Rapport Ambitie 2020 - MVO Nederland

Page 1

“IN 2020 IS ONS ZIEKTEVERZUIM GEHALVEERD”

“IN 2020 BESTAAT AFVALWATER BIJ ONS NIET MEER”

RAPPORT “IN 2020 RIJDEN AL ONZE VRACHTWAGENS KLIMAATNEUTRAAL”

“IN 2020 IS NEDERLAND WERELDVOORBEELD VAN EEN CIRCULAIRE EN INCLUSIEVE ECONOMIE”

“IN 2020 KIEST 50% VAN ALLE CONSUMENTEN BEWUST VOOR DUURZAAM”

“IN 2020 HEBBEN WE EEN OPLOSSING VOOR EENZAAMHEID IN ONZE STAD”

“IN 2020 LEREN ALLE KINDEREN OP SCHOOL OVER DUURZAAMHEID”

“IN 2020 HEBBEN WE ONZE KRINGLOOP VOLLEDIG GESLOTEN”

“IN 2020 WERKEN ER 10 MENSEN MET EEN ARBEIDSBEPERKING IN ONS BEDRIJF”


02 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

AMBITIE 2020

NEDERLAND WERELDVOORBEELD VAN EEN CIRCULAIRE EN INCLUSIEVE ECONOMIE

Januari 2014


03 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

INHOUDSOPGAVE OVER AMBITIE 2020

04

SAMENVATTING AMBITIE 2020 AMBITIETHEMA's EN KANSEN water ENERGIE EN KLIMAAT VOEDSEL WERKEN MATERIALEN EN ECOSYSTEMEN GEZONDHEID MOBILITEIT BASISBEHOEFTEN EN MENSELIJKE ONTWIKKELING

06 10 10 11 13 14 16 17 19 20

PROCESTHEMA’S 22 DANKWOORD 24 BIJLAGE 1: SAMENVATTING VISION 2050 WBCSD

25


04 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

over ambitie 2020 Thema’s en kansen We hebben ons bij Ambitie 2020 laten inspireren door de World Business Council for Sustainable Development (WBCSD). De WBCSD heeft met Vision 2050 en Action 2020 namens het internationale bedrijfsleven een wenkend perspectief geschetst voor een duurzame wereld. Gevoed door dit initiatief maakten we een eerste inventarisatie van inhoudelijke thema’s en acties waarmee Nederlandse ondernemingen de transitie naar een circulaire en inclusieve economie kunnen versnellen. Vervolgens werken we met bedrijven en organisaties concrete programma's en activiteiten uit. We sluiten waar mogelijk aan bij al bestaande initiatieven en proberen zoveel mogelijk bedrijven bij Ambitie 2020 te betrekken. Daarmee willen we het Nederlands bedrijfsleven uitdagen om haar ambities op te schroeven en te versnellen.

Met Ambitie 2020 wil MVO Nederland samen met bedrijven een belangrijke bijdrage leveren aan de positie van Nederland als internationaal voorbeeld van een economie met een succesvolle balans tussen people, planet en profit. Daarvoor is een inspirerende stip op onze nationale horizon van groot belang. Nederland wereldvoorbeeld van een circulaire en inclusieve economie. Dat is de nationale ambitie die ons land op weg naar 2020 focus geeft om sterk, sociaal en concurrerend te blijven. Om dat te bereiken verenigt MVO Nederland ambitieuze bedrijven en organisaties die willen werken aan een innovatieve economie waarin mensen, grondstoffen en materialen slim en duurzaam worden ingezet. De urgentie hiervoor is groot. Snel veranderende mondiale concurrentieverhoudingen en grote maatschappelijke en duurzaamheidsvraagstukken noodzaken tot nationale ambitie en vergaande actie. Deze nationale focus biedt bedrijven en organisaties veel kansen, zowel in eigen land als in de internationale markten waar zij actief zijn. Samen met vooruitstrevende ondernemingen en kennispartners maakt MVO Nederland deze kansen zichtbaar. Onder het motto ‘bedrijven gaan voorop’ activeren we het bedrijfsleven om de duurzame en sociale ambities op te schroeven, en nieuwe verandercoalities en projecten op te starten.

Dit rapport Samen met bedrijven en experts heeft MVO Nederland een inspirerend kader ontwikkeld dat een leidraad biedt voor het formuleren van eigen ambities door bedrijven en organisaties. Deze versie is een eerste editie. In de komende maanden wordt het gesprek over kansen en ambities met bedrijven voortgezet. De resultaten daarvan worden verwerkt in een vernieuwde uitgave van dit rapport. Daarin worden nog meer kansen en een aantal concrete voorbeeldambities van bedrijven opgenomen. In bijlage 1 vindt u een vergelijking tussen de door ons gekozen thema’s en die van de WBCSD. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen acht inhoudelijke thema’s en zes procesthema’s die als aanjager nodig zijn om stappen te maken. Juist in de combinatie van beide insteken ontstaan allerlei kansen voor bedrijven. Onderstaand zijn de benoemde thema’s schematisch weergegeven.

MVO wordt steeds vaker vertaald in begrippen als circulair en inclusief. Bij circulair gaat het om een duurzame en zorgvuldige inzet van grondstoffen en materialen. Bij inclusief gaat het om de duurzame inzet en inzetbaarheid van mensen, binnen en buiten onze landsgrenzen. In essentie gaat het bij circulair en inclusief dus om hetzelfde: om een zorgvuldige inzet van ieders talent en van elke grondstof. Omdat we nu nog ongelooflijk veel talent en materiaal niet goed gebruiken of verspillen is een forse omslag nodig. Een omslag die veel nieuwe kansen biedt. Daarom willen wij dat Nederland wereldvoorbeeld wordt van een circulaire en inclusieve economie.

Thema's circulaire en inclusieve economie

FINANCIERING

COMMUNICATIE EN GEDRAGSBEÏNVLOEDING

KENNIS EN ONDERZOEK

WATER MOBILITEIT ENERGIE EN KLIMAAT MATERIALEN EN ECOSYSTEMEN BASISBEHOEFTEN & MENSELIJKE ONTWIKKELING GEZONDHEID VOEDSEL WERKEN TRANSPARANTIE

ICT

(SOCIALE) INNOVATIE EN NIEUWE BUSINESSMODELLEN


05 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

Per thema brengen we in dit rapport het volgende in kaart: >> >> >> >> >> >>

De belangrijkste maatschappelijke issues die spelen Oplossingsrichtingen vanuit het perspectief van bedrijven De rol die het Nederlandse bedrijfsleven hierin speelt Kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven Voorbeelden van bestaande initiatieven en best practices Suggesties voor key performance indicators (KPI’s) die bedrijven kunnen hanteren in hun ambities

Volledigheid Dit rapport dient als aanjager en inspiratiebron voor een breed gedragen nationale ambitie. Het is tot stand gekomen op basis van bureauonderzoek en input van experts van bedrijven, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen. Ieder thema dat wordt besproken is echter van een grote omvang en complexiteit, waardoor de korte beschrijvingen onvoldoende recht zullen doen aan alle kennis die er is. Het rapport beoogt daarom geen volledige analyse en beschrijving te bieden van alle bovengenoemde aspecten. Bij de uitwerking van de thema’s hebben we expliciet rekening gehouden met de verschillende niveaus waarop bedrijven nu actief zijn. We willen immers graag zoveel mogelijk bedrijven motiveren en inspireren om hun eigen ambitie op MVO-gebied te verstevigen en de transitie naar duurzaamheid mede te versnellen. Daarom is er gekozen voor meerdere oplossingsrichtingen, variërend van ‘quick wins’ tot grote innovaties.


06 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

SAMENVATTING AMBITIE 2020 Nederland wereldvoorbeeld van een circulaire en inclusieve economie De urgentie tot het verduurzamen van onze economie wordt met de dag groter. Het verbruik van grondstoffen, energie en water en de uitstoot van schadelijke stoffen staan in geen verhouding tot wat de aarde kan dragen. Wereldwijde bevolkingsgroei, armoede en de afname van biodiversiteit zijn vraagstukken waarvoor we dringend oplossingen moeten vinden. Ook het grote aantal mensen dat moeite heeft om te participeren in de samenleving vraagt om een nieuwe invulling van onze economie. MVO Nederland gelooft in de kracht van bedrijven om bij te dragen aan een betere wereld. Steeds duidelijker wordt dat de omslag naar een circulaire en inclusieve economie voor bedrijven en investeerders allerlei kansen biedt. MVO ontwikkelt zich van moeten naar willen en kunnen. Wie nu investeert in een duurzame en sociale toekomst, zal daar snel de vruchten van plukken. Bedrijven die de omslag maken zijn zuiniger met dure grondstoffen, innoveren meer, zijn socialer en hebben meer betrokken medewerkers. Dat maakt hen sterker en slagvaardiger. Wereldvoorbeeld Nederland heeft de potentie om wereldvoorbeeld te zijn van hoe het anders en beter kan. Uit onderzoek onder de achterban van MVO Nederland blijkt dat 80% van de ondervraagde bedrijven vindt dat het Nederlandse bedrijfsleven wereldtop moet zijn op het gebied van duurzaamheid. Er is een groot draagvlak voor een nationale ambitie die als volgt luidt:

Nederland wereldvoorbeeld van een circulaire en inclusieve economie. Bij een circulaire economie gaat het om het sluiten van kringlopen met een lage of zelfs ‘zero footprint’ als resultaat. Bij een inclusieve economie participeert iedereen naar vermogen en staat betekenisvol werken en leven centraal. Nederlandse bedrijven, organisaties, overheden en kennisinstellingen kunnen de komende jaren het verschil maken als we onze krachten bundelen in één gezamenlijke ambitie. Door bestaande duurzaamheidsambities sneller te implementeren, meer bedrijven te laten participeren, door onze ambities te verhogen en door onze krachten te bundelen, kan Nederland in 2020 internationaal bekend staan om haar groene en sociale economie. Van belang is dat Nederlandse bedrijven zich richten op waarden die zijn ontleend aan het drieluik people, planet en profit. Vaak zullen verdienmodellen moeten worden aangepast waardoor aanzienlijk minder resources worden gebruikt en een grotere positieve sociale impact wordt bereikt. In de nieuwe economie gaan duurzaamheid en economische toegevoegde waarde hand in hand. Ze kenmerkt zich door samenwerking boven concurrentie. De nieuwe economie is gericht op het leveren van een concrete bijdrage aan een breed palet van maatschappelijke vraagstukken. Bedrijven zijn transparant, toegankelijk en innoveren continu. Zowel in het eigen bedrijf als in de keten zorgen ondernemingen voor meervoudige waardecreatie voor mens en milieu.

Circulaire economie Bedrijven gaan verantwoord om met energie, water en grondstoffen, creëren geen onbruikbaar afval tijdens het productieproces en zorgen ervoor dat het product of de grondstoffen na gebruik terug kunnen keren in de waardeketen. Dit hoeft niet noodzakelijkerwijs eenzelfde kringloop te zijn. De ecologische footprint is significant verlaagd en in balans met de draagkracht van de aarde. Al bij de ontwerpfase van producten wordt er nagedacht over de hele levenscyclus van grondstoffen, materialen en producten. Gebruik en functionaliteit worden belangrijker dan bezit. Er worden, zowel binnen het bedrijf als in de keten, geen energie en grondstoffen verspild en er wordt zo veel mogelijk gebruik gemaakt van hernieuwbare bronnen. Bedrijven ontwikkelen producten en diensten die het anderen mogelijk maken om energie te besparen en zuinig met grondstoffen om te gaan. Ze werken waar mogelijk met biobased materialen en zorgen dat materialen zo lang mogelijk in de kringloop blijven. Inclusieve economie In een inclusieve economie neemt iedereen naar vermogen deel aan werk en maatschappij, zowel binnen Nederland als daarbuiten. Mensen worden uitgedaagd en in de gelegenheid gesteld het beste uit zichzelf te halen. Participatie is het sleutelwoord. Werkgevers dragen door training en ontplooiing van medewerkers bij aan een creatievere beroepsbevolking. Scholing zorgt ook voor een voldoende aanbod van talentvolle mensen die nodig zijn om maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Groepen die momenteel moeilijk aan het werk komen vinden makkelijker een plek op de arbeidsmarkt. Medewerkers hebben de competenties om succesvol te zijn in een flexibele arbeidsmarkt en zijn in staat om in hun werk praktisch invulling te geven aan duurzaamheid. Nederlandse bedrijven staan er internationaal om bekend dat zij zorgen voor betekenisvol werk voor hun medewerkers. Betrokkenheid en werkgeluk staan centraal en iedereen in de samenleving doet mee, niet alleen binnen de muren van het eigen bedrijf, maar ook in de (internationale) ketens van Nederlandse bedrijven. Nederlandse bedrijven leveren er internationaal een belangrijke bijdrage aan dat mensen in hun basisbehoeften kunnen voorzien. Dit doen zij in ieder geval door zowel in hun eigen bedrijf als in hun keten de internationale arbeidsnormen en de mensenrechten te respecteren en te bevorderen. Zij zorgen er o.a. voor dat de werknemers in hun keten een leefbaar loon ontvangen en veilige werkomstandigheden en vakbondsrechten hebben. Ook leveren zij een bijdrage door producten en diensten te leveren die in basisbehoeften voorzien, zoals toegang tot zorg, huisvesting, energie, voedsel en water. Bedrijven dragen bij aan welzijn door gezonde producten te ontwikkelen en door innovaties op het gebied van gezondheidszorg. Dit alles zowel binnen de nationale als de internationale context.


07 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

Ambitiethema’s Water Wereldwijd is er sprake van een stijgende vraag naar water. Door overexploitatie en ongelijke verdeling ontstaan er in delen van de wereld problemen met de beschikbaarheid van water. Daarnaast is ook de kwaliteit van water een aandachtspunt. Watervervuiling is schadelijk voor de gezondheid van mensen en dieren en heeft een negatieve invloed op de (vruchtbaarheid van de) bodem. Ook vindt er wereldwijd, mede veroorzaakt door klimaatverandering, een toenemend aantal watergerelateerde natuurrampen plaats. Kansen voor bedrijven >> Procesinnovaties. Gericht op besparing en betere distributie van water. >> Blue energy. Het winnen van energie uit water. >> Kostbare grondstoffen winnen uit water. >> Deltatechnologie. Technologieën om mensen en land te beschermen tegen watergeweld. >> Waterzuiveringtechnologie. Technieken die vervuild water geschikt maken voor gebruik. >> Adaptatie aan water. Innovaties die helpen om te gaan met watertekort of -overschot. Energie en klimaat De vraag naar energie zal de komende periode fors toenemen. Tegelijkertijd groeit het besef dat het gebruik van fossiele energie veel nadelen heeft, zoals uitstoot van fijnstof en CO2 en mede daardoor klimaatverandering. Ook de toenemende schaarste en geopolitieke kwesties rondom beschikbaarheid vragen om heldere ambities en daadkracht op dit thema. Kansen voor bedrijven >> Procesinnovatie. Door processen te verbeteren kan energiebesparing gerealiseerd worden. >> Hernieuwbare energie. De markt voor hernieuwbare energie groeit snel en biedt allerlei kansen voor bedrijven. >> Adaptatie. Infrastructuur, watermanagement en kustbescherming helpen aan te passen aan het veranderende klimaat. Voedsel De beschikbaarheid van voedsel is wereldwijd ongelijk verdeeld, met honger aan de ene kant en problemen als overgewicht en obesitas aan de andere kant tot gevolg. Door slecht beheer, intensieve monoculturen en een groeiend tekort aan zoet water raakt steeds meer landbouwgrond uitgeput. Daarnaast is de huidige landbouw verantwoordelijk voor ongeveer een derde van de uitstoot van schadelijke broeikasgassen. De vraag naar (luxe) voedsel en biobrandstoffen groeit, waardoor het noodzakelijk wordt om per hectare meer opbrengst te genereren. Echter, om de aarde leefbaar te houden voor huidige en toekomstige generaties zullen ecosystemen en het milieu hierbij maximaal moeten worden ontzien. Kansen voor bedrijven >> Export van kennis en innovatie over landbouwtechnieken. >> Intensivering. Op een duurzame manier meer voedsel produceren uit minder hectare. >> Duurzaam en gezond eten. Inspelen op toenemende behoefte onder consumenten aan gezond en duurzaam eten. >> Verwaarding van biomassa-reststromen. Meer waarde halen uit reststromen in de landbouw.

Werken In veel landen waar Nederlandse bedrijven direct of in hun keten actief zijn is sprake van slechte arbeidsomstandigheden. Denk aan kinderarbeid, discriminatie, onveilige en ongezonde situaties of oneerlijke beloning. Op nationaal niveau zal de arbeidsmarkt voortdurend een disbalans vertonen tussen vraag en aanbod van kennis en vaardigheden. Dit wordt veroorzaakt door vergrijzing, outsourcing van arbeid naar lagelonenlanden, nieuwe technologieën en constant veranderende behoeften. Schaarste van (goed opgeleid) personeel zal verschillende sectoren treffen. Daarbij wordt het potentieel van de arbeidsmarkt nog niet volledig benut. Denk aan arbeidsgehandicapten, allochtonen, laaggeschoolden en mensen met een zorgtaak. Veel medewerkers voelen zich niet betrokken en ongelukkig op het werk, met mindere prestaties, ziekte en uitval tot gevolg. Kansen voor bedrijven >> ‘Talentism’. Bedrijven die gericht zijn op talentontwikkeling en welzijn van medewerkers zullen meer talentvolle medewerkers aantrekken en behouden. Werk afstemmen op persoonlijke drijfveren en kwaliteiten verhoogt de inzetbaarheid en arbeidsproductiviteit van medewerkers. >> Voorsprong bij gunningen en aanbestedingen door social return. Overheden en bedrijven stellen inclusief ondernemen steeds vaker als voorwaarde voor het verstrekken van opdrachten. >> Het Nieuwe Werken. Werken waar, wanneer, hoe en met wie je wilt, kan zorgen voor meer arbeidsparticipatie van groepen die anders buiten de boot vallen. Dit maakt de pool van potentiële, getalenteerde werknemers groter. >> Investeer in vitaliteit medewerkers. Door als werkgever bij te dragen aan de vitaliteit van medewerkers daalt het ziekteverzuim en stijgt de productiviteit. >> Slimme ICT-oplossingen. ICT-bedrijven kunnen kansen grijpen door bedrijven te faciliteren in het Nieuwe Werken en het creëren van platforms gericht op training, scholing en arbeidsmobiliteit. >> Samenwerking met het onderwijs. Samenwerking met het onderwijs kan de vaardigheden en interesses van jongeren voor sectoren waar krapte dreigt al in een vroeg stadium ontwikkelen. >> Eerlijke producten. Consumenten verwachten van bedrijven dat zij de arbeidsomstandigheden en de mensenrechten in hun keten goed geregeld hebben. Materialen en ecosystemen De grenzen van ons lineaire productiemodel komen steeds dichterbij. Bij een ongewijzigde aanpak zijn verschillende belangrijke grondstoffen binnen enkele decennia vrijwel uitgeput. Duurdere grondstoffen hebben nadelige gevolgen voor de economie en leiden tot conflicten, mensenrechtenschendingen, verlies aan biodiversiteit en extra milieuvervuiling: het kost steeds meer moeite de laatste beetjes grondstoffen te winnen. Dit probleem verergert doordat de wereldbevolking sterk groeit en er sprake is van een hoge mate van verspilling van grondstoffen.


08 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

Kansen voor bedrijven >> Design for reuse, repair en recycling. Bedrijven ontwerpen hun producten zo dat er minder primaire grondstoffen nodig zijn en dat de gebruikte grondstoffen ook beter terug te winnen zijn. >> Afval is grondstof. Afvalbedrijven veranderen in grondstofleveranciers. Ze kunnen hoogwaardige grondstoffen terugwinnen uit ingezameld afval. >> Producent wordt dienstverlener. In plaats van een product te verkopen gaan bedrijven diensten leveren, waardoor ze eigenaar blijven van hun waardevolle grondstoffen. >> Circulair inkopen. Circulair inkopen zorgt voor de borging van een robuuste toeleveringsketen en kostenverlaging door verlenging van de levenscyclus van producten. >> Reparatie. Dienstverleners richten zich op reparatie van producten die anders weggegooid zouden worden. Een grote kans gezien de verwachte prijsstijgingen van grondstoffen. >> Biobased economy. Nederland beschikt over hoogwaardige kennis van zowel chemie als landbouw. Er is volop ruimte voor innovatieve bedrijven die de kwaliteiten van biobased grondstoffen beter benutten. Gezondheid Op veel plekken ter wereld komen kindersterfte, ondervoeding en wijdverbreide infectieziekten als malaria, aids en tuberculose voor. Ook de toegang tot zorg is in veel gebieden een groot probleem. In Nederland dreigt het zorgsysteem onbetaalbaar te worden. Het aantal chronisch zieken stijgt, er is sprake van ‘dubbele vergrijzing’ (steeds meer ouderen die bovendien langer leven) en het aantal alleenwonende ouderen neemt toe. Kansen voor bedrijven >> Meer aandacht voor preventie. Zorginstellingen en zorgverzekeraars kunnen zich onderscheiden en meer klanten naar zich toetrekken door preventie en betekenisvol leven een duidelijke plek te geven in dienstverlening en zorgpakketten. Ook zal dit de kosten op de lange termijn sterk doen dalen. >> Groeiende markt voor gezonde producten. De groeiende vraag van consumenten, zorginstellingen, scholen etc. naar gezonde voeding biedt kansen voor bedrijven in de voedingssector, horeca en catering. >> Technologische en ICT-oplossingen. Nieuwe technologie en ICT-oplossingen dragen bij aan kosteneffectieve (thuis)zorg, zoals domotica en e-health. >> Paradigmashift. Zorg en gezondheid moeten een andere invulling krijgen, waarbij de focus verschuift van ziekenzorg naar preventie. Dit biedt allerlei kansen voor het ontwikkelen van integrale zorgconcepten. Mobiliteit De verduurzaming van onze economie is voor een groot deel afhankelijk van de omslag naar een slimmere, efficiëntere en zuinigere invulling van mobiliteit. Mobiliteit is een belangrijke voorwaarde voor welvaart en welzijn, maar heeft nu ook veel negatieve gevolgen voor mens en milieu. Tegelijk met het sterk toenemen van de vraag naar mobiliteit, stijgt de uitstoot van CO2, fijnstof en andere schadelijke stoffen, het fileprobleem, biodiversiteitschade en onveiligheid.

Kansen voor bedrijven >> Slimme mobiliteit. Nederland loopt voorop met toepassingen voor slimme mobiliteit, zoals innovatieve verkeerssystemen en ‘in-car technologieën’ en heeft hiermee een mooi exportproduct in handen. >> Duurzame vervoersmiddelen. De populariteit van elektrische en hybride voertuigen is de afgelopen paar jaar sterk toegenomen. Nieuwe (kostbare) technieken zullen in kostprijs dalen. Een toenemende vraag naar alternatieve brandstoffen en energiedragers verruimt de marktkansen hiervoor. >> Totale mobiliteitsconcepten. De omslag van bezit naar gebruik en toepassing van smartphonetechnologie biedt kansen voor OV-, auto-, lease- en hightechbedrijven om totale mobiliteitsconcepten aan te bieden, waarbij de klant voor elk traject de optimale mix van duurzame vervoersmiddelen krijgt aangeboden. Basisbehoeften en menselijke ontwikkeling Een groot deel van de wereldbevolking is niet in staat te voorzien in haar basisbehoeften op het gebied van mensenrechten, toegang tot zorg, huisvesting, scholing en voedsel. Ook in de westerse wereld en in Nederland valt een groeiende groep mensen onder de armoedegrens, of wordt geconfronteerd met eenzaamheid, onveiligheid of ongelijkheid. In dit verband wordt ook wel gesproken over de afbraak van ‘sociaal kapitaal’. Bedrijven kunnen een belangrijke rol spelen in het herstellen hiervan. Kansen voor bedrijven >> Base of the Pyramid. Er zijn honderden miljoenen mensen met een zeer laag inkomen. Voor bedrijven die producten en diensten aanbieden toegespitst op deze specifieke doelgroep, betekent dit een aanzienlijk marktpotentieel en tegelijkertijd een manier om deze mensen te helpen om te voorzien in een basisbehoefte. >> Maatschappelijke betrokkenheid. Bedrijven kunnen een grote bijdrage leveren aan het vergroten van het welzijn van mensen door te investeren in de maatschappij. Dit is ook goed voor het bedrijf zelf, want het is vaak leerzaam, motiverend voor medewerkers en goed voor de reputatie.


09 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

Procesthema’s Transparantie Transparantie is niet alleen een verantwoordingsonderwerp, maar vooral ook een bron voor innovatie. De samenleving verwacht dat bedrijven meer geïntegreerd gaan rapporteren over hun maatschappelijke impact. Hiervoor is inzicht nodig in de invloed van bedrijfsactiviteiten op de maatschappij. Dit kan onder meer bereikt worden door ook over niet-financiële informatie te rapporteren. Ook in het financiële verkeer is een grotere transparantie nodig over de maatschappelijke effecten van financiële diensten. Financiering Veel bedrijfsactiviteiten worden pas mogelijk met financiering van bijvoorbeeld banken, pensioenfondsen en andere investeerders, of met behulp van overheidsmaatregelen. Door de beschikbaarheid van financiële middelen te koppelen aan de positieve maatschappelijke impact van bedrijfsactiviteiten kan Ambitie 2020 in een stroomversnelling komen. ICT ICT kan veel kennis leveren om beter en sneller te verduurzamen. Verduurzaming van ons economische systeem vraagt om nieuwe mogelijkheden voor communicatie, complexe samenwerkingsvormen en sturing op niet-financiële informatie. De vraag naar partijen die hierin met informatie- en communicatietechnologie kunnen ondersteunen zal dan ook blijven stijgen. Communicatie en gedragsbeïnvloeding Een circulaire en inclusieve economie kan alleen worden waargemaakt als het draagvlak voor een duurzame maatschappij onder consumenten, werknemers, burgers en politiek groeit. Hierin speelt samenwerking tussen bedrijven, het onderwijs en de overheid een belangrijke rol. Er is grote behoefte aan psychologische kennis en aan innovatieve methoden om duurzaam gedrag te bevorderen. Kennis en onderzoek Voor een circulaire en inclusieve economie zijn kennis en hoogwaardig onderzoek onmisbaar. Het gaat om kennis over een breed terrein variërend van technologische kennis tot kennis van economie, bestuur en gedrag. (Sociale) innovatie en nieuwe businessmodellen Verduurzaming en systeemverandering zijn alleen mogelijk door constant te innoveren en te kiezen voor nieuwe businessmodellen en (crosssectorale) samenwerkingsvormen. Naast technologische innovatie, met snellere en slimmere producten, meer efficiency en standaardisatie, outsourcing en schaalvergroting tot gevolg, komt het nu steeds meer aan op sociale innovatie.


010 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

AMBITIETHEMA’S EN KANSEN WATER ISSUES Beschikbaarheid van en toegang tot water Door overexploitatie, bevolkingsgroei en economische ontwikkeling ontstaan er in grote delen van de wereld problemen met de beschikbaarheid van water. Veel landen hebben nu al een te grote ‘watervoetafdruk’, wat zorgt voor een steeds groter gat tussen vraag en aanbod van bruikbaar water.1 Deze overexploitatie wordt in stand gehouden doordat er geen reële prijs wordt gevraagd voor water, het is te goedkoop. Ook de ongelijke verdeling speelt een rol in het economisch of fysiek niet beschikbaar zijn van water. Op dit moment leeft 20% van de wereldbevolking in gebieden waar fysieke waterschaarste zich kan voordoen. In 2025 zal met name in ontwikkelingslanden (Afrika, Midden-Amerika en delen van Azië) sprake zijn van economische of fysieke waterschaarste. Kwaliteit van water Door watervervuiling neemt de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater af, vooral veroorzaakt door de landbouw, de industrie en huishoudens. In toenemende mate gaat het bij vervuiling ook om hormonen of nutriënten in water [bron]. Watervervuiling is schadelijk voor de gezondheid van mensen en dieren en heeft een negatieve invloed op de (vruchtbaarheid van de) bodem. Dagelijks sterven 5000 mensen door gebrek aan water of door vervuild drinkwater [bron]. Voedselzekerheid Voor de voedselproductie is water een essentiële grondstof: 92% van het watergebruik komt door agrarische productie [bron]. Wereldwijd zal de benodigde hoeveelheid voedsel tussen nu en 2030 met ca 40% toenemen2. Mondiaal zullen we met dezelfde hoeveelheid water dus meer moeten produceren, in de landbouw maar ook in de industrie. Ook watergeweld, watervervuiling, bodemvervuiling en bodemverzouting vormen een bedreiging voor de voedselvoorziening. Net als verdroging en overstromingen. Omgaan met watergeweld Er vindt wereldwijd, mede door klimaatverandering, een toenemend aantal watergerelateerde natuurrampen plaats. De variabiliteit is de afgelopen jaren gestegen: er is sprake van extremere droogten en extremere wateroverlast. Met alle gevolgen van dien voor mensen en hun voedselvoorziening. OPLOSSINGSRICHTINGEN >> Minder watergebruik. De watervoetafdruk moet wereldwijd naar beneden. Er moet efficiënter met water worden omgegaan, minder water worden gebruikt en minder water worden verspild. >> Meer waterrecycling. De watervoetafdruk kan ook worden verlaagd door water te recyclen. Hiervoor is effectieve zuivering van vervuild water nodig. >> Betere opslag en distributie van water. Het investeren in verbeteringen in de opslag en distributie van water biedt een oplossing voor de ongelijke verdeling. >> Minder watervervuiling. Er moet wereldwijd minder water vervuild worden.

>> Betere bescherming. Betere bescherming tegen natuurrampen zoals droogte of overstromingen helpt in de omgang met de waterproblematiek. >> Adaptatie. Oplossingen zijn niet alleen te vinden in het voorkomen van het probleem of het beschermen tegen het probleem, maar ook in het aanpassen aan het probleem. Bijvoorbeeld plantveredeling, waardoor onze voedselvoorziening bestand is tegen overvloedig water. ROL NEDERLANDSE BEDRIJFSLEVEN Het Nederlandse bedrijfsleven heeft een sterke relatie met water, zowel door de grote Nederlandse voetafdruk3 als door de kennis van Nederland op het gebied van water. Het grootste deel van het waterverbruik door Nederlandse bedrijven vindt niet plaats binnen de landsgrenzen, maar bij productie in het buitenland. De volgende sectoren in het bijzonder kunnen een grote bijdrage leveren aan het thema water: >> Bedrijven in landbouw en industrie. Bedrijven in de landbouw en industrie zijn verantwoordelijk voor respectievelijk 70% en 22% van de watervoetafdruk4. >> Bedrijven die in waterintensieve producten handelen. Het gaat hier om het verhandelen van voedingsmiddelen, grondstoffen, of halffabricaten waarvoor bij de productie in andere gebieden veel water is gebruikt. >> Waterzuiveringsbedrijven. Bedrijven die drinkwater of industriewater zuiveren, produceren en distribueren. >> Waterbedrijven en ingenieurs. Bedrijven die zich bezighouden met waterbeheer. >> R&D-bedrijven. Bedrijven die zich richten op technologische innovaties voor efficiënter en schoner gebruik of zuivering van water. KANSEN NEDERLANDSE BEDRIJFSLEVEN Water biedt veel kansen voor het Nederlandse bedrijfsleven, zeker met het oog op de kennis die Nederland heeft op het gebied van water. >> Blue energy. Het winnen van energie uit water [bron]. >> Kostbare grondstoffen uit water. Het met behulp van zuiveringstechnieken winnen van waardevolle grondstoffen uit vervuild water. >> Waterzuiveringstechnologieën. Innovaties en technieken die vervuild water geschikt maken voor menselijk gebruik. >> Deltatechnologie. Technologieën om mensen en land te beschermen tegen watergeweld, of het droogleggen van land. >> Adaptatie aan water. Innovaties en technieken die helpen in de omgang met watertekort of overschot. >> Innovaties voor adaptatie. Het klimaat verandert en dat betekent kansen voor bedrijven die zich richten op infrastructuur, watermanagement en kustbescherming.

1 ING, Third Industrial revolution, 2010 2 Water Resource Group, 2009 3 (1466 m3/yr/cap tegenover een gemiddelde van 1385 m3/yr/cap [bron]) 4 NCDO, 2012


011 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

BESTAANDE INITIATIEVEN EN BEST PRACTICES Een toenemend aantal partijen is met het thema bezig. De meeste initiatieven zijn gericht op deltatechnologie en omgaan met watergeweld. Daarnaast zijn er veel programma’s en partijen die zich richten op toegang tot water en sanitatie in ontwikkelingslanden. Topsector water De Topsector Water richt zich op de bescherming van de Nederlandse kust, waterbesparende systemen en technologieën voor waterhergebruik. Ook richt de sector zich op de productie en inzet van slimme en duurzame schepen. Lopende programma’s overheden en bedrijfsleven >> Water Footprint Network >> World Economic Forum Water Initiative >> World Water Council >> UN World Water Assessment Programme (VN) >> Programma Partners voor Water (EVD) >> Netherlands Water Partnership >> Planbureau voor de Leefomgeving - water AMBITIES OP HET GEBIED VAN WATER Ambities op het gebied van water kunnen over veel verschillende aspecten gaan, afhankelijk van het type bedrijf, omvang en sector. Bedrijven kunnen zich bij het formuleren van ambities laten inspireren door de volgende KPI’s (Key Performance Indicators): >> >> >> >> >> >>

Stijging liters grijs water Daling watervoetafdruk Daling liters watergebruik Stijging liters water hergebruikt Daling liters afvalwater Stijging liters water gezuiverd

ENERGIE EN KLIMAAT ISSUES Onze economie is voor een zeer groot deel afhankelijk van fossiele brandstoffen. De winning en het verbruik hiervan heeft echter een aantal zeer nadelige gevolgen: Klimaatverandering Door verbranding van fossiele brandstoffen komt er CO2 in de lucht. Dit is een belangrijke oorzaak voor het broeikaseffect. Het zorgt voor opwarming van de aarde, met potentieel catastrofale gevolgen. Wetenschappers hebben berekend dat de opwarming niet meer dan 2 graden mag zijn, willen we de aarde leefbaar houden. Klimaatverandering heeft diverse gevolgen, waaronder stijging van de zeespiegel, ontwrichting van ecosystemen, droogte en extreem weer. Dit vraagt om snel en drastisch ingrijpen van bedrijven, investeerders en overheden. Luchtvervuiling Het oudste argument tegen het gebruik van steenkool, olie en aardgas is dat het zorgt voor luchtvervuiling op de plaats waar het wordt verbrand. Al in het begin van de vorige eeuw werd geklaagd over smog boven grote steden zoals Londen en later ook in de Randstad. In sommige steden in China is het soms niet meer mogelijk om de zonsopgang te zien als gevolg van het massaal gebruik van steenkool. Fijnstof zorgt voor gezondheidsproblemen zoals hart- en longziekten, bronchitis en kanker. Volgens het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) kost een kolencentrale meer aan gezondheidszorg dan hij oplevert aan stroom. Onlangs berichtte de Universiteit Utrecht dat fijnstof ook in lagere concentraties gevaarlijker is dan eerder werd gedacht [bron]. Geopolitiek Veel fossiele brandstoffen zijn afkomstig uit landen waar mensenrechten onder druk staan en die vaak een instabiele regering kennen. De afhankelijkheid van grondstoffen uit die landen verzwakt de positie van Nederland. Schaarste Zoals alle grondstoffen zijn ook fossiele brandstoffen per definitie eindig. Een teruglopend aanbod drijft de prijzen op, wat de economie schaadt. Hoe lang de natuurlijke voorraden nog mee kunnen is lastig te zeggen. Volgens sommigen is de piek in de olieproductie al achter de rug, anderen denken dat er nog voor vele decennia aardolie beschikbaar is. Ook nieuwe energiebronnen als schaliegas hebben invloed op de beschikbaarheid en dus de prijs van energie. OPLOSSINGSRICHTINGEN >> Vermijden van energiegebruik. Door innovaties, maar ook door simpele maatregelen kan het energieverbruik (deels) worden vermeden. Denk aan kleine acties als de lichten uitdoen en videoconferencing, maar ook aan energieopwekkende gebouwen. >> Gebruiken van hernieuwbare energie. Door over te stappen op hernieuwbare energiebronnen, zoals zon, wind en biobrandstof, wordt er veel minder CO2 uitgestoten. >> Verhogen efficiency in verbruik fossiele brandstoffen. Indien het onvermijdelijk is om fossiele brandstoffen te gebruiken, dan is er alsnog grote winst te behalen in het efficiënter gebruiken ervan.


012 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

>> Daarnaast is er nog een aantal minder gewenste oplossingsrichtingen, zoals kernenergie, CO2-opslag, emissiehandel en compensatie. Kernenergie is weliswaar minder vervuilend en minder koolstofintensief, maar heeft evident grote andere nadelen, zoals het afvalprobleem. Opslag van CO2 onder de grond is een dure ‘end of pipe’ oplossing. Een systeem van emissiehandel kan misschien helpen, mits de prijs van CO2 fors omhoog gaat. Hoge CO2-emissieprijzen zijn ook een voorwaarde voor CO2-opslag. Verder kan een CO2-belasting ingevoerd worden; enkele grote bedrijven gaan er nu al vanuit dat een dergelijke belasting er op termijn komt. Compensatie van CO2-uitstoot door bebossingsprojecten kan hoogstens een deel van het klimaatprobleem oplossen, niet de andere nadelen van fossiele energie. ROL NEDERLANDSE BEDRIJFSLEVEN Het bedrijfsleven is een grote verbruiker van fossiele energie en is daarom absoluut onmisbaar in het reduceren van energieverbruik. Het aandeel hernieuwbare energie (wind, zon, biomassa) in Nederland blijft met 4,4% in 2012 ver achter bij het Europese gemiddelde van 13% in 2011 [bron],[bron]. De energiesector en de industrie nemen gezamenlijk ongeveer de helft van het Nederlandse energieverbruik voor hun rekening [bron].

Topsector Energie De Topsector Energie heeft eigen ambities geformuleerd [bron] die inhoudelijk dicht bij het SER-akkoord liggen. AMBITIES OP HET GEBIED VAN ENERGIE Ambities op het gebied van energie kunnen over veel verschillende aspecten gaan, afhankelijk van het type bedrijf, omvang en sector. Bedrijven kunnen zich bij het formuleren van ambities laten inspireren door de volgende KPI’s (Key Performance Indicators): >> >> >> >> >> >> >> >>

% daling energieverbruik (binnen bedrijf/ in de keten) Energie-intensiteitsratio % gebruik hernieuwbare energie % stijging energie teruggeleverd aan het energienet % daling uitstoot van CO2, CH4, N2O, HFCs, PFCs, SF6, NF3 Aantal ton CO2–uitstoot gecompenseerd Aantal gerealiseerde innovaties op het gebied van energie Stijging omzet in energiebesparende producten/ diensten

KANSEN VOOR NEDERLANDSE BEDRIJFSLEVEN >> Slimmer met energie omgaan. Veel bedrijven kunnen nog grote slagen maken in het verminderen van hun energieverbruik door relatief simpele maatregelen. Door processen te verbeteren, gedrag aan te passen en bijvoorbeeld machines beter af te stellen kan nog veel energie bespaard worden. Dit zorgt niet alleen voor minder energieverbruik, maar ook voor een substantiële daling van kosten. >> ‘Mission zero’. Steeds meer bedrijven hebben de ambitie om zo snel mogelijk onafhankelijk te worden van fossiele brandstoffen en willen volledig klimaatneutraal opereren. >> Investeer in groene energie. De groene energiemarkt groeit snel. Denk aan de installatie van zonnepanelen en zonneboilers, het isoleren van gebouwen en huizen, het energiezuinig maken van openbare verlichting, de ontwikkeling van zuiniger auto’s, advies over energiebesparing, de aanleg van warmtenetten, windmolens op zee en op land, biovergistingsinstallaties en groen gas, en innovatieve technologieën als energiewinning uit planten of osmose. BESTAANDE INITIATIEVEN EN BEST PRACTICES SER-energieakkoord In het SER-energieakkoord van september 2013 zijn de volgende ambities vastgelegd: >> Rond 2050 is de Nederlandse energievoorziening volledig klimaatneutraal. >> De Nederlandse economie gebruikt ieder jaar 1,5% minder energie, dat is 100 PJ aan besparing in het finale energieverbruik van Nederland per 20205. >> In 2023 is het aandeel hernieuwbare energie 16% (nu 4%, in 2020 14%). >> De totale Nederlandse CO2-uitstoot is in 2050 80 tot 95% lager dan in 1990. 5 NB: de maatregelen in het Energieakkoord leiden tot 22-60 PJ aan besparing. Dat is dus onvoldoende voor de gestelde ambitie. Daarbovenop komen de niet-doorgerekende resultaten; die kunnen het gat vullen.


013 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

VOEDSEL ISSUES Bodemuitputting, biodiversiteit en ecosystemen Door slecht beheer, intensieve monoculturen, een toename in de veeteelt en een groeiend tekort aan zoet water raakt steeds meer landbouwgrond uitgeput. Bodemuitputting heeft veel impact op voedselproductie en leidt tot het verlies van biodiversiteit. Ook raakt de kringloop van voedingsstoffen (nutriënten) steeds meer uit balans. Door een toename in de veeteelt en een overschot aan meststoffen komen steeds grotere hoeveelheden nutriënten via de mest in de bodem en oppervlaktewater terecht. Teveel nutriënten zoals stikstof en fosfor verstoren ecosystemen [bron]. Hiernaast is de huidige landbouw verantwoordelijk voor ongeveer een derde van de uitstoot van broeikasgassen [bron]. De vraag naar voedsel neemt sterk toe Door bevolkingsgroei en stijgende welvaart groeit de vraag naar gevarieerd en luxe voedsel, kleding en energie. Dat legt druk op het huidige voedselsysteem [bron]. Om te voldoen aan de groeiende vraag naar zal de landbouwproductie ieder jaar met 2% moeten stijgen. Het is noodzakelijk om per hectare meer voedsel te gaan produceren, waarbij het milieu maximaal moet worden ontzien. De intensivering van de landbouw zal dus gerealiseerd moeten worden binnen de grenzen die de natuur en samenleving stellen, met behoud en herstel van ecosystemen [bron]. Voedselverspilling en –verliezen zijn zeer hoog Alleen al in Nederland wordt per jaar voor 4,6 miljard euro aan voedsel verspild [bron]. Het tegengaan van voedselverspilling kan naast economische en milieuvoordelen, ook een belangrijke rol spelen in het bestrijden van honger en versterken van de voedselzekerheid [bron]. De verdeling van voedsel is ongelijk Van de 842 miljoen mensen die niet in staat zijn om in hun dagelijkse behoefte aan voedsel te voorzien, leeft 98% in ontwikkelingslanden [bron]. Tegelijkertijd zijn wereldwijd meer dan 1 miljard mensen te zwaar. De WHO denkt dat over tien jaar overgewicht het belangrijkste wereldwijde medische probleem is [bron]. OPLOSSINGSRICHTINGEN >> Verminderen van voedselverspilling en –verliezen. Zowel bij de consument, als in (de keten) van bedrijven zijn grote verbeterslagen te maken. >> Efficiëntere voedselproductie. Minder gebruik van chemicaliën, grondstoffen en water. >> Innovaties delen. Kennis over voedselproductie sneller wereldwijd in de praktijk brengen. >> Verbeteren distributie van voedsel: hiervoor is crosssectorale samenwerking nodig. >> Duurzaam innoveren: bijvoorbeeld gebruik van innovatieve eiwitten in plaats van vlees, nieuwe duurzame manieren van telen, innovaties die bodemuitputting tegengaan, innovaties in opslag en distributie van voedsel, innovaties die de opbrengst per hectare sterk verhogen (zodat delen van de wereld die nu in gebruik zijn voor de landbouw, weer kunnen verwilderen om de biodiversiteit en vitaliteit van ecosystemen zoveel mogelijk te behouden en herstellen [bron]).

ROL VAN HET NEDERLANDSE BEDRIJFSLEVEN Nederland is een agrarische wereldspeler en speelt een zeer grote rol in de mondiale voedselsector. De Nederlandse sector Agro&Food heeft een toegevoegde waarde van € 48 miljard met een exportpositie die alleen door de VS wordt voorbijgestreefd [bron]. >> Bedrijven in de land- en tuinbouw. Zij hebben invloed op de efficiëntie in het gebruik van land en water, het maximaliseren van oogsten en voedselverspilling. Ook kunnen deze bedrijven boeren en tuinders in economische groeigebieden zoals Afrika en Azië adviseren over hun productie, nieuwe methoden ontwikkelen en lesgeven over logistiek en contracten [bron]. >> Levensmiddelenindustrie. Deze bedrijven kunnen een bijdrage leveren door hun duurzaam inkoopbeleid, efficiencyslagen in de productie, verpakking en distributie, minder verspilling van grondstoffen en het informeren van de consument over duurzaamheid en verspilling. >> R&D-bedrijven. Bedrijven die zich richten op technologische innovaties op het gebied van voedsel, zoals innovatieve voedselsystemen, efficiëntieslagen, veredelingstechnieken, duurzame veehouderij, biobased economy en markt- en keteninnovaties hebben grote invloed op de (duurzame) ontwikkeling van de voedselindustrie. >> Retail (cateraars, horeca, speciaalzaken en supermarkten). Supermarkten, speciaalzaken, cateringbedrijven en horecaondernemingen spelen een grote rol in -het tegengaan van- voedselverspilling, het gebruik van al dan niet duurzaam en diervriendelijk geproduceerd voedsel en het inkopen ervan. Ook spelen zij een belangrijke rol in de communicatie over voedsel naar de consument. KANSEN VOOR HET NEDERLANDSE BEDRIJFSLEVEN >> Export van kennis, expertise en duurzame innovaties naar groeimarkten. Denk aan groente en fruit telen met led-verlichting, precisielandbouw, irrigatietechnieken et cetera. >> Kostenbesparing door verspilling tegen te gaan. Verspilling is niet alleen zonde, maar ook duur. Bedrijven kunnen kosten besparen door zuiniger om te gaan met grondstoffen, voedsel en verpakkingen. >> Nieuwe markten aanboren met gezond en duurzaam voedsel. Inspelen op de toenemende behoefte onder consumenten aan gezond en duurzaam eten. >> Verwaarding van biomassa reststromen. Bijvoorbeeld de toepassing van tomatenstengels in verpakkingen of productie van plantenpotten van zetmeelrestanten afkomstig van frietproductie. BESTAANDE INITIATIEVEN EN BEST PRACTICES Topsectoren In het Innovatiecontract topsector Agro&Food legt de sector duurzame businesskansen vast: >> Meer met minder, duurzame voedselsystemen. >> Hogere toegevoegde waarde: innovatiefocus op gezondheid, duurzaamheid, smaak & gemak. >> Internationaal leiderschap: export van producten en geïntegreerde systeemoplossingen. De sector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen wil in 2020 wereldleider zijn in duurzame oplossingen, niet alleen voor voedselzekerheid en -veiligheid, maar ook voor gezondheid, geluk en welbevinden.


014 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

Lopende programma’s overheden en bedrijfsleven >> No Waste Network >> De Alliantie Verduurzaming Voedsel >> Convenant Verduurzaming inkoop verse groente en fruit Activiteiten MVO Nederland >> De Coalitie Tuinbouw is een groep innovatieve bedrijven, NGO’s en kennisinstellingen, die de volgende visie heeft: “in 2030: duurzaam geproduceerd, gezond en voedzaam groente en fruit toegankelijk voor iedereen in de wereld”. >> Praktijknetwerk Food & Agribusiness (ISO 26000) is een groep agrifood- en tuinbouwbedrijven die elkaar willen stimuleren MVO en ISO 26000 verder te ontwikkelen. [bron]. AMBITIES OP HET GEBIED VAN VOEDSEL Ambities op het gebied van voedsel kunnen over veel verschillende aspecten gaan, afhankelijk van het type bedrijf, omvang en sector. Bedrijven kunnen zich bij het formuleren van ambities laten inspireren door de volgende KPI’s (Key Performance Indicators): >> >> >> >> >> >> >> >> >> >>

Aantal ‘gezonde’ producten in assortiment Aantal ‘duurzame’ producten in assortiment Aantal kg hergebruik afvalstromen biomassa Aantal kg voedselverspilling Aantal kg voedselproductie per hectare Aantal ketenpartners van veld naar vork Gebruik mest per kg voedsel Gebruik bestrijdingsmiddelen per kg voedsel Gebruik water per kg voedsel % vermindering gebruik nutriënten

WERKEN ISSUES Mismatch op de arbeidsmarkt De arbeidsmarkt vertoont steeds vaker een disbalans tussen wat werkgevers zoeken en wat werknemers te bieden hebben en andersom. Redenen hiervoor zijn de opkomst van nieuwe technologie, vergrijzing en ontgroening, outsourcing, veranderende behoeften en automatisering. In rap tempo verdwijnen traditionele banen, blijken mensen te laag opgeleid of voor de ‘verkeerde’ sector. Het bedrijfsleven krijgt in de periode tot 2020 te maken met fikse tekorten in de technische, medische, verzorgende en transportberoepen [bron]. Niet iedereen doet mee Sommige groepen hebben een afstand tot de arbeidsmarkt. Vrouwen hebben, zowel qua salaris als topposities, nog steeds een achterstand op mannen. Ook allochtonen blijven achter. Zo is de werkloosheid onder hen 7% hoger dan onder autochtonen. In tien jaar is de participatie van de 1,7 miljoen arbeidsgehandicapten gedaald van 43 naar 37% [bron]. Deelnemen aan het arbeidsproces is niet alleen goed voor de economie, het heeft ook veel positieve sociale effecten. Werk biedt zingeving en structuur en is hiermee een belangrijk onderdeel van een betekenisvol bestaan. Lage betrokkenheid bij werk De medewerkertevredenheid in ons land is al jaren stabiel. Nederlanders zijn ‘redelijk tevreden’ met hun werk. De betrokkenheid is echter laag, slechts 37% voelt zich absoluut verbonden met de werkgever. Bovendien ervaart een derde van de medewerkers een te hoge werkdruk en behaalt 25% weinig tot geen resultaten in het werk waar men energie van krijgt.6 Internationaal bezien behoort Nederland tot de landen met de laagste ‘employee engagement’ [bron]. Internationale arbeidsomstandigheden In veel landen waar Nederlandse bedrijven direct of in hun keten actief zijn, is sprake van slechte arbeidsomstandigheden. Denk aan kinderarbeid en dwangarbeid, discriminatie en onveilige werkomstandigheden. Ook komt het regelmatig voor dat medewerkers geen leefbaar loon ontvangen of dat er zeer veel overuren gewerkt moeten worden en dat vakbondsrechten niet worden gerespecteerd. OPLOSSINGSRICHTINGEN >> Iedereen een eerlijke kans op de arbeidsmarkt. Zorg dat allochtonen, vrouwen, ouderen en arbeidsgehandicapten een kans krijgen op betekenisvol werk. >> Investeren in gezondheid en vitaliteit. Maatregelen nemen om ziekte en verzuim van medewerkers aan te pakken en gezond werk en leefstijl te bevorderen. >> Sociale innovatie. Vernieuwingen in de arbeidsorganisatie en in arbeidsrelaties leiden tot verbeterde prestaties van de organisatie, meer betrokkenheid, een beter aanpassingsvermogen aan (maatschappelijke) ontwikkelingen en ontplooiing van talenten. >> Duurzame inzetbaarheid. Om iedereen zo lang, gezond en gelukkig mogelijk aan het werk te houden moet er ingezet worden op gezondheid/vitaliteit en betekenisvol werk. >> Hanteren ILO-normen in de gehele keten van Nederlandse bedrijven. Bedrijven moeten risico’s rondom arbeidsomstandigheden in de keten in kaart brengen en hierop actie ondernemen. 6 Integron - Werkbeleving in Nederland 2013


015 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

ROL NEDERLANDS BEDRIJFSLEVEN Of bedrijven nu wel of geen personeel in dienst hebben, ze hebben vrijwel altijd direct of indirect te maken met bovenstaande issues. Ze zijn verantwoordelijk voor eigen personeel of voor arbeidsomstandigheden in hun keten. Uit onderzoek blijkt dat bijna een kwart van de Nederlandse MKB’ers direct of indirect zaken doet met ontwikkelingslanden en opkomende markten [bron]. Alle Nederlandse bedrijven kunnen dus een bijdrage leveren. KANSEN VOOR NEDERLANDSE BEDRIJVEN >> Ander leiderschap trekt jong talent aan. Jonge medewerkers hebben grote behoefte aan coachend leiderschap en vrijheid. Talentontwikkeling, werkplezier en welzijn staan bij hen centraal. Van medewerkers wordt eigen verantwoordelijkheid voor inzetbaarheid op de arbeidsmarkt, inzicht in het eigen kunnen en ontwikkeling van vakmanschap verwacht [bron]. >> Concurrentievoordeel door social return. Overheden en bedrijven stellen inclusief ondernemen (social return) steeds vaker als voorwaarde voor het verstrekken van opdrachten. >> Het Nieuwe Werken. Werken waar, wanneer, hoe en met wie je wilt, kan zorgen voor een hogere arbeidsproductiviteit, meer betrokkenheid en een hogere arbeidsparticipatie van groepen die anders niet aan werk kunnen komen. Dit maakt de pool van potentiële, getalenteerde werknemers groter. Denk aan ouders met zorgtaken, mantelzorgers, arbeidsgehandicapten en ouderen. >> ICT-oplossingen. Bedrijven kunnen kansen grijpen door te faciliteren in het Nieuwe Werken, bijvoorbeeld door het creëren van platforms gericht op training, scholing en arbeidsmobiliteit. >> Samenwerking voorkomt krapte op arbeidsmarkt. Door samenwerking met bedrijfsvakscholen kunnen de vaardigheden en interesses van jongeren voor sectoren waar krapte dreigt, al in een vroeg stadium ontwikkeld worden. >> ‘Talentism’. Door een omslag van het denken vanuit vastomlijnde functies, naar het focussen op talenten van het individu groeit de inzetbaarheid van werknemers. Jobcrafting sluit hierop aan: in plaats van ‘one-size-fits-all functies’, werk meer afstemmen op persoonlijke drijfveren en talenten. Dit draagt bij aan betrokkenheid van medewerkers en aan een hogere arbeidsproductiviteit. >> Markt voor eerlijke producten. Slechte arbeidsomstandigheden in de keten vormen een steeds groter risico voor bedrijven. Dit bewijzen de recente nieuwsberichten rondom schandalen in de textielsector bijvoorbeeld. Consumenten zijn steeds vaker bereid om bedrijven met een slechte reputatie op dit gebied links te laten liggen [bron]. BESTAANDE INITIATIEVEN EN BEST PRACTICES Er bestaat een enorm aantal nationale en internationale initiatieven gericht op dit thema. Enkele hiervan worden hieronder weergegeven. >> In de VS is een toolkit ontwikkeld voor bedrijven over bestrijding van dwang- en kinderarbeid. >> De EU-werkgelegenheidsdoelstelling voor 2020 is 75% van de bevolking in de arbeidsgeschikte leeftijd (tussen 20 en 64 jaar) aan de slag krijgen. Voor Nederland is dit zelfs gesteld op 80% [bron]. Dit initiatief is sinds 2010 een onderdeel van de algemene EU-strategie Europe 2020 die in de komende tien jaar en ook daarna slimme, duurzame en inclusieve groei bevordert. >> In de Expeditie sociale innovatie van MVO Nederland werken bedrijven gezamenlijk aan sociale innovatie thema’s, zoals duurzame inzetbaarheid, diversiteit en medewerkerbetrokkenheid.

>> De Normaalste Zaak is een netwerk van bedrijven die het ‘de normaalste zaak’ vinden dat iedereen de kans krijgt om naar vermogen deel te nemen aan de arbeidsmarkt. >> De Universiteit Tilburg houdt zich bezig met re-shoring. Dit houdt in dat meer (maak)werk wordt teruggehaald naar Nederland en voor een deel gedaan wordt door mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. AMBITIES OP HET GEBIED VAN WERKEN Ambities op het gebied van werken kunnen over veel verschillende aspecten gaan, afhankelijk van het type bedrijf, omvang en sector. Bedrijven kunnen zich bij het formuleren van ambities laten inspireren door de volgende KPI’s (Key Performance Indicators): >> >> >> >> >> >> >> >>

% daling ziekteverzuim Aantal arbeidsgerelateerde ongevallen Stijging medewerkerbetrokkenheid % mensen in dienst met een afstand tot de arbeidsmarkt % vrouwen in hogere managementlagen Aantal stage- en of opleidingsplaatsen Personeelsverloop % leveranciers dat voldoet aan standaarden o.g.v. arbeidsomstandigheden


016 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

MATERIALEN EN ECOSYSTEMEN ISSUES Onze economie is grotendeels gebaseerd op een lineair productiemodel dat uitgaat van een eindeloze stroom goedkope grondstoffen en natuurlijke hulpbronnen, die we na gebruik in de vorm van producten, materialen en voedsel, als afval afdanken. Dit model is onhoudbaar, omdat grondstoffen niet onuitputtelijk zijn en we de natuurlijke hulpbronnen in een dergelijk mate overbelasten dat zij zich niet kunnen herstellen. Het gevolg is dat grondstoffen zeer schaars worden of zelfs opraken en dat we onherstelbare schade aanbrengen aan de ecosystemen op aarde door teveel hulpbronnen op te maken. Bij een ongewijzigde aanpak keert de wal het schip: enkele belangrijke grondstoffen zullen binnen enkele decennia vrijwel uitgeput zijn en ecosystemen komen in gevaar. Schaarse grondstoffen leiden ook tot conflicten en tot extra milieuvervuiling: het kost steeds meer moeite de laatste beetjes grondstoffen te winnen, en dat moet gebeuren op steeds exotischer plekken op aarde. Het lineaire model leidt bovendien tot grote verspilling. Op dit moment gaat ongeveer 60% van alle grondstoffen verloren. Het probleem verergert doordat de wereldbevolking en de economie sterk groeien. De opkomende middenklasse in Azië wil de toegenomen welvaart omzetten in auto’s, telefoons, koelkasten en andere consumptiegoederen. De vraag naar grondstoffen neemt hierdoor verder toe. OPLOSSINGSRICHTINGEN >> Efficiëntere productie. Door efficiëntieverbeteringen door te voeren in onze productieprocessen hebben we minder grondstoffen nodig. >> Levensduur van producten (eindeloos) verlengen. Door producten langer te gebruiken en ze geschikt te maken voor verschillende functies, gaan grondstoffen veel langer mee. >> Ontwikkelen van alternatieven voor schaarse grondstoffen. Door materialen te ontwikkelen die ‘biobased’ zijn kunnen we onafhankelijk worden van schaarse eindige grondstoffen. >> De kringloopeconomie vormgeven. In de kringloopeconomie blijven grondstoffen en materialen eindeloos in de kringloop, of kunnen zij door de natuur worden afgebroken. >> Bewust consumeren. Om de balans te herstellen tussen wat wij consumeren en wat de aarde kan produceren, is het ook van belang dat consumenten andere waarden hanteren bij hun inkopen. De groep consumenten die kiest voor (wat) minder, lokaal en duurzaam groeit snel. >> Behouden van ecosystemen. Door bij productie en winning van grondstoffen kwetsbare plekken te ontzien, wordt verdere degradatie van ecosysteemdiensten, natuur en biodiversiteit tegengegaan. ROL NEDERLANDS BEDRIJFSLEVEN Nederland beschikt niet over grote eigen bodemschatten en zal dus grondstoffen moeten invoeren, in ruwe vorm, als halffabrikaat of als eindproduct. Het Nederlandse bedrijfsleven is voor de levering van grondstoffen en materialen dus afhankelijk van de wereldmarkt. Om die afhankelijkheid te verminderen en om de milieu-impact in hun keten te verminderen kunnen Nederlandse bedrijven een belangrijke rol spelen in het circulair ontwerpen van producten en het stimuleren van hergebruik en recycling. Uit een recent rapport van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat Nederland niet hoog scoort met groene patenten. Daar ligt een uitdaging voor het Nederlandse

bedrijfsleven. Ook blijkt uit onderzoek van TNO dat het omarmen van de circulaire economie het Nederlandse bedrijfsleven 7 miljard en meer dan 50.000 banen op kan leveren [bron]. KANSEN VOOR NEDERLANDSE BEDRIJFSLEVEN Volgens onderzoek van de Ellen McArthur- foundation kan in de EU 340-630 miljard dollar per jaar bespaard worden op grondstoffen door een omslag te maken naar een circulaire economie. In een circulaire economie zijn er volop kansen voor bedrijven om geheel nieuwe, winstgevende businessmodellen te implementeren en toegang te hebben tot betaalbare grondstoffen: >> Design for reuse, repair en recycling. Bedrijven kunnen hun producten zo ontwerpen dat er minder (of geen) primaire grondstoffen voor nodig zijn en de gebruikte grondstoffen ook beter terug te winnen zijn. Dat betekent: demontabel, waar mogelijk monomaterialen, bij de productie gebruik maken van gerecyclde en/of biobased grondstoffen. >> Afval is grondstof. Afvalbedrijven veranderen in grondstofleveranciers. Ze kunnen hoogwaardige grondstoffen terugwinnen uit ingezameld afval (‘urban mining’). >> Reparatie. Veel producten kunnen nu niet of nauwelijks gerepareerd worden. Voorbeeld: een kapotte Ipad is niet demontabel. Daardoor moet het gehele apparaat vervangen worden als het ermee stopt. Stijgende prijzen van grondstoffen zullen ervoor zorgen dat er (opnieuw) een business case ontstaat voor het repareren van producten, om die zo lang mogelijk in de kringloop te kunnen houden. Ambachten en reparatiebedrijven zullen daarom een revival meemaken. >> Biobased economy. Nederland beschikt over hoogwaardige kennis van zowel chemie als landbouw. Er is dus volop ruimte voor innovatieve bedrijven die de specifieke kwaliteiten van biobased grondstoffen weten te benutten voor zowel toepassingen in de biosfeer als de technosfeer. >> Van product naar dienst. In plaats van een fysiek product te verkopen, kunnen leveranciers de functie van het product verkopen. Bijvoorbeeld: in plaats van lampen te verkopen, gaat Philips nu verlichting van kantoren als dienst aanbieden. De fysieke lampen blijven eigendom van Philips, de klant betaalt alleen voor licht. Philips houdt op deze manier ook greep op zijn ‘eigen’ grondstoffen. BESTAANDE INITIATIEVEN EN BEST PRACTICES Topsector Chemie Een circulaire en biobased economie is onderdeel van de centrale ambitie van Topsector Chemie: >> In 2050 staat Nederland wereldwijd bekend als het land van de groene chemie >> In 2050 staat Nederland in de mondiale top drie van producenten van slimme materialen Lopende programma’s overheden en bedrijfsleven >> De Groene Groei brief en het Van Afval Naar Grondstof (VANG) programma van het kabinet en het verschenen TNO rapport over de kansen voor de circulaire economie in Nederland geven een eerste kader en perspectief voor het sluiten van grondstofkringlopen. Het rapport ‘Ondernemen in een circulaire economie’ van PwC et al. geeft inzicht in KPI’s en verdienmodellen.


017 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

>> Circle Economy is een coöperatie die organisaties en bedrijven begeleidt in het gezamenlijk ontwikkelen van nieuwe circulaire producten en diensten. >> OpAi, Oneplanet Architecture institute, heeft een digitaal werkboek circulaire economie voor het MKB ontwikkeld. De kern van het werkboek zijn de keuzes die bedrijven moeten maken tijdens hun zoektocht naar een circulaire business case. Activiteiten MVO Nederland MVO Nederland biedt bedrijven de mogelijkheid om individueel en gezamenlijk nieuwe circulaire bedrijfsmodellen te verkennen in haar Community-of-Practice Circulaire Economie. MOGELIJKE AMBITIES VOOR NEDERLANDSE BEDRIJVEN Ambities op het gebied van materialen en ecosystemen kunnen over veel verschillende aspecten gaan, afhankelijk van het type bedrijf, omvang en sector. Bedrijven kunnen zich bij het formuleren van ambities laten inspireren door de volgende KPI’s (Key Performance Indicators): >> >> >> >> >> >>

Aantal hergebruikte onderdelen in eindproduct % gerecycled materiaal in eindproduct % biobased grondstoffen Technische levensduur van producten Gerealiseerde omzet in circulaire producten Volume toxische materialen verwerkt in product

GEZONDHEID ISSUES Onvoldoende toegang tot gezondheidszorg en medicijnen Wereldwijd hebben 2,5 miljard mensen geen toegang tot basisgezondheidszorg. Elke dag sterven hierdoor 30.000 kinderen aan ziekten die te voorkomen zijn, zoals diarree, malaria en mazelen. [bron] Dit is vooral een probleem in landen waar mensen zelf voor gezondheidszorg moeten betalen, maar hier onvoldoende geld voor hebben. Soms zijn medische hulp of medicijnen ook gewoonweg niet op bereisbare afstand aanwezig. Aantal zieken stijgt fors De afgelopen eeuw is er wereldwijd grote vooruitgang geboekt in het bestrijden van dodelijke infectieziekten. Het gevolg is dat we nu langer leven, maar met meer ziekten en gebreken. Ook zijn er nieuwe gezondheidsproblemen bijgekomen. Voor het eerst in de geschiedenis is overgewicht wereldwijd een groter probleem dan ondervoeding [bron]. Dankzij de stijgende welvaart in opkomende economieën als China en India kunnen steeds meer mensen zich een westerse levensstijl permitteren; het aantal rokers neemt toe en mensen eten steeds meer en vetter voedsel, met chronische ziekten als diabetes en obesitas tot gevolg. Betaalbaarheid zorgsysteem staat onder druk Het stijgend aantal zieke en gehandicapte mensen brengt overal ter wereld hoge financiële en sociale kosten met zich mee. Onder meer in Nederland wordt het zorgsysteem hierdoor op den duur onbetaalbaar. De zorgvraag stijgt sterk als gevolg van de toename van het aantal chronisch zieken, maar ook door de ‘dubbele vergrijzing’ waarmee we te maken hebben: er zijn steeds meer ouderen, die steeds langer leven. Wanneer mensen ouder worden, accumuleren de gezondheidsproblemen. Mensen hebben ook een andere gezondheidsbehoefte: van overleven, naar langer leven, naar betekenisvol leven. OPLOSSINGSRICHTINGEN >> Radicale overstap op gezondere voeding en levensstijl. Door radicaal over te stappen op het produceren en vermarkten van gezonde voeding kunnen gezondheidsproblemen als obesitas worden beperkt, zonder dat daar een uitgebreid zorgsysteem voor nodig is. Bij gezonde voeding gaat het onder meer om producten met zo min mogelijk suiker, zout, slechte vetten en kunstmatige toevoegingen. >> Paradigmashift: van ziekenzorg naar betekenisvol leven. Om te streven naar een vitale bevolking, die als het nodig is een beroep kan doen op toegankelijke, betaalbare en kwalitatief goede zorg, is een paradigmashift nodig. De zorg van nu is vooral gericht op ‘in leven houden’. Arts en onderzoeker Machteld Huber pleit ervoor de focus te verschuiven naar ‘betekenisvol leven’. De kwaliteit van leven zou voorop moeten staan in het denken over gezondheid, in plaats van alleen gezondheid in medische zin. >> Zorg als verantwoordelijkheid van iedereen. Iedereen die aan de samenleving deelneemt, zou zijn aandeel op het gebied van gezondheid moeten leveren. De burger staat daarin centraal, in plaats van de patiënt. Individuen worden zelf verantwoordelijk voor hun gezondheid. Zij worden daarbij onder meer ondersteund door zorgorganisaties, die zich vooral richten op het voorkómen in plaats van het behandelen van ziekten, en


018 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

werkgevers, die met een duurzaam personeelsbeleid bijdragen aan gezondheidsbevordering van hun medewerkers. Ziekenhuizen zijn in dit paradigma een concentratie van aandachtvolle, menswaardige zorg en kennis over hoe om te gaan met een ziekte, in een gezonde, groene omgeving. ROL NEDERLANDS BEDRIJFSLEVEN Alle bedrijven hebben belang bij gezonde medewerkers en kunnen hieraan een bijdrage leveren. Zie hiervoor het thema ‘werken’. Zorgsector Bedrijven en organisaties in en rond de Nederlandse zorgsector kampen met de gevolgen van de toegenomen zorgvraag. Zorginstellingen spelen een cruciale rol in het toekomstbestendig maken van de zorgsector. Voedingsindustrie, horeca, catering De stijging van het aantal chronisch zieken wordt wereldwijd voor een groot deel veroorzaakt door de toename van obesitas.[bron]. Hierin speelt onder andere de voedingsindustrie een belangrijke rol. De alomtegenwoordige beschikbaarheid van (zoet en vet) voedsel biedt voor veel mensen de verleiding om teveel en ongezond te eten. Tegelijkertijd nodigt onze samenleving steeds minder uit tot bewegen, waardoor (ernstige) gewichtstoename al snel een feit is. In het remmen van de toename van chronische ziekten als obesitas en diabetes is een belangrijke rol weggelegd voor bedrijven uit de voedingssector, horeca en catering en retail. KANSEN VOOR NEDERLANDSE BEDRIJVEN >> Meer aandacht voor preventie verhoogt klantenbinding en verlaagt zorgkosten. Zorginstellingen en zorgverzekeraars kunnen zich onderscheiden en meer klanten behouden en naar zich toetrekken door preventie en betekenisvol leven een duidelijke plek te geven in de dienstverlening en zorgpakketten. >> Groeiende markt voor gezonde producten. Consumenten krijgen steeds meer oog voor de voordelen van een gezonde levensstijl en dus ook voor gezonde voeding. [bron] De groeiende markt voor gezonde voeding biedt kansen voor bedrijven in de voedingssector, horeca en catering. >> Markt voor technologische en ICT-oplossingen. Om de gezondheidszorg toekomstbestendig te maken, zijn technologische en ICT-oplossingen onontbeerlijk. Denk bijvoorbeeld aan domotica en e-health. De sector Life sciences & Health is benoemd tot Topsector, omdat Nederland hierin op onderzoekgebied bij de internationale top hoort. >> Integrale zorgconcepten. Zorg raakt preventief verweven met vele andere domeinen zoals werk, lifestyle, wonen, recreatie, natuur en sport. Door haar hoge organisatiegraad en technologische mogelijkheden kunnen vele nieuwe cross sectorale aanbieders van zorg gaan ontstaan met radicaal innovatieve oplossingen. Nederland kan zich hierdoor ontwikkelen tot een ‘health delta’, waar nieuwe concepten voor gezond leven ontstaan.

BESTAANDE INITIATIEVEN EN BEST PRACTICES Topsector De Topsector Life sciences & Health richt zich onder andere op het thema vergrijzing en de kansen die deze ontwikkeling biedt voor de markt voor life sciences-bedrijven. Lopende programma’s overheden en bedrijfsleven >> MVO Expeditie Duurzame Zorg van MVO Nederland. De deelnemers aan de MVO Expeditie Duurzame Zorg vormen als koplopers samen het kantelpunt voor verduurzaming van de hele zorgsector. >> Duurzaamheidsprogramma PGGM. PGGM gaat samen met partijen in de sector nadenken over hoe de zorg toekomstbestendig gemaakt kan worden [bron]. >> JOGG (Jongeren op gezond gewicht) is een programma gericht op gezond eten en meer bewegen, met als doel de Nederlandse jeugd de gezondste van Europa te maken. >> Tergooi gaat met het motto ‘Tergooi zorgt vooruit’ een duidelijkere rol spelen in de regio en zich meer richten op in- en externe samenwerking. In plaats van ‘ziek’ is daarbij ‘gezond’ het uitgangspunt en de relatie tussen patiënt en zorgverlener staat centraal. >> Healthy Entrepreneurs is een netwerk van kleine franchise ondernemers die lokaal medicijnen en gezondheidsproducten beschikbaar stellen. MOGELIJKE AMBITIES VOOR NEDERLANDSE BEDRIJVEN Ambities op het gebied van gezondheid kunnen over veel verschillende aspecten gaan, afhankelijk van het type bedrijf, omvang en sector. Bedrijven kunnen zich bij het formuleren van ambities laten inspireren door de volgende KPI’s (Key Performance Indicators): >> Aantal ‘gezonde’ producten in assortiment >> % zout/ vetten in receptuur >> Percentage patiënten/cliënten tevreden over kwaliteit geleverde zorg >> Percentage patiënten dat zich gezond voelt >> Investeringen in preventie t.o.v. zorgkosten >> Omzet gerealiseerd in innovatieve zorgconcepten


019 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

MOBILITEIT ISSUES CO2- uitstoot De CO2-uitstoot van mobiliteit in Nederland bedroeg in 2012 22% van het totaal [bron]. Dit werd voor 90% veroorzaakt door wegverkeer. Deze uitstoot is afhankelijk van de brandstofconsumptie en van het koolstofgehalte van de brandstofsoort. Ondanks dat auto’s in de afgelopen tien jaar een stuk zuiniger zijn geworden, is de CO2-uitstoot van personenauto’s gemiddeld gelijk gebleven. Dit komt doordat Nederlanders kozen voor zwaardere auto’s, zwaardere motoren en auto’s met airco [bron]. Uitstoot van fijnstof, koolmonoxide, stikstofoxide In tegenstelling tot CO2 hebben andere luchtvervuilende emissies een lokaal effect: hoe dichter bij mensen de uitstoot plaatsvindt, hoe schadelijker het effect. De belangrijkste effecten die optreden, zijn schade voor de gezondheid (zoals luchtwegaandoeningen, hart- en vaatziekten en kanker) en schade aan landbouw, natuur en gebouwen. Mobiliteit in Nederland was in 2012 verantwoordelijk voor 23% van de emissies van koolmonoxide, 62% van stikstofoxiden en 31% van fijnstof [bron]. Fileprobleem Met files zijn zeer hoge economische kosten gemoeid. TNO berekende dat het transportbedrijven jaarlijks tussen de 900 miljoen en 1,2 miljard euro kost [bron]. Stilstaan in de file betekent dat een groot deel van de beroepsbevolking op dat moment niet productief is. Ook zijn files slecht voor het milieu door de extra uitstoot van uitlaatgassen. Grondstoffenschaarste en biodiversiteit De toenemende mobiliteitsbehoefte heeft een groot effect op biodiversiteit en grondstoffenprijzen. Doordat biobrandstoffen worden gebruikt om gangbare fossiele brandstoffen als benzine, diesel en kerosine te vervangen, ontstaat er concurrentie tussen landbouw voor voedsel en voor energie om beschikbare productiemiddelen. Op lokaal niveau kunnen wegen of spoorlijnen de biodiversiteit van een gebied aantasten doordat ze soms door leefgebieden van dieren lopen. OPLOSSINGSRICHTINGEN >> Minder vervoerskilometers. Tijd- en plaatsonafhankelijk werken betekent ook dat mobiliteit veel efficiënter kan worden ingezet. Niet allemaal iedere dag tegelijk in de spits, maar reizen op momenten dat het handig is. Thuiswerken, waardoor met name woon-werkverkeer drastisch kan worden beperkt. Daarnaast zijn er allerlei ontwikkelingen om werken op stationslocaties mogelijk te maken, zodat treinreizen een aantrekkelijkere optie wordt voor werknemers en kunnen steeds vaker treinreizen slim gecombineerd worden met fiets, scooter of deelauto. >> Minder milieubelasting per kilometer. Wanneer we reizen is het van belang dat we kiezen voor de vorm van vervoer die het minst milieubelastend is. Door te kiezen voor OV, de fiets, het gebruik van zuinige (deel)auto’s kan de milieubelasting per kilometer sterk verminderd worden. Zo scheelt reizen met de trein gemiddeld 75% in CO2-uitstoot ten opzichte van autogebruik [bron]. Maar er zijn ook grote verschillen in milieubelasting tussen auto’s. Zo zijn auto’s die rijden op biobrandstof een factor vijf minder vervuilend en is elektrisch rijden, indien groen opgewekt, helemaal klimaatneutraal

>> Van bezit naar gebruik. Er vindt een verschuiving plaats van het bezitten van voertuigen naar het gebruiken van voertuigen. Jongere generaties zijn minder bereid geld te besteden aan het bezit van auto’s en hebben de voorkeur voor combinaties van fiets, OV en autodelen [bron]. >> Transitie naar alternatieve brandstoffen. Er wordt veel onderzoek gedaan naar alternatieve brandstoffen, zoals ethanol, waterstof, aardgas en methanol, als vervangers voor benzine en diesel. Ook wordt veel onderzoek gedaan naar mobiliteit op basis van elektriciteit. >> Intelligente Transport Systemen (ITS). In de toekomst zal er steeds meer gestreefd worden naar een robuust infrastructuurnetwerk waarin er meer synergie is tussen het wegverkeer en hoogwaardig openbaar vervoer. Met behulp van ICT kunnen gebruikers beter kiezen welk vervoersmiddel ze willen gebruiken en hun mobiliteitsgedrag sturen. [bron]. ROL VAN HET NEDERLANDSE BEDRIJFSLEVEN >> OV-bedrijven kunnen het eigen vervoer verduurzamen (met name reductie CO2-uitstoot) en het aantrekkelijker maken van het OV voor de reiziger door het reizen van deur tot deur makkelijker te maken. Ook spelen OV-bedrijven een belangrijke rol in het ontwikkelen van mobiliteitsconcepten die mensen in staat stellen een zo duurzaam mogelijke combinatie van verschillende vormen van vervoer in te zetten voor een bepaalde reis. Ook kunnen stations aantrekkelijker gemaakt worden om werken en vergaderen op het station mogelijk te maken. >> De auto-industrie speelt uiteraard een grote rol in het op de markt brengen van duurzamere voertuigen. Daarnaast kunnen zij automobilisten faciliteren bij het verduurzamen van hun mobiliteit door zich meer te richten op slimme combinaties van vervoer, dan op de auto alleen. Door diensten aan te bieden die zich richten op gebruik in plaats van op bezit van een auto, kunnen zij duurzaamheid verder stimuleren. >> Alle bedrijven kunnen zich inspannen om hun mobiliteit te verduurzamen, door minder kilometers te maken, te kiezen voor duurzame vervoersmiddelen en door werknemers te stimuleren duurzaam te reizen. KANSEN VOOR HET NEDERLANDSE BEDRIJFSLEVEN >> Innovatieve mobiliteitsconcepten. Nederland loopt voorop met toepassingen voor slimme mobiliteit. Door innovatieve verkeerssystemen, ‘in-car technologieën’ en technieken in de spoorinfra wordt de doorstroming op weg en spoor bevorderd en de reiziger beter geïnformeerd. Slimme en hoogwaardige mobiliteitssystemen faciliteren vervoerscombinaties waarin meer plek is voor leenconcepten en OV en de infrastructuur wordt beter benut. Dit opent een nieuwe markt voor vervoersaanbieders en voor aanbieders van totale mobiliteitsconcepten [bron]. >> Duurzame voertuigen De vraag naar zuinige voertuigen groeit. Nieuwe (kostbare) technieken zullen in kostprijs dalen. Een toenemende vraag naar alternatieve brandstoffen en energiedragers verruimt de marktkansen hiervoor [bron]. Slimme mobiliteit. Steeds meer bedrijven werken met mobiliteitsbudgetten. Het mobiliteitsbudget werkt simpel: een medewerker krijgt het bedrag dat normaal gesproken aan een leaseauto wordt besteed uitgekeerd, en kan hiermee de eigen mobiliteit 'inkopen'. Door de financiële prikkel om de goedkoopste (en vaak de duurzaamste) methode te kiezen levert het zowel de werknemer als het bedrijf milieuwinst op.


020 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

BESTAANDE INITIATIEVEN EN BEST PRACTICES Lopende programma’s overheden en bedrijfsleven >> Overheden, bedrijven en kennisinstellingen hebben een strategie opgesteld om met de inzet van innovatieve technologie de files aan te pakken: de Routekaart ‘Beter geïnformeerd op weg’. >> OV-bedrijven hebben een samenwerkingsmanifest ‘Samen op Reis’ opgesteld om landelijk een betere afstemming te realiseren in de openbaar vervoersbranche. Activiteiten MVO Nederland en haar partners Mobiliteit is een belangrijk onderwerp voor veel partners, in het bijzonder voor de volgende partners: De Haan Automotive, Ecodrive, H4 Mobility, Houben Mobility Management, Mobility Mixx, NS, Otto Bock, Pon's Automobielhandel Radiuz, RAI Vereniging en Yoradius. MOGELIJKE AMBITIES VOOR NEDERLANDSE BEDRIJVEN Ambities op het gebied van mobiliteit kunnen over veel verschillende aspecten gaan, afhankelijk van het type bedrijf, omvang en sector. Bedrijven kunnen zich bij het formuleren van ambities laten inspireren door de volgende KPI’s (Key Performance Indicators): >> % daling van uitstoot CO2 en overige broeikasgassen, fijnstof, stikstofoxide en koolmonoxide >> Aantal gemaakte vervoerskilometers >> % duurzame auto’s (elektrische) in wagenpark >> % medewerkers dat Het Nieuwe Rijden toepast >> % medewerkers dat gebruik maakt van het mobiliteitsbudget

BASISBEHOEFTEN EN MENSELIJKE ONTWIKKELING ISSUES Basisbehoeften. Een groot deel van de wereldbevolking is onvoldoende in staat in zijn of haar basisbehoeften aan voedsel, veiligheid, energie en huisvesting te voldoen. Ook worden de mensenrechten van veel mensen nog geschonden, zoals het recht op gelijke behandeling en het recht op vereniging. Voordat ‘welvaart’ voor dit deel van de wereldbevolking interessant wordt, zal eerst voldaan moeten worden aan elementaire basisbehoeften, zoals die bijvoorbeeld zijn beschreven in de Millenniumdoelen [bron]. Vervreemding. Tegelijkertijd zijn er ook veel mensen die in materieel opzicht weinig te klagen hebben, maar die zich toch niet senang voelen. Ze voelen zich opgejaagd, eenzaam of achtergesteld. Ze vinden dat de wereld om hen heen verrommelt, ze voelen zich ontheemd in hun eigen stad. Dit wordt ook wel gezien als de afbraak van ‘sociaal kapitaal’. Volgens sommigen leidt de manier waarop we onze economie en samenleving ingericht hebben tot vervreemding, met als gevolg een depressieepidemie. Van de westerse wereldbevolking lijdt jaarlijks 4% tot 10% aan depressie, en 15% tot 17% heeft ooit in het leven een depressie gehad. Groeiende tegenstellingen. Terwijl de maatschappij op verschillende plekken in de wereld dus in grote nood verkeert (honger, armoede, oorlog, afbraak sociaal kapitaal, vervreemding, uitsluiting), richten anderen zich op het vergroten van de omzet, de ontwikkeling van nieuwe product-marktcombinaties en het opjagen van de aandelenkoers. De kloof tussen groepen die wel meekomen en hen die dat niet lukt groeit. OPLOSSINGSRICHTINGEN De oplossingsrichtingen voor dit thema zijn enerzijds gemakkelijk te benoemen, maar anderzijds lastig te vertalen in een reëel handelingsperspectief voor bedrijven. Ondernemingen zouden zich meer moeten richten op maatschappelijke relevantie. Bijvoorbeeld door: >> Extra inspanningen om mensenrechten te verbeteren. Nederlandse bedrijven kunnen een belangrijke rol spelen in het stimuleren van naleving van mensenrechten in hun eigen bedrijf, hun keten en in de gemeenschappen waarin zij actief zijn. Ook kunnen zij ervoor zorgen dat mensen in hun basisbehoeften kunnen voorzien, door te zorgen voor onderwijs, een leefbaar loon en schoon drinkwater. >> Investeren in de (lokale) gemeenschap. Bedrijven kunnen een leidende rol spelen in het dichter bij elkaar brengen van bedrijven en de samenleving. Dit kunnen zij doen door verder te gaan dan het ondersteunen van goede doelen en sponsoring, maar juist door hun rol in de samenleving in de kern van hun bedrijfsprocessen te integreren. Meervoudige waardecreatie is hierbij het leidende principe [bron].


021 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

>> Groei anders meten. De laatste tijd komt steeds vaker de gedachte naar voren om voor de mate van ontwikkeling verder te kijken dan het BNP (of BBP). Achterliggende gedachte is dat meer materiële welvaart niet per definitie leidt tot geluk. Deze indices geven allemaal scores per land; een analyse van de bijdrage van een bedrijf of sector aan het ‘Bruto Nationaal Geluk’ zou een mooie aanvulling zijn. Bedrijven kunnen zelf stappen nemen door in kaart te gaan brengen welke bijdrage zij zelf leveren aan welzijn en ‘geluk’ in de samenlevingen waarin zij actief zijn. ROL NEDERLANDSE BEDRIJFSLEVEN Nederland heeft een zeer sterk bedrijfsleven en grote internationale handelsbelangen. De impact van Nederlandse bedrijven op menselijke ontwikkeling is dus groot. Het Nederlandse bedrijfsleven is over de hele wereld actief, ook in conflictgebieden en op plaatsen waar mensenrechten met voeten getreden worden. Daarmee maakt ze deel uit van deze samenlevingen en heeft ze een bijdrage in basisbehoeften en ontwikkeling van mensen daar. In Nederland actieve bedrijven hebben mensen in dienst die enerzijds ´werknemer´ zijn, maar die tegelijkertijd vader, buurman, echtgenoot, mantelzorger en vrijwilliger kunnen zijn. Deze rollen kunnen de productiviteit en motivatie van werknemers beïnvloeden, positief of negatief. De combinatie werk en privé legt een grote druk op mensen, en een hoge werkdruk of een afrekencultuur kunnen die situatie verergeren. KANSEN VOOR HET NEDERLANDSE BEDRIJFSLEVEN >> Base of the Pyramid. Er zijn honderden miljoenen mensen met een zeer laag inkomen. Gezamenlijk vormen ze een grote markt, waarbij bedrijven tegelijkertijd een bijdrage kunnen leveren aan de basisbehoeften van mensen. >> Betrokken medewerkers. Bedrijven die kunnen laten zien dat ze bijdragen aan het geluk van hun werknemers door ze niet alleen te beschouwen als een ‘human resource’ maar als compleet mens zullen makkelijker aan goed gemotiveerd personeel kunnen komen. >> License to operate. Bedrijven die geen zichtbaar maatschappelijk nut (meer) hebben, verliezen hun ‘license to operate’. Strenger toezicht is het eerste gevolg (denk aan de bankensector), en uiteindelijk zullen hun mogelijkheden bij wet ingeperkt worden. >> Voldoening. Ondernemers die weten dat ze een positieve bijdrage leveren aan menselijke ontwikkeling zullen waarschijnlijk zelf ook gelukkiger zijn. BESTAANDE INITIATIEVEN EN BEST PRACTICES Indices. Er wordt volop onderzoek gedaan naar het in kaart brengen van menselijke ontwikkeling: happy planet-index, human development index en het Beyond GDP-project van de EU. De Millennium Doelen (MDG) gaan ook uit van de basisbehoeften van mensen. Activiteiten MVO Nederland. Het People-netwerk, Grensverleggers, Maatschappelijk Betrokken Ondernemen, Expeditie transparantie en integrated reporting (verslaglegging over niet-financiële indicatoren).

MOGELIJKE AMBITIES VOOR NEDERLANDSE BEDRIJVEN Ambities op het gebied van basisbehoeften en menselijke ontwikkeling kunnen over veel verschillende aspecten gaan, afhankelijk van het type bedrijf, omvang en sector. Bedrijven kunnen zich bij het formuleren van ambities laten inspireren door de volgende KPI’s (Key Performance Indicators): >> % leveranciers dat voldoet aan op mensenrechtencriteria (‘mensenrechtencriteria’ kunnen worden ontleend aan bestaande standaarden/keurmerken/richtlijnen) >> Aantal audits afgenomen bij leveranciers >> Hoeveelheid geld/ tijd/ middelen dat pro deo wordt ingezet in de gemeenschap >> Hoeveelheid geld/ tijd/ middelen dat wordt geïnvesteerd in het land waar producten/ halffabrikaten worden geproduceerd >> % van het productassortiment dat een bijdrage levert aan de levenskwaliteit van mensen aan ‘the base of the pyramid’ >> Hoeveelheid investeringen in sociaal kapitaal binnen en buiten de organisatie >> Beoordeling van ‘geluk’ door personeel >> Jaarlijkse rapportage over bijdrage aan gemeenschap


022 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

PROCESTHEMA’S Onder ‘procesthema’s’ vallen alle onderwerpen die een aanjagende werking hebben en eraan bijdragen dat bedrijven versneld kunnen verduurzamen richting een circulaire en inclusieve economie. Het zijn daarmee thema- en sectoroverstijgende interventies en oplossingsrichtingen. Ook op de procesthema’s kunnen bedrijven met hun eigen ambitie(s) aanhaken. De volgende thema’s zijn gedefinieerd: >> >> >> >> >> >>

Transparantie Financiering ICT Communicatie en gedragsbeïnvloeding Kennis en onderzoek (Sociale) innovatie en nieuwe businessmodellen

Transparantie Transparantie is een belangrijk instrument om een circulaire en inclusieve economie te realiseren. Het is niet alleen een verantwoordingsonderwerp maar vooral ook een bron voor innovatie. Transparantie is de mate van openheid, zichtbaarheid en toegankelijkheid van een organisatie naar haar stakeholders. Door inzicht te geven in de dilemma’s waar bedrijven tegen aanlopen en welke gevolgen bedrijfskeuzes hebben, zijn bedrijven beter aanspreekbaar op hun activiteiten. Het leidt ertoe dat stakeholders kunnen meedenken over oplossingen voor maatschappelijke thema’s. Dit leidt tot onverwachte ideeën en samenwerkingsverbanden en stimuleert daarmee innovatie. Om bij te dragen aan een circulaire en inclusieve economie is het ook van belang dat bedrijven meer geïntegreerd gaan sturen op hun maatschappelijke impact. Hiervoor is inzicht nodig in de invloed van bedrijfsactiviteiten op de maatschappij. Dit kan onder meer bereikt worden door ook over niet-financiële informatie te rapporteren. Het Global Reporting Initiative geeft hier bijvoorbeeld richtlijnen voor en de jaarlijkse Transparantiebenchmark onderzoekt de kwaliteit van dergelijke rapportages. Ook in het financiële verkeer is een grotere transparantie nodig. Door de sterk groeiende vraag naar transparantie stijgt de vraag naar professionele diensten gericht op footprinteffecten, geïntegreerde verslaglegging, accounting en verzekering gekoppeld aan ICT. Financiering Veel bedrijfsactiviteiten worden pas mogelijk met financiering van bijvoorbeeld banken, pensioenfondsen en andere investeerders, of met behulp van overheidsmaatregelen. Door de beschikbaarheid van financiële middelen te koppelen aan de positieve maatschappelijke impact van bedrijfsactiviteiten kan een circulaire en inclusieve economie in een stroomversnelling komen. Geldverstrekkers kunnen daarom met hun strategische keuzes een belangrijke rol spelen. Door ambities te formuleren op de bijdrage die zij met hun financieringsbesluiten kunnen leveren aan het creëren van maatschappelijke meerwaarde, nemen ze hun verantwoordelijkheid. Door duurzaamheidsoverwegingen bij hun beslissingen te betrekken, stimuleren financiers bedrijven om te streven naar lange termijn waardecreatie en groei, in plaats van financieel rendement op korte termijn. Hiervoor kunnen banken en andere geldverstrekkers bijvoorbeeld nieuwe modellen toepassen die de werkelijke prijs, inclusief de ecologische en sociale kosten die nu niet in prijzen zijn

verwerkt, inzichtelijk maken. Denk aan initiatieven als True Price. Of de financiering van huizen en kantoorpanden koppelen aan energieverbruik. Tegelijkertijd ontstaan er allerlei nieuwe financieringsvormen, zoals crowdfunding. Zij kunnen een belangrijke basis vormen voor het direct koppelen van financiering aan maatschappelijke relevantie. Maar ook de overheid speelt in dit kader een belangrijke rol. Om tot daadwerkelijke verduurzaming en systeemverandering te komen, dienen bedrijven hiertoe in staat te worden gesteld. Allereerst door belemmeringen en niet-duurzame maatregelen weg te nemen. En door innovatie en de ontplooiing van duurzame activiteiten te stimuleren met subsidies, risicogaranties of fiscale maatregelen. Maar ook door over te gaan op ‘vergroening’ van het belastingstelsel, zoals Ex’tax beoogt, kan een belangrijke impuls gegeven worden aan duurzame productie en consumptie. ICT ICT kan veel kennis leveren om beter en sneller te verduurzamen. Verduurzaming van onze economie vraagt om nieuwe mogelijkheden voor communicatie, complexe samenwerkingsvormen en sturing op niet-financiële informatie. De vraag naar partijen die duurzame informatie- en communicatietechnologie kunnen bieden zal dan ook sterk blijven stijgen. Systemen en structuren, zoals huisvesting, mobiliteit, energie, water en afvalbeheer kunnen niet afzonderlijk van elkaar transformeren naar integrale oplossingen. Bovendien dienen deze oplossingen crosssectoraal, internationaal en industrieoverstijgend te zijn. ICT speelt een cruciale rol in het faciliteren van deze veranderingen. Slimme waarschuwingssystemen, gecombineerd met het continu monitoren van ontwikkelingen en risico’s op alle niveaus worden steeds belangrijker. Ook kunnen ICT-oplossingen bijdragen aan het veel beter coördineren van logistieke stromen, het verbeteren van ons zorg- en onderwijssysteem en het bieden van transparantie aan consumenten. ICT en toegang tot snel en betrouwbaar internet kunnen wereldwijd zorgen voor een versnelde innovatie en economische groei. Zeker in ontwikkelingslanden en opkomende economieën is hier veel winst te behalen. Communicatie en gedragsbeïnvloeding Een circulaire en inclusieve economie kan alleen worden waargemaakt als het draagvlak voor een duurzame maatschappij onder consumenten, werknemers, burgers en politiek groeit. Hierin speelt samenwerking tussen bedrijven, het onderwijs en de overheid een belangrijke rol. Al vanaf jonge leeftijd kunnen kinderen de kennis en vaardigheden opdoen die nodig zijn voor een duurzame leefstijl. Bijvoorbeeld in programma’s die door (hoge)scholen, universiteiten, kennisinstellingen en bedrijven samen worden aangeboden. In het kader van een leven lang leren houdt het echter niet op bij scholing. Burgers kunnen constant en op verschillende plekken in aanraking komen met duurzaamheidsissues. Goede voorlichting is dan belangrijk. Verder kan hieraan worden bijgedragen door het consumenten makkelijker te maken om voor een duurzame leefstijl te kiezen. Door duidelijke informatievoorziening en door ervoor te zorgen dat duurzame producten qua prijs en kwaliteit niet onderdoen voor andere producten. Bedrijven hebben hier een zeer belangrijke rol die verder uitgewerkt dient te worden.


023 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

Kennis en onderzoek Voor een circulaire en inclusieve economie zijn kennis en hoogwaardig onderzoek onmisbaar. Het gaat om het ontwikkelen van kennis over een breed terrein variërend van technologische kennis tot kennis over economie, bestuur en gedrag. En het gaat een stap verder, door in slimme samenwerkingsverbanden van bedrijven, onderwijs en wetenschap innovatieve oplossingen te bedenken voor maatschappelijke vraagstukken. Door verkregen inzichten en kennis te delen en beschikbaar te stellen aan grotere groepen bedrijven en organisaties, ook in ontwikkelingslanden en opkomende economieën, kan een belangrijke bijdrage geleverd worden aan wereldwijde verduurzaming. (Sociale) innovatie en nieuwe businessmodellen Verduurzaming en systeemverandering zijn alleen mogelijk door constant te innoveren en te kiezen voor nieuwe businessmodellen en (crosssectorale) samenwerkingsvormen. Naast technologische innovatie met snellere en slimmere producten, meer efficiency en standaardisatie, outsourcing en schaalvergroting tot gevolg, komt het nu steeds meer aan op sociale innovatie. Slim georganiseerde bedrijven kunnen flexibel omgaan met de snelle veranderende omgeving. Zij weten getalenteerde medewerkers aan zich te binden en spelen in op latente behoeften van de klant. Ze ontdekken steeds nieuwe marktkanalen en businessmodellen om klanten te activeren. Cocreatie en participatief leiderschap staan centraal. Er is in deze bedrijven geen plaats meer voor traditionele hiërarchieën, maar wel voor een ‘durf te delen’ mentaliteit die uitgaat van verantwoordelijkheidszin en zelfsturing.


024 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

DANKWOORD Dit rapport is tot stand gekomen met behulp van een groot aantal mensen. Voor het schrijven van de hoofdstukken over de thema’s spraken we verschillende experts van binnen en buiten MVO Nederland. Vervolgens hebben veel experts van kennisorganisaties en bedrijven zich bereid getoond om de stukken te reviewen en van commentaar te voorzien. Dit heeft geleid tot talloze interessante toevoegingen en een aanzienlijk beter rapport. Tot slot hebben verschillende partijen financieel bijgedragen aan het rapport. We willen allen die hebben meegewerkt aan dit rapport hartelijk bedanken en hopen op een vruchtbare voortzetting van de samenwerking in de komende tijd. Auteurs Jos Reinhoudt Nelleke Jacobs Anne-Marie Slaa Annemarie Teuns Marije Klomp Willem Lageweg Lobke Vlaming Reviewers en geïnterviewden Be Bright Circle Economy CFP Green Buildings De Groene Zaak Drift HR Community Netherlands Water Partnership Manpower Group Ministerie van economische zaken Molijn Professionals Nieuwe Maan NS Planbureau voor de Leefomgeving Research to improve Triodos Bank Viatore Worldconnectors Leading partners:

Ambitiedragers:

Utrecht, januari 2014


025 | MVO NEDERLAND AMBITIERAPPORT 2020

BIJLAGE 1: SAMENVATTING VISION 2050 WBCSD In 2050 leven 9 miljard mensen op een duurzame en inclusieve manier samen. De wereldbevolking stabiliseert zich door beter onderwijs, een betere positie van vrouwen en toenemende urbanisatie. Meer dan 6 miljard mensen leven in steden. De bevolking heeft voldoende middelen om in basisbehoeften te voorzien. Alle mensen hebben de kans een betekenisvol leven te leiden en een zinvolle rol in hun gemeenschap te spelen. Landen en culturen blijven divers en heterogeen, maar door een betere toegang tot secundair en hoger onderwijs is er een hoger bewustzijn van de relatie met de rest van de wereld en de bijbehorende maatschappelijke vraagstukken. Het ‘One World- People and Planet- principe is omarmd en wordt wereldwijd in de praktijk gebracht. Er zijn nog steeds conflicten, rampen, criminaliteit en terrorisme, maar gemeenschappen zijn veerkrachtig en herstellen snel van tijdelijke onrust. Mensen, bedrijven en overheden kijken vooruit, zijn probleemoplossend en innoveren continu. Zij doen dit vanuit het besef dat samenwerking en snelle aanpassing aan de veranderende wereld de meeste zekerheid biedt. De nieuwe economie Economische groei is ontkoppeld van het uitputten van ecosystemen en verbruik van materialen. Het is juist gekoppeld aan duurzame economische ontwikkeling en welzijn. Zowel aan ons begrip van welvaart en succes, als aan de basis van onze verlies- en winstberekening, liggen lange termijn doelen ten grondslag, zoals milieu-impact en welzijn. De wereldeconomie ziet er totaal anders uit dan aan het begin van de 21ste eeuw. De term ontwikkelingsland wordt zelden meer gebruikt, aangezien bijna alle economieën ofwel ontwikkeld zijn, ofwel opkomend. Verschillende perspectieven van landen en bedrijven zijn geïntegreerd in de wereldeconomie. Kapitaal, ideeën, best practices en oplossingen worden gemakkelijk gedeeld in alle richtingen. Overheden en governance De rol van internationale, nationale en lokale overheden blijft veranderen. Beslissingen worden gemaakt op het meest geschikte niveau. Waar dat noodzakelijk is bundelen landen krachten op internationaal niveau om vraagstukken, zoals ziekten, klimaatverandering, water, visstanden en conflicten aan te pakken. Ook stimuleren zij lokale overheden en gemeenschappen om samen lokale vraagstukken aan te pakken. Veel van de overheidsactiviteiten vinden op lokaal niveau plaats in een complex maar efficiënt georganiseerd systeem. Overheden stellen bedrijven duidelijke randvoorwaarden op het gebied van transparantie, inclusief ondernemen, het internaliseren van externe kosten en andere duurzaamheidsthema’s. Deze randvoorwaarden stellen duidelijke doelen, creëren een internationaal level playing field en nemen drempels weg voor het ontwikkelen van innovatieve oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken. Voor bedrijven betekent dit dat ‘echte’ prijzen, waaronder de milieuimpact en de impact op ecosystemen worden gehanteerd in de gehele economie. Hierdoor worden bedrijven in staat gesteld om duurzaamheid en concurrentievoordeel optimaal te combineren en worden

zij gestimuleerd om continu duurzaam te innoveren. Consumenten kiezen voor duurzame producten, niet alleen vanwege duurzaamheid, maar omdat ze betere waarde opleveren. Klimaat De gemeenschap bereidt zich voor op de gevolgen van klimaatverandering door samenwerking tussen verschillende landen en gemeenschappen. De gevolgen voor de landbouw, bossen, water, mobiliteit en energie worden het hoofd geboden door een integrale en systematische aanpak. Gelijktijdig wordt er continu gewerkt aan het beperken van verdere klimaatverandering in de toekomst. Schadelijke emissies zijn significant verminderd door efficiënt gebruik van schone energie en grondstoffen. Circulaire economie De circulaire economie zorgt voor een florerende industrie die veel minder afhankelijk is van primaire grondstoffen. Door kringlopen volledig te sluiten bestaat afval niet langer. Gebruikte producten en materialen worden opnieuw ingezet in hun bestaande of een nieuwe functie, of zij dienen als grondstof voor totaal nieuwe producten. Door samenwerking en kennisdeling is het gebruik van materialen vele malen efficiënter dan aan het begin van de 21ste eeuw. Door sterke verbeteringen op het gebied van waterverbruik, efficiency en hergebruik, energievoorziening, afvalwatermanagement, bosbeheer en landbouw blijft de mensheid binnen de grenzen van wat de planeet aan natuurlijke hulpbronnen te bieden heeft. Het verlies aan biodiversiteit is gestopt, ecosystemen hebben waarde gekregen in de economie en worden veel beter beheerd. Bedrijven in 2050 De meest succesvolle bedrijven in 2050 zijn diegenen die het leveren van een bijdrage aan maatschappelijke vraagstukken tot hun core business hebben gemaakt. Ze hebben een radicale transformatie ondergaan gevoed door veranderende interne waarden in het bedrijf en systematische wijzigingen van de spelregels in de wereldeconomie. Door deze transformatie te ondergaan hebben zij weten te overleven, waar vele andere bedrijven plaats moesten maken door nieuwe opkomende bedrijven die beter zijn aangepast aan de nieuwe spelregels. Deze overlevers zijn flexibel, werken gemakkelijk samen met een breed palet aan partners en klanten en passen zich snel aan veranderende omstandigheden aan. Ze zijn continu bezig met het verminderen van afval en verbruik van energie. Ze hebben ontdekt dat de circulaire manier van ondernemen niet alleen zorgt voor een beter milieu, maar dat het hen ook succesvoller maakt. Inclusief ondernemen Als werkgevers hebben deze bedrijven door training van medewerkers bijgedragen aan een creatievere beroepsbevolking die goed kan omgaan met het tegengestelde belang tussen het creëren van werkgelegenheid aan de ene kant en het verhogen van arbeidsproductiviteit aan de andere kant. Training van mensen heeft ook gezorgd voor een voldoende aanbod van talentvolle mensen die nodig zijn om maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Medewerkers hebben geleerd om flexibel te zijn en switchen gemakkelijk tussen banen afhankelijk van de vraag naar arbeid.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.