnaast belangrijk het eclectische geheel van meer en minder banale dingen te behouden, of anders gezegd de randomness van de collectie, want die zet aan tot denken. Vanuit de cultuurhistorische invalshoek zou het daarentegen logisch zijn om een selectie uit de collectie te maken en de objecten met het meeste onderzoekpotentieel en de minste overlap met bestaande collecties op te nemen in een museale collectie. Omdat Museum Primrose vele thema’s behelst, zou het vanuit de louter cultuurhistorische invalshoek ook aangewezen zijn om de objecten op te delen tussen thematisch gespecialiseerde erfgoedinstellingen. Vanuit het oogpunt van de visuele waarde van de Collectie Jaap Kruithof is het vanzelfsprekend om met de hele collectie of alvast met een veelheid van objecten aan de slag te gaan. Omdat het visuele potentieel ondergeschikt is aan de filosofische waarde dient die veelheid een eclectisch geheel van meer en minder banale dingen te zijn dat vragen over waarde oproept. De emotionele waarde van de collectie uitspelen kan met aparte objecten of kleine hoeveelheden. De alledaagsheid en nederigheid van haast elk object uit de Collectie Jaap Kruithof heeft het potentieel om bij mensen die opgroeiden in België of West-Europa herinneringen op te roepen aan eigen verleden of aan hun ouders of grootouders. Om rond de universele emotionele vraag rond bewaren te werken, is wel een veelheid van objecten en een afwisseling tussen verschillende types van objecten relevant, net als voor de filosofische waarde. Voor de Collectie Jaap Kruithof wegen de filosofische waarde en het filosofische potentieel het zwaarst door en sluiten de visuele en emotionele waarde daarbij aan. Voor deze waardes is het ensemble van de collectie veel belangrijker dan de individuele objecten. In 2007 kreeg Jaap Kruithof van tapisplein de vraag hoe hij de toekomst van zijn collectie zag. Hij verwees toen naar de ensemblewaarde, maar zijn antwoord lijkt ook op het antwoord van vele private verzamelaars die niet wensen dat hun collectie wordt verdeeld: ik zou toch het collectieve het mooiste vinden … omdat de waarde is de vele dingen als u één eruit haalt en één daar doet dan is volgens mij mijn verzameling kapot Toch lijkt het dat de veelheid en het eclectische geheel crucialer is voor deze collectie dan dat het precies om 10 000 dingen gaat. Het is enerzijds teveel, omdat Jaap Kruithof zelf in 2007 aangaf dat hij 2000 tot 3000 dingen zou kunnen wegdoen. Kruithof noemde zich toen “te lui” om dat te doen: ik ben vreselijk actief, maar ook heel lui ik ben te lui om dingen weg te doen die al lang weg mochten zijn want daar moet je moeite voor doen

Anderzijds is het misschien altijd te weinig, als we denken aan hoe sterk Jaap Kruithof de waarde van dingen bepleitte, onder meer met deze uitspraak in 2007: dat religieuze zit in het bewaren dat zit er bij mij in


48 maar ik kan het niet allemaal goed uitleggen maar ik wil ergens iets dat ik denk dat heel waardevol in de kosmos is of voor de planeet dan wil ik dat niet kapotgemaakt hebben Deze uitspraak verwijst natuurlijk zowel naar het letterlijk bewaren van voorwerpen als naar het voortbestaan van de planeet, net zoals de essays van Jaap Kruithof over ‘bewaren’. Laten we het filosofische potentieel van de collectie doorwegen, dan moeten we met de collectie vooral een provocatief statement maken, dat het denken over bewaren aanwakkert in het persoonlijk leven, op museaal en maatschappelijke vlak en wat betreft het voortbestaan van de planeet. De vraag is of dat statement alleen de vorm van een museale bewaring moet krijgen. Dat brengt ons bij het potentieel in een museale of andere context van de Collectie Jaap Kruithof.

2) BESTEMMING IN MUSEALE OF ANDERE CONTEXT In 2009-2010 werd de Collectie Jaap Kruithof bijna volledig getoond in het Huis Van Alijn in de tijdelijke tentoonstelling Omgaan met de dingen. Dat heeft toen niet tot een volledige opname van de collectie in een museum geleid, wegens gebrek aan depotruimte en andere verzamelprioriteiten (bij het Huis van Alijn) en geen tijd voor registratie en vragen over waarde (bij het MAS). Het museaal bewaren, fotograferen en registreren van de objecten van de Collectie Jaap Kruithof volgens hedendaagse standaarden,vraagt dan ook om een grote investering, omdat het 10 000 dingen zijn en omdat het een zeer eclectische collectie is. Omdat de waarde van het ensemble sterker is dan de waarde van de individuele objecten, stellen onze gesprekspartners enerzijds alternatieve vormen van museaal beheer voor en anderzijds de herbestemming van een deel van de collectie. ALTERNATIEF MUSEAAL BEHEER Een eerste idee is dat de registratie niet op objectniveau gebeurt en er dus enkel een registratie en beschrijving van het ensemble wordt gemaakt of van bulkpakketten binnen het ensemble. Iets gelijkaardigs gebeurt met hedendaagse kunstinstallaties, zoals de installatie van kunstenaar Karsten Bott in het Historisches Museum Frankfurt. Deze installatie is geregistreerd als ensemble. Ook de verschillende modules zijn geregistreerd. Objecten worden niet apart geregistreerd en gefotografeerd. Als de installatie van Karsten Bott naar het depot zou moeten verhuizen, zouden de objecten niet per materiaaltype worden gescheiden, maar worden de modules bewaard.43 Ook dat is een aandachtspunt voor de Collectie Jaap Kruithof. Moet bij een museale bewaring het eclectische ensemble van Museum Primrose letterlijk bewaard blijven of niet? Een tweede idee is dat de grote hoeveelheid objecten stimuleert om niet conservatoren de collectie te laten documenteren, maar resoluut voor open source betekenisgeving te gaan via tagging of op andere manieren. Zoals eerder beschreven, kan dat bijdragen tot het beschrijven van de collectie in cultuurhistorische zin, maar ook tot het verrijken van de collectie in filosofische of emotionele zin. Meerdere sprekers zijn ervan overtuigd dat de Collectie Jaap Kruithof zo een vastgeroeste ideeën rond waardering en de rol van musea bespreekbaar kan maken. Musea hebben een intersubjectief standpunt in vergelijking met individuele mensen, maar ook hun keuzes zijn tijdsgebonden en niet louter rationeel. Een open source strategie daagt het museum uit om niet als afstandelijk kennisinstituut, maar als platform op te treden.44 Een kritische kanttekening die daarbij valt te geven, is dat tagging al vaak is toegepast bij collecties van alledaagse dingen, in Vlaanderen 43

Gesprek met Nina Gorgus en Susanne Gesser; Gesprek met Imke Volkers en Renate Flagmeier; Gesprek met Werner Van Hoof. 44 Gesprekken met Stef Van Bellingen, Peter Van Mensch, Nina Gorgus en Susanne Gesser.


49 bijvoorbeeld bij het Huis van Alijn. Als het enkel bij dit soort collecties gebeurt en verder geen aandacht krijgt, draagt het niet bij tot het doorprikken van vastgeroeste waarderingen van museumobjecten, integendeel zelfs. Een praktische bezorgdheid is dat open source betekenisgeving voor deze grote collectie een immense organisatie zou vergen. Zoals eerder aangegeven bij het bespreken van het ontwikkelpotentieel per waarde, heeft de Collectie Jaap Kruithof ook veel potentieel als collectie voor filosofisch gebruik in en buiten het museum. Velen zien de collectie een rol spelen rond de thema’s waarde, bewaren en weggooien in theaterstukken, andere performances zoals deze van Onbetaalbaar, tv- of filmproducties of performances in winkels en tweedehandszaken, de plaatsen waar erg praktisch met de waarde van dingen wordt omgegaan. Delen van de collectie zouden daarnaast kunnen ingezet worden voor creatieve activiteiten rond de waarde van dingen, zoals het herschikken van objecten of tijdelijk toevoegen van objecten aan de collectie, in educatieve en creatieve ateliers met kinderen en volwassenen in het museum zelf, maar ook in het kader van buurtwerking, dienstencentra, woonzorgcentra, scholen, sociaal-culturele verenigingen, teambuildings en andere. Een argument pro de gebruikscollectie is dat het een krachtdadige manier kan zijn om mensen vanuit de Collectie Jaap Kruithof te doen nadenken over de waarde van dingen. Volgens velen sluit dit aan bij de missie van Jaap Kruithof zelf om als docent en maatschappijcriticus vragen op te roepen.45 Een kritisch argument in verband met de gebruikscollectie is dat het in een te utilitaire betekenisgeving kan resulteren. Kruithof wees zelf op de sterk utilitaire tendens in onze samenleving. Hij beargumenteerde in 2007 duidelijk dat de collectie “voor niks” diende. Hij had het toen in de eerste plaats over het feit dat hij een ijslepel niet verzamelde om er ijs uit te eten. Maar meer algemeen kan worden gesteld dat hij de 10 000 dingen niet verzamelde om ze te laten gebruiken als rekwisieten in eender welke context.46 Het museum zou in het geval van een gebruikscollectie dan ook helder moeten zijn over twee zaken. Ten eerste over de regie. Het Museum kan de regie zelf in handen nemen om de collectie in te zetten of te bruiklenen voor verschillende projecten die telkens draaien rond de waarde van dingen. De collectie inzetten als ‘rekwisiet’ voor andere thema’s is minder aangewezen. Een tweede optie is dat de collectie, of een deel ervan, wordt herbestemd naar een andere culturele organisatie, die de regie in handen neemt om de Collectie Jaap Kruithof zinvol in te zetten in de maatschappij rond de waarde van dingen. Ten tweede dient het museum te beslissen hoe ver het gebruik van de collectie reikt. In de duidelijkste vorm is een gebruikscollectie een collectie die betekenisvol wordt ingezet en daarbij veelvuldig aangeraakt, zoals rekwisieten. Indien de objecten daardoor beschadiging oplopen, worden ze niet gerestaureerd, maar mogelijk vervangen door andere exemplaren. Eigenlijk laat je de objecten dan langzaam verslijten.47 Over deze keuze moet eerlijk worden gecommuniceerd, want dit is niet het bewaren van de collectie. Er zijn ook tussenvormen mogelijk. Zo zou je ernaar kunnen streven om met handschoenen of andere hulpmiddelen het gebruik van de objecten bijzonder te maken. Handschoenen hebben dan een symbolische functie. Ze creëren een grens tussen de museale collectie en andere dagelijkse dingen. Dan is de aandacht voor de waarde van de dingen groter en blijft het verschil tussen het museum en andere sociale contexten duidelijker. De collectie zou op die manier ook langer intact kunnen blijven. Dat doet denken aan het gebruik van museumobjecten bij immaterieel erfgoedpraktijken. Gebruik en voortbestaan van het object gaan samen. In het MAS beheren we op deze manier onder meer het ‘dia de los muertos altaar van Antwerpen’, dat aangroeit bij elk nieuw feest.48 45

Gesprekken met Johan Braeckman, Stef Van Bellingen. Daarop wezen ook verschillende gesprekspartners: Gesprekken met Marc Jacobs en Werner Van Hoof. 47 Over gebruikscollecties versus museumcollecties: Handreiking voor het schrijven van een collectieplan, 2011, p. 28. Gesprekken met Annemarie de Wildt en Els Veraverbeke over de gebruikscollecties in Amsterdam Museum en Huis van Alijn. 48 Over het altaar in de MAS collectie: https://search.mas.be/details/collect/381136 46


50

SELECTIE EN HERBESTEMMING Onze gesprekspartners brachten naast pistes voor alternatief museaal beheer, ook pistes aan voor selectie en herbestemming. Zoals eerder gezegd, neigden 17 van de 53 gesprekspartners aanvankelijk naar de volledige opname van de collectie in een museum. De andere gesprekspartners waren ofwel geen voorstander van een museale bestemming of zochten een manier om een selectie te maken. Een eerste voorwaarde voor herbestemming van museumobjecten in Nederland, en ook binnen de stad Antwerpen, is dat het juridische statuut van de collectie duidelijk is, of dat anders gezegd duidelijk is wie kan beslissen over herbestemming. Bij de overdracht van de Collectie Jaap Kruithof naar het MAS in 2010 werd geen schriftelijke overeenkomst gemaakt die het eigenaarschap overdroeg van de familie Kruithof naar het MAS, museum van de Stad Antwerpen. De erfgenamen van Jaap Kruithof en het MAS zijn intussen wel overeengekomen dat het de verantwoordelijkheid van het MAS is om een beslissing over de bestemmingen van de Collectie Jaap Kruithof te nemen. Een tweede voorwaarde voor herbestemming van museumobjecten in Nederland en in de stad Antwerpen is dat voorafgaand aan elke herbestemming collecties hetzij op objectniveau, hetzij op deelcollectieniveau onderzocht en gewaardeerd worden.49 De Collectie Jaap Kruithof is op deelcollectieniveau gedocumenteerd, ten eerste door de foto’s van Museum Primrose in 2009, ten tweede door de bulkbeschrijving en foto’s van de inhoud van de 160 dozen en bundels in het MAS in 2018. Volgens verschillende gesprekspartners is de collectie op deze manier voldoende gedocumenteerd om er een beslissing over te nemen. 50 Wie dacht aan het opdelen van de collectie, probeerde te verwoorden dat de eclectische samenstelling ervan bewaard zou moeten blijven. Omdat de filosofische waarde in de veelheid en eclectische samenstelling van de collectie zit, kan er geen keuze op basis van cultuurhistorische of artistieke criteria gemaakt worden. Daarover is eensgezindheid. Het begrip “doorsnede” is in dit kader dan ook veel gevallen.51 De kinderen van Jaap Kruithof, Karen, Jaap en Marc, dachten eerst aan de beste tafereeltjes in Museum Primrose, maar alleen die bewaren zou ook volgens hen niet representatief zijn. Marc Kruithof vatte dat samen als: wat moet erin zitten om achteraf te kunnen zeggen : dit is iets? Museoloog Peter Van Mensch dacht aan een wiskundige ingreep om de randomness van de collectie te behouden na selectie: wat ik interessant zou vinden is om een wiskundige te vinden er statistisch naar kijken, zoveel voorwerpen, hoe ver je kan gaan hoeveel percentage heb je nodig om de variatie te bewaren? de essentie om daar een formule voor te bedenken De uitdaging is dus om een relevante variatie van objecten te bewaren, die niet is bepaald door cultuurhistorische en artistieke criteria. We bespraken met de kinderen van Jaap Kruithof en met onze andere gesprekspartners ook of de indeling die Jaap Kruithof zelf maakte in het museum, tussen afdelingen in de beperktere selectie nog zou moeten worden bewaard. In theorie kan dat, omdat de 160 dozen en bundels een aanduiding dragen van de plaats van de objecten in Museum 49

Draft procedure herbestemming museale objecten stad Antwerpen, 2019; Museumvereniging Nederland, LAMO (Leidraad voor het Afstoten van Museale Objecten), 2016. 50 Gesprekken met Peter Van Mensch, Els Veraverbeke, Carl Depauw, Hilde Schoefs. 51 Dit is meer uitvoerig beschreven in: Dirkx, Ingaan op de dingen, p. 84-86.


51 Primrose. Dat scenario werd door niemand nadrukkelijk gevraagd.52 Het oordeel is dat Museum Primrose voldoende gedocumenteerd is door de foto’s van 2009 en door de tijdelijke tentoonstelling van het Huis Van Alijn in 2009-2010. Als het enige wat je met de collectie in de toekomst kan doen, het reproduceren op kleinere schaal van het Museum Primrose is, dan is een veelzijdige werking rond de waarde van dingen niet mogelijk. Een goede reden om niet telkens Museum Primrose terug op te bouwen, is dat het dan teveel over Jaap Kruithof alleen dreigt te gaan, en Kruithof betoogde zelf dat dat niet de bedoeling was. BESTEMMINGEN BUITEN MUSEA Jaap Kruithof had een ambivalente verhouding ten aanzien van musea. Hij hoopte een bestemming te vinden voor zijn collectie, maar nam zelf geen concrete initiatieven om zijn verzameling aan een museum over te dragen. Hij creëerde een eigensoortig museum met Museum Primrose en haalde tegelijk erg kritisch uit naar musea. We moeten ons bij het bepalen van de museale waarde van de Collectie Jaap Kruithof niet volledig laten leiden door deze wensen en kritieken, maar de inhoud van zijn reflecties over musea is wel interessant. In Ingaan op de dingen (1992) waarschuwt hij voor het archief (en museum) als een soort vlucht uit de realiteit. In Doorgaan met de dingen (1994) is hij in het essay “Kunstenaar en beschaving in crisis” hard voor musea, waar objecten doodgaan, omdat mensen er geen dynamische relaties mee onderhouden. Goede kunst “mijdt de musea, staat in het leven, bereikt het publiek en laat zich niet beheersen door de wetten van de commercie”. In het gesprek met tapisplein in 2007 herhaalt hij zijn vroegere kritiek. “Als je het isoleert, gaat het dood”, zegt hij dan over het eeuwig bewaren van objecten in musea en verwijst naar het werk van antropoloog Rik Pinxten. Hij moet ook niets hebben van de multimedia en de “kinderachtigheid” van hedendaagse musea. Tegelijk is hij wel gevoelig voor de historische sensatie van bijvoorbeeld “een kasteel waar de kamers nog zo zijn als 500 jaar geleden” of “een museum met oude instrumenten”. Hij wil in zijn kritiek op musea dus niet even ver gaan als Pinxten. De “zending” van musea is belangrijk, aldus Kruithof.53 De kritische beschouwingen van Jaap Kruithof over musea doen ook denken aan statements die pianiste Sylvia Traey geregeld van Kruithof hoorde: “Kunst is pas kunst als er een nawerking is” en “Kunst is zinvol als er nawerking is”.54 De vraag is dan ook “welke nawerking” de Collectie Jaap Kruithof het best zou hebben, hetzij als een collectie in een museum, hetzij buiten het museum. We bespraken hierboven al de piste om de collectie in te zetten “voor filosofisch gebruik” in of buiten het museum. Een andere piste die werd geopperd, is om objecten uit de collectie weg te geven. Jaap Kruithof gaf immers zelf objecten weg aan de occasionele bezoekers van het museum. Onze gesprekspartners bedachten verschillende scenario’s zoals een fictieve rommelmarkt, een veiling voor kinderen, adoptie, een ruilsysteem of een soort eeuwige bruikleen. Ze zochten daarbij naar manieren om de objecten uit het marktcircuit te houden, maar ook uit het voorspelbare museale waarderingsgebeuren. Ze zochten anders gezegd naar een provocatieve vorm van weggeven die vragen oproept over de waarde van dingen. Het weggeven heeft inderdaad dit potentieel, maar houdt ook het risico in dat objecten na verloop van tijd toch worden verkocht of worden weggegooid en op de afvalberg belanden.55 Marc Jacobs wees erop dat niet zozeer het praktische weggeven, maar wel de symboliek van het geven belangrijk kan zijn in een herbestemmingstraject. Erfgoed bevindt zich algemeen genomen meer in de gifteconomie dan in de markteconomie. De gifteconomie heeft een tragere logica en 52

Zie: Dirkx, Ingaan, p. 91-92. Kruithof, Ingaan, pp. 135; Kruithof, Doorgaan, p. 161; Interview tapisplein 2007. 54 Gesprek met Sylvia Traey; Sylvia Traey en Johan Johan De Boose, Hoe klanken verbinden. Herinneringen van een pianiste. Antwerpen-Apeldoorn, Garant, 2018, p. 37. 55 Zie Dirkx, Ingaan, p. 98-100. Gesprekken met Ine Pisters, Marc Jacobs, Stef Van Bellingen, stakeholdersvergadering 19 december 2018. 53


52 andere motivaties dan de markteconomie. Erfgoedcollecties zijn omringd met geefpraktijken zoals schenkingen, legaten, samenwerking met mensen en ook sponsoring. Objecten geven vorm aan sociale relaties, bijvoorbeeld tussen generaties, maar omgekeerd geven de giftrelaties ook een bijzondere kracht en symboliek aan objecten. Ze verklaren waarom heel wat museumobjecten inderdaad niet louter op hun marktwaarde getaxeerd kunnen worden. We zouden kunnen stellen dat Jaap Kruithof, weliswaar door aankopen, objecten onttrok aan het marktcircuit en een andere bestemming gaf. Hij zelf heeft de objecten niet aan het MAS gegeven, maar dat deden wel zijn vrienden en erfgenamen. De kwestie van herbestemming zou je dan ook kunnen formuleren als : aan wie, aan welk project wil het MAS de collectie schenken en hoe kan het de giftrelatie verder zetten?56 Geïnspireerd door de ecologische filosofie van Jaap Kruithof en zijn fascinatie voor de menselijke vormschepping, hebben we tijdens de gespreksronde ook de piste van upcycling van de objecten afgetast.57 In dat geval worden de objecten of materialen uit de collectie grondstof voor nieuwe creaties. Upcycling werd een maatschappelijke en design trend vanaf de jaren 2000, met als kerngedachte dat de consumptie van nieuwe grondstoffen kan worden vermeden door het hergebruik van bestaande materialen. In de beeldende kunst is upcycling onder de vorm van objet trouvé natuurlijk aanwezig sinds het begin van de 20ste eeuw. De gesprekspartners die neigden naar het volledig museaal bewaren van de collectie, stonden alleen open voor tijdelijke artistieke interventies. Ze vinden dat de collectie kunstenaars en designers kan inspireren, maar kunnen zich niet vinden in een definitieve vormverandering. Zij wijzen erop dat “upcycling” de geloofwaardigheid van het museum kan aantasten, omdat het in vergelijking met de bewaaropdracht van musea een “gewelddadige” ingreep is.58 De gesprekspartners die zelf dachten aan andere bestemmingen dan het museum, hadden wel oor voor deze piste. Zij argumenteerden dat de ecologische filosofie van Kruithof ook stimuleert om zich bewust te worden van de ecologische voetafdruk van het museaal bewaren van collecties. Ze stellen ook dat musea zich wel kunnen inlaten met “upcycling” bij de herbestemming van collecties, omdat de opdracht van musea niet is om alles te bewaren, maar om te selecteren en daar hoort herbestemming bij.59 Een belangrijke voorwaarde voor de kinderen van Jaap Kruithof en andere stakeholders is dat de ideeën van de creatieve of artistieke interventie in lijn liggen van het gedachtegoed van Jaap Kruithof. Of zoals zoon Marc Kruithof stelde: kan een fascist een mooi kunstwerk maken? voor hem was dat nee het moet iemand zijn die sympathie heeft voor zijn denken en niet vanuit een omgekeerde invalshoek zou werken

56

Gesprek met Marc Jacobs. Over verzamelingen en geefpraktijken, zie ook: van der Grijp, “The Sacred Gift”. Jaap Kruithof pleitte ook heel concreet voor recyclage: In 1990 pleitte hij voor minstens acht soorten recyclagecontainers. Recyclage beperkte zich op dat moment tot papier en glas: Kruithof, Omgaan, 28-30. Zie ook: Kruithof, Bewaren, Antwerpen, Daedalus, 1992. 58 Gesprekken met Octave Debary, Nina Gorgus, Susanne Gessler, Imke Volkers, Renate Flagmeier, Werner Van Hoof, Marc Jacobs. 59 Gesprekken met Sara Weyns, Peter Van Mensch, Annemarie de Wildt, Stef Van Bellingen. 57


53

7) SAMENGEVAT: WAARDESTELLING VOOR DE COLLECTIE JAAP KRUITHOF Als conclusie van ons waarderingsonderzoek verwoorden we hier de waardestelling van de Collectie Jaap Kruithof. De waardestelling is het resultaat van uitgebreid onderzoek, maar het blijft een momentopname. Elke waardestelling is immers onvermijdelijk getekend door de tijdsgeest en context. Het onderzoek en de waardestelling beperkt zich ook tot het niveau van de collectie als geheel en gaat niet in detail in op de individuele objecten. De grootste waarde van de Collectie Jaap Kruithof is de filosofische waarde en het is ook deze waarde die de collectie uniek maakt in België. Jaap Kruithof heeft als maatschappijcriticus veel losgemaakt in de Vlaamse samenleving van de jaren 1960 tot 2000. Hoewel Kruithof vanuit emotie begon te verzamelen en een grote emotionele drive had om te blijven verzamelen, en dus niet omdat hij filosoof was, verbond hij zelf in publicaties en interviews zijn kritiek op de wegwerpmaatschappij en zijn fascinatie voor de menselijke creativiteit met zijn collectie. De collectie had ongetwijfeld een emotionele functie voor Jaap Kruithof, maar zette hem tegelijk ook aan het denken. Volgens velen reflecteert de collectie visueel kernideeën van Jaap Kruithof rond de ‘waarde van dingen’ door de veelheid van dingen, de nederigheid van de voorwerpen, het feit dat het allemaal gebruikte dingen zijn, door de gedachtenzinnen en door de gelijkwaardige nevenschikking van meer en minder waardevolle, tot zeer onooglijke dingen. De collectie heeft dan ook filosofisch potentieel. Ze kan het denken stimuleren, omdat ze te verbinden is met het kritische denken van Jaap Kruithof, maar ook omdat ze meer algemene vragen oproept over bewaren, erfgoed en musea. Door het gebrek aan herkomstgegevens, de eclectische samenstelling en de overlap met andere collecties in Vlaanderen is de cultuurhistorische waarde van de Collectie Kruithof als ensemble beperkt. Kruithof verzamelde met een historische en antropologische blik, maar vorm en intuïtie waren minstens even belangrijke criteria, met als resultaat een behoorlijk eclectische collectie. Daarnaast gaf hij het documenteren van de collectie na verloop van tijd op. De wel gemaakte objectfiches zijn na zijn dood vernietigd. Verschillende objecten raken aan belangrijke cultuurhistorische thema’s voor de 20ste eeuw als massaproductie- en consumptie, het tweedehandscircuit, populaire beeldcultuur en toerisme. Rond deze thema’s zijn er in en buiten musea echter beter gedocumenteerde en meer representatieve collecties te vinden. De Collectie Jaap Kruithof bevat wel enkele objecttypes die weinig in museale collecties voorkomen. Door het hanteren van een maximumprijs en de beperking tot het tweedehandscircuit verzamelde Kruithof vele eenvoudige dingen die anderen te weinig waardevol vonden om bij te houden. Hij werd daarin radicaler in de tweede verzamelfase. Daardoor bevat de collectie onooglijke voorwerpen die weinigen als erfgoed koesteren en weinig in museale collecties worden bewaard, maar wel typisch zijn voor de alledaagse cultuur. Maar het gebrek aan herkomstgegevens beperkt ook voor deze objecten de onderzoekmogelijkheden. De collectie is vooral een provocatieve eye-opener voor musea om met een bredere blik, die reikt tot het onooglijke, te verzamelen. De Collectie Kruithof heeft geen duidelijke artistieke waarde, maar heeft raakvlakken met kunst en heeft visuele kracht. Jaap Kruithof noemde zichzelf geen kunstenaar, maar was op twee manieren gefascineerd door vorm. Bij het verzamelen verkoos hij dingen met een bijzondere vorm en hij werd geboeid door “de diversiteit van het menselijke kunnen”. Daarnaast investeerde hij de laatste tien jaar van zijn leven veel tijd in het schikken van de objecten in Museum Primrose. Dat noemde hij zelf een zoektocht naar vorm. Door het immense aantal voorwerpen en de filosofische concepten doet Museum Primrose denken aan artistieke installaties met dagelijkse voorwerpen, maar Jaap Kruithof had een minder uitgesproken intentie om met objecten visueel betekenis te creëren en naar buiten te treden. Van de veelheid van de collectie Kruithof en de wijze waarop al die dingen geschikt waren in Museum Primrose, gaat wel visuele kracht uit. Die visuele waarde zit niet in de individuele objecten, maar in het samenplaatsen van objecten. De Collectie Kruithof heeft ten vierde een sterk emotioneel potentieel. Jaap Kruithof heeft zijn collectie niet met een groot aantal mensen gedeeld tijdens zijn leven. Daarom heeft de


54 collectie op dit moment geen actieve sociale en emotionele waarde voor een duidelijke gemeenschap. De collectie heeft wel een groot emotioneel potentieel, om te beginnen door de passie van Jaap Kruithof zelf als verzamelaar. Kruithof verzamelde intuïtief en kon daarom de inhoud van de verzameling niet volledig rationeel verklaren. Misschien is de collectie een zelfportret, van dingen die hem raakten. De emotionele gedrevenheid van Kruithof als verzamelaar en de immense verzameling wakkeren universele, emotionele vragen aan over het bewaren van dingen. Het emotionele potentieel zit daarnaast ook in de dagelijksheid en nederigheid van elk van de voorwerpen in de Collectie Kruithof. Dit zijn de spullen die, alvast op korte termijn, voor vele mensen herkenbaar zijn, als ze opgroeiden in België of West-Europa, omdat ze doen denken aan de spullen van ouders of grootouders. Vanuit de cultuurhistorische invalshoek zou het logisch zijn om een selectie uit de collectie te maken voor museale bewaring en de objecten met het meeste onderzoekpotentieel en de minste overlap met bestaande collecties op te nemen in een museale collectie of de collectie thematisch op te delen tussen een aantal thematisch gespecialiseerde erfgoedinstellingen. Voor de Collectie Jaap Kruithof weegt echter de filosofische waarde het zwaarst door en sluiten de visuele en emotionele waarde daarbij aan. Voor deze waardes is het ensemble van de collectie veel belangrijker dan de individuele objecten. Toch lijkt ook voor die waardes de veelheid en het eclectische geheel belangrijker dan dat het precies 10 000 dingen zijn. Het is enerzijds teveel, omdat Jaap Kruithof zelf in 2007 aangaf dat hij 2000 tot 3000 dingen zou kunnen wegdoen. Anderzijds is het altijd te weinig, als we denken aan hoe sterk Jaap Kruithof de waarde van dingen bepleitte: dat religieuze zit in het bewaren dat zit er bij mij in maar ik kan het niet allemaal goed uitleggen maar ik wil ergens iets dat ik denk dat heel waardevol in de kosmos is of voor de planeet dan wil ik dat niet kapotgemaakt hebben Het ontwikkelpotentieel van de collectie is ten eerste filosofisch-educatief. De educatieve mogelijkheden van deze filosofische collectie om mensen aan het denken te zetten rond de ‘waarde van dingen’ zijn groot. Het gebrek aan herkomstgegevens beperkt de cultuurhistorische waarde van de collectie, maar geeft de vrijheid om participatief, in samenwerking met mensen en groepen, de collectie betekenis te geven, hetzij cultuurhistorisch, hetzij in totaal andere zin. Het visueel potentieel en de eclectische samenstelling van de collectie nodigt uit om de collectie als gebruikscollectie en grondstof in te zetten rond de ‘waarde van dingen’. De herkenbaarheid en emotionele lading van de objecten biedt op korte termijn mogelijkheden voor reminiscentie en versterkt ook het filosofisch-educatieve potentieel. Omdat de Collectie Jaap Kruithof vooral filosofische waarde heeft en minder cultuurhistorische waarde, kan het versterken van de waardes van de collectie zowel binnen als buiten musea gebeuren. Er zijn tal van mogelijkheden om het filosofische potentieel van de collectie en het daarbij aansluitende visuele en emotionele potentieel te ontwikkelen buiten de museumsector, onder meer in theater, tv of film, performances, socio-cultureel werk, onderwijs, therapiecontexten. Omdat het filosofisch potentieel van de collectie echter gaat over “de waarde van dingen”, is het inzetten van de collectie in musea wel relevant, want dit thema raakt aan de kern van de museale praktijk. De Collectie Jaap Kruithof is tot vandaag behoorlijk volledig en de onderdelen van het oorspronkelijke Museum Primrose van Kruithof zijn momenteel nog te onderscheiden. De toestand van de collectie is redelijk. Slechts een klein aantal objecten zijn zwaar beschadigd. De staat van de collectie zal op korte termijn verslechteren, als niet wordt gekozen voor optimale museale bewaring.


MAS PLAN voor DE COLLECTIE JAAP KRUITHOF 25 februari 2019

Serre, Museum Primrose, 2009 (foto van Philip Boël)


55

Het voorstel van het MAS voor de Collectie Jaap Kruithof vloeit voort uit de waardestelling en sluit aan bij de kernwaarden van het MAS en de inhoudelijke prioriteiten voor de MAS collectie. Het MAS wil een internationaal en grensverleggend museum zijn over wereldwijde verbondenheid tussen mensen en collecties vanuit uiteenlopende denk- en leefwereld. Met een stroom aan verhalen, bekeken vanuit meerdere perspectieven, betrekken wij een ieder die nieuwsgierig is naar heden, verleden en toekomst van Antwerpen en de wereld. Het MAS heeft als kernwaarden: Connectie: het MAS legt verbinding tussen Antwerpen en de wereld; verleden, heden en toekomst; erfgoed, gemeenschappen en denkwerelden Multperspectiviteit: het MAS wil vanuit de collectie voortdurend verschillende perspectieven blootleggen, bijdragen tot wereldburgerschap, openheid, dialoog en reflectie stimuleren over de (eigen) plek in de wereld Experiment: het MAS verkent nieuwe museale werkwijzen, zoekt steeds nieuwe manieren om verhalen te vertellen aan een nieuw publiek, biedt ruimte aan experimenten van partners of publiek Internationaal: Het MAS is een internationaal museum door de herkomst van de collecties, de bezoekers uit alle uithoeken van de wereld, de kwaliteit van haar werking, de samenwerking met landelijke en internationale instellingen. De MAS collectie van circa 500 000 objecten reikt van geschiedenis, kunst en cultuur van de havenstad Antwerpen, via internationale handel en scheepvaart tot kunst en cultuur in Europa, Afrika, Amerika, Azië en Oceanië. Dankzij die veelzijdige collectie kan het MAS zich profileren als museum over wereldwijde verbondenheid. Daartoe richt de collectiewerking van het MAS zich op vier inhoudelijke hoofdlijnen in 2019-2023: 1 Culturele praktijken hier en elders : Antwerpen, Europa, Azië, Afrika, Amerika, Oceanië 2 De stad en haven van Antwerpen als knooppunten in de wereld 3 Verzamelen: forum van reflectie over verzamelen, vertrekkend van MAS verzamelingen 4 Mensen en objecten verbinden: meer dan vroeger biografisch verzamelen en documenteren van de collectie De Collectie Jaap Kruithof kent een algemeen erkende filosofische waarde wat bewaren betreft. Dat maakt de collectie erg relevant voor de prioriteit rond verzamelen van het MAS. De andere inhoudelijke prioriteiten van het MAS zijn cultuurhistorisch van aard en daarvoor is de Collectie Jaap Kruithof minder relevant, zoals gezegd door het gebrek aan documentatie en de eclectische samensteling. Dat neemt niet weg dat objecttypes uit de collectie aansluiten bij Antwerpse en Europese culturele praktijken en bij de uitwisselingen tussen Antwerpen en de wereld in termen van grondstoffen en consumptiegoederen. In lijn met zijn aandacht voor experiment kiest het MAS voor een experimenteel, provocatief bestemmingsvoorstel. Hierbij wordt de Collectie Jaap Kruithof in twee gedeeld om op twee manieren de filosofische waarde van de collectie uit te spelen en te versterken. Eén helft, dus 80 dozen, wordt opgenomen in de MAS collectie als een veranderlijke filosofische installatie rond de waarde van dingen. De andere helft, dus 80 dozen, wordt grondstof voor creatieve upcycling. Van maart 2020 tot einde 2021 zet het MAS ook enkele uit de Collectie Jaap Kruithof in als experimentele


56 gebruikscollectie rond de waarde van dingen. De objecten in deze dozen worden later ook grondstof voor upcycling. We delen de collectie van 160 dozen en bundels letterlijk in twee en zorgen dat in elk deel de eclectische samenstelling van de collectie overeind blijft, want die draagt sterk bij tot de filosofische waarde. Het vertrekpunt bij de tweedeling zijn de zeven afdelingen van Museum Primrose, die samenhangen met de ruimtes in het huis van Jaap Kruithof. Per afdeling overwegen bepaalde objecttypes en bepaalde combinaties van objecten. Om voldoende de verscheidenheid van objecttypes, en zeker ook de onooglijke objecten te behouden, organiseren we de tweedeling van de collectie per ruimte. Dit wil zeggen dat we de lijsten met dozen van KELDER A, KELDER B+ATRIUM, KELDER C, KELDER D+WASKELDER, SERRE en EERSTE VERDIEPING in twee opdelen. Dan blijft de diversiteit van objecttypes uit de Collectie Kruithof grotendeels overeind. De tabel in BIJLAGE 3 toont welke 80 dozen worden bestemd voor de ‘filosofische collectie’ en welke als ‘grondstof’ zullen dienen. We hebben geen cultuurhistorische criteria gehanteerd. De selectie voor de filosofische installatie gebeurde door beurtelings een doos wel en een doos niet aan te kruisen. Soms lukte dit niet wegens onduidelijke locatiegegevens. Een klein aantal dozen hebben geen of dubbele locatiegegevens en bevatten objecten die ook niet duidelijk te localiseren zijn via de foto’s van 2009. In enkele gevallen weken we afvan die werkwijze, om voldoende rekening te houden met de filosofische waarde. We selecteren bijvoorbeeld doos 121 voor de ‘filosofische collectie’ zit, omdat daarin de handgeschreven tekst van Jaap Kruithof “Uiltje spreekt” bij een stenen uiltje steekt. Daarom zijn ook doos 142 en bundel 159, die gedachtezinnnen bevatten, opgenomen in ‘filosofische collectie’. Ook alle andere zinnen die Jaap Kruithof ophing in Museum Primrose worden bewaard vanwege de filosofische waarde.

1) FILOSOFISCHE COLLECTIE VOOR HET MAS We bestemmen 80 van de 160 dozen van de Collectie Jaap Kruithof voor beeldend werk dat tot ideeën en emoties aanzet rond de waarde van dingen. We benoemen deze 80 dozen als “filosofische collectie” en nemen ze met deze omschrijving op de MAS collectie. De 80 dozen worden ter beschikking gesteld van mensen en organisaties die een visuele creatie willen realiseren rond de waarde van dingen, geïnspireerd door het filosofische gedachtegoed en het verzamelverhaal van Jaap Kruithof en Museum Primrose. Van maart 2019 tot maart 2022 stelt het MAS zelf twee kunstenaars aan die de opdracht krijgen een betekenisvolle creatie te maken rond de waarde van dingen met objecten uit de 80 dozen van de Collectie Jaap Kruithof. Het gaat om theatermaker en beeldend kunstenaar Benjamin Verdonck en beeldend kunstenaar Guy Rombouts.60 Hun vroeger werk met gevonden dingen en goedkope dingen maakt hen interessant voor deze opdracht. Bij deze installatie ontwikkelen we een filosofisch-educatief programma rond de waarde van dingen, dat onder meer zorgt voor een verrijking van de collectie met gedachten van mensen. Vanaf maart 2022 komt de “filosofische collectie” opnieuw vrij en wordt ze beschikbaar voor nieuwe creaties. We bewaren wel de sporen die tussen 2020 en 2022 achtergelaten zijn bij de installatie. Zij gaan mee deel uitmaken van de “filosofische collectie”. Wie vanaf maart 2022 met de collectie wil werken, krijgt dus de hele voorgeschiedenis mee. Zo wordt de “filosofische collectie” een dynamisch object in de MAS collectie. Het MAS is na 2022 niet altijd zelf initiatiefnemer van nieuwe installaties met de collectie. Voorstellen kunnen van anderen komen en het beeldend werk kan ook op locatie getoond worden.

60

https://www.muhka.be/nl/programme/detail/1216-extra-muros-geel-middle-gate-ii/artist/172-guyrombouts (geraadpleegd 11/2/2019); https://www.toneelhuis.be/nl/makers/benjamin-verdonck/ (geraadpleegd 11/2/2019)


57 Wat betreft registratie en behoud en beheer betekent dit dat het MAS de 80 dozen als één object opneemt in de MAS collectie en bewaart en beheert als dynamisch object, dat door het artistieke gebruik verschillende vormen kan krijgen. We hanteren in het MAS een gelijkaardige aanpak voor het dynamische ‘dia de los muertos altaar Antwerpen’.61 Onze behoud en beheer aanpak vertrekt dus van de actuele waardestelling, maar sluit andere betekenisgeving op lange termijn niet uit. We kunnen immers niet garanderen dat op zeer lange termijn de filosofische waarde van de collectie overeind blijft. Zo investeren we nu niet in objectregistratie, maar we blijven mogelijk maken dat dit in de toekomst gebeurt, indien gewenst. We bewaren de collectie in optimale omstandigheden, maar investeren niet in restauratie van individuele objecten, omdat Jaap Kruithof ervoor koos om beschadigde objecten deel te laten zijn van zijn collectie. Vergankelijkheid mocht zichtbaar zijn. Te zwaar beschadigde objecten die de rest van de collectie bedreigen of niet meer te transporteren zijn, halen we weg en dat wordt gedocumenteerd.

Waarom is dit relevant voor het MAS? Het MAS heeft een collectie van circa 500 000 objecten. Als professioneel museum is het MAS doordrongen van de internationale standaarden rond verzamelen, bewaren, onderzoeken, documenteren en presenteren van museumobjecten, en de soms al te vastgeroeste manieren van waarderen van erfgoed die daarmee samenhangen. Het MAS wil die internationale standaarden niet opgeven, maar heeft wel de ambitie om kritische reflectie rond de omgang met collecties te stimuleren. Bedoeling is om met deze “filosofische collectie” experimentele statements te maken en zo nieuwe museale werkwijzen in en buiten het MAS aan te wakkeren. Daarom krijgt deze collectie een duidelijk ander statuut dan onze cultuurhistorische collecties. Zo hopen we dat de collectie voor het MAS een “slimme parasiet” kan zijn, een begrip dat we overnemen van Stef Van Bellingen: in feite zou deze collectie een slimme parasiet moeten zijn een domme parasiet is iets wat de gastheer doodt een slimme parasiet … verandert de gastheer lichtjes een soort van stimulator die … het bestaande lichaam kan beïnvloeden

2) EXPERIMENTELE GEBRUIKSCOLLECTIE ROND DE WAARDE VAN DINGEN Van maart 2020 tot maart 2022 zet het MAS ook enkele dozen uit de Collectie Jaap Kruithof in als experimentele gebruikscollectie rond de waarde van dingen in het MAS en in de stad Antwerpen. Het MAS is organisator van deze experimenten. Ze zijn geïnspireerd door het waarderingsonderzoek, maar ze zouden ook kunnen worden gedaan met andere objecten. In plaats van de objecten zelf op lange termijn als gebruikscollectie te bewaren, zullen we lessen trekken uit deze experimenten en die meenemen naar onze volgende participatie- en educatieprojecten. Dit zijn alvast enkele projectideeën: GEWOON OF ICOON Wat maakt een truitje van Prince of een zakdoek van Queen Elisabeth interessanter dan een trui of zakdoek in jouw kledingkast? Het gaat toch om gelijkaardige materialen? Moest je beide truitjes of zakdoeken tonen, zou men er dan kunnen uit afleiden van wie ze kwamen? Zou de waarde ervan visueel af te leiden zijn? Of hoort er toch wat uitleg bij?

61

https://search.mas.be/details/collect/381136 (MAS.0226)


58 Met ‘Gewoon of icoon?’ wil het MAS met de Collectie Jaap Kruithof de stad en straat in trekken, in samenwerking met buurtcomités en andere initiatieven. In het pakket zitten een aantal voorwerpen. Ze vormen de instap om samen het gesprek aan te gaan, bijvoorbeeld: Zou je deze dingen bijhouden? Waar: thuis, in een museum, … Of houd je ze niet bij? En zou je ze dan weg gooien, weg geven, verkopen, …? Wat vertellen deze dingen? Wat ontbreekt er in het rijtje? Hoe zou jij de voorwerpen ordenen of schikken? Waarom? Zit er iets tussen dat je zelf zou willen bijhouden? En als je het zou mogen bijhouden, tegen wat zou je het dan ruilen? SCHIKKEN EN AANRAKEN Musea vragen bezoekers om het erfgoed niet aan te raken en zo geen schade te veroorzaken. Musea bevriezen zo objecten die vroeger meer dynamisch gebruikt werden. Jaap Kruithof raakte in het Museum Primrose wel vaak objecten aan om ze te schikken en herschikken. Het MAS stelt een aantal rekken op met objecten uit de collectie Jaap Kruithof. Bezoekers worden individueel of in groep uitgenodigd om zelf hun schikking te maken. Dat wordt voorgesteld als een voorrecht. Zo onderstrepen we tegelijk de gedragsregel dat objecten in musea niet worden aangeraakt. Bezoekers mogen dus objecten aanraken (mogelijk met handschoenen) en ze ordenen, … naar believen. Er worden foto’s van de schikkingen genomen. Hiermee wordt een foto-wall opgebouwd die illustreert hoe iedere persoon vanuit eigen invalshoek anders ordent. Bij workshops in groep kan over de gekozen schikking worden gedebatteerd. KINDERMUSEUM Een klasje of groep kinderen stelt haar eigen museum samen aan de hand van een reeks objecten uit de Collectie Jaap Kruithof. Daarbij worden vragen afgewogen als: wat zou jij bewaren en wat zou je daaruit tonen? Wat zou jij uit jouw eigen leven willen bewaren en tonen? Wat hebben je oma en opa bewaard, wat zou je nog willen dat ze bewaard hadden? FICTIEVE VEILING Er wordt samenwerking gezocht met leerlingen en studenten economie en design om een grondstoffenkaart te maken van (een deel van) de collectie. Objecten worden gewaardeerd aan de hand van vragen zoals: van welke materialen is het gemaakt, waar komen die materialen vandaan, waar heeft de productie plaats gehad, hoeveel tijd kost een ontwerp en hoeveel tijd heeft het gekost om te maken, wat is de kostprijs voor transport naar de winkel. Zo krijgt de collectie een mapping van de financiële waarde ervan in wereldperspectief. In tweede instantie is er een veiling van objecten (al dan niet digitaal) waar bezoekers fictief op kunnen bieden. In plaats van het object mee naar huis te krijgen, ontvangen ze een infofiche met de economische gegevens. Zo worden ze geïnformeerd over de eigenlijke economische waarde van het object en kunnen een inschatting maken over of hun bod wel overeen komt met de realiteit. Bijkomend zou het mogelijk zijn om aan bieders te vragen waarom men een bod uitbracht. Wat zou men willen doen met het object waarop men geboden heeft?

3) GRONDSTOF VOOR DE TOEKOMST We bestemmen vanaf april 2019 tot uiterlijk einde 2021 de tweede helft van de Collectie Jaap Kruitof voor upcycling projecten in brede zin. Ons voorstel is dus om deze 80 dozen niet te behouden in de publieke museumsector. We hebben hiervoor in Vlaanderen geen procedure. We laten ons evenwel inspireren door de Nederlandse LAMO procedure en afstotingsdatabase voor het afstoten van museale objecten uit de


59 publieke sector, om deze herbestemming transparant en met de nodige voorzichtigheid te realiseren. Nederlandse musea kunnen objecten die ze voorzien voor herbestemming plaatsen op een afstotingsdatabase. Andere erfgoedinstellingen kunnen binnen de twee maanden een voorstel voor overname doen. Een tweede optie is dat er geen voorstel voor overname komt, maar dat anderen, instellingen of experts, het erfgoed wel als beschermwaardig aanduiden. In dat geval wordt een toetsingscommissie betrokken die het definitieve oordeel velt of het erfgoed beschermwaardig is of niet, en dus in de publieke sector moet blijven of niet.62 Bij wijze van experiment stellen we de objecten uit de 80 dozen tot 1 april 2019 digitaal ter beschikking. Tot die datum kunnen andere Vlaamse erfgoedinstellingen een voorstel doen, indien ze van oordeel zijn dat bepaalde objecten uit de 80 dozen museaal bewaard kunnen worden in hun collectie of dat bepaalde objecten beschermwaardig zijn en dus in aanmerking komen voor bewaring in het publieke, museale domein. We hebben in Vlaanderen geen verplichting om onze beslissing aan te passen aan deze voorstellen, maar we zullen openlijk communiceren wat we met de mogelijke reacties doen en waarom. Indien we de 80 dozen, of het merendeel, kunnen upcyclen,spreken we vanaf april 2019 een grote verscheidenheid van netwerken aan om de objecten en materialen van de Collectie Jaap Kruithof in te zetten voor nieuwe, toekomstgerichte creaties. We denken in de eerste plaats aan opleidingen en organisaties voor mode-ontwerp, etalage-ontwerp, design, productontwikkeling, lassen, beeldende kunst e.a. ( middelbaar en hoger onderwijs, academies, organisaties upcycling, organisaties die werken rond textiel e.a.). We organiseren een open call en tegelijk gerichte netwerking. We bieden elk van de geĂŻnteresseerde partners ongeveer het volgende aan: -

1 of meer van de 80 dozen uit de Collectie Jaap Kruithof (dus de combinatie van de doos, geen volledig vrije keuze, zodat de uitdaging blijft wat je met verschillende soorten dingen doet) informatie over Jaap Kruithof en het Museum Primrose communicatie van de resultaten van elke projectpartner op de MAS Kruithof blog als inspiratie voor anderen

De objecttypes uit de Collectie Jaap Kruithof zijn vandaag nog altijd beschikbaar bij mensen thuis in ons land, in kringwinkels e.a. Het zou mooi zijn als het object inspiratie biedt om met een aantal van deze objecttypes nieuwe creaties te maken. We onderzoeken samen met de geĂŻnteresseerde partners ook of collectieve projecten mogelijk zijn. Een inspiratie is onder meer de indrukwekkende maquette van Frankfurt in het Historisches Museum Frankfurt, die bewoners samen met ontwerpers maakten van afgedankte dingen.

Fragment van de maquette van Frankfurt in het Historisches Museum Frankfurt (foto HMF)

62

Museumvereniging Nederland, LAMO 2016.


60

Waarom is dit relevant voor het MAS? Selectie van erfgoed behoort tot de kerntaken van elk museum en dat leidt soms ook tot herbestemming of afstoting van collecties. Vanzelfsprekend dient dit weloverwogen te gebeuren na grondig waarderingsonderzoek. We vermoeden dat dit experiment de museumsector kan inspireren om bij herbestemming creatief te zoeken naar bestemmingen die aansluiten bij de waardes van de objecten. We hopen daarnaast om met de keuze voor upcycling aandacht op te wekken voor de ecologische voetafdruk van museaal bewaren en tentoonstellen. Daarom kiezen we niet voor het weggeven van Kruithofobjecten aan allerlei mogelijke geïnteresseerden. We maken resoluut de keuze voor creatieve upcycling en willen zo een toekomstgericht statement maken. Om Jaap Kruithof te parafraseren: het heeft geen zin om in onze samenleving eilanden van perfect geconserveerd erfgoed te creëren en daar nostalgisch terug te kijken op het verleden, terwijl we ondertussen de planeet ten gronde richten. Kruithof pleit voor een ander soort bewaren, niet om het oude te verheerlijken, maar omdat we “moeten hergebruiken in plaats van weggooien. …. de natuur moet in zichzelf de mogelijkheid behouden om de schade die haar door de mens wordt berokkend, ongedaan te maken.”63

63

Kruithof, “Bewaren” in : Kruithof, Ingaan op de dingen, 135-159.


BIJLAGEN 1. Gesprekspartners en themalijst gesprekken 2. Objecttypes in de Collectie Jaap Kruithof en overlap met andere collecties 3. Bestemmingsplan MAS

Museum Primrose, kelder A, 2009 (foto van Philip BoĂŤl)


61

BIJLAGE 1: GESPREKSPARTNERS EN THEMALIJST GESPREKKEN 1) GESPREKSPARTNERS Klankbordgroep 

Philip Boël, fotograaf en vriend van Kruithof, 26/02/2018

Carl Depauw, voormalige directeur MAS, 03/05/2018

Marc, Karen en Jaap jr. Kruithof, kinderen van Jaap Kruithof, 04/05/2018

Els Veraverbeke, Huis van Alijn, 16/05/2018

Vrienden en ex-collega’s van Jaap Kruithof 

Ine Pisters, historica en antropologe en actief in het Humanistisch Verbond, 01/03/2018

Johan Braeckman, filosoof Universiteit Gent, 23/04/2018

Rik Pinxten, filosoof, antropoloog en actief in Het Humanistisch Verbond, 26/04/2018

Ronald Commers, prof. emeritus filosofie Universiteit Gent, 19/10/2018

Sylvia Traey, pianiste en bevriend met Jaap Kruithof, 11/12/2018

Belgische gesprekspartners ( die Jaap Kruithof als docent of publiek figuur enigzins kenden) 

Anne-Cathérine Olbrechts, adviseur behoud en beheer bij FARO, en Waander Devillé, onderzoeker waardering maritieme collectie MAS, 23/03/2018

Floortje Vantomme, tapisplein, nu Werkplaats Immaterieel Erfgoed, 03/04/2018

Werner van Hoof, Leen Huet en Jan Grieten, experts Collectie Max Elskamp, 05/04/2018

Sophie de Somere, Denktank ONBETAALBAAR, 25/04/2018

Annemie Geerts, De Veerman, 26/04/2018

Marc Jacobs, directeur FARO, 22/5/2018

Stef Van Bellingen, curator hedendaagse kunst, 4/06/2018

Wesley Meuris, kunstenaar, 4/09/2018

Benjamin Verdonck en Guy Rombouts, kunstenaars, 10/09/2018 en later

Dienst Collectiebeleid Musea en Erfgoed Antwerpen, 29/06/2018 : Erwin Verbist, Marina Christiaens, Morgane Pieters, An Op De Beeck


62 

Sara Weyns, directeur Middelheimmuseum, 28/06/2018

Hilde Schoefs, conservator Bokrijk, 26/10/2018

MAS team (van wie de meerderheid Jaap Kruithof kende als docent of publiek figuur)

Marieke van Bommel, directeur MAS en organisator van het project, doorlopend

Collega’s Erfgoedbewaking en Communicatie MAS, 16/05/2018 : Haçi Osman Karaer, Niels Vlieghe, Brenda Pols, Christophe Heirman, Marc Grenné

Collega’s Curatoren en Publiekswerking MAS, 26/06/2018 en doorlopend : Sofie De Ruysser, Els De Palmenaer, Femke Gherardts, Annemie De Vos, Cathy Pelgrims, Jef Vrelust, Waander Devillé

Gesprekspartners uit de buurlanden (die Jaap Kruithof niet kenden) 

George Nuku (Londen en Nieuw Zeeland), kunstenaar/ voormalig artist in residence MAS, 02/03/2018

Denis Chevallier en Aude Fanlo (Frankrijk), hoofd conservator en onderzoeker MUCEM, korte gesprekken, 26-27/03/2018

Hans Piena (Nederland), conservator Nederlands Openluchtmuseum, 20/04/2018

Peter van Mensch (Nederland, Duitsland), museoloog en voormalig docent Reinwardt Academie in Amsterdam, 02/05/2018

Annemarie de Wildt (Nederland), conservator Amsterdammuseum, 14/05/2018

Nina Gorgus en Susanne Gesser (Duitsland), conservator en participatie-curator Historisches Museum Frankfurt, 22/08/2018

Renate Flagmeier en Imke Volkers, curatoren Museum Der Dinge, Berlijn, 23/08/2018

Octave Debary (Frankrijk), antropoloog die werkt rond bewaren en weggooien, van erfgoed tot tweedehandscircuit en afval, 24/9/2018


63

2) THEMALIJST GESPREKKEN 1. Schets collectie Kruithof Herkomst, beschrijving, tonen van de foto’s van Museum Primrose van 2009 2. Band met de verzameling (voor wie de verzameling al kende)  Hoe leerde je de verzameling kennen?  Wat was uw eerste indruk van de verzameling?  Hoe praatte Kruithof over zijn collectie? Welke denkwijzen of gevoelens herinner jij je?  Welke banden zijn er tussen de collectie en zijn filosofische werken?  Hoe ging hij om met bezoekers? Hoe liet hij de verzameling zien?  Wat weet u over de fiches van de collectie? Waren anderen vormen van tekstuele informatie over de collectie, welke?  Kruithof had naast de verzameling objecten ook een hele bibliotheek en muziekcollectie. Weet u waar zijn boeken, archieven en muziekcollectie of andere objecten zijn terecht gekomen na zijn dood? 3. Waardes  Wat denk je dat de denkwijze van Kruithof was voor het uitkiezen van de objecten was?  Als jij nu naar de collectie kijkt, wat denk jij dat de grootste waarde ervan is?  Wat is de eigenheid van deze collectie tegenover andere collectie? Waarin overlapt deze collectie met andere collecties? Kan je verduidelijken: geheel of bepaalde delen? 

In deze collectie zitten oudere en meer recente voorwerpen. Hoe zou u de HISTORISCHE waarde van de collectie omschrijven ? Wat documenteert de collectie? Geeft ze een beeld van een tijdsperiode/levenswijze? Kan je verduidelijken: geheel of bepaalde delen?

De ESTHETISCHE waarde van de collectie, hoe zou u die verwoorden? Hoe zag Kruithof dit? Hoe zou u de visuele kwaliteit van de collectie omschrijven? Kan je verduidelijken: geheel of bepaalde delen?

Welke SOCIALE waarde en sociaal potentieel heeft deze collectie? Welke belevingswaarde kan de collectie hebben? Connotatie, emotie, herinnering, symboliek? Kan je verduidelijken: geheel of bepaalde delen? De collectie is momenteel weinig bekend. Heeft ze potentieel sociale waarde?

Zie je naast de historische, esthetische of sociale waardes nog andere waardes?

Als je dat nu allemaal vertelt, hoe bekijk je dan de waarde van het geheel tegenover de delen? (ensemble waarde)


64 Hoe beoordeel je de interne samenhang van de collectie? Heeft de collectie samenhang met andere collecties van Jaap Kruithof, vb. andere objecten die Jaap Kruithof verzamelde of die horen bij zijn werkveld? Wat is het belang van de samenhang voor de toekomst?

4. Aftasten pistes bestemming  Wat weet u over hoe Kruithof de toekomst van zijn collectie zag? Wat weet u over zijn plannen met de collectie? Wilde hij blijven verzamelen? Wat weet je over wat hij zelf wilde/wat zijn ideaal was? Hoe keek Kruithof naar musea? 

Als we de filosofie van Kruithof doortrekken, denkt u dan dat een bepaalde piste van bestemming de beste zou zijn binnen dat kader? Bewaren, opdelen, niet bewaren e.a.

Welk potentieel ziet u voor de collectie op lange termijn?

Welke bestemmingen kunnen de waardes van de collectie behouden of versterken? Binnen welke musea zou de collectie potentieel passen? Welke keuze zou u maken, als de collectie in uw museum zou worden aangeboden? Voor welke verschillende publieken heeft de collectie potentieel? Welk onderzoek kan rond de collectie, geheel of de delen, worden gedaan? Binnen welke contexten buiten de museale context kan de collectie nog relevantie hebben?

Welke netwerken zijn belangrijk voor het versterken van deze waardes? Wie kunnen we nog betrekken?

Hoe presenteren we de collectie best in de MAS tentoonstelling ?

5. Tot besluit  Vindt u dat er een thema is dat hier ontbreekt?


65

BIJLAGE 2: OBJECTTYPES IN DE COLLECTIE en OVERLAP MET ANDERE COLLECTIES 1) OBJECTTYPES IN DE COLLECTIE JAAP KRUITHOF De Collectie Jaap Kruithof bevat vooral decoratieve objecten (zoals kleine modellen van huizen, schepen, auto’s, fietsen, doosjes, vazen, beeldjes, tegels, toeristische souvenirs en objecten in glas, metaal, hout en steen), speelgoed en (replica) muziekinstrumenten. Ze domineren in 136 van de 160 dozen en bundels. De Collectie Jaap Kruithof bevat veel minder werktuigen en gebruiksvoorwerpen (in hoofdzaak keukengerei, drankflessen, medische instrumenten, kappersgerief, rookwaren, drukkerijmateriaal). Ze komen voor in 24 dozen, waarin vaak ook nog decoratieve objecten zitten. Het betreft volgende dozen: DOOS 4 5 6 7 33 50 52 55 59 74 79 91 93 94 95 98 111 112 117 136 139 143 149 152

INHOUD rookwaren schop, onbekend electrisch object en decoratie gereedschap stempels / drukkerij medische instrumenten plateaus met gereedschap : medisch, kapper e.a. flesjes voor sterke drank flesjes voor sterke drank gereedschap fietspompen en gereedschap kappersgerief rookwaren koffiemolen en verder decoratie keukenbestek en stempels / drukkerij make up slabestek en nog wat keukengerei, verder decoratie tekengerei metaal : kapstok, koffiepot, waterketel en decoratieve items medische instrumenten / tondeuses e.a. tondeuses, verder decoratie geldkoffer dokterstas dozen met werktuigen en materialen schoenpoetsgerief

2) OVERLAP MET ANDERE COLLECTIES IN VLAANDEREN We brengen hier de mate van overlap tussen items uit de Collectie Kruithof en andere Vlaamse collecties in beeld. Voor de Collectie Kruithof kunnen we telkens het aantal dozen waarin een item voorkomt opgeven. We kunnen niet het aantal items opgeven, omdat er geen registratie op objectniveau is en bij de beschrijving van de dozen geen standaardtermen zijn gebruikt.


66 We vergelijken ten eerste met de collecties van het Mas en de Musea Stad Antwerpen, die ontsloten zijn via de digitale inventaris ADLIB. We vergelijken ten tweede met de collecties van West- en Oost-Vlaanderen ontsloten via Erfgoed In Zicht. Belangrijke vergelijkbare collecties in deze databank zijn deze van Huis van Alijn, Industriemuseum, Nationaal Tabaksmuseum Wervik, Volkskundemuseum Brugge. We vergelijken ten derde met de collecties van Vlaams-Brabant en Limburg ontsloten via Erfgoedplus. Vergelijkbare collecties in deze databank zijn lokale historische collecties en de collecties het MOT Museum voor de Oudere Technieken Grimbergen. De collectie van Bokrijk zou ook overlap geven vermoedelijk, maar die zit nog niet in Erfgoedplus. Omdat er geen volledig identieke standaardtermen voor de vier collecties worden gebruikt, tonen de onderstaande cijfers niet de reĂŤle overlap, maar wel de mogelijke overlap en de grootorde van de overlap per objecttype.

STEEKPROEF ROOKWAREN Asbakken of asbakitems

Collectie Kruithof MAS collectie / collecties Musea Stad Antwerpen Erfgoed In Zicht Erfgoedplus

Tabaksdoos / snuifdoos of zak

Sigaar-, sigaren- of sigaretitems

In 22 dozen 63

Pijpen en pijpitems (wroeters, koppen e.a.) In 8 dozen 118

In 3 dozen 82

In 9 dozen 52

130 110

1968 281

732 29

1113 132

Lucifers om rookwaren aan te steken In 7 dozen 132, ook bulkitems 358 55

STEEKPROEF SCHEERGERIEF / KAPPERSGERIEF (scheermes, -bekken, -zeep, -kwast, -apparaat, -etui, Gilettemes, tondeuse e.a. voor mensen, niet voor dieren) Collectie Jaap Kruithof In 9 dozen met scheerobjecten en tondeuses: dozen 8, 16, 26, 57, 59, 79, 117, 136, 139 Collectie MAS / collecties Musea Stad Antwerpen

34 objecten of bulkitems in verband scheren en tondeuses

Erfgoedplus

90 objecten in verband scheren en tondeuses

Erfgoed In Zicht

224 scheeritems en tondeuses

STEEKPROEF TOILETPAPIER Collectie Jaap Kruithof

1 rol toiletpapier van het Belgische merk Noral, vermoedelijk van voor 1950, in doos 28

Collectie MAS / collecties musea Stad Antwerpen

0

Collecties Erfgoed In Zicht

0

Collecties Erfgoedplus

0


67

STEEKPROEF POTPOURRI (recente potpourri jaren 1980-1990) Collectie Jaap Kruithof Mas collectie / Collecties Musea Stad Antwerpen

Erfgoed In Zicht Erfgoedplus

3 items, in doos 4, 96 en 100 Geen recente potpourri dozen of flessen. Wel 18de en 19de eeuwse porseleinen potten van het type “potpourri� . 1 recent decoratief strijkijzer dat mogelijk diende om potpourri in te steken (Industriemuseum V09998) Geen recente potpourri dozen of flessen. Wel een apothekerspot 1750-1850 half gevuld met potpourri. (Musea Maaseik, MM/0037/0499)


68

BIJLAGE 3: BESTEMMINGSPLAN MAS In onderstaande tabel zijn de dozen per ruimte gerangschikt. De dozen met vermelding "FILO" worden deel van de filosofische collectie. De andere dozen worden deel van creatieve upcycling.

Locatie KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER A KELDER B KELDER B KELDER B KELDER B KELDER B

Doos

Bestemming Aantal items 1 5 6 14 24 29 33 44 47 59 67 70 72 74 76 77 79 80 88 93 98 103 120 125 133 134 135 138 142 143 149 152 154 160 3 4 31 54 57

FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO

FILO

FILO FILO FILO

45 10 36 20 76 53 126 108 51 60 67 99 74 99 65 37 50 107 54 61 105 22 18 56 2 6 40 21 5 11 26 50 26 6 46 74 32 62 50


69 KELDER B KELDER B KELDER B KELDER B KELDER B KELDER B KELDER B KELDER B KELDER B KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C

75 114 117 119 127 136 148 150 153 2 7 8 9 10 11 12 17 19 20 22 26 28 30 32 34 36 37 39 40 41 42 45 50 51 61 64 65 66 69 71 78 82 83 87 89 90

FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO

FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO

51 38 79 38 24 58 34 48 6 80 18 29 59 116 142 103 59 31 28 51 238 108 41 59 42 140 40 74 74 28 42 135 59 44 53 92 87 96 147 21 40 54 104 70 23 147


70 KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER C KELDER D_waskelder KELDER D_waskelder KELDER D_waskelder KELDER D_waskelder KELDER D_waskelder KELDER D_waskelder KELDER D_waskelder KELDER D_waskelder

91 95 96 97 100 101 102 105 106 107 109 110 112 113 115 116 118 121 126 128 129 130 131 137 140 141 145 151 155 157 158 159

FILO FILO

FILO

49 141 75 61 26 57 58 84 84 94 68 42 46 49 26 43 62 100 25 21 11 40 53 17 15 27 52 58 29 47 9 16

13 FILO

59

15

48

FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO

25 FILO

113

48

148

49 FILO 68

71 124

86 FILO

81

94

47


71 KELDER D_waskelder KELDER D_waskelder KELDER D_waskelder KELDER D_waskelder KELDER D_waskelder KELDER D_waskelder KELDER D_waskelder KELDER D_waskelder KELDER D_waskelder locatieprobleem locatieprobleem locatieprobleem locatieprobleem locatieprobleem SERRE SERRE SERRE SERRE SERRE SERRE VERDIEPING_1 VERDIEPING_1 VERDIEPING_1 VERDIEPING_1 VERDIEPING_1 VERDIEPING_1 VERDIEPING_1 VERDIEPING_1 VERDIEPING_1 VERDIEPING_1 VERDIEPING_1 VERDIEPING_1 VERDIEPING_1 VERDIEPING_1 VERDIEPING_1

108 FILO

52

111

48

123 FILO

39

124

4

132 FILO

8

139

30

144 FILO

34

147

65

156 53 60 63 73 92 16 38 43 52 55 81 18 21 23 27 35 46 56 58 62 84 85 99 104 122 146

FILO

FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO FILO

44 29 92 91 49 43 120 149 145 107 200 164 77 50 37 45 101 68 200 57 85 53 53 107 56 26 22 9932


COLOFON Waarderingsonderzoek en tekst Leen Beyers en Thomas Dirkx

Redactie Marieke van Bommel en Jef Vrelust

Foto’s Philip Boël - MAS

Vormgeving Karin Vetters

Met dank aan de medewerking van De klankbordgroep: Karen Kruithof, Jaap Kruithof, Marc Kruithof, Els Veraverbeke, Carl Depauw, Philip Boël De vrijwilligers collectieregistratie: Renée Libot en Rita Beckx Alle gesprekspartners FARO Het MAS team Het team Behoud en Beheer Musea en Erfgoed Antwerpen



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.