KOURT | july 2014

Page 1

KOUR BRICKHOUSE TREND 2014 ERGONOMIE VOOR STUDENTEN MAKEOVER COUNTRY BLISS 2014

WOOD INSPIRATION JULY Zwevend architectuur in Rotterdam

MARCHEL WANDERS

€ 7.95

Nummer 07

juli 2014

4 PROJECTEN


+ARTESIO

Kennis die telt.

www.poggenpohl.com GRONINGEN Grondingen Vison Keuken Design, Grondzijl 9, (050) 542 42 32 FRIESLAND Leeuwarden Poggenpohl Studio Leeuwarden, Avondsterweg 1a, (058) 280 28 43 OVERIJSEL Zwolle poggenpohl Studio Zwolle, Oosterlaan 1 (038) 422 39 55 GELDERLAND Heteren Keukenhome, Poort van Midden Gelderland Rood 13, (026) 319 50 20 Hoevelaken Eigenhuis Keukens, De Wel 34, (033) 258 02 51 Tiel Verhoeks Keukens, Lutterveldweg 20, (03 44) 62 40 47 UTRECHT Amersfoort Keukenhome, Astronaut 8F, (0333) 456 05 55 Hilversum Poggenpohl Studio Hilversum, ’s-Gravelandseweg 6, (035) 628 63 39 Houten Eigenhuis Keukens, Ringveste 15, (030) 635 00 63 Utrecht Bruynzeel Keukens, Hollantlaan 24, (030) 267 92 80 NOORDHOLLAND Alkmaar Bruynzeel Keukens, Edisonweg 1, (072) 527 55 00 Amsterdam Poggenpohl Studio Amsterdam, Parnassusweg 215-217, (020) 471 29 21 Haarlem Poggenpohl Studio Haarlem, Santpoorterstr. 41 , (023) 526 34 63 Hoofddorp Eigenhuis Keukens, IJsweg 987, (023) 555 54 00 Zaandam Bruynzeel Keukens, Pieter Ghijsenlaan 9b, (075) 635 61 06 ZUIDHOLLAND Barendrecht Bruynzeel Keukens, Pesetastraat 34-36, (010) 486 86 06 Capelle aan den IJsel Eigenhuis Keukens, Cornusbaan 59, (010) 264 24 24 Dordrecht KeukenVision, Kamerlingh Onnesweg 25, (078) 618 38 88 Naaldwijk KeukenVision, warmoezenierstraat 9, (01 74) 62 70 08 Rotterdam Asto Keukens, Driemanssteeweg 170, (010) 443 02 10 Rotterdam Rivium Rivium Oostlaan 33, (010) 447 08 63 Wassenaar Van Leeuwen Keukens, Starrenburglaan 37, (070) 511 22 00 ZEELAND Axel Haak Keukens, Buitenweg 25, (01 15) 56 65 79 Middelburg Raab Karcher, Waldammeweg 2, (01 18) 62 50 55 Poortvliet Poggenpohl Studio Poortvloet, Paasdijkweg 33 (01 66) 61 93 00 NOORD-BRABANT Bergen op Zoom Logus, Zeelandhaven 7, (01 64) 27 15 00 Den Bosch Poggenpohl Studio Den Bosch, Vughterstraat 164b, (073) 548 22 55 Eindhoven Poggenpohl Studio Eindhoven, Pisanostraat 53, (040) 237 30 82 Uden Van der Wijst Keukens, Vluchtoord 39, (0413) 26 20 93 Valkenswaard Biemand Keukens, Geenhovensedreef/Willibrorduslaan 87, (040) 204 54 22 LIMBURG Maastricht De Keukenstudio, Terra Cottaplein 25, (043) 343 49 02 Roermond Sijben Keukens, Maasnielderweg 33, (04 75) 39 28 40


www.baxter.it_ph +39.0312.35999 Baxtershop Laren - Lauren Ph. 035 5389050 | Baxtershop Den Haag ph. 070 3107142 Agent for Holland Roland Lap Bv ph. 036 5350303 | Agent for Belgium Rita De Belie ph. 0032 475383070



COLOFON Hoofdredactie Myrthle Ayal Artdirection Myrthle Ayal Chefs Anita Bijlsma, Marleen Koolmees Vormgeving Myrthle Ayal Redactie Jeen Voetzel, Johanna Hoogendam, Annemijn Hoorens, Rob Jansen, Floor Knaapen, Hugo Kosters, Rianna Meijer, Jack Meijers, Nienke Zondervan Vaste medewerkers Nicoline Baartman, Mariannne van Dodewaard, Alex Eben Meyer, Paul Geerts, Rens Groenendijk. Christine van der Hoff, Paula Kragten, Anne-Sophie Markus, Hermelijn van der Meijden, Roberto Meyer, Renske Schriermer, Beldan Sezen, Louise Tholenaar, Eliza Vriezen, Ivo Weyel, Maartje Wortel Redactie-assistentie Cocky van Dort, Nettie Middelkoop Aan dit nummer werkten mee Tripod Agency, Serge Anton, Ana Busualdo, Dennis Brandsma, Esther Darley, Suzanne Dijkstra, Bob Eshuis, Kasia Gatkowska, Adria Goula, Jeroen Junte, Els Meyer, Ian Phillips, Kristina Raderschad, Kerstin Rose, Christian Schuilin, Allan stewart, James Stokes, Mick Stubbe, Jonny Valiant Marketing Annemarie Burgmans (manager), Betty de Fiouw, Carolien Hes, Elke Huizinga, Marie-Elise Hessels (retailmanager) Events & Custom Media Manager Ingrid van Schooten Uitgever Ard Siekerman Adjunct uitgever Martijn van der Neut Met dank aan Archphoto, Baxter, Ergonomie expert, Flos, Gelderland Group, Google, HMC boek deel 1, Hout- en meubileringscollege Rotterdam, Illustrator, Indesign, ISSUU, Joost Kßhne, Karin Krautgartner, Keramag, Like 2 learn, Marcel Wanders, Maree Visser, Minottie, Piano M, Pinterest, Poggen Pohl, Radio Rijmond, Rotterdam.nl, Style Guide, The Brick House, This is paper, Tim Dolderman, Tumblr, Vectorworks, Villa d’Arte, We heart it, Wikipedia, Woonexpress XL, Youtube


6


7

EDITORIAL | KOURT

‘Wanneer ik later eventueel voor mijzelf wil gaan beginnen, wil ik ook dat klanten mij benaderen omdat mijn stijl hen aanspreekt.’

Het begint allemaal aan het begin van de vierde periode van het schooljaar. Het laatste kwartaal van het tweede leerjaar interieuradvies op het Hout- en Meubileringscollege gaat van start. Nieuwe projecten, nieuwe kansen. Ik ga weer met volle moed en veel zin een nieuw project tegemoet. Het project is totaal anders dan normaal. Het is geen klant waar je een ontwerp voor moet maken, deze keer slaan we een hele andere weg in. Maak je eigen woontijdschrift. Op zoek naar je eigen stijl. Die had ik allang gevonden. Maar op zoek naar een combinatie van mijn eigen stijl en de nieuwe stijl, Brick House 2014 was andere koek. Ik heb veel inspiratie op gedaan in verschillende tijdschriften, veel lay-outs gezien en ik heb honderden sfeerbeelden voorbij zien komen. En dan opeens heb ik het, mijn eigen idee. Ik heb direct voor me hoe mijn tijdschrift eruit moet zien, welke doelgroep ik wil aanspreken en leuke ideeën voor extra items. In het begin is het een kwestie van goed zoeken en veel kennis op doen. Maar wanneer ik eenmaal opgang ben, gaat het als een lopend vuurtje. Ik creëer een tijdschrift wat staat voor mijn stijl, met een kleine mix van Brick House. Ik houd erg van overzichtelijkheid, wit en strak. Dit gebruik ik als basis. Daarnaast wil ik de artistieke sfeer, klasse en wijsheid uitstralen doormiddel van de gebruikte beelden. Ik wil mensen aanspreken die verstand hebben van het beroep, of mensen die er graag meer over willen weten. Doormiddel van items wil ik mijn kennis delen met mijn lezers. Het is een mooi, strak maar zeker niet somber of ongezellig tijdschrift. Ik vind het prachtig, het is precies zoals ik een tijdschrift graag zie. Het straalt elegantie uit en is tot in de puntjes verzorgt. Dit wil ik niet alleen in dit project uitstralen, maar ook in mijn toekomst als binnenhuisarchitect. Ik ben mijzelf en mijn stijl aan het ontwikkelen. Door projecten als deze kom je meer over jezelf te weten. Je leert jouw eigen stijl nog beter kennen. Wanneer ik later eventueel voor mijzelf wil gaan

beginnen, wil ik ook dat klanten mij benaderen omdat mijn stijl hen aanspreekt. Dit kan je in wezen met dit project oefenen. Deze totale nieuwe opdracht zorgt voor variatie. Ik leer ook een andere kant van de maatschappij kennen. Deze hoeft niet gelijk gekoppeld te worden aan mijn toekomstig beroep als binnenhuisarchitect. Alhoewel, tegenwoordig wordt men bestrooit met woontijdschriften. Bij deze geef ik alle redacties van tijdschriften een hard applaus, het is enorm hard werken! Maar het belangrijkste van alles is, dat het ook ontzettend leuk is om te doen. Mij lijkt het een gave baan! Die mensen zijn er al, en ik kom er ook en ga mijn dromen verwezenlijken. Maar tot die tijd ga ik veel inspiratie en kennis op doen en mijzelf ontwikkelen tot de binnenhuisarchitect die ik wil worden.

Myrthle Ayal, Hoofdredacteur

Bekijk mijn elevator pitch.

www.weheartit.com/myrthleayal | www.pinterest.com/myrthlea | www.myrthleayal.tumblr.com


8

11

21

INHOUD FORECAST

10 Style guide 13 Shopping 14 Material experience 16 Spotlight

MAKE-OVER

18 Interview bestaande situatie 20 Schetsen 22 Country Bliss

INTERIORS

38 Mauritsstraat 40 Even binnen kijken 42 Plattegrond 46 Functievelden en ontwerplijnen 50 Daglichtanalyse 52 Daglichtanalyse in beeld 54 Zichtlijnen 56 Verlichting en zonwering 58 Inrichtingsregels

PROJECTEN 26 Marcel Wanders 28 Project 1 30 Project 2 32 Project 3 34 Project 4

28

60


9

INHOUD | KOURT

23

40

TEXTIEL 62 Wol

INSPIRATION 66 Just Wood Chair 68 Bambi 70 Splinter

ERGONOMIE

74 Ergonomie tijdens het studeren

21

66


10

BRICK HOUSE

CREDITS WOONMODETREND BRICK HOUSE KWAM TOT STAND I.S.M MAGAZINE EIGEN HUIS & INTERIEUR PRODUCTIE & FOTOGRAFIE – FLOOR KNAAPEN CO – PRODUCTIE – ANNEMIJN HOORENS ASSISTENT – MARLOES VAN DEN BERG MODEL – ALIE / FRESH MODELS VISAGIE – AGA URBANOWICZ/ANGELIQUE HOORN MET DANK AAN – DEDATO ONTWERPERS & ARCHITECTEN. DUTCH STYLE COMPANY


FORECAST | STYLE GUIDE

11

IN DE TREND BRICK HOUSE ONDERSCHEIDEN WE DE KLEUREN VAN BAKSTEEN EN MATERIALEN ALS MARMER EN GRANIET. DE MEUBELEN LIJKEN ‘SUNKISSED’ DOOR HUN KARAMELTINTEN. DOOR HET BETON EN HET STAAL ONTSTAAT ER VERKOELING IN HET INTERIEUR. DOORGESTIKTE STOFFEN ZORGEN VOOR COMFORT EN ZULLEN JE LATEN WEGDROMEN NAAR EEN ZONNIGE PLEK. STEENGOED

Marmer is ‘en vogue’ in het modische interieur, maar het is tegelijkertijd een duurzaam en tijdloos materiaal dat in elke woonstijl zal passen. Dit is de reden dat de steensoort overal kan worden toegepast. Dit kan in tafelbladen, zittingen of lampvoeten. Het design kan zelfs doorgevoerd worden in behang, poefjes en lampen. Doormiddel van de verschillende marmersoorten te combineren creëer je rust, en verzacht je de pastelkleuren. Daarnaast worden er natuurlijke materialen gebruikt die comfort bieden: Bontplaids, met dons gevulde sierkussens, wollige vloerkleden en dikke doorgestikte stoffen.

WARM GRIJS

Grijs wordt gezien als een kille kleur. Dit kan veranderen! Met de toevoeging van een drupje bruin is het modisch en warm. Dit versterk je doormiddel van de kleuren zalmroze of terra.

BETON: MEER DAN BOUWMATERIAAL

Naast marmer en baksteen is ook beton welkom in het getinte interieur. Beton is een erg hip bouwmateriaal, dit komt doordat het de best gerecyclede bouwstof is. 99% van al het beton wordt al gerecycled. Binnenshuis wordt het ook steeds meer toegepast in accessoires.


12

BRICK HOUSE IN 5 STAPPEN 1. KLEUREN In de basis zitten de kleuren betongrijs en marmertonen. Brick en accenten in zalm, perzik en karamel laten het interieur tot zijn recht komen. 2. DESSINGS Unikleuren en toon op toon kleurtoepassingen zijn het kenmerk van Brick House interieur. Er wordt geen gebruik gemaakt van prints, wel van patronen van natuursteen of beton en kleurvlakken. 3. MATERIALEN Natuursteen, kleur en beton zijn kenmerkend en combineer je met metaal, hout en dikke gevoerde en doorgestikte stoffen. 4. MEUBELEN Het meubilair is eenvoudig qua vorm, ze bevatten heldere lijnen en er wordt geen gebruik gemaakt van tierelantijnen. 5. MUST HAVES Betonnen of natuurstenen objecten en rechthoekige en rond bijzettafeltjes zijn kenmerkend voor dit interieur. Het blozen van het interieur zit hem in de kleurvlakken maar kan zich ook bevinden in kleine accessoires.


FORECAST | SHOPPING

13

SHOPPING De lage salon/bijzet tafel Round van Thomas Bentzen is geïnspireerd op de door de jaren ’50 en ’60 Scandinavische meubel-master met bewerkte randen en een eigentijdse uitstraling. Maar dan in het jasje gestoken van 2013. Het tafeltje is bedoelt in een ruimte te staan waar men zich verzameld. De tafel is gemaakt van hout en in een rond en artistieke manier uitgesneden. V.A. € 319.00

De rubberen Menu Orange vaas van het Deense merk Menu kan niet stuk gaan. De bovenkant van de vaas kan naar binnen gevouwen worden waardoor hij een andere vorm krijgt. De vaas is gemaakt van synthetisch rubber. Dit is een ongewoon materiaal voor een vaas. Hij is in vele kleuren verkrijgbaar waardoor het gebruikt kan worden als voorwerp dat de accent kleur van de ruimte beter naar voren brengt. € 29,95

De Spaanse ontwerpster Patricia Urquila is er in geslaagd om een unieke en comfortabel fauteuil te ontwerpen. de Husk. De zitting ziet er.uit en voelt hetzelfde als een dons dekbed. Dit is niet zo gek als je bedenkt dat de Husk is opgebouwd uit een reeks zachte kussens. De poten en de kuip zijn van Polyurethane. De fauteuil houdt zich prima staande in ieder interieur. € 2.126,00

Torei, gemaakt in 2012, verzameling van kleine, modulaire en grafische salontafels van Cassina Luca Nichette. Je kunt zoveel combineren met de salontafels als jezelf wilt. De salontafels kunnen ook verschillen in vorm, ze zijn verkrijgbaar in vierkanten, driehoeken en rond vormen. De salontafels zijn gemaakt van naturel of zwart essenhout, dat wordt aangevuld met ijzeren poten. V.A. €868.00


14

MATERIALS Er worden veel natuurlijke materialen toegepast in het Brick House interieur. Marmer is hier één van. Dit komt doordat marmer een duurzaam en tijdloos materiaal is. Hierdoor is dit het perfecte materiaal voor elk interieur. Dit geldt ook voor baksteen. Beton is een nieuwe binnenkomer in de interieurbranche. Dit komt voornamelijk doordat het beton gerecycled kan worden. 99% van alle het beton wordt al gerecycled. Daarnaast kan het een goede toevoeging zijn in het interieur. De natuurlijke materialen zorgen voor een verkloeling in de interieurs, wat zo heftig kan zijn door haar kleuren. Brick House maakt voornamelijk gebruik van de kleuren zalm, perzik en karamel. Wanneer dit in vele maten wordt toegepast moet het interieur als het waren worden gekoelt. Accessoires zijn ook niet onbelangrijk. Bontplaids, grove sierkussens, doorgestikte stoffen en vloerkleden zijn een must have bij Birck House. De accessoires zetten de puntjes op de ‘i’ in het interieur. De sfeer wordt hierdoor nog beter uitgebeeld. Ze zijn apart en je moet er van houden. Wanneer je Brick House wilt toepassen in een interieur maar niet houdt van extreem, kun je doormiddel van accessoires de stijl toch naar voren laten komen. Houdt hierbij de basis neutraal maar ga out of the box met de accessoires.


FORECAST | MATERIAL EXPERIENCE

BRICK DE BRONZING POWDER VOOR IN JOUW HUIS

15


16

EVERYBODY DOES BRICK STOEL FORT € 89,00 SIERKUSSEN KNUS € 19,95 FRUITSCHAAL LUNA € 14,95 BIJZETTAFEL HOLTEN € 39,95 VAAS LANGNEK € 10,95 VAAS FACET € 29,95 VAAS OMRA € 4,95


FORECAST | SPOTLIGHT

17


18

MAKE-OVER

‘Ik ben toe aan iets nieuws, weer met de tijd mee gaan.’ Deze maand brengen we een bezoek aan Marée Visser. Zij woont met haar gezin, man en drie kinderen in Ridderkerk, een middelgroot dorp onder de roch van Rotterdam. Wij geven haar advies over een nieuwe inrichting van haar woonkamer. In 1998 is zij verhuisd naar deze hoekwoning met een doorzon woonkamer. Nu, 15 jaar later is zij toe aan een ‘nieuwe’ stijl. Het nieuwe interieur moet rust van het buitenleven uitstralen. Marée houdt van natuurlijke materialen: katoen, leder, zijde en wol. Ook stoere elementen zou zij terug willen zien in haar nieuwe interieur, denkende aan: ijzer en steigerhout. De kleuren die zij terug wilt zien zijn wit en natuurlijke tinten. Als accent kleuren zullen wij de zogenaamde pastelkleuren toepassen. Marée heeft als voorkeur licht roze. Met name door de materialen en kleuren die Marée terug wilt laten komen nemen we als stijl voor haar nieuwe interieur Country Bliss 2014. Na enkele sfeerbeelden te hebben laten zien is Marée verkocht aan de stijl. In deze stijl merk je dat eenvoud, archetypische voorwerpen en natuurlijke materialen een unieke luxe verschaffen. De focus zal niet zo zeer liggen op de dessins maar juist op de texturen van de natuurlijke materialen. De vormgeving zal eenvoudig zijn. Ambachtelijk gemaakte archetypische meubelen zijn het uitgangspunt. Daarnaast wordt er rekening gehouden dat alle vormen van accessoires, wandbekleding, raamdecoratie etc, mee genomen worden in het interieur. We zullen in het nieuwe interieur van Marée gebruik maken van eenvoud. De schoonheid van eenvoud vind je terug in combinaties van hout met leer, beton of bio-plastic.

Bekijk het interview.

Marée wilt een houten vloer. In de loop der jaren heeft zij verschillende vloeren gehad, maar een goede houtenvloer spreekt haar het meeste aan. Daarnaast zal de houtenvloer de woonstijl versterken. Dit is overigens in alle stijlen, van klassiek tot modern. Gebleekt of lichtverweerd hout geeft een stoere, pure look waar Marée naar op zoek is. Het nieuwe interieur voor Marée moet een fris en robuust interieur worden met een rauw randje.

Eisen Frisse en lichte uitstraling | Wit | Roze | Pasteltinten | Houten vloer | Shutters / vouw gordijnen | Natuurlijke materialen | Stoere elementen | Hoekbank | 1 Fauteuil Budget €7.500


MAKE-OVER | INTERVIEW BESTAANDE SITUATIE

19

SCHETS 1

Voor de indeling van schets 1 is er gekozen voor een zithoek aan de rechterkant en eethoek aan de linkerkant. Dit is bewust gedaan voor het zonlicht. De zon komt aan de rechterkant op en staat in de middag aan de linkerkant. Wanneer er overdag televisie gekeken wilt worden heeft de familie geen last van de weerspiegelde zonnestralen op het beeld. Net als Marée als eis had gegeven bestaat de zithoek uit een hoekbank en één fauteuil. Voor de ruimtelijkheid te behouden in de woonkamer en het looppad niet te verstoren of te verkleinen, is er gekozen de fauteuil te plaatsen schuin tegen over de hoekbank. Dit creëert overigens ook ‘een afsluiting’ van de zithoek. Daardoor zie je duidelijk de scheiding tussen zithoek en eetkamer. Hierdoor ziet de woonkamer er knus en gezellig uit. Voor extra berging is er gekozen voor een middelgrootte televisiekast. Omdat Marée een groot gezin heeft is berging een grote must. De eethoek is ruimtelijk en overzichtelijk ingericht. Om de eettafel zo ruimtelijk mogelijk te plaatsen is er gekozen voor een zitbankje voor drie personen.

Deze zal tegen de muur aan komen te staan. Hierop volgt een grote eettafel met aan de andere zijde plaats voor drie stoelen. Doormiddel van deze opstelling heb je meer ruimte over in de woonkamer. In de overige ruimte van de eetkamer is er plaats gemaakt voor een servieskast. Ook hier is het voordeel dat de familie extra bergruimte heeft. De eettafel is links vanaf het raam geplaatst. Hierdoor heeft de eettafel de gehele dag licht. Zowel in de ochtend, middag als in de avond. Dit scheelt met de mate verlichting die de familie moet gebruiken en brengt een gezelligere sfeer met zich mee. De servieskast is rechts vanaf het raam geplaats. Hierdoor ontstaat er een groot gangpad tussen eettafel en servieskast. Dit creëert ruimtelijkheid. De servieskast hoeft niet de gehele dag verlicht te worden door zonlicht.


20

SCHETS 2

Schets 2 bestaat uit een zithoek aan de rechterkant en een eetkamer aan de linkerkant. Er is hiervoor gekozen omdat de zon aan de rechterkant opkomt en in de middag aan de linkerkant staat. Bij de zithoek is er gekozen de hoekbank te plaatsen aan de rechterkant vanaf het raam. Dit is gedaan omdat de opkomende zon dan precies op de hoekbank schijnt. Dit geeft in de ochtend een fris en goed gevoel. Wanneer er eventueel televisie gekeken wilt worden in de ochtend kan er geen spraken zijn van weerspiegeling van de zonnestralen omdat deze aan de aan dezelfde kant opkomen als waar de televisie is geplaatst. Marée heeft als eis een hoekbank en een fauteuil. De fauteuil is geplaats naast de hoekbank. Hierdoor wordt het looppad niet gestoord en blijft er een ruimte van de woonkamer vrij, wat weer voor ruimtelijkheid zorgt. Om de zithoek toch te scheiden van de eetkamer is er gebruik gemaakt van een grof karpet. Hierdoor wordt er de zithoek één geheel. Daarnaast geeft een karpet veel sfeer aan een ruimte. De gekozen Country Bliss wordt hier natuurlijk in door getrokken. Ook hier is er gekozen voor een televisiemeubel met extra bergruimte. Dit is nooit verkeerd.

De eetkamer heeft als het waren een U-vorm. Aan de linkerkant vanaf het raam is de eettafel geplaatst. Met de breedte staat deze tegen de muur. Hierdoor is er plek voor 5 personen. Wanneer er een gast komt kan de tafel iets verschoven worden voor een extra stoel. Er is hiervoor gekozen omdat deze opstelling speling geeft aan de ruimte. Ondanks dat de eettafel uitsteekt belemmerd dit niet de ruimte of het looppad. In dit interieur is ook gekozen voor een grote kast/servieskast. Dit geeft sfeer en heeft veel berging. Het is een must have in elke woonkamer. Het gezin moet ontzettend veel spullen kwijt. Dit is het mooiste wanneer dit in een mooie kast wordt gedaan die past in de uitgekozen stijl.


MAKE-OVER | SCHETSEN

21

SCHETS 3

Aan de linkerkant van schets 3 bevindt zich de zithoek en aan de rechterkant de eetkamer. Hier is voor gekozen omdat wanneer de zon opkomt aan de rechterkant, de familie met opkomende zon kan ontbijten. Dit geeft een bepaalde sfeer met zich mee waar mensen erg op hun gemak gaan voelen en een fris gevoel van krijgen.

Daarnaast is het erg overzichtelijk en heb je veel meer ruimte over rond om de eettafel. Het geeft een gezellig sfeer tijdens het eten. Naast de eettafel bevindt er zich ook een kast in de eetkamer. Deze kast kan een servieskast zijn maar ook een kast voor extra berging, eventueel allebei de gevallen. Door deze opstelling en deze inboedel blijft de eetkamer een frisse nette ruimte.

Daarnaast is het fijn wanneer de familie zich bevindt in de zithoek, zij voldoende licht hebben, door de middagzon. Het geeft een gezellige sfeer en is overigens erg milieu gericht, omdat aan de linkerkant van de woonkamer de gehele dag licht zal schijnen is een hele lange tijd van de dag geen verlichting nodig. De linkerkant van de woonkamer is de grootste kant. Omdat het gezin veel tijd zal door brengen in de zithoek zijn hier meerdere mogelijkheden voor extra zitplaatsen. MarĂŠe had als eis een hoekbank en fauteuil. Daarnaast is er een hocker geplaats voor een extra zit plek. De hocker kan ook dienen voor een voetenbank en zelfs als berging.

Op deze manier is de woonkamer goed verdeelt. Er is veel ruimte over. Dit is prettig wanneer er een groot gezin hier gebruik van maakt. De woonkamer krijgt een fris gevoel en heeft een overzichtelijk looppad, en een goede scheiding tussen zithoek en eetkamer.

In de eetkamer is er gekozen voor een ronde eettafel. Dit geeft een speels effect aan de woonkamer en er is plek voor veel mensen.


22

COUNTRY BLISS


MAKE-OVER | COUNTRY BLISS

23


Flos BV Cruquiusweg 109Q 1019 AG Amsterdam

FLOS.COM


FLOS AIM BY R. & E. Bouroullec

2014


26

MARCEL WANDERS

4 opvallende projecten

ZIJN INTERIEURS ZIJN OPVALLEND WEELDERIG, MET VEEL DECORATIES EN VEEL ORNAMENTEN. WANT HET LIEFST SLAAT MARCEL WANDERS EEN BRUG TUSSEN HEDEN EN VERLEDEN. OM TE LATEN ZIEN DAT HET OOK ANDERS KAN. ‘TE VEEL ONTWERPERS ZITTEN NOG GEVANGEN IN HET MODERNISME. IK MAAK GRAAG MENSELIJKE INTERIEURS. Fotografie: Marcel Wanders Studio / Tekst: Paul Geerts


PROJECTEN | MARCEL WANDERS

Hij wilt zo breed mogelijk werken, met een zo rijk mogelijk vocabulaire. Dat zei designer Marcel Wanders een kleine tien jaar geleden, na de oplevering van de Lute Suite in Ouderkerk aan de Amstel, een van de eerste interieurprojecten van zijn hand. In zijn portfolio hebben interieurs inmiddels een prominente plek. Wanneer is een interieur geslaagd? ‘Het beste resultaat is niet automatisch het mooiste. Dus probeer ik niet naar het ontwerp zelf te kijken, maar naar de betekenis die het heeft voor de mensen die er gebruik van maken. Je kunt er ook op een academische of financiële manier naar kijken. Maar belangrijker is of mensen een interieurs van waarde vinden, rationeel of emotioneel.’ Een ruimte is een verhaal, heeft u ooit gezegd. ‘Ik probeer ruimtes te creëren die iets te vertellen hebben en ik wil mensen meenemen in dat verhaal. Bij een product gaat het om een uitspraak, een gedachte. Bij een interieurs gaat het om een opeenstapeling van ervaringen, net als bij een opera of een theaterstuk. Een goed interieur zeg bijvoorbeeld iets over de tijd van ontwikkeling. Daarin passen bepaalde thema’s, al zijn die wel altijd ondergeschikt aan het geheel.’ Is dat waarom uw interieurs vaak zo uitbundig zijn? ‘Honderd jaar gelden hebben architecten bepaald dat architectuur belangrijker is dan het interieur. Met dat modernistische idee zijn wij opgegroeid. Maar waarom zou aan de interieur de cultuur historische of sociale context niet afleesbaar mogen zijn? In tegenstelling tot ontwerpers die in de modernistisch vacuüm leven, wil ik wel nadenken over de context.’ Vandaar de decoraties? ‘Wat is daar fout aan? Wanneer is iets te veel? Het is allemaal een kwestie van smaak. Die wordt nog steeds gedomineerd door

27

honderd jaar modernisme, terwijl ik vandaag wil voelen. Het is belangrijk dat design zich ontwikkelt, zeker in een tijd waarin veel nieuwe technieken zich aandienen. Ik maak graag menselijke interieurs.’ Krijgt u daarvoor altijd de ruimte? ‘Ik wil interieurs maken waar ik volledig achter kan staan. Daarom krijg ik het liefst carte blanche. Ik werk graag met opdrachtgevers voor wie ik respect he, maar die ook respect voor mij hebben.’ Ze moeten kortom vertrouwen hebben? ‘Ja. Onderwerpen is geen eenvoudige invuloefening. Het is ons vak om interieurs te maken waar opdrachtgevers zelf niet op zouden komen, maar die wel aansluiten bij hun wensen. De opdrachtgever heeft een droom. Als wij goed luisteren en ons werk goed doen, dan kunnen we die droom realiseren. Hoe werk dat in de praktijk? ‘Ik heb het weleens een holistische puzzel genoemd. Van de opdrachtgever krijg je een doos met puzzelstukjes mee. Onze opdracht is om met die stukjes uit die dozen een puzzel te maken, maar dan zonder voorbeeld. Daar moet iets uitkomen waar zowel wij als de opdrachtgever achter kunnen staat. Het is prettig als iedereen enthousiast is. Dat is de lol van samenwerken.’ In tegenstelling tot architectuur zijn interieurs vergankelijk. Hoe vindt u dat? ‘Dat vind ik super pijnlijk. Ik ga binnenkort een hotel fotograferen waar het verval al is ingetreden. Dat is misschien zwartgallig, maar ik wil het wel laten zien. Waarom blijft Venetië bestaan? En waarom veranderen de interieurs van kerken nauwelijks? Het liefst zou ik de tijdelijkheid willen stoppen en interieurs maken die er altijd mogen zijn. Dat heeft alles te maken met duurzaamheid. Om die te bereiken zouden we een verbinding moeten creëren met het verleden. Het zou goed zijn als we wat meer respect zouden hebben voor dingen die vergankelijk zijn’ >>


28

PROJECT 1 Een school word een designstudio ‘Het lijkt wel of elke gebouw dat wij aanraken een monument wordt’. Karin Krautgartner, sinds 1999 verbonden aan Marcel Wanders, merkt het enigszins gekscherend op. Al is het precies dat wat er gebeurde met het voormalige schoolgebouw in het midden van de Jordaan, dat halverwege de negentiende eeuw werd ontworpen door de Amsterdamse Stadsarchitect Bastiaan de Greef. Het geluid van de honderden leerlingen die gangen ooit bevolkten, is inmiddels verstomd. Sinds 2008 biedt het Westerhuis, zoals het project is gedoopt, onderdak aan zeventien bedrijven op het gebied van design, mode, cultuur en media. De studio van Wanders zelf, die samen met Aedes Real Estate aan de wieg stond van het project, bevindt zich op de bovenste twee verdiepingen van het statige gebouw aan de Westerstraat. Op de begane grond van dit ‘vlaggenschip voor kunst en cultureel ondernemerschap’ is de showroom van Wanders’ designerlabel Moooi gevestigd. Opvallend element in het oorspronkelijk ontwerp zijn de lange gangen met daaraan de klaslokalen, een voor die tijd ongebruikte keuze die daarom behouden moest blijven. ‘Maar juist die beperking maakt zo’n opdracht juist interessant’, constateert Krautgartner. ‘De lange gangen blijken bovendien heel goed te werken, ze maken het geheel overzichtelijk.’ De bedrijfsruimtes zijn zo open mogelijk gehouden. ‘Omdat iedereen daardoor contact met elkaar heeft, voel je de creativiteit

stromen.’ Wel verwijderd zijn de kille, groene tegels in de entree. Ze hebben plaats gemaakt voor een indrukwekkend vloer, samengesteld uit duizenden kleurige mozaïektegeltjes uit Bisazza. ‘Achter de grote zwarte buitendeur begint een andere wereld. Bezoekers mogen daar een wow-effect ervaren.’ Niet alleen het florale motief draagt daaraan bij. Maar ook de drie kroonluchters aan het plafond die zijn gevangen in gigantische kerstklokken. Op de verdiepingen, die elke een eigen sfeer hebben, zetten de door Wanders voor het Duitse Anker-Teppichbodem ontworpen grafische tapijten de toon. Samen met het kleurrijke behang van Grahan & Brown zorgen ze in de rechte gangen voor een bijna sprookjesachtig effect. Gevraagd naar het prettigste vertrek verwijst Krautgartner naar de Salon: Drie inspirerende ruimtes op de vierde verdieping waar de wereld van Marcel Wanders tot leven komt. De gebruikers van de Salon, die wordt verhuurd voor onder meer workshops en vergaderingen, weten zich er omringd door meubels en accessoires uit de Moooi-cllectie. Vanuit de ruimtes hebben ze door de authentieke raampartijen en een panoramisch uitzicht op het centrum van Amsterdam. ‘De creatieve Sfeer die hier hangt, werkt heel stimulerend.’


PROJECTEN | PROJECT 1 DE ENTREE, MET AAN HET PLAFFOND EN AANTAL GROTE EXEMPLAREN VAN WANDERS’BELL LAMP. BEHANG EN MOZAIKEVLOER ZIJN OOK DOOR HEM ONTWORPEN.

29


30

PROJECT 2 Pied-a-terre in hartje Amsterdam Het zijn meestal niet de riante villa’s en bungalows, maar juist de in Nederland zo gangbare krap mebeten huizeen die het uiterste van een interieurarchitect vergen. Het was volgens Karin Krautgartner dan ook een behoorlijke uitdaging om een kleine benedenwoning in het centrum van Amsterdam te voorzien van een aansprekend, maar evengoed functioneel interieur.

marmeren buitenvloer en de houten binnenvloer eenzelfde patroon hebben, lijkt het alsof de ruimtes in elkaar overlopen. Het is een ingreep die wij vanwege de beperkte ruimte ook vaak toepassen in hotelkamers.’ De al aanwezige ronde wand waarachter zich een trap bevindt, is bewust behouden. ‘Die geeft een mooi effect, juist vanwege het contrast met de strakke wanden.’

Klein voordeel was dat de opdrachtgeefster wegens veelvuldig verblijf in het buitenland oorspronkelijk maar mondjesmaat van het huis gebruik wilde gaan maken. ‘Het moest een pied-a-terre worden. De keuken hoefde daarom niet al te groot te zijn.’ En dat leverde, in een interieur waar elke vierkante meter telt, pure ruimtewinst op. Om die reden werd bijvoorbeeld ook een tussenwandje verwijderd. ‘Je moet bij een dergelijk project zeker niet in hokjes gaan denken.’ Dan is het bijna niet meer te doen om iets moois neer te zetten. Het liefst wil je vanuit de leefruimtes eigenlijk zoveel mogelijk overzicht hebben,’ schetst Krautgartner het idee achter de strakke indeling. Afscheidingen tussen verschillende ruimtes zijn zoveel mogelijk achterwege gelaten. Zo staat de keuken rechtstreeks in verbinding met de living. Inloopkast, slaapkamer- en badkamer lopen eveneens vloeiend in elkaar over.

Het meest in het oog springen de verschillende reliëfs, niet alleen tegen de wanden maar ook tegen de plafonds. De plafondornamenten refereren aan het historische karakter van het benedenhuis, Evenals de florale motieven die in verschillende ruimtes op de wanden zijn aangebracht. Dat het interieur ondanks de vele grote gebaren toch een weldadige rust uitstraalt, hangt vooral samen met de witte basis. Bijkomstig voordeel daarvan is dat de ruimte groter lijkt. Het mooiste compliment kwam uiteindelijk van de opdrachtgeefster zelf. ‘Toen het interieur klaar was, kwam zij vertellen hoe geweldig ze het vond. Hoewel ze ons haar vertrouwen had gegeven, was ze daar vooraf helemaal niet gerust op geweest.

Door een relatief eenvoudige ingreep lijkt de buitenruimte, met een bijna even groot oppervlak als de complete woning, deel uit te maken van het interieur. ‘Wij houden ervan om buiten naar binnen te halen.’ Hier is eigenlijk het omgekeerde gebeurd. Doordat de

IN DE BADKAMER VOEGT HET GLASMOZAIEK VAN WANDERS VOOR BISAZZA EXTRA DIMENTIE TOE. DE BISAZZA-WASTAFEL IS VENENS DOOR HEM ONTWORPEN.


PROJECTEN | PROJECT 2

31 IN HET INTERIEUR GAAN KLASSIEK EN MODERN HAND IN HAND. DE INGELEGDE VLOER DIE DE VERSCHILLENDE RUIMTES MET ELKAAR VERBINDT, IS EEN VAN DE BLIKVANGERS. DOOR DE WITTE BASIS DOET HET BESCHEIDEN HUIS GROTER AAN.


32

PROJECT 3 Loungebar en restaurant Down Town New York Het interieur van loungebar en restaurant Thor in New York City maakte meteen na de opening in 2004 de tongen los. Want wat Marcel Wanders daar liet zien was voor die tijd ongekend. Het weldadig gedecoreerde interieur voelde modern aan, maar tegelijkertijd ook klassiek. Was het een creatief hoogstandje of pure kitsch? Designcritici kwamen er maar niet uit. Tien jaar later is de discussie verstomd en luidt de conclusie dat Wanders met een weldadige interieur zijn tijd ver vooruit was. Creative director Karin Krautgartner erkent dat Thor, onderdeel van The Hotel on Rivington, een toonaangevend project is in het oeuvre van de ontwerper. En dat dit ondermeer is te danken aan het bijzondere hang dat op wanden en plafonds is toegepast. ‘Het was een experiment. Toen we aan het project begonnen, zijn we gaan nadenken over vernieuwde patronen. We wilden iets maken wat niet meteen logisch was, iets waarin je steeds nieuwe dingen kom zien. Om dat te bereiken hebben we grafische elementen in lagen op elkaar geplaatst. Daar hebben we zeshoeken aan toegevoegd. Door die te draaien ontstond een asymmetrisch beeld.’ In architectonisch opzicht is de ruimte volgens haar niet bijzonder interessant. ‘Het behang maakt de ruimte intrigerend, juist omdat je daarmee heel veel diepte creëert.’ En in het hoge gedeelte zorgt het glazen dak voor extra spanning. Wie een blik naar boven werpt, heeft niet aleen zicht op de glazen façade van het door architectduo Matthew Grzywinski en DE ORGANISCHE VORMGEGEVEN ENTREE VAN LOUNGEBAR EN RESTAURANT THOR IN NEW YORK. HET DOOR WANDERS ONTWORPEN BEHANG HEXAGON ZORGT VOOR EXTRA DIEPTE IN HET INTERIEUR.

Amador Pons ontworpen hotel, maar ook op de typische woonblokken in de Lower East Side. Over de locatie kortom kan geen onduidelijkheid bestaan. Het decor mag dan bijzonder zijn, de inrichting is dat ook. Zo is het stoeltje New Antiques, Dat nu in de collectie van Cappellini is opgenomen, speciaal voor het interieur ontworpen. Ambachtelijk gedraaide houten poten en rugleuningen zijn in het ontwerp gecombineerd met strakke lijnen. Andere blikvanger is de bar, die bijna letterlijk oplicht door de vele kristallen van Swarovski die erin zijn verwerkt. En ook de ietwat nostalgisch aandoende Smoke Chandelier en Smoke Chair van Maarten Baas zijn er prima op hun plaats. Wanders toont zo aan dat de klassieke en moderne elementen in eigentijds interieur moeiteloos samen kunnen gaan en elkaar zelfs kunnen versterken. Hij drijft daarmee nogal verder af van het modernisme, waardoor het project in New York tien jaar later kan worden beschouwd als een blauwdruk voor het latere werk van Wanders.


PROJECTEN | PROJECT3

STOEL NEW ANTIQUES, NU IN DE COLLECTIE VAN CAPPELIN, IS SPECIAAL ONTWORPEN VOOR THOR.

33


34

PROJECT 4 Van bibliotheek tot luxehotel Volledige de vrijehand krijgen, dat is een mooi idee. Maar Marcel Wanders mag dan mede-eigenaar zijn van het pand aan de Prinsengracht waarin voorheen de bibliotheek was gevestigd, voor de transformatie tot Andaz Amsterdam moest hij net als ieder ander een aantal regels in acht nemen. Bovendien legde ook de Hyatt Hotel Group, het bedrijf achter de keten boetiekhotels, een eisenpakket op tafel. Logisch, vindt Karin Krautgartner, hoofd nterieur en creative director bij Marcel Wanders, Omdat het bedrijf is gespecialiseerd in gastvrijheid. En omdat ze precies weten wat ze met het hotel voor ogen hebben. Zo is geen vestiging hetzelfde. Al hebben de filialen in ondermeer Sjanghai, Londen, New York en Los Angeles een belangrijke overeenkomst: de uitstraling is jong, persoonlijk, creatief. Dat in de lobby bijvoorbeeld drie tafels moesten komen in plaats van een chique balie was een idee waarmee Wanders wel uit de voeten kon. Even gemakkelijk plaatste hij de barman in het cafe gedeelte tussen de gasten in plaats van in een hoekje. Het zijn ingrepen die volgens Krautgartner de kracht van de samenwerking tussen de partijen typeren. Hoe doorbreek je de fantasie loosheid die in de meeste hotels nog altijd voelbaar is? Niet alleen de voormalige functie van het gebouw, maar ook de ligging in het hart van de hoofdstad speelde daarbij een rol. ‘Omdat je als gast wilt voelen waar je bent’, benadrukt Krautgartner. Daarom laat het interieur zich lezen als en verhaal, met elementen die verwijzen naar de geschiedenis van gebouw, stad en land. Zoals de afbeeldingen op de wanden, uitgevoerd in Delfts blauw, die afkomstig zijn uit historische

AFBEELDINGEN VAN VISSEN, VISBESTEK EN HET WAPEN VAN AMSTERDAM ZORGEN IN DE 122 KAMERS VOOR EEN BIJZONDER ACCENT. IN HET INTERIEUR IS ELKE VIERKANTE CENTIMETER BENUT. DE TAFEL MET ANDBESCHILDERE WASKOM IS DAN OOK OP VERSCHILLENDE MANIEREN TE GEBRUIKEN.

boekwerken. En ook de Gouden Eeuw is dichtbij. ‘Door de talloze verwijzingen naar scheepvaart en astronomie is het alsof de geest van de zeventiende-eeuwse wetenschapper Christiaan Huygens in het pand rondwaart.’ Om de voormalige bibliotheekfunctie de benadrukken, is een verzameling videokunst aangelegd. In de leeszaal kunnen bezoekers zich in het onderwerp verdiepen, ook in het interieur van de 122 kamers werd deze aanpak doorgevoerd, met ondermeer afbeeldingen van vissen, visbestek en het wapen van Amsterdam. Omdat het licht in de smalle kamers slechts via een venster de ruimte kan binnenstormen, is gekozen voor een open plattegrond. Tegen de achterwand is een spiegel geplaatst, waardoor de kamers groter en lichter lijken. De opvallende glazen headboards hebben een vergelijkbare functie. ‘We wilde dat het behang er achter te zien zou zijn.’


PROJECTEN | PROJECT 4

35


36

MAURITSSTRAAT ‘Als je bewust met de bouwkosten omgaat is er binnen ieder budget ruimtevoor hoogstpersoonlijke architectuur.’


37

INTERIORS | MAURITSSTRAAT

HET LIJKT EEN ONMOGELIJKE MISSIE OM IN HET VOLGEBOUWDE ROTTERDAM EEN GROOT GEBOUW NEER TE ZETTEN ZONDER ER EEN ANDER VOOR TE MOETEN SLOPEN. DE ARCHITECT JOOST KÜHNE BEDACHT EEN MANIER VAN BOUWEN WAARBIJ NIETS VAN DE STAD VERLOREN GAAT. HIJ ONTWIEP DE ZOGEZEGDE ‘ZWEVENDE GEBOUWEN’. HIJ BOUWDE ZIJN EIGEN BEDRIJFSRUIMTE EN WONING AAN DE MAURITSSTRAAT OP DEZE MANIER. KÜHNE KOCHT BIJ DE GEMEENTE DE LUCHTRECHTEN EN BOUWDE GEWOON OVER DE STRAAT EN DE BIJGEVOEGDE PARKEERTERREINEN HEEN. OP DEZE MANIER OVERKOEPELT DE WONING DE BOOMGAARDSTRAAT. EEN APART MAAR ZEER GEWAARDEERD STUKJE ROTTERDAM.


38

Met het pand is het voor het eerst dat we alle kleine gaatjes in de binnenstad opvullen. Op de kaart zijn er nog meer dan honderd plekjes waar dit ook gerealiseerd kan worden. Na de oorlog zijn er ontzettend veel nieuwe gebouwen gebouwd. Jammer genoeg sluiten deze niet op elkaar aan. Het gevolg hiervan is dat er veel gaatjes en rare plekjes ontstaan. Door op een andere manier naar zo’n plek te kijken, zie je dat er veel mogelijkheden zijn. Je betaalt minder voor grond maar daarin tegen is het bouwen van een zwevend pand natuurlijk duurder. Toch maakt dit een stad mooier. Er ontstaan mooie en interessante plekjes en het trekt veel bekijks. De ruimtes in de binnenstad worden op deze manier effectiever benut, maar er zijn ook nog andere voordelen. ‘In de binnenstad is maar 5 procent bewoond, de rest bestaat uit kantoren en winkels. In Amsterdam is 12 procent bewoond. Op deze manier kun je meer woningen bouwen’. Aldus Kühne. ‘Daarnaast is Rotterdam geen wandelstad. Als je bijvoorbeeld van de Oude Haven naar de Witte de With loop kom je langs allerlei gribusstukken. De gebouwen die wij maken zorgen weer voor levendigheid.’ Het plan van de verbouwing was om de toegang tot de Boomhaardhof aan te duiden middels een zwevend woon-werkpand. Het vooroorlogse stratenpatroon dat de naoorlogse blaakbebouwing ontmoet is kenmerken voor het pand. Het oude ontmoet het nieuwe. Het bijzondere aan het pand is dat zonder bouwgrond te gebruiken, je hoog in de lucht ongelofelijk veel mogelijkheden hebt. Bij deze is er sprake van een strakke straatwand in de lucht, een omgetoverd bedrijfshof. Dit is een mooie aanwinst in het centrum van Rotterdam. De architect geeft vooral een twist aan de zestiger jaren, doormiddel van een zakelijke bakstenenmix en opvallende betonnen banden en stalen profielen. De overgang richting de naoorlogse bebouwing is strak en grof terwijl het volume richting de overgang van de vooroorlogse bebouwing sierlijk wordt afgewerkt. Hierdoor ontwikkeld een zo klein mogelijk stijgpunt en een dragende wand op voldoende afstand tot de oudere fundering. Per gevel is er een extra ligger samengesteld, die in één keer tegen de naoorlogse belending aan grenst. Aan de zuidelijke kant van het pand zijn tegen de naoorlogse uitbouw twee stalen kolommen geplaatst, zij vormen samen de gevel-liggers en tafelconstructie.

De onderkant van de overbouw is in dit geval natuurlijk te zien. Veel bezoekers willen deze dan ook zeker waarnemen. De onderkant komt overeen met de onderkant van een uitbouw. Hij begint zich op een hoogte van 5.50 meter. Het tweede belangrijke element wat waar te nemen is, zijn de kozijnen. Zij zijn over de gehele hoogte per verdieping geplaatst. Dit zorgt voor een mooi licht effect en een mooie uitstraling. De verdiepingshoge kozijnen zijn als zwarte aluminium schuifpuien uitgevoerd. Het metselwerk is vernieuwend en maakt deel uit van de samengestelde aluminium liggers. Om teveel doorzicht in het pand te voorkomen zijn de voor- en achtergevel van elkaar verschoven. Dit geeft tevens een artistieke uitstraling aan het pand. Het pand op zich is rationeel opgezet, en heeft 150 m2 tot zijn beschikking. Het pand beschikt over een woonruimte en werk/kantoorruimte. Beide hebben deze een ingang tot zijn beschikking. Dit is gedaan om het feit dat er personen over de vloer kunnen komen, die de bewoners en tevens eventueel ook eigenaar van het bedrijf dat in het werk/kantoorruimte is gevestigd, niet in hun privé ruimte willen hebben. De ingang van de werk/kantoorruimte heeft een ingang van 50 m2 groot. Het terras is vanuit de woonkamer te bereiken via een spiltrap die uitkomt op de houten dakopbouw met klein dakoverstek. Het wordt overigens verwarmd door een lucht/water warmtepomp en bovenop komt er een groen dak ‘Rotterdam heeft genoeg plekken waar deze manier van bouwen toegepast kan worden. Het is een gat in de markt.’ Aldus Kühne. ‘Zeker in deze tijd van economische crisis worden grote projecten uitgesteld en is er meer behoefte aan dit soort ideeën.’


INTERIORS | EVEN BINNEN KIJKEN INTERIORS | MAURITSSTRAAT

39

Joost Kühne is geboren in 1955. Hij is van beroep architect en richtte in 1998 zijn eigen architectenbureau Kühne & Co op. Dit deed hij een jaar later na dat hij zijn architecten examen had gehaald via Stichting Bureau Architecten Register. Voordat was hij 8 jaar lang mede-eigenaar van het architectenbureau Kühne Jansen in Schoonhoven. Kühne Jansen wordt opgestart na zijn vertrek als volkshuisvesting-adviseur in 1989. In 2009 won Kühne de Van der Leeuwprijs door de ontwikkeling van zijn eigen woon- en werkpand in Rotterdam. Dit plan werd eerder genomineerd voor Mies van der Rohe in 2011. Eerder won Kühne de Nieuwe Stad Sprijs en de Stadsvernieuwingsprijs in Den Haag. Kühne gaf samen met Edwin Prins les op de Academie van Bouwkunst in Rotterdam, in 2004. Hij gaf lezingen voor o.a. de UN conference (WACAP), de IABR en het Architecten Instituut Rotterdam (AiR). Momenteel werkt hij aan meerdere woningbouwplannen in Haarlem en Rotterdam. Hij is samen met Jeroen Geurts en Endry van Velzen initiatiefnemer van Stadsbouwgroepen. De architecten van Kühne & Co houden van een directe manier van werken. ‘Als je bewust met bouwkosten omgaat is er binnen ieder budget ruimte voor hoogstpersoonlijke architectuur. Het leuke aan ontwerpen voor particulieren is dat eigenaardigheden van de opdrachtgevers weerspiegeld worden in het uiteindelijke huis.’

Bekijk het interiew met Joost Kühne


40

PLATTEGRONDEN BOUWKUNDE

Interieuradviseurs komen vaak in aanraking met bouwkundige aspecten van gebouwen. Daarom is het nodig dat zij weten hoe de woning is gebouw en uit welke verschillende onderdelen de woning is opgebouwd. Daarom is het slim dat zij alle aspecten kennen. Zodat zij overal van op de hoogte zijn. Al is het niet hun vak zelf, is het wel de bedoeling dat zijn goed advies kunnen geven. En dit advies kan alleen tot in de puntjes verzorgt zijn en kloppen wanneer de interieuradviseur alles weet over het gebouw. Op 1 oktober 1992 is de herziene Woningwet in werking gesteld. Deze wet is voor het regel van woonhuizen en alle andere bouwwerken. Niet alle voorschriften die te maken hebben met bouwen zijn in deze wet vermeldt. Sommige voorschriften moeten uitgewerkt worden in de AMvB, de Algemene Maatregelen van Bestuur. In de AMcB zit ook het zogenoemde Bouwbesluit, hierin komen onder andere technische voorschriften te staan waar bij het bouwen rekening mee gehouden moet worden. In dit besluit staan alle eisen vermeld die gaan over: veiligheid, gezondheid, bruikbaarheid en energie gebruik. Verder kennen de gemeente ook nog de zogeheten Bouwverordening. Hierin staan voorschriften die betrekking hebben op de welstand van het gebouw. De Welstandscommissie beoordeelt de esthetiek van alle bouwwerken. De esthetiek is de schoonheid van een gebouw. Als een woning erg architectonisch is, bijvoorbeeld door aanbouwen is het verplicht een vergunning te hebben bij de gemeente. Dit is omdat de verbouwing te maken kan hebben met het weghalen of verplaatsen van constructief-elementaire muren of kollommen. Het gehele gebouw veranderd dus in waren.


41

INTERIORS | PLATTEGRONDEN

1. ENTREE TRAPPENHUIS 2. BERGING 3. TRAPPENHUIS 4. ENTREE WONING 5. TIOLET 6. BADKAMER 7. BERGING 8. INLOOPKAST 9. SLAAPKAMER 10. KEUKEN 11. KEUKEN 12. WERKKAMER 13. WOONKAMER 14. DAK OPBOUW 15. DAK TERRAS

Schaal 1 : 200


42


43

INTERIORS | PLATTEGRONDEN

BOUWPROCES

Woningen worden over het algemeen onder architectuur gebouwd. Dit wilt zeggen dat de verbouwing onder leiding is gedaan van een architect, en het ontwerp op een architect zijn naam staat. Opdrachtgevers voor het bouwen van woningen kunnen bijvoorbeeld zijn, een woningbouwvereniging, een particulier of een project ontwikkelaars. Wanneer je over een woningbouw project spreekt heb je het over een project dat door een heel bouwteam wordt uitgevoerd. Dat team bestaat uit: 1. Een architect: de ontwerper van het woningbouwplan. Hij krijgt van de opdrachtgever een PVE, Plan Van Aanpak. Hij werkt zijn ontwerp uit doormiddel van het PVE als rode lijn door het ontwerp te laten lopen. 2. Een hoofdaannemer: de hoofdaannemer voert tegen een voorafgaan afgesproken prijs het bouwwerk uit. Het project moet immers wel in het budget passen. Aannemers kunnen ook hulp inroepen van een onderaannemer. 3. Externe adviseur: een architect geeft het gebouw vorm, maar laat het maken van de sterkteberekeningen etc. over aan een specialist. Dit zijn een constructeur of een bouwkundige ingenieur. Het bouwproces kent veel specialismen. Zelfs alle grote aannemers hebben niet alles in huis. Zij hebben altijd onderaannemers nodig. Denk maar aan het slaan van heipalen etc. Projectontwikkelaars, die vaak voor nieuwbouwwijken in een gemeente, richten over het algemeen de modelwoning in zodat toekomstige bewoners een beter beeld kunnen krijgen over de woning en inspiratie kunnen opdoen over hoe zij de woning in kunnen richten. Al deze laatste werkzaamheden behoren bij het uitstek tot het werk van een interieuradviseur.

Schaal 1 : 200


44

FUNCTIEVELDEN EN ONTWERPLIJNEN

WASSEN EN BADEN - BADKAMER

SLAPEN - SLAAPKAMER

ENTREE - GANG

OPBERGEN - INBOUWKASTEN EN OVERIG

TRAP LOPEN - TRAPPENHAL

DE SOCIALE OMGEVING

De mens geeft zichzelf een levensstijl. Dit is een manier van leven, denken en doen. Die levensstijl heeft dus betrekking op het gedrag van de mens, en staat dus ook in verband met het wonen. De levensstijl van een persoon zegt iets over zijn normen en waarden. Het is iets waar iemand persoonlijke waarde aanhecht. Wat wilt iemand in zijn huiselijke omgeving en wat niet, welke functies moeten er toegepast worden en welke niet. Het aantal mensen dat alleen in een huis woont, is de laatste jaren enorm toegenomen. Door deze ontwikkeling zijn er veel meer, maar ook andere woonvormen nodig dan voorheen. Er ontstaat meer ruimte en dus meer functies. Doordat mensen minder belang hechten aan tradities, normen en groepsgevoel, neemt de individualiteit toe. Maar al bouwt de mens steeds meer een ik-persoon op, wilt men toch omringt worden met personen die dezelfde levensstijl en/of interesses hebben.

KOKEN EN ETEN - WOON- EN EETKAMER

WOONFUNCTIES

In de loop van de tijd zijn in huis steeds meer vertrekken ontstaan die hun eigen functie hebben. Honderd jaar geleden bestonden er weinig badkamers, want mensen wasten zich in de keuken voor het aanrecht of in speciale badhuizen. Soms was de badkamer en het toilet te vinden in de tuin. Hier was dan een klein apart huisje of schuurtje voor gemaakt. Nog niet zolang geleden woonde in een eengezinswoning een gezin van ongeveer acht personen, soms waren het er nog wel meer. In 1950 was er totaal nog geen spraken dat iedereen een eigen kamer had, zoals we dat nu bijna allemaal gewend zijn. Veelal bestonden de kamers uit, meisjeskamers en jongenskamers. Deze waren dan voorzien van stapel- en/of uittrekbedden. Zo werd de ruimte beter benut en konden er meer mensen slapen in ĂŠĂŠn kamer. Tegenwoordig heeft vrijwel ieder lid van het gezin een eigen kamer. Vaak is er in het huis nog eens plek voor een werkkamer,


45

INTERIORS | FUNCTIEVELDEN EN ONTWERPLIJNEN

hobbykamer of waskamer etc. Er ontstaan veel aparte vertrekken in een huis. Zo is het tegenwoordig ook niet meer zo gek als een kamer alleen maar gebruikt wordt voor kleding, een inloopgarderobe kast. De woonactiviteiten waar men dagelijks gebruik van maakt beschrijven we als functies, zoals, slapen, eten, koken en studeren. Al deze functies zijn weer onder te verdelen in verschillende groepen, hoofdgroepen, belangrijke functies die naam geven aan een ruimte zoals slapen aan slaapkamer en bij functies, die meer ondergeschikt zijn. Tegenwoordig kennen we de volgende woonfuncties aan verschillende vertrekken toe. Afhankelijk van de beschikbare ruimte. Functies kunnen ook gecombineerd worden. Zo krijgt de ruimte een extra toevoeging, omdat deze voor meerdere functies benut kan worden.

FUNCTIE VERTREK

Eten, drinken, koken Keuken of woonkamer Woon- of eetkamer Slapen Slaapkamer Relaxen, sociale contacten, tv kijken Woonkamer Wassen, baden Badkamer Werken, hobby’s Werkkamer Spelen Speelkamer Naar de wc gaan Toilet Opbergen Schuur, bijkeuken, toilet Parkeren Garage Gasten ontvangen Logeerkamer Deze functies kunnen tot in detail toegepast worden, dit kan natuurlijk ook beknopt. Dit hangt af van de maten belangstelling voor de functies. Niet iedereen zal over alle verschillende vertrekken de desbetreffende functies kunnen beschikken. De hoeveelheid kamers is sterk afhankelijk van de woning, het aantal personen in een huis, hoe meer personen hoe minder plek er is voor overige, extra functies en het beschikbare budget. Een functie heeft een bepaalde afmeting nodig van het vertrek. Deze afmeting hangt af van vier factoren: 1. De plaatsingsruimte: de ruimte die nodig is om een meubel te plaatsen. Of te wel de precieze maat van het te plaatsen meubel. 2. De gebruiksruimte: de ruimte die nodig is om gebruik te maken van het geplaatste meubel. Dit is extra en noodzakelijke ruimte. Deze bevat bijvoorbeeld het uitschuiven van een stoel, een kastdeur die open moet etc. 3. De circulatieruimte: de ruimte die nodig is om het geplaatste meubel te bereiken. De circulatieruimte betreft de verbinding van de verschillende functieplekken. Dit is de grens van alle functieplekken. Bij een goede verdeling van de functievelden zullen de afstanden tussen de functieplekken die met elkaar te maken hebben kort zijn. 4. Het aantal personen: het aantal personen dat in het huis woont heeft een grote invloed op de ruimte. Al deze personen benutten ruimte en daarom wordt de ruimte per persoon minder groot.

ONTWERPLIJNEN EN FUNCTIE VELDEN

De ontwerplijnen geven vorm en richting in een beschikbare ruimte. De lijnen geven houvast bij het inrichten van de ruimte en het plaatsen van meubels, wanden en andere interieurelementen. Zij helpen je een beter beeld te krijgen van de ruimte, je krijgt hierdoor ruimtelijk inzicht. De oppervlakte van de functievelden moet in relatie staan tot de uit te voeren functie. Het voorkomt meestal dat je bij het maken van deze inventarisatie tot de conclusie komt dat er meer wensen en eisen zijn dan dat er is aan vierkante meters. Op dat moment kan je een terugkoppeling maken van je bevindingen naar de klant doormiddel van de ontwerplijnen. Je kunt dan met de opdrachtgever over deze eventuele ‘problemen’ praten en de wensen en eisen tegen elkaar op wegen. Dit doe je uiteraard wel voordat je gaat schetsen. Trek lijnen op je plattegrond waarbij deskundige elementen een start en een eindpunt hebben. Zorg ervoor dat alle lijnen parallel aan elkaar lopen in de ontwerptekening. Als ze elkaar schuin moeten kruisen is dit altijd in een hoek van 90 graden. Je onderzoek wat de belangrijkste richtinggevende lijnen zijn op de plattegrond. Er wordt hierbij gelet op goede zichtlijnen, deuren, ramen etc. Probeer hiermee indruk te krijgen van hoe de gebruikers van een ruimte door de ruimte kunnen kijken. Dit is enkel op een rechte manier, en niet schuin. Er wordt onderzocht of er een centrale as te vinden is in de ruimte. Een centrale as kan de richting en vorm van een ruimte bepalen. Verder wordt er onderzocht welke andere richtingen er in een ruimte kunnen worden toegepast. Soms kan een verdraaiing in een hoek de ruimte een optische vergroting of verkleining geven. Het nadeel van alleen lijnen tekenen op een plattegrond is dat het ontbreken van ruimtelijk effect. Je kunt een ruimtelijk effect versterken doormiddel van een 3D-studie van de ruimte te maken. Dit doe je in Sketchup en IronCAD, de twee softwareprogramma’s die een goed hulpmiddel kunnen vormen. >>


46

Het is eenvoudig om vanuit een lege plattegrond met de ontwerplijnen een schetsmatig perspectiefje te maken. In deze schetsen hun je het ruimtelijk effect bekijken. Je zou hier bijvoorbeeld een extra wandje kunnen plaatsen, om te zien hoe dit er in werkelijkheid uit zou zien. Wanneer de ruimtelijke ingrepen worden beoordeeld speelt de vraag: Voegt het iets toe aan de ruimte, is het een noodzakelijke verbetering of kan ik hetzelfde effect bereiken met minder ingrepen. Er worden in deze fase van ontwerpen nog geen meubelen in de ruimte geplaatst. De ontwerplijnen laten goed zien welke ruimte beschikbaar is om een functie te geven. De lijnen vormen allemaal vlakken met elkaar. Deze vlakken zijn onder te verdelen op de vloeroppervlakte, hiermee bepaald je welke functie dit vlak krijgt. Elke onderstane ruimte krijgt een kleur die hoort bij een specifieke functie. Er wordt vooraf bepaald welke kleur bij welke functie hoort. Daarnaast worden de vierkante meters verdeeld over de functies. Dit kan soms ook terug te vinden zijn in het Programma van Eisen. Wanneer dit van toepassing is kan het zijn dat andere functies vierkante meters in moeten leveren. Functievelden kunnen ook een vorm krijgen doormiddel van foto’s. Deze hebben uiteraard wel betrekking op de functies als kleur gevend element. Deze afbeeldingen kunnen een sfeer of materiaal keuze uitstralen. Er zijn softwareprogramma’s die als een goed hulpmiddel kunnen zijn voor het vormen van het weergeven van de functievelden. Deze programma’s zijn onder andere Illustrator, CoralDRAW en Photoshop. Het is overigens niet de bedoeling dat er veel tijd in de functievelden wordt gestoken. Het is in de eerste instantie een hulpmiddel voor het verdere uitwerken van het interieur.


INTERIORS | FUNCTIEVELDEN EN ONTWERPLIJNEN

47


48

DAGLICHTANALYSE WINTER

LENTE

08:00 uur

N 13:00 uur 20:00 uur

DAGLICHTANALYSE

Een derde onderzoek, een vervolg op de ontwerplijnen en het vormgeven van functievelden, is een daglichtanalyse. Een daglichtanalyse is een onderzoek over hoe het daglicht de ruimte binnentreedt. Het onderzoek begint met het vaststellen van de zonrichting. Op de plattegrond wordt aangegeven waar het noorden is. Met behulp van pijlen, streepjes etc. kan je zien hoe de zon rond de ruimte draait. Jaargetijden hebben invloed op hoe het zonlicht een ruimte binnenvalt. In het voor- en najaar staat de zon lager aan de horizon, hierdoor kan het zonlicht dieper een ruimte in schijnen en worden schaduwen langer. Een ander punt is de grootte van de openingen van de gevel. De breedte wordt vaak beoordeeld op de plattegrond van de ruimte. Er wordt rekening gehouden met allerlei elementen zoals borstwering, vensterbanken, hoogtemaat, of de opening tot aan het plafond zit of niet etc. Hiermee wordt een inschatting gemaakt van het effect dat de opening zal hebben op de toetreding van het daglicht in een ruimte. De zon staat ver van de aarde waardoor de zonnestralen evenwijdig zijn. Deze kunnen eenvoudig zichtbaar worden gemaakt op de plattegrond. Als de muuropening van de plattegrond tot aan de vloer is, kunnen deze lijnen al vanaf de vloer aangegeven worden. Wanneer we te maken hebben met een bovenlichtje, dan begint de lichtval wat verder in de ruimte. De kleur van het daglicht verandert in de loop van de dag. Dit is sterk waar te nemen in het voor- en najaar. De kleuren van het daglicht hebben ook effect op de kleurweergave van de ruimte. De kleur van het daglicht vermengt zich met de kleurweergave van de ruimte, hierdoor kan de kleurweergave een hele andere uitdrukking krijgen dan in werkelijkheid is bedoelt. Er wordt daarom geprobeerd materialen en hun kleuren te bekijken in verschillende situaties.

De beoordeling van de werking van kleur op daglicht kan je niet altijd met gewoon licht nabootsen. De metamere werking kan je op het verkeerde been zetten. De belangrijkste factoren zijn: Licht uit het oosten is rood en kan andere kleuren van groen, blauw laten lijken. Het maakt een kleur grauwer. Licht uit het zuiden is geel/wit. Door dit licht worden alle andere kleuren frisser. Maar dit hoeft niet altijd goed uit te pakken. Bij primaire kleuren kan het licht heel erg dominerend werken. Licht uit het westen is rood/paars. In dit licht kunnen de kleuren groen, blauw, en geel vergrauwen. Het licht uit het noorden is blauw. Noorderlicht is niet direct invallend. Omdat er in werkelijkheid nooit zonlicht uit het noorden komt komen alle kleuren in dit licht tot zijn recht. Ze zijn enkel wat koeler. Alleen de kleur oranje en alle oranje tinten zijn niet stralend in dit licht. Kunstenaars hebben de voorkeur te schilderen in noorderlicht. Dit komt door het constante karakter. Schaduw maakt alle kleuren somber en donkerder. Een kleur moet worden bekeken op de muur waarop het wordt toegepast. Het kan voorkomen dat er verschillende tinten gebruikt moeten worden op per vlak, om hetzelfde kleureffect te krijgen


49

INTERIORS | DAGLICHTANALYSE

ZOMER

MAURITSSTRAAT

Er zijn vier daglichtanalyses te zien over de Mauritsstraat. In deze analyse zijn de vier seisoenen naar voren gekomen. De datum van de analyse is het begindatum van de seizoenen. Daarnaast is gekozen deze dag in drie te delen zodat er goed te zien is hoe de zon zich over de ruimte verspreid over heel de dag. Deze tijden zijn 08:00, 13:00 en 20:00 uur. Omdat we alle vier de seizoenen hebben geanalyseerd is er goed te zien welke plekken in de ruimte weinig tot geen zonlicht krijgen. Deze plekken in de ruimte hebben dus sowieso verlichting nodig. In de badkamer en het toilet is er geen licht. Dit komt natuurlijk omdat dit besloten ruimtes zijn. Soms hebben badkamers of toiletten kleine raampjes. Wanneer dit, in dit geval, niet zo is wordt hier wat extra licht geplaatst. Omdat het een natte ruimte is, is het van belang dat er rekening wordt gehouden met het soort armatuur. De entree is voor de helft verlicht door zonlicht. Hoe meer naar rechts hoe minder het licht. Dit komt omdat dit gebied geen raam betreft. Omdat het linker deel van de entree wel een groot raam heeft, komt er natuurlijk wel indirect licht aan de rechter kant. Voor in de late uren is het van belang hier wel licht te plaatsen. Het is geen prettig zicht wanneer je een entree binnen komt lopen en richting het donker loopt, wat hier het geval is. In de woonkamer van de Mauritsstraat komt veel direct licht. Dit komt omdat deze aan beide kanten een groot raam bevat. Natuurlijk is het niet zo dat er uit allebei de ramen tegelijker tijd direct licht kan komen. De zon draait immers. In de winter en de lente is er in de middag uren alleen bijna geen licht. Dit is te zien in de plattegronden. Omdat er in de middaguren wel licht nodig is, is het van belang dat hier wel rekening mee gehouden wordt met het aantal verlichting.

HERFST

In de plattegrond is te zien dat bijna in elk seizoen de slaapkamer maar van korte tijd verlicht is. In eerste instantie is dit geen ramp. Overdag wordt er niet veel gebruik gemaakt van de slaapkamer. Maar het is natuurlijk wel erg prettig dat wanneer er gebruikt wordt gemaakt van de slaapkamer dat er ook direct licht is. Dit is toe te passen door de gekozen verlichting. Doormiddel van een daglichtanalyse is het overzicht van het daglicht goed te zien. Men weet waar er extra licht moet komen en met welk lichtval er rekening gehouden kan worden. Dit heeft weer betrekking op zonwering. Wat voor zonwering moet er gekozen worden en welke functie moet deze hebben.


DAGLICHTANALYSE IN BEELD 08:00

10:00

Wat blijkt uit het artikel daglichtanalyse is dat de analyse gaat over het directe licht dat valt in de ruimte. Op een plattegrond wordt deze aangegeven met pijltjes en streepjes. Op die manier zie je hoe het licht de ruimte invalt. Natuurlijk is dit op de plattegrond groots te zien. Voor klanten is het overzichtelijk en de klant krijgt hier een preciezer beeld van. Er kan op deze manier beter geadviseerd worden door de interieuradviseur. Om hier een duidelijker beeld van te krijgen. Om de proef op de som te nemen wordt er in daglichtanalyse in beeld geen 2D maar een 3D analyse gepresenteerd. Wanneer erop deze manier een daglichtanalyse presenteert wordt aan de klant, herkent hij ten eerste de ruimte, ten tweede maak je het beeld van de klant realistischer, en ten derde komt het verhaal van de interieuradviseur beter over. Wanneer de interieuradviseur praat over bepaalde zonwering kan de klant gelijk zien wat voor werking het heeft op de ruimte. Deze analyse vond plaats op zondag 22 juni 2014, in een slaapkamer van een doorzonwoning in Ridderkerk. Deze slaapkamer bevat 1 groot raam, deze bevindt zich aan de noord kant. Dit betekent dat de kamer aan het begin van de dag meteen zonlicht heeft. De zon draait in de middag en daarom verdraaid de zon van het raam. Het gevolg hiervan is dat de kamer enkel daglicht heeft en geen direct zonlicht. Om de analyse zo duidelijk mogelijk te maken zijn rond 8 verschillende tijden foto’s gemaakt. Dit komt het duidelijkste over wanneer het buiten niet bewolkt is. Doormiddel van de 8 verschillende foto’s kan beter uitleg gegeven worden voor de klant en ziet hij stuk voor stuk wat de gevolgen zijn van de draaiende zon in een ruimte. 08:00 uur De aller eerste foto wordt gemaakt rond 08:00 in de ochtend. Dit is bewust gedaan omdat rond dit tijdstip de eerste mensen naar hun werk gaan of in ieder geval zich al rond bewegen in het huis. De zon komt op in het oosten, vandaar is op de westelijke muur van de slaapkamer goed het zonlicht te zien. Deze komt schuin de slaapkamer binnenvallen, waardoor een groot deel van de slaapkamer het felle ochtend licht mee pakt.

12:00

10:00 uur Omdat de zon steeds verder weg draait van het raam van de kamer, verdwijnt het directe zonlicht steeds meer. Rond 10:00 is deze weliswaar nog wel waar te nemen. Dit is wel een kleine gedeelte van de kamer. Het licht is niet even fel als in de ochtend. Dit komt omdat de zon natuurlijk is weggedraaid. Maar deze staat na twee uur hoger waardoor het zonlicht later op de westelijke muur valt. De rest van de kamer heeft om 10:00 volledig daglicht tot zijn beschikking. 12:00 uur De zon staat aan de andere kant van de woning. Ondanks dat het een doorzonwoning is, is het huis zo opgebouwd dat je op de boven verdieping niet van beide kanten licht kan krijgen, ook niet wanneer alle deuren etc. open zijn. De slaapkamer is helemaal verlicht met zonlicht. Dit is helder en verfrissend licht.

14:00


INTERIORS | DAGLICHTANALYSE IN BEELD

14:00 uur Om 14:00 heeft de slaapkamer het soortgelijke licht als om 12:00 dit komt omdat de zon hoog staat wegens de middag. Omdat zich aan de andere kant van de woning bevindt, is hier in de kamer vrij weinig van te merken. Dit is voor de gebruikers van de slaapkamer ideaal. Ondanks dat het directe licht zich aan de andere kant van het huis bevindt, is de slaapkamer gevuld met aangenaam zonlicht.

16:00

16:00 uur Aan het einde van de middag is de zon zich langzaam maar zeker, verder gaan draaien richting het westen. Ook staat hij niet meer zo hoog als in de middaguren. Dit betekend dat er wat minder daglicht valt in de kamer. Vooralsnog is het daglicht optimaal om zonder verlichting te kunnen functioneren. 18:00 uur Rond 18:00 uur hebben we ongeveer hetzelfde beeld als twee uur daarvoor. Het licht wordt enkel wat donkerder in de kamer. Dit komt omdat de zon steeds meer ondergaat in vergelijking met de uren ervoor. In de kamer is dit te merken. Buiten natuurlijk minder. Het geeft ook te maken met het seizoen. Het is langer licht buiten en daarom schijnt er bijna de gehele dag redelijk zonlicht in de kamer.

18:00

20:00 uur In de analyse is te zien dat de kamer donkerder wordt van kleur. Het wordt immers ook later op de avond. De zon is bijna volledig gedraaid. Waardoor er nu beter licht verschil te zien is in de ruimte. Ondanks dat de zon langzamerhand ondergaat kan er prima gefunctioneerd worden zonder verlichting. 22:00 uur De zon staat erg laag, dit blijkt zowel buiten als binnen. Vooral in de slaapkamer is te zien dat het erg donker wordt. Omdat de zon niet ondergaat bij de raamkant is het in de kamer erg donker. Rond dit tijdstip moet er zeker verlichting geadviseerd worden. Uit de analyse blijkt dat de kamer de gehele dag voorzien is van licht. Dit is geen direct zonlicht. Maar omdat de zon hoog staat in het seizoen en fel licht geeft, heeft het daglicht de juiste verlichting om goed te kunnen functioneren. Voor de ochtenduren, moet er wel voldoende zonwering aanwezig zijn. De felle ochtend zon kan vervelend werken voor de bewoners. De zonwering moet door de personen zelf te bedienen zijn. Zij moeten niet gestoord worden door het licht wanneer dit niet de bedoeling is.

20:00

22:00


52

ZICHTLIJNEN

FOTO 1 CAMERA 1 ZICHTLIJNEN IN EEN 3D-FOTO

Zichtlijnen worden gebruikt om een beeld van de ruimte goed over te brengen, zonder dat men echt in de ruimte staat. Er wordt hier gebruik gemaakt van 3D-foto’s, die via een computerprogramma worden gemaakt. De camera’s waardoor de foto’s worden gemaakt staan op de beste plaatsen in de ruimte. Deze ruimtes kunnen belangrijk zijn, de aandacht willen vestigen op het uitzicht naar de tuin etc. Over elk camera punt is nagedacht. Sommige delen worden daarom ook over geslagen. Het zijn overige ruimtes. Deze ruimtes zijn niet veel zeggend en zijn meestal erg klein. Een toilet of badkamer bijvoorbeeld. Overigens ligt dit ook aan de overige plattegronden van de ruimte. Wanneer deze plattegronden al een duidelijk beeld geven is het in de eerste instantie niet erg van belang om hier extra op in te gaan doormiddel van zichtlijnen. Er worden zoveel 3D-foto’s gemaakt als nodig is. De zichtlijnen moeten zorgen dat er een beter beeld ontstaat van de ruimte, doormiddel van de 3D-foto’s kan er ook gekeken worden naar de schaduwvalling in de ruimte, dit kan van invloed zijn op het interieur. Het beste is om de 3D-foto’s zo breed mogelijk te nemen, waardoor de zichtlijnen beter in beeld zijn. Rechte gebogen en diagonale lijnen kunnen de ruimte optisch beïnvloeden, met name de afstanden tussen de lijnen. Daarom is het als architect van belang om te weten welke effecten al deze lijnen hebben op het interieur ontwerp. De lijnen kunnen namelijk helpen om het gewenste resultaat te krijgen. Horizontale lijnen geven een rustige uitstraling, zij benadrukken de breedte van de ruimte. Verticale lijnen geven de ruimte een formele uitstraling, deze lijnen hebben een krachtig effect. Alle lijnen die naar boven gaan benadrukken de hoogte van de ruimte, ook wanneer deze gebogen zijn. De lijnen die de ruimte groter doen lijken zijn de diagonale lijnen, zij kunnen een speels effect geven aan de ruimte

In de daglichtanalyse van de Mauritsstraat is gekozen voor 4 foto’s. Er is gekozen de camera op deze plekken te plaatsen omdat de zichtlijnen dan goed in beeld worden gebracht, de schaduw werking goed is te zien en de ruimtes te herkennen zijn waardoor het beeld van de ruimte realistischer wordt. Er is uiteraard zonlicht te zien op de foto’s met schaduwen. De foto is in de lente genomen, 21 juni om 20:00 ‘s avonds. In het artikel daglichtanalyse is dit terug te vinden.

4

3

2

1


53

INTERIORS |ZICHTLIJNEN FOTO 1 CAMERA 1

De camera van foto 1 is geplaatst aan de rechter kant van de woonkamer. De foto is breed genomen waardoor je een goed overzicht hebt over de woonkamer. In de woonkamer bevinden zich de grote eettafel voor acht personen en een keukenblok met bar. het zonlicht komt aan westkant naar binnen. Hierdoor is erop foto 1 goed de schaduwwerking te zien. Er komt fel zonlicht op de wand. er is goed te zien dat er geen zonlicht komt aan het bargedeelte. Ook achter de stoelen, bij het keukenblok is weinig licht. voor de rest is er genoeg daglicht om goed in te functioneren zonder verlichting.

FOTO 2 CAMERA 2

FOTO 2 CAMERA 2

Foto 2 bevindt zich ook in de woonkamer. Diagonaal van foto 1, waardoor je de andere kant van de woonkamer ziet en alle zichtlijnen van de woonkamer in beeld hebt gekregen. Op deze foto kijk je tegen het licht in. De donkere delen van foto 1 zijn hier beter in beeld. Zo is goed te zien dat er helemaal geen zonlicht bij het bargedeelte komt, achter de tafel en achter de trap. Omdat je tegen het zonlicht in kijkt is de woonkamer aan de kant van het grote raam lichter, hoe verder in de woonkamer hoe donkerder het wordt.

FOTO 3 CAMERA 3

Er zijn veel kleine ruimtes in de woning aan de Mauritsstraat. Deze ruimtes zijn niet indrukwekkend. Denk hierbij aan de kleine toilet, badkamer en inloopkast. Deze ruimtes zijn op de overige plattegronden duidelijk genoeg om hier een beeld van te krijgen. Daarom is er gekozen deze in de 3D-foto’s weg te laten. Er is wel gekozen de entree te fotograferen. Bij de entree komt men binnen en krijgt men de eerste indruk van het gebouw. Omdat de Mauritsstraat een apart gebouw is met grote ramen, is het handig de entree beter in beeld te brengen zodat men ziet wat zo’n groot raam doet met een kleine ruimte. Wanneer men de entree binnen komt, wordt men meteen geconfronteerd met het grote ramenspel. Dit geeft een indrukwekkende touch aan de ruimte. Het doet de ruimte groter lijken. Overigens is in de analyse ook te zien dat er een heftige lichtinval is. Om niet verblind te worden bij binnenkomst moet hier rekening mee gehouden worden bij het kiezen van zonwering.

FOTO 4 CAMERA 4

Camera 4 bevindt zich in de slaapkamer. De slaapkamer heeft in de analyse geen direct zonlicht. Dit komt omdat de zon gedraaid is en zich bevindt aan de andere kant van het gebouw. Dit is geen ramp, want wanneer men optimaal gebruik wilt maken van de slaapkamer om te ontspannen of te relaxen wordt er eigenlijk bijna altijd sfeerverlichting of geen verlichting gebruikt. Het licht wat te zien is in de 3D-foto zijn de spotjes. Deze geven op dit tijdstip een ontspannede sfeer met zich mee. De rest van de kamer is erg donker. Ook hier moet de verlichting op worden aangepast.

FOTO 3 CAMERA 3

FOTO 4 CAMERA 4

In de analyse is goed de ruimte te zien. Het is de bedoeling dat de zichtlijnen goed naar voren komen waardoor men de ruimte leert herkennen. Overigens zijn de 3D-foto’s niet alleen handig voor de zichtlijnen maar ook om te kijken welke verlichting je moet plaatsen en waar je verlichting moet plaatsen, de indeling van het interieur, de vloerbedekking etc.


54

VERLICHTING Goede verlichting in huis vindt men geen vanzelfsprekende zaak. Er wordt niet echt bij stil gestaan maar men kan er niet zonder. Er is ontzettend veel verschillende verlichting, licht om bij te werken, voor gezelligheid en sfeer noem maar op. Al deze verlichting kan worden toegepast in de stijl van het interieur. Daarom is de keuze van het licht erg breed. De kosten maken hier ook een deel van uit. Niet alleen aanschafkosten maar ook de kosten van de energie. Dit is een belangrijk punt want verlichting is de grootste energieverbruiker in huis. Door middel van het onderzoek daglicht analyse, kan er bepaald worden waar extra licht geplaatst moet worden. Dit is noodzakelijk op plekken waar het zonlicht niet zal komen. Overigens is er altijd dag licht, maar zonlicht kan zich niet overal bevinden in de ruimte. Doormiddel van verlichting wordt er gezorgd dat alle plekken in de ruimte verlicht zijn en kunnen worden. De meest voorkomende toepassing van verlichting kan je in zes hoofdgroepen verdelen: 1. Kunstmatige verlenging van de dag 2. Het verhogen van de concentratie op een werkplek 3. Verbetering van het beeldresultaat 4. Wetenschappelijk en medisch onderzoek 5. Het vinden van de wek in donkere ruimten en omgevingen 6. Het creëren van sfeereffecten Voor interieur zijn de vervanging en/of aanvulling van het daglicht erg belangrijk. De hoeveelheid licht zo aangepast zijn dat de ogen niet vermoeid raken. Daarnaast is de hoeveelheid verlichting ook bepalend voor de sfeer in de ruimte. In daglicht komen alle kleuren even goed tot zijn recht, onder kunstlicht is dit niet het geval. Onder warm kunstlicht zijn de warme kleuren het meest aanwezig, deze komen beter uit. En bij koud licht is dit het geval met koude kleuren. Dit is iets waar rekening mee gehouden moet worden bij een advies van verlichting.

In een verlichtingsplan moeten verschillende soorten lichten worden toegepast. Deze verlichting kan aan worden gepast op de functie, de sfeer van de ruimte en het tijdstip van de dag. De aller beste verlichting hiervoor zijn dimmers. Men kan hiermee zelf de sterkte van het licht corrigeren wanneer nodig. Er zijn ook sensoren en dimsystemen waar alle elektrische systemen in de woonkamer kunnen worden bedient. Tegenwoordig kan een lamp zo worden ingesteld dat hij op bepaalde momenten minder of juist feller gaat schijnen. Met een kleurveranderingssysteem kan de sfeer of de functie van een ruimte op ieder gewenst moment worden veranderd. Hierdoor kan daglicht gesimuleerd worden, waarbij men kan werken of lezen, of er kan sfeerlicht worden ontwikkeld, waarbij men ’s avonds kan ontspannen. Met zo’n systeem kunnen muren en plafonds ook een grote rol krijgen in het interieur.


INTERIORS | VERLICHTING EN ZONWERING

ZONWERING Zonwering is in de eerste instantie bedoeld om de zon, het licht van de zon, te weren. Maar daarnaast heeft het nog meerdere functies: 1. Lichtregeling: elke typen zonwerking houd, de een meer dan de ander, het overdadige zonlicht tegen. Zonlicht tast vooral meubilair en stoffering aan. Niet alleen kunnen de kleuren verbleken, vooral op de plaatsen waar het licht veel opvalt, maar ook de sterkte van het textiel neemt af. Ook wordt de ruimte aangenamer, dit komt omdat de zonwering al het felle licht verweerd. 2. Vensterafsluiting: met zonwering kan de hoeveelheid invallend licht geregeld worden. Van vol daglicht tot gehele vensterverduistering die bijvoorbeeld ’s avonds voor afdoende bescherming tegen inkijk kan zorgen. 3. Isolatie: zonwering kan ook de warmte van het zonlicht weren. Daarbij speelt ventilatie een grote rol. Direct zonlicht die door het raam naar binnen valt, dringt door tot het vertrek. De lucht in de ruimte wordt hierdoor verwarmt. De binnen zonwering houdt dit directe zonlicht tegen. Indien het raam gesloten is, zal tussen het raam en de zonwering wel een warmtekussen ontstaan. Zonwerking kan in koudere periodes juist de warmte binnen houden. Gesloten zonwering voor een venster zorgt voor een goede venster vorm en een goede isolatie. Bij sommige soorten zonwerking kan de straling van de verwarming worden teruggekaatst in de ruimte. Hierdoor wordt het in de ruimte warmer of blijft het warm. Binnen zonwering zijn onder andere: Horizontale jaloezieën Verticale jaloezieën Rolgordijnen Plisségordijnen Vouwgordijnen Silhouette Duette

55


56

INRICHTINGSREGELS Voor het inrichten van een ruimte gelden bepaalde regels. Ondanks dat er niet altijd overal rekening mee gehouden kan worden is het wel de bedoeling dat de regels als prioriteit worden opgesteld. Met de volgende regels moet rekening gehouden worden: 1. Tochtlijn: de tochtlijn is de lijn tussen open deuren en ramen. In deze ruimte kan toch ontstaan.

4. Nabijheid: de nabijheid betreft de indeling van de ruimte. Alle functies van het meubilair en de combinatie van het meubilair is aan elkaar aangepast. Plaats wordt alles dat met elkaar te maken heeft bij elkaar geplaatst. 5. Onder handbereik: het onder handbereik betreft de indeling binnen een functie plek.

2. Koudeval: de koudeval is de luchtcirculatie bij het raam. Alle warme lucht in een ruimte stijgt op. Deze lucht koelt weer af bij het koude raam en ‘valt’ daar als het waren naar beneden. Dit is de luchtcirculatie die de gehele dag doorgaat.

6. Lichtinval: de lichtinval is het daglicht dat de ruimte invalt. Uitgaande van een werkplek: bij rechtshandige personen moet de lichtval van links zijn, bij linkshandige personen moet dit aan de rechter kant zijn. Er wordt rekening gehouden met het feit dat lichtval van voren spiegelend werkt.

3. Looplijnen: de looplijnen zijn de looppaden in een ruimte. Dit noem je de circulatieruimte. Wanneer je de functies van de ruimte goed verdeeld, zullen deze lijnen kort zijn. De looplijnen nemen een minimale breedtemaat van zo’n 600 mm, bij hoge begrenzing is dit 900 – 1200 mm.

7. Spiegelopstelling: spiegelopstelling heeft te maken met de plekken waar spiegels worden geplaatst. Een spiegel mag nooit ten opzicht van de lichtval worden geplaatst. Deze wordt niet geplaatst tegenover een raam, want dan verdonkert het spiegelbeeld waardoor je alleen een contouren ziet.


INTERIORS | INRICHTINGSREGELS

Daarom is de juist plaats voor een spiegel, naast of haaks op een raam. 8. Draaideur: een deur neemt de minste ruimte in als deze naar een muur is toe gedraaid. In verband met privacy is het beter als de deur de ruimte indraait. 9. Obstakels: obstakels houdt het vrijhouden van looplijnen, schakelaars, stopcontacten, ramen en deuren in. 10. Meest behaaglijk zitplek: dit is de beste plaats van het zitten. De meeste mensen hebben een voorkeur voor een plek tegen de muur (rugdekking), met overzicht over de ruimte (zien wat er gebeurt en wie er binnenkomt) en het buitengebeuren (ramen).

57


58

A new collection of premium ceramic bathroom ruites and furniture created to meet the highest design standards.

www.keramagdesign.com


59


60

WOL


61

TEXTIEL | WOL

WOL IS EEN TEXTIEL SOORT DIE IN HET DAGELIJKS LEVEN VEEL WORDT GEBRUIKT. WOL WORDT IN ONTZETTEND VEEL DINGEN TOEGEPAST, KLEDEN, KLEDING, INTERIEUR ETC. HET BIJZONDERE AAN WOL IS DAT HET BIJNA OVERAL IN IS TOE TE PASSEN. TEGENWOORDIG IS WOL WEER HELEMAAL IN. DIT VARIEERT NATUURLIJK WEL IN STRUCTUUR EN GEBRUIKSMIDDEL. MAAR DE TECHNIEK OM WOL TE VERWERKEN EN PRODUCT KLAAR TE MAKEN IS OVERAL PRECIES HETZELFDE. WOL

SOORTEN WOL

Wol onderscheidt zich van haar omdat het schubben heeft, hierdoor blijven er zaden en takjes in hangen. De huid van het schaap wordt daardoor beschermd tegen beschadigingen. Een schaap kan dan ook zonder schade een volledige groep doorlopen, in tegen stelling tot bijvoorbeeld een koe.

Blootwol of plootwol is wol van een dood schaap. Het wordt verkregen door een chemische behandeling van de huiden van geslachte schapen.

Wol bestaat uit zachte, dunne haren van de vacht van sommige dieren. Mensen gebruiken wol voor kleding, dekens en dergelijke. Deze wol is meestal afkomstig van schapen. AustraliĂŤ, China en Nieuw-Zeeland hebben de grootste productie in wol.

Verder is wol gekroesd. Het heeft tot wel 20 bochten per 2,5 centimeter. Hierdoor wordt lucht goed vastgehouden, dit zorgt er weer voor dat wol een goede warmte-isolator is. Deze isolerende buitenlaag voorkomt dat een schaap zijn lichaamswarmte verliest. Maar in de zomer houdt de wollen vacht de warmte van buiten af juist tegen, en werkt deze dus verkoelend. Het is dus een misvatting dat ongeschoren schapen het warm hebben in de zomer. Beide eigenschappen, de schubben het kroezen, maakt dat wol ook makkelijk gesponnen kan worden. De vezels hakken namelijk makkelijk in elkaar en blijven daarna goed aan elkaar vast zitten.

Scheerwol is onbeschadigde wol, het is geschoren van een gezond en levend schaap. Het wol is in de winkel te herkennen aan het internationale wolmerk, dat in meer dan 100 landen wettelijke bescherming geniet.

Scheurwol verwijst naar wolsoorten van mindere kwaliteit, dit is afkomstig uit gedragen kleding of uit weefselafval en garen van de textielindustrie. Kunstwol is wol die voorkomt uit hergebruik. Dit komt niet direct van het dier, maar is gewonnen uit wol bevattende lompen. Sommige materialen hebben dezelfde structuur als wol, en doet men dan ook erg aan wol denken, maar zijn geen wol: Glaswol, Staalwol, Steenwol.


62

DE WOLVEZEL

Een wolvezel varieert in dikte, tussen 10 micrometer voor de fijne wol in de binnenvacht van het schaap (Merino) tot 40 micrometer in de buitenvacht (Shetlandschaap). De dunste vezels geven de minste irritatie op de huid. Sommige mensen kunnen echter zelfs niet tegen de fijnste wol, zij worden gek van het gekriebel. De meeste mensen krijgen last van kriebelen als de wol dikker is dan 28 micrometer. Dit wordt het jeukpunt genoemd. Van buiten naar binnen bestaat de wolvezel uit vier lagen: De hoornachtige schubbelaag (cuticula) Een tussenmembraan (subcutis) Een schorslaag (cortex) Het merg (medulla) De wol die op een schaap groeit is niet overal gelijk, waardoor ook de kwaliteit verschilt. Men onderscheidt: Wol van de flanken, schouders en rug Wol van de dijen Wol van de buik Wol van de overige delen.

EIGENSCHAPPEN VAN WOL

Wol is een goede isolator tegen kou. Dit komt doordat er tussen de gekrulde vezels van de wol veel stilstaande lucht zit. Deze stilstaande lucht geleidt warmte zeer slecht. Alleen als het hard waait heeft de wol minder goede eigenschappen. Wol kan veel vocht (tot 40% gewichtsprocenten) uit de lucht opnemen zonder zelf vochtig aan te voelen. Tot een vochtgehalte van 17% treedt geen verandering van de eigenschappen van de vezels op. Wol heeft van nature een hoge elasticiteit. Dit houdt in dat wol de neiging heeft om terug te keren naar zijn oorspronkelijke vorm. Het is dus een veerkrachtige vezel, waardoor wollen kleding zacht aanvoelt en een wollen trui kriebelt omdat de wolvezels uit de garen steken. Wollen kleding kreukt snel maar de kreuken verdwijnen ook weer, net als ingeperste plooien. Een ander nadeel van wol is dat het makkelijk pluist, en moeilijk wasbaar is. Wol heeft een hoge rek en kan 30 tot 40% worden uitgerekt zonder te breken. De treksterkte van de vezel is veel lager dan die van vele andere vezels (linnen, katoen of synthetische vezels).

PRODUCTIE VAN WOL

De productie van wol vindt plaats in een groot aantal stappen. Hieronder wordt het houden en fokken van schapen daarbij nog buiten beschouwing gelaten. -Scheren Schapen worden elk jaar in het voorjaar geschoren. Een ervaren scheerder kan tot ongeveer 150 schapen per dag scheren. Tijdens het scheren blijft ongeveer 2 centimeter wol staan. Na het scheren wordt de vacht opgerold en verpakt in balen, die elk 170 kilogram wegen. Het schaap wordt soms na het scheren door een ontsmettend bad gestuurd, waarbij parasieten gedood worden. Sommige dierenbeschermers zijn van mening dat de schapen veel stress ervaren door dit scheren, en door de plotselinge blootstelling aan de buitenlucht. Veganisten zien op dezelfde grond dan ook af van het gebruik van wol. - Reinigen De wol die van een schaap afkomt is vervuild met vet, zweet, gras en andere plantaardige resten. Rond de anus van het schaap zit ook ontlasting. Door de wol te wassen, wordt het vuil verwijderd. Voor het spinnen is het echter nuttig als de wol nog enigszins vet is. Van nature bevat wol lanoline. Dit is een grondstof die onder andere in cosmetica wordt gebruikt. - Kaarden Voor het spinnen wordt de wol gekaard. Daarbij worden de vezels ontward. Het kaarden gebeurt met een kam met stalen punten. Machinaal gebeurt dit met een snel ronddraaiende cilinder voorzien van stalen punten of zelfs een naaldenbed. Vroeger werden hiervoor de vruchten van een plant, de kaardenbol gebruikt. Met het kaarden verdwijnen ook de laatste restanten vuil. Na het kaarden kan er eventueel direct gesponnen worden. Voor een fijner resultaat moet echter eerst nog gekamd worden Om een betere regelmatigheid in het uiteindelijke garen te krijgen, dienen ook diverse rek- en doubleerpassages toegepast te worden, waarbij de lont steeds regelmatiger en dunner wordt. - Spinnen Hoe fijner de wolvezel, des te dunner kan de draad gesponnen worden. Tijdens het spinnen wordt de wol in elkaar gedraaid. Hierdoor worden de vezels met elkaar verbonden en wordt de draad sterker.


TEXTIEL | WOL

Het aantal draaiingen waarmee het garen gesponnen wordt, noemt men de hoeveelheid twist. Door te spinnen ontstaat een enkele draad. - Noppen Het verwijderen van oneffenheden in de gesponnen draad in de vorm van knoopjes en losse uiteindjes noemt men noppen. - Twijnen De enkele draad die na het spinnen is ontstaan, wordt met één of meer andere draden in elkaar gedraaid, waardoor een dikker en/ of steviger resultaat ontstaat. Dit in elkaar draaien van meerdere draden heet twijnen en gebeurt meestal in de tegengestelde draairichting van het spinnen om het volume en de sterkte te verbeteren. Hierdoor wordt voorkomen dat de draden overtwist worden en de extra sterkte door het twijnen weer verliezen. - Zetten of fixeren Om te voorkomen dat de gesponnen garens weer losdraaien, wordt de wol soms gezet. Dit is vooral nodig voor gebruik in tapijt, omdat daar korte draadjes wol voor worden gebruikt. Het zetten gebeurt chemisch, of met gebruik van stoom in een autoclaaf. - Verven Het verven kan in verschillende stadia van de productie van wol plaatsvinden, bijvoorbeeld voor het spinnen, in het garen en na het weven. Van oudsher werden hier vooral planten voor gebruikt. Wouw, wede en vooral meekrap waren vroeger veel gebruikte verfplanten. Ook wordt een geweven wollen lap of een tapijt wel bedrukt met verschillende kleuren. Donkere wol, van een zwart schaap, blijft vaak ongeverfd.

VILT

Vilt is een oude techniek om wol te verwerken. Het vervilten van wol wordt ook wel vollen genoemd. Vroeger werden hiervoor volmolens gebruikt. Voor het maken van vilt kan wol van een mindere kwaliteit gebruikt worden. Na het kaarden wordt de wol kruiselings neergelegd. Daarna wordt de wol ingewreven met warm water en zeep. Door voortdurend te kneden grijpen de weerhaakjes die aan de wolvezels zitten in elkaar en wordt het water uit de wol geperst waardoor er uiteindelijk vilt ontstaat. De vilt moet tenslotte plat geperst worden. Vervilten van wol kan ook per abuis gebeuren, bijvoorbeeld bij te heet wassen. Vilt is een niet-geweven textielsoort die wordt vervaardigd door samenpersing van wol.

63

De vezels worden met heet water behandeld en vormen door krimpen de structuur van het materiaal. Vilt was vermoedelijk de eerste vorm van textiel die de mens vervaardigde, al komt ook een prehistorische manier van ineenvlechting van plantenstrengen daarvoor in aanmerking. In elk geval ging de uitvinding van het vilt die van het weven en het breien ruimschoots voor. De oudste bewaarde viltresten dateren van ca. 6500 voor Christus en werden gevonden in Klein-Azië. Vilt moet altijd ten minste 30% wol bevatten omwille van de kenmerkende schubben van wol, die niet bij andere vezels voorkomen.

ONDERHOUD WOL

Wol is een teer weefsel. Het kan tegen weer en wind, maar komt zolang het aan het schaap zit natuurlijk niet in aanraking met zeep en warm water. Truien die over een hemd of T-shirt gedragen worden, kunnen beter niet te vaak gewassen worden. Hetzelfde geldt voor mantels. Luchten kan vaak volstaan. Maar als het toch moet, kan wol wel gewassen worden. Dit geldt echter niet voor alle wolsoorten, en het heeft eigenlijk altijd de voorkeur wol met de hand te wassen, al doen fabrikanten van wasmiddelen en wasmachines soms anders geloven. In elk geval moet het etiket in kleding hier goed op worden bekeken. Staat op het etiket een handje in een tobbe, dan moet de wol absoluut met de hand gewassen worden. Bij het wassen met de hand dit doen in lauw water, met een wolwasmiddel. Nooit de wol uitwringen, maar voorzichtig uitknijpen. Na het wassen ook in lauw water een aantal malen uitspoelen. Het is een misverstand dat de wastemperatuur nooit hoger mag zijn dan 30 graden, immers het verven van wol vindt op veel hogere temperaturen plaats, zonder enige krimp of vervilting. Wol is echter wel vatbaar voor snelle temperatuurwisselingen. Langzaam verwarmen en/of afkoelen is dus cruciaal. Laat wol nooit weken, want daardoor kan het gaan vervilten. Centrifugeren kan beter ook achterwege gelaten worden. Tere wollen kleding kan men het beste liggend, of goed ondersteund laten drogen, waarbij het kledingstuk zo goed mogelijk in vorm wordt gebracht. Hang nooit een trui aan de mouwen met een paar wasknijpers op.


64

JUST WOOD CHAIR 2 BY FLORIAN HAUSWIRTH

De Just Wood Chair 2 is de evolutie der stoelen over de hele wereld die volledige bestaat uit hout. Er komt in dit ontwerp zelfs geen lijm aan te pas. Door de warmte die vrij komt bij het plaatsen van de deuvels, ontwikkelt zich een kleefstof die aanwezig is in het hout zelf, lignine en hemicellulose. Dit is het belangrijkste gereedschap van de stoel. Het ontwerp van JWC2 speelt in op scheidingen en verbindingen, zo is het ontwerp een formele samenvoeging als een goed bedacht blok. JUST WOOD CHAIR 2


INSPIRATION | JUST WOOD CHAIR

65


66

BAMBI BY CAROLINE OLSSON

De Bambi tafel kan gebruikt worden op twee verschillende manieren. Hij is namelijk op twee levels te verstellen. Hij is te gebruiken als salontafel, maar ook als kleine eettafel. De tafel is geïnspireerd door de anatomie van de knie, waar er maar een beweging plaats kan vinden naar een kant. De ‘tweede’ poten zijn zo gemaakt dat wanneer zij inklappen, de ‘eerste poten stabiel komen te staan. Zo blijft de tafel is alle twee de posities rechtop en stabiel staan. Wanneer de tafel is neergeklapt en wordt gebruikt op het lagere niveau, kan je het uiterlijk van de tafel vergelijken met een kleine veulen, die zijn benen heeft gebogen en in de weide aan het rusten is. BAMBI


INSPIRATION | BAMBI

67


68

SPLINTER COLLECTION BY NENDO

De meubelcollectie ontworpen door Conde House, is afkomstig van een fabrikant die gevestigd is in de beroemde regio Asahikiwa in Japan. Elk stuk hout is versplinterd, bewerkt door het te ‘pellen’. De rugleuning is niet meer alleen bedoelt voor de rug te ondersteunen, maar deze wordt ook door getrokken naar de armen en dienen hier ook als ondersteuning. Grotere stukken hout worden in hun oorspronkelijke dikte gehouden om als kracht te steunen waar nodig is. Kleine stukjes hout worden gebruikt voor de delicate onderdelen. SPLINTER


INSPIRATION | SPLINTER

69




72

ERGONOMIE


73

ERGONOMIE | ERGONOMIE TIJDENS HET STUDEREN

Het woord ergonomie komt van de Griekse woorden: Ergon (werk) en nomos (wet). Met andere woorden gaat ergonomie over de regels van het werk. Wanneer bij het inrichten van een ruimte rekening wordt gehouden met de ergonomie, is de kans dat mensen minder (gezondheids)-klachten krijgen, en dat zij zich prettiger voelen en beter presteren. Ook de werkverlichting hoort bij het aandachtsgebied van ergonomie. Op werkplekken, dus boven het aanrecht, een bureau etc. is niet alleen voldoende licht noodzakelijk, maar het lamplicht mag ook geen schaduw werpen op de handelingen die er worden verricht. Niet alleen grote objecten ergonomisch interessant in de werk- en huiselijke sfeer, maar ook kleine details. Vingergaten in een schaar of het handvat van een stanleymes. Achter kleine dingen zitten grote gedachtes. Deze hebben het doel het menselijk lichaam zoveel mogelijk tegemoet te komen om alle werkzaamheden die er worden verricht te optimaliseren. De Arbowet heeft alle aandacht volledig op de ergonomie. In het Arbobesluit en de Arboregeling staan de eisen voor onder meer lichamelijke belasting en het werken met beeldschermen. In de Arboinformatiebladen worden vragen beantwoord over onderwerpen waar er meer vraag is voor nadere informatie. Er wordt niet alleen in de werksfeer gelet op de ergonomie, maar ook in de privĂŠsfeer wordt dit als belangrijk beschouwd. Denk hierbij bijvoorbeeld aan keukens. Het bereiden van voedsel verlangt een actieve houding, dan is het gevolg daarvan dat het belangrijk is om nauwgezet de maten van het keuken meubilair vast te stellen. Lengtes worden voor sommige personen, die veel boven of onder de gemiddelde lengte zitten, aangepast. In het verleden was een standaard aanrechtblad bevestigd op een hoogte van ongeveer 90 cm. Tegenwoordig worden aanrechtbladen gebracht op hoogtes tussen de 95 en 105 centimeter. Hoe kritischer de situatie, hoe belangrijker ergonomische aspecten worden. De rode draad bij het ontwerpen van meubilair is het menselijk lichaam. Niet alle mensen zijn even lang dus bij sommige onderdelen moet gemiddeld genomen worden. Bureaustoelen in dit geval niet, deze kunnen echter geheel aan de wensen van de persoon zelf worden aangepast. Ergonomen gaan op twee manieren te werk: 1. De curatieve manier: er wordt iets onderzocht wat al bestaat, en indien nodig worden er mogelijke verbeteringen aan toegepast. 2. De preventieve manier: er wordt bij een nieuw ontwerp ergonomie ingebracht.

ERGONOMIE IS DE STUDIE NAAR DE VERHOUDING TUSSEN DE MENSELIJKE MAAT EN GEBRUIKSVOORWERPEN. DE DEFINITIE VAN ERGONOMIE LUIDT: ‘ERGONOMIE STREEFT NAAR HET ZODANIG ONTWERP VAN GEBRUIKSVOORWERPEN, TECHNISCHE SYSTEMEN EN TAKEN, DAT DE VEILIGHEID, DE GEZONDHEID, HET CONFORT, EN HET GOED FUNCTIONEREN VAN DE MENSEN BEVORDERD.

Bij de ergonomie onderscheiden we drie aspecten: 1. De fysiologische kant van de mens: de fysiologische kant van de mens betreft de verrichtingsleer. Het gebruik van de handen en de voeten om handelingen uit te voeren. Hierbij is de houding van de persoon heel belangrijk. Deze wordt bepaald door onder andere de objecten en hoe ermee of aan gewerkt wordt, dit is weer afhankelijk van de werkzaamheid die er wordt uitgevoerd. 2. De Psychische kant van de mens: hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen mentale aspecten en psychische aspecten. Mentale aspecten zijn er meer voor het opnemen en het verwerken van informatie door vijf zintuigen. De psychische aspecten betreffen het welbevinden van de mens in een bepaalde omstandigheid, waarbij de leefbaarheid een hele grote rol speelt. 3. De omgevingsaspecten: de omgevingsaspecten gaat over welke onderdelen en aspecten er in de omgeving bestaan. Bepalend daarin zijn het klimaat, het geluid en het licht, de inrichting van de ruimte, onder andere het meubilair. Maar ook informatiemiddelen zoals letters, cijfers en/of pictogrammen. Wanneer je aan ergonomie denkt lijkt het allemaal technisch en niet dicht bij je te staan. Maar wanneer je om je heen kijkt is ergonomie bijna overal in toegepast.


74

ERGONOMIE TIJDENS HET STUDEREN De omgeving waar een student in leert is erg belangrijk voor de innerlijke staat. Er zijn namelijk belangrijke factoren die de student kunnen afleiden. Als een student zich wilt concentreren heb je altijd afleidingen van buiten, computers, leuke boekjes, een binnenlopend huisgenoot of familielid, zelfs de structuur van de muur wordt interessant. Na vele uren concentreren is het een heel geworstel voor studenten om de aandacht erbij te houden. Daarom is het van belang dat de omgeving geheel gericht is op het leren. Hierbij komen allerlei verschillende factoren bij kijken. Voor het indelen van de leeromgeving zijn er zowel praktische als esthetische factoren van belang. De belangrijkste praktische factoren zijn het comfort voor het lichaam en de bereikbaarheid van de gebruikte voorwerpen. Het comfort is voor de Arbo waarschijnlijk het makkelijkste om na te kijken. Er bestaan veel criteria over bureaustoelen en bureaus. Al deze criteria gaan over hoe je het lichaam een zo prettig mogelijke positie kan geven waardoor deze het prettigst werkt. Een student kan hier op college of op school zelf niets aan veranderen. Hier wordt namelijk voor gezorgd. Maar wanneer de student thuis een plek heeft waar hij wilt studeren wordt er aangeraden deze plek volledig aan te passen op zijn lichaam. Het nadeel van het prettig zitten is, dat het niet te prettig moet zitten. Een stoel moet niet uitnodigend zijn om te gaan slapen bijvoorbeeld. Hij moet lekker, comfortabel zitten maar wel op een manier dat je nog met volle concentratie aan het werk kan. Tevens is het ook belangrijk dat de student alle voorwerpen die hij nodig heeft binnen handbereik heeft. Alles waarvoor de student moet gaan lopen of voor moet opstaan zorgt voor een onderbreking in de concentratie, deze onderbreken heeft als grootste gevolg dat het uitloopt op een pauze van het studeren. De student moet ervoor zorgen dat hij alle mogelijkheden en excuses voor pauzes ontneemt. Dit doet hij doormiddel van alles wat hij nodig heeft binnen handbereik te hebben. Dit kan standaard al zo zijn, door bijvoorbeeld de opstelling van kasten etc. of omdat de

student deze voor het leren al heeft klaar gezet. Dit kan standaard al zo zijn, door bijvoorbeeld de opstelling van kasten etc. of omdat de student deze voor het leren al heeft klaar gezet. Qua esthetiek zijn er ook zaken waar zeker rekening mee gehouden moet worden. Zo hoort een studieruimte een prettige omgeving te zijn. Een ruimte waar het erg rustig is en waar je zo min mogelijk wordt afgeleid, het is een ruimte waar je je thuis moet voelen. Grote chaos of opvallende kleuren zijn niet van toepassing in een studieruimte. Planten en kleine fonteitjes worden aangeraden in een studiecentrum. Deze zijn ontspannend en geven de studenten in het studiecentrum een rustgevend gevoel. Verder moeten alle ‘leuke’ bezigheden worden vermeden. Dit lokt de studenten uit. Een laatste factor die vaak naar voren komt zijn voorwerpen waar de student graag mee werkt. Een goede plek om te studeren begint natuurlijk eerst bij een simpele stoel en bureau of tafel. Om het onderzoek naar ergonomie tijdens het studeren beter onder de loep te nemen, bestuderen we aller eerst de stoel en het bureau. Deze kunnen allebei erg verschillen qua vormen en maten. De bij de ene stoel kan je de maten verstellen bij de ander niet. Dit geldt tevens ook voor het bureau. Omdat studenten bijna nooit dezelfde zitplekken hebben als op bijvoorbeeld een kantoor, wordt de ergonomie van de studenten beperkt. Dit heeft te maken met luxe en simpelheid van de meubels. Er wordt tevens ook niet op dezelfde wijze gecontroleerd op een zitplek in een kantoor als een zitplek op school. Maar niet alleen een stoel zorgt voor een goede houding. De student zijn eigen lichaam heeft hier de meeste controle over. De student moet gezond zitten en daar zorgt hij zelf voor. Of de student nu op een simpele kruk zit of op een luxe verstelbare bureaustoel, die gezonde houding is erg van belang. Voor studenten die zichzelf thuis willen voorzien van een ‘luxe’ studeerplek is het van belang dat zij zich met de ergonomie bezig houden.


ERGONOMIE | ERGONOMIE TIJDENS HET STUDEREN

75

GEZOND ZITTEN

JUISTE ZITHOOGTE

Wanneer men altijd hangt in een stoel ontwikkeld zich dit in een verkeerde levensstijl. 85 % van rugpatiĂŤnten is te herleiden uit het feit dat zij niet gezond zitten. Het is belangrijk dat een ergonomisch verantwoord zitmeubel hiervoor de voorwaarden schept. Er zijn vijf basisvoorwaarde om optimaal te kunnen zitten:

DE JUISTE ZITHOEK

1. Juiste zithoogte

De juiste zithoek is een vaste waarde tussen de 95 en 105 graden. Wanneer er een schuinere rug optreedt veroorzaakt dit automatisch dat men onderuit zakt.

Er is onderzoek gedaan over de zithouding van Nederlanders, hieruit blijkt dat 80 - 90 % van de Nederlanders verkeerd zit. Een groot deel van dit percentage zijn studenten. Dit werkt niet stimulerend en is niet goed voor het lichaam. Het onderzoek is overigens erg breed en er werd ook gekeken naar de zithouding tijdens het ontspannen. Wanneer men hangt in een stoel of bank ondersteund de S-vorm van het wervelkolom niet optimaal. Op langer termijn gaat dit klachten geven. Wanneer men hangt heeft deze verkeerde houding de spieren in de eerst instantie rust en heeft men het idee fijn te zitten. Toch leidt deze houding snel naar rugklachten, zenuw- of aderafknellingen, weefselirritatie, stoornissen in de ingewanden, ademhalingsmoeilijkheden of moeite met opstaan. Omdat een student hier geen genoegen mee moet krijgen is het van belang dat zij weten hoe zij de ergonomie van hun lichaam en hun stoel goed moeten benutten.

2. Juiste zithoek 3. Juiste zitdiepte 4. Juiste armleggerhoogte 5. Juiste lendenondersteuning

Vaak hebben mensen de gedachte extra hoog te moeten zitten om gemakkelijk te kunnen opstaan. Toch is het opstaan bij een te hoge zit even moeilijk als bij een te hoge zit. Dit komt omdat men niet gemakkelijk met de voeten bij de grond kan, daarom moet er veel kracht uit de armen komen om gemakkelijk op te staan. Hierbij komt dat het verzitten, de variatie in zithouding moeilijker wordt wanneer men op een te hoge zit zit. Het kan juist de beenzenuwen afknellen, het gevolg hiervan zijn slapende benen. Bij een te lage zit neemt de houding van de rug automatisch een ronde vorm aan. Wanneer men op dit moment een knie op trekt, gaat de rug direct bollen. Overigens kan een te lage zit een afknelling van de darmen veroorzaken. De juiste zithoogte is bereikt wanneer de benen in een hoek van 90 graden op de grond staan. Een platte hand moet tussen de bovenkant van uw knieholte en de zitting kunnen worden geschoven. Een juiste zithoek is van groot belang Bij een te schuine hoek tussen de rugleuning en zitting treden er afschuifklachten op. Hierdoor zakt men onderuit en is de ondersteuning niet meer optimaal. Dit effect treedt ook op wanneer er bij stoelen de rugleuning kan worden versteld.


76

JUISTE ZITDIEPTE

Wanneer een zitting te diep is veroorzaakt het ook altijd onderuitzakken. Het gevolg hiervan is dat men een bolle rug krijgt, ook opstaan en verzitten gaat moeilijker. Men moet ervoor zorgen dat het lichaam goed aansluit aan de onderkant van de rugleuning van het zitmeubel. Waarbij een kleine ruimte is tussen de zitting en de rug. Als er een platte hand tussen de binnenkant van de knieholte en de zitting kan dan is de zitdiepte goed.

JUISTE ARMLEGGERHOOGTE

De armen houden 10 % van het lichaamsgewicht in. Om de armen goed te laten rusten moeten deze ook ondersteund worden. Sommige stoelen hebben geen armleggers, wanneer een stoel dit wel heeft is dat ergonomisch veel beter. Als de armleggers te laag zijn, gaan mensen automatisch onderuit zakken, waardoor ze scheef gaan zitten op de stoel. Te hoge armleggers hebben het gevolg dat de schouders overdreven worden opgetrokken. Hierdoor ontstaan er krampen in de hals en nek.

JUISTE LENDENONDERSTEUNING

Hoewel elke wervelkolom een licht gebogen S-vorm heeft, is de detaillering van de vorm van iedere wervelkolom uniek. Bij het zitten treden vooral de lendenwervels een belasting op. 70 - 80 % van de rugklachten gaan hierover. De romplengte en de kromming van de wervelkolom van persoon tot persoon is erg verschillend, daarom moet zowel de hoogte als de dikte van de lendensteun instelbaar zijn. De lendensteun moet op de juiste hoogte en dikte versteld kunnen worden, zodat ieder persoon zijn lendenholling goed kan ondersteunen. Wanneer deze ook kan kantelen is het nog comfortabeler. Hierdoor zou ook de belasting op de rug drastisch afnemen. Wanneer de student zichzelf heeft verwend met een luxe verstelbare ergonomische stoel wordt ook een verstelbaren tafel verondersteld. Wanneer men een goede zithouding heeft gevonden kan de tafel op elleboogholte worden ingesteld.

Zo kan wanneer de student aan het studeren is of zelfs eventueel achter een computer werk zijn ellebogen laten rusten op de tafel. Zo is de student weer 10% van het lichaamsgewicht kwijt. Als een bureautafel niet verstelbaar is, kunnen alleen kleinere mensen de bureaustoel hoger zetten. Dit kan ook enkel alleen als de voeten nog ondersteund worden. Grotere mensen moeten het bureau simpel weg verhogen. De juiste werkhoogte is natuurlijk ook afhankelijk van de taken die er worden uitgevoerd. Studenten hoeven niet altijd uit boeken te leren, naar zij zitten natuurlijk vaak achter de computer, moeten eventueel tekenen etc. voor al deze taken zijn er verschillende hoogtes die het beste in zo’n situatie werken. Bij schrijven zegt de ergonomie dat de tafel iets boven de ellebogen bevestigd moet worden, zodat de armen goed ondersteund zijn. Bij typen is de opstelling iets lager dan de ellebooghoogte, dit zit hem in de dikte van het toetsenbord. Omdat dit de twee meest uitgevoerde taken zijn word een combinatie van deze twee als compromishoogte aangewezen. De bureautafel op ellebooghoogte is dan een goede richtlijn. Wanneer een student moet tekenen zal dit ook aardige tijd innemen. Ook hier is het dan van belang dat de student een goed ergonomische tafel heeft. Hier komt vrijwel altijd een tekentafel aan te pas. De student kan deze naar eigenwijze instellen. Wanneer de student de volledige omgeving waarin hij wilt studeren heeft aangepast, de stoel en de tafel of het bureau ergonomisch heeft aangepast is de omgeving volledig. De student kan hier optimaal van genieten. Uit onderzoek is gebleken dat wanneer studenten hier rekening mee houden, hun concentratie, uithoudingsvermogen en resultaten erop vooruit gaan. Studenten zijn over het algemeen jonge mensen. Deze jonge mensen moeten hun lichaam niet uitputten doormiddel van een ongezonde houding aan te nemen. Wanneer de student zich aan deze voorschriften houdt zal het resultaat blijken.


ERGONOMIE | ERGONOMIE TIJDENS HET STUDEREN

77


Minotti

www.minotti.com



Piano M

Emerenza catastrofe ambientale Torino

Guida alla pianiticazione Territoriale e urbanistica


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.