Scholenbouwatlas

Page 1


Scholenbouwatlas


Scholenbouw atlas

Verbouwen als nieuwe opgave voor basisscholen en kindcentra

Redactie Dolf Broekhuizen

nai010 uitgevers


Inhoud

1

Verbouwen als nieuwe opgave

2

Modellen van verandering

4

Legenda  6 Inhoud op verbouwmodel  7 Overzichtskaart  8 Overzicht op bouwjaar  10 Voorwoord  13 Sander Dekker

Introductie  14

1.1 Waarom verbouwen?

Precieze ingrepen  29

Urgentie en achtergronden van de verbouwopgave Dolf Broekhuizen  17

1.2 Spieken mag!

Kansen en belemmeringen in wet- en regelgeving bij scholenbouw André Mol, Dolf Broekhuizen  21

Openbreken

 29

Oorspronkelijke kwaliteiten  29

De route  31

Overmaat benutten  31

Oud plus nieuw Samenvoegen

 31  33

Opnieuw gebruiken  33

Totaalaanpak

 33


3

4

Het proces

5

Verbouwingen

Tijdlijn en verantwoording

5

3.1 Individueel en collectief

 36

Het krachtenveld bij het verbouwproces Dolf Broekhuizen, Marco van Zandwijk

3.2 De gebruikers

 38

Zoeken naar het gemeenschappelijke Frank Studulski

3.3 Basisschool en

kinderopvang  43

Combinaties van school en opvang in bestaande gebouwen Wouter Deen, Eireen Schreurs

3.4 Opdrachtgever en de

Met visie een bestaande school verbouwen Frido van Nieuwamerongen

 53

 58

Omgaan met de bestaande voorraad Louk Heijnders, Peter de Jong, Monique Arkesteijn

3.7 Opdrachtgeverschap

 62

Cocreatie, zelfregulering en ondersteuning in scholen(ver)bouw Michel Geertse

Meer lezen over scholenbouw  310 Methode  311 Verantwoording

 136

Register  316 Index projecten op plaatsnaam  318 Colofon  320

 174

Zelfstandige overblijfruimte  176 Overblijf overlapt onderwijs  180 Overblijf in bestaand volume  184 Overblijf naast onderwijs  192  198

Teamruimte  200 Individuele personeelsruimte

ruimte

 204

 208

Collectiviteit  210 Flexibiliteit  218 Meervoudig gebruik opeenvolgend  224 Meervoudig gebruik gelijktijdig  230 Mix van gemeenschappelijke ruimtes  234

4.6 Breed gebouw

 246

Kindprofiel  248 Ouderprofiel  252 Buurtprofiel  258 Bredeschooldeel  264

4.7 Renovatie en herbestemming

Renovatie en aanpassing Renovatie  280 Herbestemming  284

 270

 314

Beeldverantwoording  315

4.5 Gemeenschappelijke

 313

Over de onderzoekers  126

 134

4.4 Personeelsruimte

 300

Gebruikte literatuur  308

Opvang in school in eigen ruimte Opvang in school met gedeelde ruimte  142 Opvang in nieuwe vleugel  158 Opvang in paviljoen  164 Hele gebouw is opvang  172

4.3 Overblijf

Tijdlijn

 68

Dolf Broekhuizen Individuele werkplek  70 Kleine groepen  80 Open plan  90 Leerplein  92 Lokaalcluster  102 Ateliers  106 Accentschool  110 Passend onderwijs  114 Computer en ICT  120 Mix van onderwijsplekken

4.2 Opvang

Wisselwerking tussen onderwijs en stedelijke vernieuwing Guido Wallagh

3.6 Gemeente

architect  48

3.5 De wijk

4.1 Onderwijs

 268


Legenda Onderwijs

6

onderwijsruimte – spel – therapie: 1 speellokaal onderbouw 2 leslokaal / groepsruimte / stamgroepruimte (klaslokaal) 3 verwerkingsruimte / werkplekken / werkhoek / bijschakelruimte / uitwijkruimte 4 computerlokaal / computerplek 5 vaklokaal / handvaardigheid / muziek­ruimte / crearuimte 6 remedial teaching RT / interne begeleiding IB / logopedie / therapie 7 fysiotherapie / zwembad / snoezelruimte 8 sportzaal / gymnastieklokaal / groot speellokaal 9 kleedruimte / doucheruimte 10 patio / openluchtlokaal / overdekte speelplaats / veranda / terras / balkon / dakterras / daktuin

groepsruimte / lokaal / stamgroep­ruimte / theorielokaal / werklokaal kleine groep, ook individueel individuele plek, zelfstudie, soms ook kleine groepen

Opvang verkeerszone / gemeenschappelijke zone / dubbel gebruik (door opvang en onderwijs) voorschoolse opvang VSO / tussen­ schoolse opvang TSO / buiten­schoolse opvang BSO kinderdagverblijf KDV / peuter­speelzaal PSZ

Overblijf verkeerszone / gemeenschappelijke zone / dubbel gebruik (door opvang en onderwijs) tussenschoolse opvang / TSO-ruimte keuken

Personeelsruimte verkeerszone / ontsluitingszone individuele personeelsruimte (een-twee personen) teamkamer / groepsruimte personeel

Gemeenschappelijke ruimte verkeerszone / ontsluitingszone gemeenschappelijk gebruik / dubbel ge­ bruik (gang en bibliotheek, gang en werk­ plek, wijk en school, verschillende groepen) bijeenkomstruimte / meest gemeen­ schappelijk / voor alle gebruikers (aula, buurthuis)

Breed gebouw verkeerszone / ontsluitingszone kindfunctie (onderwijs en opvang) / ouderfunctie / buurtfunctie combinatie van kindfunctie, ouder­functie, buurtfunctie (bredeschooldeel)

Renovatie en herbestemming verkeerszone / ontsluitingszone renovatie / herbestemming combinatie van renovatie en herbestemming

gemeenschappelijke ruimte – sociale ruimtes: 11 entree / avondentree / nevenentree 12 garderobe 13 hal / centrale ruimte / multifunctionele ruimte / ontmoetingsruimte 14 pauzeruimte / tussenschoolse opvang TSO / kantine 15 keuken / pantry 16 aula / gemeenschapszaal / toneelzaal / theater 17 mediatheek (voor basisschool – schoolbibliotheek) / orthotheek 18 buurtkamer / wijkkamer / ouderkamer 19 speelplein / fietsenstalling

schoolteam / opvangteam / wijkgebouwteam: 20 directiekamer / staf / secretaresse 21 kantoren / spreekkamer / beheerder / conciërge 22 teamkamer / docentenkamer / leidsterkamer 23 berging / leermiddelen / kopiëren / archief / serverruimte / technische ruimte

kinderopvang en peuter­ speelzaal (nul tot vier jaar) en BSO (vier tot twaalf): 24 kinderdagverblijf KDV (nul tot vier jaar) / crèche / groepsruimte baby’s 25 kinderdagverblijf KDV (nul tot vier jaar) / crèche / groepsruimte peuters / voorschoolse educatie 26 peuterspeelzaal PSZ (van twee tot vier jaar) / groepsruimte peuters / voorschoolse educatie 27 slaapruimte / verschoningsruimte 28 buitenschoolse opvang BSO / naschoolse opvang NSO / voorschoolse opvang VSO wijkgebouw / welzijn / zorg: 29 wijkgebouw / cultureel centrum / welzijnsfunctie / theater 30 cursusruimte / servicepunt / vergaderruimte buurt / jongerenopvang vanaf twaalf jaar / huiswerkkamer 31 bijeenkomstruimte / café 32 centrum voor jeugd en gezin / schoolarts / arts / verpleegkundige / consultatie 33 gezondheidscentrum / ouderenzorg / wijkpunt ouderen 34 bibliotheek (met wijkfunctie – wijkbibliotheek) 35 speel-o-theek (met wijkfunctie) overige functies: 36 woning / onderwijzerswoning / ouderenwoningen / begeleid wonen 37 winkels / horeca 38 kantoren / bedrijfsruimte 39 kerk / kapel / klooster / stiltekamer 40 scouting / speeltuin 41 parkeren 42 kelder / kruipruimte

Betekenis van / in de legenda: het /-teken betekent ‘en/of’


Inhoud op verbouwmodel

Precieze ingrepen Amsterdam, Eerste openluchtschool voor het gezonde kind  72 Amsterdam, Holendrechtschool  245 Haarlem, Dreefschool voor Christelijk Basis­ onderwijs  130 Leeuwarden, PCBO Koningin Wilhelminaschool  131 Maastricht, Basisschool Het Mozaiek  132 Nagele, SWS Titus Brandsma RKOB  140 Rotterdam, Jan Anthonie Bijlooschool  119 Rotterdam, RKB Mr. Van Eijck  150 Rotterdam, SBO St. Lucasschool  84 Wijnjewoude, CBS Votum Nostrum  100 Wormer, OBS De Eendragt, De Tinteltuin  156

Openbreken Amsterdam, OBS Aldoende  126 Amsterdam, 14e Montessorischool Jordaan  102 Heenweg (’s-Gravenzande), CBS De Kameleon  142 Hoorn, Duiventil en Hoeksteen  229 Oegstgeest, OBS Gevers Deutz Terweeschool  218 Waddinxveen, RKB De Regenboog  244

Oorspronkelijke kwaliteiten Aerdenhout, Antoniusschool  196 Brielle, CBS Geuzenschip  76 Hengelo, RK Basisschool St. Jan  180

Route Almere, OBS De Klaverweide  90 Amsterdam, 4e Montessorischool Pinksterbloem  104 Delft, Delftse Montessorischool  182 Eindhoven, Spilcentrum De Barrier, De Opbouw  238 Eindhoven, Spilcentrum De Bennekel  224 Heemstede, Voorwegschool  75 Roosendaal, KBS Fatimaschool  215 Rotterdam, Van Brienenoordschool  152

Overmaat benutten

Samenvoegen

Amsterdam, Buitenveldertse Montessorischool  160 Amsterdam, Brede school Osdorp, De Kikker  252 Dronten, KBS De Toekomst  204 Gouda. Jenaplanschool De Caroussel  74 Gouda, Vrije school De Ridderslag  207 Den Haag, ISBO Al-Qoeba  206 Hilversum, Brede school Zuid  178 Leiden, OBS Lucas van Leyden  122 Maastricht, Kindcentrum Oda  146 Oegstgeest, Brede school De Vogels  162 Rotterdam, CBS Albert Plesmanschool  176 Schiedam, St. Jozefschool  120 Utrecht. OBS Oog in Al, Johan de Witt  141 Utrecht, Agatha Snellenschool  88 Utrecht, Vrije School Utrecht  89 Zwolle, Jenapleinschool  92

Arnhem, MFA De Laar Oost, Brede school Het Startblok  264 Arnhem, MFA De Laar West  114 Breda, Montessorischool Breda  121 Eindhoven, Spilcentrum De Trinoom  202 Leiden, OBS De Morskring  214 Lintelo, Kulturhus Lintelo, CBS Klimop  242 Schijndel, Educatief Basiscentrum Oost (de Kring)  171 Weesp, OBS Triangel, CBS Van der MeulenVastwijk  250

Oud plus nieuw Amersfoort, OBS De Vlindervallei  260 Amsterdam, De Brede School  266 Amsterdam, OBS De Dapper  256 Amsterdam, Brede school De Zeeheld  210 Apeldoorn, OBS Sprengenpark  163 Beesd, Kulturhus Het Klokhuis  262 Breda, Huis van De Heuvel  234 Boven-Leeuwen, Kulturhus D’n Dulper  222 Burgum, OBS ’t Partoer  124 Den Haag. OBS De la Reyweg, KDV Hamertje Tik  151 Dordrecht. CBS Repelaer  168 Dronryp, RKBS St Radbodus  267 Eindhoven, Spilcentrum Genderdal  158 ’s-Gravendeel, CBS De Bouwsteen  230 Groningen, OBS Joseph Haydn  170 Groningen, Vensterschool Oosterpark, OBS Siebe Jan Bouma  192 Hilversum, Fabritiusschool  96 Hoog Keppel, OBS De Bongerd  228 Nagele, OBS De Ringloop  118 Notter-Zuna, Kulturhus Irene, School met de Bijbel  261 Oisterwijk, Brede school Waterhoef, Kinder­ opvang Humanitas  164 Pingjum, OBS It Leech  258 Rectum-Ypelo (Wierden), Akkerhus CBS Akkerwal  223 Rotterdam, OBS De Tuimelaar  110 Tiel, Brede school De Regenboog  154 Utrecht, Rietendakschool  184 Wenum-Wiesel, PCBS Prinses Beatrix  200 Wilnis, OBS De Willespoort  112 Zevenaar, Brede school Groot Holthuizen  106

Opnieuw gebruiken Amsterdam, Kinderdagverblijf uk Andreas  172 Amsterdam, SBO De Kans  70 Den Haag, Nutsschool Zorgvliet  291 Dordrecht, Brede school De Keerkring  288 Heemstede, Brede school Molenwerf  290 Hengelo, RKDB St. Plechelmusschool  80 Heteren, Brede school De Vogeltuin  292 Rotterdam, Kindercentrum Kinderkade, De Blijberg, Margrietschool, Dominicusschool  248 Rotterdam, Brede school Nieuwstraat  136 Tilburg, MFA ’t Kruispunt, De Antaris  216 Utrecht, ODBS Puntenburg  141 Vessem (Eersel), Oude School KDV Duimelot  294 Zwolle, Brede school Wonderwoud  251 Zijtaart (Veghel), MFA Het Klooster, Basisschool Edith Stein  284

Totaalaanpak Amsterdam, Dr. Rijk Kramerschool  276 Amsterdam, 5e Montessorischool Watergraafs­ meer, Villa Bons  270 Rotterdam, OBS De Wilgenstam  280 Dordrecht, Griffioen, Oranje Nassauschool  282 Rheden. CBS De Holtbanck  274

7


Overzichtskaart

8

Utrecht Agatha Snellenschool 1883  88

Hilversum Fabritiusschool 1926, 1928  96

Utrecht Vrije School Utrecht 1902  89

Hilversum Brede school Zuid 1961  178

Amsterdam SBO De Kans 1952  70

Amsterdam Brede school De Zeeheld 1891  210

Utrecht OBS Oog in Al, Johan de Witt 1932  141

Weesp, OBS Triangel, CBS Van der MeulenVastwijk 1955  250

Amsterdam, Eerste openluchtschool voor het gezonde kind 1930  72

Amsterdam, 5e Montessorischool Watergraafsmeer, Villa Bons 1931  270

Utrecht Rietendakschool 1923  184

Almere OBS De Klaverweide 1979  90

Amsterdam 14e Montessorischool Jordaan 1922  102

Amsterdam Holendrechtschool 1976  245

Utrecht ODBS Puntenburg 1939  188

Wilnis OBS De Willespoort 1980  112

Amsterdam 4e Montessorischool Pinksterbloem 1981  104

Amsterdam Brede school Osdorp, De Kikker 2006  252

Waddinxveen RKB De Regenboog 1968  244

Hoorn Duiventil en Hoeksteen 1982  229

Amsterdam OBS De Dapper 1985  256

Gouda Jenaplanschool De Caroussel 1970  74

Wormer OBS De Eendragt, De Tinteltuin 2005  156

Amsterdam OBS Aldoende 1899  126

Amsterdam De Brede School 1968  266

Gouda Vrije school De Ridderslag 1982  207

Amsterdam Kinderdagverblijf uk Andreas 1964  172

Amsterdam Dr. Rijk Kramerschool 1884  276

Haarlem, Dreefschool voor Christelijk Basisonderwijs 1919  130

Amsterdam Buitenveldertse Montessorischool 1975  160

Hoorn

Wormer

Aerdenhout Antoniusschool 1932  196

Haarlem Amsterdam Almere Aerdenhout Heemstede Weesp

Oegstgeest Brede school De Vogels 2001  162

Leiden OBS Lucas van Leyden 1985  122

Heemstede Voorwegschool 1882  75

Oegstgeest, OBS Gevers Deutz Terweeschool 1928  218

Leiden OBS De Morskring 1952  214

Heemstede Brede school Molenwerf 1924, 1925, 1930  290 Delft Delftse Montessorischool 1960  182

Hilversum Wilnis Oegstgeest Den Haag Waddinxveen Heenweg Brielle

Den Haag, OBS De la Reyweg, KDV Hamertje Tik 1917  151 Rotterdam SBO St. Lucasschool 1926  84

Den Haag Nutsschool Zorgvliet 1927  291

Rotterdam OBS De Tuimelaar 1963  110

Rotterdam Brede school Nieuwstraat 1973  136

Brielle CBS Geuzenschip 1930  76

Rotterdam RKB Mr. Van Eijck 1963  150

Dordrecht CBS Repelaer 1934  168

Schiedam St. Jozefschool 1921  120

Rotterdam Van Brienenoordschool 1962  152

Dordrecht Griffioen, Oranje Nassauschool 1983  282

Rotterdam CBS Albert Plesmanschool 1972  176

Dordrecht Brede school De Keerkring 1975  288

Roosendaal KBS Fatimaschool 1951  215

Rotterdam OBS De Wilgenstam 1956  280

Beesd

Dordrecht

Oisterwijk Breda Roosendaal Tilburg

Heenweg (‘s-Gravenzande) CBS De Kameleon 1957  142

Rotterdam, Kindercentrum Kinderkade, De Blijberg, Margrietschool, Dominicusschool 1978  248

Gouda

Rotterdam

’s-Gravendeel

Rotterdam Jan Anthonie Bijlooschool 1966  119

’s-Gravendeel CBS De Bouwsteen 1978  230

Utrecht

Delft Schiedam

Den Haag ISBO Al-Qoeba 1907  206

Leiden

Beesd Kulturhus Het Klokhuis 1920, 1958, 1973  262

Breda Montessorischool Dubbelwijs Breda 1951, 1954 121

Tilburg MFA ‘t Kruispunt, De Antaris 1968  216

Breda Huis van De Heuvel 1951  234

Oisterwijk, Brede school Waterhoef, Kinderopvang Humanitas 1928  164


Leeuwarden Burgum

Dronryp

Dronryp RKBS St Radbodus 1969  267

Leeuwarden. PCBO Koningin Wilhelminaschool 1931  131

Groningen OBS Joseph Haydn 1928  170

Pingjum OBS It Leech 1953  258

Burgum OBS ’t Partoer 1975  124

Groningen, Vensterschool Oosterpark, OBS Siebe Jan Bouma 1931, 1960  192 Wijnjewoude CBS Votum Nostrum 1967  100

Groningen Nagele OBS De Ringloop 1956  118

Pingjum Wijnjewoude

Nagele SWS Titus Brandsma RKOB 1956  140 Dronten KBS De Toekomst 1962  204

Zwolle Brede school Wonderwoud 1964  251 Zwolle Jenapleinschool 1919  92

Nagele

Dronten

Amersfoort OBS De Vlindervallei 1952  260

Zwolle

e

Rectum-Ypelo Notter-Zuna Hengelo

Wenum-Wiesel

Wenum-Wiesel PCBS Prinses Beatrix 1971  200

Notter Zuna, Kulturhus Irene, School met de Bijbel 1917  261

Apeldoorn OBS Sprengenpark 2005 163

Hengelo RK Basisschool St. Jan 1928  180

Apeldoorn

Hengelo RKDB St. Plechelmusschool 1953  80

Amersfoort

Hoog Keppel OBS De Bongerd 1955  228

Rheden Heteren Tiel

Arnhem Zevenaar Boven-Leeuwen

Schijndel Zijtaart

Eindhoven Vessem

Hoog Keppel Rheden CBS De Holtbanck 1948  274

Lintelo Kulturhus Lintelo, CBS Klimop 1901, 1909  242

Tiel Brede school De Regenboog 1956  154

Arnhem MFA De Laar West 1977  114

Zevenaar, Brede school Groot Holthuizen 1848  106

Heteren Brede school De Vogeltuin 1992  292

Arnhem MFA De Laar Oost, Brede school Het Startblok 1981  264

Lintelo

Boven-Leeuwen Kulturhus D’n Dulper 1930  222 Schijndel Educatief Basiscentrum Oost 1971, 1972, 1980  171 Zijtaart (Veghel), MFA Het Klooster, Basisschool Edith Stein 1901  284

Eindhoven, Spilcentrum De Bennekel 1930  224 Eindhoven Spilcentrum De Trinoom 1934  202 Eindhoven, Spilcentrum De Barrier 1938  238

Maastricht

Rectum-Ypelo (Wierden) Akkerhus CBS Akkerwal 1951  223

Maastricht Kindcentrum Oda 1929  146

Eindhoven Spilcentrum Genderdal 1957  158

Maastricht Basisschool Het Mozaiek 1957  132

Vessem (Eersel) Oude School KDV Duimelot 1953  294

9


Zevenaar, Brede school Groot Holthuizen 1848  106

Rotterdam SBO St. Lucasschool 1926  84 Heemstede Voorwegschool 1882  75

Den Haag Nutsschool Zorgvliet 1927  291

Utrecht Agatha Snellenschool 1883  88

10

1940

1935

1930

1925

1920

1915

1910

1905

1900

1895

1890

1885

1880

Overzicht op bouwjaar

Groningen OBS Joseph Haydn 1928  170 Hengelo RK Basisschool St. Jan 1928  180

Amsterdam Dr. Rijk Kramerschool 1884  276 Amsterdam Brede school De Zeeheld 1891  210

Oegstgeest, OBS Gevers Deutz Terweeschool 1928  218 Amsterdam OBS Aldoende 1899  126

Oisterwijk, Brede school Waterhoef, Kinderopvang Humanitas 1928  164 Maastricht Kindcentrum Oda 1929  146

Zijtaart (Veghel), MFA Het Klooster, Basisschool Edith Stein 1901  284 Lintelo Kulturhus Lintelo, CBS Klimop 1901, 1909  242

Amsterdam, Eerste openluchtschool voor het gezonde kind 1930  72

Utrecht Vrije School Utrecht 1902  89

Boven-Leeuwen Kulturhus D’n Dulper 1930  222

Den Haag ISBO Al-Qoeba 1907  206

Brielle CBS Geuzenschip 1930  76 Den Haag, OBS De la Reyweg, KDV Hamertje Tik 1917  151

Eindhoven, Spilcentrum De Bennekel 1930  224

Notter Zuna, Kulturhus Irene, School met de Bijbel 1917  261

Amsterdam, 5e Montessorischool Watergraafsmeer, Villa Bons 1931  270

Haarlem, Dreefschool voor Christelijk Basisonderwijs 1919  130

Groningen, Vensterschool Oosterpark, OBS Siebe Jan Bouma 1931, 1960  192

Zwolle Jenapleinschool 1919  92

Leeuwarden. PCBO Koningin Wilhelminaschool 1931  131

Beesd Kulturhus Het Klokhuis 1920, 1958, 1973  262 Schiedam St. Jozefschool 1921  120

Aerdenhout Antoniusschool 1932  196 Utrecht OBS Oog in Al, Johan de Witt 1932  141

Amsterdam 14e Montessorischool Jordaan 1922  102 Utrecht Rietendakschool 1923  184 Heemstede Brede school Molenwerf 1924, 1925, 1930  290 Hilversum Fabritiusschool 1926, 1928  96

Dordrecht CBS Repelaer 1934  168 Eindhoven Spilcentrum De Trinoom 1934  202 Eindhoven, Spilcentrum De Barrier 1938  238 Utrecht ODBS Puntenburg 1939  188


Hilversum Brede school Zuid 1961  178 Dronten KBS De Toekomst 1962  204

Rectum-Ypelo (Wierden) Akkerhus CBS Akkerwal 1951  223

Rotterdam Van Brienenoordschool 1962  152

Leiden OBS De Morskring 1952  214

Rotterdam RKB Mr. Van Eijck 1963  150

Rotterdam, Kindercentrum Kinderkade, De Blijberg, Margrietschool, Dominicusschool 1978  248

Amersfoort OBS De Vlindervallei 1952  260

Amsterdam Kinderdagverblijf uk Andreas 1964  172

Amsterdam SBO De Kans 1952  70

Zwolle Brede school Wonderwoud 1964  251

Vessem (Eersel) Oude School KDV Duimelot 1953  294

Rotterdam Jan Anthonie Bijlooschool 1966  119

Amsterdam 4e Montessorischool Pinksterbloem 1981  104

Wijnjewoude CBS Votum Nostrum 1967  100

Arnhem MFA De Laar Oost, Brede school Het Startblok 1981  264

Hoog Keppel OBS De Bongerd 1955  228

Tilburg MFA ‘t Kruispunt, De Antaris 1968  216

Hoorn Duiventil en Hoeksteen 1982  229

Weesp, OBS Triangel, CBS Van der MeulenVastwijk 1955  250

Waddinxveen RKB De Regenboog 1968  244

Rotterdam OBS De Wilgenstam 1956  280 Tiel Brede school De Regenboog 1956  154 Eindhoven Spilcentrum Genderdal 1957  158 Heenweg (’s-Gravenzande) CBS De Kameleon 1957  142 Maastricht Basisschool Het Mozaiek 1957  132

2015

Wilnis OBS De Willespoort 1980  112

Gouda Vrije school De Ridderslag 1982  207

Nagele OBS De Ringloop 1956  118

2010

Almere OBS De Klaverweide 1979  90

Amsterdam De Brede School 1968  266

Nagele SWS Titus Brandsma RKOB 1956  140

2005

11

Arnhem MFA De Laar West 1977  114 ’s-Gravendeel CBS De Bouwsteen 1978  230

Pingjum OBS It Leech 1953  258

2000

Amsterdam Holendrechtschool 1976  245

Rotterdam OBS De Tuimelaar 1963  110

Hengelo RKDB St. Plechelmusschool 1953  80

1995

Dordrecht Brede school De Keerkring 1975  288

Breda Montessorischool Dubbelwijs Breda 1951, 1954 121

Roosendaal KBS Fatimaschool 1951  215

1990

Burgum OBS ’t Partoer 1975  124

Delft Delftse Montessorischool 1960  182

Breda Huis van De Heuvel 1951  234

1985

1980

1975

1970

1965

1960

1950

1945

1955 Rheden CBS De Holtbanck 1948  274

Dordrecht Griffioen, Oranje Nassauschool 1983  282

Dronryp RKBS St Radbodus 1969  267

Amsterdam OBS De Dapper 1985  256

Gouda Jenaplanschool De Caroussel 1970  74

Leiden OBS Lucas van Leyden 1985  122

Schijndel Educatief Basiscentrum Oost 1971, 1972, 1980  171 Wenum-Wiesel PCBS Prinses Beatrix 1971  200 Rotterdam CBS Albert Plesmanschool 1972  176 Rotterdam Brede school Nieuwstraat 1973  136 Amsterdam Buitenveldertse Montessorischool 1975  160

Heteren Brede school De Vogeltuin 1992  292 Oegstgeest Brede school De Vogels 2001  162 Apeldoorn OBS Sprengenpark 2005 163 Wormer OBS De Eendragt, De Tinteltuin 2005  156 Amsterdam Brede school Osdorp, De Kikker 2006  252


12


Voorwoord

13 Kinderen verdienen een aantrekkelijk, gezond gebouw om te leren en zich te ontwikkelen. Een schoolgebouw is van wezenlijk belang voor goede leerprestaties en voor het welbevinden van de leerlingen en het team. Vernieuwingen in het onderwijs en de wens om in te spelen op maatschappelijke ontwikkelingen, zoals het samenwerken met andere gebruikers, stellen hoge eisen aan een gebouw. Veel schoolgebouwen in ons land zijn verouderd. Bijna zestig procent is ouder dan 35 jaar. De gebouwen zijn niet altijd geschikt voor het onderwijs van deze tijd. En ook niet toegerust op duurzaam energiegebruik. Bij zo’n driekwart van de scholen is het binnenklimaat niet goed genoeg. Ook is er veel achterstallig onderhoud. Daarom zullen honderden scholen de komende jaren moeten worden verbouwd. Voor de meeste schoolbesturen en gebruikers van deze onderwijsgebouwen is dit een ingewikkelde opgave waarbij veel komt kijken. Het is een belangrijke opdracht om alle scholen geschikt te maken voor het onderwijs in de komende decennia. De verantwoordelijkheden die hierbij een rol spelen zijn belegd bij schoolbesturen en gemeentes. Sinds 1 januari 2015 zijn de schoolbesturen in het primair onderwijs verantwoordelijk voor het buitenonderhoud en de aanpassing van schoolgebouwen. Daardoor hebben de besturen − zowel wettelijk als financieel – meer ruimte om verbeteringen aan te brengen in of aan het eigen onderwijsgebouw.

Ze zijn op dit punt dus niet meer afhankelijk van de gemeente. Het is goed dat er veel initiatieven zijn om schoolgebouwen beter geschikt te maken voor het onderwijs van nu. De scholenbouwatlas is ook zo’n initiatief. Dit boek laat zien hoeveel kennis en ervaring er in ons land is opgebouwd over de (ver)bouw van scholen. En ook dat vernieuwing van schoolgebouwen door veel betrokkenen als een mooie, maatschappelijke opdracht wordt gezien. De plek en het bestaande gebouw bieden soms on­ gedachte en onverwachte mogelijkheden. Ontwerpers en opdrachtgevers willen alle kansen benutten om een eigentijds onderwijsgebouw te realiseren. Van bescheiden ruimtelijke ingrepen tot ingrijpende verbouwingen. Van kleine dorps- of wijkscholen tot grotere multifunctionele gebouwen. Door op gemeentelijk en regionaal niveau de problemen in kaart te brengen, kunnen maatwerk­ oplossingen tot stand komen. Een goede energiehuis­ houding en slim ontworpen vernieuwingen geven school­ gebouwen een tweede, duurzaam leven. Een brede, integrale bena­dering, waarbij er oog is voor de bestaande kwaliteiten van een gebouw, biedt kansen voor de huidige gebouwenvoorraad. Ik heb er alle vertrouwen in dat de betrokken partijen zich gezamenlijk zullen inzetten voor verbetering van de onderwijshuisvesting en dat steeds meer kinderen kunnen leren in een eigentijds en toekomstbestendig schoolgebouw. De staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, Sander Dekker


Introductie

Dolf Broekhuizen

14

Wat kunt u van de scholenbouwatlas verwachten? We staan voor de opgave: het verbouwen van de basisschool of het kindcentrum. Maar wat zijn de mogelijkheden? Voorbeelden van verbouwde scholen worden nauwelijks gepubliceerd. Door de werkdruk komt het er in de regel ook niet van om eens rustig een excursie te organiseren om verbouwde basisscholen of kindcentra te bekijken. Ook gericht kunt u maar moeizaam gebouwen bezoeken, omdat er tot nu toe geen enkel overzicht bestaat. Daardoor kunt u niet de kunst afkijken van de buren. Steeds maar weer zelf het wiel uitvinden is op zijn minst ineffectief. Bovendien is de praktijk veelal ad hoc, waardoor gebouwen door een opeenstapeling van ingrepen chaotisch, onsamenhangend en rommelig worden. Een integrale aanpak van de verbouwing kan de kwaliteit wel langdurig versterken. De scholenbouwatlas maakt u hierin wegwijs door de nadruk op drie hoofdaspecten. De atlas schept helderheid door de mogelijkheden te laten zien die de gebouwen bieden. Dat zijn de verbouwmodellen. Daarnaast schept de atlas helderheid in het proces, doordat de belangrijkste actoren waarmee u te maken krijgt aan u worden voorgesteld. Die partijen variëren van de gebruikers van het gebouw, de opdrachtgever en architect, tot aan de wijkbewoners en de gemeente. Tot slot krijgt u helderheid door de concrete gebouwen. Casestudies zijn de kern van de scholenbouwatlas: voorbeelden van de dagelijkse praktijk van verbouwde basisscholen en kindcentra in Nederlandse gemeentes. De voorbeelden zijn zo gegroepeerd dat u gemakkelijk de relevantie van de verbouwing kunt zien. De thema’s van de verbouwing zijn in beeld gebracht en in korte teksten toegelicht. Als geheel biedt de scholenbouwatlas een staalkaart van de verbouwmogelijkheden. Daarmee kunt u uw voordeel doen.

Gebouwen voor kinderen De scholenbouwatlas is bedoeld voor beslissers en opdrachtgevers in de bouw en verbouw van voorzieningen voor primair onderwijs en kinderopvang: de schoolbesturen, gemeentes, opvang- en welzijnsinstellingen. De scholen­ bouwatlas is ook bruikbaar voor ontwerpers en andere professionals die bij de bouwopgave betrokken zijn, waaronder leerkrachten of leidsters die aan bouwvergaderingen deelnemen. De atlas richt zich zowel op basisonderwijs als op kinderopvang en het is daarom goed om te spreken over gebouwen voor een leeftijdsgroep van nul tot twaalf jaar. Bij deze gebouwen voor kinderen gaat het niet alleen om onderwijs maar ook om kinderopvang, welzijn en andere functies. De term kindcentrum wordt daarvoor wel gebruikt, maar er is geen vaste definitie van wat een kindcentrum is.

In de meeste gevallen gaat het om de clustering van kinderopvangvoorzieningen en peuterspeelzaal, of is het een basisschool waaraan andere kindfuncties gekoppeld zijn, vergelijkbaar met een brede school met het accent op het kind. In sommige gevallen zijn de functies breder en is het gebouw gericht op een grotere doelgroep en heeft het een functie voor de wijk, zoals kulturhusen. Dan kan het gaan om gebouwen voor nul tot honderd jaar.

Leeswijzer en zoekmogelijkheden Er komt veel op u af waarop u moet letten als u gaat verbouwen. In de scholenbouwatlas ligt het accent op de ruimtelijke veranderingen, waarbij op drie relevante onderwerpen wordt ingezoomd: het proces, de praktijkvoorbeelden en de verbouwmodellen. Die delen worden hieronder toegelicht. Verbouwen als opgave – deel 1 Ervaringen met de praktijk Sommige schooldirecteuren zien zich als onervaren partij gesteld voor een ingrijpende verbouwing. Andere locatieleiders of besturen zijn ervaren opdrachtgevers en kennen het klappen van de zweep. In beide gevallen is het procesverloop van een verbouwing echter afhankelijk van onzekere en onvoorspelbare momenten. Bij verbouwingen kunnen wet- en regelgeving het proces zeer gecompliceerd maken, tijdrovend zijn of zelfs belemmerend werken. Zicht op creatieve oplossingen kan dan een gids zijn. Het eerste deel presenteert de actuele opgave en praktijkervaringen. Verbouwmodellen – deel 2 Welke kansen biedt mijn gebouw? Het bestaande gebouw is een gegeven en definieert mede het kader van de mogelijkheden. Verbouwingen verschillen in de praktijk sterk wat betreft schaal, ruimtelijke consequentie en grondigheid. Om u een overzicht te geven van die gevarieerdheid zijn alle verbouwingen ingedeeld volgens een bepaald ver­ bouwmodel, waarin die verschillen tot uitdrukking komen. De nadruk bij de modellen ligt op de ruimtelijke ingreep van de verbouwing en minder op het proces, de financiering, en organisatorische of beheersmatige aspecten. Het verbouwmodel is dan ook een ruimtelijk model. Negen modellen worden achtereenvolgens voor het voetlicht gebracht: Precieze ingrepen; Openbreken; Oorspronkelijke kwaliteiten; Route; Overmaat benutten; Oud plus nieuw; Samenvoegen; Opnieuw gebruiken; Totaalaanpak. Verbouwproces – deel 3 Betrokken partijen bij het verbouwproces Wie neemt de regie bij een verbouwing? Of: wie heeft de regie tijdens het proces? Die vraag is niet eenvoudig te beantwoorden. In de


meeste handboeken wordt het verbouwproces voorgesteld als een lineair proces dat globaal verloopt van visie, schetsontwerp, voorlopig ontwerp, definitief ontwerp, bestek en uitvoering naar oplevering. Maar de praktijk gedurende dat traject is onoverzichtelijk. In de atlas is een andere invalshoek gekozen, in aanvulling op bestaande handboeken. Het proces wordt vanuit de betrokken partij gezien. Het verbouwproces van basisscholen en kindcentra is complex en kan ervaren worden als een doolhof. Betrokkenen krijgen te maken met een kluwen van belangen, wensen en strijdpunten. Hoe je het ook wendt of keert, de deelnemers zullen allianties moeten smeden. De wereld van concrete personen en handelende partijen – de actor – staat centraal in het procesdeel, variërend van de gebruiker, zoals onderwijs en kinderopvang, tot aan de wijkbewoners en gemeentelijke overheden. De essays in Verbouwproces zijn geschreven door specialisten, die vanuit het perspectief van de verschillende betrokken partijen de verbouwopgave belichten. Zij leggen verbanden met concrete gebouwen. Het idee achter de scholenbouwatlas is dat het concrete voorbeelden laat zien die in de Nederlandse context mogelijk zijn, daarom worden in dit hoofdstuk de gebouwen gerelateerd aan het opdrachtgeverschap. Het eerste inleidende deel belicht de alliantie tussen schoolbestuur, locatieleider en team. Daarna verbreedt de blik. Het zoeken naar een gemeenschappelijke noemer staat centraal in het hoofdstuk over de gebruikers. Een van de meest voorkomende combinaties die basisscholen aangaan, analyseren de auteurs in het hoofdstuk: basisonderwijs en kinderopvang. In het daaropvolgende hoofdstuk wordt de wisselwerking tussen opdrachtgever en architect besproken. De school als voorziening voor de buurt en onderdeel van wijkvernieuwing is het onderwerp van het volgende hoofdstuk. Daarna staan rol en verantwoordelijkheden van de basisschool en de gemeente centraal. En tot slot breekt het laatste hoofdstuk een lans voor opdrachtgeverschap in de vorm van cocreatie.

Verbouwingen - deel 4 Welke verbouwopgaves komen aan bod? Na de wereld van belangen, wensen, eisen en inspraak, wilt u nader weten hoe de gebouwen eruit zien. De praktijkvoorbeelden komen in Verbouwingen aan bod. Actuele redenen om te verbouwen zijn als ruimtelijke opgave thematisch gegroepeerd. Op die wijze biedt de scholenbouwatlas inzicht in ruimtelijke hoofdthema’s die op dit moment in Nederland relevant zijn. In de atlas zijn zeven hoofdonderwerpen benoemd. De verbouwingen vinden plaats vanwege het streven naar: onderwijskundige verbeteringen (Onderwijs), de integratie van kinderopvangvoorzieningen en peuterspeelzaal (Opvang) met het onderwijs, het realiseren van een overblijfruimte in het gebouw (Overblijf) of betere voorzieningen voor het team en organisatie (Personeelsruimte), een ruimte die voor meerdere gebruikersgroepen kan worden ingezet (Gemeenschappelijke ruimte) of vanwege het streven naar een multifunctionele accommodatie (Breed gebouw). In het laatste hoofdstuk staan Renovatie en herbestemming van het gebouw als opgave centraal. Deelthema’s werken het ruimtelijke karakter verder uit. De thema’s worden geïllustreerd aan de hand van casestudies uit de praktijk.

15

Overzichten – Introductie en deel 5 Kaarten en legenda, tijdlijn en register U kunt op meerdere manieren in de scholenbouwatlas zoeken. In het begin van het boek vindt u een kaart van Nederland waarin de honderd projecten zijn aangeduid op plaats, en een tijdlijn met een ordening op oorspronkelijk bouwjaar. Hier vindt u ook de legenda bij de tekeningen en een overzicht van de gebouwen, geordend volgens de verbouwmodellen. Voorafgaand aan de hoofdstukken 3 en 4 vindt u een inhoudsopgave van het betreffende hoofdstuk. Deel 5 begint met een tijdlijn die een beknopte geschiedenis schetst van scholenbouw in Neder­ land. Het zakenregister in dit deel verwijst naar onderwijskundige thema’s en architectuurtrefwoorden. In de index zijn de onderzochte basisscholen en kindcentra alfabetisch op plaatsnaam geordend. De literatuurlijsten bevatten de gebruikte literatuur (waar in de noten sprake van is) en geven suggesties voor verder onderzoek.

Bestaande scholen worden geregeld aangepast aan nieuwe wensen. Een inte­grale aanpak van de verbouwing kan de kwaliteit langdurig versterken. Van Brienenoordschool, Rotterdam.


Verbouwen als nieuwe opgave 16


1.1 Waarom verbouwen? Urgentie en achtergronden van de verbouwopgave

Dolf Broekhuizen De komende jaren zal het nodig zijn om honderden basisscholen in Nederland te verbouwen. Om uiteenlopende redenen is de opgave om gebouwen aan te passen actueel. In dit essay worden de urgentie en achtergronden van de verbouwopgave benoemd.

Pleidooi voor weloverwogen verbouw Waar komt de aandacht voor goed verbouwen, als alter­ natief voor nieuwbouw, vandaan? De wereld verandert. Nieuwbouw van een kindcentrum of basisschool is door de economische crisis van de afgelopen jaren minder vanzelfsprekend geworden. Ook is de reflex om als eerste aan nieuwbouw te denken meer naar de achtergrond verdwenen vanwege een veranderend besef van duurzaamheid. Krimpende budgetten en strengere regels dwingen ons zorgvuldig om te gaan met de bestaande voorzieningen. In plaats van de zinnen te zetten op nieuwbouw, kunnen we zorgvuldiger omgaan met de bestaande voorraad basisscholen. Oppoetsen, repareren, aanpassen, in plaats van weggooien en opnieuw beginnen. Deze werkwijze biedt prachtige kansen. Bij aanpassing, renovatie en hergebruik kunnen kwaliteit en ruimte je in de schoot worden geworpen. De scholenbouwatlas brengt aanpassing, renovatie en herbestemming specifiek voor het voetlicht omdat deze op­ gaves een impuls kunnen gebruiken. Voor grootschalige aanpassing van bestaande scholen kunnen schoolbesturen huiverig zijn, vanwege bijvoorbeeld het aantreffen van onverwachte zaken. Een gemeente kan de zinnen hebben gezet op een nieuwbouwtraject, zodat onderhoud achterwege blijft en het schoolbestuur niet meer ‘gelooft’ in het gebouw. Het blijkt moeilijk te zijn voor levensduurverlengende reno­ vatie financiering te vinden. Gebruikers zien verbouwen niet vanzelfsprekend als een integrale ontwerpopgave. Het vergt van alle betrokken partijen een cultuuromslag in het denken. In de dagelijkse praktijk is weinig aandacht voor integrale aanpak van gebouwaanpassingen. De huidige financieringswijze leidt regelmatig tot ad hoc uitgevoerde ingrepen, waardoor het gebouw verrommelt. Kritische studies spreken van een ‘gefragmenteerde huisvestingspraktijk’.1 Het ene jaar maken scholen gebruik van een regeling om het binnen­ klimaat te verbeteren en enkele jaren later is het dak aan de beurt om de isolerende werking ervan te verbeteren. Uit­voering daarvan vindt noodgedwongen zonder samenhang plaats. Het gevolg is dat de ingrepen elkaar in de weg zitten. Bekend is het dichtzetten van roosters in de gevel door de montage van screens, waardoor weliswaar al te hinderlijk zonlicht wordt geweerd en de smartboards beter te gebruiken zijn, maar de luchtcirculatie afneemt. Een ander voorbeeld maakt duidelijk dat het beter isoleren van ge­ bouwen zorgvuldigheid (van het ontwerp) vraagt. Door het

verlagen van plafonds in lokalen en gangen vermindert het energieverbruik, maar het verkleinen van de buffercapaciteit voor verversing kan de kwaliteit van het binnenmilieu sterk inperken. Dat is ongunstig voor de gezondheid van leerlingen en personeel, en hun prestaties. Onderhoud en aanpassing vergen een andere, meer integrale benadering: een waarbij de vruchten van goed ontwerp kunnen worden geplukt. De rol van een zorgvuldig gemaakt ontwerp is cruciaal, want een doelmatig en prettig gebouw is niet een optelsom van lukraak uitgevoerde aanpassingen.

Aanpassing aan nieuwe programma’s van eisen Redenen om aan de gebouwenvoorraad te sleutelen zijn divers – denk aan de verbetering van het binnenklimaat en het uitvoeren van renovatie. Een van de belangrijkste is dat gebruikers scholen (willen) aanpassen aan nieuwe programma’s van eisen. Aan de bestaande gebouwen liggen op­ vattingen ten grondslag die geldigheid hadden bij de oorspronkelijke bouw, maar die nu verouderd kunnen zijn. Onderwijs verandert, onder meer door de integratie van nieuwe media. SBO St. Lucas­­­ school, Rotterdam

1 Rodermond 2009, 18-23

17


integrale kindcentra, kulturhussen en brede basisscholen brengt nieuwe gebruikers en primair onderwijs samen, in steden en dorpen.

Verwachtingsscenario

18

Veel basisscholen zoeken naar samenwerking met nieuwe partners binnen de school, en vinden daarvoor verschillende ruimtelijke oplossingen. In deze brede school heeft de kinder­ opvang een eigen ver­ dieping. Brede school Nieuwstraat, Rotterdam

2 Zie voor de nieuwe programma’s van eisen: Van der Pol e.a. 2009, 31 3 Economisch Instituut voor de Bouw 2013, 16 4 Planbureau voor de Leef­ omgeving 2014 5 Van Dongen 2015, 4; zie ook de Actieagenda 6 Oberon e.a. 2013 7 Wijziging van de Wet PO, WEC, en PO BES, 2012-2013

Gang­scholen, patioscholen, scholengemeenschap, de gemeenschapsruimte, een buitenlesplaats; het zijn allemaal kenmerken die ooit bedacht zijn door pedagogen, stedenbouwkundigen, architecten en artsen, en vanzelfsprekend waren in de toenmalige context, maar die niet meer hoeven te stroken met latere gebruikerseisen of veranderingen in de buurt. Wie nu naar het schoolleven kijkt, ziet vernieuwingen: leren vindt anders plaats, het onderhoud gaat via nieuwe contracten en andere gebruikers zijn aan het programma toegevoegd. Het is de kunst de kracht van bestaande schoolgebouwen zo goed mogelijk aan te passen aan de nieuwe wensen, doelen en gedragingen.2 In het regulier en speciaal basisonderwijs zien we de laatste jaren een ontwikkeling waarbij naar meer samenhang en afstemming wordt gezocht in het functioneren van de voorzieningen van kinderen van nul tot twaalf jaar. Maat­ schap­pelijke aspecten rond kind en gezin, zoals voor- en vroegschoolse educatie, de professionalisering van kinderopvang en andere (langere) openingstijden van de school vergen een andere visie op de gebouwen. Achtergrond van die verandering is de verbetering van de zorg en opleiding van het kind. Door ontwikkelingen zoals de verdere inte­ gratie van kinderopvang met peuterspeelzaal, langere school­tijden en veranderde dagindelingen is de ruimte­ behoefte op een integraal kindcentrum heel anders dan op een monofunctionele basisschool. Voor een soepele toe­ passing van andere dagindelingen is de nabijheid van een verpozingsruimte bij de onderwijsruimte wenselijk. Integratie met buitenschoolse opvang biedt mogelijkheden om bijvoorbeeld eetruimtes in basisscholen te verbeteren. Omdat een groot deel van de scholen gebouwd is als monofunctionele basisschool, ligt hier een wens om het gebouw aan te passen. Daarnaast hebben vernieuwingen, de professionalisering en de verbreding van het onderwijsproces een evidente impact om de onderwijsruimte. Denk aan passend onderwijs en de professionalisering van begeleiding, nieuwe educatieve werkvormen en de digitalisering van informatiestromen en instructievormen. Bij de professionalisering van de be­ geleiding hoort ook een goede werkomgeving. In recente scholen is steeds meer oog voor de basisschool als een werkruimte voor de leerkrachten en begeleiders/sters, met specifieke personeelsruimte voor ontspanning, administratie, werkvoorbereiding en een pauzeruimte. In aansluiting op de taak- en zorgverbreding in het onderwijs zien we ook dat de maatschappelijke functie van scholen voor de buurt verbreedt. Verbreding van programma’s in de vorm van

Naast de accentverschuiving in het programma heeft ook een landelijke daling van het aantal kinderen invloed op het gebruik van de ruimte in de school en daarmee de problematiek van leegstaande lokalen. Vanwege het afnemen van de bevolkingsgroei hebben veel scholen te maken met krimp van het leerlingenaantal. Wijken kunnen vergrijzen, waardoor de behoefte aan kindfuncties afneemt. Het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid (EIB) publiceerde in 2013 een verwachtingsscenario waarin het leerlingaantal in het basisonderwijs in 2022 op zijn laagst zal zijn. Vanwege die daling stelt het EIB dat de vraag naar uitbreiding van onderwijsgebouwen naar verwachting zal afnemen.3 Door de recente krimp en leegstand doen zich nu nieuwe uitdagingen voor bij de omgang met de bestaande schoolgebouwen, anders dan in de achterliggende jaren van groei en uitbreiding. Alhoewel er weer optimisme heerst vanwege de aantrekkende economie en Nederland uit de recessie lijkt te komen, zal ‘nieuwbouw in de wei’ de komende jaren geen opgave zijn.4 ‘We zijn uitgebouwd’, stelde de Rijks­ bouw­meester begin 2015, en daarmee bedoelt hij dat eenzijdig geloof in nieuwbouw niet bij deze tijd past. Hij pleitte voor een heroriëntatie op een adaptieve werkwijze.5 Als opdrachtgevers kunnen schoolbesturen, (kinder)­ opvangorganisaties en gemeentes na een zorgvuldige afweging van wensen en mogelijkheden het goede voorbeeld geven door te kiezen voor verbouw of hergebruik. Een goed verbouwde school toont een doordachte omgang met het gebouw en is als zodanig van educatieve waarde. Kinderen zien een schoolgebouw dat een uitdrukking is van een duurzame omgang met hun omgeving en de aarde.

Meer zeggenschap biedt nieuwe mogelijk­heden De verbouwopgave is urgent, omdat een groot deel van de basisscholen niet aan de eisen van nu voldoet. Er is veel achterstallig onderhoud, vinden de gebruikers van de gebouwen zelf. Uit onderzoek blijkt dat veel schoolleiders hun gebouwen als verouderd beschouwen.6 Tal van redenen voeren zij daarbij aan, van het doorvoeren van onderwijs­ kundige vernieuwingen, de tendens tot samenwerking en het verbeteren van een slecht binnenklimaat tot de behoefte aan renovatie. De mogelijkheden om basisscholen en kindcentra ruimtelijk te laten aansluiten bij die behoeftes worden groter. Sinds januari 2015 ligt bij schoolbesturen meer zeggenschap over het onderhoud en de aanpassing van het gebouw.7 Daarnaast hebben gemeentes meer verantwoordelijkheid gekregen om vraagstukken op het gebied van zorg en welzijn lokaal af te wegen. Daardoor kunnen verbouwingen als een integraal vraagstuk worden benaderd. Met andere woorden: de ingreep is een kans om het gebouw kwalitatief te verbeteren (binnenmilieu, gezondheid), aan te laten sluiten op onderwijskundige veranderingen (gebruik, onderwijsvisie, werkvormen) en te verduurzamen (duurzaamheid, betaalbaarheid). Deze integrale benadering leidt tot een duurzame kwaliteit van schoolgebouwen.

Bestaande ruimtelijke kwaliteit is een cadeau Wat kunnen nu de redenen zijn om te kiezen voor verbouw in plaats van nieuwbouw? Ten eerste kunnen de plek en de aard van het gebouw waardevol zijn. De architectuur van bestaande voorzieningen kan zeer karaktervol zijn en gewaardeerd worden door de gebruikers. Gebruikers zien de be-


20

Bestaande scholen bieden mogelijkheden om nieuwe programma’s, zoals speciaal basisonder­ wijs, in te passen. SBO De Kans, Amsterdam

hebben. Het is een omvangrijke opgave om alle basisscholen, waarvan er iets minder dan zevenduizend in Nederland zijn (verdeeld over circa negenduizend gebouwen), up-todate te houden en aan de nieuwe wensen te laten voldoen. Voor de verbouwopgave zullen schoolbesturen en gemeentes dienen samen te werken en bereid te zijn nieuwe partners daarbij te betrekken.

Volwaardig alternatief

13 Gelinck, Strolenberg 2014 14 Van Dam, Komossa, Spoormans, 2011; Ruimte OK 2014, 2015

Bovenstaande thema’s maken het belang van het ontwerp bij aanpassingen van bestaande gebouwen zichtbaar. De redenen voor goed verbouwen hoeven nieuwbouw echter niet uit te sluiten. Niet elk bestaand gebouw is voor het nieuwe doel geschikt en kan worden verbouwd binnen het beschikbare budget. Soms zijn gebouwen bouwtechnisch niet meer

aan te passen aan hedendaags gebruik en worden ze om die reden afgeschreven. In krimpgebieden kan een nieuw gebouw op een nieuwe centrale plek het beste scenario blijken te zijn. Vanzelfsprekend blijft nieuwbouw daarom noodzakelijk. Het is geen kwestie van het een of het ander; het is en en. Kennis over aanpassingen van de huisvestingsvoorzieningen in onderwijs ligt echter niet voor het oprapen. De laatste tijd is op allerlei gebieden de aandacht voor verbouw, herbestemming en het sleutelen aan bestaande gebieden sterk gegroeid. Bij de transformatie van wijken is de aanpassing van de centrale voorzieningen een integraal onderdeel. Maar praktijken uit verschillende disciplines zijn niet zomaar een-op-een uitwisselbaar. Renovatietrajecten in de volkshuisvesting zijn niet gemakkelijk te vergelijken met renovatie van basisscholen, vanwege bijvoorbeeld het opdrachtgeverschap, de financieringswijze en de gebruikersgroepen. Uit de publicaties over herbestemming blijkt dat elk project maatwerk is.13 Voor renovatie, aanpassing en hergebruik van basisscholen en kindcentra geldt dat elk project weer opnieuw maatwerk vraagt. Elk traject is uniek en vergt een zorgvuldige berekening, afstemming en een goed ontwerp. In publicaties bleef de aandacht voor verbouwprojecten in primair onderwijs en kindercentra tot voor kort sterk achter bij die voor nieuwbouw. Het waren traditioneel vooral nieuwbouwprojecten die de aandacht trokken van nieuwsmedia. De verschuiving in onderwerpkeuze is echter ook hier merkbaar. Er is een groeiende kennisuitwisseling over scenario’s en praktijkervaringen rondom het verbouwen en aanpassen van basisscholen en kindcentra.14 De scholenbouwatlas ondersteunt schoolbesturen, kinderopvanginstellingen en gemeentes bij de afwegingen over de omgang met de gebouwde erfenis. Opdrachtgevers die voor een (verbouw)opgave staan, zien op een overzichtelijke wijze mogelijkheden die bestaande gebouwen bieden. De gerealiseerde voorbeelden in deze publicatie maken duidelijk dat verbouwen een volwaardig en aantrekkelijk alternatief is.


1.2 Spieken mag!

Kansen en belemmeringen in wet- en regelgeving bij scholenbouw André Mol, Dolf Broekhuizen Van schoolbesturen wordt een heldere visie verwacht op het functioneren van hun school of kindcentrum. Het gebouw dient zo veel mogelijk een afspiegeling van die visie te zijn. Maar het lukt lang niet altijd dat naar tevredenheid voor elkaar te krijgen. Besturen en gebruikers ervaren dat realisatie van nieuwbouw al een flinke opgave is. Een bestaand gebouw aanpassen of renoveren maakt het er niet gemakkelijker op. Welke belemmeringen ervaren basisscholen en kind­ centra in de omgang met de wet- en regelgeving bij een verbouwing? En welke oplossingen vinden zij daarvoor? Struc­turele oplossingen voor de lange termijn moeten worden gezocht in verandering van regelgeving en stelselherziening. Dat is een lange weg waarvoor tal van politieke en bestuurlijke barrières overwonnen moeten worden. De dagelijkse werkelijkheid van kinderen en onderwijs­ gevenden kan daar niet op wachten; er moet worden geroeid met de riemen die je hebt. De voorbeelden in de scholenbouwatlas maken duidelijk hoe scholen in de praktijk kansen benutten en tot aansprekende aanpassingen komen. Van bescheiden ruimtelijke ingrepen tot ingrijpende verbouwingen. De projecten in deze publicatie tonen aan dat een zorgvuldige benadering van de bestaande gebouwenvoorraad de moeite loont. Door verstandig en soepel met bestaande regelgeving en financiering om te gaan én te kiezen voor een brede, integrale aanpak is het mogelijk dat school­ gebouwen optimaal blijven functioneren. Zo kunnen behoud en versterking van architectonische en ruimtelijke kwaliteit, slim ontworpen vernieuwingen voor actueel gebruik en een goede energiehuishouding hand in hand tot een beter resultaat leiden. Daar kunnen anderen inspiratie van opdoen: spieken mag!

Tussen droom en daad Bij het aanpassen van een bestaand gebouw aan nieuwe ontwikkelingen komen basisscholen en kindcentra uiteenlopende belemmeringen tegen. Bovendien is voor huisvesting, aanpassing en onderhoud het uitgangspunt ‘soberheid en zuinigheid’ eerder regel dan uitzondering. Enthousiaste plannen worden bemoeilijkt door tal van regels rond verantwoordelijkheden, taken en financiering betreffende onderhoud en exploitatie van het gebouw. Om een school te laten aansluiten bij ontwikkelingen in het onderwijs moeten de gebruikers over veel creativiteit en doorzettingsvermogen beschikken. De weg van het gedroomde ideaal naar de daadwerkelijke realisering is vaak een harde leerschool. Omdat onze maatschappij in beweging is en opvattingen over onderwijs en kinderopvang mee veranderen, wordt de wet- en regelgeving geregeld aangepast. Het rijk zoekt

samen met andere overheden en partijen naar afstemming en aanscherping daarvan om de bouw en verbouw van scholen optimaal te laten verlopen. In feite is dit een voort­ durend proces. Ondanks de goede wil om de scholenbouw te stroomlijnen blijkt dat de praktijk behoorlijk weerbarstig is. Atelier Rijksbouwmeester heeft in dat verband een onderzoek laten uitvoeren en dit artikel is gebaseerd op de uitkomsten daarvan.15 Uitgangspunt van het onderzoek was: hoe kan op een creatieve én effectieve manier met knellende regelgeving worden omgegaan? Hoe houden we in de praktijk de afstand tussen droom en daad zo beperkt mogelijk? Wat zijn oplossingen voor ‘hier en nu’ en welke zaken hebben een langere adem nodig om te worden aangepakt? De belangrijkste knelpunten en mogelijke oplossingen worden hier­ onder geschetst.

Karige budgetten Vanwege de wijziging van de Wet Primair Onderwijs (WPO) en twee andere wetten (WEC en PO-BES) zijn vanaf 1 januari 2015 schoolbesturen als ‘bevoegde gezagsorganen’ verantwoordelijk voor het gehele onderhoud – zowel de buiten- als de binnenkant – en voor aanpassingen aan het gebouw.16 Daarvoor was de verantwoordelijkheid verdeeld over schoolbestuur en gemeente. Scholen dienden aan te kloppen bij de gemeente en waren daarmee afhankelijk van de gemeenteraad. Het idee achter de vernieuwing van de wet is dat schoolbesturen nu beter zelf kunnen afwegen hoe en wanneer ze de gewenste ingrepen uitvoeren. Daarmee

Brede school huisvesten in getransformeerd jarenze­ ventiggebouw, onderdeel van herschikking van func­ ties in het centrum van Rotterdam, vraagt om crea­ tieve oplossingen. Het speelplein op het dak. Brede school Nieuwstraat, Rotterdam

15 ‘Scholenbouw stroomlijnen’, mei 2015, onderzoek in op­ dracht van Atelier Rijksbouw­ meester naar knelpunten in weten regel­geving bij de verbouw van basisscholen en kindcentra, Dolf Broekhuizen en André Mol, in samenwerking met Michel Geertse en Marco van Zandwijk. Het onderzoek is gebaseerd op een enquete onder de scholen uit de scholenbouwatlas, literatuuronderzoek en consultatie van experts. Wij danken alle betrokkenen zeer voor hun kennisdeling; www.scholenbouwatlas.nl 16 Wijziging van de Wet op het primair onderwijs, de Wet op de expertisecentra en de Wet primair onderwijs BES (Wet PO, WEC, PO-BES), in werking 1 januari 2015

21


De verbouw足 modellen 26


Modellen van verandering Verbouwmodellen voor basisscholen en kinderopvang

Frido van Nieuwamerongen, Dolf Broekhuizen Elke verbouwing van een voorziening voor primair onderwijs en kinderopvang is uniek. Toch zijn er hoofdlijnen in de opzet te ontdekken. Negen verbouwmodellen worden toegelicht aan de hand van een beschrijving van de kenmerken, een voorbeeld en de aandachtspunten. De grote diversiteit aan gebouwen voor primair onderwijs en opvang is een reflectie van de vrijheid van onderwijs in Nederland en een afspiegeling van de markt. Het veranderen van die gebouwenvoorraad vraagt om maatwerk. Niet alleen is elke verbouwing uniek, ook verloopt elk verbouwproces volgens een eigen dynamiek. Initiatiefnemers, gebouweigenschappen, budgetten, urgentie – het zijn allemaal factoren die hun stempel drukken op het verbouwproces en het uiteindelijke resultaat. Voor de verbouwing van de voorzieningen zijn verschillende methodes denkbaar. Afhankelijk van de wisselende omstandigheden kiest het projectteam voor een specifieke aanpak. Uit een nadere analyse van de gebouwen in deze atlas blijken duidelijke hoofdlijnen te ontdekken.1

In grote lijnen zijn negen modellen te noemen die een overzicht geven van de mogelijkheden in de Nederlandse praktijk. Natuurlijk kunnen meerdere verbouwthema’s relevant zijn voor een verbouwing. In die gevallen is een evident model gekozen om eruit te lichten. Ook is het mogelijk het aantal modellen te reduceren of juist uit te breiden en nog verder te nuanceren. Deze modellen zijn geen richtlijn. Ze zijn geen voor­ geschreven methode waarin elke verbouwing moet passen. Wel schetsen ze de contouren van denkrichtingen om te verbouwen. Ze maken op een vereenvoudigde wijze kansen en mogelijkheden zichtbaar. Door de schematisering kunnen de modellen helpen om sneller de gekozen oplossingen te begrijpen. Het biedt gebruikers, bestuurders en beslissers vergelijkingsmateriaal voor de eigen situatie, in de zoektocht naar een ontwerpoplossing waarmee de school en opvang weer jaren verder kunnen. Elk model wordt toegelicht aan de hand van de kenmerken, aandachtspunten en een typerend voorbeeld.

Precieze ingrepen

Openbreken

Oor­spronkelijke kwaliteiten

Route

Overmaat benutten

Oud plus nieuw

Samenvoegen

Opnieuw gebruiken

Totaalaanpak

1 Deze modellen zijn opgesteld op basis van het de onderzochte projecten in de scholenbouwatlas. Zie ook Van Nieuwamerongen, Abraham 2012

27


1

2

3

4

5

6

7

1 2 3 4 5 6

Binnenraam vergroten Garderobe verplaatsen Werkplek toevoegen Lift inbouwen Hal verruimen Vaste wand vervangen door vouwwand 7 Podium realiseren 0

10

28

Openen, zichtlijn vergroten, verruimen

0

10

Rotterdam--St_Lucasschool

1 2 3 4

5

0

1 Oorspronkelijk sanitair herstellen 2 Tegelwerk restaureren 3 Toegevoegde berging verwijderen, nis openen 4 Toegevoegde deur verwijderen 5 Route herstellen

10

Oegstgeest--Gevers_Deutz_Terweeschool


1

2

Precieze ingrepen

Openbreken

Oorspronkelijke kwaliteiten

We zijn allemaal vertrouwd met de wereld van ad-hocbeslissingen. En het klinkt ook zo eenvoudig: als de deur wordt afgesloten en er wordt een vaste tafel met computers voor geplaatst, dan is het gebouw klaar voor de nieuwste ICT-wensen. Maar voor je het weet, struikel je over de kabels, is de school rommelig en onrustig en laat de routing te wensen over. Ook een kleine aanpassing en het herschikken van meubilair vergen een goed ontwerp. Een verbouwing hoeft niet groot te zijn om veel impact te hebben. Met kleine, nauwkeurige ingrepen kunnen grote veranderingen worden bereikt, mits ze secuur en in samenhang worden toegepast. Zoals een chirurg zelfs bij de kleinste operaties met precisie te werk gaat. Van alle modellen is de methode van de precieze ingreep de meest eenvoudige in zijn uitwerking en realisatie. De ingreep is vooral op het interieur gericht en de buitenzijde blijft, meestal, onaangetast.

Bestaande schoolgebouwen kunnen gesloten overkomen. Lange gangen van waaruit nauwelijks contact is met de lokalen. Geen ruime verbindingen tussen de lokalen onderling. Kamers voor interne begeleiding en teamleden zijn afgesloten en hebben weinig contact met het overige leven in de school. Het zijn allemaal goede redenen om bestaande gebouwen aan te passen. Tot aan de tweede helft van de twintigste eeuw hebben de meeste scholen een massieve structuur met lokalen langs lange gangen. En in de jaren zeventig werden gebouwen rond patio’s gebouwd, die nu vaak zijn dichtgezet. Om het gevarieerde eigentijdse onderwijs ruimte te bieden, dient deze structuur te worden opengebroken. Maar ook bijvoorbeeld opvang en passend onderwijs hebben baat bij dit verbouwmodel. Zo is in de kinder­ opvang behoefte aan openheid en meerdere zichtmogelijkheden op alle ruimtes.

Wie veel schoolgebouwen bezoekt, zal het niet ontgaan. Gebouwen worden in de loop van de tijd veelvuldig verbouwd. Als gebruiker zet je het gebouw natuurlijk bewust en on­ bewust naar je hand. Het lijkt zo handig: extra begeleidingsruimte in brede gangen bouwen; lokalen in tweeën delen om ruimte te winnen; een bestaand overblijflokaal verkleinen om een kantoor voor de directie te realiseren; een nieuw volume tegen een raamwand geeft extra ruimte. Maar vergis u niet. Een opeenstapeling van onsamenhangende aanpassingen verzwakt op den duur het functioneren van de school. Het verwijderen van al deze toevoegingen brengt de oorspronkelijke kwaliteiten weer tevoorschijn.

Kenmerken De kleine, precieze ingreep is subtiel. De ingreep is vaak gericht op het interieur en wordt gerealiseerd met behulp van elementen zoals trappen, wanden en liften. Op het eerste gezicht lijkt dit model misschien erg op het ad hoc verbouwen van een school, een methode die vaak bijdraagt aan verrommeling en geleidelijk kan leiden tot een afnemende waardering. Het wezenlijke verschil is de alomvattende visie. Waar bij ad-hocoplossingen geen samenhang in de ingrepen zit, wordt bij de precieze ingrepen gewerkt met een samenhangend idee tussen de ingrepen, zodat de school er als geheel op vooruitgaat.

Kenmerken In dit model vormt het openbreken de basis voor de nieuwe visie op het schoolgebouw. Een visie waar de open en gevarieerde onderwijsmethode samengaat met de grandeur van het historische gebouw. Het karakter van het bestaande gebouw blijft gehandhaafd, maar de openingen en doorbraken zijn als eigentijdse toevoeging zichtbaar.

Kenmerken Terugkeer naar de oorspronkelijke kwaliteiten is gebaseerd op het afpellen. De eenheid die in de loop der tijd zoekraakt, wordt weer hersteld en als positieve kracht ingezet. Door het schrappen van alle toegevoegde lagen ontstaat, letterlijk en figuurlijk, weer ruimte om een nieuwe gebouwopzet te ontwerpen en een toekomstbestendige visie te ontwikkelen.

 Vergunningen: Openbreken gaat gepaard met constructieve aanpassingen en daarvoor zijn altijd vergunningen nodig. Zo’n vergunningaanvraag verlengt de voorbereidings­ periode.  Kosten: In vergelijking met kleine ‘precieze ingrepen’ zijn de kosten hoger.  Bouwperiode: Indien de bouwactiviteiten zich concentreren op een deel van het gebouw, kan de rest van het gebouw gedurende de verbouwing blijven functioneren. Ook is het mogelijk dat de zware constructieve werken in de vakantieperiodes worden uitgevoerd, waardoor de overlast beperkt blijft.  Aandachtspunt: Bij massief geconstrueerde gebouwen vergt deze methode veel extra constructieve maatregelen. De urgentie van de gekozen oplossing moet de in­grijpende aanpassing rechtvaardigen. De school zal tijdens de verbouwing in de regel niet vol­ ledig kunnen blijven functioneren.

 Vergunningen: In de regel zijn de toevoegingen losse onderdelen die zonder vergunning verwijderd kunnen worden. Het is wel van belang om op te letten dat er geen constructieve onderdelen meegesloopt worden.  Kosten: Wisselend. Het slopen van de latere inrichtingselementen vergt geen grote investeringen.  Bouwperiode: Opruimen kan in de zomer­ vakantie plaatsvinden, maar ingrijpender aanpak zoals afbreken en terugrestaureren vergt meer tijd.  Aandachtspunt: In zijn lichtste vorm is op­ ruimen al een effectieve strategie. Kasten kunnen beter geplaatst worden (niet voor vensters situeren) en ongebruikt meubilair kan verwijderd worden.

Een voorbeeld van dit model is de Gevers Deutz Terweeschool in Oegstgeest, Stuurman Partners, 2006.

Een voorbeeld van dit model is basisschool Geuzenschip in Brielle, Atelier PRO, 2011.

 Vergunningen: In vergelijking met de andere modellen is deze ingreep relatief eenvoudig uit te voeren. Het grote voordeel van deze strategie is de kleinschaligheid die zorgt voor weinig tijdverlies door regelgeving en vergunningprocedures.  Kosten: Gering  Bouwperiode: Precieze ingrepen kunnen in de vakantieperiodes worden uitgevoerd. De gebruiker ondervindt dan nauwelijks hinder van de bouwactiviteit.  Aandachtspunten: Een kleine, precieze ingreep klinkt eenvoudig, maar vergt professionaliteit. Een voordeel is dat deze kleine ingrepen gemakkelijk ongedaan te maken zijn. Dat kan een voordeel zijn, indien bij­ voorbeeld onderwijsvisies weer veranderen.

Een voorbeeld van dit model is de St. Lucasschool in Rotterdam, Arconiko, 2008.

3

29


Op een maandagochtend stond opeens iemand daar de patchkast te monteren. Op mijn vraag of deze niet beter ergens anders geplaatst kon worden, benadrukte hij dat dit echt de enige plek was. Wat moest ik doen? Directeur Vrije School, Rotterdam (2006)

Het proces

34

Waar ging het ook al weer om? Niet om grote, glanzende nieuwbouw, maar om kansen, betrokkenheid, inhoud. Tegenwoordig gaat het vaak over efficiency… Henk Pijlman, voormalig wethouder in Groningen (2010)

Je moet iets met elkaar te maken hebben om een gevoel van gemeen­ schappelijkheid te krijgen. Herman Hertzberger, architect (2012)

Een eenduidige vergelijking tussen verbouw en nieuwbouw valt dus moeilijk te maken. De transformatie­ kosten kunnen variëren tussen de 20 procent en 120 procent van een nieuwbouwoplossing. Peter de Jong, onderzoeker Real Estate and Housing (2013)


35

3.1 Individueel en collectief

 36

Het krachtenveld bij het verbouwproces Dolf Broekhuizen, Marco van Zandwijk

3.2 De gebruikers

 38

Zoeken naar het gemeenschappelijke Frank Studulski

3.3 Basisschool en kinderopvang

 43

Combinaties van school en opvang in bestaande gebouwen Wouter Deen, Eireen Schreurs

3.4 Opdrachtgever en de architect

 48

Met visie een bestaande school verbouwen Frido van Nieuwamerongen

3.5 De wijk

 53

Wisselwerking tussen onderwijs en stedelijke vernieuwing Guido Wallagh

3.6 Gemeente

 58

Omgaan met de bestaande voorraad Louk Heijnders, Peter de Jong, Monique Arkesteijn

3.7 Opdrachtgeverschap

 62

Cocreatie, zelfregulering en ondersteuning in scholen(ver)bouw Michel Geertse


3.1 Individueel en collectief

Het krachtenveld bij het verbouwproces Dolf Broekhuizen, Marco van Zandwijk

36

Verbouwen van voorzieningen voor kinderen van nul tot twaalf jaar is een ingewikkeld krachtenveld. Bij de besluit­ vorming en het uitvoeringstraject spelen tal van factoren een beslissende rol die een kader scheppen en mogelijkheden afbakenen. Dit derde hoofdstuk focust op partijen: het behandelt de betrokkenen die een stem hebben in het proces. Naast vanzelfsprekend de gebruikers en de opdrachtgever zijn dat onder meer de buurt en samenwerkende instellingen. Het belicht het verbouwproces vanuit de visie van de diverse actoren.

Aandachtspunten  Het individuele belang van de basisschool of het kind­

centrum is verweven met het collectieve belang van een buurt, wijk, gemeente of regio.  Door wensen en mogelijkheden van bestuur en team te combineren kunnen meerwaarde en integraliteit ontstaan.  Creëer een balans tussen een specifiek gebouw dat beantwoordt aan de huidige missie en een generiek gebouw dat toekomstwaarde heeft.

Individueel en collectief Waarom een hoofdstuk over het proces? In handboeken wordt het verbouwproces geregeld als een lineair proces voorgesteld. Het verloopt van initiatieffase waarin een visie Het krachtenveld bij het verbouwproces van voorzieningen voor kinderen

Gemeente Buurt

Welzijn

wordt ontwikkeld, via eerste schetsontwerp, voorlopig ontwerp, definitief ontwerp en bestek, tot uitvoering en de feestelijke oplevering. In grote lijnen zal dat zo verlopen, maar er is nog een werkelijkheid naast. Dat is die van het zoeken naar de beste oplossingen in de dagelijkse praktijk, door sommigen wel eens een kluwen van belangen genoemd. Tal van instellingen en organisaties zullen zich uitspreken over de plannen en een rol spelen in het proces. Dat aspect van het ontwerpproces dat relatief weinig aan bod komt, wordt hieronder wel geschetst. Elke basisschool, crèche, peuterspeelzaal of kindcentrum heeft een missie. Elke besluitvorming over renovatie, ver­ bouwen of nieuwbouw van de school hangt samen met een visie op het gewenste functioneren en een analyse van de bestaande situatie. Het is de kunst die visie gedurende het proces vast te houden. Een individuele gebruiker richt de aandacht vooral op het eigen functioneren en de wijze waarop het bestaande gebouw daarop aansluit. Dat is het vertrekpunt. Maar soms botsen individuele belangen met het gemeenschappelijk belang. Iedere opdrachtgever opereert in een context waarin de visie niet altijd warm wordt ont­ vangen. Een gemeente zal ook argumenten van jeugdzorg, ouderenzorg, herstructurering of uitbreidingsplannen laten meewegen. Voor het gemeentebestuur is het antwoord op de verbeteringsvraag niet alleen een kwestie van een af­weging van de kwaliteit van de specifieke geboden voor­ziening, maar ook onderdeel van de omgang met de voorraad in de hele gemeente. Het beziet de aanpak op gebouwniveau én op voorraadniveau. Het individuele belang is verweven met het collectieve belang. Een doordachte visie houdt rekening met beide invalshoeken.

Verschuiving in bouwopgave Ouders

Bibliotheek

Peuterspeelzaal

Directie

Onderwijs

Kinderopvang

Team

Sport

Schoolbestuur Bouwmanager

Wijk

Architect

Aannemer

De laatste jaren is de opgave in de scholenbouw langzaam veranderd van nieuwbouw naar verbouw en aanpassing. Door een herverdeling van geldstromen (gemeente-schoolbestuur) en een aanscherping van wettelijke eisen (Bouw­ besluit) is de bestedingsruimte voor nieuwbouw en investeringen in die nieuwbouw door gemeentes relatief afgenomen. Meer dan voorheen dienen we zuinig om te gaan met bestaande gebouwen en zorgvuldig de geschiktheid voor aanpassingen en renovatie te onderzoeken voordat (te snel) het vizier op nieuwbouw wordt gericht. Sinds nieuwe wet­ geving in januari 2015 gaat het budget voor buitenonderhoud en aanpassing in het Primair Onderwijs rechtstreeks naar de school. Daardoor is een professionaliseringsslag mogelijk. Schoolbesturen die de huisvestingsaspecten centraliseren, hebben meer mogelijkheden. Voorheen was het de schoolleider die huisvesting ‘erbij deed’. Het bestuur staat iets verder van de werkvloer af dan een schoolleider,


Visie

Programma van Eisen

Schetsontwerp

Voorlopig ontwerp

Definitief ontwerp

zeker bij besturen die meerdere locaties onder hun hoede hebben. Bij veranderplannen kan het bestuur de schooldirectie en het personeel gedurende het proces nauw betrekken bij de besluitvorming. En omgekeerd kan het team een duidelijke visie en verbeterplannen voor het gebouw formuleren. Door wensen en mogelijkheden vanuit verschillende invalshoeken te combineren kunnen meerwaarde en integraliteit ontstaan. De ervaring leert dat het nastreven van heel specifieke wensen niet automatisch zal leiden tot (op de lange duur) goed functionerende gebouwen. Visies, wensen, eisen, verwachtingen en opvattingen kunnen snel veranderen. Een heel specifieke werkwijze in het onderwijs kan na verloop van tijd niet meer voldoen als een andere partij nieuw beleid ontwikkelt. Zo kan een wijk een ander karakter krijgen en een voorziening als een bibliotheek wegvallen. Veran­de­ ringen komen ook van binnenuit, uit de school zelf. Nieuwe leerkrachten of het schoolbestuur kunnen een nieuw concept introduceren. Als een directeur/directrice wordt op­ gevolgd door een andere, kan het voorkomen dat deze een nieuwe visie of een nieuw stempel op het pedagogisch concept wil drukken. Vanwege voortdurende (stelsel)­ wijzigingen en ontwikkelingen in school en maatschappij, is het goed om naar een evenwicht te streven tussen specifiek karakter en generiek gebouw. Het programma van eisen toesnijden op individuele wensen lijkt logisch, maar besef dat een balans zoeken tussen het wenselijke onderwijs­ concept (dat maatwerk is) met flexibiliteit (aanpasbaarheid) ook een waardevolle eigenschap is. Flexibiliteit in de draagstructuur zorgt voor aanpasbaarheid, aan ruimte bieden aan andere gebruiksmogelijkheden binnen de structuur. Terwijl maatwerk juist het aantrekkelijke kenmerk is voor de schoolkeuze. Te specifiek blijkt in de praktijk te weinig flexibel. Te generiek geeft een karakterloos gebouw.

Samen, maar met wie? Een andere tendens van de afgelopen jaren is de toename van multifunctionele gebouwen. Denk aan brede basis­

Bestek

Uitvoering

Oplevering

Nazorg

scholen, kulturhusen en kindcentra. Functieverbreding en functieclustering zijn belangrijke redenen om de bestaande voorzieningenvoorraad die veelal gerealiseerd is als monofunctionele bouw, aan te passen. Diverse basisscholen krijgen te maken met (het streven naar) functieverbreding waarbij de koppeling aan kinderopvang en peuterspeelzaal een van de meest voorkomende is. Het versterken van de begeleiding van het kind is een zeer logische gedachte. In een gemeente of een wijk die zich geconfronteerd ziet met bezuinigingen, krimpende leerlingaantallen, verouderde (school)gebouwen of een veranderende bevolkingssamenstelling, kan de wens of noodzaak ontstaan om de voorzieningen te clusteren, wil het niveau op peil blijven. De aan­ wezigheid van kwaliteitsvolle (onderwijs)voorzieningen hangt nauw samen met de aantrekkelijkheid van een wijk of dorpskern. Bij de procesbegeleiding of regievoering over het ver­ andertraject kunnen opdrachtgevers zich laten bijstaan door professionele adviesbureaus. Geregeld kloppen scholen of gemeentes aan bij kenniscentra en deskundige externe adviseurs om een professionaliseringsslag te kunnen maken in het opdrachtgeverschap. Externe adviesbureaus staan scholen terzijde bij huisvestingsvraagstukken. De kenniscentra beschikken over tal van instrumenten die behulpzaam zijn bij de vormgeving van processen waarmee de verbouwopgave een invulling krijgt (zoals Programma van Eisen Frisse Scholen, scholenbouwwaaier en het Kwaliteitskader Huisvesting Basisonderwijs). Door allianties te smeden met bijvoorbeeld buitenschoolse opvang, ouders, een bibliotheek of een samenwerkingsverband van passend onderwijs kan naar de beste mogelijkheden worden gezocht die een meerwaarde hebben voor het gekozen pedagogisch concept. Maar het is niet een­ voudig om te bepalen met wie. Hoe kan vanuit de bestaande situatie worden ingezet op betere samenwerkingsverbanden? En hoe vertaalt dat zich naar het gebouw? Inhoudelijke doelen vooropstellen (en niet de financiën leidend laten zijn) kan zinvolle richting geven aan dat proces.

Het proces bij nieuw- en verbouw. Een ontwerp­ proces verloopt op papier lineair van visie, eerste schetsen, tot bestek en oplevering. Het werkelijke proces kan als grillig ervaren worden.

37

Nieuwe bibliotheek in tot brede brede school verbouwde basisschool. De Kameleon, ’s-Gravenzande, Stoom architectuur, 2012


Verbouwingen 66

In het oude zustergebouw, waar de babygroep zit, zitten hele bijzondere ramen, met kleine ruitjes. Die kunnen we ook openzetten. Dat geeft een prachtige huiskamersfeer. Vanwege die sfeer is dit gebouw uniek. De rust en ruimte komen ten goede aan onze kinderen. Locatiemanager Erik Verzijden van Kinderopvang Humanitas, Oisterwijk

Vóór de verbouwing gebruikte elke leerkracht de nissen anders. Er ston­den kasten en soms tafels, kortom het was een rommeltje. Nu kunnen we in de groepsruimtes en de werk­eilanden het onderwijs geven dat voldoet aan de eisen van deze tijd. Theo Krabbe, directeur basisschool St. Jan, Hengelo

We zitten niet meer in afgesloten loka­len. Het is veel opener en we hebben veel contact met elkaar. Er is nu sterk het gevoel samen school te zijn. Ed Lemmens, directeur Kindcentrum Oda, Maastricht

Er was veel draagvlak bij de bewoners om het gebouw te behouden. Het is een spil in de wijk. Zelfs onze school­ klok in het fiere torentje, dat het dak bekroont, creëert identiteit en een wijkgevoel. Harry Voss, directeur basisschool Opbouw en manager spilcentrum, Eindhoven


Voor welke opgave ziet u zich gesteld?

67

4.1 Onderwijs

 68

I ndividuele werkplek  70 Kleine groepen  80 Open plan  90 Leerplein  92 Lokaalcluster  102 Ateliers  106 Accentschool  110 Passend onderwijs  114 Computer en ICT  120 Mix van onderwijsplekken

4.2 Opvang

Teamruimte  200 Individuele personeelsruimte

 198

 204

4.5 Gemeenschappelijke ruimte

 126

 134

Opvang in school in eigen ruimte  136 Opvang in school met gedeelde ruimte  142 Opvang in nieuwe vleugel  158 Opvang in paviljoen  164 Hele gebouw is opvang  172

4.3 Overblijf

4.4 Personeelsruimte

 174

Zelfstandige overblijfruimte  176 Overblijf overlapt onderwijs  180 Overblijf in bestaand volume  184 Overblijf naast onderwijs  192

 208

Collectiviteit  210 Flexibiliteit  218 Meervoudig gebruik opeenvolgend  224 Meervoudig gebruik gelijktijdig  230 Mix van gemeenschappelijke ruimtes  234

4.6 Breed gebouw

 246

Kindprofiel  248 Ouderprofiel  252 Buurtprofiel  258 Bredeschooldeel  264

4.7

Renovatie en herbestemming Renovatie en aanpassing  270 Renovatie  280 Herbestemming  284

 268


Overblijf inpassen Delftse Montessorischool Adres Ontwerp verbouwing Ontwerp tussenfase Ontwerp oorspronkelijk Verbouwmodel Thema verbouwing Deelthema

Jacoba van Beierenlaan 166, Delft Architectuurstudio HH, 2009 H. Hertzberger, 1981 H. Hertzberger, 1960 Route Overblijf Overblijf overlapt onderwijs

182

route / overblijf / overblijf overlapt onderwijs

Oorspronkelijk is de Delftse Montessorischool gestart met vier lokalen. In de loop van de tijd is het gebruik steeds diverser geworden en is het gebouw organisch meegegroeid. Enkele lokalen en de centrale zone worden in de lunchtijd gebruikt voor de tussenschoolse opvang; daar is de school verweven met de opvang. De architect, Herman Hertzberger, ontwierp meerdere blokken in de verkeersruimte van de school: een vast blok en een blok dat in losse onderdelen verdiept in de vloer is aan-

De verkeersruim­ te, tussen de middag in gebruik door de tussen­ schoolse opvang

gebracht. Het blok geleedt de ruimte op architectonische wijze, zoals ook niveauverschillen, halfhoge muren en hoeken de andere ruimtes in dit gebouw geleden. Mede door de ruimtelijke geleding kon de gang in de Delftse Montessori­ school in de loop der jaren meervoudiger gaan functioneren. Het is van centrale verkeersader uitgegroeid tot een steeds intensiever gebruikte leerstraat en overblijfruimte. Oorspron­ ke­lijk was het blok ontworpen als een plek die uitnodigde tot spelen, kletsen, presenteren of ontmoeting. Inmiddels gebruikt de tussenschoolse opvang het blok tussen de middag als buffet om het lunchmateriaal gereed te zetten. Sinds de initiële bouw, in 1960, is de Montessorischool meerdere malen uitgebreid. De verlenging van de centrale gang (als route) is daarbij als uitgangspunt genomen. Aan de reguliere lokalen zijn onder meer ruimtes voor overblijf, speelzaal en peuterspelzaal toegevoegd. De buitenschoolse opvang beschikt over drie groepsruimtes voor specifieke leeftijdsgroepen die verdeeld zijn over de school: een lokaal uit 2009 aan de oostzijde voor de voorschool dat ook voor de lunch en naschoolse opvang functioneert en een voormalig regulier lokaal meer centraal in het gebouw. Een derde lokaal, in de zuidwestelijke vleugel die begin jaren tachtig is gerealiseerd, wordt behalve als peuterspeelzaal ook als buitenschoolse opvang gebruikt. Literatuur - H. Hertzberger (2008): Ruimte en leren, Rotterdam uitgeverij 010, 31-41, 93-99


2 2 2 2

12 12

3 3

13 13 5 5 2 2 22 22

3 3

12 12

23 23

3 3

23 23 23 23 11 11

12 12

3 3

3 3 3 3

23 23

13 13

12 12

23 23

3 3

2 2 2 2 3 3

23 23 23

2 2 2 2

3 3

12 12 13 13

12 12

23 23

23 23 3 3

3 3

3 3

23 23 23 23 11 11

12 12

2 2

12 12

3 3

13 13 3 3

3 3

14/16 14/16

12 12

2 2

2 2

12 12

11 11

2 2

12 12

13 13 20 20

3 3

23 15 23 15

21 21

2 2 13 13 11 11

2 2 13 13 3 3

23 23

12 12

1 1

2 2

2 2

begane grond 1981

2 2

12 12 3 3

13 13 12 12

3 3

12 12

2 2 2 2

begane grond 1960

doorsnede 2009

3 3

16 16 16 16

12 12

11 11

2 2 3 3 13 13 20 20

12 12

23 15 23 15

3 3 22 22

23 23

route / overblijf / overblijf overlapt onderwijs

13 13

schaal 1 : 500

23 23

1 1

12 12

10

12 23 12 23

28 28

begane grond 2009

0

21 21

3 3

26/28 26/28

2 2

2 2

11 11

28 28

12 12

13 13

183

11 11

2 2

3 3 3 3

3 3

14/16 14/16

12 12

2 2

2 2

12 12

13 13

3 3

22 22

3 3

13 13

2 2

23 23

20 20

3 3

13 13

12 12

23 23 23

2 2

12 12


openbreken / G emeenschappelijke ruimte / fle x ibiliteit

E

220


F

221

openbreken / G emeenschappelijke ruimte / fle x ibiliteit


Zoeken naar maximaal gedeeld ruimtegebruik Spilcentrum De Barrier Adres Ontwerp verbouwing Ontwerp oorspronkelijk Verbouwmodel Thema verbouwing Deelthema

Pieter Poststraat 13a, Eindhoven Architecten En En, 2012 P.H.N. Briët, 1938 Route Gemeenschappelijke ruimte Mix van gemeenschappelijke ruimtes

R oute / G emeenschappelijke ruimte / mi x van gemeenschappelijke ruimtes

238 Vaak schuilt de kwaliteit in de details. De reparatie van de schoolklok in de toren van De Barrier zorgt ervoor dat de school weer meer gewaardeerd en begrepen wordt als het collectieve gebouw, als een buurtvoorziening. Ook functioneel is de voormalige basisschool Opbouw meer een buurtgebouw geworden, door de integratie van opvang en wijkvoorzieningen. Deze functies zijn aan het spilcentrum (de Eindhovense variant van de brede school) gekoppeld in het kader van de herstructurering die de wijk De Barrier de af­gelopen jaren heeft ondergaan. De bestaande school­ vleugel is op de begane grond herbestemd tot buitenschoolse opvang en peuterspeelzaal. De basisschool heeft de ver­dieping daarboven in gebruik en de gehele nieuwe vleugel aan de achterzijde, goed geïntegreerd door een koppelstuk en doordat de oorspronkelijke symmetrie A

A Centrale hal, koppelbaar met het speellokaal B Kinderdagverblijf en buitenschoolse opvang in het herbestemde schoolgebouw C Gymzaal in het paviljoen naast het hoofdgebouw

wordt voortgezet. De ontwerpers van de verbouwing, Architecten En En, pakten de symmetrieas op om deze als structurerend element te laten functioneren. Die as versterkt zelfs de hechting met de wijk. Monumentaal ligt spilcentrum De Barrier langs de doorgaande weg, die sinds de oorspronkelijke bouw in 1938 steeds drukker is geworden. Maar zodra de spits voorbij is, overheerst de symmetrische opzet met de oriëntatie op de vijver, die door rododendrons wordt omzoomd. In De Barrier is samen met de gebruikers gezocht naar maximaal gedeeld ruimtegebruik en samenwerking. De gemeenschappelijke ruimtes in het spilcentrum zijn voor specifieke gebruikersgroepen ontworpen en zijn op ver­schillende manieren gemeenschappelijk. De buitenschoolse opvang deelt de opvangruimte met de basisschool: in goed onderling overleg maken leerlingen tijdens schooltijden incidenteel gebruik van de voorzieningen in het lokaal voor buitenschoolse opvang, dat in die tijd (toch) grotendeels leeg staat. Voor vieringen en collectieve belevingen is in de school een aula. De basisschool kan een speelzaal, zoals op zoveel andere scholen, door middel van een schuifwand bij de entreehal betrekken, zodat de gezamenlijke ruimte als aula gebruikt kan worden. Uitzonderlijker is de buurtruimte, in het paviljoen naast het hoofdgebouw, teruggelegd van de weg en meer in de buurt gesitueerd. Het was de bedoeling dat het door verenigingen zou worden gehuurd. Nadat bleek dat dat niet van de grond kwam, heeft de bibliotheek een vestiging op de begane grond gekregen. De gymzaal op de ver­dieping van het paviljoen kan worden gebruikt door de school. De overige ruimtes mogen door de ge­ bruikers van het spilcentrum (basisschool en KDV/BSO) worden benut.


2

8 8 23

9

9

23

9

9

2

2

3 2

2 2 23 23 3 1212 3 23

23

2323 23 3 1212 3 23

2

23 3 3

eerste verdieping 2012

31 31 31 23 31 23

2 3 2

3 3

23 23 3 23 3

2

32 3

23 23 3

23 23 3

2

2

23 23 3

2

23

23 23 23 23 31 11

31 3123 23 23 11 3123 23

2 3 2

23

23 23

19 19

2

2

23 11 20 3 20 11 20 20

32

25

2

23

32

11

11

11

23

239

3 1 3 23

11 6 23

23 25 3

27

2

3 6 23

3 27

23

21

23

21

23

1

3

23 23

3 28

23 21 26 21

28

26

23 23 23 23

begane grond 2012

B

23 23

C

13

121212

121212 2 2 121212 2 13 2

2

2

23 23

eerste verdieping 1938

11 12 121212 2 12 121212 2 2 0

10

2

11 13

12121212 2 2 1323 20 20 23

begane grond 1938 schaal 1 : 1000

doorsnede 2012

Er was veel draagvlak bij de bewoners om het gebouw te behouden. Het is een spil in de wijk. Zelfs onze schoolklok in het fiere torentje, dat het dak bekroont, creĂŤert identiteit en een wijkgevoel. Als spilcentrum mogen wij ook de buurtruimtes gebruiken. Helaas zijn deze ruimtes niet ingericht met meubilair. De school is bezig hiervoor een oplossing te vinden, zonder kosten te maken. Harry Voss, directeur basisschool Opbouw en manager spilcentrum

12121212

2

2

R oute / G emeenschappelijke ruimte / mi x van gemeenschappelijke ruimtes

121212


Samengaan in een dorpsschoolhuis OBS It Leech Adres Ontwerp verbouwing Ontwerp tussenfase Ontwerp oorspronkelijk Verbouwmodel Thema verbouwing Deelthema

Lammert Scheltesstraat 12, Pingjum Theo Kupers architecten, 2012 Gemeentewerken Wonseradeel Gemeentewerken Wonseradeel, 1953 Oud plus nieuw Breed gebouw Buurtprofiel

258 De opdrachtgevers in Pingjum stonden voor de keuze: hoe omgaan met het bestaande gebouw? Zowel de basisschool als het dorpshuis waren sterk verouderd. Uit hun calculaties bleek renovatie van het oude schoolgebouw even duur als nieuwbouw. Uiteindelijk kozen ze voor een mengvorm: grotendeels nieuwbouw met behoud van de gymzaal uit 1953. Op die wijze kon beter worden ingezet op gedeeld gebruik. Sinds 2012 beschikt de Friese gemeente Pingjum (circa zeshonderd inwoners) over een dorpsschoolhuis

oud plus nieuw / breed gebouw / buurtprofiel

A

A De centrale hal van de basis足 school. Daarom足 heen de groeps足 ruimtes en het computerlokaal B Dorpsschoolhuis, nieuwbouw met de gerenoveerde gymzaalvleugel C Gevelbekleding versterkt de her足 kenbaarheid van de voorziening D Buurtruimte, tevens bibliotheek

zoals ze het noemen, waarin primair onderwijs, kinderopvang, bibliotheek en het verenigingsleven zijn gecombineerd. Die brede buurtfunctie is belangrijk, omdat de laatste jaren het voorzieningenaanbod zeer was teruggelopen met de sluiting van alle winkels en een christelijke basisschool. Gericht is aangestuurd op meervoudig gebruik in het nieuwe gebouw. Zo beschikt de school over drie lokalen met bijzondere werkplekken op de entresol in het lokaal en een goede toegang tot de centrale werkruimte buiten het lokaal, die door alle groepen wordt gebruikt. De vijfhoekige gemeenschappelijke ruimte functioneert met het computerlokaal tevens als overblijfruimte (eetruimte in hal, computer als ontspanning). En de ruimte voor de peuterspeelzaal, in het dorpshuisdeel, is met schuifdeuren te combineren met de buurtruimte waar ook een bibliotheek is. In de gerenoveerde gymzaal sporten zowel de schoolkinderen als leden van andere verenigingen. Het bijzondere is dat de architectuur het samengaan van de gebruikers niet alleen mogelijk maakt, maar het gevoel van de collectieve beleving ook intensiveert. In het nieuwe dorpsschoolhuis zijn tal van bijzondere ruimtes die een sterke invloed hebben op de ervaring van het gebouw. Alle ruimtes zijn heel open met grote glazen schuifpuien en doorzichten naar verdiepingen, zodat er contact is tussen de gebruikers. Ook de bijzondere kapconstructie in houtskeletbouw, met een reeks zadeldaken, geeft een gevarieerde ruimtebeleving. Overal lijkt het dakvlak min of meer onafhankelijk van de plattegrond in de ruimte te zweven. Beschermen en ruimte bieden lijkt hier tot thema van het gebouw gemaakt.


8

23

8 9

23

9

13

9

9 26

23 29

13

12 29

23 26

923

13

29 22

26 3/14/16/28 4/14/28 23

2 12

259

23

23 11

20

34 4/14/28

2 2

23

23 2311 12 22 15 20

34 3/14/16/28

2 23 23 23

11

20

34

23 232 23

23 15

8

2 9

23

15

B

C

23

2

begane grond 2012 22

3/14/16/28

23

23 23 23

2

4/14/288

2 23

23

9 13

11 9 23

11 9 23

8 13

1122

11 22

23

23

22

22

23

22 15 9

22 9 11 22 22 13 13 11 11 15 23 23 2311 23 2

1 23

22

23 2 D

13 22 4/1422 23

1

11

23 2

2 11

2

2

2223

154/14

23

11 13

begane grond 1989 11

23 23

23 2

1 23

0

doorsnede 2012

10

schaal 1 : 500

4/14

2

2

oud plus nieuw / breed gebouw / buurtprofiel

8 9


Grondige renovatie in enkele weken OBS De Wilgenstam Adres Ontwerp verbouwing Ontwerp oorspronkelijk Verbouwmodel Thema verbouwing Deelthema

Meidoornsingel 118, 120, Rotterdam Sustinno, 2011 Pieter van de Hulle Adviseur, 2005 B.M. den Hollander, Gemeentewerken Rotterdam, 1956 Totaalaanpak Renovatie en herbestemming Renovatie

totaalaanpak / R enovatie en herbestemming / renovatie

280 De grondige renovatie van De Wilgenstam in Rotterdam is een organisatorisch hoogstandje. In acht weken tijd transformeerde het schoolgebouw met energielabel G (dat is heel laag) naar een zeer duurzaam gerenoveerd schoolgebouw, met label A++ (heel hoog). Dat alles voor een deel van de kosten die vervangende nieuwbouw zou vergen. Ruimtelijk is er weinig veranderd. Het oorspronkelijke gebouw is een wederopbouwschool pur sang, een standaardontwerp gebouwd in 1955 volgens het systeem Den Hollander. Het gebouw was in 2005 uitgebreid, maar de groepsruimtes en gemeenschappelijke ruimtes functioneerden vrijwel ongewijzigd. Technisch en qua sfeer en uitstraling is het wel grondig aangepast. De oude gevel is vervangen door een isolerende schil van geprefabriceerde panelen, die het gebouw van buitenaf een geheel nieuw aanzicht geeft. Verwarming en koeling zijn in de vloerconstructie aangebracht, gebaseerd op een warmte-koudeopslaginstalA

latie met warmtepompen. Alle lokalen worden geventileerd door een combinatie van natuurlijke (te openen ramen) en mechanische ventilatie en een per ruimte CO2-gestuurd ventilatiesysteem. Het licht gaat automatisch aan en uit. Er wordt gebruikgemaakt van warmteterugwinning. En op het dak liggen zonnepanelen en staat een molen die energie opwekken. Het idee voor de duurzame renovatie van de openbare basisschool ontstond bij schooldirecteur Peter van Bergen, architect Tom van den Haspel en ondernemer Kees van Alphen van Sustinno. Met een uitgewerkt voorstel overtuigden ze het schoolbestuur. De gemeente stemde toe flexibel om te gaan met het budget van het meerjarenonderhoudsplan. Door het gemeentelijk budget en het budget van de school naast elkaar te leggen was de financiering praktisch rond. De ontbrekende twintig procent werd bekostigd met een subsidie van Agentschap NL. Het ontwerp is uitgevoerd door Sustinno, een samenwerking van een architect, een installateur en een projectmanager. De realisatie is in een zeer kort tijdsbestek tijdens de zomervakantie van 2011 uitgevoerd door aannemer Heembouw. Een korte bouwperiode was een belangrijk criterium in de selectieprocedure om de juiste aannemer te kiezen voor het project. Deze krachttoer kon plaatsvinden door een grondige voorbereiding en nauwkeurige focus op het proces gedurende de uitvoering (op basis van Lean Bouwen) en door de toepassing van prefab elementen. In nauw overleg met de aannemer is meerwerk gecompenseerd met minderwerk. Literatuur - Redactie (2011), ‘Het unieke is dat wij deze renovatie zelf hebben bedacht én gerealiseerd’, in: Schoolfacilities, oktober 2011 (citaat gebruikerservaring) - Agentschap NL (2013), OBS De Wilgenstam gebouwd voor de toekomst, Utrecht juni 2013


B

2

2

2 2

2

2

2

2

12/13 2

23

2

223

22

2 20

15 12/13

13

12/13 23

11

23 23 20 22 begane grond 2011 23 13 20 22 15 13 15 11

8/16

2 8/16 8/16

11 2

2

2

2

23

2 23

2

23

2

2

2

2

2

281

2

2

2

2

2

5 2 23 223 22 5 15 23

5

2 21 2 20 13 23

16

11

23 2223 21 begane grond 23 22 15 13 21 15 11 13

2

20

2005

1

2

20 23

16

23

2

23

16

23

2

11 2

2

23

2

2

2

2

2

2

1

2

1

C

12 2 17 2 20 15 12 23 12 17

D

A Buitenruimte

2 2 22

begane grond 22 1956 15 23

B Gebouw na renovatie, met zonnepanelen op het dak

22 11 11

0

C D Gerenoveerd schoolgebouw, met vernieuwde isolerende gevels

10

schaal 1 : 1000

doorsnede 2011

doorsnede 1956

Wat mij frustreert, is de enorme hoeveelheid onderhouds足 budgetjes die per jaar worden uitgezet, zonder dat dat iets oplevert. Er wordt wel eens wat geschilderd en vervangen, maar dat gebeurt volgens een strak schema, zonder visie. Ik had al een heel lastig overlegtraject met het bestuur ach足 ter de rug om de bekostiging van die subsidieaanvraag rond te krijgen. Want zij zagen die hele renovatie eigenlijk niet zitten. Maar toen die subsidie werd toegekend, konden ze niet meer terug en moesten ze wel akkoord gaan met de aanvullende bekostiging. Peter Bergen, directeur OBS De Wilgenstam

2

11

201715 2023

16

16 16

2 2

totaalaanpak / R enovatie en herbestemming / renovatie

2


Tijdlijn

1837

1882

Dinxperlo architect onbekend, dorpsschool

Heemstede A. van der Steur jr., dorpsschool aan de Voorweg

300 0

10 2

1

2

2

23 2

2

5 8/13

2

11

2

36

Een rijke traditie

Zaalschool

Halschool

Er is niet één ontwikkelingslijn in de architec­tuur van de basisschool en het kindcentrum. De traditie is veel rijker. Dat hoeft geen ver­ wondering te wekken, indien we beseffen dat aan schoolgebouwen tal van opvattingen en in­vloeden ten grondslag liggen. Wisselende maatschappelijke ideeën, opvattingen over schoonheid en esthetiek, wetenschappelijke ontwikkelingen, vernieuwingen in de bouw­ techniek, uitschrijven van prijsvragen, stads­ ontwikkeling – om slechts enkele te noemen. Die factoren hebben gevolgen voor de diver­ siteit in onderwijsarchitectuur. Deze tijdlijn schetst relevante thema’s in die veelzijdige geschiedenis van twee eeuwen school­ architectuur.

De eerste lagere scholen zijn van een herkenbaar type: de zaalschool. Begin negentiende eeuw bestond een typische lagere school in een dorp uit slechts één zaal, waarin kinderen van verschillende leeftijden les kregen. De kleine kinderen zijn gescheiden van de grotere. Naast het onderwijslokaal, portiek en toiletten heeft de zaalschool nog nauwelijks andere ruimtes.

Een even praktische als overzichtelijke groepering van de lokalen: rondom een centrale hal. De hal is in gebruik als verkeerszone en voor collectieve bijeenkomsten. En indien deze groot genoeg is, ook voor gymnastiek.


1891

1907

1922

Amsterdam Dienst Publieke Werken, openbare lagere school tweede klasse

Den Haag Jan Stuyt, openbare bewaarschool

Hilversum W.M. Dudok, Dr. H. Bavinckschool

301

23 11 8 23

20

20 8

8

1

13 2

2 11

2

2

1

19

13

2

9

8

23

2

11 9

2 2

2 13 1

2

2 23

13

13

23

11 11 20

2

23 23 11 23

2 12

2

22

12 12 12 11 11

1

2

2 2

19 19

2 11 5

20 22 21 11 20 22 21

5

Stadsverfraaiing

Portaalschool

Esthetiek en schoonheid

Aan het eind van de negentiende eeuw zijn schoolgebouwen trotse uitingen van de schoolbesturen. Het grote volume van een dubbele school, met twee ingangen, levert een bijdrage aan het stadsbeeld. Met symmetrie en versiering wordt daarin hiërarchie aangebracht. De ene school heeft net iets meer versiering dan de andere, om het verschil in sociale klasse van de leerlingen uit te drukken.

Portaal- of portiekontsluiting van de lokalen is geen uitvinding van de jaren rond 1950, toen deze populair was. In deze bewaarschool van net na 1900 verloopt de toegang tot de lokalen via portalen. Het centrale plein omsloten door vleugels biedt de kleuters een veilige omgeving, afgewend van het stadsverkeer.

Aan het begin van de twintigste eeuw kregen pedagogen en scholenbouwers meer aan­dacht voor het kind en de opvoeding door middel van esthetiek. Het besef groeide dat een zorgvuldige vormgeving en schoonheid van de architectuur een opvoedende waarde bezitten. In Hilversum leidde dat tot een op­ merkelijke reeks deskundig ontworpen scholen. De architect combineert dit streven met de praktische opzet van een gangschool, door de lokalen langs een gang te situeren.


Index projecten op plaatsnaam Project Ontwerper verbouwing Bouwkosten verbouwing in € (indien bekend) Aerdenhout Antoniusschool Braaksma en Roos 775.000,- Almere OBS De Klaverweide BDG architecten ingenieurs Amersfoort OBS De Vlindervallei Frencken Scholl architecten stichtingskosten 4.500.000,- excl. btw Amsterdam Eerste openluchtschool Wessel de Jonge architecten voor het gezonde kind Amsterdam Holendrechtschool H&NK, Studio architectuur en interieurarchitectuur Amsterdam OBS Aldoende VDVDP architecten Amsterdam 14e Montessorischool Jordaan Architectuurstudio HH Amsterdam 4e Montessorischool Pinksterbloem VDVDP architecten Amsterdam Buitenveldertse Montessorischool Berger Barnett Amsterdam Brede school Osdorp, De Kikker DOK architecten Amsterdam Brede school De Zeeheld Snelder architecten 3.300.000,- Amsterdam De Brede School LKSVDD 6.000.000,- Amsterdam OBS De Dapper IN architecten 87.000,- excl. btw Amsterdam SBO De Kans Inbo, Rowin Petersma 2.650.000,- incl. installaties, excl. btw Amsterdam Kinderdagverblijf uk Andreas In architecten Amsterdam Dr. Rijk Kramerschool Kodde architecten Amsterdam 5e Montessorischool Hans Kuiper i.s.m. André van Stigt 3.900.000,- Watergraafsmeer, Villa Bons Apeldoorn OBS Sprengenpark GSG architecten Arnhem MFA De Laar West GAJ architecten Arnhem MFA De Laar Oost, opZoom architecten Brede school Het Startblok Beesd Kulturhus Het Klokhuis DMV architecten Boven-Leeuwen Kulturhus D’n Dulper GAJ architecten circa 3.000.000,- excl. btw Breda Huis van De Heuvel Atelier PRO circa 8.000.000,- Breda Montessorischool Dubbelwijs Breda Lode Havermans architecten 1.900.000,- Brielle CBS Geuzenschip Atelier PRO renovatie 530.000,-, uitbreiding Samenwerkingsschool 2.090.500,Burgum OBS ’t Partoer Gunnar Daan architectuur Delft Delftse Montessorischool Architectuurstudio HH Den Haag ISBO Al-Qoeba Smits en Noort aannemingsbedrijf aanneemsom 2.000,- (samenvoegen van school met bovenwoning) Den Haag OBS De la Reyweg, G. Kouwenberg KDV Hamertje Tik Den Haag Nutsschool Zorgvliet Braaksma en Roos 1.400.000,- Dordrecht CBS Repelaer RoosRos architecten Dordrecht Brede school De Keerkring Lakerveld ingenieurs- 1.444.000,- excl. btw (waarvan 304.000,- en architectenbureau excl. btw verbeteren binnenklimaat) Dordrecht Griffioen, Oranje Nassauschool Lakerveld ingenieurs- circa 2.496.000,- excl. btw (waarvan 544.000,- en architectenbureau excl. btw verbeteren binnenklimaat) Dronryp RKBS St Radbodus Heldoorn Ruedisulj 350.000,- Dronten KBS De Toekomst Gemeentewerken Dronten Eindhoven Spilcentrum De Bennekel, KdV architectuur 2.550.000,- De Kameleon Eindhoven Spilcentrum De Barrier, De Opbouw Architecten En En 1.909.647,- incl. btw Eindhoven Spilcentrum Genderdal KdV architectuur 1.686.000,- incl. btw Eindhoven Spilcentrum De Trinoom Architecten En En 3.310.000,- euro excl. btw Gouda Jenaplanschool De Caroussel Gerard Rijnsdorp Gouda Vrije school De Ridderslag Anton van Es en partners ‘s-Gravendeel CBS De Bouwsteen Kingma Roorda 1.216.600,- incl. installaties, excl. btw Groningen OBS Joseph Haydn MAD Johannes Moehrlein architecten Groningen Vensterschool Oosterpark, OBS Onix Siebe Jan Bouma Haarlem Dreefschool voor Christelijk KPG architecten Basisonderwijs Heemstede Voorwegschool A.P. Warnaar 250.124,- (551.200,- gulden, 1971)

Gemeente

318

Pagina

196 90 260 72 245 126 102 104 160 252 210 266 256 70 172 276 270 163 114 264 262 222 234 121 76 124 182 206 151 291 168 288 282 267 204 224 238 158 202 74 207 230 170 192 130 75


Project Ontwerper verbouwing Bouwkosten verbouwing in € (indien bekend) Heemstede Brede school Molenwerf J.W. de Kanter Heenweg CBS De Kameleon Stoom architectuur (‘s-Gravenzande) Hengelo RK Basisschool St. Jan LKSVDD Hengelo RKDB St. Plechelmusschool LKSVDD 3.465.200,- (bouwkosten en realisatiekosten) Heteren Brede school De Vogeltuin Van Aken architecten Hilversum Brede school Zuid Snelder architecten Hilversum Fabritiusschool, Ruysdaelschool A.A. Bos en Partners Hoog Keppel OBS De Bongerd P. Steverink circa 130.000,- Hoorn Duiventil en Hoeksteen Bureau Bos 120.000,- Leeuwarden PCBO Koningin Wilhelminaschool Heldoorn Ruedisulj Leiden OBS Lucas van Leyden Stramien 2000 Leiden OBS De Morskring J. Barth Lintelo Kulturhus Lintelo, CBS Klimop Architectengroep Gelderland school 870.000,-; kulturhus 850.000,- Maastricht Basisschool Het Mozaïek Frencken Scholl architecten stichtingskosten 440.000,- excl. btw Maastricht Kindcentrum Oda Frencken Scholl architecten stichtingskosten 475.605,- excl. btw Nagele SWS Titus Brandsma RKOB onbekend Nagele OBS De Ringloop 19 Het atelier Notter-Zuna Kulturhus Irene, School met de Bijbel 4D Architecten circa 1.025.000,- Oegstgeest OBS Gevers Deutz Terweeschool Stuurman Partners Oegstgeest Brede school De Vogels Architectuurstudio HH Oisterwijk Brede school Waterhoef, DAT architecten renovatie en uitbreiding 6.133.082,- Kinderopvang Humanitas Pingjum OBS It Leech Theo Kupers architecten renovatie en uitbreiding circa 1.500.000,- Rectum-Ypelo Akkerhus CBS Akkerwal VAB Rijssen (Wierden) Rheden CBS De Holtbanck Factor architecten circa 1.000.000,- Roosendaal KBS Fatimaschool Loxodrome Rotterdam SBO St. Lucasschool Arconiko architecten i.s.m. Studio Deep Rotterdam RKB Mr. Van Eijck No Label Rotterdam Jan Anthonie Bijlooschool onbekend Rotterdam Van Brienenoordschool Blauw architecten Rotterdam CBS Albert Plesmanschool Kinder Service Hotels (inrichting) Rotterdam OBS De Tuimelaar C. Seyferth circa 130.000,- Rotterdam Brede school Nieuwstraat Arconiko architecten Rotterdam Kindercentrum Kinderkade, WAT interieurarchitectuur De Blijberg, Margrietschool, Dominicusschool Rotterdam OBS De Wilgenstam Sustinno 2.538.190,- Schiedam St. Jozefschool Valtos Architecten Schijndel Educatief Basiscentrum Oost Vessem architecten (de Kring) Tiel Brede school De Regenboog GSG architecten circa 1.085.000,- Tilburg MFA t Kruispunt, De Antaris Luijten Smeulders architecten Utrecht Agatha Snellenschool Adamasgroep Utrecht Vrije School Utrecht Orta Atelier Utrecht OBS Oog in Al, Johan de Witt Van Hoogevest Architecten Utrecht Rietendakschool Van Hoogevest Architecten Utrecht ODBS Puntenburg Van Hoogevest Architecten Vessem (Eersel) Oude School KDV Duimelot Architecten En En 800.000,- excl. btw Waddinxveen RKB De Regenboog Topos architecten circa 1.085.000,- Weesp OBS Triangel, CBS Janton Stork Van der Meulen-Vastwijk Wenum-Wiesel PCBS Prinses Beatrix MTB Architecten Wijnjewoude CBS Votum Nostrum Architektenburo Eduard C. Gerds 185.000,- excl. btw Wilnis OBS De Willespoort Bureau Berndsen 214.200,- Wormer OBS De Eendragt, De Tinteltuin SVP architectuur en stedenbouw Zevenaar Brede school Groot Holthuizen We architects stichtingskosten 6.814.664,- (waarvan bouwsom 5.545.000,- excl. btw) Zijtaart (Veghel) MFA Het Klooster, Leenders architecten stichtingskosten 9.678.134,- incl. btw Basisschool Edith Stein (waarvan bouwsom 5.950.000,- incl. installaties, excl. btw) Zwolle Jenapleinschool MTB Architecten i.s.m. 19 Het Atelier Zwolle Brede school Wonderwoud HLH architecten Gemeente

Pagina

290 142 180 80 292 178 96 228 229 131 122 214 242 132 146 140 118 261 218 162 164 258 223 274 215 84 150 119 152 176 110 136 248

280 120 171 154 216 88 89 141 184 188 294 244 250 200 100 112 156 106 284

92 251

319


Colofon Redactie Dolf Broekhuizen Auteurs Monique Arkesteijn, Dolf Broekhuizen, Wouter Deen, Michel Geertse, Louk Heijnders, Peter de Jong, André Mol, Frido van Nieuwamerongen, Eireen Schreurs, Frank Studulski, Guido Wallagh, Marco van Zandwijk 320 Tekstredactie Marianne Lahr Vormgeving Ad van der Kouwe, Manifesta Ontwerp iconen Ad van der Kouwe, Frido van Nieuwamerongen, Roswitha Abrahams, Dolf Broekhuizen, Thom Hoevenaar Bewerking tekeningen Thom Hoeveaar, Bureau witte geit Communicatie onderzoek Brecht Bleeker Culturele projecten Petty Tang, SMLcompany Beeldredactie Dolf Broekhuizen Beeldacquisitie Dolf Broekhuizen, Maaike Delemarre en Chantal Pieters Papier LuxoArt Samt, 150 gr Druk Drukkerij Van Gorcum, Assen Uitgever Marcel Witvoet, nai010 uitgevers Deze publicatie kwam mede tot stand dankzij een bijdrage van Atelier Rijksbouwmeester en Stimuleringsfonds creatieve industrie

© 2015 Scholenbouwatlas, nai010 uitgevers, Rotterdam. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro. Van werken van beeldende kunstenaars aan­ gesloten bij een CISAC-organisatie is het auteursrecht geregeld met Pictoright te Amsterdam. © 2015, c/o Pictoright Amsterdam Niet alle rechthebbenden van de gebruikte illustraties konden worden achterhaald. Belanghebbenden wordt verzocht contact op te nemen met nai010 uitgevers, Mauritsweg 23, 3012 JR Rotterdam. info@nai010.com nai010 uitgevers is een internationaal georiënteerde uitgever, gespecialiseerd in het ontwikkelen, produceren en distribueren van boeken op het gebied van architectuur, stedenbouw, kunst en design. www.nai010.com

ISBN 978-94-6208-196-3


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.