KLANKENBOS
Houses of Sound BOX 30/70 Het geheim van Horst Springtime in a Small Town Konversation Oorsprong Tacet
08 70 12 74 18 80 22 86 26 92 30 98 34 38 40 42 46 50 52 56 102 106 110 114 118 124 128 132
Musiscopes
Muziekdozen
FluisterOren
Oor van Noach
Willow Hut
Radio Forest
Wind Zylinder
KANARIESTUDIO
02 66
PAUL PANHUYSEN
03
KANARIESTUDIO
2005
Wat in de koelkast bewaren? — AVE-opfokvoer (altijd in de vriezer) — eivoer - boven in de koeling — universeel voer — notenvoer — gedroogde insecten — de geraspte wortel, aangesneden appel, sinaasappel en sla — het gemengde universeel voer — het geweekte zaad (nadat het is afgekoeld) — de Bogena Multi-Vit — meelwormen — buffalo’s
GEMENGD KANARIE ZAAD — Tweederde pan vullen met kanariezaad — 6 eetlepels gierst — 1 eetlepel distelzaad — 2 eetlepels hennep — 2 eetlepels saffloer — 3 eetlepels zonnebloempitten — 3 eetlepels snoepzaad — 1 eetlepel mineralen Door elkaar mengen en opbergen in de daarvoor bestemde blikken.
GEWEEKT ZAAD — Kook wat water — Vul een theeglas voor 3/4 met kanariezaad — Vul het glas wanneer het water kookt tot aan de rand met kokend water — Zet een schoteltje op het glas en laat het een nacht buiten de koelkast weken — Zet het glas geweekt zaad daarna in de koelkast Geweekt zaad blijft in de koelkast ongeveer 3 dagen goed.
UNIVERSEEL/WORTEL — 8 eetlepels universeel voer — 4 eetlepels notenvoer — 1 dessertlepel gedroogde insecten Mengen en in doos met etiket UNIVERSEEL doen. In koelkast bewaren. Dagelijks een eetlepel van dit mengsel in een schaaltje doen en aanvullen en mengen met een eetlepel geraspte wortel en 4 druppels Bogena Multi-Vit (in koelkast). Dit laatste mengsel over twee keramieke voerbakjes verdelen en op de kooien plaatsen. De wortels raspen wij altijd na deze in kleine stukjes te hebben gesneden in de blender (keuken boven). Geraspte wortel blijft in de koelkast een dag of drie goed.
GEMENGDE GIERST — Eenderde van de pan vullen met gierst — 8 eetlepels zonnebloempitten — 2 eetlepels saffloer — 1 eetlepel Bogena mineralen Door elkaar mengen en in het blik met etiket GIERST bewaren.
Pierre Berthet
09
Houses of Sound
2005
J’ai fait ça parce que j’aimerais bien rentrer dans les sons. Pierre Berthet
Bruce Odland & Sam Auinger
13
BOX 30/70
2005
Alphabet of Sounds Box 30/70 Stone Bell Deze bel behoort tot de collectie precolumbiaanse kunst van het Denver Art Museum. Door het ontbreken van achtergrondinformatie en de gelijkenis met een mes, dacht men lang dat het om een ceremonieel voorwerp zou gaan. Bruce Odland vond op het voorwerp echter bevestigingspunten en tiksporen. Hij zocht daarom verschillende hamers uit waarmee een mooie klank kon ontstaan. Het geluid van de stenen bel is natuurlijk, puur, direct en baant zich bij het klinken een weg door het hele lichaam van de luisteraar. Sam Auinger en Bruce Odland gebruikten hetzelfde geluid als wekker in het project ‘Garden of Time-Dreaming’.
Inhumane Room Tones Als individuen in een industriële wereld, beschikken we over mogelijkheden om geluiden die dit tijdperk kenmerken te verzamelen en te observeren. Verschillende van deze geluidsomgevingen zijn helaas zo slecht ‘gestemd’ of ‘ontstemd’ dat ze pijn doen aan de oren en onze geest beschadigen. Een mooi voorbeeld hiervan is het vreselijke geluid van een luchthaven zoals JFK Airport in New York. In het geluidsfragment is het menselijke aspect volledig afwezig zodat ‘er zich thuis voelen’ onmogelijk wordt. Bruce Odland bestempelt dit soort klankbeelden als ‘Heavy Metal Room Tones’.
Cows and their Bells Sam Auinger maakte in de bergen rondom Insbruck in Oostenrijk verschillende opnames van natuurgeluiden. Dit voorbeeld komt als het ware uit een pre-industriële en lang vervlogen tijd waarin men de wereld nog kon horen zonder storende motoren, auto’s, … In het klankbeeld van de kudde koeien met bellen zijn vele nuances hoorbaar. Door luisteren wordt bijvoorbeeld duidelijk hoe snel of traag een bepaalde koe zich beweegt en op welke afstand deze zich bevindt.
Watermusic Dat het luisteren naar natuurgeluiden veel plezier kan opleveren, bewijst dit fragment. De activiteit om deze ‘muziek’ te laten ontstaan, is voor mensen uit een geïndustrialiseerde wereld ondenkbaar. Het luistervoorbeeld illustreert de verbondenheid met een natuurlijke omgeving en toont de veelzijdige schoonheid ervan aan. De rivier is levendig en stroomt terwijl de handen van de waterdrummers de natuurlijke ‘flow’ perfect aanvoelen en door het bespelen van het water deel worden van de rivier. Zowel handen, huid, textuur van het water, … zijn hoorbaar. De omgang met de omgeving verschilt enorm met het huidige tikken op een computerklavier.
Water Violin Voor dit geluid werd een enkele snaar op een frame gespannen. Door bevestiging van een contactmicrofoon kunnen we het unieke geluid van het golvende water dat de snaar door beweging bestrijkt, horen. Alle subtiele variaties van het water die men visueel amper kan waarnemen, kan men wel horen. Het spel van boventonen dat ontstaat door op- en neergaande golven is hier een voorbeeld van. De snelheid van het water wordt door vele variaties een betoverende melodie. Tussen dit natuurlijke lied door, weerklinkt eveneens het golven zelf en alles wat verder in het water gebeurt. Een vast ritme of metrum zijn afwezig, het geheel is zonder meer natuurlijk en ongedwongen. Maar dat dit onze muzikale geest ook in vervoering kan brengen, betwijfelt niemand.
Atlantic City Na een reeks natuurlijke geluiden, voegden de kunstenaars ook een volledig door de mens gemaakt klankbeeld toe. Hier kan men horen welk type geluid werd ontwikkeld om de zin in het gokken te vergroten. Kleine, elektronische piepjes vergezellen knipperende lichtjes op het scherm van gokmachines. Het is onduidelijk of de hele omgeving in dit klankbeeld gehuld is of dat het om een geselecteerd geluid gaat, want de ruimtelijkheid van dit voorbeeld is te verwarrend en te groot.
Snow Harp Hier staat nogmaals de spanning van een snaar centraal. Deze keer draaide men deze rond een stuk drijfhout en werden hieraan twee contactmicrofoons bevestigd die toelaten een stereo-effect te horen. Een naderende sneeuwstorm wordt alsmaar intenser en de aanvankelijk kleine vlokjes gaan over in grote vlokken die de snaar laten klinken. De intensiteit of sterkte van de storm is waarneembaar door het geluid, wat eveneens de fantasie van de luisteraar over koude en wind prikkelt. Zoals het fragment ‘Cows and their Bells’, toont dit voorbeeld aan dat het ritme van de natuur observeerbaar is door aandachtig te luisteren. Het kan onze geest aanzetten om er muziek in te horen.
River and Forest in Cairns Hoewel Australië een van de droogste continenten ter wereld is, kreeg een klein gebied aan de noordkust na maar liefst tien jaar droogte plots de meeste regen ooit. Bruce Odland realiseerde de opname zelf terwijl hij door een smalle vallei vol watervallen, vogels en insecten uit het regenwoud liep. De ruimtelijkheid en vloeiendheid van de geluiden deden hem denken aan blindenfilms met lange muzikale passages.
Hydrophone recording of underwater insects Geluidspionier en componiste Annea Lockwood maakte deze verbazingwekkende opname. Het geheel klinkt alsof het in een geavanceerd geluidslabo werd gerealiseerd, want zowel ritme als toonhoogte zijn buitengewoon. Met behulp van een zeer gevoelige microfoon ontstond de opname onderwater aan de rand van een rivier. De zichtbaarheid op de plek was erg beperkt. Annea Lockwood kon de insecten tijdens het registreren niet zonder microscoop zien. Wat men in tegenstelling hoort, is echter verbazingwekkend.
Vrindavan Op weg naar een festival in India, was Sam Auinger getuige van een processie die veel indrukken op hem naliet. De stad Vrindavan op 15 km van Mathura is een druk bezocht pelgrimsoord, befaamd voor talrijke oude en moderne tempels. Het zingen en bidden tijdens verschillende avondlijke processies was betoverend. Tijdens het bezoeken van Benares, de meest heilige stad volgens Hindoes, wekte het alledaagse leven in de buurt van de Ganga zijn aandacht. ‘Just people living together’ noteerde Sam Auinger in de kantlijn van het geluid.
Too loud to think We are lost in a sea of noise Think with your ears
Singapore Cicadas Bali rice paddy Componist en drummer Mark McCoin realiseerde deze opname tijdens een reis om inspiratie te vergaren over rijke muzikale tradities in Bali. Onderweg hoorde hij rondom Singapore klanken met een bijzonder ruimtelijk karakter. Het bleken cicades die door het schuren van hun exoskeleton het andere geslacht trachtten aan te trekken. Verder maakte hij nachtelijke opnames in Balinese rijstvelden waar het geluid van insecten, kikkers en een tempelklok in de verte weerklinken. Mark McCoin verwonderde zich over de rijkheid aan klanken in het dierenrijk en verbaasde zich erover hoe goed deze aansluiten bij ‘menselijke’ muziek.
O+A
Horst Rickels
19
Het geheim van Horst
2005
De instrumenten bomen
De bespelers spechten
De bomen worden geselecteerd op ver-
In Midden-Europa bestaan er ongeveer
schillende klankkarakteristieken (dikte,
acht verschillende soorten spechten.
hoogte, takken, holtes, etc.). Om de
Als voorbeeld voor roffelgedrag kunnen
bomen te beschermen tegen penetratie
het best dienen:
van de spechtensnavel worden hardhou-
— de Zwarte Specht (roffelt hard)
ten ringen rondom de stammen gelegd
— de Grote Bonte Specht (hamert
die de trillingen aan de boom kunnen
luid met 8 tot 10 slagen per
doorgeven.
seconde)
— de Kleine Bonte Specht (trommelt
zachter, maar met 14 tot 15 slagen
per seconde)
— de Drietenenspecht (roffelt
opvallend langzaam)
— de veel voorkomende Groene
Specht roffelt helaas maar zelden
Peter Bosch & Simone Simons
23
Springtime in a Small Town
2006
The medium sound gives power over a specific place, it occupies that space. Our vibratory projects permit us to generate vibrations with which we can fill the space. Sound waves are after all vibrations. Peter Bosch & Simone Simons
Inspiratiebron van Peter Bosch en Simone Simons uit ‘The sound of one line scanning’ door Bill Viola in ‘Sound by Artists’, Dan Lander & Micah Lexier – Art Metropole, Walter Phillips Gallery, 1990
In 1896, Nikola Tesla, one of the great geniuses of the electrical age, strapped a small oscillating motor to the central beam in his Manhattan laboratory and built up a powerful physical resonance that conducted through the building and into the earth to cause an earth-quake in which buildings shook, panes of glass
broke and steam pipes ruptured over a twelve block area. He was forced to stop the motor with a blow from a sledgehammer. Tesla stated that he could calculate the resonant frequency of the earth and send into strong vibration with a properly tuned driver of adequate size and specific placement.
Erwin Stache
27
Konversation
2006
Erwin Stache over zijn werk in ‘Resonanzen: Aspekte der Klangkunst / Resonances: aspects of sound art’, Bernd Schulz – Kehrer Verlag Heidelberg, 2002
I build entirely independent devices which I then link up with objects of everyday use. Whether they are air pumps, control levers, stopcocks, telephones, wheels or door handles, all of these objects convey a familiar atmosphere, inviting the visitor to play and experiment.
Hans Van Koolwijk
31
Oorsprong
2007
Hekkenbergarchitects (ontwerp) Paul Beuk (realisatie)
35
Tacet
2008
Alles is voortdurend in beweging, niets blijft gelijk, maar ook niets verdwijnt volledig. Ontwerpvisie van Hekkenbergarchitects
2009 Wind Zylinder
Bernward Frank
39
Bernward Frank
De natuur boeit mij en dan vooral de beweging in de natuur: het vallen van een herfstblad, het wiegen van een grashalm, het moment dat ĂŠĂŠn regendruppel het vat laat overstromen. In mijn werk probeer ik de toeschouwer vergelijkbare ervaringen te bieden.
2009 Radio Forest
De raampjes zitten op zo’n hoogte dat je zittend of rechtstaand niet naar buiten kan kijken. Op die manier voorkom je dat de ruimte wegvloeit. Ik heb een hekel aan transparantie, omdat ze de binnenruimte opvreet. Wie zich nu in de ruimte bevindt, zittenD of rechtopstaand, verhoudt zich tot de architectuur van een stolp. Wie naar buiten wil kijken, kan zich bukken. Zo heb je een keuze.
41
Koen Deprez in gesprek met Hans Theys in ‘Over Vorm’, Hans Theys/Montagne de Miel, Croxhapox Gent, 2009.
Men kent ze en houdt van ze, omdat men ze nu eenmaal zo heeft gehoord en men beleeft er plezier aan zonder een werkelijke reden.
Koen Deprez
Gebroeders Grimm, Kassel 1819
Benjamin Samane
43
Willow Hut
2010
Listen to the whispers of the forest.
We must learn to appreciate the sounds that surround us and have become part of our live.
Robert Lambermont
47
Oor van Noach
2010
Titels verzin ik niet, die dringen zich aan mij op tijdens het ontstaansproces van het object. Robert Lambermont
Men wentelt en keert het in de tijdruimte zwevende muzikale ding en zoekt de verschillende posities ten opzichte van het licht. Simeon ten Holt
2005
Comment entendrait-on le monde si nos oreilles étaient orientées autrement?
Baudouin O osterlync k
51
Baudouin Oosterlynck
L’artiste me prend pour un collectionneur. Le collectionneur me prend pour un artiste. Le dessinateur me prend pour un sculpteur. Le sculpteur me prend pour un compositeur. Le compositeur me prend pour un plasticien. Elle me prend comme amant. Et quand je dis que je suis prof de gym, tout le monde rigole.
FluisterOren
Baudouin O osterlync k
Moniek Darge
53
Muziekdozen
2005
Trombonekist of Banana Box instrumentkoffer met lachboxen en bananen Wanneer de trombonekist gesloten is, dansen de piepende bananen vrolijk in het rond op de brombeermelodietjes die uit de lachboxen schallen. Doe je de doos open, dan houden de bananen zich muisstil en zou je denken dat er niets aan de hand is. Maar zodra de doos zich sluit, dansen de bananen opnieuw. Eigenlijk is het geen trombonekist, maar een echte Banana Box.
Brooddoos met nest en Stille-Nacht-vogel Je zou kunnen denken dat je hier te maken hebt met een doodgewone brooddoos, maar niets is minder waar. Van zodra je de doos opent, denk je het te weten: ‘aha, het is een muziekdoos, of toch niet?’ Deze doos hoort thuis in het muziekonderwijs. Met veel geduld en oefening helpt de vogel die je uit zijn nest kunt tillen je om Stille Nacht te leren spelen. Veel succes alvast.
Legerkist of Legerdoos met reuze bellen en ‘kitchen tools’ Uit een legerkist komen slechts akelige dingen: granaten, obussen en dergelijk onheilstuig. Maar deze legerdoos is anders. Schud maar eens: geen oorlog, maar kerstdagassociaties met rinkelende bellen. Eens geopend kan een vrolijk spel beginnen… Ver weg van afschuwelijk oorlogsgeraas.
Groen Gras of Grasdoos alias Tomatensnijderdoos met margrietjes en o.a. een ‘tomato slicer’ Met de tomatensnijder kan je proberen het altijd groene gras af te rijden, maar wat zonde van die margrietjes… Je kan dus maar beter met je nagels op de snijstaafjes van de “tomato slicer” tokkelen en wie weet groeien de bloemen sneller wanneer je zachtjes tegen hen neuriet.
Kuikentjeskooi met vogelgeluidje De kuikentjes zijn allemaal dicht bij elkaar gekropen toen ze het vogelgepiep hoorden. Zo hebben ze het samen lekker warm en ging de vogel vliegen zonder dat iemand dit zag.
Vogelhuisje met hondengeblaf In het vogelhuisje woont een gevaarlijke waakhond die je zodra je nadert waarschuwt dat hij echt gevaarlijk is. Gelukkig weten we beter, want blaffende honden bijten niet! Je kan dus gerust eens proberen terug te blaffen om te testen of de hond misschien komt kijken, hoewel hij dan eerder op een koekoek lijkt.
Inox Box met muizen met taart, muizen en ‘kitchen tools’ In de Inox Box snoepen muisjes van de heerlijke taart, maar wanneer ze de muziekjes horen die verwekt worden door het rollen met ‘kitchen tools’ op inox, vluchten ze snel weg. Of zouden ze juist beginnen mee te piepen van plezier? Hun liedje klinkt alvast als volgt: piep piep pie pae pae piep piep pai.
Ijstaartdoos met kikker, gekko, vleermuis en slamonster Het slamonster van de ijstaartdoos heeft al zijn helpers opgetrommeld: de kikker, de gekko en de vleermuis doen samen hun best opdat je niet zou ontdekken hoe je deze doos aan het klinken krijgt.
Klowndoos met sirenes De kliniklowns staan klaar om bij het horen van de sirenes de kinderen met hun fratsen aan het lachen te brengen. Alleen zijn ze vandaag een beetje moe en slapen ze als bolle lepeltjes in de bestekdoos. Zouden ze hun roes uitslapen?
Dingdongdoos met Oog Een dingdongdoos met oog roept allerlei herinneringen op aan de lang vervlogen tijd bij grootmoeder thuis waar je taart en allerlei lekkers toegestopt kreeg. Maar ook het alziende oog van de permanente controle is van de partij. Je zult maar eens kind zijn.
Eric Van Osselaer
57
Musiscopes
2007
MAP OF KLANKENBOS
KLANKENBOS ARTISTS BIOGRAPHIES AND WORKS
PAUL PANHUYSEN
KANARIESTUDIO
ononderbroken waarna het geluid door toevoeging van elektronische effecten opnieuw wordt gepresenteerd via luidsprekers in de wand van de volière. Naargelang de input wisselt het klankbeeld voortdurend. Door langzaam rondom de volière te wandelen krijgt het publiek afhankelijk van de plaats waar men luistert een ander muzikaal beeld, telkens uniek en nooit hetzelfde. De vogels bepalen met hun gezang, de plaats waar ze zitten alsook de omgevingsgeluiden de klank van de installatie. Voornamelijk op zonnige en zomerse dagen is
work: every spot around Kanariestudio has its own unique sound image. The listening experience is strong at sunny days in summer when the difference between the added sound effects and the input of the canaries becomes indistinguishable.
Paul Panhuysen (°1934 – NL) studeerde schilderkunst, monumentale vormgeving en kunstsociologie. Hij was actief in een aantal Nederlandse musea en werkzaam aan verschillende academies. In het midden van de jaren zestig richtte hij de aan Fluxus verwante kunstenaarsgroep ‘De Bende van de Blauwe hand’ op en in 1968 startte hij met het nog steeds bestaande experimentele
Paul Panhuysen (°1934 – NL) studied painting, monumental design and art sociology. He was active in several Dutch museums and worked at a number of academies. In the sixties he founded the Fluxus related art group De bende van de Blauwe Hand and in 1968 he started the still active experimental Maciunas Ensemble, named after Fluxus founder George Maciunas. Found objects, coincidental elements, systematic order and mathemati67
PAUL PANHUYSEN
KANARIESTUDIO
2005
biography
BIOGRAFIE
The musicians are the birds in the birdhouse. An ordinary looking studio is home to 40 canaries. Electro-acoustic music emerges with the help of various electronic devices. Microphones in different locations in the birdhouse create a specific acoustical effect and present an individual sound. The complete set of sounds is centrally recorded and in real-time played back through speakers in the walls of the sound installation. The audience can enjoy everlasting changing soundscapes when slowly walking around. Bird song, noises and ambient sounds help to create the music of the art
WORK
WERK
In een op het eerste zicht doodgewone volière wonen permanent 40 kanaries. Met vogels als muzikanten ontstaan in en rondom de installatie klankbeelden die ingegeven worden door fluiten, dagdagelijkse geluiden zoals fladderen, eten of drinken en de interactie met de omgeving buiten de kooi. Het klinkende totaalbeeld bestaat uit elektroakoestische muziek die met behulp van diverse instrumenten (microfoons, versterkers en speakers) tot stand komt. Microfoons op verschillende plaatsen in de Kanariestudio registreren
Maciunas Ensemble, genoemd naar Fluxusgrondlegger George Maciunas. Vanaf de jaren zeventig werden gevonden voorwerpen, toevalselementen, systematische ordeningssystemen en mathematische reeksen steeds belangrijker. Dit alles uitte zich niet enkel in zijn geluidskunst, maar kreeg eveneens een prominente plaats in zijn beeldend werk. De ‘Long String Installations’ bestaande uit lange resonerende snaren bezorgen Paul Panhuysen sinds 1982 een wereldwijde reputatie als innoverend kunstenaar en performer. In deze klankinstallaties spelen beeld en geluid telkens in op de akoestiek en de architectonische kwaliteiten van een bepaalde plaats. Sinds 1990 legt hij zich hiernaast ook toe op de ontwikkeling van merkwaardige vogelprojecten die hij o.a. in New York (P.S.1 Museum), ’s-Hertogenbosch, (Voice Festival), Poitiers (Confort Moderne), San Francisco (Exploratorium), … presenteerde. Tussen 1980 en 2001 was Paul Panhuysen directeur van het door hem opgerichte Apollohuis in Eindhoven, een internationaal
cal series became in the seventies more and more important to Paul Panhuysen. He integrated these aspects not only in his sound art, but also in his pictorial work. From 1982 onwards, Paul Panhuysen gained a worldwide recognition as an innovative artist and performer through ‘Long String Installations’ made up of long resonating strings that let image and sound tap into the acoustic and architectural qualities of a particular space or environment. Since 1990 Paul Panhuysen creates in addition installations with dozens of canaries singing in response to drones produced by long-string instruments. He presented these performances already in New York (P.S.1 Museum), ’s-Hertogenbosch, (Voice Festival), Poitiers (Confort Moderne), San Francisco (Exploratorium), … Paul Panhuysen was the founder and director of the Apollo House in Eindhoven between 1980 and 2001. It was an internationally oriented safe haven where a variety of artists presented their work (among others Jim O’Rourke, Raphael Toral, Derek Bailey, Terry Fox, Remko Scha, Joe Jones, Arnold Dreyblatt, Pierre Bastien). Although the
georiënteerde vrijplaats waar kunstenaars uit diverse disciplines werk konden voorstellen. Te gast waren onder meer Jim O’Rourke, Raphael Toral, Derek Bailey, Terry Fox, Remko Scha, Joe Jones, Arnold Dreyblatt, Pierre Bastien, … Hoewel het Apollohuis in 2001 na 476 concerten en performances, 253 tentoonstellingen met installaties, 46 publieke lezingen en symposia alsook talloze festivals op hield te bestaan als publieke ruimte, laat het tot op de dag van vandaag zijn internationale invloed gelden. Tijdens het culturele seizoen 2007-2008 wijdde het Van Abbemuseum in Eindhoven een retrospectieve aan het Apollohuis.
Apollo House closed in 2001 as a public venue after 476 concerts and performances, 253 exhibitions and installations, 46 public lectures and symposiums and numerous festivals, its strong international influence is still felt today. During the cultural season 2007-2008, the Van Abbemuseum in Eindhoven dedicated a retrospective exhibit to the Apollo House.
www.paulpanhuysen .co m
69
PAUL PANHUYSEN
KANARIESTUDIO
2005
Pierre Berthet
Houses of Sound
© Frédéric Le Junter
nen. Via een computergestuurde klankselectie wordt het klankbeeld ‘ad random’ beïnvloed en interacties met toevallige omgevingsgeluiden na microfooncaptatie onherkenbaar geïntegreerd. De resonanties die zowel in de omgeving als binnenin de huisjes hoorbaar zijn, geven de luisteraar het gevoel volledig in de klank opgenomen te worden. Bezoekers bepalen zelf waar en hoe ze zichzelf onderdompelen in de constant wisselende ‘sound’ van deze installatie. Het respect dat de klankkunstenaar voor de omgeving toonde is groot. Houses of Sound slaat akoestisch en visueel een brug tussen de beide oevers van de rivier.
dental ambient sounds such as jets flying over or birdsong. The resonances can be heard around and in the sheds, and give a sense of being swallowed by sound. Visitors decide where and how they experience the constantly changing sound image of the sound installation. The respect of the artist for the environment is huge. The creation Houses of Sound links both visually and acoustically the two borders of the river.
Pierre Berthet (°1958 – BE) studeerde percussie bij André Van Belle en Georges-Elie Octors aan het Brusselse Conservatorium. Hiernaast volgde hij cursussen improvisatie bij Garrett List, compositie bij Frederic Rzewski en muziektheorie bij Henri Pousseur aan het Conservatorium van Luik. Als klokkenluider bracht hij veel tijd door in
Pierre Berthet (°1958 – BE) studied percussion with André Van Belle and Georges-Elie Octors at the Brussels Conservatory. He took courses improvisation with Garrett List, composition with Frederic Rzewski and music theory with Henri Pousseur. As bell ringer, Pierre Berthet spent many hours in bell towers of churches where he discovered how to appreciate the beauty of environ71
Pierre Berthet
Houses of Sound
2005
biography
BIOGRAFIE
Pierre Berthet’s love for ambient sounds results in the sound installation Houses of Sound. Two wires connect two sheds in Corten steel on the banks of the Dommel. They are connected to speakers with removed membrane and tin barrels. Sinus waves are being sent through the speakers and make the wires tremble, causing vibrations to create a buzzing resonance in the sheds and barrels. A computer selects sounds and randomly influences the sounds waves in the network of wires and cans in and between trees around the sound installation. The computer also includes recordings of coinci-
WORK
WERK
Pierre Berthet heeft een zwak voor omgevingsgeluiden, wat zich eveneens vertaalt in de klankinstallatie Houses of Sound. Twee stalen draden verbinden twee huisjes in Cortenstaal op de oevers van de Dommel. Deze draden staan in verbinding met verschillende membraanloze luidsprekers en blikken tonnen die in een netwerk van draden tussen de bomen rondom de installatie werden opgenomen. Sinusgolven doen de draden in het netwerk trillen, waardoor vibraties zoemend resoneren in de huisjes en de ton-
kerktorens waardoor hij omgevingsgebonden geluiden bewust leerde waarnemen en de schoonheid ervan leerde kennen. In combinatie met zijn interesse voor uiteenlopende muziekgenres, ontwikkelde Pierre Berthet op die manier een hoogstpersoonlijke stijl om objecten samen te brengen waarbij het klinken ervan telkens vanzelfsprekend wordt. Door zich onder invloed van kunstenaars, performers en muzikanten geleidelijk aan toe te leggen op het verlengen van objecten en instrumenten, werden stalen draden en blikken tonnen onmisbare elementen binnen zijn oeuvre. Pierre Berthet liet zich veelvuldig inspireren door o.m. Jim Burton, Alvin Lucier, Terry Fox, Paul Panhuysen en Ellen Fullman. Hij bouwde extra ervaring op met ‘The orchestra of excited strings’ van Arnold Dreyblatt en werkte meermaals in duo met Frédéric Le Junter. Hij presenteert zijn werk regelmatig op tentoonstellingen, werkt(e) mee aan projecten of opnames van Pierre Bastien, DJ Low, Rudi Trouvé, Frances-Marie Uitti, … en bracht zelf intussen twee cd’s uit: ‘Two con-
mental sound. He consequently developed a considerate listening strategy that together with his interest in various musical genres affected his art: his objects and installations sound ‘self-evident’ at all times. Under the influence of artists, performers and musicians as Jim Burton, Alvin Lucier, Terry Fox, Paul Panhuysen or Ellen Fullman, he systematically started the prolongation of objects and decided on steel wires and metal cans as essential elements for artistic creations. Pierre Berthet played percussion in Arnold Dreyblatt’s ‘The orchestra of excited strings’ and presented work with Frédéric Le Junter. He regularly takes part in exhibitions, solo or duo performances, recordings with Pierre Bastien, DJ Low, Rudi Trouvé, Frances-Marie Uitti, … and created the two own albums ‘Two continuum pieces’ (Sub Rosa) and ‘Un cadre de piano prolongé’ (Sonoris). Pierre Berthet is a creative genius. His work has much in common with that of his French colleague Pierre Bastien. Both build their own instruments and have collaborated in several projects. Pierre Bastien experiments mainly with meccano toys and trumpets, whereas Pierre Berthet ex-
tinuum pieces’ bij het label Sub Rosa en ‘Un cadre de piano prolongé’ bij het label Sonoris. Pierre Berthet is zonder meer een creatief genie. Zijn werk wordt wel eens vergeleken met dat van zijn Franse collega Pierre Bastien. Daar waar deze laatste voornamelijk experimenteert met meccano speelgoed en trompetten, experimenteert Pierre Berthet met draden, blikken tonnen, buizen, lucht, plastic, stofzuigers, waterdruppels, … Het zijn telkens diversiteit aan materiaal en behoud van eenvoud die centraal staan. Vanuit het niets bouwt hij aan klankinstallaties die door ogenschijnlijke ‘bricolage’ uiterst muzikale constructies worden met een buitengewone aandacht en gevoeligheid voor de ruimte of omgeving waarin ze tot stand komen.
plores the sound qualities of air, wires, vacuum cleaners, water, plastic, steel, ... His designs and concepts always show consideration for diversity and simplicity. Sound installations by Pierre Berthet give the impression to start from nothing and to grow to musical constructions thanks to an exceptional attention for the space or environment in which they are shown.
www.pierre . berthet. be
73
Pierre Berthet
Houses of Sound
2005
Bruce Odland & Sam Auinger
BOX 30/70
Two microphones are placed at harmonic nodes within a ‘tuning tube’. The surrounding busy highway soundscape as heard filtered through the tube, is broadcast live through a concrete ‘cube’ loudspeaker into the woods. The ‘tube’ is heard 70% of the time. The remaining 30 % of the time, the real-time feed is interrupted by prerecorded sound spaces from the artists’ ‘Alphabet of Sounds’. Box 30/70 is a sound installation that uses its sonority to stand out against its surroundings. The visual impact of the ‘tuning tube’ is an indi-
suele impact van de installatie is bescheiden en verschilt hierdoor sterk van de klinkende component. De cilinder transformeert als resonator het klankbeeld van de omgeving. Door de zorgvuldig bepaalde lengte ontstaan boventonenreeksen en sympathiserende resonanties die het akoestische geheel subtiel bijkleuren. Het gefilterde geluid van de weg en het omgevingsgeluid worden op deze manier terug ‘gestemd’. De projecten van Bruce Odland en Sam Auinger hebben dan ook tot doel de sonore identiteit van grote ‘ontstemde’ publieke ruimtes te transformeren. Naast de gefilterde passage van auto’s, horen bezoekers ook flarden uit een geluidenalfabet. Het verzamelen van dit muzikale materiaal nam 13 jaar in beslag. De collectie ‘Alphabet of Sounds’ bevat karakteristieke geluidstypes die een bijzondere plaats innemen in het moderne leven.
cation of its sonic importance. The tube is a resonator that transforms the real-time soundscape of the surroundings. Specific dimensions of the tube cause an overtone series of sympathetic resonance to build up a harmonic shifting chord within the tube. The introduction of this real-time harmonic material to the sound space constantly alters the acoustic image of the surroundings in a very subtle way. Both the filtered sound and the total ambient soundscape are ‘tuned’ as it were. Odland and Auinger’s projects serve to transform the sonic identity of large public spaces. They achieve this effect with sonic interventions that induce an interaction between public space, resonance and architecture. Like so, contemporary out of tune ‘industrial soundscapes’ are tuned again. The filtered busy highway sounds are constantly alternated with other musical material. This consists of interjections of compositions from the ‘Alphabet of Sounds’, a database of sounds collected over 13 years which represent characteristic types of sonic time and space in modern live.
75
Bruce Odland & Sam Auinger
BOX 30/70
2005
WORK
WERK
Een hoog opgehangen smalle cilinder bevat twee microfoons op de harmonische knopen van de buis. De hierdoor geregistreerde en gefilterde passage van auto’s wordt via een betonnen kubusvormige luidspreker permanent in het bos uitgezonden. Bezoekers horen dit slechts 70% van de tijd, terwijl ze de resterende 30% van de tijd luisterfragmenten uit de verzameling ‘Alphabet of Sounds’ kunnen waarnemen. Box 30/70 valt door het opmerkelijke klankbeeld in de omgeving onmiddellijk op. De vi-
Bruce Odland (°1952 – US) — sonic thinker, composer, and sound artist — is known for his large scale, public space sound installations which transform city noise into harmony in realtime. Together with Sam Auinger (O+A) he has changed the sonic character of many public spaces around the world. His collaborations include work with Laurie Anderson, Dan Graham, Andre Gregory, Wallace Shawn, Peter Sellars, Joanne Akailitis, Robert Woodruff, Tony Oursler, Peter Erskine and the Wooster Group. He has contributed ideas and energy to projects in theatre, film, dance, public art, festivals, radio, and museums. His ‘Sounds from the Vaults’, a playable orchestra of virtual instruments for the Field Museum in Chicago, won the Gold Muse Award from the Association of American Museums. Recently his first indoor gallery show ‘Hearing Space’ was shown, O+A’s ‘Requiem for fossil fuels’ was performed to acclaim at Judson Memorial Church in NYC, and he toured as musical director of Wooster Group’s ‘La Didone’ to the Edinburgh Festival. Currently he is working on ‘Harmony in the Age of Noise’ a
kale leiderschap van ‘La Didone’ tijdens het Edinburgh Festival op zich en werkt momenteel aan het interdisciplinaire project ‘Harmony in the Age of Noise’ dat de psycho-acustica van een universiteitscampus in kaart brengt.
cross disciplinary project at Tufts University mapping the psychoacoustics of the campus. Sam Auinger (°1956 – AT) lives and works in Berlin. Since the beginning of the 1980’s he has dealt intensively with the subjects of composition, computer music, psycho acoustics and sound design. Together with Bruce Odland, he founded O+A in 1989. Their central theme is a ‘hearing perspective’ and completed projects include Garten der Zeitraume (Ars Electronica - Linz, 1990), Traffic Mantra (Trajan’s Forum - Rome, 1991), Sound Design for Peter Sellars’ The Persians (Premiere Salsburger Festspiele, 1993), Balance (Sonambiente - Berlin, 1996) and Blue Moon (New Sounds - New York, 2004). He and Viennese composer and musician Rupert Huber have a longstanding musical friendship. As DAAD fellowship recipients in 1997, they founded the media band Berliner theory. Sam Auinger frequently works with composer Hannes Strobl (tamtam), choreographer Marguerite Donion and composer Class Willeke. After several joint projects, Sam Auinger, Dietmar Offenhu-
Sam Auinger (°1956 – AT) leeft en werkt in Berlijn. Hij legt zich voornamelijk toe op compositie, de creatie van computermuziek, sound design en psycho-acustica. In 1989 richtte hij samen met Bruce Odland O+A op. Ze realiseerden onder meer de projecten Garten der Zeitraume (Ars Electronica Linz, 1990), Traffic Mantra (Trajan’s Forum Rome, 1991), Sound Design for Peter Sellars’ The Persians (Premiere Salsburger Festspiele, 1993), Balance (Sonambiente - Berlin, 1996) en Blue Moon (New Sounds - New York, 2004). Met de Weense componist en muzikant Rupert Huber richtte hij in 1997 met steun van DAAD de groep Berliner theory op. Sam Auinger werkt regelmatig samen met 77
Bruce Odland & Sam Auinger
BOX 30/70
2005
biography
BIOGRAFIE
Bruce Odland (°1952 – US) bestempelt zichzelf als klankdenker, componist en uitvoerder. Hij verwierf internationale waardering met zijn indrukwekkende klankinstallaties die stedelijk lawaai in real-time harmonie transformeren. Samen met Sam Auinger (O+A) transformeert hij op grote schaal het klinkende karakter van diverse historische monumenten en openbare plaatsen. Bruce Odland werkte samen met vele artiesten, waaronder Laurie Anderson, Dan Graham, Andre Gregory, Wallace Shawn, Peter Sellars, Joanne Akailitis, Robert Woodruff, Tony Oursler, Peter Erskine, Wooster Group, … Hiernaast was hij betrokken bij uiteenlopende producties voor theater, dans, film, radio en TV. Met ‘Sounds from the Vaults’, een orkest virtuele instrumenten voor het Field Museum in Chicago, won hij een Gold Muse Award. Onlangs presenteerde hij de expo ‘Hearing Space’ en vond de uitvoering van ‘Requiem for fossil fuels’ van O+A in New York plaats. Hij nam recentelijk het muzi-
componist Hannes Strobl (tamtam), choreografe Marguerite Donion en componist Class Willeke. Na enkele gezamenlijke projecten, vormde hij in 2005 met Dietmar Offenhuber en Hannes Strobl de artistieke formatie Stadtmusik. Sam Auinger ontving diverse prijzen en beloningen voor zijn werk. Zo werd hij de jongste artiest die de Kultur Preis van de stad Linz (2002) in de wacht sleepte en de SKE Publicity Preis 2007 ontving.
ber and Hannes Strobl formed the artistic group Stadtmusik in 2005. Over the years Sam Auinger has received numerous prizes and awards for his work. Most recently he became the youngest artist to receive the Kultur Preis der Stadt Linz (2002) to honour his body of work and the SKE Publicity Preis 2007.
www.o- a . info www.bruceodland. net www. sam auinger . de
79
Bruce Odland & Sam Auinger
BOX 30/70
2005
Horst Rickels
Het geheim van Horst
One of the most striking sounds in a forest is the woodpecker’s tapping against a trunk. Listeners always try to locate the sound’s origin in order to spot the bird. Sometimes they are lucky, sometimes not because the sound stops and only the shadow of the flying bird remains. Inspired by this idea Horst Rickels realized a cultural intervention in Klankenbos. His installation consists of woodpecker’s tapping. The listeners hear a bird, but the next moment the sound comes from a different direction. One is let to believe the bird has moved however it becomes clear
proberen luisteraars de richting van dit geluid te traceren met als doel de specht onder ogen te krijgen. Omdat dit af en toe lukt, maar dikwijls ook niet kan een culturele ingreep de natuur helpen. Horst Rickels streefde in het uitwerken van zijn permanente klankinstallatie daarom naar een relatie zoals deze tussen een instrument en een muzikant die hij realiseerde onder de vorm van bomen bespeeld door spechten. Door een kortstondig spel van spechtengeroffel in vijf zorgvuldig geselecteerde bomen zet de klankinstallatie Het geheim van Horst het publiek aan tot twijfel en onzekerheid: gaat het nu om de natuur of om een artistieke ingreep? ‘Le Sacre Du Moment’ bepaalt het. Na een plotselinge roffel, hoort de luisteraar een volgende roffel uit een andere richting. Zit er een specht? Heeft die specht zich verplaatst? Opeens gaat het geroffel verder. Zit er misschien meer dan één specht? Het aanvankelijke geluid krijgt een ruimtelijke dimensie, zwelt aan, wordt ritmisch en maakt na een vluchtige synchronisatie opnieuw plaats voor stilte. Toehoorders
there are several birds around. The original and occasional sound of the bird grows into a spatial quality. The tapping woodpeckers synchronize for a short while, react to each other and play a rhythmic composition together. The audience is still not convinced whether they have heard real woodpeckers or not. The mechanical basis of the installation is a powerful electromotor with speed control. The rotation of a disk is transposed into a beat with repetition mechanics, comparable to a piano hammer. ‘Wings’ in the drum protect the mechanical parts and define the sound characteristics of the woodpeckers in the installation. The artificial woodpecker in the trees has its necessary unique form and is not an imitation of the real bird. Central control is done by a sequencer that can vary speed, rests and rhythm. During the day, this sound installation can be heard every fifteen minutes.
81
Horst Rickels
Het geheim van Horst
2005
WORK
WERK
Horst Rickels formuleerde voor het ontstaan van Het geheim van Horst de vraag hoe een bos klinkt. Hij ging op zoek naar bruikbaar klinkend materiaal en vroeg zich vervolgens af hoe een boom klinkt. Uiteindelijk stelde hij vast dat dit klinken afhankelijk is van wat er met die boom gebeurt (bladgeritsel, krakende takken, wind in de kruin, … ) of wat je er als klankkunstenaar mee doet. Hij verzekerde zich daarna dat het geroffel van een specht tegen een boom ongetwijfeld tot de verzameling opvallende bosgeluiden behoort. Vaak
blijven in het ongewisse, merken het allemaal gewoon niet op, houden het bij toeval of hallucineren. Overdag kan men deze klankinstallatie om het kwartier horen.
83
Horst Rickels
Composer, performer and sound artist Horst Rickels (°1947 – DE) performs since 1961 with several ensembles as saxophone and piano player. After a training as piano maker and technician at Grotrian-Steinweg, Braunschweig and Bechstein (Berlin), he studied music pedagogy and cross flute at the Music Academy Kassel (DE). Between 1972 and 1974 he took courses electronic music with Dick Raaijmakers at the Royal Conservatory in Den Hague. Later on, he also studied music theory with Jan van Dijk at the Brabants Conservatory in Tilburg. He led workshops for improvised music and played with the Free Funk-Band ‘Der Junge Hund’, the ensemble ‘De Vier Winden’ and ‘Maciunas Ensemble’. Horst Rickels taught at several musical institutes in the Netherlands and at the School for Industrial Design in Eindhoven. Since 1991 he lectures at the Art Science Department of the Royal Conservatory in Den Hague. As ‘Artist in Residence’ he explored during the study year 2007-2008 the relation between moving image and sound at the Netherlands Film and Television Academy (NFTA) in Amsterdam. For several years, he has been guest professor at the
Het geheim van Horst
2005
biography
BIOGRAFIE
Componist, performer en klankkunstenaar Horst Rickels (°1947 – DE) is sinds 1961 actief als musicus bij verschillende ensembles. Na een opleiding als pianobouwer en technicus bij Grotrian-Steinweg, Braunschweig & Bechstein in Berlijn, studeerde hij muziekpedagogie en dwarsfluit aan de Academie van Kassel. Tussen 1972 en 1974 volgde hij elektronische compositie bij Dick Raaijmakers aan het Koninklijk Conservatorium van Den Haag. Later studeerde hij als hoofdvak muziektheorie bij Jan van Dijk aan het Brabants Conservatorium in Tilburg. Horst Rickels leidde workshops jazz en geïmproviseerde muziek, speelde o.a. met de Free Funk-Band ‘Der Junge Hund’, het ensemble ‘De Vier Winden’ en het ‘Maciunas Ensemble’. Hij doceert sinds 1985 aan de Design Academy in Eindhoven en is sinds 1991 verbonden aan de Interfaculteit Art Science van het Koninklijk Conservatorium en de Koninklijke Academie van Den Haag. Tijdens het academiejaar 2007-2008 deed hij als ‘Artist in Residence’ aan de Nederlandse Film en Televisie
Academie (NFTA) te Amsterdam onderzoek naar de dialectiek tussen bewegend beeld en geluid. Daarnaast was hij enkele jaren gastprofessor aan de afdeling ‘Radio’ van de Erasmus Hogeschool (Rits) in Brussel. Sinds de late jaren zeventig maakt Horst Rickels installaties die voornamelijk gebaseerd zijn op pneumatisch voortgebrachte klanken. Zijn composities omvatten zowel visuele, architectonische als akoestische eigenschappen van de plekken en ruimtes die hij uitkiest. Een speciale interesse voor ‘instabiele situaties’ van zowel geluidsprocessen als de uitvoeringspraktijk staat hierbij telkens centraal. Dit artistieke uitgangspunt heeft vanaf 1983 geleid tot verschillende concepten voor muzikale instrumenten en installaties, nieuwe stemmingen, composities, speciale speeltechnieken, publiekspositionering, ... Horst Rickels presenteert zijn werk niet enkel in concertzalen en galeries, maar ook op industriële sites en in kastelen in Europa en de Verenigde Staten (o.m. Donaueschin-
Erasmus Hogeschool (Rits) in Brussels. Since the closing of the seventies Horst Rickels developed new instruments, invented multi-media-projects and fabricated installations that are mainly based on pneumatically driven objects. His compositions contain both the visual and acoustic elements of space. Horst Rickels is particularly interested in the ‘instable situations’ of sound processes. The artistic premise exposes the attitude of the shortcomings of mathematical and physical laws in sound research. Horst Rickels presented his work in concert halls and galleries, but also in industrial surroundings and castles in Europe and the United States. He could be seen and heard at the Donaueschinger Musiktage, Warschauer Herbst, Haags Gemeentemuseum and the Stedelijk Museum Amsterdam, New Music America, … Horst Rickels also works as film music composer since 2002. Thus far, he has been involved in ‘Untertage’ en ‘4 Elements’ by Jiska Rickels.
ger Musiktage, Warschauer Herbst, Stedelijk Museum Amsterdam, New Music America, ...). Sinds 2002 componeert hij eveneens muziek voor films, waaronder ‘Untertage’ en ‘4 Elements’ van Jiska Rickels.
85
Horst Rickels
Het geheim van Horst
2005
Peter Bosch & Simone Simons
Springtime in a Small Town
© Peter Boonstra
The vibration projects of Peter Bosch and Simone Simons build on Tesla’s presumptions. Their ‘vibro machines’ are made up of a complex system of influencing resonances. Motor speeds and the frequencies of bouncy constructions are tuned in a way that the smallest change in a situation leads to an unpredictable result. The movements and sounds originating from the installation sometimes shift unnoticeably from order to chaos and back. The computer plays a paradoxical role by having power over the mechanical part, but being unable to foresee the physical consequences and decisions being made.
radoxale rol. Enerzijds bestuurt hij mechanische componenten (elektromotoren), maar anderzijds verkeert hij in de onmogelijkheid om de natuurkundige gevolgen van beslissingen te kunnen voorzien. Springtime in a Small Town betekent een nieuwe fase in een serie trilprojecten. Wat het werk anders maakt dan alle voorgangers is de omgeving. De kisten en spiraalveren hebben het besloten terrein van de expositieruimte verlaten en ingeruild voor het bos. Het geluid is minder dynamisch, maar mengt perfect met omgevingsgeluiden. De organische ruwhouten kisten lijken eveneens in het bos thuis te horen. Zo verkrijgt het project dat technisch niet afwijkt van voorlopers een heel andere, welhaast meditatieve lading. Het geluid zwelt aan of neemt af in aldoor wisselende combinaties van klanken die eenmaal gespeeld, nooit meer zullen terugkomen door de continue stroom van veranderingen. De pure kracht van geluid blijft het belangrijkste gegeven. Het medium geluid geeft macht over een plek, neemt er bezit van en betovert deze.
Springtime in a Small Town is a new chapter in the series of vibratory projects. What makes the sound installation differ from its predecessors is the environment. The boxes and springs left the intimate space of the museum and now unexpectedly reside in the wood. The sound is less dynamic, but mixes perfectly with the sound of the environment for the reason that the organic looking boxes unambiguous seem to belong to the wood. In this way, the project acquires an almost meditative charge, even if technically nothing has changed. The sound swells or diminishes and presents constantly changing textures to the visitors. In a perpetual stream of change, once heard, they never return. The pure power of sound remains essential. Springtime in a Small Town shows that the medium sound gives power over a place, occupies that space and leads to its enchantment.
87
Peter Bosch & Simone Simons
Springtime in a Small Town
2006
WORK
WERK
In de kunstprojecten van Peter Bosch en Simone Simons leven de veronderstellingen van Nikola Tesla voort. De ‘trilmachines’ die zij ontwikkelen vormen een complex systeem waarbinnen verschillende aanwezige resonanties elkaar beïnvloeden. Motorsnelheden en eigenfrequenties van verende constructies worden zo op elkaar afgestemd dat zeer kleine veranderingen tot onvoorspelbare uitkomsten kunnen leiden. De bewegingen en geluiden die hierbij ontstaan gaan soms onmerkbaar over van orde in chaos en omgekeerd. De computer vervult hierbij een pa-
Peter Bosch (°1958 – NL) studied psychology at the Universities of Leiden and Amsterdam and thereafter studied sonology at the Royal Conservatory in The Hague. Simone Simons (°1961 – NL) studied at the audiovisual department of the Gerrit Rietveld Art Academy in Amsterdam. Since 1997 they work and live nearby Valencia in Spain. From the early days of their collaboration in 1985 onwards, Peter Bosch and Simone Simons have been into performances, concerts and theatre. In 1990 they started to build self-directed music machines, known for their balancing on the edges of order and chaos. Their fascination for resonances emerging from mechanical vibrations has been the starting point of a search for how frequencies can influence each other in a complex system. In instable situations, small but significant changes are able to cause unpredictable results. In the lively sound installations of Peter Bosch and Simone Simons sound and movement constantly change. De Krachtgever or Invigorator integrates features of art, science and technology and is their most well-known sound installation. The work consists of piled up wooden boxes, both
In de dynamische installaties van Peter Bosch en Simone Simons zijn geluid en beweging voortdurend in ontwikkeling. De Krachtgever die balanceert op de diffuse grenzen tussen kunst, wetenschap en technologie is het bekendste werk uit hun oeuvre. De klankinstallatie bestaat uit op en naast elkaar gestapelde houten kisten die door spiraalveren met elkaar in verbinding staan. Bij elke verticale stapeling hoort een elektromotor die het geheel in beweging kan brengen. Doordat de input van de motoren en daarmee de trillingen van de kisten variabel zijn, kan De Krachtgever een breed scala aan klanken voortbrengen. Het werk kwam in 1993 als eerste ‘trilproject’ in het kader van het TARt Festival tot stand met behulp van studenten van de Universiteit Twente die computersimulaties en ontwerpen voor de spiraalveren maakten. De definitieve versie van het kunstwerk werd inmiddels op diverse Europese exposities getoond en in 1998 met de Gouden Nica tijdens Ars Electronica te Linz bekroond. Andere bekende projecten van Peter Bosch en
horizontally and vertically joined together with metal springs. An oscillating motor attached to each stack and driven by a computer varying the speed, causes interferences between the stimulated vibratory and resonant frequencies of the construction. In 1993 they created this first ‘vibration project’ at the University of Twente for the TARt festival. In 1998 the refined version of the installation won a Golden Nica at the Prix Ars in Linz (AT). The works of Peter Bosch and Simone Simons has been presented many times in and outside Europe. Cantan un Huevo received a prize at the 29th competition for electro-acoustic music and sound art in Bourges and in 2003 the artists got an honorable mention at VIDA 6.0 in Madrid for Aguas Vivas.
89
Peter Bosch & Simone Simons
Springtime in a Small Town
2006
biography
BIOGRAFIE
Peter Bosch (°1958 – NL) studeerde psychologie aan de Rijksuniversiteit in Leiden en de Universiteit van Amsterdam en volgde eveneens sonologie aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Simone Simons (°1961 – NL) studeerde aan de afdeling Audiovisuele Vormgeving aan de Gerrit Rietveld Academie te Amsterdam. Sinds 1997 woont en werkt het kunstenaarsduo nabij Valencia in Spanje. Vanaf het begin van hun samenwerking in 1985, realiseerden Peter Bosch en Simone Simons performances, concerten en theaterproducties. Sinds 1990 bouwen ze voornamelijk autonome ‘muziekmachines’ die op de rand van orde en chaos balanceren en waarin kracht vaak het uitgangspunt is. De fascinatie voor resonanties die kunnen opgewekt worden door mechanische trillingen zetten hen aan om binnen hun creaties te zoeken naar een complex systeem van frequenties die elkaar kunnen beïnvloeden. Dit leidt tot onstabiele situaties waarbij kleine veranderingen verstorende, maar wezenlijke factoren zijn voor een onvoorspelbare uitkomst.
Simone Simons zijn Cantan un Huevo in opdracht van het Amsterdamse Ives Ensemble dat tijdens het 29ste Bourges Festival een onderscheiding kreeg of Aguas Vivas dat in 2003 een eervolle vermelding in de wacht sleepte tijdens VIDA 6.0 te Madrid.
www.boschsimons.co m
91
Peter Bosch & Simone Simons
Springtime in a Small Town
2006
Erwin Stache
Konversation
The sound installation Konversation consists of two parts: a group of seven and a group of five remarkable red objects. The seven red chests pop up like plants from the soil. Although they do not seem to be connected, they react to each other and exchange a variety of signs and sounds: they simply talk. Three of the red objects use orchestral sounds that vary in pitch and colour according the distance one takes to the red chest. Four other objects are able to record voices or ambient sounds. From time to time a record phase suddenly starts. This is shown as a count down on the display and ends after a random time.
omgevingsgeluiden opnemen. Wanneer men heel dicht staat, wordt na een knipperende countdown gedurende enkele seconden of fracties ervan een opname gestart terwijl een klein rood lampje in de vorm van een bolletje brandt. De rij van vijf objecten langs het bospad reageert op passanten. De geluiden zijn afhankelijk van de afstand en snelheid ten opzichte van de kastjes. Hoe dichter men komt, hoe luider en prominenter de klank terwijl in het midden van het pad of aan de overkant de intensiteit afneemt. Zo wekken trage voorbijgangers slepende, zeurderige geluiden op. Snelle joggers of haastige wandelaars brengen dan weer frisse en levendige klanken teweeg. De displays geven overeenkomstig cijfers tussen 0 en 9 weer. Door activering van de installatie ontstaat telkens een uniek samenspel op basis van toeval, het aangeleverde materiaal uit de omgeving en het gebruik van de installatie tijdens de dag. Veel passage en activering monden
The five objects along the small pathway measure the velocity and distance of the walking or running of people passing by. On this basis a metrum (rhythm) is created and all seven other objects will play the pattern for about a minute too. An active network synchronizes all the objects. Visitors and people can change the sounds of this part of the installation in the same way like the other seven chests. If one walks around the installation, an ensemble can be heard playing a piece that was created on the basis of coincidental use of the installation during that day. The installation also measures the times people spend at it. In the morning at start-up all boxes make a short sound. Interaction with the surroundings only starts when someone approaches the installation. In addition, time measurements are used to influence the composition of the day. The more people activate the installation, the more complex and confused, but interesting the sound game or ‘conversation’ becomes.
93
Erwin Stache
Konversation
2006
WORK
WERK
Konversation bestaat uit twee delen. In een kale nis in het bos en de berm langs een pad, schieten een groep van zeven en een rij van vijf rode kasten als planten uit de bodem. Hoewel ze niet rechtstreeks met elkaar verbonden lijken, reageren ze op elkaar. Ze wisselen tekens en geluiden uit: ze converseren. In de groep van zeven objecten gebruiken drie rode kasten orkestklanken. Deze variĂŤren in toonhoogte en klankkleur naargelang men dichter of verder staat. Met de vier andere kasten kan het publiek eigen stem- of
uit in een dynamisch resultaat en omgekeerd. Zelfs wanneer niemand in de buurt is, werkt de installatie soms op basis van omgevingsgeluiden, maar blijft de ‘conversatie’ uiteraard minder prominent en interessant.
95
Erwin Stache
Erwin Stache (°1960 – DE) studied physics and mathematics in Leipzig and took at the same time piano and organ lessons. In 1975 he developed his first electronic instrument: a synthesizer. Since 1985, he works as a freelance musician, instrument builder, inventor, sound installation designer and composer. He participated in various jazz and blues bands and founded his own music group for experimental and topical music. In Germany, Europe and the rest of the world he collaborated with independent theatre and dance companies, musicians and poets. Erwin Stache designs installations and invents performances for special places. He is fascinated to work with sound, light, movement and space. His creations are always mixtures of acoustics, physics, music, theatre, electronics and even more. Daily objects and actions are brought together in surrealistic and absurdist totalities by means of a wide variety of approaches enhancing the achievement of sound installations or instruments. Disused industrial materials or everyday utensils as air pumps, control levers, telephones, pc mice, irons, wheels, … serve often as essential and im-
Konversation
2006
biography
BIOGRAFIE
Erwin Stache (°1960 – DE) studeerde fysica en wiskunde in Leipzig en volgde tegelijkertijd piano en orgellessen. In 1975 bouwde hij zijn eerste elektronische instrument: een synthesizer. Sinds 1985 is hij actief als freelance muzikant, instrumentenbouwer, uitvinder, ontwerper van klankinstallaties en componist. Hij was lid verschillende jazz- en bluesbands en richtte eveneens een eigen groep voor experimentele muziek op. Verder werkte hij regelmatig samen met theater- en dansgezelschappen, muzikanten en dichters in Duitsland, Europa en daarbuiten. Het ontwerpen en bedenken van installaties en performances voor speciale plekken of situaties staat bij Erwin Stache centraal. Zijn fascinatie voor geluid, licht, beweging en ruimte weerspiegelt zich in zijn creaties die steeds een mix van acustica, muziek, fysica, theater, elektronica en nog veel meer bevatten. Hij verbindt dagelijkse objecten en handelingen die ogenschijnlijk niets met elkaar te maken hebben keer op keer tot surrealistische en absurde gehelen waardoor onal-
ledaagse klankinstallaties en instrumenten toch herkenbaar aanvoelen. Afgedankte of triviale materialen zoals luchtpompen, telefoons, strijkijzers, radars, keyboards, … zijn onmisbaar en worden via eenvoudige transformaties omgetoverd tot opvallend klinkende componenten. Herkenbare geluiden, maar ook ruis, mechanische tunes, midi-geluiden en elektronica gaan hand in hand met het aanwenden van fysische parameters die de objecten een zekere levendigheid verlenen terwijl de focus op het muzikale blijft liggen. Erwin Stache was te gast op vele festivals waaronder Musikbiennale Berlin, Musica Viva München, Donauschinger Musiktage 2002 en 2007, November Music, Festival Synthèse Bourges, Musiktage Witten, Klangrausch Leipzig, EXPO Hannover, Happy New Ears Kortijk en Chants Mécaniques Lille. In 1993 won hij de hoofdprijs op Musik Kreativ in Frankfurt en in 2001 sleepte hij de Geelert prize in Delitzsch in de wacht. Enkele belangrijke werken uit zijn oeuvre zijn
portant components. In addition simple activities are transposed into musically shaped concepts like mixtures of recognizable sound, noise, mechanical tunes or electronics. The incorporation of the physical parameters friction, pressure, temperature, light and time gives objects a certain liveliness, while the focus in creations stays upon the musical use. Erwin Stache presented in various festivals, such as the Musikbiennale Berlin, Musica Viva München, Donauschinger Musiktage 2002 and 2007, November Music, Festival Synthèse Bourges, Musiktage Witten, Klangrausch Leipzig, EXPO Hannover, Happy New Ears Kortijk and Chants Mécaniques Lille. In 1993 he won the first prize at Musik Kreativ in Frankfurt and in 2001 he obtained the Geelert prize in Delitzsch. A couple of important works within the oeuvre of Erwin Stache are Klangkästen (1995), Das O-Tonbuffet (1996), 82,3 Kilo Ohm (2005) and Floating islands (2007).
Klangkästen (1995), Das O-Tonbuffet (1996), 82,3 Kilo Ohm (2005) en Floating islands (2007).
www.erwin -stache . de
97
Erwin Stache
Konversation
2006
Hans Van Koolwijk
Oorsprong
© Jørgen Krielen
The sound installation Oorsprong (Dutch for ‘Origin’) is a large, long, straight tube of Corten steel. With 16 metre length and a diameter of 1,9 metre, the out of the ordinary object functions as a giant flute. On the closed side a blower propeller fills the flute with a lot of wind under low pressure. The sound installation is activated by visitors stepping into the tube through the robust round at the open side of the art work. In the distance, they perceive a weak light coming from the top of the flute. That spot is the labium, an opening where sounds come to life. In the flute, the audience can feel strong
buis inlopen en de deur sluiten, activeert een bewegingsmelder de installatie en ervaren ze hevige vibraties doorheen het hele lichaam. Achteraan het corpus schijnt bovenaan vaag licht en is er contact met de buitenwereld. Op die plaats zit het labium, een opening naar buiten waar klank zoals in een blokfluit of orgelpijp ontstaat. De meest hevige trillingen bevinden zich dan ook daar op de plek waar klank ontstaat: in de Oorsprong.
vibrations through the whole body and especially at that spot. This is the place where sound is born: the Origin.
99
Hans Van Koolwijk
Oorsprong
2007
WORK
WERK
De klankinstallatie Oorsprong lijkt bij een eerste aanblik niet meer dan een grote, lange, rechte buis uit Cortenstaal. Met 16 meter lengte en 1,9 meter doorsnede, functioneert het omgevingsvreemde object echter als een gigantische gedekte fluit. Aan het gesloten uiteinde blaast een blowerpropeller in een machinekast veel wind onder lage druk de fluit in. De andere kant - het corpus - is open, maar afsluitbaar met een ronde deur waardoor het publiek moeiteloos de installatie kan binnengaan. Van zodra bezoekers de
Hans van Koolwijk (°1952 – NL) is absolutely fascinated by sound: matter that can be moulded, heard and felt. He finished both the Royal and State Academy of Fine Arts and from 1987 onwards he forged his place in the field between fine arts and music. Within his oeuvre, Bambuso Sonoro takes a central and important place. This creation originated from the idea of a single performer activating several flutes at the same time. Visual and acoustic aspects are strongly related, sound can be seen as it were. Many other creations by Hans van Koolwijk show connections with or have roots in Bambuso Sonoro. His interest of dealing with flutes has been largely influenced by two events: the moment he heard an Indian flute-raga on the radio and the moment he got the opportunity to become skilled at playing the church organ. As soon as he opened all registers of the huge instrument, he felt exceptionally amazed while hearing the emerging sound mass. Hans van Koolwijk invented and created several musical instruments, few examples are BassBoxen (2003), ECKOO (2004) or Glissandomachine (2006). He gave solo concerts all around Europe and works together with various
In de loop der jaren bouwde Hans van Koolwijk diverse muziekinstrumenten, waaronder BassBoxen (2003), ECKOO (2004) of Glissandomachine (2006). Met dit instrumentarium geeft hij soloperformances in heel Europa, werkt hij in verschillende bezettingen en realiseert hij projecten met uiteenlopende kunstenaars of muzikanten (Zentrum für Zeitgenossische Musik te Dresden, Merlijn Twaalfhoven, Alan Laurillard, …). Naast muziekinstrumenten bouwt hij eveneens klanksculpturen en klankinstallaties. Oerklank of OerOorSprong zijn hier voorbeelden van en het devies ‘klank is materie’ komt in deze werken prominent tot uiting. Momenteel werkt Hans van Koolwijk aan een bijzonder en complex project. In de nieuwe klankinstallatie Klankkaatser zullen klank en licht centraal staan. De combinatie van een nieuwe manier van luisteren en een ontregelende kijkwijze, zal een betoverende ervaring genereren.
artists and musicians (Zentrum für Zeitgenossische Musik te Dresden, Merlijn Twaalfhoven, Alan Laurillard, …). He furthermore manufactures sound sculptures and sound installations such as Oerklank or OerOorSprong in which ‘sound as matter’ is clearly illustrated. At this very moment, Hans van Koolwijk is preparing a unique and complex project. The new sound installation Klankkaatser will focus on sound as well as light and combines a new approach to listening with a mixed-up way of visual observing.
www.hansvankoolwi jk . nl
101
Hans Van Koolwijk
Oorsprong
2007
biography
BIOGRAFIE
Hans van Koolwijk (°1952 – NL) is gefascineerd door klank. Hij doorliep zowel de Koninklijke Academie als de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten en installeerde zich vanaf 1987 in de ruimte tussen beeldende kunst en muziek. Binnen zijn oeuvre staat Bambuso Sonoro centraal, een werk dat hij realiseerde vanuit de behoefte om een solist meerdere fluiten tegelijk te laten bespelen. In dit ongepolijste muziekinstrument is het visuele innig verbonden met het auditieve: klank is er als het ware te zien. Vele andere creaties van Hans van Koolwijk zijn gekoppeld aan of vloeiden voort uit Bambuso Sonoro. Zijn belangstelling om met fluiten te werken ontstond immers vroeg en werd hoofdzakelijk ingegeven door twee gebeurtenissen. Het moment dat hij als kind in een radioprogramma een betoverende Indiase fluitraga hoorde en de kans die hij als jongere kreeg om kerkorgel te leren spelen. Op het moment dat hij alle registers van het orgel letterlijk opentrok, stond hij perplex van de statische klankmassa die ontstond. Dit zou hem blijven fascineren en een stempel op zijn kunstenaarschap drukken.
Tacet
Hekkenbergarchitects (ontwerp) Paul Beuk (realisatie)
A sound-suppressing glass cube is only accessible via a small subway. The construction affects the environment both visually and acoustically. The huge absence of sound points at silence and the conscious experience of it whereas the visual impression of the surrounding stays invariable. The translucency of the glass, the selected location, the choice for Corten steel and utilized rough wood reinforces this experience. The design of the sound installation Tacet has indirectly been inspired by the controversial composition 4’33” of John Cage consisting of three
Het ontwerp van de klankinstallatie Tacet voor Klankenbos werd zijdelings geïnspireerd door de controversiële compositie 4’33’’ van John Cage, een werk dat uit drie delen ‘Tacet’ (Latijn voor ‘het is stil’) bestaat. Kort voor de creatie van 4’33” bezocht de baanbrekende componist een geluidsloze ruimte. Tot zijn verbazing hoorde hij toch nog een hoge en een lage toon die afkomstig bleken van zijn eigen lichaam. Die ervaring en het Oosterse denken indachtig, vormden voor John Cage het absolute bewijs dat stilte niet bestaat zonder het complement geluid. Zoals 4’33’’ afweek van de gebruikelijke conventies binnen de klassieke muziek, vormt de klankinstallatie Tacet een conceptueel en materieel statement in Klankenbos.
parts ‘Tacet’ (Latin for ‘it is silent’). Shortly before the creation of the composition, the composer visited a sound proof room. Absolutely surprised, he still noticed a high and a low tone generated by his own body. Together with the influence of the Eastern way of thinking, this confrontation provided evidence to John Cage that sound cannot exist without the complement silence. As 4’33” closed the eyes to traditions in Western classical music, the sound installation Tacet forms a conceptual and material statement in Klankenbos.
103
Hekkenbergarchitects (ontwerp) Paul Beuk (realisatie)
Tacet
2008
WORK
WERK
Een ondergronds toegankelijke geluidsarme glazen kubus, drukt een visuele en akoestische stempel op de omgeving. De aanzienlijke afwezigheid van geluid wijst de bezoeker in de installatie op stilte en het bewust ervaren ervan terwijl de visuele impressie van de omgeving ongewijzigd blijft. De transparantie van het materiaal glas, de met zorg bepaalde locatie, het gebruik van Corstenstaal ten voordele van natuurlijke integratie en afwerking met ruw hout, versterken deze ervaring.
Joris Hekkenberg (°1974 – NL) is founder of Hekkenbergarchitects. The office intentionally manages projects that balance on the borderlines of architecture, arts and other creative disciplines. He studied architecture at TU-Delft and achieved experience with WEST 8 and Stichting BONAS. Up to now, Hekkenbergarchitects realised a number of private home projects, created the mobile exhibit pavilion MOBEX, contributed to the art event Proto Park II, took part in the art- and architecture happening Bubbel, … Joris Hekkenberg has been guest lecturer at the School for Industrial Design in Eindhoven and was ‘visiting critic’ at the Architecture Academy in Tilburg. In collaboration with the Programma Commissie Snijpunt, he coordinates tours to recently created architecture projects. At the moment, he is also guest lecturer at the Architecture Department of the TU-Delft.
Paul Beuk (°1959 – NL) kreeg een opleiding in metaal/elektrotechniek en is oprichter van het bedrijf Beuk Kunst en Konstructie. Met de leuze ‘alles kan’ voert hij als realisator in Nederland en ver daarbuiten complexe technische toepassingen voor artistieke projecten uit. Zo werkte hij reeds voor Theatergroep Hollandia, Marina Abramovic, Dick Raaijmakers, Theater aan het Spui, Slagwerkgroep Den Haag, Germaine Kruip, Gigi Fabrice, … en stonden creaties waarbij hij betrokken was in o.a. Finland, Zwitserland en Amerika. Projecten die balanceren tussen techniek, beeldende kunst en klank boeien hem. Met plezier werkt Paul Beuk hier dan ook vanaf de fase van het concept en het ontwerp tot de effectieve realisatie aan mee.
Paul Beuk (°1959 – NL) obtained a training in metal/electro technique and is founder of the company Beuk Kunst en Konstructie. Mindful of ‘everything is possible’, he implements in the Netherlands and abroad art works on demand as well as complex technical applications for artistic projects. He worked together with Theatergroep Hollandia, Marina Abramovic, Dick Raaijmakers, Theater aan het Spui, Slagwerkgroep Den Haag, Germaine Kruip, Gigi Fabrice, … and projects in which he was involved were exhibited in e.g. Finland, Switzerland and America. Pleased to offer his wide-ranging know-how and experience, initiatives enclosing technique, the arts and sound always interest him.
www.hekkenber gar chitects.nl
105
Hekkenbergarchitects (ontwerp) Paul Beuk (realisatie)
Tacet
2008
biography
BIOGRAFIE
Joris Hekkenberg (°1974 – NL) richtte in 2002 Hekkenbergarchitects op, een bureau dat werkt aan projecten die de raakvlakken tussen architectuur, beeldende kunst en andere creatieve disciplines doelbewust omklemmen. Hij studeerde architectuur aan de TU-Delft en deed o.m. werkervaring op bij WEST 8 en Stichting BONAS. Hekkenbergarchitects realiseerde inmiddels diverse particuliere woningbouwprojecten, het mobiele kunsten expositiepaviljoen MOBEX, werkte mee aan de kunstmanifestatie Proto Park II, de kunst- en architectuur happening Bubbel, … Naast dit alles was Joris Hekkenberg gastdocent aan de Design Academy in Eindhoven en ‘visiting critic’ aan de Academie voor Bouwkunst te Tilburg. In samenwerking met de Programma Commissie Snijpunt organiseert hij excursies naar recent gerealiseerde architectuurprojecten. Momenteel geeft hij als gastdocent les aan de faculteit Bouwkunst van de TU-Delft.
Bernward Frank
Wind Zylinder
The kinetic sound installation Wind Zylinder hangs inconspicuously in a tree. The object consists of a vertical and horizontal rotating axis, two half discs in steel, various lamellas and clappers. The wind brings the object in the tree in motion and moves the half discs. As a result the clappers sound by hitting the lamellas. The soundmix is often subtle, but can be extreme at times of strong wind. Wind Zylinder takes a particular position within the collection sound installations shown in Klankenbos. It is the first work that exclusively uses sustainable energy.
Naast het geluid dat door beweging ontstaat, biedt Wind Zylinder ook een fascinerend visueel schouwspel. Bernward Frank koos voor zijn werk namelijk een monumentale stalen vorm met roestig patina. Een groot, zwaar ontwerp kan volgens hem wonderen doen in de waarneming. Van zodra er slechts een vleugje wind volstaat om zulke constructie in beweging te zetten, wordt de verwondering van de natuur en haar wetten voor de toeschouwer intrigerend. Natuur is voor Bernward Frank dan ook iets magisch of goddelijks. Hij meent dat kunst daar iets van zichtbaar kan maken. Dit doel streeft hij met Wind Zylinder dan ook na.
Regardless sound, Wind Zylinder offers visitors fascinating visual impressions as well. Bernward Frank has chosen metal with a rusty patina to realise his creation. Large, heavy designs combined with particular materials, perform miracles according to him. As soon as a puff of wind sets the sound installation in motion, intriguing laws of nature are made observable for the audience. Bernward Frank considers nature as magical or divine. Aspects of it can be made visible trough art. Wind Zylinder gives evidence to this idea.
107
Bernward Frank
Wind Zylinder
2009
WORK
WERK
De kinetische klankinstallatie Wind Zylinder hangt onopvallend in een boom in Klankenbos. Het object bestaat uit een verticale en horizontale roterende as, stalen lamellen en klepels. Door ophanging krijgt de wind de kans om de installatie tot beweging te brengen, waardoor klank ontstaat. Bij rustig weer beweegt alles zachtjes, terwijl stevige wind voor verrassende klankbeelden zorgt. Het werk neemt een bijzondere plaats in binnen de collectie klankinstallaties omdat het de eerste creatie is die integraal gebruik maakt van natuurlijke energie.
The kinetic artist Bernward Frank (°1959 - DE) plays an important role in the field of kinetic art. He is founder of Kineticus, an association of more than 120 kinetic artists exchanging ideas and knowledge. Bernward Frank grew up in a scientific and inventive family: his father was chemical researcher, his mother mastered complex techniques as an expert in weaving. Bernward Frank initially dealt with the art restoration of churches, but became growingly active as an artist. Movement fascinated him from the beginning. His kinetic art career started when a friend asked him to realise a weather cock as seen on church towers. He created a construction with wings folding open as soon as the wind blows. This experiment belongs to an earlier period. Mindful of the laws of nature, Bernward Frank currently concentrates on the creation of fundamental kinetic art.
www.kineti cart.de
109
Bernward Frank
Wind Zylinder
2009
biography
BIOGRAFIE
De kinetische kunstenaar Bernward Frank (°1959 – DE) vervult een belangrijke rol in de positionering van de kinetische kunst. Hij is oprichter van Kineticus, een vereniging van meer dan 120 kinetische kunstenaars die ideeën uitwisselen binnen hun werkgebied. Bernward Frank groeide op in een wetenschappelijk en inventief gezin: zijn vader was chemisch onderzoeker en zijn moeder een toonaangevende weefster die complexe technieken beheerste en bedacht. Aanvankelijk werkte hij een aantal jaren als restaurateur van kerken en vervolgens vestigde hij zich als kunstenaar. Van in het begin werd hij gefascineerd door beweging. Zijn kinetische kunstcarrière begon toen een vriend vroeg of hij een weerhaan wilde maken zoals men die op kerktorens ziet. De constructie werd er eentje met vleugels die konden uitslaan van zodra het waait. Dit experiment maakt intussen deel uit van het verre verleden. Momenteel concentreert Bernward Frank zich alleen nog op het creëren van fundamentele kinetische kunstwerken. In dit verband vertrekt hij telkens vanuit de natuur.
Koen Deprez
Radio Forest
Amy Franceschini and Stijn Schiffeleers designed Radio Forest in 2005 as a radio studio to broadcast the moods of the woods. Artist Koen Deprez (Deprez&Verelst) transformed the pavilion by slicing it. Afterwards, he lifted the upper part and placed a glass border in between. Radio Forest functions at present as a station for workshops as well as a display window for the mobile sound installations Muziekdozen (2005) by Moniek Darge, FluisterOren (2005) by Baudouin Oosterlynck and Musiscopes (2007) by Eric Van Osselaer.
(2005) van Baudouin Oosterlynck en Musiscopes (2007) van Eric Van Osselaer. Koen Deprez legt zich vaak toe op literatuur bij het ontwerpen van zijn architectuur, expositiebouw, kunst en nog veel meer. Voor de transformatie van Radio Forest ligt het verhaal van de Bremer Stadsmuzikanten aan de basis van de artistieke ingreep. Op deze manier tracht de kunstenaar literatuur terug aan het klinkende te koppelen en een narratief element in Klankenbos te introduceren. Het sprookje van De Bremer Stadsmuzikanten werd opgetekend door de gebroeders Grimm in Kinder- und Hausm채rchen. Het verhaal vertelt over vier dieren die hun baasjes ontvluchten en als stadsmuzikanten aan de slag gaan. Samen ondernemen ze een lange reis naar Bremen. Ze strijken neer in de buurt van een roversnest en bedenken een plan om de rovers te verjagen. Nadat ze met veel lawaai het hol binnen vallen, trekken ze in het huis. In Bremen geraken ze echter nooit meer. Het beeld van de vier muzikanten die als
Koen Deprez gets often inspired by literature when giving rise to architectural, design, artistic or interior projects. For the transformation of Radio Forest, he used the tale of The Bremen Town Musicians as source of inspiration. By doing so, the artist intended to link literature to sound and to bring a narrative characteristic in Klankenbos. The Bremen Town Musicians is a folktale recorded by the Brothers Grimm. In the story a donkey, a dog, a cat and a rooster were soon to be discarded or mistreated by their masters. They decide to go to Bremen to live without owners and become musicians there. On the way, they see a lighted cottage. Four robbers inside abandon the cottage to the strange creatures. The animals who have taken it, live happily for the rest of their days. Koen Deprez combined the idea of the four animals standing on each others backs with the initial typology of the building to perform two artistic actions. He realised a stair in four parts as a sculpture that connects Klankenbos to Radio Forest. In addition, he lifted the upper part of the building after slicing the pavilion horizontally. His concept added force to the original appeal of Ra111
Koen Deprez
Radio Forest
2009
WORK
WERK
Radio Forest werd in 2005 door Amy Franceschini en Stijn Schiffeleers ontworpen als radiostudio om de sferen van het bos de wereld in te sturen. Kunstenaar Koen Deprez (Deprez&Verelst) transformeerde het paviljoen door het simpelweg te halveren, op te krikken en er een glazen band tussen te plaatsen. Intussen is Radio Forest niet enkel uitvalsbasis voor allerlei interactieve doeactiviteiten in Klankenbos, maar ook uitstalraam voor de mobiele klankinstallaties Muziekdozen (2005) van Moniek Darge, FluisterOren
dio Forest. Transparency ensures looking inside as well as outside so that Radio Forest and Klankenbos are in touch. The apparently simple process is lucid and serious at the same time.
Koen Deprez (°1961 – BE) studeerde aan de Hogeschool Sint-Lukas in Brussel. Hij runt samen met Monique Verelst het bureau Deprez&Verelst dat zich toelegt op architectuur en interieur. Tijdens zijn studies liep hij stage bij o.m. Rem Koolhaas in Rotterdam en Alessandro Mendini in Milaan. Hij is lid van het Willem Frederik Hermans Instituut in Amsterdam en geeft momenteel les aan de Hogeschoool Sint-Lukas in Gent en Brussel. Koen Deprez schreef mee aan verscheidene boeken, werkt op dit moment aan een eerste roman en realiseerde vele exposities, architectuur- en kunstprojecten in binnen- en buitenland.
Koen Deprez (°1961 - BE) studied at Sint-Lukas in Brussels. Together with Monique Verelst, he manages the office Deprez&Verelst that investigates the correlation between architecture, art and interior. His internship experiences with Rem Koolhaas in Rotterdam and Alessandro Mendini in Milaan has been of big importance. Koen Deprez is a member of the Willem Frederik Hermans Institute in Amsterdam and teaches at Sint-Lukas in Ghent and Brussels. He contributed to different books, is currently preparing a novel and realising divers exhibition, architectural and art projects at home and abroad.
113
Koen Deprez
Radio Forest
2009
biography
BIOGRAFIE
het ware een trap voor elkaar vormden, gaven samen met de typologie van Radio Forest aanleiding tot twee handelingen die Koen Deprez uitvoerde. Hij ontwierp een geknutselde stalen trap als sculptuur in vier delen die Klankenbos met Radio Forest verbindt. De hoogte, het radarwerk en positionering refereert aan het sprookje van de gebroeders Grimm. Hiernaast werd het paviljoen horizontaal doorgesneden en opgetild. Door deze ene beweging bleef het oorspronkelijke karakter van Radio Forest bewaard, terwijl de plotselinge transparantie zorgt voor in- en uitkijk waardoor de voormalige radiostudio met Klankenbos communiceert. Het ogenschijnlijk eenvoudige proces, is helder en ingrijpend tegelijk.
Benjamin Samane
Willow Hut
This creation shows that even prunings can become a work of art. The organic and eco-friendly Willow Hut contains two rooms that are covered with willow twinings. The first room has a tree in it. Its leaves produce sound when touched or shaken by wind. The second room invites visitors to mimic rain sounds. As soon as a number of visitors start producing simultaneous sounds by the tree or with the rainstick, they are surrounded by very subtle and unique air vibrations. The concept of the Willow Hut came to the artist by looking at natural and unique bird’s nests.
Voor het concept van Willow Hut greep de maker terug naar het natuurlijke en unieke vogelnest zoals het in de natuur voorkomt. Vele kleine takken en twijgen, vormen samen een groot geheel. Benjamin Samane transponeerde dit idee naar de invulling van de kamers. Zoals de omheining uit ontelbare takken bestaat, is de klinkende boom uit talrijke zinkblaadjes opgebouwd en bevatten de rain sticks ontelbare zaadjes. De natuurlijke uitstraling staat in de uitwerking van de hele interactieve klankinstallatie centraal.
Numerous tiny branches and twigs form a large structure. Benjamin Samane transposed that idea to the function of the rooms. The fence is constructed with a whole lot of branches. The tree is made of numerous zinc leaves, and the rainsticks contain countless seeds. The central theme of the interactive installation is its natural charisma.
115
Benjamin Samane
Willow Hut
2010
WORK
WERK
Dat ook snoeiafval nuttig gebruikt kan worden om kunstwerken te vervaardigen, toont deze creatie. De organische en natuurvriendelijke Willow Hut bestaat uit twee met wilgentwijgen omvlochten kamers. De eerste bevat een boom waarvan de blaadjes door wind, aanraking, ‌ geluid maken, terwijl de tweede aanspoort regenklanken op te wekken. Van zodra meerdere bezoekers gelijktijdig geluiden maken bij de boom of rain stick, worden ze omringd door subtiele en unieke klanken.
117
Benjamin Samane
Benjamin Samane is a many-sided artist who prefers working with natural materials. His projects always touch several art disciplines. Next to installations he also designs sets, films and interiors. He has been involved in many film productions, music videos, commercials and design projects in the United States and South America. These experiences encouraged him to become a full-time artist. Willow Hut is his first creation in which he combines image and sound.
Willow Hut
2010
biography
BIOGRAFIE
Benjamin Samane (°1982 - PE/ES) is een veelzijdig kunstenaar die graag werkt met natuurlijk materialen. Zijn projecten raken telkens verschillende kunstdisciplines aan. Naast installaties, realiseert hij ook decors, films, interieurs, … Hij was meermaals betrokken bij de realisatie van film sets, music video’s, reclamespots en designprojecten in de Verenigde Staten en Zuid-Amerika. Deze ervaringen sterkte zijn interesse om volledig actief te zijn als kunstenaar aan. Willow Hut is de eerste creatie waarin hij beeld en geluid combineert.
Robert Lambermont
Oor van Noach
The Dommel in Neerpelt looks like a mere scribble when you look at a map of the area. If you have a closer look though on the bank of the river and listen, you realize that it is the sum of a great number of events. The stream consists of millions of splashing waves, rolling pebbles, floating leaves, nibbling fish. In turn they are made up of molecules and atoms, floating in an endless restless stream. Robert Lambermont constructed Noah’s Ear to make the Dommel’s identity audible. The sound installation is made up of a wooden floating
Robert Lambermont realiseerde het Oor van Noach om de aard van de Dommel hoorbaar te maken. De klankinstallatie bestaat uit een houten schuit die in de Dommel dobbert. Het geheel is verbonden met een lange geknikte arm en mondt op de oever in een trompetvorm uit. Hoe hoger het water staat, hoe dieper het Oor van Noach buigt. Zoals de naald van een platenspeler de groef van een langspeelplaat volgt, tast de indrukwekkende creatie het stromende water af. De krachten die de wispelturige Dommel uitoefent op het werk, worden omgezet in geluid en verlaten het object via de trompet op het land. Met objecten zoals het Oor van Noach zoekt Robert Lambermont naar een universele taal om zijn verwondering voor dingen in relatie tot het verglijden van de tijd uit te drukken. Schijnbaar trage processen, zoals het verloop van seizoenen in contrast met incidentele gebeurtenissen als het vallen van een blad, staan hierbij centraal.
barge. It is connected to a bent arm that ends on the bank in a trumpet form. The higher the water, the deeper Noah’s Ear bends. Just as the needle follows the groove in a record the impressive creation explores the streaming water. The forces of the fickle Dommel on the work are transformed into sounds that leave the object at the trumpet ashore. Works like Noah’s Ear are Robert Lambermont’s path on the search of a universal language to express his wonder for things in relation to the passing of time. Seemingly slow processes like the turn of the seasons in relation to incidental events like the falling of a leave are the central theme of the installation.
119
Robert Lambermont
Oor van Noach
2010
WORK
WERK
Op een landkaart lijkt de Dommel ter hoogte van Neerpelt niet meer dan een kronkelende pennenstreek. Wanneer men de rivier echter van dichtbij bekijkt en beluistert, blijkt dat deze waterloop het resultaat is van een enorme optelsom van gebeurtenissen. De stroom bestaat uit miljoenen klotsende watergolfjes, rollende stenen, drijvende bladeren, happende vissen, … Deze bestaan op hun beurt dan weer uit moleculen en atomen in een eindloze, rusteloze stroom.
Robert Lambermont (°1976-NL) is both a pianist and a visual artist. He graduated at the Gerrit Rietveld Academy in Amsterdam in 1999. He was a piano student of Hélène Hammerstein’s and Paul Huijts’. He was accompanied as a pianist by Arielle Vernède, Simeon ten Holt and Willem Jeths. It was during his studies at the Rietveld Academy that Lambermont got interested in Simeon ten Holt’s music, especially in the dance worthy and obsessive character of the music. Lambertmont connected his spatial moving objects to music. Many of his piano recitals at the Academy ended in confronting his audience with his sculptures and installations. The reactions from the people in the room proved to be a valuable source for new projects. After his studies Robert Lambermont formed a piano quartet that specialized in performing Simeon ten Holt’s music for two and four pianos. They played in Music Centre Vredenburg and in Ijsbreker in Amsterdam, amongst other venues. In 2002 Lambermont and Bastiaan Brink formed a new quartet, the Bergen Quartet that recently changed its name to Rondane Quartet. Simeon
in Muziekcentrum Vredenburg Utrecht en in de IJsbreker in Amsterdam. In 2002 richtte Robert Lambermont samen met Bastiaan Brink een nieuw kwartet op met de naam Bergen Kwartet dat zich inmiddels als Rondane Kwartet presenteert. Hij raakte bovendien bevriend met Simeon ten Holt die het kwartet meermaals uitgenodigde om zijn muziek te vertolken. Het ontstaansproces van objecten die Robert Lambermont ontwerpt en realiseert, verloopt organisch en intuïtief. Hij verzamelt vormen en bewegingen die hem opvallen in gebouwen en landschappen, maar ook in minder materiële zaken zoals een gesprek of een muziekstuk. Op grond van poëtische overwegingen maakt hij een selectie uit alle indrukken. De volgende stap in het proces is het ontwikkelen van schetsmatige vormen die gebruikt worden voor verschillende soorten beweging. Als hij een besluit heeft genomen over de aard van de (vaak repetitieve) beweging, krijgt het object of de installatie gaandeweg gestalte. Door de tentoonstellingen van
ten Holt became a close friend, who asked the quartet several times to perform his music. The process of creation of Robert Lambertmont’s designs is an organic and intuitive journey. He collects forms and movements that strike his attention in buildings and landscapes, but also in less material matters like conversations or music. He then conducts a poetic selection of these impressions. The next step is to sketch forms that will be used for different types of movement. When he draws a conclusion on the type of (often repetative) movement the object gradually takes form. In his combined exhibitions and piano concerts Lambertmont explaines the poetic nature of the the objects. His sculptures can be admired in several museums and collections in The Netherlands, amongst others Museum Het Domein in Sittard and the Rijkscollectie (Zuiderzeemuseum Enkhuizen). He received several grants from the Fund for Visual Arts, Design and Architecture for his work as a visual artist and musician.
121
Robert Lambermont
Oor van Noach
2010
biography
BIOGRAFIE
Robert Lambermont (°1976 - NL) is zowel pianist als beeldend kunstenaar. Hij studeerde in 1999 af aan de Gerrit Rietveld Academie in Amsterdam. Zijn pianostudie volgde hij o.a. bij Hélène Hammerstein en Paul Huijts. Verder werd hij als pianist begeleid door Arielle Vernède, Simeon ten Holt en Willem Jeths. Tijdens zijn studie aan de Gerrit Rietveld Academie raakte Robert Lambermont geïnteresseerd in de muziek van Simeon ten Holt. Vooral het dansante en obsessieve karakter van deze muziek fascineerde hem. Hij legde verbanden tussen zijn ruimtelijke, bewegende objecten en muziek en voerde in dit kader op de academie verschillende pianosolorecitals uit waarna hij het publiek confronteerde met zijn sculpturen en installaties. De reacties van het publiek vormden een waardevolle bron voor nieuwe projecten. Na zijn afstuderen richtte Robert Lambermont een pianokwartet op dat zich toelegde op de uitvoeringspraktijk van de muziek van Simeon ten Holt voor twee en vier piano’s. Dit kwartet speelde onder meer
zijn installaties te combineren met pianoconcerten licht Robert Lambermont de poĂŤtische aard van de objecten toe. Sculpturen van Robert Lambermont zijn opgenomen in verschillende collecties van musea en verzamelaars in Nederland, waaronder Museum Het Domein in Sittard en de Rijkscollectie (Zuiderzeemuseum Enkhuizen). In de loop der jaren ontving hij verschillende stipendia van het Fonds voor Beeldende Kunsten, Vormgeving en Bouwkunst voor zijn activiteiten op het gebied van beeldende kunst en muziek.
www.robertla mberm ont.nl
123
Robert Lambermont
Oor van Noach
2010
Baudouin Oosterlynck
FluisterOren
© Gregory Van Bellinghen
‘Prostheses’ are in the medical world artificial replacements of natural body parts. The mobile sound installation FluisterOren (Dutch for ‘whispering ears’) enables the capture of sounds that normally cannot be heard by the inadequate human ear. It offers the public a set of listening aids to test as artificial organs. The underlying question asks where exactly the body fails and what is needed to compensate it. FluisterOren tries to be an organ that can ‘feel’ sound. Not your everyday rumour, but sounds that are hard to categorize like those that emerge from silence and are only heard by people actually looking for them. The
opdringt is waarin het lichaam precies tekort schiet en welk instrumentarium dan nodig is om dit gebrek te compenseren. FluisterOren tracht de oren daarom te benaderen als een orgaan dat geluid kan voelen. Niet zomaar alledaags geluid, maar wel klanken die moeilijk in een categorie onder te brengen zijn zoals deze die ontstaan vanuit stilte en enkel gehoord kunnen worden door mensen die er bewust naar zoeken. Het kunstwerk wil zo aanzetten tot het speuren naar pure, subtiele vibraties doorheen de lucht in tegenstelling tot de dagelijkse overweldigende klankbeelden van liedjes, conversaties, industrieel geluid, auto’s, … die ons omringen. De voorwerpen van Baudouin Oosterlynck zetten in deze zin misschien wel een stap terug door het primitieve geluid op te vangen en hoorbaar te maken. De prothesen zijn dus te begrijpen als apparaten om de gevoeligheid voor het originele geluid te herontdekken. De betekenis van FluisterOren ligt volledig in het gebruik ervan tijdens het ontdekken van bijna onhoorbare klanken.
artwork tries to capture the subtle, pure vibrations in the air as opposed to everyday sounds of songs, conversations, … that surround us. In that sense FluisterOren steps back in order to grab the primitive sound and make it audible. Baudoin Oosterlynck’s prostheses can be understood as tools to rediscover the sensitivity of the original sound. Their meaning is to be found in their use to find almost inaudible sounds.
125
Baudouin Oosterlynck
FluisterOren
2005
WORK
WERK
Met de term ‘prothesen’ verwijst men in de medische wereld naar de kunstmatige vervanging of correctie van lichaamsdelen. De mobiele klankinstallatie FluisterOren omvat in navolging van dit idee een reeks glazen prothesen die als kunstwerk werden ontworpen om klanken op te vangen die men door tekortkomingen en onvolmaaktheden van het menselijke gehoor normaal gezien niet kan waarnemen. FluisterOren voorziet als het ware in ‘luisteruitrusting’ die het publiek als artificiële organen kan testen. De dieperliggende vraag die zich bij deze klankinstallatie
Baudouin Oosterlynck (°1946 – BE) works more than 30 years with the phenomena of hearing and listening. Starting from an almost naive amazement he permanently studies several aspects of acoustics. He does not let any opportunity slip away to find out how sound reaches us or how we can influence that process. Also silence intrigues him. In order to find variations of silence and authentic silence he completed more than 10 000 kilometres on foot and by bicycle in Europe. Since 1975, he has developed as an autodidact sound artist. He designed some ‘180 Opuses’ up to now, including 60 installations and 50 ‘listening aids’ that emphasis the relation between silence and sound. His work is regularly shown in solo and group exhibitions in Belgium, Europe and the rest of the world. Performances he gives, always investigate the architectonic aspects of space. Recently the set prepared improvisations he created during 1975-1978 have been digitalised and released by Metaphon.
van ruimtes ten volle benut. Recent werd muziek die hij tussen 1975-1978 in de vorm van geprepareerde improvisaties creëerde, gedigitaliseerd en uitgebracht door Metaphon.
www.baudouinoosterlyn ck .be
127
Baudouin Oosterlynck
FluisterOren
2005
biography
BIOGRAFIE
Baudouin Oosterlynck (°1946 – BE) is intussen al meer dan 30 jaar bezig met het zoeken naar de essentie van luisteren en horen. Vanuit een bijna naïeve verwondering bestudeert hij voortdurend diverse facetten van akoestiek. Geen mogelijkheid blijft daarbij onbenut om te achterhalen hoe geluid tot ons komt of hoe we dat proces kunnen beïnvloeden. Ook stilte intrigeert hem, want voor het vinden van variaties in stilte en echte stilte legde hij te voet en per fiets gedurende vele jaren meer dan 10 000 kilometer af. Sinds 1975 ontwikkelde Baudouin Oosterlynck zich als autodidact tot klankkunstenaar. Hij ontwierp tot nu toe ongeveer ‘180 Opera’ waaronder om en bij 60 muziekinstallaties en 50 hoorinstrumenten die het accent leggen op de relatie tussen stilte, klank en geluid. Zijn werk wordt vaak getoond tijdens zowel soloals groepstentoonstellingen in België, maar ook op andere plaatsen in Europa en daarbuiten. Verder geeft hij regelmatig performances waarin hij architectonische aspecten
Moniek Darge
Muziekdozen
Moniek Darge’s collection music boxes tell a poetical audiovisual story, hold tiny sounds, subtle reflections, humour and a little bit of liberating kitsch. She frequently explores flee markets with the purpose of discovering interesting boxes and elements. During the visual design of Muziekdozen, fascinating sounds slowly fill up her ears. The result consists of unique creations in which listeners can explore an exciting audiovisual universe. As portable sound installation, the music boxes are the basis of the game Musical Treasure
Als mobiele klankinstallatie, vormen de Muziekdozen van Moniek Darge het uitgangspunt voor het spel Muzikale Schattentocht in Klankenbos. Het spel bestaat erin schatten op te graven naar aanleiding van een verhaal dat zich afspeelt op het domein Dommelhof waar lang geleden een bijzondere man woonde.
Hunt. It starts with the story of a very special man who lived a long time ago on the Dommelhof domain. How the story ends, the public can find out in an interactive competition of searching and digging for musical treasures in Klankenbos.
129
Moniek Darge
Muziekdozen
2005
WORK
WERK
De collectie Muziekdozen in Klankenbos vertellen een poĂŤtisch audiovisueel verhaal, bezitten stille klanken, subtiele reflecties en een vleugje bevrijdende kitsch. Op rommelmarkten kijkt Moniek Darge steeds uit naar interessante dozen en onderdelen. Tijdens de visuele vormgeving ervan vullen haar oren zich vervolgens traag maar zeker met wonderlijke geluiden. Via de stuk voor stuk unieke creaties kunnen toeschouwers rondreizen in een fascinerend en spannend audiovisueel universum.
Moniek Darge (°1952 – BE) studied music theory and violin at the Music Conservatory of Bruges, painting at the Ghent Royal Academy of Fine Arts and Art history, Philosophy as well as Anthropology at the Ghent University. She is active as composer, violinist and performer. In addition, she specialised in both soundscapes and live-art performances in which visual and musical aspects are combined. Ever since 1970 she is active on stage, first with the Logos Ensemble, then with Logos Duo, and more recently with the <M&M> robot ensemble. Moniek Darge built light- and sound sculptures, installations, musical instruments and since many years she is constructing a series of alternative music boxes with which she also performs. In 1997 she received the title of Cultural Embassador of Flanders for the Logos Duo. Moniek Darge published several journalistic and literary essays. Many international magazines published her articles. Besides her countless concerts, performances all over the world and activities as organiser, Moniek Darge is professor at the Hogeschool Gent where she teaches Art History, Audio Art and Non
Koninklijke Academie voor Schone Kunsten en het Koninklijk Conservatorium te Gent. Ook aan buitenlandse universiteiten geeft zij als gastdocente regelmatig voordrachten.
Western Art Studies at the Fine Arts Department and an introductory course to Ethnomusicology at the Music Department.
www.log os foundation .org/ index-m on. htm l
131
Moniek Darge
Muziekdozen
2005
biography
BIOGRAFIE
Moniek Darge (°1952 – BE) studeerde notenleer en viool aan het Muziekconservatorium te Brugge, schilderkunst aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent en Kunstgeschiedenis, Filosofie en Moraalwetenschappen aan de Gentse Universiteit. Ze is hoofdzakelijk actief als componiste, violiste en performer. Hiernaast specialiseerde ze zich als medebeheerder van Stichting Logos in soundscapes en live-art performances. Tevens is ze lid van het <M&M> robotensemble, het uitgebreide Logos Ensemble en het Logos Duo. Moniek Darge bouwde licht- en klanksculpturen, installaties, muziekinstrumenten en werkt sinds jaren aan alternatieve muziekdoosjes die ze ook in performances gebruikt. In 1997 kreeg zij met het Logos Duo de titel van Cultureel Ambassadeur van Vlaanderen. Moniek Darge schrijft regelmatig artikels voor publicaties en organiseert eveneens tentoonstellingen. Ze doceert het vak etnische muziek, kunstgeschiedenis en projectseminaries over beeldende kunst en muziek aan de
Eric Van Osselaer
Musiscopes
The mobile sound installation Musiscopes is actually a musical instrument, but it invites the public to personally experience the nature of sound production. It is made up of six portable tables. On and in the tabletops there is a network of channels, taps and attributes. Using a stethoscope, listeners can sit around the table and discover the sounds and tones being produced by this network. They can also influence the sound production by opening or closing the taps, in other words to block sound or letting it pass.
deze zich verplaatsen, maar de klank van de installatie eveneens manipuleren door kraantjes open en dicht te draaien.
133
Eric Van Osselaer
Musiscopes
2007
WORK
WERK
Hoewel de mobiele klankinstallatie Musiscopes gebruikt kan worden als een instrument op zich om muziek te maken, nodigt deze het publiek uit om de aard van de productie en voortplanting van geluid te beleven. De installatie bestaat uit zes verplaatsbare kleine tafels waar zowel op als onder het bovenblad een netwerk van kanalen, kraantjes en attributen aanwezig is. Via stethoscopen kunnen luisteraars die rond de tafel plaatsnemen niet alleen horen welke klanken en geluiden via dit netwerk tot stand komen en hoe
Eric Van Osselaer studied graphic art and explored several media before concentrating on the creation of sound installations. He debuted in the nineties in Dublin in collaboration with Stéphanie Casey. Up to now, he developed a number of projects and several of his installations are driven by wind. Eric Van Osselaer is part of the Shrapnel-binde collective that brings theatre and street performances. In the construction of his installations, he combines different techniques and procedures. Initially, he started the study of sound processes and after that he began to construct his own instruments. The role of the audience is very important for him. His most recent series sound installations is called Tabloscopes, objects that consist of a network that is being sonorously shaped by the audience in a game of reporting. The first edition of this series names Musiscopes. Eric Van Osselaer is also the brains behind the original project Orgabits with fruits and vegetables. He also develops projects with François Cys.
van het project Orgabits met instrumenten uit fruit en groenten. Hij ontwikkelt eveneens projecten in samenwerking met François Cys.
www.evolplay.or g
135
Eric Van Osselaer
Musiscopes
2007
biography
BIOGRAFIE
Eric Van Osselaer (°1968 - BE) studeerde beeldende kunsten en exploreerde diverse media alvorens zich toe te leggen op de creatie van klankinstallaties. Zijn debuut situeert zich in de jaren negentig te Dublin waar hij samenwerkte met kunstenares Stéphanie Casey. Hij ontwikkelde intussen uiteenlopende projecten en onder de klankinstallaties die hij vervaardigt worden er verschillende aangedreven door wind. Als lid van het collectief Shrapnel-binde, werkt Eric Van Osselaer mee aan theatervoorstellingen en straattheater. Hij integreert verschillende soorten technieken en procedures bij de constructie van zijn installaties en hecht veel belang aan de participatie van het publiek. Zijn recentste serie werken noemt hij Tabloscopes, installaties die uit een netwerk van buizen bestaan en sonoor vorm gegeven worden door het publiek via een spel waarbij de ene aan de andere rapporteert. De eerste versie uit deze serie is de klankinstallatie Musiscopes. Eric Van Osselaer ligt aan de basis
mUSIcA ImPULScENTRUm VOOR mUZIEK DOmEIN DOmmELHOf TOEKOmSTLAAN 5B BE–3910 NEERPELT T +32 (0)11 610 510 WWW.mUSIcA.BE
Deze catalogus kwam tot stand naar aanleiding van de permanente collectie klankinstallaties in Klankenbos, opgesteld in Provinciaal Domein Dommelhof, Toekomstlaan 5, BE – 3910 Neerpelt This catalog is published on the occasion of the permanent exhibition of sound installations in Klankenbos, located Provinciaal Domein Dommelhof, Toekomstlaan 5, BE – 3910 Neerpelt
Copyright © 2010 Musica, de klankkunstenaars, auteurs, fotografen. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd of openbaar gemaakt door druk, foto-kopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de V.U. Copyright © 2010 Musica, the sound artists, authors, photographers. No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system or transmitted in any form or by means, electronic, mechanical, photocopying, recording or otherwise, without the written permission of the publisher.
cONcEPT EN SAmENSTELLINg / cONcEPT AND ORgANIZATION Eveline Heylen BIjDRAgEN VAN / cONTRIBUTIONS BY Alle vermelde klankkunstenaars, auteurs, fotografen All referred to sound artists, authors, photographers fOTOVERANTWOORDINg / PHOTO cREDITS Kristof Vranken VORmgEVINg / gRAPHIc DESIgN Brusatto DRUK / PRINTED BY Drukkerij Paesen, Opglabeek OPLAgE / cOPIES 500 V.U. / PUBLISHER Herman Baeten, Toekomstlaan 5B, BE-3910 Neerpelt
Klankenbos kwam tot stand met steun van Klankenbos was realised with the support of
Klankenbos omvat een permanente collectie klankinstallaties in openlucht, uniek in Europa. Het parcours prikkelt bezoekers om klanken te ontdekken en op een bewuste manier met klank, geluid en zelfs stilte om te gaan. In deze catalogus stelt initiatiefnemer Musica deze samen met de klankkunstenaars aan u voor. Klankenbos is a permanent collection of sound installations in open air. The setting is unique in Europe and intends to bring sound art to a broad range of visitors, encouraged to consciously discover sounds as well as silence. Together with the sound artists, initiator Musica presents them in this catalog.