Letterenhuis | uit Zuurvrij: A night in Vienna. Graham Greene en John Gheeraert

Page 1

Het zijn zaken die met een digitaal archief niet kunnen. Verder – en dit is van groot belang voor iedereen die onderzoek verricht naar populaire cultuur – bevatten knipselmappen doorgaans ook bronnen die in elektronische databanken vaak ontbreken: artikelen uit de weekbladpers (nu Humo en Dag Allemaal, vroeger De Zondagsvriend of Ons Land) en ander bronmateriaal zoals strooibriefjes of reclamedrukwerk. Het eenvoudige maar geniale aan de knipsel- en documentatiemap is immers dat werkelijk alle soorten gedrukte bronnen erin gestoken kunnen worden.

66 /

FRIENDS ABROAD

onderzoek

Roel Vande Winkel doceert film- en televisiestudies aan de KU Leuven en coördineert de onderzoeksgroep Narrative Arts aan de LUCA School of Arts (Brussel/Gent/Leuven).

67 /


A Night Graham Greene in Vienna. en John Gheeraert Marc Somers

John Gheeraert (1939-2003), auteur van romans en novellen en leraar Nederlands in Oostende, verwierf vooral bekendheid door zijn essays en zijn cultuurhistorische onderzoek. Hij werd in Oostende geboren en woonde geruime tijd in Bredene. Deze locaties waren bepalend voor zijn interesse in schrijvers en kunstenaars die ooit aan de kust en meer bepaald in deze badplaatsen verbleven. Zijn laatst gepubliceerde boek was De geheime wereld van James Ensor. Ensors behekste jonge jaren (1860-1893), in 2001 verschenen bij uitgeverij Houtekiet. Op dat ogenblik had Gheeraert al ruimschoots zijn sporen verdiend met enkele werken waarmee hij – zo bleek na verloop van tijd – bakens had verzet inzake de studie van schrijvers-in-exil, die in de jaren dertig aan

68 /

69 /


A Night Graham Greene in Vienna. en John Gheeraert Marc Somers

John Gheeraert (1939-2003), auteur van romans en novellen en leraar Nederlands in Oostende, verwierf vooral bekendheid door zijn essays en zijn cultuurhistorische onderzoek. Hij werd in Oostende geboren en woonde geruime tijd in Bredene. Deze locaties waren bepalend voor zijn interesse in schrijvers en kunstenaars die ooit aan de kust en meer bepaald in deze badplaatsen verbleven. Zijn laatst gepubliceerde boek was De geheime wereld van James Ensor. Ensors behekste jonge jaren (1860-1893), in 2001 verschenen bij uitgeverij Houtekiet. Op dat ogenblik had Gheeraert al ruimschoots zijn sporen verdiend met enkele werken waarmee hij – zo bleek na verloop van tijd – bakens had verzet inzake de studie van schrijvers-in-exil, die in de jaren dertig aan

68 /

69 /


de Belgische kust waren aangespoeld op de vlucht voor het naderende nazisme. In 1987 verscheen Bericht uit Bredene. Vermaarde joodse emigranten in Vlaanderen (bij De Vries-Brouwers). Drie jaar later publiceerde hij bij dezelfde Antwerpse uitgever Stefan Zweig: een Weense flaneur in Vlaanderen. Gheeraert legde hiermee de basis voor de boeken van Mark Schaevers (Oostende, de zomer van 1936, Atlas, Dictated 2001) en Els Snick (Waar het me slecht gaat is mijn va- and signed derland. Joseph Roth in Nederland en België, Bas Lubberin absence. huizen, 2013). Dat een schrijver van wereldformaat als de joods-Oostenrijkse Joseph Roth (1894-1939) in Vlaanderen en Nederland de afgelopen decennia aan herontdekking toekwam, is mede de verdienste van John Gheeraert, die niet had kunnen vermoeden dat in Oostende in januari 2014 zelfs een heus Joseph Roth Genootschap ten doop zou worden gehouden, een afdeling van het in 2008 in het Literaturhaus Wien opgerichte Internationale Joseph Roth Gesellschaft. Door de vroegtijdige dood van Gheeraert bleven heel wat van zijn plannen onafgewerkt. Uit zijn briefwisseling met Vlaamse en Nederlandse schrijvers in het Letterenhuis blijkt dat hij nog wel een en ander op stapel had staan. Een onverwachte buitenlandse uitschieter in deze reeks is niemand minder dan Graham Greene (1904-1991). Het wordt niet precies duidelijk met welk doel de correspondentie werd gevoerd, maar Gheeraert ontving van de Engelse auteur tussen 1975 en 1990 twaalf briefjes. Veelal zijn het korte mededelingen in verband met Greenes werk. Ze gaan niet – zoals misschien kon worden verwacht – over Oostende, hoewel Greene zijn (eerste echt succesvolle) roman Stamboul Train uit 1932 daar laat beginnen, bekend ook door de verfilming uit 1934 als Orient Express; hoofdstuk 1 van het boek heet zelfs ‘Ostend’: The purser took the last landing-card in his hand and watched the passengers cross the wet quay, over a wilderness of rails and points, round the corners of abandoned trucks. As the Orient Express hurtles across Europe on its three-day journey from Ostend to Constantinople, its voyage binds together the lives of several of its passengers in a fateful interlock.

70 /

71 /


de Belgische kust waren aangespoeld op de vlucht voor het naderende nazisme. In 1987 verscheen Bericht uit Bredene. Vermaarde joodse emigranten in Vlaanderen (bij De Vries-Brouwers). Drie jaar later publiceerde hij bij dezelfde Antwerpse uitgever Stefan Zweig: een Weense flaneur in Vlaanderen. Gheeraert legde hiermee de basis voor de boeken van Mark Schaevers (Oostende, de zomer van 1936, Atlas, Dictated 2001) en Els Snick (Waar het me slecht gaat is mijn va- and signed derland. Joseph Roth in Nederland en België, Bas Lubberin absence. huizen, 2013). Dat een schrijver van wereldformaat als de joods-Oostenrijkse Joseph Roth (1894-1939) in Vlaanderen en Nederland de afgelopen decennia aan herontdekking toekwam, is mede de verdienste van John Gheeraert, die niet had kunnen vermoeden dat in Oostende in januari 2014 zelfs een heus Joseph Roth Genootschap ten doop zou worden gehouden, een afdeling van het in 2008 in het Literaturhaus Wien opgerichte Internationale Joseph Roth Gesellschaft. Door de vroegtijdige dood van Gheeraert bleven heel wat van zijn plannen onafgewerkt. Uit zijn briefwisseling met Vlaamse en Nederlandse schrijvers in het Letterenhuis blijkt dat hij nog wel een en ander op stapel had staan. Een onverwachte buitenlandse uitschieter in deze reeks is niemand minder dan Graham Greene (1904-1991). Het wordt niet precies duidelijk met welk doel de correspondentie werd gevoerd, maar Gheeraert ontving van de Engelse auteur tussen 1975 en 1990 twaalf briefjes. Veelal zijn het korte mededelingen in verband met Greenes werk. Ze gaan niet – zoals misschien kon worden verwacht – over Oostende, hoewel Greene zijn (eerste echt succesvolle) roman Stamboul Train uit 1932 daar laat beginnen, bekend ook door de verfilming uit 1934 als Orient Express; hoofdstuk 1 van het boek heet zelfs ‘Ostend’: The purser took the last landing-card in his hand and watched the passengers cross the wet quay, over a wilderness of rails and points, round the corners of abandoned trucks. As the Orient Express hurtles across Europe on its three-day journey from Ostend to Constantinople, its voyage binds together the lives of several of its passengers in a fateful interlock.

70 /

71 /


Stamboul Train komt dus niet ter sprake, maar wel betreffen enkele van de briefjes Greenes novelle The Third Man. Greene bedacht het verhaal als opzet voor een ook door hem geschreven scenario voor regisseur Carol Reed, die het in 1949 verfilmde. Het boek verscheen in 1950 en verwierf evenals de film grote beroemdheid. De thriller The Third Man of Der dritte Man speelt zich af in het naoorlogse Wenen van 1948, dat door de geallieerde mogendheden is bezet en in streng gescheiden sectoren verdeeld. Tegen het grimmige decor van de door de oorlog verwoeste stad speelt Orson Welles een glansrol als zwarthandelaar Harry Lime; Joseph Cotton is pulpschrijver Holly Martins die de vermeende dood van zijn vriend Lime onderzoekt en daarbij op uiterst kwalijke zaken stuit. Net zo bekend als de filmlocatie, is de muziek van de Weense citerspeler Anton Karas (1906-1985), die met zijn Dritte Mann- of Harry Lime-thema roem verwierf. Zoals Greene het in zijn brief van 14 april 1987 formuleerde, was Karas inderdaad ‘running a night club Vienna called the Dritte Mann’. Het I thought the music outside was evenwel geen nachtclub, maar een Heuriwas very taking and ger, waar allicht tot in de late nacht de jonge perfect for the film. wijn geschonken werd, naar aloude Weense traditie. De zaak lag in Sievering, een van de grote wijndorpen in het noordoosten van Wenen, dicht bij Grinzing. Karas werd er op de plaatselijke begraafplaats bijgezet, in een bijna idyllisch decor tussen de heuvels en de wijngaarden buiten de Oostenrijkse hoofdstad. Op zijn graf staan de beginnoten van zijn wereldbefaamde melodie gebeiteld. Afgebeeld zijn drie brieven van Graham Green (c.q. zijn secretariaat) aan John Gheeraert over The Third Man, uit 1986, 1987 en 1990. Twee van de briefjes zijn geschreven in Antibes, waar Greene van 1966 tot 1990 in een bescheiden flatje woonde. Greene legt in de briefjes getuigenis af over Anton Karas, over het fictiegehalte van zijn werk en over een alternatieve titel voor de film The Third Man – Der dritte Mann, namelijk A Night in Vienna, ooit geopperd door filmproducent David Selznick.

72 /

73 /


Stamboul Train komt dus niet ter sprake, maar wel betreffen enkele van de briefjes Greenes novelle The Third Man. Greene bedacht het verhaal als opzet voor een ook door hem geschreven scenario voor regisseur Carol Reed, die het in 1949 verfilmde. Het boek verscheen in 1950 en verwierf evenals de film grote beroemdheid. De thriller The Third Man of Der dritte Man speelt zich af in het naoorlogse Wenen van 1948, dat door de geallieerde mogendheden is bezet en in streng gescheiden sectoren verdeeld. Tegen het grimmige decor van de door de oorlog verwoeste stad speelt Orson Welles een glansrol als zwarthandelaar Harry Lime; Joseph Cotton is pulpschrijver Holly Martins die de vermeende dood van zijn vriend Lime onderzoekt en daarbij op uiterst kwalijke zaken stuit. Net zo bekend als de filmlocatie, is de muziek van de Weense citerspeler Anton Karas (1906-1985), die met zijn Dritte Mann- of Harry Lime-thema roem verwierf. Zoals Greene het in zijn brief van 14 april 1987 formuleerde, was Karas inderdaad ‘running a night club Vienna called the Dritte Mann’. Het I thought the music outside was evenwel geen nachtclub, maar een Heuriwas very taking and ger, waar allicht tot in de late nacht de jonge perfect for the film. wijn geschonken werd, naar aloude Weense traditie. De zaak lag in Sievering, een van de grote wijndorpen in het noordoosten van Wenen, dicht bij Grinzing. Karas werd er op de plaatselijke begraafplaats bijgezet, in een bijna idyllisch decor tussen de heuvels en de wijngaarden buiten de Oostenrijkse hoofdstad. Op zijn graf staan de beginnoten van zijn wereldbefaamde melodie gebeiteld. Afgebeeld zijn drie brieven van Graham Green (c.q. zijn secretariaat) aan John Gheeraert over The Third Man, uit 1986, 1987 en 1990. Twee van de briefjes zijn geschreven in Antibes, waar Greene van 1966 tot 1990 in een bescheiden flatje woonde. Greene legt in de briefjes getuigenis af over Anton Karas, over het fictiegehalte van zijn werk en over een alternatieve titel voor de film The Third Man – Der dritte Mann, namelijk A Night in Vienna, ooit geopperd door filmproducent David Selznick.

72 /

73 /


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.