MAS | 100 x Congo. Een eeuw Congolese kunst in Antwerpen

Page 1

NL

Een eeuw Congolese kunst in Antwerpen


EEN TENTOONSTELLING MET TWEE PARCOURS 1. Aan de wanden ontdek je facetten van de prekoloniale geschiedenis en vroege contacten tussen Europa en Afrika. Hoe brengen Antwerpse kunstenaars vanaf de 16de eeuw Afrikanen in beeld? En wat is vanaf eind 19de eeuw de beeldvorming van Congolezen? Daarna duiken we de Belgische kolonisatie van Congo in. Die loopt van eind 19de tot diep in de 20ste eeuw. 2. Centraal in de tentoonstellingsruimte staan 100 blikvangers, honderd jaar na het ontstaan van de Congolese collectie van de stad Antwerpen. Op je reis maak je kennis met de rijkdom en diversiteit van de klassieke kunst- en de gebruiksvoorwerpen van volken uit de huidige Democratische Republiek Congo.


Een eeuw Congolese kunst in Antwerpen

Precies honderd jaar geleden ontstond de Congolese collectie van de stad Antwerpen, in volle koloniale tijd. 100 x Congo zet honderd blikvangers in de kijker. Welke verhalen schuilen er in de objecten? Hoe zijn ze hier beland? Wat was hun betekenis voor Congolese volken? En wat met de Afrikaanse aanwezigheid in Antwerpen? Je ontdekt hier ook hoe de vroege contacten tussen Europa en Afrika verliepen. Hoe Antwerpse meesters Afrikanen in beeld brachten. Waarom Congolezen op wereldtentoonstellingen werden opgevoerd. Tijdens de kolonisatie is er ook de impact van de missionering op de Congolese cultuur. En hoe bekeken Congolezen de witte mens (mundele)? Voor deze tentoonstelling werkt het museum samen met Belgische en Congolese kunstenaars en onderzoekers. We gaan in dialoog met Antwerpenaren van Belgische en Afrikaanse afkomst. Het MAS nodigt je uit: denk mee na over de beeldvorming van Afrikanen en over het verleden, het heden en de toekomst van de Congolese collectie.


4

– 100 x c o n g o –


De Congolese collectie van het MAS en haar blinde vlekken. Wat weten we niet?

Over de Congolese makers van deze kunst- en gebruiksvoorwerpen en hun betekenis is nog veel onbekend. Europese kolonialen hadden nauwelijks aandacht voor de identiteit en status van de kunstenaars en ambachtslui. In de vroege 20ste eeuw kwam het merendeel van de objecten in het bezit van de stad Antwerpen. De collectie werd opgebouwd via vroege kunstverzamelaars en schenkers. Deze Belgische tussenpersonen lieten weinig gegevens na over de objecten. Zijn ze geroofd of geruild? Gekocht of geschonken? Wie was de eigenaar in Congo? Het spoor naar de herkomst van de objecten loopt vaak dood bij de Belgische handelaars en schenkers. Ook de datering blijft een moeilijke zaak. De helft van de objecten is zeker van vóór 1920. Sommige unieke metalen voorwerpen gaan terug tot de 17de en 18de eeuw. Samenwerken met onderzoekers in Congo, ook in het kader van restitutie (teruggave), is een noodzakelijke stap om deze leemtes te proberen invullen en om de vele onopgeloste vragen te beantwoorden.

5


DEZE WERKEN HEB JE GEZIEN BIJ HET BINNEN KOMEN.

1| Eerbetoon aan oude meesters Chéri Samba (°1956, Kinto M’Vuila, Congo) 1994 Acrylverf en glitter op doek Bruikleen Bernard de Grunne, Brussel

Eerbetoon aan oude meesters Na een officiële aanvraag bezocht ik het Völkerkundemuseum van de Universiteit Zürich, dat zich in de ondergrond van een tuin vol met bamboe bevindt. Ik was getroffen door het grote aantal antieke objecten (maskers, textiel, beelden…) van zeer hoge kwaliteit in de zaal. Het voelde aan alsof enkele objecten mij kippenvel gaven. Ik was ervan overtuigd dat deze objecten nog hun bovennatuurlijke krachten hadden en echt waren, vermits de markt in die periode geen concurrentie was en er dus geen valse stukken moesten zijn. Ik was echter wel verbaasd te vernemen dat Mr. Coray, die deze indrukwekkende collectie had samengesteld, Afrika, vanwaar de werken uit zijn collectie afkomstig waren, niet had gekend om de makers te ontmoeten aan wie ik een eerbetoon breng. Zijn er andere verzamelaars zoals meneer Coray? Chéri Samba, 1994

6

– 100 x c o n g o –


Faute ya commerçant* Over de waarde van Congolese cultuurvoorwerpen in het MAS

Patrick Mudekereza, kunstenaar-schrijver uit Lubumbashi, ging in gesprek met artiesten, (kunst)historici, antropologen, beleidsmakers en activisten over de Congolese collectie. Zijn gedichten verspreid in de expo beschrijven de diverse waarden van de objecten: esthetisch, commercieel, symbolisch, wetenschappelijk, spiritueel. Hij staat ook stil bij creatie, handel, schenkingen, bruiklenen en tentoonstellingen. De schuld van de plundering en de verwerving zonder toestemming wordt vaak verborgen door wetenschap, kunsthandel en nieuwe sacralisering in musea. Deze artistieke interventie geeft de kunst- en gebruiksobjecten hun complexiteit terug. Mudekereza doet dat met gesprekken over onze gehechtheid aan de voorwerpen. Misschien kunnen we zo de zoektocht naar hun mogelijke toekomst voorop stellen. En niet belanden in de valkuil van het zoeken naar de herkomst ervan. Patrick Mudekereza, 2020

*De titel, Schuld van de handelaar, is geĂŻnspireerd op het lied van de beroemde Congolese rumba-zanger Lutumba Simaro. Daarin krijgt een kledinghandelaar de schuld van het onrecht dat een echtgenote ondergaat, omdat hij haar en de minnares van haar man dezelfde kleren verkoopt. 7


Sporen van het koloniale verleden in Antwerpen. Eind 19de en begin 20ste eeuw

- p. 19 -

100

Afrikanen verbeeld.

BLIKVANGERS

17de eeuw

- p. 16 -

uit de MAS-collectie

- p. 45 -

Onder het witte/zwarte

De Congolese collectie van het MAS en haar blinde vlekken

INTRO

- p. 3 -

- p. 5 Het Europese wereldbeeld verruimt. Europa en Afrika.

Patrick Mudekereza kunstenaar in residentie

- p. 7 -

Eind 15de tot 17de eeuw

- p. 11 -

8

– 100 x c o n g o –


1920. Eerste Congolese objecten in een Antwerps museum

- p. 31 -

100

BLIKVANGERS

uit de MAS-collectie

- p. 45 -

masker - p. 43 -

Afrika en Europa: nieuwe invloeden, nieuwe dynamiek in de kunst

Congo in 'moederland' BelgiĂŤ

- p. 87 -

- p. 79 In vele handen

- p. 76 -

Futur-velours.com

- p. 93 -

9


10

– 100 x c o n g o –


Het Europese wereldbeeld verruimt. Europa en Afrika in contact. Eind 15de tot 17de eeuw In de late middeleeuwen en renaissance verruimen Portugese verkenningstochten het Europese wereldbeeld ingrijpend. Dat heeft een weerslag op Afrika. De contacten laten sporen na: zeldzame objecten getuigen van culturele uitwisselingen, historische documenten van de slavenhandel. Eind 15de eeuw. Portugese karvelen zeilen langs de Afrikaanse westkust. Doel: winst maken met de handel in specerijen, ivoor, goud en slaven. Heersers van bloeiende koninkrijken, zoals Kongo en Benin, komen voor het eerst rechtstreeks in contact met Europese zeelui, die handelsposten oprichten. Er ontstaat een ruilhandel in Europese en Afrikaanse goederen, diplomatieke geschenken worden uitgewisseld. Zo belanden Afrikaanse objecten in kunstkamers van rijke Europese burgers en vorstenhuizen. In de 16de eeuw wordt Antwerpen een wereldwijd vertakt handelscentrum. Kooplieden en ambachtslui, kunstenaars en diplomaten uit heel Europa verblijven in de havenstad. Antwerpse kaartenmakers pionieren met wereldkaarten. Vroege atlassen tonen hoe alle oceanen zijn verbonden. Afrika, Amerika en AziĂŤ verruimen de Europese horizon.

11


Handelscentrum Antwerpen

De jaren 1500 en 1600. Portugese en Spaanse handelaars in Antwerpen maken van de Scheldestad een belangrijke speler in de handel tussen gebieden in West-Afrika, Zuid-Europa en Zuid-Amerika. Zowat tachtig Portugese firma’s, waaronder die van de familie Ximenes, exploiteren goud, ivoor, peper en suiker. Ze zijn actief in Lissabon en Antwerpen. Ze verschepen ook Afrikaanse slaven. Deze mensen werken onder dwang op suikerriet- en katoenplantages in Amerika en de Caraïben. In Antwerpen gevestigde Spaanse, Portugese en Italiaanse families brengen ook Afrikanen mee die als hun dienaren werken, al dan niet in slavendienst. Hun aanwezigheid is zichtbaar in het werk van Antwerpse schilders en andere kunstenaars.

2| Zeldzaam pronkstuk Wereldkaart Typus Orbis Terrarum Dit tafelsiervat uit Benin is een van uit de atlas Tonneel des aerdtbodems de oudste voorbeelden van culturele Abraham Ortelius, Antwerpen 1571 Papier Bruikleen Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Antwerpen (K 24052)

3| Afro-Portugees tafelsiervat voor zout en peper Ivoorsnijder van het Edo volk, Benin Koninkrijk (huidig Nigeria) Ca. 1520 Ivoor Schenking M. Olbrechts-Maurissens, 1974 Collectie MAS (AE.1974.0025.0001)

12

uitwisseling tussen Afrika en Europa. Ivoorsnijders uit de hofhouding van de oba (heerser) snijden in opdracht van Portugezen luxueuze ivoren voorwerpen. Die belanden als pronkstukken in kabinetten van Europese vorstenhuizen en de elite. Hoofdpersonages zijn gewapende Portugese ruiters. Het vismotief symboliseert Olukun, de Benin diviniteit van de oceaan en brenger van welvaart. Dat verwijst naar de ruilhandel met de Portugezen, die nieuwe goederen importeren.

– 100 x c o n g o –


4| Naukeurige beschrijvinge der Afrikaensche gewesten Olfert Dapper (1636-1669), met kaarten en gravures van Jacob van Meurs Amsterdam 1668 Papier en perkament Bruikleen Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Antwerpen (K 95269)

Reisverhalen over Benin en Kongo Dit boek van de Nederlandse arts Olfert Dapper uit de 17de eeuw bevat beschrijvingen van de bloeiende koninkrijken Kongo en Benin, en van hun eerste contacten met Portugezen. Dapper reist zelf nooit naar Afrika. Hij baseert zich op andere geschreven bronnen en op mondelinge reisverslagen die niet altijd betrouwbaar zijn.

5| Munt (excelente) met Ferdinand van Aragón en Isabella van Castilië Europa Ca. 1500 Goud en metaal Bruikleen Archeologische dienst, Antwerpen (A272/11/MU1)

Het goud van deze munt, die in Antwerpen is aangetroffen in een scheepswrak, komt uit het WestAfrikaanse Ghana (‘Goudkust’).

6| Boekhouding van de Portugese handelaarsfamilie Ximenes Opgenomen in het notariaat van N. Claeys 1615 Papier Bruikleen Felixarchief/Stadsarchief, Antwerpen (N#540.00065)

Lading: mensen Vanuit Antwerpen voeren minstens een tachtigtal Portugese firma’s handel met Portugese overzeese gebieden. De firma van de familie Ximenes chartert in Lissabon schepen voor de slavenjacht in Afrika. Zij staat mee in voor de onmenselijke doorvoer van tot slaaf gemaakte mensen naar Zuid-Amerika. De retourladingen uit Amerika bestaan uit rietsuiker, tabak en verfhout.

7| Boekhouding van de handelsreis van het schip Griffioen naar West-Afrika 1616-1617 Papier Bruikleen Nederlandsch EconomischHistorisch Archief, Amsterdam (2.5.71.12)

Investeren in goud, ivoor en slaven Ook Antwerpse families die zijn uitgeweken naar Zeeland en Amsterdam, investeren in de vaart op West-Afrikaanse kustgebieden. Ze zijn op zoek naar goud, ivoor en slaven. Sporen hiervan vinden we in de handelsdocumenten over de tweede reis van de Griffioen, een schip van de Antwerpse rederij Van den Bogaerde, naar West-Afrika in 1616-1617.

8| Scheepsmodel van een karveel uit de 16de-17de eeuw. Schaal 1:25 Jules Van Beylen, naar een prent van Pieter Breugel 1957-1961 Hout en textiel Collectie MAS (AS.1961.034)

– h e t e u r o p e s e w e r e l d b e e l d v e r r u i m t . e u r o pa e n a f r i k a i n c o n ta c t –

13


Vroegste portretten van Afrikanen

In de Lage Landen van de 16de eeuw leven maar weinig zwarte mensen uit West- en Midden-Afrika. Het gaat om muzikanten en vaandeldragers die optreden voor vorsten en de elite. Er is ook een groepje diplomatieke gezanten uit West-Afrika. Vrije zwarten in Antwerpen zijn grote uitzonderingen. Over hen weten we maar weinig. De grootste groep zijn Afrikanen die leven in het milieu van Portugese handelaars en diplomaten. Zij brengen hen mee als huishoudpersoneel. Katharina is een twintigjarige dienares van een Portugese koopman. De Duitse kunstenaar Albrecht Dürer schildert haar portret in 1521. Hij ontmoet haar in Antwerpen, waar hij te gast is bij de familie van João Brandão. Brandão is een handelsvertegenwoordiger (factor) van de koning van Portugal. Dit is in de Europese beeldende kunst een van de vroegst bekende studies naar levend model van een Afrikaanse persoon. Het anonieme mansportret lijkt nog iets ouder.

14

– 100 x c o n g o –


9| Studieportret van Katharina Albrecht Dürer (1471-1528) 1521 Fotoreproductie © Museum Uffizi, Firenze

10 | Studieportret van een anonieme man Albrecht Dürer (1471-1528) 1508(?) Fotoreproductie © Albertina, Wenen

11 | Aanbidding der koningen Anonieme meester, Antwerpse School Eerste helft 16de eeuw Olieverf op paneel Bruikleen Hospitaalmuseum Onze-LieveVrouw ter Potterie, Brugge (O.P.49.1)

Verre koningen, extravagante kleren De Aanbidding der koningen is een populair thema in het Antwerpse maniërisme, een schilderstijl van begin 16de eeuw: mensen uit verre gebieden worden er voorgesteld in extravagante, dure kleren, zoals hier ook de jonge Zwarte koning. Door de uitgestalde, ‘koninklijke’ rijkdom, met bijvoorbeeld kostbare zijde, laten welgestelde Vlaamse, Portugese en Italiaanse handelaars in Antwerpen zien dat de handel in de Scheldestad bloeit. En ook dat ze verbonden zijn met de hele wereld.

– h e t e u r o p e s e w e r e l d b e e l d v e r r u i m t . e u r o pa e n a f r i k a i n c o n ta c t –

15


Afrikanen verbeeld. 17de eeuw

In de 17de eeuw krijgen barokkunstenaars als Rubens stilaan meer toegang tot Afrikaanse modellen. Hierdoor worden hun personages levensechter. Oudere schilders hadden nauwelijks Afrikanen ontmoet. Zij waren voor hun ‘gefantaseerde’ zwarte personages afhankelijk van stereotiepe voorstellingen. Peter Paul Rubens werkt vooral in het kosmopolitische Antwerpen en in Italië. Zijn voorstellingen van Afrikanen krijgen navolging in heel Europa. Toch blijven echt gepersonaliseerde portretten zeldzaam. Mensen met een donkere huid spelen vaker een rol in mythologische scènes. Of als Zwarte koning in taferelen met de drie koningen. Bij Rubens’ leerlingen Jacob Jordaens en Jan Boeckhorst zien we dan weer zwarte vrouwen. Afrikanen worden niet altijd als anders gezien. Kunstenaars gaan ervan uit dat ook zij openstaan voor de boodschap van Christus en bekeerd kunnen worden. Maar in de 17de eeuw en ook later nog zijn er zeker niet alleen positieve voorstellingen. Tot op vandaag blijft men Afrikanen in karikaturen afbeelden en worden ze ingezet in stereotiepe propagandaboodschappen.

16

– 100 x c o n g o –


12 | Vier studies van het hoofd van een Afrikaan Constantin Meunier (1831-1905) naar Rubens (1577-1640) Tussen ca. 1890 en 1905 Olieverf op doek Bruikleen Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, Brussel (12552)

Rubens’ Afrikaanse man Met zijn viervoudige olieverfschets van dezelfde Afrikaanse man uit 1613-1615 overtreft Rubens zijn tijdgenoten en ook latere Europese kunstenaars. Met zin voor details en de schakeringen van de donkere huid brengt hij de man in diverse stemmingen in beeld. Diens identiteit is niet bekend. Rubens’ befaamde werk is lang Studies van een Moor genoemd. Het wordt nooit in bruikleen gegeven. We tonen de voortreffelijke kopie van Constantin Meunier. Die bewonderde Rubens.

13 | Studie van een Afrikaanse man Peter Paul Rubens (1577-1640) 1609 Fotoreproductie © Collectie Getty Museum, Los Angeles

14 | Mozes en zijn Ethiopische vrouw Jacob Jordaens (1593-1678) Ca. 1650 Olieverf op doek Rubenshuis, Antwerpen (RH.S.095), 1951 Langdurige bruikleen Collectie Vlaamse Gemeenschap

Mozes’ Ethiopische vrouw Mozes, een belangrijke figuur in het jodendom, had volgens het Oude Testament een relatie met de Ethiopische vrouw Sippora. Vanwege haar donkere huidskleur kreeg het koppel kritiek van zijn familie. Hier neemt Mozes haar in bescherming. Met zijn voorstelling lijkt Jacob Jordaens de kijker uit te nodigen om Mozes’ vrouw te zien als ‘een van ons’. Dat past bij Christus’ boodschap van liefdadigheid in het Nieuwe Testament. Het onderwerp van dit werk is uniek.

15 | Salomo verwelkomt de koningin van Seba Jan Boeckhorst (1604-1668) Ca. 1650 Olieverf op doek Bruikleen Fondatie Terninck, Antwerpen

De koningin van Seba In het Oude Testament reist de Afrikaanse koningin van Seba naar het paleis van de joodse koning Salomo in Jeruzalem. Hij ontvangt de schoonheid met open armen. Jan Boeckhorst gaat in tegen de normen van zijn tijd voor het afbeelden van zwarte mensen. Hij draait het gebruikelijke zwart-witcontrast om: de koningin is zwart en witte bedienden dragen haar sleep.

– afrikanen verbeeld –

17


18

– 100 x c o n g o –


Sporen van het koloniale verleden in Antwerpen. Eind 19de en begin 20ste eeuw Vanaf eind 19de eeuw begint de Europese verovering van een uitgestrekt gebied in Midden-Afrika. Op de Conferentie van Berlijn in 1884-1885 erkennen Europese landen de Belgische vorst Leopold II als staatshoofd van de Onafhankelijke Congostaat. Hij exploiteert die als een persoonlijk wingewest. Voor de havenstad Antwerpen is dat ‘een gouden zaak’. Antwerpse politici, de burgerij en zakenmensen steunen Leopolds koloniale project. Zij verdienen fortuinen met de plundering van Congolese rijkdommen, zoals ivoor en rubber. Publieke sporen van het koloniale verleden zijn nog aanwezig in Antwerpen: gebouwen, straatnamen, monumenten, bedrijven en ook kranen in de havendokken. Vanaf begin 20ste eeuw komt er internationale en ook binnenlandse kritiek op de gruweldaden, het menselijk leed en de ontwrichting van de samenlevingen in de Onafhankelijke Congostaat. Als reactie beslist het Belgische parlement Leopolds privé-eigendom over te nemen. Belgisch-Congo wordt van 1908 tot 1960 een officiële kolonie van de Belgische Staat.

19


Van attractie op wereldtentoonstellingen tot gemeenschap: Congolezen in Antwerpen

In 1885 en 1894 is Antwerpen het decor van groots opgezette wereldtentoonstellingen. Er worden bij die gelegenheid respectievelijk 12 en 144 Congolezen verscheept. Zij dienen in een soort van mensenzoo als attractie voor het Belgische publiek. Tijdens hun kortstondige verblijf worden vele Congolezen ziek. Er vallen minstens acht doden. De namen en laatste rustplaatsen van deze mensen zijn afwezig in het collectieve geheugen. In de koloniale tijd zijn er in Antwerpen, en in België in het algemeen, nauwelijks Congolezen. Dat is een gevolg van de streng gecontroleerde bewegingsvrijheid in Congo. Er is ook een beperking om vanuit de kolonie naar België te reizen. Slechts enkele Congolezen die werken op de Congo-boten op de lijn Matadi-Antwerpen of die meereisden als knecht (boy), verblijven (tijdelijk) in de Scheldestad. Pas vanaf midden 20ste eeuw, en vooral na de onafhankelijkheid van Congo in 1960, wordt de Congolese gemeenschap in Antwerpen geleidelijk aan groter.

16 | Op zoek naar een naam voor Kartel met opschrift ‘De Congolanders’ een volk Antwerpen 1885 Hout en verf Voormalig Museum van Folklore Antwerpen Collectie MAS (AF.00096)

17 | Hymne van de Alliantie van België – Het lied van de Congolezen

Hoe moet je de gekoloniseerde bevolkingsgroepen in de Congostaat noemen? Daar is aanvankelijk onduidelijkheid over, zoals hier blijkt. In 1885 doen Franse en Nederlandse namen de ronde. Moeten ze Congolanders genoemd worden? Congoteken, zoals je Azteken had? Congolans? Congotiques?

Krant La vie Anversoise 27 juni – 4 juli 1885 Papier Legaat Paul Osterrieth, 1940 Collectie MAS (MAS.0320.002) 20

– 100 x c o n g o –


1885, Congolezen aan de Schelde

In 1885 organiseert Antwerpen de eerste wereldtentoonstelling in België. Het is een uitgelezen campagnemiddel om het kolonisatieproject van Leopold II populair te maken. En om investeerders aan te trekken voor de Antwerpse haven. Zoals op alle wereldexpo’s zijn industrie en handel de belangrijkste ingrediënten. De expo ademt westers vooruitgangsoptimisme. Alle deelnemende landen pakken er ook uit met hun kolonies. Zo toont het Belgische paviljoen Congolese bodemrijkdommen en ook cultuurvoorwerpen. Zonder veel aandacht voor de makers of de betekenis. Om het ‘beschavingswerk’ in de verf te zetten zet men een Congolese mensenzoo op, als een fictief dorp. Dat heet spottend ‘Vivi aan de Schelde’. Vivi is Congo’s toenmalige hoofdstad. Twaalf Congolezen moeten er het dagelijkse leven in hun dorp naspelen. De toeschouwers vergapen zich aan de attractie. Ze krijgen een wereld voorgespiegeld met stereotiepe contrasten: ‘wit = superieur’ en ‘zwart = primitief’. Plaats: de Antwerpse Zuidwijk Aantal bezoekers: 3.500.000 voor de hele expo, met diverse deelnemende landen Bezoekersprofiel: Belgische en internationale zakenlui, hoge elite

18 | Wereldtentoonstelling in Antwerpen. Van mei tot oktober 1885

20 | In scène gezette groepsfoto, Antwerpen, 1885

Affiche (reproductie) © Letterenhuis, Antwerpen

© Universiteit Antwerpen

19 | De situering van de wereldtentoonstelling op Antwerpen Zuid, 1885 Plattegrond (reproductie) © Felixarchief/Stadsarchief, Antwerpen

Van links naar rechts: Tshinkela (man), Siouka M’Pongo (man), Zala (vrouw), Kassenkou (man), Tati Fernando (man), Lubendo (jongen), Masala (man), Mongo (jongen), Zoumba (vrouw), N’zambi (jongen), Mabouté (meisje) en Loumambe (jongen).

– s p o r e n va n h e t ko lo n i a l e v e r l e d e n i n a n t w e r p e n –

21


21 | Krachtbeeld (nkisi nkondi) van chef Ne Kuko Kongo volken, Kikuku, regio Boma, Democratische Republiek Congo 19de eeuw Hout, stroken metaal, koord, stof en glaskralen Bruikleen KMMA , Tervuren (EO.0.0.7943)

Geroofd krachtbeeld Deze blikvanger op de wereldtentoonstelling van 1885 was eigendom van Ne Kuko, een Kongo-chef. Na activering door een rituele specialist (nganga) beschermde het zijn gemeenschap en dorp Kikuku tegen onheil. De Belg Alexandre Delcommune roofde het beeld in 1878 en eigende zich zijn kracht toe, om zijn handelspost te beschermen. Ne Kuko wilde er losgeld voor betalen. Tevergeefs. In 1912 belandde het beeld in het Museum van Belgisch-Congo in Tervuren. In 1973 vroeg president Joseph Mobutu het terug in het kader van zijn ‘recours à l’authenticité’. De chef van Kikuku herhaalde de vraag in 2016. Het beeld speelt een belangrijke rol in het debat over de teruggave van geroofd Congolees erfgoed.

22 | Portret van Masala (?-1895) te Antwerpen 1885 Foto op karton Legaat Paul Osterrieth, 1940 Collectie MAS (MAS.0302.001)

22

‘Koning’ Masala Twaalf Congolezen worden geselecteerd voor de overtocht naar Mputu (Europa). Masala, afkomstig uit de buurt van de eerste hoofdstad Vivi, speelt een hoofdrol. Voor zijn vertrek heeft hij een belangrijke functie als tolk en bemiddelaar (ma-sala) tussen Congolese chefs en Europese handelaars. Ook Fernando Tati is tolk. Masala wordt in de pers opgevoerd als een koning. Tijdens zijn verblijf in België gaat hij op diplomatiek bezoek bij Leopold II en woont theatervoorstellingen bij.

23 | Spotprent van Masala: Le roi s’amuse 1885 Papier Legaat Paul Osterrieth, 1940 Collectie MAS (MAS.0302.004)

24 | Factuur van de firma F.& V. Claes, ‘bereidingen en handel van natuurkundige voorwerpen’ 1887 Papier en inkt Bruikleen Nationaal Museum van Wereldculturen, Leiden (607)

25 | Staand vrouwelijk beeld Kongo volken, geregistreerd als ‘Teke’ Vóór 1885 Hout, vezel, kralen en kaolien Aankoop firma Frans en Vincent Claes Bruikleen Nationaal Museum van Wereldculturen, Leiden (RV-607-4)

– 100 x c o n g o –


Na de wereldtentoonstelling Na de wereldtentoonstellingen van 1885 en 1894 keren de overgebrachte Congolezen met de boot terug. Een groot aantal Congolese objecten schenkt koning Leopold II aan het Rijks Etnografisch Museum van Leiden. Andere worden verkocht en later weer doorverkocht. De wereldtentoonstellingen waren trekpleisters voor museumconservatoren. Zo verkoopt de firma Claes in 1887 objecten aan het Leidse museum en later aan Duitse musea. Tot begin 20ste eeuw speelt zij een sleutelrol in de verspreiding van Congolese objecten die via de Antwerpse haven zijn aangevoerd.

– s p o r e n va n h e t ko lo n i a l e v e r l e d e n i n a n t w e r p e n –

23


De wereldtentoonstelling van 1894: alweer een mensenzoo

In 1894 organiseert Antwerpen een tweede wereldtentoonstelling. Opnieuw kan je in het Belgische paviljoen koloniale importgoederen en Congolese cultuurvoorwerpen zien. Het zogenaamde ‘beschavingswerk bij de primitieve Congolese bevolking’ wordt er belicht, net als de Belgische zege op Arabo-Swahili slavenhandelaars. De boodschap: alleen de kolonisatie kan licht brengen voor ‘het wilde Congo’. In de mensenzoo moeten 144 Congolese vrouwen, kinderen en mannen het dagelijkse leven nabootsen. Bij hen ook leden van de Force Publique, het koloniale leger. Er wordt met kano’s geroeid, muziekinstrumenten worden bespeeld en er zijn demonstraties ijzerbewerking. Het dorp bevindt zich vlak voor modern ogende gebouwen. De Antwerpse expo is een soort generale repetitie voor de wereldexpo in Tervuren in 1897 en de opening van het Koloniale Paviljoen in 1898. Dat is de voorloper van het museum in Tervuren. Plaats: de Antwerpse Zuidwijk, voor het Museum voor Schone Kunsten Aantal bezoekers: 3.500.000 voor de hele expo, met diverse deelnemende landen Bezoekersprofiel: Belgische en internationale zakenlui, de hoge elite

26 | De wereldtentoonstelling in Antwerpen. Van mei tot november 1894

28-29 | Gezicht op het Congolese namaakdorp met vijver, Antwerpen (op het Zuid), 1894

Affiche (reproductie) © Felixarchief/Stadsarchief, Antwerpen

Foto (reproducties) © Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Antwerpen

27 | Plattegrond van de wereldtentoonstelling in Antwerpen (op het Zuid), 1894 Officieel plan (reproductie) © Felixarchief/Stadsarchief, Antwerpen

24

30 | In scène gezet groepsportret van Congolezen, Antwerpen (op het Zuid), 1894 Foto (reproductie) © KMMA, Tervuren

– 100 x c o n g o –


31 | Gleuftrom in de vorm van een dier Evenaarsregio, Ubangi, Democratische Republiek Congo Vóór 1894 Hout Bruikleen KMMA, Tervuren (MO.0.0.36413)

Deze gleuftrom wordt op de expo van 1897 in Tervuren getoond. Hij was ook al te zien op de Antwerpse expo van 1894.

Tragische vondst

Bij de voorbereiding van deze MAS-expo kwamen onbekende archiefstukken aan het licht. Daaruit blijkt dat tijdens de Antwerpse wereldtentoonstelling meer dan 44 ernstig zieke Congolezen in Antwerpse ziekenhuizen werden opgenomen. Minstens acht mensen stierven. Hun lichamen werden begraven op de begraafplaats Kiel. Na de ontruiming daarvan werden hun stoffelijke resten bijgezet in een massagraf op het Schoonselhof, samen met die van Belgen die ook naamloos bleven. Deze tragische gebeurtenis bleef tot nu onbelicht en vergt verder onderzoek.

In memoriam – 1894 Naam

Leeftijd

Gestorven

Bitio Sabo Isokoyé Manguesse Monguene Binda Mangwanda Pezo

20 jaar 24 jaar 31 jaar 18 jaar 18 jaar 25 jaar 17 jaar 18 jaar

12 - 05 -1894 13 -05 -1894 22 -05 -1894 28 -05 -1894 28 -05 -1894 16 -06 -1894 22 -06 -1894 09 -07 -1894

– s p o r e n va n h e t ko lo n i a l e v e r l e d e n i n a n t w e r p e n –

25


32 | Registerboek van het Antwerpse ziekenhuis Stuivenberg

34 | Lijnboek van de verdwenen begraafplaats Kiel [perk K]

1894 Papier en inkt Dossier Alexis Mols in Algemene Directie Wereldtentoonstelling 1894 Bruikleen Felixarchief/Stadsarchief, Antwerpen (325#988)

24 augustus 1892 tot 2 februari 1895 Papier Bruikleen Felixarchief/ Stadsarchief, Antwerpen ( 637#40)

Alexis Mols De namen van de 44 zieke Congolezen, van wie er acht overlijden, staan in het archiefdossier van Antwerpenaar Alexis Mols (1853-1923). Dat vermeldt ook de kosten voor hun verzorging. De liberale politicus Mols is een industrieel en handelaar in Congolese palmolie, rubber en ivoor. Hij is lid van het inrichtend comité van de wereldtentoonstelling (1894). Mols is een vertrouwensman van Leopold II en medebeheerder van de Antwerpse vennootschap Anglo-Belgian Indian Rubber and Exploration Company (ABIR). Die heeft een rubberconcessie in de Onafhankelijke Congostaat.

Dode en zieke Congolezen Van de 144 mensen die uit Congo zijn verscheept, sterven er bij aankomst in Antwerpen in mei 1894 twee door extreme ondervoeding: Bitio en Sabo. Later worden 43 vrouwen, kinderen en mannen, en één baby, in het ziekenhuis opgenomen. Ze hebben ademhalingsproblemen en kampen met ernstige oogklachten en dysenterie. Hun leeftijd varieert van 16 tot 31 jaar. Samen brengen ze 503 dagen door in het Stuivenberggasthuis vóór hun terugreis naar Congo in augustus 1894.

33 | Registerboek van het Antwerpse ziekenhuis Stuivenberg 1894 Reproductie Dossier Alexis Mols in Algemene Directie Wereldtentoonstelling 1894 Bruikleen Felixarchief/Stadsarchief, Antwerpen (325#988)

26

– 100 x c o n g o –


Vergeten massagraf

De acht gestorven Congolezen worden aanvankelijk begraven op de begraafplaats Kiel. In 1936 wordt die gesloten en in 1945 vernietigen twee V-bommen delen van het verwaarloosde kerkhof. Grafmonumenten met een ‘eeuwige vergunning’, zoals die van de Antwerpse elite, worden heropgebouwd op de begraafplaats Schoonselhof in Wilrijk. De stoffelijke resten van minder gegoede Antwerpenaren en van de acht Congolezen belanden daar in een massagraf, het Ossuarium in park U. Voor de Congolezen en de andere 360.000 naamloze burgers is er geen herdenkingsplaat.

35 | De vergeten rustplaats van acht Congolezen (1894) De begraafplaatsen op het Kiel en Schoonselhof. Realisatie MAS, 2020

– s p o r e n va n h e t ko lo n i a l e v e r l e d e n i n a n t w e r p e n –

27


1930, 100 jaar België. Nog een wereldtentoonstelling

Bij de 100ste verjaardag van België is havenstad Antwerpen in 1930 voor de derde keer het decor van een internationale tentoonstelling, samen met industriestad Luik. Het succes van de wereldhaven en de nationale trots zijn twee centrale thema’s. Congolese soldaten van de Force Publique, het koloniale leger, reizen naar België. De organisatoren zelf brengen geen spektakelvertoningen in een Congolese mensenzoo. De reconstructie van een West-Afrikaans dorp met vijvers op Kiel Vest is een Frans privé-initiatief. Plaats: het Kiel in Antwerpen Aantal bezoekers: meer dan 5.000.000 Bezoekersprofiel: Belgische en internationale zakenlui; andere Belgische burgers

36 | Wereldtentoonstelling voor Koloniën, Zeevaart en Vlaamse kunst, Antwerpen (op het Kiel)

39 | Gazet van Antwerpen – Het Congopaleis

Brochure (uitvergrote reproductie) 1930 © Felixarchief/ Stadsarchief, Antwerpen

37 | Plattegrond van de wereldtentoonstelling, Antwerpen (op het Kiel) Reproductie 1930 Collectie MAS (MAS.0301 1/3-3-3)

38 | Diorama's in het Congopaleis Gazet van Antwerpen (reproducties) 1930 Collectie MAS (MAS.0077.026)

28

Programma van de wereldtentoonstelling Oktober 1930 Papier en inkt Schenking Willy en Sibylle Doninck-Roop, 2012 Collectie MAS (MAS.0077.181)

40 | Gazet van Antwerpen – Koloniale afdeling Programma van de wereldtentoonstelling Mei 1930 Papier en inkt Schenking Willy en Sibylle Doninck-Roop, 2012 Collectie MAS (MAS.0077.018)

– 100 x c o n g o –


41 | Gazet van Antwerpen – Koloniale schoolpropaganda Programma van de wereldtentoonstelling Augustus 1930 Papier en inkt Schenking Willy en Sibylle Doninck-Roop, 2012 Collectie MAS (MAS.0077.102)

42 | Gazet van Antwerpen – Zicht op de diorama’s

43 | De Antwerpse wereldtentoonstelling 1894 Montage van historisch beeldmateriaal MAS, 2020

44 | Anvers Congo Compagnie Maritime Belge Affiche Louis Royon (reproductie) Ca. 1930 © Collectie Letterenhuis, Antwerpen

Programma van de wereldtentoonstelling Mei 1930 Papier en inkt Schenking Willy en Sibylle Doninck-Roop, 2012 Collectie MAS (MAS.0077.026)

Stereotiep beeld In het Congopaleis toont men trots de successen en vooruitgang in Congo dankzij de kolonisering. Propaganda voor de katholieke missionering krijgt veel aandacht. De nadruk ligt op bekering, het nut van de missies, scholen en internaten, en medische zorg. Diorama’s met gipsen beelden geven een stereotiep beeld van de Congolese bevolking. Die zou leven te midden van exotische fauna en flora.

– s p o r e n va n h e t ko lo n i a l e v e r l e d e n i n a n t w e r p e n –

29


30

– 100 x c o n g o –


1920. Eerste Congolese objecten in een Antwerps museum

Vanaf 1900 meren in Antwerpen vaker ‘Congo-pakketboten’ aan, met aan boord goederen uit de kolonie. En ook wapens, kunst- en gebruiksvoorwerpen van Congolese volken. Die zijn meegenomen tijdens militaire campagnes, christelijke missies en wetenschappelijke expedities. Vaak gaat daar geweld of machtsmisbruik mee gepaard. Meer dan dertig jaar lang belanden de meeste objecten in het Museum van Belgisch-Congo in Tervuren, waar het ‘beschavingswerk’ in Midden-Afrika wordt bejubeld. In hun woning tonen teruggekeerde kolonialen objecten als ‘trofeeën’. Er circuleren ook voorwerpen in de ontluikende handel in Congolese kunst. Die komen terecht bij privéverzamelaars. In 1920 krijgt het Antwerpse Museum Vleeshuis de eerste objecten voor de ‘Congolese afdeling’ in zijn bezit. De stad koopt dan zowat 1600 stukken van kunsthandelaar Henri Pareyn, en minister van Koloniën Louis Franck schenkt er ruim zestig na een inspectiereis in Congo. Hierdoor verliest het Tervuurse museum zijn monopolie als erfgoedinstelling voor Congolese objecten. De collecties van Pareyn en Franck leggen de basis voor de Afrikaanse verzamelingen van de stad Antwerpen.

31


De schenking van minister van Koloniën Louis Franck aan de stad Antwerpen

Van februari tot oktober 1920 maakt de Antwerpenaar Louis Franck, minister van Koloniën, een inspectiereis door Congo. Bij thuiskomst schenkt hij de meegenomen objecten aan het Antwerpse Museum Vleeshuis, niet aan het museum van Tervuren. Dat is opmerkelijk voor een minister. Er zijn unieke stukken bij. Franck (1868-1937), zoon van liberale en vrijzinnige ouders, loopt school aan de Koninklijke Academie Antwerpen en werkt als advocaat maritiem recht in Antwerpen. Van 1918 tot 1924 is hij Belgisch minister van Koloniën. Louis Franck sticht ook de Koloniale Hogeschool, nu de campus Middelheim van de Universiteit Antwerpen. De hogeschool is een opleidingsinstituut dat een bijna militaire tucht combineert met een universitaire opleiding. Een streng geselecteerd mannelijk keurcorps wordt er voorbereid op het werk als koloniaal ambtenaar in de Belgische kolonies Congo en Ruanda-Urundi. Tussen 1924 en 1962 behalen ongeveer duizend studenten een diploma in de koloniale en administratieve wetenschappen.

45 | Portret van Louis Franck (1868-1937)

47 | Boek Le Congo Belge, Tome II Auteur Louis Franck. Uitgever: La Renaissance du Livre (Brussel) 1929-1930 Papier Collectie MAS (AF/D.212/1 of 2)

ca. 1920 Foto (reproductie) © Letterenhuis, Antwerpen

46 | Boek Le Congo Belge, Tome I Auteur Louis Franck. Uitgever: La Renaissance du Livre (Brussel) 1929-1930 Leder en papier Bruikleen privéverzameling, Antwerpen

32

48 | Reis naar Belgisch-Congo van Louis Franck, minister van Koloniën Ansichtkaarten Congo-Belge. Nr. 109, 110, 114 en 111 1920 Papier Schenking Marc Favril, 2009 Collectie MAS (AE.2009.0018.0111D. 0112D; 0116D; 0117D)

– 100 x c o n g o –


Vroege verzamelaar en verkoper: Henri Pareyn

Henri Pareyn (1869-1928) is een zoon van West-Vlaamse schippers. Vanaf zijn huwelijk met Césarina Deraedt in 1896 woont hij in Antwerpen. Deze vroege verzamelaar ontpopt zich tot een spilfiguur in de Belgische handel in Congolese kunst. Zelf reist Pareyn nooit naar Afrika, maar in Antwerpen schuimt hij de Scheldekaaien af. Daar meren maandelijks ‘Congoboten’ aan. Hij koopt objecten van teruggekeerde kolonialen. Tot aan zijn dood in 1928 stouwt Pareyn zijn woning in de Tolstraat vol met voorwerpen uit Congo. Pareyn runt nooit een galerie in de strikte zin van het woord. Hij bevoorraadt wel een ruim netwerk van kopers, ook buiten België. Hij verkoopt aan het museum van Tervuren en aan talrijke particuliere verzamelaars. Tot zijn clientèle behoren daarnaast toonaangevende avant-gardekunstenaars en Parijse kunsthandelaars. Na zijn dood gaat de rest van zijn collectie onder de hamer.

49 | Portret van Henri Pareyn (1869-1928) Begin 20ste eeuw Foto (reproductie) © MAS-archief, met toestemming van B. de Grunne

50 | Antwerps collegebesluit. Goedkeuring aankoop Congo-collectie Pareyn 17 mei 1920 Papier Historisch archief, voormalig Etnografisch Museum Antwerpen Collectie MAS

Een forse deal In 1920 biedt Henri Pareyn aan het Antwerpse Museum Vleeshuis een deel van zijn collectie te koop aan. Tot dan richt het museum zich op Europese kunst en op de geschiedenis van Antwerpen. Na lange onderhandelingen weet Pareyn zijn deal te verzilveren: de stad betaalt hem 43.000 Belgische frank, een fors bedrag in die tijd. Frans Claes en Louis Franck bemiddelen bij het stadsbestuur. De afbetaling wordt over vier jaar gespreid.

– 1920. e e r s t e c o n g o l e s e o b j e c t e n i n e e n a n t w e r p s m u s e u m –

33


51 | Veilingboekje van de collectie-Pareyn, Art nègre du Congo

de Verenigde staten. Tot op vandaag wisselen Pareyn-objecten in de kunsthandel van eigenaar.

Imprimerie Brouwers Fils & C°, Anvers, 1928 Collectie MAS

53 | Museum Vleeshuis, met een beeld van de aangekochte Congolese kunst, 1930-1940

Internationale veiling Na de dood van Pareyn in 1928 laat zijn weduwe wat rest van zijn omvangrijke collectie openbaar veilen in de zalen van het luxueuze Antwerpse Grand Hotel Weber. De veiling staat onder leiding van Frans Claes en trekt massa’s Belgische en internationale kopers aan: privéverzamelaars, handelaars en afgevaardigden van Europese volkenkundige musea. Kopers kunnen gedurende vijf dagen bieden. Met zowat 2000 loten blijft dit een van de grootste veilingen van Congolese kunst ooit.

52 | Grand Hotel Weber Antwerpen, ca. 1920

Foto (reproducties) Collectie MAS

54 | Grand Hotel Weber, ingericht als veilingzaal, 1928 Foto (reproductie) © KMMA, Tervuren

55 | Drum Kivu, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout en vezel Aankoop Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.3919)

Postkaart (reproductie) © Felixarchief/ Stadsarchief, Antwerpen

56 | Vrouwelijk beeld

Van Antwerpen naar Engeland en de VS

Kongo volken, Democratische Republiek Congo Eind 19de eeuw Hout en metaal Aankoop Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0602)

De opbrengst van de veiling-Pareyn bedraagt bijna twee miljoen Belgische frank! De Antwerpse pers schrijft over ‘une vente sensationnelle’ én is bitter: voor het Museum Vleeshuis worden amper 19 objecten gekocht. Het museum van Tervuren vist ook achter het net. Het leeuwendeel van de collectie komt in handen van Sir Henry Wellcome (1853-1936), een Engelsman met Amerikaanse roots. Duizenden Pareynstukken verhuizen naar Engeland en 34

57 | Kruik met staande man Voania (uit) Muba, Woyo, Democratische Republiek Congo 1920-1930 Aardewerk Aankoop Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0589)

– 100 x c o n g o –


De Congo-collectie: van Museum Vleeshuis naar het MAS

Het Museum Vleeshuis toont vanaf 1920 als eerste de Congolese voorwerpen uit de stedelijke Antwerpse verzamelingen. De afdeling Congo moet het Belgische publiek beter vertrouwd maken met de volken uit de kolonie. Het museum presenteert de objecten door elkaar heen, volgens de tijdgeest: wapens, beelden, maskers en gebruiksvoorwerpen staan en liggen tussen dierenschedels, als in een rariteitenkabinet. Tijdens de Tweede Wereldoorlog belanden de Congolese voorwerpen in het Hessenhuis. Vervolgens zijn ze veertig jaar lang amper te zien, tot in 1988 het sinds lang geplande Etnografisch Museum aan de Suikerrui zijn deuren opent. Sinds 2007 behoren de Congolese objecten tot de collectie Wereldculturen van het MAS, dat in 2011 opengaat.

58 | Deel 1. De Congo-collectie in het Museum Vleeshuis Ca. 1930-1940

Deel 2. De Koloniale Hogeschool van Antwerpen Montage historisch beeldmateriaal Realisatie MAS, 2020

– 1920. e e r s t e c o n g o l e s e o b j e c t e n i n e e n a n t w e r p s m u s e u m –

35


Pionier: Frans Olbrechts

De Belgische wetenschapper Frans Olbrechts (1899-1958) doet baanbrekend onderzoek naar culturen zowel binnen als buiten Europa. Hij wordt beschouwd als de geestelijke vader van het Antwerpse Etnografisch Museum, dat in 1952 wordt opgericht zonder permanent museumgebouw. Als een van de eersten benadert en toont Olbrechts Congolese voorwerpen niet louter als etnografische getuigen, maar ook als kunst. Hij herkent al vroeg de hand van individuele kunstenaars. Olbrechts is opgeleid als germanist aan de Katholieke Universiteit Leuven en als etnoloog aan de Columbia Universiteit van New York. Hij bouwt zijn loopbaan uit aan de Universiteit van Gent en is van 1947 tot aan zijn dood in 1958 directeur van het Koninklijk Museum voor BelgischCongo in Tervuren.

59 | 61 | Affiche tentoonstelling Kongo kunst Ex libris van Frans Olbrechts Ontwerp: Jean Van Noten 1937 Papier Historisch archief, voormalig Etnografisch Museum Antwerpen Collectie MAS (AE.2001.0026.D)

60 | Portret van Frans M. Olbrechts (1899-1958) Ontwerp: Jean Van Noten 1937 Houtskooltekening Schenking Margriet Olbrechts-Maurissens, 1977 Collectie MAS (AE.1977.0037.0274)

36

Ontwerp: Jean Van Noten S.d. Papier en inkt Bruikleen privéverzameling, Gent

62 | Boek Les arts plastiques du Congo belge, Franse vertaling van de Nederlandse editie uit 1946 Frans Olbrechts, met medewerking van Albert Maesen 1959 Brussel Collectie MAS (Bibliotheek EVA)

– 100 x c o n g o –


63 | Tijdschriftknipsel over de Congocollectie van het Museum Vleeshuis 1937 Papier Bruikleen Letterenhuis, Antwerpen (Olbrechtsarchief, 0203)

Baanbrekende tentoonstelling Met de baanbrekende tentoonstelling Kongo kunst in de Stadsfeestzaal zet Olbrechts in 1937-1938 de Congolese kunst internationaal op de kaart. Van de meer dan 1500 getoonde werken uit het Museum Vleeshuis behoren veel stukken tot de schenking van Louis Franck en de aankoop van Henri Pareyn. Op de affiche prijkt een Hemba-voorouderbeeld. De stad Antwerpen kocht het meesterwerk in 1930 voor een fors bedrag in de kunsthandel.

– 1920. e e r s t e c o n g o l e s e o b j e c t e n i n e e n a n t w e r p s m u s e u m –

37


Missionarissen: brandstapels en respect

In de koloniale tijd zijn voor missionarissen en zendelingen de massabekering van Congolezen tot het christendom en een goed basisonderwijs de belangrijkste doelen. Ook medische zorg is een essentiële taak van paters, broeders en zusters. De houding van de missionarissen tegenover de oorspronkelijke Congolese cultuur en religie verschilt van individu tot individu. Velen komen in conflict met de banganga, spirituele genezers, en met Congolese chefs. Bekend zijn de verhalen van 19de-eeuwse brandstapels waarmee paters de ‘verderfelijke’ en ‘heidense’ rituele objecten van het Congolese geloof uit de wereld helpen. Eeuwenoude kunst- en gebruiksvoorwerpen worden er vernietigd. Lang niet alle missionarissen gaan zo drastisch te werk. Sommigen hebben respect voor de uitingen van Congolese levensbeschouwingen en bestuderen Congolese talen en culturen. Naarmate hun kennis toeneemt, groeit ook hun waardering voor de rijkdom daarvan. Sommigen nemen goed gedocumenteerde Congolese objecten in hun bezit. Die belanden later vaak in Belgische en andere Europese musea.

64 | Chef Bambi Graça, Kinsimba (dorp), Angola Foto (reproductie) Collectie MAS

Jan Vissers: missionarisantropoloog De Nederlandse pater Jan Vissers (?-1989) werkt van 1946 tot in de jaren 1960 bij diverse Kongo volken in Noord-Angola en Cabinda. Hij ontpopt

38

zich als een etnoloog-antropoloog. Hun ‘stervende kunst’ zal volgens hem over vijftig jaar niet meer bestaan. Daarom verwerft en documenteert hij koortsachtig objecten. Vissers wint het vertrouwen van enkele Kongo hoofdmannen en krijgt kruisbeelden. Hij verzamelt voor het Afrika Museum in het Nederlandse Berg en Dal, het museum van Tervuren en het Etnografisch Museum in Antwerpen.

– 100 x c o n g o –


Kruisbeelden en krachtscepters

Tijdens de christianisering in de 15de en 16de eeuw maken de kustbewoners van het Kongo koninkrijk kennis met christelijke symbolen. Ze gaan die ook zelf maken en geven er een eigen betekenis aan. Portugese en later ook Vlaamse kruisbeelden staan model voor die van de Kongo chefs. De Kongo volken interpreteerden de vorm en symbolische betekenis van de Europese kruisbeelden op hun manier. Kruisbeelden (nkangi kiditu) gingen deel uitmaken van de met kracht geladen voorwerpen (minkisi) van chefs. Ze hadden zowel een helende als vernietigende kracht. Het waren onderscheidingstekens, die als scepters werden gedragen. Zo bekrachtigden heersers hun gezag en hun koninklijke afstamming. Volgens pater Vissers dateren sommige exemplaren uit de 18de eeuw.

65 | Kruis met Christuscorpus

67 | Kruis met Christus en drie figuren

Essi Kongo, dorp Kivola, Angola Verworven van clanhoofd Matundu (clan Nekontshi Mpangi Nekongo) Hout en koper (afdruk van een Portugees model) Aankoop Jan Vissers, 1959 Collectie MAS (AE.1959.0015.0001)

Solongo, dorp Mongo, Angola Verworven van clanhoofd Badi Sita (clan Tskala Mpanzu, Angola) Koper Aankoop Jan Vissers, 1959 Collectie MAS (AE.1959.0015.0005)

66 | Kruis met Christus en twee zittende figuren Essi Kongo, dorp Kinguvu, Angola Verworven van de clan Nenoki Ndumba a Nzinga Koper en lood Aankoop Jan Vissers, 1959 Collectie MAS (AE.1959.0015.0003)

68 | Kruishanger met vrouwelijke figuur Solongo, dorp Kifinda, Angola Verworven van clanhoofd Kothsii a Mvemba (clan Kengue) Vezeltouw en messing Aankoop Jan Vissers, 1959 Collectie MAS (AE.1959.0015.0011)

– 1920. e e r s t e c o n g o l e s e o b j e c t e n i n e e n a n t w e r p s m u s e u m –

39


69 | Kruishanger met Christus met verentooi

73 | Christusfiguur

Mimbamba, dorp Kinsimba, Angola Verworven van clanhoofd Pedro Mendes (clan Miungu) Koper Aankoop Jan Vissers, 1959 Collectie MAS (AE.1959.0015.0012)

70 | Kruisje

Essi Kongo, dorp Kinsimba, Angola Verworven van clanhoofd Bambi Graça (clan Simba kia Kostshi) Koper Aankoop Jan Vissers, 1959 Collectie MAS (AE.1959.0015.0006)

74 | Christusfiguur Essi Kongo, dorp Lengue, Angola Verworven van clanhoofd Antonia Lutete Kela (clan Mpudi a Nzinga) Koper Aankoop Jan Vissers, 1959 Collectie MAS (AE.1959.0015.0004)

Essi Kongo, dorp Fuansi, Angola Verworven van clanhoofd Lutete Mavungu (clan Mbenza Nekongo) Hout en metaal Aankoop Jan Vissers, 1959 Collectie MAS (AE.1959.0015.0009)

71 | Christusfiguur Solongo, dorp Mukula, Angola Verworven van clanhoofd Ngonga (clan Ne Petelu a Ngombe) Koper Aankoop Jan Vissers, 1959 Collectie MAS (AE.1959.0015.0010)

72 | Christusfiguur Essi Kongo, dorp Yenga, Angola Verworven van clanhoofd Pedro Bambi (clan Kilamvu) Koper Aankoop Jan Vissers, 1959 Collectie MAS (AE.1959.0015.0008)

40

– 100 x c o n g o –


Nkanu kunst uit een opgedoekt Missiemuseum

In 2016 wordt de MAS collectie verrijkt met een onverwachte schenking. Zoals veel Belgische missiemusea kampen de broeders van Onze-LieveVrouw van Lourdes met vergrijzing en dreigende leegstand. De generatie die in (Belgisch-)Congo heeft gewerkt, wordt steeds ouder. Wanneer hun Missiemuseum in Oostakker dichtgaat, zoekt de congregatie een publieke herbestemming voor haar missiecollectie. Een groot deel wordt in het MAS opgenomen. Daarbij ook nkanda sculpturen van de Nkanu. De nkanda is een overgangsritueel voor jongens die de volwassenheid bereiken. De kleurrijke beelden en panelen die tijdens deze leerschool worden getoond, verwijzen naar het belang van de vruchtbaarheid van mens en dier. De nkanda beelden en panelen brengen op metaforische wijze boodschappen die verwijzen naar immoreel gedrag. Zaken die in het normale dagelijkse leven met respect worden bejegend, kunnen door de ‘rituele’ omkadering tijdelijk bespot worden.

75-77 | Nkanda panelen (soldaat van de Force Publique, een missionaris en een man) Nkanu, Democratische Republiek Congo Midden 20ste eeuw Hout, pigment, bamboe en leder Schenking Congregatie van O.L.V. van Lourdes, Oostakker, 2016 Collectie MAS (MAS.0170.049, 050 en 051)

78 | Nkanda paneeltje (papegaai) Nkanu, Democratische Republiek Congo Midden 20ste eeuw Hout en pigment Schenking Congregatie van O.L.V. van Lourdes, Oostakker, 2016 Collectie MAS (MAS.0170.052)

– 1920. e e r s t e c o n g o l e s e o b j e c t e n i n e e n a n t w e r p s m u s e u m –

41


79-80 | Popjes (man en vrouw) Nkanu, Democratische Republiek Congo Midden 20ste eeuw Hout en pigment Schenking Congregatie van O.L.V. van Lourdes, Oostakker, 2016 Collectie MAS (MAS.0170.035 en MAS.0170.0036)

81 | Paalbeeld (kala, mv. makala) Nkanu, Democratische Republiek Congo Midden 20ste eeuw Hout en pigment Schenking Congregatie van O.L.V. van Lourdes, Oostakker, 2016 Collectie MAS (MAS.0170.053)

82 | Gezicht op een missietentoonstelling in Oostakker, 1947 Foto (reproductie) © KADOC, Leuven

83 | Gezicht op een missietentoonstelling in Oostakker, 1947 Foto (reproductie) © KADOC, Leuven

42

– 100 x c o n g o –


Onder het zwarte/witte masker

De film Onder het witte masker van Matthias De Groof (1981) is voor deze tentoonstelling gemaakt. Het is een hermontage van de kunstdocumentaire Onder het zwarte masker van de Belgische cineast Paul Haesaerts (1901-1974). Haesaerts’ film uit 1958 gaat over Congolese kunst- en gebruiksvoorwerpen. Twintig blikvangers uit deze expo komen in zijn versie voor. Deze educatieve kunstdocumentaire was misschien vormelijk vernieuwend, maar de inhoud was stereotiep. In de herwerking van De Groof wordt niet óver de beelden gesproken, maar ze kijken en spreken terug. Dat doen ze met de woorden van de poëet, denker en politicus Aimé Césaire (1913-2008). Zijn Franse tekst uit 1950 is naar het Lingala vertaald en is voor Europa een confronterende en nog uiterst actuele spiegel. Zowel de tekst als de muziek was er al toen Haesaerts zijn film maakte. Onder het witte masker is volgens De Groof, de film die Haesaerts had kúnnen maken. 84 | Onder het witte masker: de film die Haesaerts had kunnen maken. Datum: 2020 Realisatie: Matthias De Groof Tekst: (op basis van) Aimé Césaire’s ‘Discours sur le colonialisme’ Montage: Matthias De Groof en Neel Cockx Muziek: Ancient Aiethiopia (Album: Jazz in Silhouette). Sun Ra and his Arkestra, 1958 Vertaling: Frans/Lingala Bienvenu Sene Mongaba Vertaling: Frans/Nederlands Matthias De Groof Stem: Maravilha Munto Productie: Daniel De Valck (Cobra Films) Tijdsduur: 10 min.

85 | Draaiboek met schetsen voor Onder het zwarte masker Paul Haesaerts 1957-1958 Papier Bruikleen KMSKB, Archief Hedendaagse Kunst in België, Brussel (AHKB, 565)

86 | Kunstdocumentaire Onder het zwarte masker Archiefdocumenten Paul Haesaerts, Art et Cinéma 1957-1958 Papier Bruikleen KMSKB, Archief Hedendaagse Kunst in België Brussel (AHKB, 563, 566, 565)

– o n d e r h e t w i t t e / z wa rt e m a s k e r –

43


44


Blikvangers uit de MAS-collectie

100 BLIKVANGERS

Maak kennis met 100 blikvangers van twintig volken uit Congo! Samen geven ze een kijk op Congo’s eeuwenoude culturele en artistieke rijkdom. Wat was hun betekenis? En welke verhalen vertellen ze? De Afrikaanse collectie van het MAS telt ongeveer 15.000 objecten. Ruim 5000 voorwerpen komen uit de Democratische Republiek Congo (Congo-Kinshasa) en buurlanden: de Republiek Congo (Congo-Brazzaville) en Angola. Je maakt een denkbeeldige reis door het huidige Congo. We komen uiteraard niet overal: niet alle volken zijn in de MAS-collectie vertegenwoordigd. Beginnen doen we in het zuidwesten, aan de monding van de Congostroom en in het historische koninkrijk Kongo. We eindigen in het noordelijke evenaarsgebied. De koloniale grenzen hebben cultureel samenhangende woongebieden en veel volken kunstmatig verdeeld. Kunsten gebruiksvoorwerpen die een eeuw geleden werden gescheiden, komen hier weer samen!

45


Kongo volken Vanaf de 16de eeuw werden de Kongo volken geconfronteerd met de slavenhandel, toenemende Europese inmenging en interne machtstwisten. Vanaf eind 19de eeuw was er de kolonisatie. Frankrijk, Portugal en België verdeelden het Kongo koninkrijk en scheidden de bevolking.

KONGO VOLKEN

Momenteel leven aan de monding van de Congostroom diverse Kongo volken: in Gabon, Angola met de enclave Cabinda, de Democratische Republiek Congo en de Republiek Congo. Zij blijven met elkaar verbonden, sociaal en cultureel. Dat blijkt onder meer uit het historisch besef van hun oude koninkrijk. Ook een fenomeen als het hoofdmanschap blijft belangrijk.

1-2

4

Krachtbeelden van staande vrouwen (minkisi) Kongo volken, Democratische Republiek Congo/Republiek Congo/Angola Eind 19de eeuw en vóór 1920 Hout en metaal Schenking Louis Franck, 1920 Collectie MAS (AE.0608 en AE.0609) 3

Krachtbeeld (nkisi nkondi ) Kongo volken, Republiek Congo/ Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout, metaal en textielpakjes met magische stoffen Aankoop Jacobs, 1942 Collectie MAS (AE.1942.0002.0002) 5

Krachtbeeld (nkisi)

Vrouwelijk krachtbeeld (nkisi)

Kongo volken: Vili(?), Republiek Congo/ Democratische Republiek Congo/Angola Begin 20ste eeuw(?) Hout en metaal Legaat Van Deuren-Van Remoortere, 2003 Collectie MAS (AE.2003.0010.0009)

Kongo volken, Republiek Congo/ Democratische Republiek Congo/Angola Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout, glas en metaal Schenking Louis Franck, 1920 Collectie MAS (AE.0606)

Krachtige beelden Minkisi (‘medicijnen’, ‘krachtobjecten’) zijn met kracht geladen voorwerpen uit de onzichtbare wereld van geesten 46

– 100 x c o n g o –


6

Initiatiesculptuur van chef of nganga Kongo volken. Democratische Republiek Congo/Republiek Congo/Angola Eind 19de-begin 20ste eeuw(?) Hout en metaal Gift Geudens, 1923 Collectie MAS (AE.0618)

Chef met bovennatuurlijke krachten

7

Krachtbeeld (nkisi nkozo) Kongo volken: Yombe, Democratische Republiek Congo/Republiek Congo Eind 19de eeuw Hout, metaal, spiegel, rietstengel, buskruit, kaurischelp, raffia, textiel, hars, hoorn, apenpoot, kaolien, dierenhuid en rood pigment Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0621)

Nachtgeweren De hond, met een jachtbel (dibu) om zijn hals, draagt een medicijnkastje op de rug dat maar deels is bewaard. De rietstengels tussen zijn poten en op zijn rug werden gevuld met buskruit. Deze ‘nachtgeweren’ moesten boosdoeners doden. De hond, in het dagelijkse leven een bondgenoot van jagers, hielp ook de nganga bij zijn speurtocht naar gevaren in de onzichtbare wereld. 8

Net zoals een nkisi-beeld werd ook een Kongo chef bij zijn inwijding beladen met bovennatuurlijke krachten. Als spirituele leider was hij zelf een nkisi, een levende amulet. Zijn lot werd dat van iedereen en alles. Zijn gezag steunde op de voorouders. Zijn macht was zo groot dat mensen tegen zijn krachten beschermd moesten worden. Met de steun van rituele specialisten (waarzeggers, tovenaars…) vormde hij een brug tussen de wereld van levenden en doden. Daar werd hij om gevreesd én geëerd.

Krachtbeeld (nkisi), zittende man Kongo volken, Democratische Republiek Congo/Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout, Europees textiel, raffia, spiegelglas, hoorn, been, hars, klauw, antilopenhoorn en pigment Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0612)

– 100 b l i k va n g e r s –

47

KONGO VOLKEN

en doden. Ze speelden een hoofdrol in politiek en religie, bemiddelden met de bovennatuur en boden mensen greep op grillige geesten en natuurkrachten. Een welwillend beeld beschermde de vruchtbaarheid en werkte genezend. Kwaadwillende beelden (nkisi nkondi) vervolgden boosdoeners. De beeldhouwer maakte het beeld. De nganga of spirituele specialist voegde activerende krachtstoffen toe. ‘Fetisjen’ heten ze ook, van het Portugese feitiço. Ruwweg vertaald betekent dat ‘tovermiddel’ of ‘afgodsbeeld’.


9

10

Krachtbeeld (nkisi) met opgeheven arm Kongo volken, Democratische Republiek Congo/Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout, spiegel, ivoor, metaal, textiel, klauw, kaurischelp, vezel, schelp, been, hars en pigment Schenking Louis Franck, 1920 Collectie MAS (AE.0611)

Spiegels met betekenis

KONGO VOLKEN

Een nkisi beeld werd door een nganga of rituele specialist geactiveerd met ‘magische’ stoffen en versterkt met Europese importartikelen, zoals geverfd textiel en kopspijkers. Spiegels, ‘gestold water’, hadden bij de Kongo een bijzondere betekenis. Ze scheidden de werelden van levenden en geesten, wendden gevaren af en boden bescherming. De ogen van een beeld werden vaak ingelegd met spiegelglas, zoals ook de kastjes op de buik, met de magische ingrediënten. De nganga speurde in het spiegelkastje naar gevaren.

CT-scans

Kongo volken: Yombe, Republiek Congo/ Democratische Republiek Congo Eind 19de eeuw Hout, kralen, spiegelglas, metaal en pyrogravure Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0555)

Schoonheid en moed In de 19de eeuw hadden beelden van een moeder met kind een belangrijke rol bij vruchtbaarheidsrituelen. Dit beeld verwijst naar de vrouw als schenkster van leven. Ze is voorgesteld volgens oude schoonheidsidealen: gevijlde tanden, littekenpatronen op borst en rug... De littekens, in werkelijkheid een centimeter dik, maakten de vrouw mooi én bewezen haar moed tijdens het pijnlijke aanbrengen ervan. Een mooie vrouw was voorbestemd om een voorbeeldige echtgenote te worden. Lichaamsversieringen duidden ook haar volksgroep of sociale rang aan. 11

Hoofdmanstaf (mvuala) 9

Realisatie in samenwerking met de dienst Radiologie van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen voor beeldvorming en beeldreconstructies en Geert Van der Snickt, UAntwerpen, ARCHES & AXES onderzoeksgroepen, 2020

48

Moeder met kind (phemba)

Kongo volken: Yombe, Republiek Congo/ Angola 19de eeuw Hout en koper Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0719)

Staf van een hoofdman Hoofdmanstaven (mvuala) gaan bij de Kongo volken terug op 14de-eeuwse stichtingsmythen van hun rijk. Ook na het uiteenvallen daarvan, 400 jaar later, bleven de staven symbool staan voor de

– 100 x c o n g o –


12

Muts (mpu) Kongo volken: Vili, Republiek Congo/ Democratische Republiek Congo/Angola Eind 19de-begin 20ste eeuw Raffia- of ananasvezels Legaat J. Baetes, 1938 Collectie MAS (AE.4489)

Prestigieuze manden In deze prestigieuze gevlochten manden bewaarde men kledij, waardevolle voorwerpen alsook voorouderlijke relieken. Voor de stevigheid zijn ze gemaakt met afwisselend ingevlochten bast- en houten reepjes. Dit kunstambacht steunde op een eeuwenoude traditie, die tot begin 20ste eeuw bestond. De binnenkant bestaat uit brede, ongekleurde gevlochten plantenrepen. Aan de buitenkant hebben de ingewikkelde geometrische motieven een symbolische betekenis. Zo verwijst de ruitvorm naar de levenscyclus. De hoeken markeren elk een overgangsfase: geboorte, volwassenheid, dood en de opname in de wereld van voorouders en geesten. 15

Mutsen met status In de hiërarchie van de Kongo volken waren mutsen belangrijke onderscheidingstekens. Je toonde er je status, gezag en identiteit mee. Dit mijtervormige, fijn gevlochten type (mpu) was voorbehouden voor mannen en vrouwen met een hogere rang. De mutsen werden vervaardigd uit gedroogde palmbladeren of ananasvezels. De vernuftige haaktechniek was mannenwerk en kon maanden werk vergen. De geometrische motieven gaan terug tot de 16de-17de eeuw. 13-14

Manden met deksel Kongo volken, Republiek Congo/Angola Onbekend Hout Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.6572 en AE. 6573)

Machtsembleem Kongo volken, Republiek Congo/ Democratische Republiek Congo/Angola 19de-20ste eeuw(?) Ivoor en patina Aankoop Jan Vissers, 1959 Collectie MAS (AE.1959.0015.0019)

Gebalde vuist, duim omhoog De gebalde vuist met opgestoken duim stond bij de Kongo symbool voor koninklijke macht. Dit ivoren embleem is versierd met een imitatie van kaurischelpen en rozetten. De rozetten waren een symbolisch motief van het invloedrijke Lembagenootschap. Dat bestond al in de 17de eeuw. Het beschermde gehuwde koppels en regelde handelsdisputen.

– 100 b l i k va n g e r s –

49

KONGO VOLKEN

communicatie tussen levenden en voorouders. Ze waren nog lang belangrijk in de uitrusting van hoofdmannen. De zittende figuur verwijst naar de vrouwelijke stichter-voorouder van de clan of naar de vruchtbaarheid van mens en natuur. De motieven zijn pictogrammen. Ze bevatten boodschappen over de relaties tussen levenden en doden.


Maskers als bemiddelaars

16

Masker met verentooi

KONGO VOLKEN

Kongo volken: Vili, Republiek Congo/ Democratische Republiek Congo Midden 20ste eeuw(?) Hout, veren, plastic knopen, textiel, leder en hoorn Legaat Ady Van Deuren-Van Remoortere, 2003 Collectie MAS (AE.2003.0010.0017) 17

Gelaatsmasker Kongo volken: Yombe (?), Republiek Congo/Democratische Republiek Congo Eind 19de eeuw Hout Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.3714)

Machthebbers deden een beroep op gelaatsmaskers. Die stelden chefs en ook rituele specialisten (banganga) voor. Die getalenteerde en goed opgeleide genezers communiceerden met de bovennatuur. Eén exemplaar draagt een rijkelijke verentooi. Vogelveren riepen bij de Kongo de idee van bemiddeling in de bovennatuurlijke wereld op. Gelaatsmaskers traden op tegen ordeverstoorders. Ze dwongen respect af voor de voorouderlijke wetten en voor machthebbers. Met hun open mond en ontblote, gevijlde tanden ogen ze agressief.

Teke Op de Conferentie van Berlijn in 1884-1885 verdeelden Europese landen Afrika onder elkaar. De leefgebieden van vele volken werden opgesplitst, zonder inspraak van de bewoners.

TEKE

Ook het koninkrijk Tio, met de Teke en Mfinu, raakte gescheiden: de Teke leefden onder het koloniale bewind van Frankrijk en België. Nu wonen de meeste Teke langs de oevers van Malebo-pool en de Congostroom, in de Republiek Congo (Brazzaville), de Democratische Republiek Congo (Kinshasa) en enkele groepen ook in Gabon. Op hun ceremoniële wapens en rituele beelden zien we onderscheidingstekens van Teke machthebbers. Hun chefs en andere belangrijke figuren waren herkenbaar aan hun kapsel met haarknot op het achterhoofd. Hun baard was een teken van waardigheid en wijsheid. Chefs droegen ook parallelle littekenlijnen (mabina) op hun voorhoofd en wangen. Dit was voor Teke en verwante volken een schoonheidsideaal en duidde hun status aan. 50

– 100 x c o n g o –


20-21

Mannelijk beeld (kira of buti)

Twee divinatie figuurtjes

Teke, Republiek Congo/Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout en korstpatina Legaat A. Van Deuren-Van Remoortere, 2003 Collectie MAS (AE.2003.0010.0011)

Teke, Republiek Congo/Democratische Republiek Congo Vóór 1940 Messing Schenking Engels, 1941 Inzameling koper (WOII), 1946 Collectie MAS (AE.1941.0006.0001 en AE.1946.0002.0017)

Opgeladen beeld Teke gebruikten krachtbeelden voor waarzeggerij, als beschermers of om rijkdom en macht te vergaren. Tijdens rituelen werden de beelden opgeladen door de toevoeging van magische stoffen. Dergelijke cultusvoorwerpen waren ook dragers van geesten. Zo huisden vooroudergeesten in nkira beelden en anonieme geesten in buti beeldjes. Het uiterlijk maakt niet duidelijk waarvoor de beeldjes dienden. Dit is mogelijk een beeld van een voorouder die zijn nakomelingen beschermde. Namen van Teke beelden verwijzen naar wat voorouders tijdens hun leven deden: ‘voorouder-chef’, ‘voorouder-jager’, ‘voorouder-smid’...

Spirituele smid Een smid die van ijzer werktuigen, wapens en divinatiebeeldjes maakte, was ook een spirituele specialist. Hij was verwant aan genezers en politieke leiders. Het onttrekken van mineralen aan ijzerhoudend erts werd vergeleken met een bevalling. Het stond onder strenge rituele voorschriften.

TEKE

18

22

Versierde pronkbijl (imbu) Teke, Republiek Congo/Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout, koper (bijlblad), messing, ijzer en spijkers Aankoop veiling Breckpot, 1930 Collectie MAS (AE.0771)

19

Het machtige woord van de chef

Kruik met mensenhoofd Teke, Republiek Congo/Democratische Republiek Congo Begin 20ste eeuw Aardewerk Aankoop veiling Breckpot, 1930 Collectie MAS (AE.0595)

Op belangrijke bijeenkomsten droeg een Teke chef een paradebijl over zijn schouder. Dit exemplaar met zijn versierde steel is een topstuk. De kop is een menselijk hoofd en uit de opengesperde mond steekt het koperen bijlblad. Dat symboliseert het machtige woord van de chef en zijn rol als rechter. Net zoals andere machtssymbolen kon de bijl de afwezige chef ook vertegenwoordigen op dorpsvergaderingen.

– 100 b l i k va n g e r s –

51


Mbuun 23

MBUUN

Uitdagende beker Deze Mbuun beker bevatte wellicht de rituele kaolien (mpio). Men gaf hem door tijdens inwijdingsrituelen van een chef. Dat gebaar wettigde zijn grondbezit en symboliseerde de aanwezigheid van de voorouders. Een figuur met geknikte knieën, voorwaarts gerichte armen en naar boven gerichte handpalmen draagt de beker. Volgens mondelinge tradities was dit het provocerende gebaar van een uitdager die met gebogen benen aarde aanbiedt aan zijn – hier denkbeeldige – tegenstander. Die nam dezelfde houding aan en sloeg bruusk de aarde uit de handpalmen.

Beker in de vorm van een kariatide Mbuun, Democratische Republiek Congo Eind 19de eeuw(?) Hout Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0281)

Mbuun bekers die zijn uitgewerkt als een vrouwenfiguur die iets draagt (kariatide), zijn uiterst zeldzaam.

Pende Pende maskers in hout (mbuya) met een raffiakraag en -kapsel traden dansend op tijdens diverse festiviteiten, ook ter afsluiting van de mukanda, de initiatierituelen van jongens.

PENDE

De mbuya maskers stellen tientallen personages voor. Elk hebben ze een eigen choreografie en ritme. Klassieke personages zijn de chef, de behekste, de subversieve clown en de krijger of handhaver van de wet. In de loop van de tijd verdwenen bepaalde types en maakten nieuwe personages hun opwachting. Die ontstonden op basis van nieuwe danspassen, ritmes en gezangen, waarvoor dan een nieuw masker werd gemaakt. Dat was de laatste schakel in het creatieproces. De maskers waren verpersoonlijkingen van vooroudergeesten. Ze bemiddelden tussen doden en levenden. Mannen droegen ze, maar ook vrouwen en kinderen dansten mee. Tegenwoordig treden maskers ook op als vorm van entertainment. 52

– 100 x c o n g o –


27-31

Masker (mbuya) Pende, Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Hout, raffia en pigment Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0554)

Dodenmasker Dit masker met een mannelijk gelaat en verlenging onder de kin heet Giwoyo. Het plankvormige uitsteeksel is geen baard. Het stelt een dode voor op een berrie en verwijst naar de voorouders. 25

Houten masker (mbuya) met lobbenkapsel Pende, Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Hout en raffia Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0551) 26

Houten masker (mbuya) met kraag in raffia Pende, Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Hout en raffia Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0550)

Foute kleur De zwarte verkleuring van dit houten masker met een puntvormig raffiakapsel komt door een foute restauratie in de jaren 1950. Houten Pende maskers werden meestal met rood of oker beschilderd. Dit exemplaar had oorspronkelijk dezelfde kleur als het andere.

Vijf maskerhangertjes (ikhokho, enkelvoud gikhokho) Pende, Democratische Republiek Congo Begin 20ste eeuw Ivoor en lood Aankoop Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0832; AE.0833; AE.0841; AE.0860 (lood); AE.0858)

Deze hangers bestaan ook in hout, been of vruchtenpitten. Het amberkleurige patina van ivoren exemplaren is een gevolg van slijtage, het wassen met fijn zand en contact met de huid van de drager. Die was ingesmeerd met olie en roodhoutpoeder.

Halssieraden als protest Deze miniatuurversies van houten mukanda en genezermaskers maakte een ivoorsnijder als halssieraden (ikhokho). Bewaarders van de houten maskers en geïnitieerde jongens droegen ze en genezers schreven ze voor. Ze speelden ook een rol bij de machtsoverdracht van een chef of wettelijke erfgenamen van de macht. Wie de ghikhoko van een voorouder kreeg, ontving ook zijn levensprincipe. Ikhokho waren populair van 1930 tot Congo’s onafhankelijkheid in 1960. Ze benadrukten de Pende identiteit en symboliseerden het protest tegen de koloniale bezetter.

– 100 b l i k va n g e r s –

53

PENDE

24


PENDE

32

33

Fluitje

Maskerhangertje

Pende, Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Ivoor Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0847)

Pende, Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Ivoor of been Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0851)

Sleutelfluitje Dit Pende fluitje met een hoofdje is gesneden in de stijl van kleine maskerhangertjes (ikhokho). De sleutelvorm komt van de 17de- en 18de-eeuwse scheepskisten en koffers die uit Europa werden ingevoerd.

Mbala Bij de Mbala en verwante buurvolken werden moeder-metkindbeelden, samen met die van mannelijke figuren, gebruikt in de rituelen bij de machtsoverdracht van een hoofdman. Samen heetten ze pindi. Ze werden bewaard in een ‘schatkamer’. Vrouwen hadden bij de Mbala een politieke adviesrol.

MBALA

Het moeder-en-kindthema verwijst naar de leven schenkende rol van de chef. En ook naar zijn functie als behoeder van de vruchtbaarheid van mensen, dieren en gewassen.

34

Beeld van een moeder met kind (wenyi) Mbala, Democratische Republiek Congo Eind 19de eeuw(?) Hout Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0520) 54

– 100 x c o n g o –


Luluwa Luluwa houtsnijwerk is doorgaans herkenbaar aan de complexe littekenpatronen op gezicht en lichaam, die mensen mooier maken. Fysieke schoonheid weerspiegelt voor de Luluwa morele kwaliteiten. Ze verhoogt ook de rituele doeltreffendheid van de beelden. Eind 19de eeuw was het gebruik van tabak en cannabis intens verspreid in het Luluwa gebied. Roken of snuiven gebeurde in diverse contexten: waarzeggerij, rechtspraak, genezing. Tabak werd in Midden-Afrika door de Portugezen vanuit Zuid-Amerika ingevoerd. Arabieren verspreidden hennep vanuit India naar delen van Afrika.

37

Haarkam met hoofdje

Doos

Luluwa, Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Hout Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0655)

Luluwa, Democratische Republiek Congo 19de eeuw(?) Hout, ivoor en oliepatina Aankoop Van De Walle, 1960 Collectie MAS (AE.1960.0046.0006)

Ivoren doos

36

Halffiguur (vrouw) Luluwa, Democratische Republiek Congo 19de eeuw Hout en oliepatina Aankoop Pieter Jan Vandenhoute, 1960 Collectie MAS (AE.1960.0014)

Bescherming tijdens zwangerschap Om zichzelf en hun baby tijdens de zwangerschap te beschermen gebruikten Luluwa vrouwen sculpturen. Die deden dienst in een vruchtbaarheidscultus (bwanga bwa cibola). In het kind kon een voorouder reïncarneren. Deze sculptuurtjes werden aan de kledij bevestigd of naast het bed bewaard. Geregeld wreef men ze in met palmolie.

Deze doos met verfijnde afwerking is gemaakt uit een fragment van een olifantstand met blinkende bruinrode patina. Mogelijk was dit een inhoudsvat voor de bewaring van cannabis. De ingesneden motieven verwijzen naar littekenpatronen, hét 19de-eeuwse schoonheidsideaal van de Luluwa. 38

Pijp voor tabak of cannabis Luluwa, Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Hout, ijzer en raffia Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0433.1-2/2)

– 100 b l i k va n g e r s –

55

LULUWA

35


Kunstenaar met een naam

39

Mortiertje voor tabak of cannabis

LULUWA

Luluwa, Democratische Republiek Congo 19de eeuw(?) Hout en leder Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.1177.1-2/2)

Kanyok

Deze kom, die wordt gedragen door een zittende vrouw, is mogelijk gemaakt door Kadyaat Kalool (†1920). Hij is op deze tentoonstelling een van de weinige kunstenaars van wie we de naam kennen. Kadyaat Kalool was een manindak, een meester-houtsnijder. In dienst van het hof van de Kanyok chef van de noordelijk gelegen stad Kanda Kand maakte hij rituele objecten en kunstvoorwerpen in een eigen stijl.

40

Paradedissel (kabenz kanèn) Kanyok, Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Hout, pigment, ijzer en koper Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0726)

Dissel als statussymbool

KANYOK

Deze versierde Kanyok dissel is een ceremonieel exemplaar. Hij werd dus niet gebruikt als instrument voor houtbewerking, maar straalde de macht en status uit van belangrijke rijke mannen. Tijdens plechtigheden droeg een Kanyok notabele zo’n dissel op de heup of over de linkerschouder. 41

Schaal met zittende figuur Kadyaat Kalool(?), Kanyok kunstenaar, Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Hout Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0504)

56

– 100 x c o n g o –


Tshokwe De Tshokwe controleerden eeuwenlang een gebied dat liep van het midden van Angola tot de zuidelijke regio’s van Congo en Zambia. In de 18de en 19de eeuw lag hun territorium op een belangrijke handelsroute tussen de Atlantische kust en het Afrikaanse binnenland. Hun heersers traden op als tussenpersonen in de ruilhandel van Europeanen en buurvolken. De Tshokwe hadden niet echt een centraal bestuur. Hun grondgebied telde verschillende politieke centra. Aan het hoofd daarvan stond een mwananganga of ‘meester van het land’. Deze hooggeplaatsten stamden af van de Lunda veroveraars die zich rond de 15de eeuw in Angola hadden gevestigd.

42

TSHOKWE

De verfijnde kunst- en gebruiksvoorwerpen waar de Tshokwe om bekendstaan, werden door professionele makers voor deze elite gemaakt. Dat was onder meer het geval met de hoofdmansstoelen naar Portugees model. Die bleven tot midden 20ste eeuw in gebruik, ondanks de afkalvende macht van de chefs tijdens de kolonisatie.

43

Haarkam met Cihongo dansmasker

Mes met schede

Tshokwe, Democratische Republiek Congo/Angola 20ste eeuw Hout en metaal Schenking M. Olbrechts-Maurissens, 1975 Collectie MAS (AE.1975.0031.0028)

Tshokwe, Democratische Republiek Congo/Angola 20ste eeuw Hout, metaal en leder Schenking Vrienden van het Etnografisch Museum, Antwerpen, 1994 Collectie MAS (AE.1994.0001.0001.1-2/2)

Kam met dansmasker Het dansmasker op de kam is een symbool van rijkdom, welvaart en mannelijke kracht. Europese kopspijkers werden rond de 18de eeuw ingevoerd. Ze gaven het voorwerp een verfijnd en kostbaar uitzicht.

Dit was een prestigeobject bij de Tshokwe, die met één woord aangaven dat iets ‘met veel vakmanschap en liefde gemaakt was’: utotombo.

– 100 b l i k va n g e r s –

57


44

48

Orakelfiguurtjes Tshokwe, Democratische Republiek Congo/Angola Vóór 1960 Ivoor Aankoop Van De Walle, 1960 Collectie MAS (AE.1960.0046.0001-2-3)

Deze drie orakelfiguurtjes (tuphele, enkelvoud kaphele) komen uit een waarzeggersmand. 45-46

Hoofdmanstoel met rugleuning (citwamo ca mangu) Tshokwe, Democratische Republiek Congo/Angola Eind 19de eeuw Hout en leder Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0494)

Ondanks het Europese uitzicht van stoelen als deze is hun decoratie gebaseerd op de Tshokwe beeldtaal. De motieven onderstrepen de status, rijkdom en autoriteit van de bezitter.

TSHOKWE

Fluitjes Tshokwe, Democratische Republiek Congo/Angola Ivoor Eind 19de- begin 20ste eeuw Aankoop Pareyn (1920) en Van De Walle (1960) Collectie MAS (AE.0784 en AE. 1960.0046.0004)

49

Trom (mukup(i)ela) Tshokwe, Angola/Congo Vóór 1920 Hout, leder en slangenhuid Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0341)

Leiderstrom

Fluittaal Fluitjes droeg men als amulethangers bij initiatierituelen van jongens en ook tijdens de jacht. Bij jachtpartijen gaf de leider er op verre afstand signalen mee aan zijn medejagers en honden. Deze exemplaren hebben twee modulatiegaatjes om van toonaard te wisselen. Zo kon men in een complexe ‘fluittaal’ communiceren. 47

De zandlopervormige trom van de Tshokwe was een hofinstrument. Tot midden 20ste eeuw behoorde hij tot de bezittingen van leiders. Hij werd bewaard in het huis van de belangrijkste vrouw van de chef en doorgaans bij diens dood vernietigd. Vóór het spelen warmde men het hars op het vel op voor een betere galm. De opening werd met een stop gedicht. Een membraan in de stop trilde en zoemde mee wanneer er op de trom werd geslagen.

Dans- of wapenknots versierd met vrouwelijk hoofd Tshokwe, Noordoost-Angola of Zuid-Congo Vóór 1920 Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0775) 58

– 100 x c o n g o –


50

Beeld van een vrouw met kind op schouders Zombo, Democratische Republiek Congo Begin 20ste eeuw Hout, vezel, magische stoffen en sporen van pigment Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0521)

houdt haar hoofd vast. Rond haar navel bevat een holte restanten van krachtstoffen. Die verwijzen naar een ritueel gebruik. Dit beeld werd mogelijk gebruikt bij de Khita vruchtbaarheidscultus. Die beschermde ook moeders en kinderen. Beelden van moederfiguren herdachten de clanstichteres en haar leven schenkende kracht. De vruchtbaarheid van de moeder symboliseert de continuïteit van de gemeenschap. De moeder staat in voor het lot van haar nakomelingen.

ZOMBO

Zombo

Beschermende moeder Een kind zit schrijlings met één been over de schouder van de moeder en

Yaka De initiatieleerschool (n’khanda) voor Yaka jongens was een scharniermoment in de overgang van kind naar volwassenheid. Daar gingen ceremonies mee gepaard.

YAKA

Tijdens deze afzonderingsperiode droegen ouderen hun kennis over aan de jongens. Zij leerden vaardigheden, kregen inzicht in mythen en werden seksueel voorgelicht. Het overgangsritueel ging gepaard met een besnijdenis. De rite was als een tweede geboorte: jongens stierven een schijndood en werden als mannen herboren. De leerperiode werd afgesloten met gemaskerde ceremonies, waarbij de ingewijden opnieuw in de gemeenschap werden opgenomen. De maskers belichaamden de voorouders. Na de dans verloren ze hun kracht en werden ze vernietigd of verkocht. Centraal in de symboliek staan het scheppingsverhaal en de vruchtbaarheid van mens, dier en land. Zo is de opgekrulde neus een fallisch symbool dat de bevruchting van de aarde door de zon oproept.

– 100 b l i k va n g e r s –

59


YAKA

51

52-53

Initiatiemasker (kolukha)

Initiatiemaskers (ndemba)

Yaka, Democratische Republiek Congo Begin 20ste eeuw Hout, raffia en pigment Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0514)

Yaka, Democratische Republiek Congo Begin 20ste eeuw Hout, raffia en pigment Aankoop Henri Pareyn, 1920 Aankoop veiling Breckpot, 1930 Collectie MAS (AE.0515 en AE.0516)

Kuba volken Het Kuba koninkrijk, in de wouden en de savanne van de Kasaï, was eind 19de eeuw ongeveer even groot als België en telde 150.000 inwoners. Het werd in de 17de eeuw gesticht en ontwikkelde zich tot een soort confederatie van volken, onder het centrale gezag van de koning of nyim.

KUBA VOLKEN

Die regeerde vanuit zijn paleis in de hoofdstad Mushenge. Elders handhaafden provinciale chefs en hun ondergeschikten het koninklijke gezag. De vorst bond hen aan zich door hen heel veel machtstitels toe te kennen. Alle Kuba streefden naar zo’n titel. Hun rang en rijkdom maakten ze zichtbaar met prachtig versierde kunstvoorwerpen, kostbare wapens, kledingaccessoires en gevlochten hoofdtooien. De maskers zijn de weergave van de mingesh (enkelvoud ngesh), natuurgeesten die bemiddelen tussen het opperwezen Nyeem en de mensen. Ze zorgen voor vruchtbaarheid, genezing en succes bij de jacht.

54

Kortzwaard (ikul) Kuba/Bushoong, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw IJzer, messing en hout Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0317)

Statussymbolen Voor het aanduiden van rangen en statussen van mensen waren er voor60

schriften. Iedere rang was herkenbaar aan eigen accessoires. Tot de statussymbolen van mannen behoorden hoofdtooien met veren, glaskralen en kaurischelpen. Elke man kon ook pronken met een kortzwaard (ikul) of ceremonieel mes. Rijkversierde exemplaren van de hogere klasse hadden houten handgrepen, ingelegd met koperdraad, messing, lood, tin en kopspijkers.

– 100 x c o n g o –


Oudste koningsmasker

55

Bwoom, het oudste koninklijke maskertype gaat terug tot de 18de eeuw. De gemaskerde kijkt door de open neusgaten. Het kapsel, met de driehoekige uitsparing aan de slapen, was destijds in de mode. Het getuigt van een eeuwenlange traditie.

Masker pwoom itok Kuba volken: Ngeende of Ngongo, Democratische Republiek Congo Hout, raffia, pigment en koper Eind 19de-begin 20ste eeuw Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0329)

58

Masker ngaady a mwaash Kuba/Bushoong, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout, textiel, raffia, kaurischelp, metaal en pigment Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0331)

Paar figuurtjes met lange armen en wenkende handen Kuba/Bushoong, Democratische Republiek Congo IJzer en roodhoutpoeder Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0773 en AE.0774)

Smeedkunst en koningschap

Vrouwelijk koningsmasker Ngaady a mwaash is een koninklijk masker van de Bushoong, de leidende groep bij de Kuba. Het stelt Mweel voor, de zus en echtgenote van Woot. Zij vormden het mythische koningspaar waaruit de Bushoong dynastie ontstond. Het trad op in een mimespel met andere koninklijke maskers en bij begrafenissen. De tranen symboliseren haar verdriet over het incestverbod en de scheiding met haar broer. 57

Masker bwoom

Wereldwijd zijn er drie smeedijzeren Kuba kunstwerken bekend, waaronder dit paar. Volgens de Kuba overlevering zijn de beeldjes gemaakt door prins Myeel, een 17de-eeuwse koningszoon en bedreven smid. Ook elders in Midden-Afrika bestond er een band tussen de smeedkunst en het koningschap. Dat kwam omdat de kunst van het smeden en smelten van ijzererts gebruikmaakt van water, vuur, aarde en wind, de vier elementen. Dat werd als magisch beschouwd. Een smid produceerde bovendien onmisbare werktuigen.

Kuba volken: Bambala, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout, raffia, Europees textiel, blik, kralen, kaurischelp en messing Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0332)

– 100 b l i k va n g e r s –

61

KUBA VOLKEN

56


59-60

Drinkbekers voor palmwijn Kuba/Bushoong, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout en messing Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0264 en AE.0288)

Bekers voor palmwijn

KUBA VOLKEN

Houten drinkbekers waren in de 19de en begin 20ste eeuw gegeerde luxevoorwerpen. Er werd palmwijn (maan) uit gedronken die men won uit de raffiapalm. Dat is nog altijd een populaire drank. Een Bushoong spreekwoord zegt: ‘De zoete jeugd heeft gebrek aan wijsheid, de wijze oude mist de zoetheid van karakter.’ Dit verwijst naar de eerste, zoete wijn die uit de palm wordt gewonnen. Die wordt gaandeweg steeds sterker.

De complexe vlechtwerkmotieven vinden we ook elders: op wanden van woningen, raffiastoffen en prestigevoorwerpen van de elite. En op het lichaam van vrouwen, als littekenpatronen. Kuba noemen kunst bwiin, ‘patroon’. Voor hen is het spel van vlechtpatronen en lijnen belangrijker dan volumes. Sommige nieuwe patronen die vorsten invoerden kregen hun naam. 63

Pot gesteund door benen Kuba/Bushoong, Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Hout en patina Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0148)

61-62

Dozen met deksel Kuba/Bushoong, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout, roodhoutpoeder en metaal Legaat Van Deuren-Van Remoortere, 2003 Collectie MAS (AE.2003.0010.0002 en AE.2003.0010.0004)

Spel van patronen In deze cosmeticadozen bewaarde men opsmukbenodigdheden, sieraden en metalen mesjes om raffia te snijden. Vaak bevatten ze restanten van het roodhoutpoeder (tool) waarmee men lichaam, haar en raffiastoffen kleurde.

62

– 100 x c o n g o –


Songye Songye krachtbeelden (mankishi, enkelvoud nkishi) dienden om persoonlijke en gemeenschappelijke problemen aan te pakken, zoals ziekte, dood, mislukte oogsten of jachtpartijen. Of als bescherming tegen kwade geesten.

De grote krachtbeelden waren het resultaat van een nauwe samenwerking van de kunstenaar met een rituele specialist. De kunstenaar maakte het beeld als een vat dat bovennatuurlijke krachten kon opnemen. De rituele specialist activeerde het met liederen en spreuken. Hij verborg de krachtsubstanties in de buikholte en in de hoorn op het hoofd. Die magische stoffen konden op twee manieren worden ingezet: kwaadwillend of beschermend. De antilopenhoorn verbond als een antenne de zichtbare en onzichtbare wereld.

Geroofd beeld van chef Nkolomonyi Dit beeld belichaamde de kracht van een machtige Songye chef en bemiddelde met de onzichtbare geestenwereld. Zo beschermde het ook zijn gemeenschap tegen gevaren, onder meer in de strijd tegen Belgische kolonisatoren. Hoe het beeld in december 1923 in Lusambo in het bezit kwam van Paul Osterrieth (1872-1932), is onduidelijk. Osterrieth was een telg van een Duitse handelsfamilie met rubber- en koffieplantages in Lomami. Een notitie in het MAS-archief bevestigt dat het beeld ‘toebehoorde aan fetisjeur en chef Nkolomonyi die ter dood werd veroordeeld’ [door de koloniale Belgische overheid].

– 100 b l i k va n g e r s –

63

SONGYE

Kleine beelden zorgden doorgaans voor individuele bescherming. Iedereen kon ze maken en daarom zijn er grote vormverschillen. Grote beelden werden besteld bij befaamde kunstenaars. Ze stonden vaak generaties lang in dienst van het dorp.


Maar wie was Nkolomonyi? Ook volgens recent onderzoek met partners in Congo behoorde het beeld eind 19de en begin 20ste eeuw aan hem toe. Deze Songye krijgsheer, chef en ritueel expert (nganga) rebelleerde hevig tegen de bezetting door de Belgische kolonisatoren. Na zijn aanhouding werd hij ofwel onmiddellijk gedood ofwel naar de gevangenis in Lusambo overgebracht voor de uitvoering van het doodvonnis. Het beeld werd vervolgens door Belgen uit zijn dorp geroofd.

64

SONGYE

Krachtbeeld (nkishi) van Nkolomonyi Songye, Democratische Republiek Congo Eind 19de eeuw-begin 20ste eeuw Hout, raffia, dierenpels, reptielenhuid, hoorn, vezels, ijzer, koper, glaskralen en slangenhuid Legaat familie Paul Osterrieth, 1940 Collectie MAS (AE.1940.0001.0047)

CT-scans

64

Realisatie in samenwerking met de dienst Radiologie van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen voor beeldvorming en beeldreconstructies en Geert Van der Snickt, UAntwerpen, ARCHES & AXES onderzoeksgroepen, 2020

Het MAS bekijkt de restitutiekwestie niet louter wettelijk maar ook ethisch omdat het zich bewust is van de ongelijke machtsverhoudingen bij de verwerving van de objecten in de koloniale periode (1885-1960). In het kader van de tentoonstelling gaat het MAS in dialoog met onderzoekers uit Congo en werd een herkomstonderzoek opgestart naar een specifiek beeld. Meer gezamenlijk onderzoek is belangrijk in het beleid rond teruggave van roofkunst. Het MAS is een stedelijke museum. Dit betekent dat de Congolese collectie eigendom is van de stad Antwerpen. De definitieve beslissing rond restitutie of teruggave van objecten ligt in de handen van het College van Burgemeester en Schepenen. 65

Het MAS en restitutie

Paradebijl (kilonda)

Het MAS staat open voor officiële vragen uit Congo voor teruggave van kunst- en gebruiksvoorwerpen. Het museum beslist niet zelf welke objecten hiervoor in aanmerking komen. Dit zou een paternalistische aanpak zijn. De beslissing moet bij Congo zelf liggen.

Songye, Democratische Republiek Congo Eind 19de eeuw Hout, reptielenhuid, ijzer, koper en hout Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0204.1-2/2)

64

– 100 x c o n g o –


te voorkomen. Telkens als men er een beroep op deed, werd het ingesmeerd met palmolie. Sporen daarvan zijn nog zichtbaar.

66

Paradebijl (kilonda) Songye, Sapo Sapo, Democratische Republiek Congo Eind 19de eeuw Hout, ijzer en koper Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0420)

68

Krachtbeeld (nkishi)

Deze Songye bijlen (bilonda) met hun uitgewerkt smeedijzeren blad behoorden toe aan koningen, chefs en hoge ambtsdragers. Ze werden over de schouder gedragen om rangen en titels aan te geven. Tijdens dansen en plechtigheden droeg men ze in de hand. De combinatie van ijzer, koper en het complexe smeedijzer wijst op een lange traditie van metaalbewerking. Dergelijke ceremoniële pronkbijlen gaan terug op wapens en andere gereedschappen die werden omgevormd tot emblemen van macht en gezag.

69

Krachtbeeld (nkishi) Songye, Congo Vóór 1920 Hout, glaskralen en koper Schenking Louis Franck, 1921 Collectie MAS (AE.0749) 70

Krachtbeeld (nkishi) Songye, Democratische Republiek Congo Eind 19de eeuw Hout, oliepatina, hoorn, koper en kaurischelp Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0559)

67

Staand vrouwelijk beeld Songye, Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Hout, oliepatina en kaurischelp Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0744)

71

Masker met raffiakraag

Ter bescherming van vrouwen en kinderen Dit beeld met zijn geringde nek en geometrisch gevormd lichaam is een hoogtepunt van de Songye cultuur. Het staat symbool voor vruchtbaarheid. Het beeld werd gebruikt om vrouwen tijdens de zwangerschap te beschermen, kinderen te genezen en kindersterfte

Kuba volken: Kete, Biombo, Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Hout en raffia Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0339)

Dit kleurrijke masker met uitpuilende ogen trad op in het kader van besnijdenisrituelen van jongens en bij begrafenisceremoniën

– 100 b l i k va n g e r s –

65

SONGYE

Pronkbijlen

Songye, Democratische Republiek Congo Eind 19de eeuw Hout, oliepatina, hoorn, koper, ijzer, kaurischelp en magische stoffen Schenking Louis Franck, 1921 Collectie MAS (AE.0720)


73-74

Gelaat van geesten

Maskers (bifwebe)

Maskers met sterk geometrische gelaatstrekken en fijne groeven werden zowel bij de Luba en als bij de Songye gebruikt. De algemene term kifwebe (meervoud bifwebe) verwijst zowel naar het masker als naar het Bwadi bwa Kifwebe maskergenootschap. Als gelaat van de geesten in dienst van de regerende elite werden ze vroeger ingezet om sociale controle uit te oefenen. Ze traden ook op met vele andere functies, van begrafenissen tot entertainment.

SONGYE

Songye of Luba, Democratische Republiek Congo Hout Eind 19de-begin 20ste eeuw Aankoop Henri Pareyn (1920) en aankoop veiling Breckpot (1930) Collectie MAS (AE.0334 en AE.0335)

Hemba De Hemba staan bekend om hun beelden van leidersfiguren. Deze sculpturen (singiti) behoorden tot de rituele voorwerpen die een man erfde wanneer hij hoofdman werd. Dit beeld herdenkt een historische leider van de Hemba/Niembo clan. Het werd gebruikt in de vooroudercultus. Die bevestigde de gemeenschappelijke herkomst en samenhorigheid van de clan. Bovendien bekrachtigde het de macht van de leidersfiguren.

HEMBA

De voorouderfiguur draagt een ringbaard en een kruisvormig vlechtkapsel: dat zijn onderscheidingstekens van zijn hogere rang. Zijn gesloten ogen zijn gericht op een andere wereld, van waaruit hij waakt over zijn nakomelingen. Hij houdt de handen ter hoogte van zijn lichtgezwollen buik met de uitstekende navel. Dat gebaar verwijst naar het gezegde ‘de mensheid begint bij de navel’. Dat benadrukt de band tussen voorouders en levenden.

72

Beeld van een voorouder (lusingiti, meervoud singiti) Niembo clan, Hemba, Democratische Republiek Congo 19de eeuw(?) 66

Hout en patina Aankoop Charles Leirens, 1931 Voormalige verzamelingen: Béla Hein, Henri Pareyn. Collectie MAS (AE.0864)

– 100 x c o n g o –


Luba volken Het centrale Luba koninkrijk ontstond in de 17de eeuw. Koningen ontleenden hun macht aan Mbidi Kiluwe, een mythische jager-heerser die het koningschap invoerde. Luba heersers demonstreerden hun gezag met kunstig vormgegeven objecten. Die erfden zij van hun voorganger. Sommige, zoals ceremoniële hoofdmanstaven en wapens, toonden ze. Andere, zoals stoelen en boogstaanders, werden op een geheime plaats bewaakt. Zowel tegen diefstal als om mensen te beschermen tegen hun kracht.

75

LUBA VOLKEN

De macht van de Luba koningen straalde uit naar naburige volken, waar hoofdmannen de Luba gezagsstructuur en waardigheidstekens imiteerden. Zo ook de Hemba, hun oostelijke en cultureel verwante buren.

76

Ceremoniële hoofdmanstaf (kibango)

Boog- en pijlhouder

Luba, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw(?) Hout, patina en metaal Aankoop Nieuw-Afrika, Witte PatersAntwerpen, 1961 Collectie MAS (AE.1961.0062.0002)

Luba, Democratische Republiek Congo 19de eeuw Hout, patina en metaal Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0722)

Teken van leiderschap en macht

Geheimhouding De vrouwelijke figuur op de top stelt een stichteres van een koninklijk geslacht voor. Dat ze haar handen tegen de boezem houdt, is een teken van respect en geheimhouding. Het verwijst naar het Luba denkbeeld dat vrouwen de geheimen van het leiderschap in hun borsten bewaren. De staf kreeg zijn kracht van een rituele specialist.

Fijn versierde boog- en pijldragers, uit hout gesneden, waren tekens van leiderschap en macht. Ze verwezen naar de grondlegger van het Luba koningschap, de mythische jager Mbidi Kiluwe. Een vrouwelijke hoogwaardigheidsbekleder bewaarde de boogstaanders op een geheime plaats in de koninklijke residentie. Geregeld werden ze met olie ingesmeerd, als offergave. Het verzorgde kapsel van deze vrouw en haar realistisch weergegeven littekens wijzen op haar hoge rang en afkomst.

– 100 b l i k va n g e r s –

67


77

80

Paar amulethangers Luba, Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Ivoor, kralen en leder Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0793 en AE.0794)

Dit zeldzame paar hangers herdacht tweelingvoorouders. Het puntcirkelmotief op de romp symboliseert leven en continuïteit. 78

Paradebijl

LUBA VOLKEN

Luba-Hemba, Democratische Republiek Congo 19de-20ste eeuw Hout, patina en ijzer Schenking M. Olbrechts-Maurissens, 1974 Collectie MAS (AE.1974.0025.0009)

Hoofdmansstoel met kariatide (kipona) Luba, Democratische Republiek Congo Eind 19de eeuw Hout Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0500)

Zetel van macht Een kruk als deze was hét machtsembleem waarop de heerschappij van de Luba ‘steunde’. De kruk diende als koninklijke ‘verblijfplaats’. De kariatide, dat is de voorouderfiguur die de zitting draagt, symboliseerde de afstammingslijn van het koningschap. Zo’n troon was krachtig geladen. Daarom werd hij in een doek gewikkeld, verborgen en streng bewaakt. Alleen bij de inhuldiging van de nieuwe koning kwam hij tevoorschijn.

79

Knielend vrouwelijk beeld met kalebas (mboko) in de hand Luba, Democratische Republiek Congo Eerste helft 20ste eeuw(?) Hout en koper Schenking W. Jambers, 1958 Collectie MAS (AE.1958.0015.0001)

Knielende vrouw met kalebas De bovennatuurlijke krachten van een Luba heerser werden beschermd, in het belang van zijn onderdanen. Daarom omringde een heerser zich met rituele specialisten. Bij de inwijding van vorsten en hoofdmannen en bij waarzeggersrituelen vervulden beelden van een knielende vrouw met een kalebas een belangrijke rol. De kalebas werd gevuld met witte klei, olie en andere krachtobjecten. 68

81-83

Amulethangers in de vorm van een mens, waarvan één met beentjes Luba, Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Ivoor en been Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0798; AE.0808; AE.0811)

Beschermende hangers Hangertjes uit olifants- en wrattenzwijntanden gebruikte men vooral in de 19de eeuw. Ze stellen vooroudergeesten voor. Men droeg deze intieme objecten op het lichaam of aan de pols: ter bescherming en ter nagedachtenis van overleden verwanten. Als eerbetoon aan de voorouders werden ze geregeld gestreeld en ingeolied. Daardoor, en ook door het voortdurende contact met het lichaam, ontstonden het gladde oppervlak en de gele tot roodbruine kleur.

– 100 x c o n g o –


Tabwa Tabwa beelden die werden gebruikt bij de voorouderherdenking, en andere rituele gebruiksvoorwerpen, richten vaak hun handen naar de navel. Die houding benadrukt de verbondenheid van de bezitter met vroegere generaties. De beelden vertonen opmerkelijke littekenpatronen (scarificaties). Een symbolische scheidingslijn (mulambo) op de mannelijke en vrouwelijke bustes loopt van het hoofd over de romp tot de navel. De lijn verdeelt het lichaam in twee symmetrische helften. Dat symboliseert de opsplitsing van het universum en de complementariteit van man en vrouw: rechts is de mannelijke kracht, en links de vrouwelijke.

Kalebas met vrouwelijke figuur

CT-scans

Tabwa(?), Democratische Republiek Congo Eind 19de eeuw Hout, textiel, kristal en steentjes Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0792)

Realisatie in samenwerking met de dienst Radiologie van het Universitair Ziekenhuis Antwerpen voor beeldvorming en beeldreconstructies en Geert Van der Snickt, UAntwerpen, ARCHES & AXES onderzoeksgroepen, 2020

Kalebas voor voorspellingen

84

TABWA

84

Kalebassen voor water en dagelijks gebruik worden keso genoemd. Dit exemplaar met een houten torso werd gebruikt bij waarzeggers- en genezingsrituelen. Door de houten vrouwelijke buste loopt vanaf het hoofd tot de romp een kanaal. Via deze gleuf wierp men tijdens waarzeggingssessies kleine objecten als steentjes en vruchtenpitten in de kalebas. Dergelijk kalebassen kennen we bij de Tabwa en naburige volken als de Hemba en Luba.

– 100 b l i k va n g e r s –

69


85

Fragment van een mannelijk beeld Tabwa, Democratische Republiek Congo Eind 19de eeuw-begin 20ste eeuw Hout Aankoop Nieuw-Afrika, Witte PatersAntwerpen, 1961 Collectie MAS (AE.1961.0062.0003) 86

Haarkam (mwindulo of kisakulo) Tabwa, Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Hout en pyrogravure Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.5554)

TABWA

De haarkam is versierd met het driehoekig zigzag balamwezi-motief, dat verwijst naar de nieuwe maan. De twaalf tanden duiden op de menstruatie. 87

Pijp (mutete) met draagriem Tabwa, Democratische Republiek Congo Vóór 1930 Gebakken aarde, dierenhuid en vlechtwerk Aankoop veiling Breckpot, 1930 Collectie MAS (AE.3755.1-2/2)

Sociale pijp Het voorhoofdje van deze aarden pijpenkop heeft een verticale lijn van littekens (scarificaties), met een snijpunt tussen de ogen. Dat patroon duidden de Tabwa aan als ‘het gezicht van het kruis’, de zetel van dromen, voorspellingen en scherpzinnigheid. Het roken van tabak (nsunko of fwanka) en nog andere substanties speelde onder meer een sociale rol bij huwelijksonderhandelingen en ook bij scheidingen.

70

– 100 x c o n g o –


Lega De Lega hadden geen centraal oppergezag. De macht werd verdeeld onder vertegenwoordigers van diverse clans en afstammingslijnen. Sociaal-politiek steunde de samenleving op het Bwami genootschap. Deze organisatie was toegankelijk voor mannen én vrouwen en had diverse graden. Om ingewijd te worden moest je eerst een moreel voorbeeld zijn. De houten en ivoren Lega maskertjes (lukwakongo) dienden niet altijd om het hoofd te verbergen, zoals de meeste Congolese maskers. Het zijn emblemen van de leden van het Bwami genootschap. Ze werden op heel diverse manieren gebruikt.

LEGA

Vanwege de geheimhouding rond de initiaties bekeken sommige vertegenwoordigers van de Belgische koloniale administratie dergelijke genootschappen argwanend. Men zag het als een georganiseerde vorm van weerstand.

88

90

Mannelijk figuurtje (iginga)

Masker

Bwami genootschap, Lega, Democratische Republiek Congo Eerste helft 20ste eeuw Ivoor Ruil Jef Vanderstraete, 1955 Collectie MAS (AE.1955.0004.0003)

Bwami genootschap, Lega, Democratische Republiek Congo Eerste helft 20ste eeuw Hout, vezel en kralen Ruil Jef Vanderstraete, 1955 Collectie MAS (AE.1955.0004.0004)

89

91

Blaashoorn Lega(?), Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Ivoor en reptielhuid Schenking Louis Franck, 1920 Collectie MAS (AE.1004)

Blaashoorns gesneden uit een olifantstand kondigden de komst van een chef aan, begeleidden dansen of gaven boodschappen door.

Maskertje (lukwakongo) met handvat Bwami genootschap, Lega, Democratische Republiek Congo Midden 20ste eeuw(?) Hout en korstpatina Legaat Van Deuren-Van Remoortere, 2003 Collectie MAS (AE.2003.0001.0015)

– 100 b l i k va n g e r s –

71


92

Masker (lukwakongo) Bwami genootschap, Lega, Democratische Republiek Congo Eerste helft 20ste eeuw Ivoor Ruil Jef Vanderstraete, 1955 Collectie MAS (AE.1955.0004.0002)

Goede en slechte daden

LEGA

Lega-maskers werden voor het gezicht gehouden, op de grond geschikt of aan een paal of het lichaam gehecht. Hun betekenis was gebaseerd op bepaalde patronen in de voorstellingen en handelingen. Op de maskers werden goede en slechte daden tegenover elkaar afgebeeld. Zo werden morele kwaliteiten levendig voorgesteld.

(maginga) waren het verborgen bezit van de hoogste leden van het Bwami genootschap. De ivoortjes stelden personages voor met goede of slechte eigenschappen. Tijdens de initiatie verklaarden leermeesters hun betekenis. Alleen ingewijden kregen ze te zien. Ze waren dus nooit bedoeld om in het openbaar getoond te worden. Daardoor blijft hun exacte betekenis tot op vandaag voor alle niet-ingewijden duister.

93

Vrouwelijk figuurtje (iginga) Bwami genootschap, Lega, Democratische Republiek Congo Eerste helft 20ste eeuw Ivoor Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.3639) 94

Krokodil (iginga) Bwami genootschap, Lega, Democratische Republiek Congo Eerste helft 20ste eeuw Ivoor Ruil Jef Vanderstraete, 1955 Collectie MAS (AE.1955.0004.0001)

Alleen voor ingewijden Bij de Lega verwijst ivoor naar solidariteit: het komt namelijk van een kuddedier, de olifant. Deze kostbare kleinoden 72

– 100 x c o n g o –


Mbole De Mbole samenleving werd aangestuurd door het Lilwa genootschap. Dat vervulde zowel rituele, opvoedkundige, sociale, politieke als gerechtelijke functies. Er bestond een duidelijke hiërarchie en er was zwijgplicht over de initiatieleerschool. Aan de basis van de riten lag een verfijnd moreel-filosofisch systeem. De beelden met hun hartvormige gelaat en bengelende ledematen stellen personen voor die ter dood waren veroordeeld en opgehangen. Ze hadden de openbare orde geschonden of wetten van de Lilwa organisatie overtreden.

MBOLE

De betekenis van deze ofika of ‘beelden van een gehangene’ werd aan jongens toegelicht tijdens de overgangsrituelen. Ter afschrikking droeg men de beelden ook rond op een berrie van lianen. Ze moesten leden van de organisatie op het rechte pad houden.

95-96

Beelden van een gehangene (ofika) Lilwa genootschap, Mbole, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw(?) Hout en pigment Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS [AE.0672 (man) en AE.0673 (vrouw)] 97

Plankmasker Lilwa genootschap, Mbole, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw(?) Hout, kaolien en pigment Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.3528)

– 100 b l i k va n g e r s –

73


Pere

99

Houten klok met twee klepels

PERE

Zeldzame hoorns Mogelijk produceerden Pere hoorns verschillende klanken als de wind erdoorheen blies. Ze bemiddelden dan voor meer harmonie tussen mens en natuur. Wellicht werden ze ook gebruikt bij initiatierituelen rond het bepalen van het overkoepelende leiderschap van de Pere. Er waren vier dynastieke clans. We kennen in museum- en privé-collecties slechts een tiental houten Pere hoorns. Ze behoren qua gebruik en betekenis tot de meest raadselachtige objecten uit Oost-Congo. Vormelijk gaat het om een uitgesneden, gestileerde figuur met een complex opengewerkt middenstuk. 98

Windhoorn(?) Pere, Democratische Republiek Congo Vóór 1950 Hout Aankoop Willy Mestach, 1956 Collectie MAS (AE.1956.0024)

Zande, Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Hout Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0772)

Klepelklok Deze bijzondere klok is als een gestileerde figuur uitgewerkt. Gegevens over de herkomst hebben we niet. Op basis van vergelijkbare exemplaren van de Zande veronderstelt men dat de klok werd gebruikt bij de jacht. Of misschien werd ze bespeeld tijdens rituelen en dansen van waarzeggers. 100

Boogharp (kundi) in de vorm van staande man en vrouw Ngbaka of Zande(?), Ubangi regio, Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Hout, leder, kralen en mensenhaar Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0598 en AE.0599)

Harpen voor lof of liefde

Zande ZANDE

De Zande in Noordoost-Congo en de aangrenzende regio’s in de Centraal-Afrikaanse Republiek en Zuid-Soedan zijn geen Bantoe volk, zoals de meeste Congolese volken. Zij spreken een Ubangi taal. De hofkunst van de Zande leverde tal van artistiek uitgewerkte voorwerpen op: bellen, pijpen, dozen, lepels, messen en muziekinstrumenten. Vaak zijn die versierd met een hoofdje. 74

Snaarinstrumenten waren eind 19de en begin 20ste eeuw zeer verspreid bij de Zande. Vijfsnarige harpen dienden als begeleidingsinstrumenten bij lofzangen voor chefs of liefdesliederen. Zande harpen herken je aan de stemsleutel; die staat altijd links op de arm. Harpen waarvan de klankkast op beentjes steunt, gebruikten ook de naburige Ngbaka. Dit paar is ontworpen als man en vrouw. Ze werden mogelijk in duet bespeeld volgens ‘het tweelingprincipe’, met hoge tonen voor de vrouwelijke, en lagere voor de mannelijke stem.

– 100 x c o n g o –


– 100 b l i k va n g e r s –

75


In vele handen

In het multimediaproject In vele handen werpen vijfentwintig personen hun blik op de Congolese collectie in Antwerpen. Zij laten hun stem horen over een zelfgekozen object uit de honderd kunst- en gebruiksvoorwerpen van de tentoonstelling. De vertellers zijn inwoners van de Congolese hoofdstad Kinshasa, Antwerpenaren en personen met een band met de Scheldestad. Het MAS gaat met hen in dialoog over de diverse betekenissen van de Congolese collectie in handen van de stad Antwerpen en het belang van meerstemmigheid. Zij kijken vanuit verschillende invalshoeken naar de blikvangers. De voorwerpen roepen tal van vragen op. Wat betekenen ze? Welke handen hebben ze aangeraakt? Waar horen ze thuis? Dit is een project van het Belgisch-Congolese filmcollectief Faire-Part.

76

– 100 x c o n g o –


87 | In vele handen Antwerpen-Kinshasa Geluid: Rob Jacobs, Nizar Saleh Beeld: Nizar Saleh, Constanze Wouters, Hannah Bailliu, Margo Mot Montage: Constanze Wouters, Rob Jacobs, Nizar Saleh Minuten: 40 Vertalingen: Deogracias Kihalu, Rob Jacobs

Getuigen: Aiko Devriendt Carol Beya Tshidi David Katshiunga Emmanuel Ogbebor François Bavenga Pambu Henriette Kabeya Ntumba Herman Cornelissen Hyppolite Mayuba Jeannette Maota Mambimbi Jérôme Mikobi Judith Elseviers Karoline ‘Leki’ Kamosi Louna Gonzalez Carrera Marie Antoinette Kumudidi Walo Maxim Ryckaerts Omar Ba Patricia Van de Velde Rob Jacobs Sandrine Ekofo Sarah Agyemang Seckou Ouologuem Soraya Odia Tania Kaja Kapinga Verro Ekaka Ndombe

– in vele handen –

77


78

– 100 x c o n g o –


Afrika en Europa: nieuwe invloeden, nieuwe dynamiek in de kunst

Afrikanen en Europeanen hebben al eeuwenlang contact. Mee door die wederzijdse invloeden ontstaan in Congo andere kunstvormen, naast de ‘klassieke’ kunst. De objecten worden zowel voor de vrije markt als voor eigen gebruik gemaakt. Ze dateren van midden 18de tot diep in de 20ste eeuw. Met de contacten gaan veel gevoelens gepaard: angst en haat, maar ook fascinatie. Vanaf eind 19de eeuw is een aantal Congolese kunstenaars en ambachtslui scherp voor de Belgische kolonisering. Zij gebruiken een nieuwe beeldtaal, die blijk geeft van de Congolese visie op ‘onderdrukten’ en ‘onderdrukkers’. Met humor, maar ook in ernst, stellen ze de rolverdeling ‘koloniaal’ en ‘gekoloniseerde’ aan de kaak. Schijnbaar anekdotische taferelen geven indirect commentaar op ongelijke machtsverhoudingen. Een centraal thema zijn de ‘witte personen’, uitgedost met hoed, vest, broek en schoenen. Het zijn de mindele. Deze Congolese term verwijst aanvankelijk naar ‘mensen met vreemde en overdadig veel kleren’, later naar witte personen.

79


88 | Gesneden tand van een olifant Loango kustgebied, Gabon / Republiek Congo 19de eeuw Ivoor Voormalige verzameling van dr. Bedaux Bruikleen Marc Felix (FX19 0010)

Congolees-Europese beeldtaal Vanaf de vroege 19de eeuw zien ivoorsnijders uit Loango hun leefomgeving veranderen. Congolezen, buitenlandse handelaars, passanten: ze worden gevat in een Europees-Congolese beeldtaal. De ondergeschikte positie van Afrikanen is een vaak terugkerend thema. Spiraalsgewijs marcheren hier personages, zoals in een handelskaravaan. Soldaten en muzikanten begeleiden hen. De Afrikanen gaan gebukt onder lasten, en zijn blootsvoets, naakt of dragen een pagne of lendendoek. Europeanen dragen schoenen, broek en een vest.

89 | Krachtbeeld (nkisi) Kongo volken Vóór 1922 Hout, spiegel, spijker en textiel Schenking Van der Cruyssen, 1922 Collectie MAS (AE.0615)

90 | Hoofdmansstoel (elembo) Ngombe, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout en messing Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.3930)

Statusspijkers Met geelkoperen kopspijkers hechtte men in Europa stoffen vast aan meubels. Vanaf midden 19de eeuw belandden dergelijke spijkers in Congo, waar ze zeldzaam zijn. Ze waren een gegeerd ruilmiddel en werden een teken van rijkdom en status. Hoofdmansstoelen en andere prestigeobjecten werden ermee versierd. Zo kregen ze een verfijnd en kostbaar uitzicht.

91 | Beeld van een man

Beschermend spiegelglas Veel Congolese objecten getuigen van de eeuwenlange contacten met Europeanen. Dit beeld bevat geverfd textiel en stukjes spiegel uit Europa. Deze ingevoerde materialen versterken zijn kracht. De ogen en het kastje op de buik, met daarin verborgen ‘magische’ ingrediënten,

80

zijn afgedekt met spiegelglas. Een spiegel werd opgevat als ‘gestold water’. Hij scheidde de wereld van levenden en geesten, kaatste gevaren af en bood bescherming. De nganga of rituele specialist speurde in de spiegel naar gevaren of naar mogelijke toekomstvoorspellingen.

Kongo volken, Republiek Congo/ Democratische Republiek Congo Begin 20ste eeuw Hout Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0610)

Deze man met een boek zit op een Europese rotanstoel.

– 100 x c o n g o –


Stelt dit beeld van een man in een djellaba 92 | Europese man met snor, zonnehoed een Noord-Afrikaanse (Marokkaanse?) soldaat voor? In zijn linkerhand houdt en wandelstok Kongo volken, Republiek Congo/ Democratische Republiek Congo Midden 20ste eeuw Hout en lakverf Schenking De Schlutterbach, 1956 Collectie MAS (AE.1956.0016)

De strohoed met zwarte band (canotier) was een succesproduct van het Antwerpse warenhuis van de Duitse famile Tietz op de Meir. Vandaar de bijnaam van deze hoed: den tits.

93 | Beeld van een gewapende man Kongo volken, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout Bruikleen Marc Felix (FX17 0024)

Soldaat onder Belgisch bevel Deze zwarte soldaat was in dienst van de Force Publique. Dat was aanvankelijk het koloniale leger van de Onafhankelijke Congostaat, nadien de legermacht en politie van Belgisch-Congo. Afrikanen bleven gewone soldaten en kregen geen officiersfuncties. Zij boden logistieke ondersteuning, onder Belgisch bevel.

hij de riem van een draagtas vast, in zijn rechter een geweer.

95 | Masker van een Europese (Portugese?) zeevaarder Kongo volken: Vili, Republiek Congo Midden 19de eeuw Hout Bruikleen Marc Felix (FX95 0084)

96 | Masker van een Chinese man met snor Kongo volken: Yombe, Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Hout Bruikleen Marc Felix (FX02 9934)

China in Congo De Aziatische gelaatstrekken van dit unieke en atypische Kongo masker zijn natuurgetrouw. Het masker getuigt van de aanwezigheid van zowat duizend Chinese dwangarbeiders. Zij kwamen eind 19de eeuw vanuit Macau naar Congo. Ze werden ingezet bij de aanleg van de eerste, economisch belangrijke spoorlijn tussen de havenstad Matadi en het huidige Kinshasa. Later zetten ze ook handelszaakjes op.

94 | Beeld van een soldaat Beembe, Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Bruikleen Marc Felix (FC88 0481)

– a f r i k a e n e u r o pa : n i e u w e i n v lo e d e n , n i e u w e d y n a m i e k i n d e ku n s t –

81


Ook Congolese chefs en andere belangrijke mensen werden op deze manier vervoerd. Maar vooral Europese kolonialen lieten zich graag door Congolezen dragen én fotograferen. De draagstoel groeide uit tot een symbool van de koloniale hiërarchie en ongelijke machtsverhoudingen.

97 | Kifwebe-achtig maskertype van Jezus Christus Zuidoostelijke Luba, Democratische Republiek Congo Vroege 20ste eeuw(?) Hout en kaolien Bruikleen Marc Felix (FX98 0398)

Masker van Christus Dit Luba masker van de lijdende Jezus – met doornenkroon, bloed en tranen – is uniek. De Luba kwamen vanaf 1890 in contact met voorstellingen van Christus, tijdens de missionering van hun gebied. Vermoedelijk is het masker nooit door een danser gedragen. Mogelijk werd het gebruikt als embleem van een Congolese religieuze beweging waarin christelijke elementen samengingen met lokale tradities. Misschien hing het op in een vergaderplaats van volgelingen van de beweging.

98 | Masker met kano en hangmatdragers Suku, Democratische Republiek Congo 20ste eeuw Hout, raffia, pigment en textiel Bruikleen Marc Felix (FX180071)

Symbool van ongelijke verhoudingen Dit masker toont een houten kano en een tipoi (hangmat of draagstoel), twee eeuwenoude transportmiddelen. De twee Congolese dragers torsen de hangmat, terwijl een missionaris rustig de Bijbel leest. Mogelijk introduceerden Portugezen het concept ‘hangmat’ in Midden-Afrika. 82

99 | Auto Beembe, Republiek Congo Niet gedateerd Hout Bruikleen KMMA, Tervuren (EO.1966.48.25)

Bromfietsen en auto’s De zanderige paden door het immense koloniale gebied werden aangepast voor gemotoriseerd verkeer. Bromfietsen en (ingevoerde) auto’s bleven lang voorbehouden voor Belgische kolonialen, missionarissen en internationale ondernemers. Deze vierwieler met chauffeur en passagier getuigt van een tikkeltje spot.

100 | Kam met naakte fietser Tshokwe, Angola/Democratische Republiek Congo 20ste eeuw Hout Schenking Margriet OlbrechtsMaurissens, 1974 Collectie MAS (AE.1976.0037.0017)

– 100 x c o n g o –


101 | Kam met ruiter Lwena, Angola 20ste eeuw Hout Schenking Margriet OlbrechtsMaurissens, 1975 Collectie MAS (AE.1975.0034.0016)

102 | Kam met ruiter Tshokwe, Angola/Democratische Republiek Congo 20ste eeuw Hout Schenking Margriet OlbrechtsMaurissens, 1975 Collectie MAS (AE.1975.0031.0029)

103 | Kam met ruiter Tshokwe, Angola/Democratische Republiek Congo 20ste eeuw Hout en koper Schenking Margriet OlbrechtsMaurissens, 1975 Collectie MAS (AE.1975.0031.0026)

104 | Kam met ruiter Tshokwe, Angola/Democratische Republiek Congo Begin 20ste eeuw Hout Schenking A. Deprez, 1923 Collectie MAS (AE.0651)

Kam met handelaar Deze set haarkammen is versierd met ruiters. Ze verwijzen naar de karavaanroutes die het gebied van de Tshokwe in het huidige Angola doorkruisten en

naar hun handel met Portugezen in de 19de eeuw. Goederen werden van de Atlantische kust naar het binnenland vervoerd. Lastdieren waren de os, het best aangepast aan het tropische klimaat, en het paard. Een belangrijk motief is de handelaar (pombeiro of funante in het Portugees). Hij draagt Europese kleren, met jas en hoed.

105 | Beschilderd ivoorsnijwerkje met zes personen Kustgebied Angola/Cabinda(?) Eind 19de-begin 20ste eeuw Beschilderd ivoor Bruikleen Nationaal Museum van Wereldculturen, Rotterdam (WM-28629)

Zwart-witte rolverdeling Drie zwarte figuren dragen elk een mundele, een witte persoon in uniform, op hun schouders, zoals bij het doorwaden van een rivier. De zeer ongewone beschildering van het kostbare witte ivoor met zwart verhevigt het realistische karakter van dit koloniale tafereel: wie zwart is, staat in dienst van de Europeanen. Het ivoorsnijwerkje benadrukt zo de kloof tussen wit en zwart.

106 | Beeld van Portugees in zeemansuniform Kongo volken, Democratische Republiek Congo/Republiek Congo/Angola Midden 17de eeuw(?) Ivoor Bruikleen Marc Felix (FX00 0177)

– a f r i k a e n e u r o pa : n i e u w e i n v lo e d e n , n i e u w e d y n a m i e k i n d e ku n s t –

83


107 | Beeld van een protestantse missionaris met bijbel

112 | Recipiënt met soldaten Vela Raphael, Kitombe, Democratische Republiek Congo Ca. 1930 Kalebas Voormalig verzameling Pierre Loos Bruikleen Bren Heymans

Loango kustgebied Eind 19de eeuw-begin 20ste eeuw Ivoor Bruikleen Marc Felix (FX93 0264)

108 | Beeld van een man in Europees maatpak

Kunstige recipiënten

Kongo volken, Democratische Republiek Congo/Republiek Congo/Angola 20ste eeuw Ivoor Schenking Geert Godenne, 2014 Collectie MAS (MAS.0107)

109 | Beeld van een man in Europees maatpak Kongo volken, Democratische Republiek Congo/Republiek Congo/Angola Eind 19de eeuw Ivoor Bruikleen Marc Felix (FX14 0037)

Vanaf de jaren 1930 decoreerden kunstenaars recipiënten voor water met koloniale taferelen. Ze signeerden die en verkochten ze aan kolonialen. De motieven zijn uitgevoerd in een complexe techniek. Insnijdingen werden opgevuld met kaolien (witte klei) en afgewisseld met ingebrande zwarte details. De motieven van rituele recipiënten werden aangevuld met spreekwoorden, volksverhalen en legendes, of met scènes uit het dagelijkse leven. Bekende kunstenaars zijn Benoît Madya en Vela Raphaël. Hun ateliers bevonden zich nabij de stad Moanda.

110 | Recipiënt met zeilschepen

113 | Pot met zittend koppel

Democratische Republiek Congo Vóór 1920 Kalebas Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.6964)

Woyo kunstenaar Voania, dorp Muba, Democratische Republiek Congo Begin 20ste eeuw Aardewerk Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0587)

111 | Recipiënt met fiets en dieren Toniph Kito, Democratische Republiek Congo Vóór 1959 Kalebas Aankoop R. Van de Sande, 1959 Collectie MAS (AE.1959.0002.0006) 84

114 | Pot met man, vrouw en kind Woyo kunstenaar Voania, dorp Muba, Democratische Republiek Congo Begin 20ste eeuw Aardewerk Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0588)

– 100 x c o n g o –


115 | Pot met staande man Woyo kunstenaar Voania, dorp Muba, Democratische Republiek Congo Begin 20ste eeuw Aardewerk Aankoop Breckpot, 1930 Collectie MAS (AE.0584)

116 | Pot met zittende vrouw Woyo kunstenaar Tsin Tana, dorp Muba, Democratische Republiek Congo Begin 20ste eeuw Aardewerk Overdracht Zeevaartmaatschappij, 1953 Collectie MAS (AE.1953.0009.0021)

117 | Toby Jug, ‘bierdrinker’ Europa 18de tot 19de eeuw Porselein Bruikleen Marc Felix (FX.16 0024)

Dit Engelse aardewerk, met de voorstelling van een zittende drinker met beker en kruik, staat bekend als Toby Jug en werd als gift op graven geplaatst. Het motief verschijnt vaak in de houten en stenen grafkunst van de Kongo volken.

eerste Afrikaanse pottenbakkers – bij de Kongo volken zijn dat doorgaans vrouwen – signeerde Voania (ca. 18601928) zijn werk. Musea bezitten honderden werken van deze kunstenaar. Zijn stijl is herkenbaar aan de afgeronde potten, bekroond door een groep figuren. In Voania’s spoor graveerde zijn leerling Tsin Tana Muba zijn naam op kleisculpturen. Een Belgische koloniaal zorgde mee voor de uitvoer naar Europa en de VS.

119 | Dame met valiesje Kongo volken, Democratische Republiek Congo/Republiek Congo/Angola 20ste eeuw Hout Bruikleen Marc Felix (FX03 0243)

120 | Reiskoffer Democratische Republiek Congo Ca. 1930-1940 Vlechtwerk Rommelmarkt Waterloo Bruikleen Bren Heymans

118 | Graf met centraal een Toby Jug Mayombe regio, Republiek Congo/ Democratische Republiek Congo, s.d. Foto 'Camera' - Anvers (fotoreproductie) © CMB, Antwerpen

Kunstenaar-pionier: Voania Eind 19de eeuw beantwoordden Kongo kunstenaars de Europese vraag naar ‘souvenirs’ uit Afrika. Als een van de – a f r i k a e n e u r o pa : n i e u w e i n v lo e d e n , n i e u w e d y n a m i e k i n d e ku n s t –

85


86

– 100 x c o n g o –


Congo in ‘moederland’ België

Na de Eerste Wereldoorlog breiden de missieactiviteiten van mannelijke en vrouwelijke religieuzen zich sterk uit. Tot diep in de 20ste eeuw steunen die op drie pijlers: evangelisatie, gezondheidszorg en onderwijs. In die jaren belanden veel Congolese objecten in België. Veel congregaties organiseren missietentoonstellingen of richten in hun Belgische ‘moederhuis’ een museum in. Dat zijn uithangborden voor hun zendelingenwerk in Congo. Expo’s en missiemusea hebben doorgaans een didactische functie: voor nieuwe religieuzen, Belgische scholieren en het grote publiek. Doel is ook geld in te zamelen voor missiescholen. Vanuit het werkgebied stuurt men Congolese maskers en beelden, mineralen en opgezette dieren naar België. Vooral de ebbenhouten en ivoren snijwerkjes zijn bekend. Minder bekend is Congolees kantwerk. Jonge meisjes maken het onder toezicht van vrouwelijke religieuzen. In missieposten gemaakte voorwerpen belanden massaal in Belgische huiskamers. Ze drukken hun stempel op de Congolese cultuur en creëren mee de beeldvorming van Congo in ‘moederland’ België. Het worden letterlijk beeldbepalende objecten.

87


121 | Afrikaanse jongen met collectebus Europa 20ste eeuw Gips, verf en blik Schenking Congregatie van O.L.V. van Lourdes, 2016 Collectie MAS (MAS.0170.087)

1954 Verf op paneel Schenking Congregatie van O.L.V. van Lourdes, 2016 Collectie MAS (MAS.0170.121)

122 | Spaarpot ‘voor de missies’

124 | Gezicht op de missieposten, Kisantu (?)

België 20ste eeuw Gips Schenking Congregatie van O.L.V. van Lourdes, 2016 Collectie MAS (MAS.0170.086)

Niet gedateerd Hout en papier Schenking Congregatie van O.L.V. van Lourdes, 2016 Collectie MAS (MAS.0170.123)

Dankbaar knikken Spaarpotten met de voorstelling van een Congolese jongen stonden in België in winkels, kerken en missiehuizen. Doel was spaarcenten in te zamelen voor het ‘beschavingswerk’ door de missies in Congo. Als je een munt inwierp, maakte het jongenshoofd een knikkende beweging. Deze relieken getuigen van het problematische missieverleden en de paternalistische kijk op Congolezen als kinderlijk dankbare mensen. Ze tonen de machtsverhoudingen tussen Belgen en Congolezen. De boodschap: zonder Belgische ondersteuning redden Congolezen het niet.

88

123 | Portretschilderij van broeder Bruneel

125 | Kaart ‘Onze missie in Belgisch Congo’ Niet gedateerd Hout en papier Schenking Congregatie van O.L.V. van Lourdes, 2016 Collectie MAS (MAS.0170.124)

– 100 x c o n g o –


Vlaamse vaardigheden in Congo

De broeders van Onze-Lieve-Vrouw van Lourdes stichten vanaf de jaren 1920 missieposten in het zuidelijk gelegen Kisantu en Lemfu, in Molegbe in het Evenaarsgebied en in Albertstad (nu Kalemie). In de ateliers van technische scholen moeten Congolese jongens typisch Vlaamse vaardigheden aanleren, zoals tapijten weven. Voor het maken van zwarte ebbenhouten beeldjes wordt de draaibank geïntroduceerd. Samen met decoratief ivoorsnijwerk vinden de beeldjes hun weg naar België. Missiewerkers en andere betrokkenen verspreiden ze in België. De beeldjes houden de hechte banden met de kolonie levendig. Ze worden ook getoond of verkocht op missietentoonstellingen. Tot de beeldtaal behoren stereotiepe voorstellingen van de Congolese bevolking en dierenwereld, met olifanten, krokodillen en leeuwen.

126 | Beeld van een ibis

128 | Twee vazen met hoofd

Democratische Republiek Congo Midden 20ste eeuw Ivoor Schenking Gilis Bilmeyer, 2002 Collectie MAS (AE.2002.0004.0005.ED)

Democratische Republiek Congo Midden 20ste eeuw Ebbenhout Schenking Congregatie O.L.V van Lourdes, 2016 Collectie MAS (MAS.0170.056; 054 en 055)

127 | Drie beeldjes van de Heilige Maagd Maria

129 | Decoratieve slagtanden met dieren

Democratische Republiek Congo Midden 20ste eeuw Ivoor Schenking Gilis Bilmeyer, 2002 Collectie MAS (AE.2002.0004.0001.0002 en 0003)

Democratische Republiek Congo 1950-1960 Ivoor Anonieme schenking Collectie MAS (AE.2009.0012.0019 en 0020).

– c o n g o i n ‘ m o e d e r l a n d ’ b e lg i ë –

89


130 | Congolese schooljongens bewerken ivoor en ebbenhout, 1959 Foto (reproductie) ©KADOC, Leuven

131 | Deel 1. Missiemusea in België Midden 20ste eeuw

Deel 2. Missieschool voor jongens in Congo Midden 20ste eeuw Montage van historische foto’s Realisatie MAS, 2020

Lokaal materiaal, Europese techniek

Op de missiescholen van vrouwelijke katholieke congregaties produceren Congolese meisjes ijverig handwerkjes. Belgische zusters introduceren er eind 19de eeuw de oude kant- en applicatietechniek Tenerife. Wellicht leren zij die kennen op de stopplaats Tenerife, tijdens hun bootreis Antwerpen-Matadi. Tenerife is dan een overslaghaven op de transAtlantische scheepvaart. De handwerkjes zijn gemaakt in lokale materialen (raffia, boombast) maar met oude, Europese technieken. Ze worden in Congo gebruikt als ruilgoederen en geschenk. Ze worden ook verkocht en brengen zo extra geld in het laatje voor de missieposten.

Missieschool voor meisjes in Congo

133 | Meisjes vervaardigen kantwerk

Eind 19de tot midden 20ste eeuw Montage van historische foto’s Realisatie MAS, 2020

Democratische Republiek Congo, s.d. Foto (reproductie) © KADOC, Leuven

132 |

90

– 100 x c o n g o –


134 | Rechthoekig kantwerkje

139 | Tafeltapijtje

Democratische Republiek Congo Tenerife-techniek in raffia Ca. 1920 Voormalige verzamelingen: Troc Deurne, Steve Anaert Bruikleen Bren Heymans

Regio Gbadolid, Molegbe, Democratische Republiek Congo Ca. 1950-1960 Raffia en boomschors Bruikleen Zusters Franciscanessen, Herentals

135 | Cirkelvormig kantwerkje Democratische Republiek Congo Ca. 1930 Tenerife-techniek in raffia Rommelmarkt Waterloo Bruikleen Bren Heymans

136 | cirkelvormig kantwerkje Democratische Republiek Congo Ca. 1920 Tenerife-techniek in raffia Rommelmarkt Waterloo Bruikleen Bren Heymans

137 | Ovaalvormig kantwerkje Democratische Republiek Congo Ca. 1920 Raffia Voormalige verzamelingen: Troc Deurne, Steve Annaert Bruikleen Bren Heymans

138 | Tafeltapijtje Democratische Republiek Congo Ca. 1950-1960 Raffia en boomschors Bruikleen Zusters Franciscanessen, Herentals

– c o n g o i n ‘ m o e d e r l a n d ’ b e lg i ë –

91


Kuba weefsels

Kuba volken uit Kasaï zijn wereldbefaamd om hun ‘velours du Kasaï’, geborduurde doeken in hoogpolige, fluwelen en geweven raffiastof. Ze zijn gemaakt met een eeuwenoude techniek. In de vroegere strikte verdeling van het werk waren mannen de wevers. Vrouwen stonden in voor het applicatie- en borduurwerk. In de missieposten ondergaat het zogenaamde velours Kuba, in de loop van de tijd veranderingen. De complexe beeldtaal wordt vanaf de jaren 1930 strakker en sterieler. Die ontwikkeling zie je hier. Kunstenaar Bren Heymans gaat in dialoog met enkele hedendaagse weefsters uit Ilebo (Kasaï).

140 | Weefsel met borduurwerk Kuba, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Raffia Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0402)

141 | Weefsel met borduurwerk Kuba, Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Raffia Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0388)

142 | Siermatje Weefworkshop kanunnikessen van Sint-Augustinus Mushenge, Kasaï, Democratische Republiek Congo 1939

92

Raffia Bruikleen Zusters Missionarissen van het Onbevlekte Hart van Maria (ICM), Heverlee (246)

143 | Weefsel met tekst: ‘1892-1992. Centenaire des Sœurs de la Charité au Zaïre’ Kuba 1992 Raffia Bruikleen Erfgoedhuis l Zusters van Liefde J.M., Gent

144 | Weefsel met borduurwerk Gemaakt door Mbokashanga Golo, Kuba, Democratische Republiek Congo 1940-1960 Raffia Voormalige verzamelingen: Banque Belgolaise, Rommelmarkt Vossenplein Bruikleen Bren Heymans

– 100 x c o n g o –


145 | Western Union

149 |

Ontwerp Bren Heymans, in dialoog met Bope Charo Mbawoto Realisatie Bope Charo Mbawoto uit Ilebo, Democratische Republiek Congo 2019-2020 Raffia Bruikleen Bren Heymans

146 | Brenn/Bulape Ontwerp Bren Heymans, in dialoog met Bulape Ida Realisatie Bulape Ida uit Ilebo, Democratische Republiek Congo 2019-2020 Raffia Bruikleen Bren Heymans

Futur-velours.com Oude en nieuwe weefsels in dialoog 2018-2020 Concept: Bren Heymans, Antwerpen, België In samenwerking met: Adrianne Mashambolo Charo Mbawoto Germaine Kadi Ida Bulape Marie Jeanne Mbokashanga Naomie Mabintshi Lucie Mbokashanga Coördinatie: Hélène Loa (Kinshasa) Fotograaf: Patient Mingambengele (Ilebo) Realisatie: Bren Heymans, MAS en Media Mixer

147 | Gardiens de symétrie Ontwerp Bren Heymans Realisatie Germaine Kadi uit Ilebo, Democratische Republiek Congo 2019-2020 Raffia Bruikleen Bren Heymans

148 | Union Minière Ontwerp Bren Heymans, in dialoog met Kwet-a-Ngata Mbengele Realisatie Kwet-a-Ngata Mbengele uit Ilebo, Democratische Republiek Congo 2019-2020 Raffia Bruikleen Bren Heymans

– f u t u r - v e lo u r s . c o m –

93


150 | Grafbeeld van een ntadi (wachter), een fumani (denker aan droeve dingen) Kongo volken, Noord-Angola/ Democratische Republiek Congo Eind 19de-begin 20ste eeuw Steatiet Aankoop Henri Pareyn, 1920 Collectie MAS (AE.0619)

Bekommerde chef Dit beeld stelt een denkende chef (fumani) voor die zich bekommert om het toekomstige welzijn van zijn familie en clan. Bij zijn overlijden werd het als het ware zijn dubbelganger, die bleef waken en die de chef in de herinnering deed voortleven. De vier luipaardklauwen in het hoofddeksel symboliseren de levenscyclus: geboorte, leven, dood en wedergeboorte. De stenen gedenktekens uit het berggebied langs de Congostroom gaan mogelijk terug tot de 16de eeuw. Ze duidden graven aan van invloedrijke en voorbeeldige personen.

94

– 100 x c o n g o –


95


COLOFON Tentoonstelling - 03/10/2020 -28/03/2021 Concept & realisatie Els De Palmenaer (curator Afrika collectie) en Nadia Nsayi Madjedjo (curator beeldvorming) in samenwerking met het MAS-team onder leiding van Marieke van Bommel en alle betrokken collega’s van de Stad Antwerpen Scenografie & uitvoering Hendrik De Leeuw (scenografie) Twin Design (uitvoering) Volta (grafisch ontwerp) Tekstredactie Patrick De Rynck (Nederlands) Vertalingen SamSamTranslations (Sam Vangheluwe) (Nederlands-Engels) Stéphanie Georges (Nederlands-Frans) Vormgeving Ann Walkers, BAI in opdracht van MAS, 2020 Verantwoordelijke uitgever BAI voor het MAS, 2020 © Teksten: MAS, BAI en de auteurs.

Bruikleengevers Archief voor Hedendaagse Kunst in België, Brussel Archeologisch atelier en onroerenderfgoeddepot, Antwerpen Bernard de Grunne, Brussel Bren Heymans, Antwerpen Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience, Antwerpen Erfgoedhuis | Zusters van Liefde J.M., Gent FelixArchief, Stadsarchief, Antwerpen Fondatie Terninck, Antwerpen Hospitaal Museum O.L.V. ter Potterie, Brugge Koninklijk Museum voor Midden-Afrika (Africa Museum), Tervuren Koninklijke Musea voor Schone kunsten van België, Brussel Het Letterenhuis, Antwerpen Marc Leo Felix, Brussel Zusters Missionarissen van het Onbevlekt Hart van Maria (ICM), Heverlee Rubenshuis, Antwerpen Zusters Franciscanessen, Herentals Stichting Het Nederlandsch Economisch Archief, Amsterdam Stichting Nationaal Museum van Wereldculturen, Nederland

Het MAS dankt Nabilla Ait Daoud, schepen voor cultuur, haar staf, vrijwilligers, stagiaires en gidsen van de Stad Antwerpen. Met een welgemeende dank aan Patrick Mudekereza, Matthias De Groof, Bren Heymans en het Belgisch-Congolese filmcollectief Faire-Part. Het MAS dankt tevens volgende partners voor hun medewerking, hun expertise, hun advies bij het tot stand komen van de tentoonstelling: Afrika-archief Brussel, KADOC Leuven, Universiteit Antwerpen, Universiteit Gent, Universiteit van Kinshasa, Universiteit van Lubumbashi, Universitair Ziekenhuis Antwerpen, Studio Globo, Bonka Circus. We hebben ernaar gestreefd alle rechthebbenden te contacteren. Wie alsnog meent rechten te kunnen laten gelden op reproducties, wordt verzocht zich te wenden tot mas@antwerpen.be



MAS Hanzestedenplaats 1 B - 2000 Antwerpen www.mas.be +32 (0) 3 338 44 00


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.