Grensverleggers in de leersector Trends en best practices in duurzaam leer
Grensverleggers in de leersector
Welkom in de wereld van duurzaam en eerlijk leer. Als je dit boekje leest, word je bewust(er) van de vele misstanden én de goede MVO-voorbeelden in de internationale leerketen. Dit boekje bevat visies van experts en NGO’s, naast 15 Nederlandse ‘best practices’ in duurzaam leer, persoonlijk toegelicht door de ondernemers achter het idee. Zij hebben deelgenomen aan de ‘Sustainable Leather Award 2015’: de allereerste Nederlandse prijs voor het beste initiatief in duurzaam en eerlijk leer. Namens de organisatoren van de Sustainable Leather Award 2015 Petra Veeneman, MVO Nederland Frans Tilstra, MVO Nederland Marjolein van Gendt, MVO Nederland Leonie Blokhuis, Hivos/ Stop Kinderarbeid Jeroen van Dijken, VGS Nicoline van Enter, SLEM Adriëtte Sneep, Shoestainable
Inhoud Voorwoord Petra Veeneman
2
Hans Both
4
Ingrid Weijer
12
Sustainable Leather Award
6
De opkomst van duurzaam en eerlijk leer De internationale leerketen
8 14
Interviews O My Bag
16
Stahl
18
MYUZE
20
MYOMY do goods
24
Smit & Zoon en Stahl
26
im | innovating
28
Esbeco
34
Oukro
36
Studio Nienke Hoogvliet
38
FFORE
42
Laimböck
4 4
Naomi Rachèl Timan
46
Studio Roex
50
Tasbyas
52
Rompa Leder
54
Blik op de sector Ralph Arbeid
22
Vincent Bogaart
23
Marc Vooges
30
Leonie Blokhuis
31
Adriëtte Sneep
40
Jeroen van Dijken
48
Nicoline van Enter
56
Grensverleggers in de leersector (daar zijn er nooit genoeg van)
58
Colofon
62
Inhoud | 1
Een duurzame toekomst voor écht leer Petra Veeneman, sectormanager Leer bij MVO Nederland
‘Goede schoenen zijn gemaakt van écht leer!’, zei mijn moeder altijd. Als kind nam ik dit uiteraard voor waar aan. Later leerde ik dat een koe niet van de één op de andere dag een schoen wordt. Dat er achter een schoen, tas of bank een hele industrie schuilgaat waar wereldwijd veel mensen hun brood aan verdienen, maar waar helaas ook dierenleed, slechte arbeidsomstandigheden en milieuvervuiling aan de orde van de dag zijn. Ik zag en rook de looierijen in Hazaribagh, Bangladesh en besefte: dit moet en kan anders. En gelukkig: steeds meer ondernemers zien dit in en handelen er naar. Een snel groeiende groep bedrijven
sluit zich aan bij het MVO-netwerk Leer en is bezig duurzaam leer te maken en te verkopen. Zodat de gezamenlijke ambitie van dit netwerk in 2025 een feit is: iedere consument koopt écht duurzaam leer. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. “Want wat is er precies onduurzaam aan leer en leerproductie?”, vragen ondernemers zich af. “Wat kan ik doen om de situatie te verbeteren?”. De duurzame initiatieven die anderen nemen zijn nog niet algemeen bekend. Het is bijvoorbeeld mogelijk om biologisch afbreekbaar leer te maken, al kan de technologie nog veel verbeterd worden. En hoe staat het ervoor met de arbeidsomstan-
Voorwoord | 2
digheden bij mijn toeleveranciers? Hoe voorkom ik kinderarbeid in mijn keten? Open communicatie met je leveranciers en samenwerking met lokale organisaties en experts kan hierbij van grote waarde zijn. Dat dit kan, en zijn vruchten afwerpt, bewijzen steeds meer ondernemers. De hoogste tijd om te laten zien wie die duurzame en vernieuwende ondernemers zijn in de Nederlandse leersector. Daarom heeft MVO Nederland samen met Hivos/Stop Kinderarbeid, Shoestainable, VGS en SLEM het initiatief genomen tot de uitreiking van de eerste Sustainable Leather Award. Om hiermee de meest duurzame initiatieven in de spotlight te zetten, maar ook om ondernemers die met vragen rondlopen te inspireren met praktijkvoorbeelden van bedrijven die erin slagen handen en voeten te geven aan de duurzame uitdagingen waar de sector voor staat.
senhuiden? Looichemicaliën die het wereldwijde gebruik van water en zout drastisch omlaag kunnen brengen? In deze publicatie vertellen de ondernemers je waarom zij daarmee bezig zijn en hoe zij erin slagen hun ambities voor een duurzamere sector te realiseren. En mocht je na het lezen van deze publicatie aan de slag willen, dan ben je van harte welkom bij het MVO-netwerk Leer, waar ondernemers en experts samenwerken aan een duurzamere toekomst voor écht leer!
Een volledig traceerbare tas, van leer tot rits? Leer gemaakt van visVoorwoord | 3
Een volledig duurzame leersector is haalbaar
len voor arbeiders waren ronduit slecht. Ik raakte in contact met Fairtrade en naast mijn commerciële werk ben ik hen gaan adviseren: over het verbeteren van producten en arbeidsomstandigheden. En later ook over het verduurzamen van leerlooierijen.
substituut kunnen dienen voor chroom, bijvoorbeeld door Stahl en Smit & zoon. Maar in India en veel andere ontwikkelingslanden vinden mensen dat substituut simpelweg nog te duur. Op de eindprijs maakt het nog geen 5% uit.
Gelukkig zie ik dat merken als Nike, Adidas en C&A uitsluitend willen werken met gecertificeerde looierijen. Ze willen laten zien dat zij er alles aan hebben gedaan om duurzaam te werk te gaan. Merkwaardig is wel dat ze dit niet wat meer uitventen in hun reclamecampagnes. Pal staan voor duurzaamheid is toch echt iets waarvoor je wilt uitkomen.
Die duurzaamheid was behoorlijk in het geding. Denk aan een enorm water- en energieverbruik en het gebruik van chemicaliën, zoals chroom. In mijn Fairtradeperiode heb ik gezocht naar een bruikbaar substituut voor chroom, in samenwerking met de Leather Working Group. Groot nadeel daarbij was dat deze organisatie de lat erg hoog legde voor middelgrote en kleine looierijen. Daardoor kon alleen een kleine elite van grote looierijen aan de norm voldoen.
Onze voorlopige conclusie is dat er binnen de gehele keten het besef moet ontstaan dat maatschappelijk verantwoord en duurzaam produceren normaal is. Daarom moeten zowel producenten als ook handelaren en consumenten het als positief ervaren als we kunnen zeggen: “dit milieuvriendelijk leer is fijn om te gebruiken.”
Dertig jaar geleden kwam ik in India, om portemonnees te importeren. Daar werd ik geconfronteerd met erbarmelijke arbeidsomstandigheden in en rond Calcutta. De veiligheidsmaatrege-
Samen met het IMVO-team leer van MVO Nederland onderzoeken we hoe ook de middelgrote en kleinere looierijen kunnen helpen. In Nederland worden chemicaliën ontwikkeld die als
Hans Both, onafhankelijk leerexpert
Steeds meer consumenten eisen van producenten dat ze zich fatsoenlijk gedragen. Ze willen dat er goed geproduceerd wordt en vinden dat de verantwoordelijkheid van de producenten. Daarom zullen we ook in de leersector initiatieven moeten ontwikkelen die people en planet dienen. Als die trend zich voortzet, wordt ook de leersector duurzaam. Voor het zover is, zijn er nog heel wat veranderingen in de leersector noodzakelijk. In de hele keten moet de vraag naar duurzaam leer worden gecreëerd, anders gaat het niet gebeuren. Dus niet alleen de looierijen moeten veranderen, maar ook de importeurs, de
winkeliers en de consument, om maar wat voorbeelden te noemen.
Voorwoord | 4
Voorwoord | 5
O My Bag wint Sustainable Leather Award 2015
O My Bag brengt al een tijdje ‘faire’ tassen op de markt. Nu gebruikt O My Bag ook ecologisch gelooid leer voor haar ontwerpen. Dat betekent dat er geen schadelijke chemicaliën zijn gebruikt bij het looien. De arbeiders in de looierij werken bovendien onder goede omstandigheden. “We hebben van tevoren samen met onze looier gefilosofeerd over het winnen van de prijs”, zei Paulien Wesselink. “Hij is vooral blij dat zijn verhaal nu verder wordt verteld. En met het geld willen we een kleinere looidrum kopen, zodat hij ook minder grote hoeveelheden kan looien en daarmee kleinere afnemers van eco-leer kan helpen.”
Oprichtster Paulien Wesselink van het Amsterdamse tassenmerk O My Bag kreeg op 1 oktober 2015 de Sustainable Leather Award uitgereikt, tijdens de landelijke bijeenkomst ‘Grensverleggers in de
leersector’ in Utrecht. O My Bag wordt geprezen om de voortdurende verbeteringen van het bedrijf op het gebied van duurzaam en eerlijk leer en communicatie naar consumenten daarover.
Sustainable Leather Award | 6
De drie genomineerden voor de Sustainable Leather Award 2015 waren: O My Bag, tassenmerk MYUZE en chemiebedrijf Stahl. O My Bag is gekozen als winnaar van de Sustainable Leather Award 2015 door het publiek en een onafhankelijke jury. Daarin
zaten Marieke Eyskoot (sustainable fashion en lifestyle-expert), Ralph Arbeid (leeradviseur met meer dan veertig jaar ervaring in de sector), Marc Vooges (directeur-bestuurder van Sympany, kledinginzamelaar en -handelaar) en Vincent Bogaart (Investor Relations lead bij Pymwymic: een bedrijf dat social investors en social entrepreneurs bij elkaar brengt). De Sustainable Leather Award is een initiatief van Shoestainable, Hivos/Stop Kinderarbeid, SLEM, VGS en MVO Nederland. Zij willen met de prijs aandacht vragen voor duurzaamheid in leer: diervriendelijke veeteelt, de strijd tegen kinderarbeid, verbeterde arbeidsomstandigheden, milieuvriendelijker looimethoden, biologisch afbreekbaar leer en meer. De Sustainable Leather Award wil de koplopers in duurzaam leer belonen voor hun inspanningen en andere looierijen, modemerken, designers en retailers inspireren ook gebruik te gaan maken van duurzaam en eerlijk leer.
Sustainable Leather Award | 7
De opkomst van duurzaam en eerlijk leer Frans Tilstra, onderzoeker bij MVO Nederland
Waarom is er zoveel aandacht voor duurzaam textiel, maar zo weinig voor duurzaam leer? En waarom heeft bont zo’n slecht imago, maar is leer in de ogen van consumenten, merken en producenten boven elke twijfel verheven? ‘Echt leer’ staat voor kwaliteit, maar bijna niemand weet onder welke omstandigheden het is geproduceerd. Gelukkig onderneemt een groeiende groep bedrijven actie om duurzamer en eerlijker leer te maken en te verkopen. In Nederlandse winkels worden leren jassen, tassen, schoenen en
talloze andere prachtige artikelen verkocht waarvan niemand precies weet wat de herkomst van het leer is. Hoe anders was dat honderd jaar geleden. Toen had Nederland zelf een bloeiende leerindustrie, vooral in Noord-Brabant met zijn vele stroompjes en rivieren. Tegenwoordig zijn China, Italië, India en Brazilië de grote leerleveranciers. Huiden en dieren worden over de hele wereld verscheept. Traceren is zeer moeilijk. Toch weten we best welke problemen zich afspelen in de internationale leerindustrie. Veel dieren
MVO-risico’s, kansen en trends in de leersector | 8
die eindigen in leren producten hebben een miserabel leven gehad en worden op gruwelijke wijze getransporteerd en geslacht. Looien vergt veel energie, zout, zware metalen en ook water, dat in veel lagelonenlanden ongezuiverd in de natuur wordt geloosd. In veel landen werken volwassenen – en soms ook kinderen – in slechte omstandigheden voor een karig loon. En de leerindustrie levert veel afval op, ook na de gebruiksfase, dat we nog niet goed kunnen recyclen. Daarom moeten we kritischer worden op de manier waarop leren producten zijn gemaakt. Toen MVO Nederland in 2013 startte met het MVO-netwerk Leer constateerden we dat duurzame initiatieven nog niet breed gedragen worden in de sector. Ondernemers en experts zelf hadden een selectieve aandacht voor milieurisico’s. Inmiddels zien we een groeiend bewustzijn onder consumenten, merken én producenten over alle MVO-risico’s. Ook vanuit de politiek is er meer
aandacht voor duurzaam en fair leer, bijvoorbeeld bij het opstellen van de IMVO-sectorconvenanten en bij ambassades in leerproducerende landen. Er zijn steeds meer initiatieven te noemen die deze trend bevestigen. Zo verkoopt het Amsterdamse MYUZE (genomineerd voor de Sustainable Leather Award) alleen volledig traceerbaar leer van biologisch gehouden koeien. Gucci startte in 2013 al een soortgelijk initiatief met handtassen gemaakt van koe- en regenwoudvriendelijk leer, gecertificeerd door Rainforest Alliance. Ook OrganicLeather.com verkoopt duurzaam leer van koeien die biologisch zijn gehouden. En dan het slachten: in Heeten staat het eerste BREEAM-NL 4-sterren duurzame slachthuis van Nederland. In België stond al enkele jaren zo’n duurzaam en diervriendelijk slachthuis. En om het stressvolle vervoer van dieren te beperken, is het mobiele slachthuis een exportwaardig idee. In Nederland werkt huidenhande-
MVO-risico’s, kansen en trends in de leersector | 9
laar OUKRO hard aan het verminderen van transportbewegingen en gebruik van zout. Ook op het gebied van looien zijn er veel positieve ontwikkelingen te melden. im | tanning levert over de hele wereld looi-installaties die energieverbruik verminderen en vervuiling tegengaan. De Nederlandse chemicaliënleverancier Smit & zoon levert formaldehydevrije looimiddelen. Concurrent Stahl (ook genomineerd voor de Sustainable Leather Award) levert een looimiddel dat minder chemicaliën, zout en water gebruikt en chroomvrij leer oplevert. ESBECO is een van de grote leveranciers die chroomvrij leer gebruiken voor ceintuurs, schoenen en tassen. Volledig biologisch afbreekbaar kan ook, zoals Rompa Leder bewijst. Veel leer wordt verwerkt in ateliers over de hele wereld waar arbeiders een eerlijk loon verdienen, zoals die van O My Bag (India, winnaar Sustainable Leather Award), Oliberté (Ethiopië),
Gundara (Afghanistan), Traced Goods (Nepal), MYOMY (India), Tahoua (Niger, Mali) en Tuyu (Bangladesh). Er zijn ook steeds meer designers en merken die met duurzaam leer werken: Nienke Hoogvliet (leer van visafval), Hans Ubbink en G-Star bijvoorbeeld. En bij opleidingsinstituut SLEM in Waalwijk experimenteren studenten met efficiëntere snijmethoden en duurzaam design. Consumenten ondertussen krijgen een kritische blik op de sector via Rank a Brand en Shoestainable.
nieuw leer per strekkende meter en ook de Britse universiteit Loughborough is bezig uit te vinden hoe je leer het beste recyclet. Vijftien van deze vooruitstrevende initiatieven hebben zich aangemeld voor de Sustainable Leather Award 2015. In dit boekje lees je over hun visie op een duurzame en eerlijke leersector.
Als je van je leren product af wil, groeit er uit je OAT Shoe een bloem en je oude bank wordt een tas van Naomi Timan, Tas By As of XOFA. Laimböck heeft een serie patchwork-handschoenen op de markt gebracht van versneden handschoenen met kleine foutjes, die normaal op de afvalberg terecht zouden komen. Studio Roex maakt van leervezels een alternatief voor hout en plastic, EcoDomo vervezelt oud leer tot
MVO-risico’s, kansen en trends in de leersector | 10
MVO-risico’s, kansen en trends in de leersector | 11
Dit prachtige materiaal heeft een keerzijde Ingrid Weijer, MVO-manager bij Macintosh Retail Group
Ik heb ervaren hoe een koe wordt afgemaakt. Gezien hoe de huid eraf wordt getrokken. Het was heftig, fascinerend en ik eet nog steeds vlees, maar wel bewuster. Een koe is geslacht voor mij. Voor mijn vlees en schoenen. En riem. En bankstel. Ik ben zo’n consument die al behoorlijk bewust is. En pas na 5 jaar dit werk te doen, kijk ik echt heel kritisch naar mijzelf. Heb ik wel nieuwe schoenen nodig? Of een nieuwe trui?
er is ook een keerzijde: de prijs die mens, dier en milieu betalen voor de productie van leer. Een duurzame en eerlijke internationale leerketen vergt samenwerking, maar ondernemers in de verschillende schakels werken nog meestal los van elkaar. Wat heeft een boer nu van doen met een leerlooierij? En een slachthuis met een leermodemerk? Vanuit MVO-theorie alles, maar in praktijk nog te weinig. Dat is voor mij de kern van het probleem.
Leer is een prachtig materiaal: duurzaam in gebruik, stijlvol, ademend en comfortabel. Maar
Natuurlijk moet er geld verdiend worden. Daar hebben we het vaak niet over als MVO-mensen
Voorwoord | 12
onder elkaar. En de commerciĂŤle mensen hebben het doorgaans niet over MVO. We kijken wel allemaal vaak naar de consument: die moet bewuster worden. En naar het bedrijfsleven: zij moeten de verantwoordelijkheid pakken en weten wat er speelt in de keten. En de overheid: die moet ons duidelijke regels geven en daarop toezien. We weten het allemaal wel, in theorie. Teveel actoren wachten. Maar waarop eigenlijk? In een duurzame sector kijk je gezamenlijk naar het welzijn van de koe en de mensen die in de sector werken, en naar de impact op het milieu. Je kijkt naar wie waarde toevoegt en welke beloning daarvoor geldt, naar wie juist waarde onttrekt en daarvoor gestraft wordt. Je zorgt ervoor dat je samen structureel waarde toevoegt in plaats van eenzijdig geld eruit haalt. Het product dat uiteindelijk in die sector wordt gemaakt is niet langer een nietszeggend weggooiding van leer, maar een waardevol product, met een mooi en nuttig verhaal.
Wat moet er gebeuren voor een duurzame leersector? Eigenlijk in de kern niet zoveel. We hoeven alleen de mentaliteit te veranderen van de mensen. Want uiteindelijk heeft die mentaliteit ervoor gezorgd dat we een zwak kortetermijnsysteem hebben dat te veel is gefocust op geld. Meer van mijn gedachten over duurzaam leer kun je lezen op blog.intreza.nl/backstage
Voorwoord | 13
DE INTERNATIONALE LEERKETEN
HOE ZIJN JOUW LEREN SCHOENEN GEMAAKT? VEETEELT ZORGT VOOR MASSALE HOUTKAP In vrijwel alle leerproducerende landen worden bossen gekapt voor veeteelt. In de Amazone verdwijnt hierdoor elke 18 seconden een hectare regenwoud. Verlies van biodiversiteit, klimaatverandering en bodemerosie zijn het gevolg.
LEER KAN VEEL DUURZAMER. ACHTER EEN LEREN SCHOEN, TAS OF STOEL GAAT VAAK EEN WERELD VAN ELLENDE SCHUIL. DENK AAN DIERENLEED, UITBUITING, KINDERARBEID EN MILIEUVERVUILING IN LAGELONENLANDEN. GELUKKIG INVESTEREN STEEDS MEER BEDRIJVEN IN DUURZAAM EN EERLIJK LEER.
PROBLEMEN
BESCHERMING VAN HET AMAZONEWOUD Internationaal bedrijvennetwerk the Leather Working Group werkt samen met o.a. Greenpeace om in de Amazone veeteelt te verduurzamen en bij de lokale overheid te lobbyen voor bosbescherming.
OPLOSSINGEN
EEN WAARDIG LEVEN VOOR DE KOE Vier Braziliaanse ranches haalden in 2012 als eerste een keurmerk van Rainforest Alliance voor een goede behandeling van mens, dier en milieu. Gucci maakte tassen van het leer.
DIEREN LEIDEN MISERABEL BESTAAN Veel dieren die eindigen in leren producten hebben een miserabel leven gehad. Ze worden in te kleine ruimtes gehouden en getransporteerd. Ook tijdens hun laatste momenten lijden de dieren vaak onnodig veel pijn en stress.
GOEDE WERKOMSTANDIGHEDEN, BETER LOON Bekende merken als Timberland en Ecco kopen leer van looierijen in Vietnam en China die investeren in mensenrechten. Ook Fairtrade krijgt steeds meer voet aan de grond in de leerwereld.
ZWAAR EN GEVAARLIJK WERK Lange werkdagen, gevaarlijke machines, blootstelling aan chemicaliën, een schamel loon. Voor volwassenen geen pretje, voor kinderen in landen als India, Bangladesh, Pakistan en Marokko een hel.
SCHOON WATER, SCHONE NATUUR Leerlooien met minder water, chemicaliën en energie wordt in veel landen toegepast. Dat verbetert de leefomgeving van mens en dier: van Caïro tot het stroomgebied van de Rio de la Plata in Uruguay.
AFVALWATER VAN LOOIERIJEN IS GIFTIG Het looien van 1 kilo leer vergt in veel ontwikkelingslanden meer dan 300 liter schoon water. Dat wordt vervolgens verontreinigd geloosd. Zo komen organische afvalstoffen en zware metalen in het drinkwater terecht.
DE FIK IN EEN PRACHTIG NATUURPRODUCT Veel snij-afval in leerfabrieken verdwijnt in de afvalbak. Ook leer dat wél in producten terechtkomt, belandt na een leven als schoen of stoel meestal in de vuilverbranding. Zonde van het materiaal!
RECYCLING Leer kan je recyclen; bijvoorbeeld door het te versnijden tot nieuwe, kleinere artikelen. Je kunt het ook ‘vervezelen’ tot nieuw leer. Bedrijven als Ecodomo produceren zo duurzaam leer per strekkende meter. Infographic | 14
Infographic | 15
O My Bag “Inkopen is gokken”
Revolutionair: tassen van eco-leer waarbij de hele keten eco-vriendelijk werkt. Maar zoals bij elke revolutie gaat zoiets niet zonder slag of stoot. Het verhaal van O My Bag-eigenaresse Paulien Wesselink is er dan ook een van hard werken en veel uitdagingen. In Calcutta, India, bevindt zich de Sheong Shie Tannery van Patrick Lee. Het is deze leerlooierij waar O My Bag graag leer
afneemt. Volgens Paulien Wesselink om tal van redenen: “Eigenaar Patrick is een heel enthousiaste, innovatieve man die duurzaamheid hoog in het vaandel heeft staan. Om wat voorbeelden te geven: hij gebruikt zo min mogelijk chemicaliën bij het looien en hij let scherp op hoe hij met energie, afvalwater en werknemers omgaat. Zo is het gebouw van de looierij in een U-vorm gebouwd, waardoor de invloed van daglicht en natuurlijke ventilatie optimaal is en er
Interview | 16
geen overbodige energie wordt verbruikt. Ook gebruikt hij een as met slechts één motor om een reeks trommels aan te zetten. Verder reduceert hij het watergebruik door regenwater op te vangen.”
nodig. Complicerende factor: we kopen huiden met huid en haar in, dus bij de inkoop zie je lang niet altijd die oneffenheden. Inkoop is zo voor een deel gokken en dat maakt het complex.”
Met huid en haar
Steengoede branding
Nu is de looierij slechts een van de schakels in de leerketen. Hoe is het gesteld met de rest? Wesselink: “Het slachthuis waar de huiden worden ingekocht is gecertificeerd. Er wordt bijvoorbeeld op diervriendelijke wijze geslacht. Daarnaast zijn de transportafstanden beperkt, omdat gebruik wordt gemaakt van lokale koeien die zich op maximaal 100 kilometer van het slachthuis bevinden. Dat is best bijzonder als je weet dat ze in India veel importeren, bijvoorbeeld uit Afrika en Zuid-Amerika.”
Toch noemt Wesselink de inkoop niet eens als haar grootste uitdaging voor de komende tijd. “De uitdaging is onze doelgroep. We willen ons graag richten op de klant die niet per se bewust een duurzaam product koopt. Juist bij deze doelgroep willen we eco-leer onder de aandacht brengen. O My Bag-tassen zijn stijlvolle tassen die passen in het modebeeld van nu. We willen ons daarom in de bekende modebladen profileren, in de grotere warenhuizen liggen. Alleen dat hogere segment en duurzaamheid blijken twee zaken die zich lastig laten verbinden. Aan het land India kleeft bijvoorbeeld bij de doelgroep een negatief imago. Wij proberen dat om te keren, door steengoede branding, door keer op keer ons verhaal te vertellen. Door bijvoorbeeld te laten zien wat onze looierij bijdraagt aan de lokale werkgelegenheid en het milieu.”
Alle schakels van de keten goed op elkaar afstemmen is een veel lastiger klus dan het lijkt. Wesselink: “Eigenlijk heeft elke schakel zijn eigen problematiek. Onze huiden worden gelooid met synthetische en natuurlijke stoffen. Deze Wet White-methode heeft als nadeel dat de huiden slechts 6 weken bewaard kunnen blijven. Ter vergelijking: huiden die met chroom worden gelooid kun je tot wel 12 maanden bewaren. Dit betekent dat onze huiden eigenlijk na de inkoop snel moeten worden afgenomen. Daarbij komt ook nog eens dat alleen de allerbeste huiden bruikbaar zijn. Door de lichte kleur die we selecteren en de looimethode zijn oneffenheden van de huid – door bijvoorbeeld tekenbeten of prikkeldraad – goed zichtbaar. Je hebt dus echt premium huiden
Interview | 17
Stahl “Het is echt een fabel dat alleen chroom leer soepel kan maken” Leer looien zonder het zware metaal chroom. En ook nog eens met minder water, energie en zout. Stahl EasyWhite Tan™ van chemiebedrijf Stahl is een veelbelovend product en proces. Toch zijn looierijen nog niet overstag. “Het is een conventionele markt.” “Alleen al voor het leer in het interieur van auto´s worden wereldwijd 37,5 miljoen huiden per jaar gebruikt. Als hierbij gebruik zou worden gemaakt van EasyWhite Tan®, dan zouden 7.500.000 kWh aan energie, 300 miljoen liter water en 36 miljoen kilo zout worden bespaard. En dan te bedenken dat er jaarlijks circa 1 miljard huiden voor alle industrieën worden gebruikt. Tel uit je besparingen.” Handig, dit rekenvoorbeeldje van Vivian Peters, communicatiemanager van chemiebedrijf Stahl. Het maakt in één klap een fiks aantal voordelen duidelijk van EasyWhite Tan®, de synthetische looimethode waarmee Stahl meedingt naar de Sustainable Leather Award. Duurzaam alternatief Peters kan dat lijstje voordelen moeiteloos uitbreiden: “Naast tot 40 procent minder watergebruik – belangrijk voor landen met waterschaarste – en tot 80 procent minder zoutgebruik is een belangrijk voordeel van Stahl EasyWhite Tan™ dat het chroomvrij
leer produceert. Er is veel discussie over chroom. Wij willen dit metaal niet aanvallen, maar laten zien dat er een duurzaam alternatief bestaat. Leer geproduceerd met Stahl EasyWhite Tan™ bevat geen aldehyde en vermindert het aantal processtappen, waardoor het totale looiproces korter wordt en zo tijd en kosten worden bespaard.”
looierijen het nog niet veel gebruiken, antwoordt Peters: “Dat speelt zeker mee, omdat looierijen moeten voldoen aan een bepaalde prijs en zelf ook willen verdienen. Toch heeft het vooral te maken met een gebrek aan kennis. Stahl EasyWhite Tan™ levert namelijk ondanks de hogere aanschafprijs uiteindelijk besparingen op. Ik verwacht dat looierijen dit langzaam maar zeker gaan inzien, ook omdat ze in de looierij zelf geen aanpassingen hoeven te doen. Dat wil zeggen: geen ander machinepark, wel een ander, maar veel eenvoudiger, werkproces.”
Betere kwaliteit Zo hoopt Stahl het marktaandeel voor EasyWhite Tan® langzamerhand te vergroten. Peters: “Wereldwijd gebruikt momenteel 80
tot 90 procent van de looierijen chroom. 5 procent looit plantaardig. Hiervoor worden allerlei delen van bomen gebruikt, maar deze grondstoffen zijn relatief schaars én ook vrij vervuilend voor het water. De rest van de looierijen gebruikt een synthetisch product, Wet White. De meeste van die producten bevatten geen chroom en wel aldehyde. Stahl EasyWhite Tan™ bevat geen van beide.” Wat is het gevolg van het gebruik van Stahl EasyWhite Tan™ voor het leer zelf? Chroom maakt het leer immers soepel. Peters: “Het is echt een fabel dat alleen chroom dat kan realiseren. Sterker nog, leer waarbij ons product is gebruikt, is van vergelijkbare of zelfs betere kwaliteit. Meer looierijen, merken en mensen zouden dat moeten ervaren.”
Conventionele markt Stahl EasyWhite Tan™ is al in 2011 op de markt gebracht. Als het inderdaad al de door Peters genoemde voordelen heeft, waarom gebruiken looierijen het dan nog niet massaal? “Dat heeft te maken met de conventionele markt. De meeste looierijen blijven het liefst in hun comfort zone, willen niet veranderen. Dat is toch een beetje eng. Het proces waar ze al vele jaren mee werken voldoet toch prima? Het is onze grote uitdaging om meer bekendheid te geven aan het product en ook looierijen te overtuigen. Op dit moment merken we vooral een verandering bij de consumentenmerken en bij de consumenten zelf. Zij vragen meer en meer om chroomvrij leer en een transparant product.”
Het belang van kennis Stahl EasyWhite Tan™ is een fractie duurder (circa 5 procent) dan andere chemicaliën. Op de vraag of dat ook een reden kan zijn dat
Interview | 18
Interview | 19
MYUZE “Alleen een leuke tas in de nieuwste modekleur is niet meer voldoende”
afkomstig is van biologische, gecertificeerde veehouderijen uit de buurt. Op verzoek van MYUZE houdt deze Zweedse looierij de biologische huiden apart van de reguliere huiden en markeert ze met een code. Met die code kan ik exact achterhalen van welke boerderij die huid komt, via de Swedish Board of Agriculture. Hetzelfde geldt voor het katoen dat ik gebruik voor de voering van de tassen. Dat komt onder meer uit China en Turkije en is biologisch gecertificeerd. Gevolg van mijn samenwerking met Tarnsjo Garveri, een Europees bedrijf, is wel een hogere kostprijs van mijn product. Ik moet creatief omgaan met andere kosten om een tas concurrerend in de markt te zetten. Ter illustratie: voor een lookbook gebruik ik tekeningen in plaats van foto’s. ”
De looierij
In winkels in Londen en Bordeaux liggen ze inmiddels, in Nederland nog niet. En dat is een gemis. Want de tassen van biologisch leer van MYUZE zijn uniek. Eigenaar Madelon Spijker legt uit waarom.
materialen, maar ook dat deze volledig traceerbaar zijn. Op elke MYUZE-tas staat een code. Als je die code naar mij mailt, laat ik je weten welke materialen er allemaal gebruikt zijn voor die tas én wat de precieze herkomst daarvan is.”
“Bijzonder aan de tassen – die er intussen in tien varianten zijn – is niet alleen dat ze helemaal zijn geproduceerd met biologische
Traceerbaar leer en katoen “Het leer komt van looierij Tarnsjo Garveri uit Zweden. Zij kunnen mij leer leveren dat
Interview | 20
“Na mijn eerste bezoek aan de looierij Tarnsjo Garveri was ik ontzettend enthousiast over het bedrijf. Ik wilde hun ambacht graag ondersteunen. Hun kennis mag niet verloren gaan alleen maar omdat het goedkoper is om in ontwikkelingslanden te produceren! Niet alleen zijn zij de enige looierij die de huiden traceren, maar ook de arbeidsomstandigheden zijn heel goed en het leer is volledig plantaardig gelooid. De looierij heeft ook een biologisch certificaat (OCS 100) voor dit looiproces en deze arbeidsomstandigheden. Afvalresten uit de looierij gaan voor een deel naar de productie van gelatine voor de voedselindustrie. Een ander deel gaat naar de productie van biogas, dat weer gebruikt kan worden als brandstof of energie. Daar-
naast heeft Tarnsjo Garveri een opleiding in leerbewerking. Het bedrijf ligt vrij noordelijk in een afgelegen gebied en veel jongeren trekken naar het zuiden voor werk. De looierij zorgt nog voor enige werkgelegenheid in deze omgeving. Ten slotte is het voor een start-up soms erg lastig om een idee van de grond te krijgen. In Zweden stonden ze erg open om mij te helpen en waren er geen hoge minimumorders voor het leer nodig.”
Vakmanschap “Wat ik met mijn idee wil bereiken is dat mensen een persoonlijke binding krijgen met hun tas, juist doordat ze precies weten waar alles vandaan komt. Daarnaast vind ik het belangrijk om het mooie verhaal te delen van de Zweedse looierij, die al 140 jaar bestaat en echt vakmanschap uitdraagt. Door een tas te kopen van MYUZE ondersteun je in feite een mooi oud ambacht. Door vakmanschap voorop te stellen, volgt vanzelf het aspect van duurzaamheid. Dat staat niet los van elkaar.”
Dierenwelzijn “Naast een milieuvriendelijk looiproces hecht ik grote waarde aan dierenwelzijn. Het viel mij op dat in de leersector dierenwelzijn nauwelijks een rol speelt. Weinig bedrijven stellen vragen over de herkomst van leer. Ze zijn vooral gericht op snelle nieuwe collecties, tegen een zo laag mogelijke prijs. Mede hierdoor zijn de problemen in ontwikkelingslanden op het gebied van dierenwelzijn, milieu en arbeidsomstandigheden ontstaan. Die herkomstvragen stel ík wel, onder meer omdat ik het belangrijk vind dat mijn leer van gecertificeerde biologische veehouderijen komt.”
Interview | 21
Blik op de sector
Blik op de sector
Ralph Arbeid, onafhankelijk leerexpert en jurylid van de Sustainable Leather Award
Vincent Bogaart, Investor Relations lead bij Pymwymic en jurylid van de Sustainable Leather Award
Duurzaam is een woord dat bij veel marketingmensen voor in de mond ligt, maar men moet zich afvragen of diegenen die het woord duurzaam zo makkelijk als marketingargument gebruiken wel weten wat duurzaam eigenlijk betekent.
Bij Pymwymic hebben we de afgelopen 21 jaar gezien dat goed doorgevoerde duurzame businessmodellen goed kunnen werken, zeker in de maakindustrie. Als investeerder hoef je geen genoegen te nemen met een lager rendement wanneer je in ‘impact’ investeert.
Weten ze wel wat duurzaam eigenlijk betekent?
In het algemeen wordt aangenomen dat plantaardig gelooid leer automatisch duurzaam leer is en dat het ook automatisch geen ‘gevaarlijke’ chemicaliën bevat. Het enige gevaarlijke chemische product dat door iedereen als boosdoener in ogenschouw wordt genomen is chroomzout oftewel Cr2O3. Meer geschoolde leermensen (zouden moeten) weten dat ook andere chemicaliën zoals bijvoorbeeld fenol of sommige kleurstoffen schadelijk voor de mens zijn. Bijna niemand vermeldt echter dat de Europese wetten via REACH een hele reeks van chemicaliën hebben verboden, inclusief fenol (maar niet Cr2O). Men mag ervan
uitgaan dat deze verboden chemicaliën niet in het leer zitten dat in Europa geproduceerd en/of verkocht wordt. Het meeste leer wordt nog altijd met chroom gelooid en dat zal nog wel even doorgaan. Slechts een klein gedeelte van het leer wordt plantaardig gelooid en nog minder met chroomvrije chemicaliën.
Als investeerder in ‘impact’ hoef je geen genoegen te nemen met een lager rendement
‘Duurzaam’, of ‘goed/beter’ leer moet objectiever gedefinieerd worden om effectief een positieve invloed op de leersector te hebben. Wanneer dat gedaan is, dan moeten de stakeholders genoeg technische kennis hebben of verwerven om ook met de definitie te kunnen werken en deze toe te passen op de artikelen die zij produceren en verkopen.
Uiteindelijk gaan we naar een wereld waarin vervuilen bestraft gaat worden, recyclen of upcyclen van materialen financieel steeds aantrekkelijker wordt en de keten steeds transparanter wordt. Deze transparantie zorgt ervoor dat consumenten steeds vaker hun ‘burgerhoed’ opzetten en excessen niet langer pikken. De consument ‘ will put their money where their mouth is’.
Dan gaan we gauw zien dat de automatismen die op het ogenblik het woord duurzaamheid commercieel ondersteunen niet meer zo automatisch zijn en wel degelijk beter onderzocht en getoetst moeten worden. Er moet dus overgestapt worden van het enthousiaste praatje naar geldige bewijzen.
Op de lange termijn zie ik een wereld waarin consumenten er steeds vaker voor kiezen minder vlees te eten vanuit financieel, ethisch en gezondheidstechnisch oogpunt. Dan wordt leer een schaarser goed en gaat er een andere dynamiek spelen waarin hergebruik en zuinigheid een grotere rol
Blik op de sector | 22
gaat spelen. Dat zal de duurzaamheid van de sector zeker ten goede komen. Pymwymic is een bedrijf dat social investors en social entrepreneurs bij elkaar brengt. Vincent probeert startende ondernemers waar mogelijk met advies te helpen. Zie ook pymwymic.com.
Blik op de sector | 23
MYOMY do goods Via afbrekende hengsels naar wereldverovering
stuiten. Daarbij vonden we het te makkelijk om weg te lopen. Daarom kozen we ervoor om keihard te werken en goed te investeren in de relatie met onze leverancier. En vast te houden aan onze Fairtrade-principes.”
Brug tussen culturen MYOMY bleef dus bij één leverancier. Dat betekende werk aan de winkel. Baas: “We hebben heel veel opleidingen gegeven, over wat nu echt belangrijk is voor de westerse markt. Over onze denkwijze, onze marketing en branding. Het heeft wat jaren gekost, maar inmiddels begrijpen we elkaar. Dat heeft er ook mee te maken dat geleidelijk het personeelsbestand in India is uitgebreid. Met jonge mensen wel te verstaan. Die hebben daar niet zo veel aanzien, maar barsten vaak van de goede ideeën. Nu hebben we een prachtige mix tussen jonge en oudere medewerkers, een mooie brug tussen twee culturen ook. Wat we verder hebben gedaan, is een kwaliteitssysteem ingevoerd, met strenge controles tijdens het productieproces.”
Volharding en trouw Een succesvol volledig Fairtrade product. Anders kun je de tassen van eco-leer van MYOMY do goods niet omschrijven. Het heeft eigenaar Marja Baas heel wat moeite gekost om te komen waar ze nu is. Bijzonder daarbij is de intensieve relatie die ze met haar leverancier in India heeft opgebouwd. Makkelijk is anders. De weg van de samenwerking tussen het Nederlandse modemerk MYOMY do goods en haar leverancier in het
Indiase Calcutta is er een van veel plezier, maar zeker ook hobbels en hindernissen. Marja Baas, eigenaar van MYOMY, vertelt: “De ene keer kregen we een zomercollectie voor de winter geleverd, en dan weer andersom. Ook ontvingen we eens tassen waarvan de hengsels al snel afbraken. En lang niet altijd leverden ze ons producten voor een beurs op tijd aan.” Toch is ze haar leverancier trouw gebleven. Waarom eigenlijk? Baas: “Simpelweg omdat we bij andere leveranciers op hetzelfde zouden
Interview | 24
Dit alles heeft ertoe geleid dat MYOMY nu voorloper is op het gebied van Fairtrade producten, met tassen van ecologisch leer die in meer dan 230 Nederlandse winkels liggen. Klaar voor verdere wereldverovering, dankzij volharding, investering en trouw. Hoe komt het eigenlijk dat ze ook succesvol is in mainstream modewinkels? Baas: “Ik denk dat het een combinatie is. Van heel hard werken, leverancierstrouw, geen concessies doen aan kwaliteit, helder positioneren bij high end modewinkels en daarnaast de prijs zo redelijk mogelijk houden om veel mensen
de kans te geven de tassen te kopen.” In het streven naar een volledig Fairtrade product bemoeit MYOMY zich overigens met de hele keten. Baas: “We hebben een looierij die – en ook dat duurde even – met de WetWhite-methode looit. Deze looierij is LWG-gecertificeerd. Het is mooi om te zien hoe ook zij een bewustwordingsproces hebben doorgemaakt. Je vindt er nu overal posters met ‘Think green’, ‘Be careful with water’ en dat soort teksten.”
100 procent zekerheid Toch is er in MYOMY’s succesverhaal nog één ding dat knaagt. Baas: “Ik vind het moeilijk om 100 procent zekerheid te krijgen over de herkomst van de huiden. De werkplaats is Fairtrade gecertificeerd en de looierij zoals gezegd door de LWG. Maar voor de huidenleverancier bestaat nog geen systeem. Toen ik met MYOMY begon was ik getroffen door de vreselijke issues in de leerindustrie, zoals dierenwelzijn en het transport van dieren en huiden over de hele wereld. Iedereen verzekert mij nu dat de dieren die voor onze producten worden gebruikt van lokale herkomst zijn. Sterker nog, ik ben ooit op onderzoek uitgegaan en heb het met eigen ogen kunnen zien. Maar dan nog, wie zegt dat het ook zo gaat als ik niet aanwezig ben? En ja, ik wil de mensen ter plekke op hun woord geloven, want ze zijn eerlijk, ook over hun tekortkomingen. Toch ontbreekt er nog een gereguleerd systeem dat transparantie garandeert. Misschien dat er een vouchersysteem met de overheid of de looierij kan worden opgezet, om meer transparantie te krijgen.”
Interview | 25
Smit & zoon en Stahl Brillen voor Bangladesh
Goede arbeidsomstandigheden staan nou niet echt hoog op het prioriteitenlijstje van looierijen in ontwikkelingslanden, in Nederlandse ogen althans. Hoog tijd dat daar verandering in komt, vinden de grote Nederlandse chemiebedrijven Smit & zoon en Stahl. “Als iemand in de nabije toekomst googelt op ‘leer’, moet hij producten te zien krijgen die op een duurzame manier geproduceerd zijn. Dat is onze ambitie. Daarmee bedoelen we nadrukkelijk producten die zijn gemaakt met aandacht voor de mens.” Egbert Dikkers, Leader Innovation & Sustainability bij Smit & zoon, laat zien dat zijn bedrijf samen met Stahl, een ander chemiebedrijf, écht verantwoordelijkheid neemt op het gebied van menswaardige arbeidsomstandigheden in de leerindustrie. “Wij vinden het ontzettend belangrijk dat alle ketenpartijen veilig met chemicaliën werken. Vanuit het MVO-netwerk Leer van MVO Nederland maken wij ons daar hard voor.”
Gezondheidsrisico’s Twee industry leaders die zich zo druk maken om veilig werken met chemicaliën, waarom eigenlijk? Dikkers: “In heel veel landen wordt nog onveilig gewerkt. In Bangladesh, India en Pakistan bijvoorbeeld lopen werknemers soms op blote voeten
door de fabriek, dwars door afvalwater, zonder beschermingsmiddelen. Voor hen is dat normaal. Bij ons streven naar écht duurzaam geproduceerd leer moet ook voor de mensen in die fabrieken aandacht zijn. Vandaar dat wij hameren op het gebruik van persoonlijke beschermingsmiddelen, zoals veiligheidsschoenen, veiligheidsbrillen, stofmaskers en oorbescherming.”
Dikkers: “Hun primaire belangen zijn vooral om vandaag een inkomen te hebben om je familie morgen te kunnen onderhouden. Voor duurzaamheid en veilig werken is nog te weinig aandacht. Wij proberen desondanks deze mensen mee te krijgen door gesprekken met ze aan te gaan, workshops te geven, discussies te starten. Mocht dat niet lukken, dan is extrinsieke motivatie een goede optie. Dat wil zeggen dat er alleen nog maar wordt ingekocht bij looierijen die hun arbeidsomstandigheden goed op orde hebben. Hiervoor is onder meer nationale en internationale wetgeving nodig, net als druk vanuit modemerken, die eisen moeten stellen. Wij zetten nu dit onderwerp bij allerlei relevante organisaties, zoals de Leather
Working Group en brancheorganisatie TEGEWA, hoog op de agenda.” Hoe zit het ten slotte met de prijs van de persoonlijke beschermingsmiddelen, is die niet te hoog? Dikkers: “Nee, wij vinden dat de kosten van veiligheid feitelijk onderdeel moeten worden van de kostprijsopbouw voor de productie van leer. En dat aan de andere kant de kosten die het resultaat zijn van onveilig werken beter inzichtelijk moeten worden. Wij kunnen een positieve rol spelen door persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking te stellen als promotiepakket bij de voorlichting. Dan is het aan de looierijen zelf om de stap te zetten naar een investering in veiligheid.”
Hoe gaan Smit & zoon en Stahl hun doel bereiken? “Om te beginnen zijn wij druk bezig het bewustzijn bij onze eigen mensen en ons agentennetwerk te vergroten, door middel van vooral voorlichting”, zegt Dikkers. “Zij moeten wereldwijd een voorbeeldrol vervullen. Dat wil zeggen dat we van ze verwachten dat ze zelf waar nodig persoonlijke beschermingsmiddelen gebruiken en met anderen het gesprek daarover aangaan. Als al onze eigen medewerkers en de mensen uit ons agentennetwerk begrijpen waar het om gaat, is het tijd voor de volgende stap: de eigenaren en arbeiders van de looierijen.”
Intrinsieke motivatie Dat wordt nog een hele klus, omdat Smit & zoon en Stahl in looierijen minder invloed kunnen uitoefenen dan in hun eigen organisaties. Daarbij komt een ander probleem: de arbeiders hebben vaak andere prioriteiten.
Interview | 26
Interview | 27
im | innovating “We dwingen looierijen goed na te denken”
een nieuwe dienst. Kortweg komt het erop neer dat we in een vroeg stadium samen met de klant om tafel gaan om lay-outs te maken voor bijvoorbeeld een nieuwe productielijn of zelfs een nieuwe looierij. Eerst stellen we vooral heel veel vragen aan de klant. Leveren ze halffabricaten of juist eindproducten waarbij het hele productieproces – van het ontvangen van ruwe huiden tot aan het finishen – bij hen plaatsvindt? We dwingen ze om goed na te denken over wat ze nu exact willen. Vaak gebeurt dat dus niet. Laat staan dat ze dan rekening houden met bijvoorbeeld milieuaspecten.”
Zware, natte huiden
Het klinkt zo simpel. Je denkt goed na als je een looierij bouwt of uitbreidt. Je hebt een doel, een plan, een idee. Toch merkte Marc Oomens van im | innovating dat het denkwerk opvallend vaak achterwege bleef. Hij sprong in dat gat met een nieuwe dienst: pre-engineering. “Ik heb het verschillende keren meegemaakt. Dan bezocht ik in Azië een pas gebouwde looierij waar de eigenaar apetrots over vertelde. Maar op mijn vragen welke
huiden hij er precies zou gaan verwerken en welke machines hij zou gaan gebruiken moest hij de antwoorden schuldig blijven. Hij had er eerlijk gezegd nog nooit zo over nagedacht.” Dit tamelijk schokkende en niet opzichzelfstaande voorbeeld bracht im | innovating , het bedrijf waarvan Marc Oomens een van de directeuren is, op een idee: pre-engineering.
Pre-engineering als nieuwe dienst Oomens: “Ons bedrijf levert machines en service aan looierijen. Pre-engineering is
Interview | 28
Als de looierij de vragen heeft beantwoord, gaat im | innovating simpelweg tekenen. Want zo worden allerlei ecologische en ergonomische zaken snel inzichtelijk. Oomens: “Waar zet je je machines neer? Op welke hoogte plaats je ze? Hoe ga je om met afval en afvalwater? En met veiligheid? Dat kun je maar beter allemaal vooraf bepalen, want als je je looierij eenmaal gebouwd hebt, is het te laat. Om hier een helder voorbeeld van te geven: meestal worden vaten gebruikt voor de natte processen, zoals het kalken en nalooien. Die vaten worden vaak, met name in minder geïndustrialiseerde landen, veel te laag gemonteerd door hoogtegebrek of simpelweg gebrek aan inzicht. Als dan na het proces de deur van het vat wordt opengedaan, stroomt de vloer vol met afvalwater. En de arbeiders moeten de zware, natte huiden vervolgens zien op te tillen. Een eenvoudige, mens- én milieuvriendelijke oplossing die je al in het ontwerpproces kunt meenemen, is zorgen dat de vaten hoger staan met daaronder een bak die het water met huiden opvangt.”
Prijskaartje Op deze manier looierijen naar een hoger niveau brengen werkt in Europa prima, maar ook in Azië. Oomens: “Onlangs kwam ik na een jaar weer in Mongolië en de klant pakte meteen de tekeningen erbij om het over de inrichting van de looierij te hebben.” Toch is er nog een wereld te winnen in dergelijke landen. Oomens: “De leerindustrie is een erg traditionele branche, die van oudsher niet gewend is rekening te houden met mens en milieu. Het zou mooi zijn als de overheden daar dat wat meer zouden stimuleren. Dat traditionele is ook de reden dat er vaak niet goed wordt nagedacht over de inrichting van een looierij, het gaat immers al tijdenlang op dezelfde manier. Verder heten het niet voor niets lagelonenlanden. Aan onze werkzaamheden hangt echter een prijskaartje, dus het is ook onze uitdaging om de looierijen te overtuigen van het grote belang van pre-engineering. Hoe we dat aanpakken? Vooral door er vaak naartoe te gaan, aandacht te geven, vertrouwen te winnen en relaties op te bouwen.”
Interview | 29
Blik op de sector
Blik op de sector
Marc Vooges, directeur-bestuurder van Sympany en jurylid van de Sustainable Leather Award
Leonie Blokhuis, Advocacy officer private sector and CSR bij Hivos
Laat ik me eens focussen op een van de laatste stadia in de levenscyclus van leren producten zoals kleding, schoenen en tassen en riemen.
Bedrijven die zaken doen in het buitenland worden geacht dit op een verantwoorde manier te doen: met zorg voor mensen, grondstoffen, het milieu en directe omgeving. Helaas is er bij de productie van leer en schoenen nog steeds een verhoogd risico op kinderarbeid.
Zelfs de enkele schoenen vinden hun weg
Als gerenommeerd inzamel- en sorteerbedrijf (en goed doel!) verzamelt en verwerkt Sympany jaarlijks 23 miljoen kilo textiel en schoenen (en accessoires). Ondanks het feit dat we steeds meer niet-herdraagbaar textiel moeten inzamelen (om dat uit het restafval te houden) lukt het Sympany nog steeds om bijna 70% een tweede leven te geven in diverse landen in Afrika en Oost-Europa. Het laten herdragen is milieutechnisch gezien het meest wenselijk. Niet alleen gedragen kleding en schoenen zijn meer dan welkom in de wat armere landen dan Nederland, maar ook onverkoopbare voorraden schoenen, kleding et cetera. Vaak wensen retailbedrijven of merken dat dit deel niet meer terugkomt op de Europese markt. Sympany zorgt daarvoor. Vaak ook vernietigen ze deze productie en dat is
kostbaar en erg zonde. Ik denk dat iedereen het er over eens is dat het laten (her)dragen van onverkochte kleding en schoenen een duurzamere oplossing is dan het laten vernietigen. In het inzamelproces raken de niet aan elkaar gebonden schoenen nog al eens uit elkaar. Maar ook voor de zogenaamde ‘eentjes’ heeft Sympany een zeer nuttige en duurzame oplossing. We verkopen die aan een Pakistaanse partner die internationaal duizenden van deze eentjes opkoopt en vervolgens weer gaat paren. Het kan dan zijn dat een bepaalde schoen maat 44 gekoppeld wordt met een maat 44,5. Zelfs dan wordt zo’n paar weer gekocht en gedragen. Sympany is de kledinginzamelaar en –handelaar die is ontstaan uit de fusie tussen KICI en Humana. Met de opbrengst van kledinginzameling steunt Sympany tal van goededoelenprojecten die erop zijn gericht mensen zelfredzaam te maken. Zie ook sympany.nl.
Blik op de sector | 30
Op weg naar kinderarbeidvrij leer!
Leren schoenen die in Nederland worden verkocht komen vooral uit India, China, Vietnam en Indonesië. In die landen begint de productieketen van vele schoenen. Die keten loopt van de boerderijen waar de runderen worden gehouden en de huiden voor het leer vandaan komen, via de leerlooierijen waar de huiden tot leer worden verwerkt, tot aan de werkplaatsen waar de schoenen worden gemaakt. Juist in het begin van die keten zijn arbeidsomstandigheden ver beneden peil: lange werkdagen, lage lonen en blootstelling aan gevaarlijke chemicaliën. En juist in het begin van die keten werken kinderen.
Zowel bij het looien van leer als in de schoenenproductie wordt veel werk uitbesteed aan middelgrote bedrijven en kleine werkplaatsen. Ook worden veel schoenen of delen van schoenen door thuiswerkers gemaakt. Met grote regelmaat worden hierbij kinderen ingezet om het gezinsinkomen te verhogen. Dit geldt ook voor de kleine werkplaatsen, waarin de eigenaar zijn kinderen inzet om de loonkosten voor volwassen werknemers te drukken. Een van de grootste problemen bij de controle op kinderarbeid is dat een groot deel van het werk in de informele sector plaatsvindt, zowel in de looierijen als in de schoenenproductie. In India zijn wettelijk arbeidsinspecties toegestaan bij bedrijven die tien of meer werknemers hebben. Kleinere bedrijven en werkplaatsen in huis worden niet gecontroleerd. Bovendien, als inspecties op basis van officiële bedrijfsinformatie van het grootschalige bedrijf plaatsvinden, kan het voorkomen dat de uitbesteedde activiteiten naar de informele sector niet worden meegenomen in de controle.
Blik op de sector | 31
Er is dus veel te verbeteren in de sector en Stop Kinderarbeid pleit sinds 2012 voor een meer pro-actieve aanpak door schoenenbedrijven middels de campagne ‘we want child friendly shoes’.
Samenwerking van groot belang bij bestrijding van kinderarbeid Kinderarbeid is een wereldwijd probleem dat vraagt om een wereldwijde oplossing. Voor veel bedrijven geldt dat zij vaak veel meer kunnen bijdragen dan zij denken. Onze aanbeveling aan het bedrijfsleven is daarom simpel: onderzoek eerst hoe uw bedrijf betrokken kan zijn bij kinderarbeid en denk van daaruit verder. Soms zijn bedrijven indirect betrokken bij kinderarbeid, zonder dat ze dat door hebben. De risico’s bij directe leveranciers zijn meestal klein, maar verderop in de keten kunnen deze groter zijn. Stel u zelf daarom eens de volgende vragen: Maken uw leveranciers gebruik maken van onderaannemers? Zo ja, onder welke voorwaarden en omstandigheden? Waar komen de grondstoffen van uw producten vandaan? Heeft u de juiste procedures opgesteld? En is er een goed controlemechanisme in werking? Is er een systeem voor monitoring en aanpak van problemen? Voor het krijgen van antwoorden op deze vragen is het belangrijk dat u niet alleen in gesprek gaat met uw directe leveranciers maar ook met (lokale) experts, vakbonden en NGO’s. Belangrijk bij dit onderzoek is dat leveranciers zich niet ‘gedwongen’ voelen om risico’s en problemen te verbergen maar zich ‘gesteund’ voelen om deze inzichtelijk te
krijgen en effectief aan te pakken. Afhankelijk van het antwoord op deze vragen moeten bedrijven actie ondernemen om kinderarbeid tegen te gaan. Het ‘Actieplan voor bedrijven om kinderarbeid te bestrijden’ van Stop Kinderarbeid kan daarbij helpen. Voor het bestrijden van kinderarbeid door bedrijven zijn de OESO-Richtlijnen voor Multinationals en de VN-Richtlijnen voor Bedrijfsleven en Mensenrechten de belangrijkste richtlijnen. Bedrijven hebben volgens deze richtlijnen een ‘zorgplicht’ (due diligence) om kinderarbeid in hun hele productieketen te bestrijden. Kernelementen van deze zorgplicht zijn het in kaart brengen, voorkomen en herstellen van schendingen op het gebied van mensenrechten in de hele productieketen en het actief rapporteren daarover richting het publiek. Voor de effectieve aanpak van kinderarbeid in de productieketen is samenwerking met anderen vaak de beste manier. Dat kunnen collega-bedrijven in dezelfde sector zijn, maar met name samenwerking met lokale organisaties en overheden, vakbonden, NGO’s en internationale organisaties. Stop Kinderarbeid werkt in een aantal landen en sectoren samen met deze partijen om tot een duurzame en kinderarbeidvrije productieketen te komen.
een plantage - waar iedereen samenwerkt vanuit de overtuiging: geen kind hoort te werken, ieder kind hoort op school! Kinderarbeid wordt niet langer geaccepteerd, want alle kinderen hebben recht op goed, voltijds dagonderwijs. In 2012 en 2013 heeft Stop Kinderarbeid rapporten uitgebracht over kinderarbeid in de schoenenproductie en inzicht gegeven in wat schoenenbedrijven doen aan het voorkomen en bestrijden van kinderarbeid. De hier op volgende campagne ‘we want child friendly shoes’ heeft zeker tot verbeteringen geleid bij een aantal schoenenbedrijven maar er is nog een lange weg te gaan. Momenteel wordt er nieuw onderzoek gedaan in India waarvoor de samenwerking wordt gezocht met internationale en lokale bedrijven en met de intentie om tot een gezamenlijk verbeterplan te komen. Voor meer informatie: stopkinderarbeid. wbbclient.com/assets/2015/06/SCL_CLFZ_ handbook_FINAL_LR_complete.pdf
Bovendien werken wij in Azië, Afrika en Latijns-Amerika samen met lokale autoriteiten, leerkrachten, werkgevers, ouders en kinderen aan het ontwikkelen van kinderarbeidvrije zones. Dit zijn afgebakende gebieden – bijvoorbeeld een dorp of
Blik op de sector | 32
Blik op de sector | 33
ESBECO “Wij geloven alleen in groot” Door de vraag van grote klanten ging leergroothandel ESBECO uiteindelijk chroomvrij ceintuurleer leveren. Tot een echte doorbraak in de verkoop leidt dat echter nog niet. “De prijs blijft toch doorslaggevend.” Volgens directeur Vincent Bergmans is het Waalwijkse ESBECO BV “de eerste firma die in grote aantallen chroomvrij ceintuurleer levert”. Door de vraag van klanten is de leergroothandel ruim twee jaar geleden begonnen met de productie van chroomvrij leer. “Grote jeansmerken en grote winkelketens, zoals C&A, zochten naar een manier om zich te onderscheiden in de markt. Ze vroegen ons om chroomvrij leer. Om die reden zijn wij met onze leerproducent in India in gesprek gegaan. Als ik heel eerlijk ben, denk ik niet dat we dit ook zouden hebben gedaan als de vraag van een kleingebruiker zou zijn gekomen. Wij geloven alleen in projecten met een groot draagvlak. Want alleen op die manier kan iets een standaard worden.”
Waterbuffels ESBECO ging naar India en startte daar een moeizaam traject. Bergmans: “Het kostte nogal wat moeite, ja, omdat India nu niet bepaald voorloper is op het gebied van chroomvrij looien. Er moest dus flink wat worden aangepast om chroomvrij leer te kunnen produceren, denk aan nieuwe machines en aparte vaten. Ook nam de
zoektocht naar stabiele leveranciers van plantaardige en synthetische looistoffen tijd in beslag. Een grote uitdaging vormde ook de prijs. Want onze klanten wilden weliswaar graag chroomvrij leer, maar het mocht niet te duur zijn. En een chroomvrij looiproces gaat langzamer en is duurder dan een niet-chroomvrij proces. We zochten dus een looierij en een producent die niet de hoofdprijs vroegen en zelf beperkten we onze marge ook. Wat uiteindelijk hielp is dat we leer zijn gaan gebruiken van de huid van waterbuffels. Dit leer is prijstechnisch gunstiger dan koeienleer.”
Pegels En zo kan ESBECO nu grote volumes chroomvrij geproduceerd buffelleer leveren. Tot tevredenheid van de klanten. “Ze blijven orders herhalen, dus dat is een goed teken. Wel moet ik erbij zeggen dat de echt grote aantallen nog moeten komen.” Wat dat betreft heeft Bergmans ook wel wat zorgen: “We zijn ontzettend druk bezig om grote merken en winkelketens te enthousiasmeren voor chroomvrij geproduceerd leer. Door heel vaak het verhaal te vertellen bijvoorbeeld. Dat enthousiasme komt er ook wel enigszins, maar de eerlijkheid gebiedt me te zeggen dat de prijs toch doorslaggevend blijft. Je kunt praten wat je wilt, maar het gaat veel bedrijven uiteindelijk toch om de pegels…”
Interview | 34
Interview | 35
Oukro Opzouten met het zouten Het kalf staat centraal bij de VanDrie Group en al zijn dochters. Dochter Oukro verwerkt bijvoorbeeld jaarlijks 1,4 miljoen kalfsvellen voor looierijen. Een van Oukro’s doelen is om hierbij minder zout te gebruiken. Jammer dat ‘het verduurzamen van bedrijfsprocessen’ zo abstract en technisch klinkt. Want het is wél precies waar Oukro sinds enkele jaren fanatiek mee bezig is. Assistant Corporate Affairs bij de VanDrie Group, Marijke Everts, vertelt: “Een duurzame bedrijfsvoering is heel breed. Het heeft bijvoorbeeld te maken met het welzijn van onze eigen medewerkers, die we faciliteren met opleidingen, preventieve medische onderzoeken et cetera. Ook richten we ons op het milieu, onder meer door alleen nog maar elektrische vorkheftrucks te gebruiken. Verder gaan we zorgvuldig om met energie, afval en zout.”
Koeling in plaats van zout Zonder het eigen personeel en de heftrucks tekort te doen, nu wordt het interessant. Want energie, afval en zout, hoe gaan ze daar bij Oukro mee om? Everts: “Bij de VanDrie Group werken alle bedrijfsonderdelen nauw samen op deze gebieden. Zo wisselt Oukro warmte uit met de naastgelegen kalverslachterij Ekro. Wat bij Ekro aan energie vrijkomt, wordt bij Oukro gebruikt voor het koelproces. Verder gebruikt Oukro de houten pallets van melkpoederproducent Interview | 36
Navobi, om de afvalstroom te reduceren.” “Tot slot is het verminderen van het zoutgebruik heel belangrijk voor ons. Want hoe meer zout we gebruiken, hoe meer water we moeten zuiveren. En hoe meer zoutgebruik, hoe langer het verwerkingsproces van de kalfsvellen duurt en hoe meer transportbewegingen nodig zijn. Per kalfsvel is ongeveer 6 kilo zout nodig. Tussen 2009 en 2014 is hier gemiddeld al bijna 1 kilo afgegaan. En in 2014 hebben we zelfs meer dan 30 procent van de kalfsvellen ongezouten aangeboden. Om te conserveren gebruiken we steeds meer koeling in plaats van zout.”
Meer toepassingen Looierijen krijgen dus in toenemende mate verse, ongezouten huiden van Oukro aangeleverd. Wat hebben die looierijen er eigenlijk voor baat bij? Everts: “Naast het feit dat zij veel sneller de huiden ontvangen, hebben de looierijen het voordeel dat zij minder chemicaliën hoeven te gebruiken en ook is het beter voor hun eigen waterzuivering. De vellen zijn daarnaast doorgaans van een betere kwaliteit. Wij leveren zo onze bijdrage om een belangrijk deel van het kalf – de huid – tot waarde te brengen en klaar te maken voor een volgende toepassing. Op dat gebied hebben we overigens nog genoeg te doen, zoals het verminderen van huidbeschadigingen en het verbeteren van het transport van het kalf. Ons is er alles aan gelegen om een zo goed mogelijk eindproduct te realiseren.”
Interview | 37
Studio Nienke Hoogvliet Van viswinkel naar vloerkleed
kreeg zoveel enthousiaste reacties dat ik me in de visindustrie ben gaan verdiepen. En zo ontstond het project RE-SEA ME.”
Looien met olijfolie Hoogvliet kwam erachter dat per dag ontzettend veel kilo’s vissenhuiden worden weggegooid. Gewoon afval. Bij de visafslag en viswinkels haalde ze deze huiden op en ging ermee aan de slag. “Via Google ontdekte ik iemand die mij kon leren hoe ik deze vissenhuiden op een ouderwetse, natuurlijke manier kon looien zonder van chemicaliën gebruik te maken. Vervolgens ben ik de huiden met olijf- of zonnebloemolie gaan looien. Uiteindelijk heb ik er twee producten van gemaakt: een conceptueel vloerkleed en een krukje. Inderdaad ja, een krukje. Je moet je daarbij een stalen frame voorstellen waar de zitting omheen is gespannen. Het product toont goed aan hoe stevig vissenleer is, vissenhuid heeft namelijk een andere bindweefselstructuur dan andere huiden.”
Heel arbeidsintensief Golven van enthousiasme overspoelen Nienke Hoogvliet als ze over haar projecten SEA ME en RE-SEA ME vertelt. Daarmee wil ze ieders aandacht vestigen op duurzame materialen uit zee. Een interview over garen van zeewier en een krukje van vissenleer. Daar stond ze dan, op de Scheveningse visafslag. Met de vraag of ze een zooitje vissenhuiden mocht meenemen. Want waar viswinkels dagelijks talloze vissenhuiden
als afval weggooien, daar weet Nienke Hoogvliet er wel raad mee. Met haar project RE-SEA ME wil ze de vissenhuiden duurzaam looien en er vervolgens producten van maken. “Eigenlijk is het ontstaan vanuit een eerder project, SEA ME. Daarmee vraag ik aandacht voor de problematiek van de vervuiling van de zee, door te laten zien dat de zee ook vol zit met bruikbare, duurzame materialen. Heel concreet heb ik een garen gemaakt van zeewier en daarmee een vloerkleed geknoopt in een oud visnet. Ik
Interview | 38
Hoe indrukwekkend het initiatief ook is, Hoogvliet beraadt zich nog op de toekomst. Er zijn namelijk twee problemen: “Om te beginnen is het een heel arbeidsintensief looiproces. Alles gebeurt nu met de hand. Dat zou misschien wel machinaal kunnen, maar daar is dan een flinke investering voor nodig. Verder is het met vissenleer lastig om een concept om te zetten in een commercieel product. Zoiets goed in de markt zetten is een vak apart. Momenteel richt ik me meer op SEA ME, omdat zeewier volgens mij nog meer potentie heeft en makkelijker toepasbaar is. De garen zijn voor van alles te
gebruiken, van vloerkleden tot zelfs kleding. Zeewier heeft tal van voordelen. Het groeit in zee zonder gebruik te maken van voedingsstoffen en het haalt CO2 uit de lucht. Alleen al daarom is het als grondstof een verbetering ten opzichte van bijvoorbeeld katoen. Wel moet ik nog veel onderzoek doen, zoals naar hoe ik nóg duurzamer garen kan maken en wat nu precies de impact van zeewier op de hele mode-industrie kan zijn.”
Contrast Wie Nienke Hoogvliet zegt, zegt ‘zee’. Met al de projecten en producten van Studio Nienke Hoogvliet wil ze de aandacht vestigen op de zee(problemen). Waarom eigenlijk? “Ik ben opgegroeid vlak bij het strand en de zee. Mijn ouders namen me altijd mee, weer of geen weer. Ik ben daardoor verknocht geraakt aan de kust en kom er nog altijd graag. Een aantal jaren terug viel me op hoe ongelofelijk veel plastic op het strand was aangespoeld. En als dat al op het strand ligt, kun je nagaan hoe veel plastic zich dan in zee bevindt! Mijn producten dienen eigenlijk als contrast tegen die vervuiling. Er is namelijk zo veel in zee te vinden dat mooi en bruikbaar is, en niet vervuilt…”
Interview | 39
Blik op de sector
Beste leerbedrijven, laat consumenten weten wat ze precies kopen
Adriëtte Sneep, medeoprichter Shoestainable
Leer is een natuurproduct en daarmee automatisch ‘goed’. Althans, zo denken de meeste consumenten. Maar in de leersector is veel tegenspraak over de verschillende looiwijzen. Het is één van de lastigste onderdelen van het productieproces van leer en qua duurzaamheid is er geen eenduidig antwoord. Leer kan op verschillende manieren worden gelooid, waarbij elke techniek zijn eigen uitdagingen met zich meebrengt. Daar komt bij dat duurzaamheid zou moeten gaan over verschillende aspecten: milieuaspecten gericht op de wijze van productie (zoals wijze van leerlooien), maar ook de sociale kant van leerproductie. Shoestainable zet zich in voor meer transparantie en duurzaamheid in de schoenenindustrie. Er zijn schoenen waarbij de bovenkant van textiel is, echter ruim 58% van de geïmporteerde schoenen heeft een bovendeel van leer. In het algemeen ligt de focus van de problemen in de leersector op
de technische kant. Via verschillende initiatieven, zoals certificering, wordt gewerkt aan verduurzaming van de leerproductie. Dat is positief. Echter, wat Shoestainable betreft, liggen momenteel de grootste uitdagingen bij het gebruik van leer en in de schoenenindustrie in het algemeen op het sociale vlak. Denk hierbij aan arbeidsomstandigheden, mensen die bloot worden gesteld aan gevaarlijke stoffen zonder adequate bescherming, gebruik van kinderarbeid, et cetera. Als dit meer onder de aandacht wordt gebracht wordt de noodzaak tot verbetering ook zichtbaarder. Dit kan een belangrijke stimulans zijn voor verandering, bijvoorbeeld doordat consumenten gaan vragen om betere producten. Shoestainable wil bedrijven scherp houden, laten zien dat duurzamere productie noodzakelijk en gewenst is door consumenten en bedrijven aanzetten tot verandering. Het productieproces van een schoen is erg complex. Om de schoenfabriek te bereiken
Blik op de sector | 40
hebben de benodigde materialen, zoals leer en rubber, al een lange weg afgelegd, en dan is de schoen zelf nog niet eens gemaakt. In alle stappen in het productieproces zijn andere spelers betrokken: (sub)leveranciers, arbeiders, tussenpersonen en de schoenmerken zelf. Vooralsnog verschuilen veel schoenmerken zich achter deze complexiteit, in plaats van de noodzakelijke stappen te zetten naar duurzame productie. Hoewel duidelijk is dat dit een onhoudbare positie is, zijn er tot noch toe slechts enkele bedrijven die (kleine) duurzame stappen hebben gezet. Om een duurzame schoenenindustrie te bereiken is veel meer nodig. Shoestainable wil graag zien dat alle bedrijven transparant zijn over hun productieproces en hun beleid en doelen met betrekking tot duurzaamheid (mensen, milieu en klimaat), zodat je als consument weet wat je koopt. Voor meer informatie: info@shoestainable.nl. Blik op de sector | 41
FFORE “Educatie in de mode-industrie is een zaak van de lange adem”
Educatie van vooral vrouwen in de mode-industrie, daarbij ligt het hart van Nassira Boudhan. Met haar bedrijf FFORE wil ze duurzame ontwikkeling bevorderen. En dat is niet altijd even eenvoudig. “Effecten zijn vaak pas op lange termijn zichtbaar.” Een mes dat aan drie kanten snijdt bestaat niet en een win-win-win-situatie is wat ingewikkeld. In elk geval wil FFORE, het bedrijf van Nassira Boudhan, een drietal voordelen bieden: goed zijn voor het milieu, zorgen voor werkgelegenheid en – vooral – educatie mogelijk maken. Met een van haar projecten illustreert Boudhan deze drieslag: “Dat betreft een project voor arme, dove meisjes in het Marokkaanse Marrakech. In feite hebben deze meisjes een enorme achterstand: ze leven in armoede, zijn gehandicapt en zijn ook nog eens vrouw. Zij maken nu in een atelier producten – zoals armbanden, sleutelhangers en andere kleine accessoires – van restmaterialen uit de leerindustrie. Bij het maken van tassen en schoenen blijven vaak allerlei leerslierten en dergelijke over, die normaal gesproken worden weggegooid en verbrand. Dat is niet goed voor het milieu, vandaar dat ik deze materialen laat hergebruiken.”
Gebarentaal Duidelijk voorbeeld inderdaad, dat aantoont hoe FFORE bijdraagt aan milieu en werkgelegenheid. Maar educatie, hoe zit het daarmee? Boudhan: “Daar ligt mijn grote passie. Ik geloof dat educatie bijdraagt aan duurzame ontwikkeling. Vrijwel alle vrouwen die in de mode-industrie werken, hebben nooit de kans gehad om naar school te gaan, kunnen vaak niet lezen en schrijven. Ik wil die educatie mogelijk maken. In het concrete geval van het project in Marrakech doe ik dat door het atelier te verbinden aan Nederlandse afnemers, zoals een tassenfabrikant. Onlangs is ook een bedrijf in relatiegeschenken geïnteresseerd geraakt. Van elk product dat wordt verkocht gaat 12,5 procent in een fonds voor educatie. De dove meisjes kunnen daardoor aan het einde van de werkdag les krijgen in gebarentaal.”
dergelijke MVO-aspecten vooral als een interne aangelegenheid en wordt bemoeienis van buitenaf als vervelend ervaren. Toch investeer ik enorm in een mentaliteitsverandering op het gebied van educatie, in het besef dat het een zaak van de lange adem is. Ik wijs bedrijven er bijvoorbeeld op dat het opleiden van mensen uiteindelijk ook minder afval betekent. In de mode-industrie belandt zo’n 30 procent van alle genaaide kleding namelijk nooit in de winkels, dat is gewoon afval.” Boudhan legt uit hoe dat zit. “Veel arbeiders hebben nooit een opleiding gehad, zijn allang blij met hun baantje in de textiel. Ongemotiveerd doen ze dag in, dag uit, jaar in, jaar uit hetzelfde geestdodende werk, puur om inkomen te krijgen. Vaak vallen ze
letterlijk in slaap tijdens het werk. Door deze eentonigheid maken ze vaak fouten en dat is de reden dat veel textiel moet worden weggegooid. Als je deze arbeiders opleidt, krijgen ze meer uitdaging in hun werk, en zo ontstaat minder waste. Dit bewustzijn wil ik creëren in landen als Marokko, India en Jordanië. Dat betekent veel communicatie, in bladen, via blogs en door het inzetten van lokale ambassadeurs die dit onderwerp op de agenda zetten. In Marokko gebruik ik bijvoorbeeld de zeer bekende kokkin Choumicha. Wat overigens erg helpt, is als je bedrijven vertelt dat wij in het westen gecharmeerd zijn van producten die duurzaam zijn geproduceerd, met aandacht voor de ontwikkeling van arbeiders. Dan zie je ineens wél bereidheid ontstaan om te investeren in educatie.”
Vechten tegen de bierkaai Boudhan merkt wel vaak dat het met haar educatiemissie vechten tegen de bierkaai is. “Educatie heeft niet direct invloed op een product of een dienst van een bedrijf. Bovendien zijn effecten pas zichtbaar op lange termijn, anders dan bijvoorbeeld positieve milieueffecten door hergebruik van restmaterialen. En verder zien veel organisaties
Interview | 42
Interview | 43
Laimböck Wie pakt de handschoen op?
Pakembeet 300 kilo aan afgedankte leren handschoenen verscheepte Ronald Vijver van Laimböck naar zijn fabrikant in India. Korte tijd later ontving hij zo’n 500 paar hiervan gemaakte unieke nieuwe handschoenen retour. Circulair zoals circulair bedoeld is. “Leer is een kwalitatief hoogwaardig, duur materiaal. Zonde om weg te gooien. Zoals elk bedrijf in consumentengoederen krijgen wij bij Laimböck nogal eens leren handschoenen retour van winkels, bijvoorbeeld vanwege een scheurtje of een stikfoutje. Normaal gesproken verzamelen wij dit afval en gooien het weg. We hebben ervoor gekozen om dit leerafval eens een jaar te bewaren. Het leer hebben we vervolgens gesorteerd en naar onze fabriek in India gestuurd. Zo ging 300 kilo leer die kant op en verkleinden wij onze afvalstroom. Later kregen we 500 paar unieke handschoenen terug, die van dit leerafval waren gemaakt.”
Werkgelegenheid Volgens Ronald Vijver, directeur van Laimböck, was dit slechts een proef. Maar wel een met een mooi bijkomend voordeel. Niet alleen ontstond er minder afval van kwalitatief hoogwaardig leer en kon Laimböck prachtige nieuwe handschoenen aanbieden, maar ook kreeg de fabriek in India extra werk. Vijver: “En dat ook nog eens in het laagseizoen. Fabrikanten hebben te maken met pieken, iedereen plaatst zijn orders tegelijk. Daardoor vormen de maanden november tot en met januari het low season. Fabrieksarbeiders worden dan normaliter naar huis gestuurd. Deze proef bood ze werkgelegenheid in de magere maanden.” Interview | 44
Onder de indruk De reacties op de ‘circulaire handschoenen’ zijn overwegend positief. Hoewel? Vijver: “In MVO-achtige settings is men inderdaad erg onder de indruk. Maar de handschoenen moeten hun weg naar de reguliere klanten nog vinden. Een groot warenhuis wilde ze bijvoorbeeld niet in de collectie opnemen, omdat ‘de klant het niet zou snappen’. De klant betaalt immers een forse prijs, maar heeft weinig keuze, eenvoudigweg omdat het een uniek paar handschoenen betreft. Er zijn dus geen twee paar hetzelfde. Ik wil graag verder met dit initiatief, maar dan is het wel zaak om het verhaal achter de handschoenen goed en duidelijk uit te leggen. En om het product goed te positioneren, bijvoorbeeld op onze website. Als blijkt dat er daadwerkelijk een klantenkring voor is, krijgt de proef wat mij betreft een vervolg. De volgende stap wordt dan goed onderzoek doen naar de klantengroep. Wat zijn het precies voor mensen die gerecyclede handschoenen kopen? Het product heeft tal van voordelen en kansen, maar er is ook nog genoeg werk te verrichten om het een succes te laten worden.”
Interview | 45
Naomi Rachèl Timan Ik was een jas
Ooit een leren bank of jas, nu een mooie portemonnee. Naomi Rachèl Timan maakt van oud materiaal nieuwe producten. Het succes prikkelt: “Ik moet efficiënter gaan werken om aan de vraag te kunnen voldoen.” Heb je toevallig nog ergens een leuke oude leren bank staan? Of een leren jas die je niet meer draagt? Geef ze aan Naomi Rachèl Timan en zij tovert ze om tot een handgemaakt nieuw product. “Het is ooit begonnen met de oma van mijn vriend. Zij had een heel toffe bank staan die weg moest. Ik ben die vervolgens gaan ontleden en heb er tassen van gemaakt. Tassen van prachtig leer, want door jarenlang zonlicht was de kleur heel mooi geworden.” Duidelijk. Hoewel: een bank ontleden, hoe moet je dat precies zien? “Gewapend met een stanleymes strip ik de bank volledig. Dus echt helemaal, want ik gebruik al het leer.”
Een tweede leven Hoewel ze van heinde en verre materiaal krijgt aangeleverd, gaat ze ook zelf actief op zoek. Timan: “Ik houd van vintage en struin graag marktjes en kringloopwinkels af. Dan zie ik daar bijvoorbeeld verouderde kleding hangen die echt niet meer in het modebeeld van nu past, je weet wel, met van die lelijke
alles vrijwel alleen, naast mijn baan. Tegelijkertijd zit er een stijgende lijn in de verkoop. In de eerste 8 maanden heb ik 45 tassen verkocht. En nu in de afgelopen 7 maanden zijn er maar liefst 135 tassen en accessoires verkocht. Mijn grootste klus wordt dus efficiënter gaan werken, het productiepro-
ces verbeteren, daar denk ik nu over na. En meer verkopen is natuurlijk ook een doel. Momenteel heb ik drie vaste verkooppunten in Nederland. Verder sta ik op marktjes en in pop-upstores. Nu wil ik graag de online verkoop verder uitbreiden via mijn website naomiracheltiman.com.”
grote schouders en brede mouwen. Het leer kan ik echter uitstekend gebruiken, en zo krijgt die kleding als het ware een tweede leven.”
Extra boodschap Met haar bedrijfje Naomi Rachèl Timan richt ze zich vooral op drie producten. Timan: “Grote tote bags, kleine portemonnees en kleine tassen. Op het label kunnen klanten zien waar hun product van gemaakt is. Dan staat er bijvoorbeeld ‘I was a sofa’ of ‘I was a jacket’. Overigens vinden mijn klanten dat vooral een leuke bijkomstigheid. Ze kopen de tas in eerste instantie omdat ze die mooi vinden. Dat recyclen vinden ze een mooie extra boodschap. En dat het om tweedehands leer gaat, vinden ze niet erg. Tenminste, ik heb nauwelijks negatieve reacties daarop gehad. Ja, één keer vond iemand het een beetje raar dat een ‘I was a sofa’-tas was gemaakt van een oude bank, vanwege het feit dat er dus mensen op hadden gezeten. Maar de meeste mensen zijn juist verbaasd over hoe mooi en bruikbaar het leer eigenlijk nog is.”
Stijgende lijn Een grotere productie leveren, dat is de toekomstdroom voor Timan. “Dat is best nog wel een ding, want op dit moment doe ik
Interview | 46
Interview | 47
Blik op de sector
De drie uitdagingen van de schoenenbranche
Jeroen van Dijken, secretaris bij Vereniging van Grootwinkelbedrijven in Schoenen (VGS)
Steeds vaker worden aan de schoenenbranche kritische vragen gesteld over de herkomst van producten, de arbeidsomstandigheden waaronder deze zijn geproduceerd, dierenwelzijn en gebruikte materialen. Aandacht voor deze onderwerpen is belangrijk en de schoenenbranche ziet een duidelijke verantwoordelijkheid om een antwoord te formuleren op deze vragen.
is streng over welke chemicaliën niet in een schoen mogen zitten. Tijdens het leerlooien kunnen nog wel eens schadelijke chemicaliën worden gebruikt of schadelijke lijm tijdens het maken van de schoen. Dat willen wij als branche voorkomen, maar we staan voor drie uitdagingen.
De schoenenbranche kiest er voor om niet alleen naar zichzelf te kijken, de schoenenwinkels in de Nederlandse winkelstraten, maar naar de gehele productieketen. Afspraken over maatschappelijk verantwoord ondernemen gelden wat de branche betreft niet alleen voor de winkels en in Nederland, maar ook voor toeleveranciers en producenten in productielanden.
Enerzijds zijn de kosten voor het in kaart brengen van de keten en het testen op chemicaliën groot. De kosten die gemaakt moeten worden om duurzamer te ondernemen liggen al gauw zo’n tweeënhalf keer hoger dan ‘gewoon’ ondernemen en hiervoor is (vooralsnog) geen terugverdienmodel. Ten tweede is de consument (nog) niet bereid meer te betalen. Een gemiddeld paar schoenen is niet veel duurder dan 20 jaar geleden, maar eisen én de kwaliteit zijn wel gestegen.
Eén van de uitdagingen is het in kaart hebben van hoe het leer dat wij gebruiken wordt geproduceerd. Welke chemicaliën worden er gebruikt en worden ze veilig gebruikt? De Europese wet- en regelgeving
De derde uitdaging is dat veel bedrijven in de schoenbranche niet langer de kennis over schoenenproductie hebben die ze vroeger hadden. Leren schoenen worden vaak niet in Nederland gemaakt en daarmee
Blik op de sector | 48
is veel kennis verloren gegaan. Gelukkig zien we veel positieve ontwikkelingen, zoals innovatie- en kenniscentrum SLEM en Stahl campus in Staalwijk, om kennis weer te ontwikkelen en te delen. De VGS is de Nederlandse brancheorganisatie voor de schoenendetailhandel. Zij ondersteunt haar leden met advies en kennis. De leden werken samen op het vlak van maatschappelijk verantwoord ondernemen door kennis te delen en door samen met stakeholders uitdagingen aan te gaan. Ondernemers uit de schoenendetailhandel kunnen zich aansluiten bij de VGS. De VGS heeft het voortouw genomen om als Nederlandse schoenenbranche een gezamenlijk MVO-agenda op te stellen en uit te voeren. Verder werkt zij nauw samen met de modedetailhandel en warenhuizen die verenigd zijn in de VGT. Wilt u meer weten over de VGS of de MVO-agenda, neem dan contact op met Jeroen van Dijken via vandijken@rndweb.nl. Blik op de sector | 49
Studio Roex 20 trailers vol vezels Afval uit het leerlooiproces verwerken tot bruikbaar materiaal. Studio Roex is er maar druk mee. De ontwerpers zijn er bijna: “We hebben de bouwstenen, nu nog de juiste formule.” Voor een bijzonder meubel of uniek interieurproduct kun je terecht bij Studio Roex. Een leren vaas is bijvoorbeeld een van de pronkstukken van deze Amsterdamse ontwerpstudio. Voordat ze gaan ontwerpen, doen Nic Roex en Jeske Kaptein altijd diepgaand onderzoek naar de te gebruiken materialen. Bij leer deden ze zo een ontdekking. Nic Roex: “We kwamen erachter dat er ongelofelijk veel afval ontstaat tijdens het looiproces van leer. Wanneer de huid wordt gesplit, komen enorm veel vezels vrij waar niets mee wordt gedaan. Goed, een klein deel gaat naar de voedingsindustrie, maar het overgrote gedeelte wordt gewoon weggegooid, gedumpt.”
Middeleeuwse methode Met die ‘afvalvezels’ is Studio Roex vervolgens aan de slag gegaan. Een looierij in Portugal kon ze rijkelijk voorzien van materiaal. Roex: “Deze looier rekende voor dat hij ons per maand wel 20 trailers vol vezels zou kunnen leveren.” Na veelvuldig testen werd duidelijk dat van deze vezels een natuurlijk constructiemateriaal kan worden gemaakt. Roex: “Eigenlijk kan dat vrij eenvoudig, door gebruik te maken van warmte, water en goed persen. Zo ontstaat een extreem hard materiaal. Vergelijk het met hoe ze in de Interview | 50
middeleeuwen van leer harnassen maakten. Door kokend water over het leer te gieten, verschrompelde dit en werd het kei- en keihard. Op deze manier maken wij van de vezels hard materiaal.” Belangrijk terzijde: het gaat hier om vezels van plantaardig gelooid restleer. Chemisch gelooid leer is op zo’n manier bewerkt dat het niet meer bruikbaar is.
Zeer brandwerend Roex heeft aangetoond dat het mogelijk is om hard materiaal te maken van vezels. Maar daarmee is hij er nog lang niet. “De grootste klus wordt nu om materiaal te maken dat ook toepasbaar is. Denk aan halffabricaten zoals balken of platen die kunnen worden gebruikt in de bouw. Of aan kozijnen. Groot voordeel is namelijk ook dat het materiaal zeer brandwerend is. Met de Technische Universiteit Eindhoven en laboratoria onderzoeken we momenteel hoe we zo’n halffabricaat kunnen maken. Dat is best een moeizaam proces. Tijdens het drogen ontstaan namelijk spanningen waardoor het materiaal krom trekt.” Op weg naar het einddoel heeft Roex eigenlijk aan één ding vooral behoefte. “Heel banaal: geld. Dergelijke onderzoekstrajecten en tests kosten veel geld. En dat hebben we nodig om die laatste stap te kunnen zetten: alle bouwstenen voor een mooie toepassing hebben we, nu nog de juiste formule!”
Interview | 51
TasByAs “Als je maar vraagt, hebben mensen wel ergens bruikbaar oud materiaal” TasByAs, het merk van Astrid Schuurman, maakt van talloze restmaterialen bijzondere nieuwe producten. Uit eigen initiatief, of op verzoek. Soms leidt dat tot bijzondere ontmoetingen. Het bijzonderste verzoek tot nu toe? Astrid Schuurman, eigenaar van TasByAs, hoeft daar niet lang over na te denken: “Via Facebook werd ik eens benaderd door een moeder die vroeg of ik van de kleertjes van haar overleden dochtertje knuffels kon maken voor haar andere dochtertje en zoontje. Dat was heel mooi om te kunnen doen, en de ontmoeting met die moeder was daardoor ook speciaal. Die kinderen hebben nu hun overleden zusje toch een beetje bij zich.” Dit voorbeeld illustreert hoe Schuurman te werk gaat: van allerlei restmaterialen maakt ze al dan niet op verzoek de meest uiteenlopende, unieke producten.
Die ‘via-via’-kring is ook Schuurmans afzetmarkt, maar zeker niet de enige. “Ik sta ook op creatieve marktjes en verkoop producten via mijn webshop. Daar ligt trouwens wel mijn grote doel voor de komende tijd, die webshop en mijn social media consequent gaan bijwerken. Dat doe ik in mijn ogen niet regelmatig genoeg, uit een soort laksheid denk ik. Gevolg is wel dat er soms ‘uitverkocht’ bij een product staat, terwijl dat helemaal niet zo is. Ik produceer namelijk toch wel.”
Het verhaal achter het product
Tweede leven “Ik vind het mooi om van prachtige materialen nieuwe dingen te maken, een tweede leven te geven. Of het nu oude gordijnstoffen zijn, wollen dekens, riemen, leerstalen of leer van banken, ik gebruik ze graag om er bijvoorbeeld tassen, kussens en armbanden van te maken.” De materialen die Schuurman gebruikt komen overal vandaan. “Veel gaat via-via. Dan post ik bijvoorbeeld Interview | 52
op Facebook dat ik weer materialen nodig heb, en dan krijg ik een leren jas die iemand toch al wilde wegdoen, of dan mag ik ergens een leren bank komen strippen. Zodra je maar hard genoeg roept en vraagt, komen mensen met bruikbaar materiaal aanzetten, is mijn ervaring.”
Haar klantenkring ten slotte, hoe ziet die er precies uit? Schuurman: “Dat zijn mensen die het echt waarderen dat oude materialen worden hergebruikt en dat ook begrijpen. Maar natuurlijk vinden ze de producten ook gewoon mooi. Het is de combi van het product zelf en het verhaal erachter.”
Interview | 53
Rompa Leder De belangstelling voor biologisch afbreekbaar leer groeit snel
Een van de grote voordelen van leer is dat het lang meegaat. Hoe vaak worden niet schoenen opgegraven waar nog oude Romeinen in hebben gelopen? Dat voordeel is ook meteen een probleem: leren producten die lastig te recyclen zijn (de meeste) zijn als afval alleen goed voor de verbrandingsoven. Rompa Leder heeft een oplossing: biologisch afbreekbaar leer. Rompa Leder uit Lichtenvoorde is een voortzetting van Hulshof Royal Dutch Tanneries in Lichtenvoorde: ook wel ‘de groenste looierij ter wereld’. In 2014 namen familiebedrijf Rompa Leder uit Rijen en kalfsvleesproducent PALI Group het bedrijf over. Daarbij waren ze vast van plan verder te bouwen op de kwaliteitsproducten en het groene imago van Hulshof.
Het gaat om uitsluitend plantaardige looistoffen en in de toekomst zijn ook plantaardige kleurstoffen niet uit te sluiten. Deze plantaardige bestanddelen zijn opnieuw aan te planten. Ze veroorzaken dus aan het eind van gebruik geen schadelijke vervuiling. De belangstelling voor dit leer is dan ook groot, van kleine en ook zeer grote bekende merken. Commercieel verwacht Rompa Leder een boost voor biologisch afbreekbaar leer; naar verwachting zal dit type leer in de toekomst een substantieel deel van de omzet uitmaken. Het bedrijf is er klaar voor. En nog belangrijker: de markt ook, aldus Rompa.
Biologisch afbreekbaar leer is daar het beste voorbeeld van. Van dit type leer, uniek in zijn soort, is na ongeveer zes weken onder invloed van vocht en aarde niets meer terug te vinden. Het leer is volledig opgebouwd uit natuurlijke afbreekbare elementen. Interview | 54
Interview | 55
Blik op de sector
Als je alleen inbrekers buiten probeert te houden, zie je de tornado niet die je huis meeneemt
Nicoline van Enter, oprichter SLEM: internationaal instituut voor innovatie en educatie in de schoenenindustrie
Een ander woord voor duurzaam is bestendig. Hoe maak je de sector bestendig voor de toekomst? Bestendigheid gaat in die zin over bescherming. Hoe bescherm je de belangen van iedereen die betrokken is zodat iedereen zich beschermd voelt? Dat kan alleen als je beseft dat iedereen verantwoordelijk is voor elkaar en dat alle beslissingen die genomen worden, gevolgen hebben voor iedereen die (in)direct betrokken is. Leer is een product dat altijd dicht bij de mens heeft gestaan. Het is een huid die we dragen om ons eigen lichaam te beschermen. Het komt van dieren waar we lange tijd zelfs mee in één ruimte hebben gewoond. Het maakte deel uit van de directe voedselketen waar mensen dieren fokten, opaten en gebruikten om voorwerpen mee te maken. Een heel korte keten waar de gevolgen van beslissingen direct merkbaar zijn. Zoals zoveel processen in onze moderne wereld is die relatie tussen mens en dier, en dus tussen mens en grondstof, totaal losgekoppeld. Alles is opgedeeld in kleine stukjes en elk stukje van de keten is weer
handel en brengt met zich mee dat men alleen zijn eigen stukje probeert te beschermen. Maar als je alleen gefocust bent op het dichthouden van je ramen en deuren tegen inbrekers, zie je niet de tornado aankomen die je hele huis meeneemt. Dat is het punt waar we nu staan. De ramen en deuren moeten open om te zien wat eraan komt en hoe we al onze huizen bestendig moeten maken. Dat betekent dat we op een andere manier naar ons product moeten gaan kijken. Is leer nog wel een product voor de massa? Kunnen we op een andere manier leer produceren? Zijn er alternatieven? Zo ja: wat kunnen we als sector daarmee? Allemaal vragen die gezamenlijk onderzocht en beantwoord moeten worden. Alleen op die manier kunnen we iedereen beschermen en profiteren van de nieuwe uitdagingen die ons wachten. SLEM is een innovatie- en educatie-instituut voor de schoenenindustrie. Wij onderzoeken nieuwe materialen, productietechnieken en concepten waarvan wij denken dat ze kunnen bijdragen aan het leven van
Blik op de sector | 56
mensen en aan het leven op onze planeet. Onze ‘Master in Footwear Innovation’-opleiding trekt professionals uit de hele wereld die zich willen verdiepen in innovaties in de schoenenwereld. Biochemici, orthopeden, ontwerpers en ingenieurs komen negen maanden lang hun ideeën ontwikkelen in Waalwijk. Ze maken daarbij gebruik van SLEMs uitgebreide netwerk en faciliteiten om samen te werken met de industrie en academische instellingen van over de hele wereld. Omdat SLEM een onafhankelijk instituut is, staat het open voor iedereen om samen met ons projecten op te zetten waarbij gebruik kan worden gemaakt van de expertise van de staf van SLEM en van de professionals die de Master volgen. Vele bedrijven uit binnen- en buitenland weten de weg al te vinden naar Waalwijk om samen te werken op het gebied van circulaire economie, wearables, 3D-printing, leather alternatives et cetera. Doordat SLEM continu onderzoek doet naar innovatie zijn wij op de hoogte van de nieuwste ontwikkelingen binnen en buiten de schoenenindustrie. Juist onze re-
search buiten onze sector zorgt ervoor dat wij bedreven zijn om innovaties toe te passen die vanuit allerlei industrieën komen. SLEM fungeert ook als brug tussen de academische wereld en de industrie. Tijdens onze research komen we steeds in contact met allerlei onderzoek dat nog geen praktische toepassing heeft. Vaak kunnen we dan verbindingen leggen tussen onderzoekers en producenten. Ook kunnen we andersom vragen vanuit de industrie weer koppelen aan onze eigen mensen of onderzoekers van gerenommeerde instellingen. Een van de plaatsen waar die koppeling plaatsvindt is op onze SLEMinars, conferenties over allerlei innovaties. Vorige edities bleken een magneet voor de innovatieafdelingen van bedrijven als Nike, W.L. Gore, Cole Haan et cetera.
Voor meer informatie: slem.nl, footwearhealthtech.com en futurefootwearmaterials.com.
Blik op de sector | 57
Grensverleggers in de leersector (daar zijn er nooit genoeg van)
Loeki Schaeffers, programmamanager IMVO bij MVO Nederland
Ondernemers die duurzaam (willen) ondernemen in ontwikkelingslanden en opkomende markten zijn Grensverleggers. Een logische term als je bedenkt dat ze mentaal, geografisch en cultureel grensoverschrijdend bezig zijn. Je leest hun avonturen al enkele jaren op Grensverleggers.nl. En sinds 2013 verenigen we ze ook in netwerken. Het MVO-netwerk Leer is daar een goed voorbeeld van.
in de héle leersector. In vaktermen: de sector in transitie brengen. Als je ondernemers benadert met zo’n hoge ambitie, is dat in het begin wel even spannend.
Maar ook broodnodig. Deze beelden staan in mijn geheugen gegrift: mannen en vrouwen in Dhaka die onbeschermd, met hun blote voeten en handen, dag in dag uit in de leerlooichemicalien staan te ploeteren. Ze werken in een van de tien zwaarst chemisch-vervuilde plekken op aarde. Het doel van zo’n netwerk is groots. Niet alleen willen we indi- Veel mensen in andere lagelonenviduele ondernemers (elkaar laten) landen delen een soortgelijk lot. Ik vind dat de wereld dit moet helpen hun duurzame ambities weten. En dat we het moeten verwaar te maken. Er is meer; we anderen, samen met bedrijven die willen van duurzaam en eerlijk ondernemen de standaard maken invloed kunnen uitoefenen. MVO-risico’s, kansen en trends in de leersector | 58
Het MVO-netwerk Leer startte in het najaar van 2013 met een groep van 11 vooruitstrevende leerondernemers en -experts. Onze boodschap pikten ze gelukkig goed op. Ook zij vonden dat de sector veel duurzamer kan. Herstel: moét. En ook zij zagen (meer) samenwerking als noodzakelijke voorwaarde. Gezamenlijk formuleerden ze een ambitie voor de hele sector: “in 2025 koopt iedere consument
duurzaam leer.” Deze ambitie verdween niet in een la, maar werd gepubliceerd, verscheen in internationale (vak)media. Dat is een moedige stap in een sector die qua duurzaamheid relatief weinig aandacht krijgt en ook vrij slecht georganiseerd is. Inmiddels is de groep van 11 flink uitgebreid tot een open netwerk van bijna 100 kleine en grote Nederlandse leerondernemers: van huidenhandelaren en looiers tot designers en winkeliers.
MVO-risico’s, kansen en trends in de leersector | 59
Samen met MVO Nederland ontwikkelen zij nieuwe bedrijfsen verdienmodellen die de grootste obstakels voor een duurzame sector aanpakken. Denk aan gezamenlijke inkoop van duurzame producten of gezamenlijke investeringen in duurzame productiemethoden in ontwikkelingslanden. Daarbij geloven we dat MVO een business case moet zijn. We proberen een duurzame uitdaging (gezamenlijke investering in diervriendelijke huiden, milieuvriendelijk gelooid leer, goede arbeidsomstandigheden, transparantie) altijd te koppelen aan een commerciële kans (sourcing in onbekende, opkomende leerlanden, verhoging van productiviteit, keteninnovaties, marketing en PR).
sector; bijeenkomsten, workshops en informatie over innovaties en de kansen van duurzaam ondernemen, onderzoek naar MVO-risico’s in de keten en Due Diligence-tools, hulp bij (financiering van) projecten en profilering via multimediale communicatie. Dank voor het lezen van dit boekje vol unieke initiatieven. Hopelijk heeft het je geïnspireerd zelf duurzaam te ondernemen. Er is een heel netwerk van gelijkgestemden dat voor je klaar staat en met je aan de slag wil.
MVO Nederland
Ondernemers die duurzaam en eerlijk zaken (willen) doen in de internationale leer(mode)sector vormen samen met MVO Nederland het MVO-netwerk Leer. Wil je meedoen? Dan kun je van MVO Nederland het volgende verwachten: - Toegang tot een uniek netwerk van duurzame ondernemers, experts en NGO’s in de leersector - Bijeenkomsten, workshops en info over de kansen van MVO - Onderzoek naar MVO-risico’s in uw keten en Due Diligence-tools - Hulp bij (financiering van) projecten en opschaling - Profilering via multimediale communicatie
Voorbeelden van onze projecten zijn: - De Sustainable Leather Award, de allereerste prijs voor best practices in duurzaam leer. - Tannery of the Future: een laagdrempelige self-assessment voor looierijen, waarmee looiers, merken en retailers ontdekken waar en hoe leerproductie het beste kan worden verduurzaamd. - Duurzaam en fair leer sourcen in ontwikkelingslanden. Retailers, merken, experts en NGO’s zoeken naar commercieel interessante sourcingbestemmingen, identificeren MVOrisico’s en proberen lokale productie te verduurzamen. Eerste twee bestemmingen: Ethiopië en Albanië.
Van Grensverleggers in de leersector zijn er nooit genoeg. Dus als je behoefte hebt aan ondersteuning, advies of gewoon bevestiging van andere leerondernemers, sluit je Voor meer informatie: dan aan. We bieden toegang tot een uniek netwerk van duurzame mvonederland.nl/imvo-netwerkondernemers en experts in de leer- leer, grensverleggers.nl/sectoren/mode MVO-risico’s, kansen en trends in de leersector | 60
MVO-risico’s, kansen en trends in de leersector | 61
Colofon
Sustainable Leather Award Een initiatief van Hivos/ Stop Kinderarbeid, Shoestainable, VGS, SLEM en het MVO-netwerk Leer van MVO Nederland Dit boekje is samengesteld door Petra Veeneman, Marjolein van Gendt, Monique Boere en Frans Tilstra, in samenwerking met Hans Both, Ingrid Weijer, Loeki Schaeffers en Paul Poley, die de interviews met de inzenders van de Sustainable Leather Award heeft verzorgd. Vormgeving: LAVA FotograďŹ e: Jan Willem Groen, eigen foto’s van de meewerkende partners
grensverleggers.nl/sectoren/mode mvonederland.nl/imvo-netwerk-leer
Colofon | 62