Groeikernen en woonmilieus - Jan Sterenberg en het wonen in de jaren 70

Page 1

Michiel Kruidenier

architect jan sterenberg en het wonen in de jaren ’70 groeikernen en woonmilieus

nai010 uitgevers



architect jan sterenberg en het wonen in de jaren ’70



Michiel Kruidenier

architect jan sterenberg en het wonen in de jaren ’70 groeikernen en woonmilieus

nai010 uitgevers


Inhoud ‘Het gaat niet zozeer om de vorm van een huis, maar meer om de mogelijkheid die je als architect creëert om de mensen zelf een vorm te laten geven. Een afgebouwd huis is een begin, geen eindpunt.’ —  Jan Sterenberg, in: Berg 1961


V oorwoord

8

01 I nleiding. Bouwen in Nederland, 1945-1983 12 ‘De aftakeling van Sterenberg. Architekten de straat op geschopt’ 13 1945-1962: volksvijand nummer één 14 1963-1967: expansieve en pluriforme maatregelen 15 1965: Wet op de Ruimtelijke Ordening 16 1967-1973: woonkwaliteit 17 1973-1983: bouwen voor de leegstand? 17 De wijze van subsidiëring 18 02 J an Sterenberg, het begin 20 1923-1944: beginjaren 21 Semper Spatium 23 Luitje Sterenberg 25 1951: een eigen bureau 25 Emmen: de doorbraak 27 De buitendorpen 27 Emmermeer, 1947-1960 28 Angelslo, 1956-1964 30 Architectengroep Emmerhout, 1965 31 Het platte versus het schuine dak 36 Het belang van Emmen 37 03 H et dorp Ter Apel en architectenbureau Sterenberg 38 Van postkantoor naar Vijverstraat 39 Het dorp Ter Apel 41 Centrumplannen 43 Plan Kikkert 44 De Maten 45 Het verenigingsleven en Tineke Quarré 45 04 E en van de grootste woningbouwers van Nederland 48 Scholen en kantoren 50 Organisatie 53 De boerderijkommissie 57 Het jaar 1977 62 Het eind 67 Doorstart 68 05 J an Sterenberg als hoogleraar 70 Seriematige woningbouw 72 Woningbouw en stedebouwkundige vormgeving 74 Lesstijl 75

5


06 K ostenbesparend ontwerpen en bouwen 76 De thema’s van Jan Sterenberg 77 Zestienduizend gulden woning 77 a Standaardisatie 78 b Systeembouw 88 c De dynamische grondprijsbepaling 94

Fokkesteeg-Zuid nieuwegein, fotoreportage Harry Cock 98

07 D e kwaliteit van de woning: wonen en woonbehoeften 104 Arbeiderswoning Bertje, 1946 105 Modelwoning in Hoogeveen, 1961 108 Kwaliteit, voorschriften en wenken 109 Openbare ideeënprijsvraag Westland-Utrecht Hypotheekbank, 1974 110 Bijzondere woonvormen 112 Loenen aan de Vecht, 1978-1979 113 Studentenflats in Groningen, 1977-1979 114 hat-woningen in Winschoten, 1981 115 Energiezuinig bouwen: prijsvraag Tiemstra, Nijmegen, 1978-1979 115

De Haren-Zuid ’s-Hertogenbosch, fotoreportage Harry Cock 120

08 G roeikernen en de kwaliteit van de woonomgeving 128 Nota’s over de ruimtelijke ordening: 1960 en 1966 129 De groeikern 131 Stichting Architectenonderzoek Wonen en Woonomgeving (stawon) 132 Differentiatie in de woningsituatie: ’s-Hertogenbosch-Noord 133 Hoogteverschillen in het landschap: Amsterdam Bijlmermeer en Lelystad De Kempenaar 135 Groen in de wijk: Lewenborg en Louis le Roy 139 Goed en goedkoop! Buytenwegh de Leyens in Zoetermeer, 1971-1978 142 Parkeer- en woondekken: Capelle aan den IJssel 148 Wonen + omgeving: het woonmilieu en Seghwaert 150 Het bestaande landschap: Spijkenisse, Waterland, 1975-1979 152 Jeugd, spelen en wonen, 1976/1978 153 Dichtheden en woonplekken in beeld 155 De relatie binnen-buiten 155

6

Kelbergen Amsterdam, fotoreportage Harry Cock 156


09 S tadsvernieuwing, samenwerking en inspraak 164 Stadsvernieuwing en de Derde nota over de ruimtelijke ordening 165 De binnenstad van Zwolle, 1969-1974 167 Kombinatieproject Aa-landen, Zwolle, 1972-1975 170 Willem Lodewijk Passage te Groningen, 1972-1974 171 Experimentele woningbouw: Assen, Molenstraat, 1975-1977 172 Luifelplannen 176 Bewonersinspraak en -participatie 177 Emmeloord, Wageningen en de Stichting Nieuwe Woonvormen 178 Winsum en de discussie over identiteit 180

Buytenwegh de Leyens Zoetermeer, fotoreportage Harry Cock 182

10 B ouwen en wonen in de toekomst 190 1980: recessie 191 v vd wil woonwijken ontdoen van franje 194 Een toekomstgericht liberaal volkshuisvestingsbeleid 195

Revelsant 2 Emmeloord, fotoreportage Harry Cock 197

Naschrift 204

Verantwoording 208

Bijlagen 210 Persoonlijke tijdlijn Jan Sterenberg 211 Colleges Jan Sterenberg, th/tu Delft 1978-1993 212 Oeuvre Jan Sterenberg / Architectenbureau Sterenberg 215 Publicaties, uitgaven, voordrachten en collegedictaten 228 Bureau-activiteiten 230 Lijst van medewerkers 231 Gebruikte literatuur en archieven 234

Noten 239

PERSOONSREGISTER 248

Overzicht fotoreportages Harry Cock 250

over het boek 255

Colofon 256

7


Voorwoord


In de zomer van 2004 werd in Het Nieuwe Instituut in Rotterdam, dat toen nog het Nederlands Architectuurinstituut heette, een tentoonstelling gehouden met als titel ‘Woonerven & zitkuilen. De kritiese jaren zeventig’. Naar verluidt werd deze tentoonstelling slechts matig bezocht. Enerzijds kan dit gelegen hebben aan het gegeven dat de Nederlandse bevolking nog maar net begonnen was aan de acceptatie van de jaren zestig en dat men, met het strakke en zakelijke nog in het achterhoofd, niets moest hebben van de gezelligheid en het ‘softe’ van de jaren zeventig. De associatie met bielzen, coniferen, houten schrootjes en plavuizen drong zich vast aan menigeen op. Anderzijds is datgene wat de generatie van je ouders voortbracht natuurlijk zelden goed; pas de gebouwen en voorwerpen uit grootmoeders tijd beginnen enigszins interessant te worden. Natuurlijk heeft het ook niet geholpen dat latere architecten en stadsvernieuwers de jaren zeventig hebben afgedaan als ‘de jaren van de kinderziektes’ (Dirk Frieling), ‘de lullige jaren’ (Arne van Herk), ‘nieuwe truttigheid’ (Carel Weeber) en in het beste geval ‘een tijd van verwarring’ (Adri Duivesteijn).1 De kritieken op de architectuur uit de jaren zeventig hebben zich zowel gericht op het uiterlijk, de verschijningsvorm, als op het sociale aspect. Zo zou de woningbouw uit deze periode meer het product zijn van participatie dan van rationale logica. Het is de vraag of deze kritieken terecht zijn. De veranderingen in de samenleving waren enorm: de inkomens stegen, de hoeveelheid vrije tijd nam toe, traditionele verhoudingen verdwenen, de burger werd mondiger en het gezin kleiner, net als – door een verbeterde infrastructuur en de algemene accep­ tatie van de auto – de afstanden. Al deze veranderingen hadden een direct of indirect gevolg op de indeling van de woning en op de woonomgeving, het woonmilieu. Volgens sommigen deed het uiterlijk van de woning er dan ook weinig toe: ‘De uitwendige uniformiteit van de woningen zal een ondergeschikt probleem zijn als men enerzijds voldoende variatie in de woonmilieus weet aan te brengen en anderzijds de woning inwendig voldoende flexibiliteit geeft.’2 Toen architect Jan Sterenberg (1923-2000) in 1951 in het Groningse Ter Apel zijn bureau begon, kon hij deze veranderingen uiteraard niet zien aankomen. Toch heeft hij al deze kenteringen meegemaakt. Het werk van een van de grootste architectenbureaus van het land weerspiegelt de ontwikkelingen binnen de Nederlandse woningbouw, zowel op technisch, politiek als economisch vlak. Sterenbergs werk laat zien dat de jaren zeventig vooral een zoektocht waren: op zoek naar een alternatief voor het strakke modernisme van de jaren zestig, zonder duurder te worden, zonder kwaliteitsverlies. Een zoek­­ tocht die uiteindelijk de weg zou vrijmaken voor het neorationalisme en het supermodernisme van de jaren tachtig en negentig. Dit beseft hebbende, rijst de vraag hoe het mogelijk was dat een bureau aan de rand van Nederland, ver weg van de Randstad, Den

Voorwoord

9


[1] Jan Sterenberg. Collectie: Fam. Sterenberg

[2] De auteur in 1973. Collectie: M. Kruidenier

1

Haag en Delft, zo groot heeft kunnen worden. Van Delfzijl tot Sluis, van Heerhugowaard tot Eindhoven, overal heeft bureau Sterenberg zijn sporen nagelaten. Los van de kantoren, de scholen, de kerken en de winkelcentra, heeft het bureau in dertig jaar tijd tienduizenden woningen ontworpen, en niet alleen de woningen, maar vaak ook de stedenbouwkundige plannen en de bestemmingsplannen die eraan ten grondslag lagen. Een andere vraag die opkomt: waarom kent niemand de naam ‘Sterenberg’ meer? Enkele honderden architecten, tekenaars en constructeurs moeten bij hem ervaring hebben opgedaan. Ook moet Jan Sterenberg in zijn hoedanigheid als hoogleraar aan de th/tu Delft tussen 1977 en 1993 aan honderden studenten les gegeven hebben. In de literatuur komt men hem alleen tegen als (mede)ontwerper van de wijken Angelslo en Emmerhout in Emmen, behorend tot zijn vroege werk uit de jaren zestig. Dit boek probeert op deze vragen een antwoord te vinden. Wie was Jan Sterenberg en wat deed zijn architectenbureau? Wat waren de opgaven van die tijd? En wat is de relevantie van het werk, toen en nu? Behalve het eerder geconstateerde feit dat de jaren zeventig zich tot voor kort niet in een grote belangstelling mochten verheugen, zal de

10


2

persoon Jan Sterenberg mede debet zijn geweest aan zijn onbekendheid; hij plaatste zichzelf niet graag op de voorgrond. ‘Een korte persoonsbeschrijving: een gezicht van iemand die bijna “middelbaar” is, met enigszins verscholen ogen. Karaktereigenschap: te bescheiden om verlegen te zijn. Stem: niet indringend, bijna zacht, elke zin wordt eerst bedachtzaam gewogen voordat deze wordt uitgesproken.’3 Oud-werknemers omschrijven hem als: harde kop, rechtvaardig, streng, sociaal bewogen, niet vrolijk, introvert, binnenvetter, nors, knorrig en aimabel. De overtuigd liberaal stond bekend als ‘de rode v vd’er’, wat tot uiting kwam in zijn sociaal-maatschappelijke betrokkenheid, zowel als werkgever, als op het gebied van sociale woningbouw en bewonersparticipatie. Hoe Jan Sterenberg zijn architectuur zag, en daarmee ook zichzelf, dekt misschien wel het best de lading: ‘Ik heb een gruwelijke hekel aan felle, uitspringende kleuren en leuke modemateriaaltjes. Je kunt met de architectuur gaan schreeuwen en reclame maken voor jezelf. Maar je moet bescheiden op de achtergrond blijven. Je moet uitzoeken hoe en wat het leven is, hoe het zich ontwikkelt, dat trachten te “pakken”, dan een klimaat scheppen waarin mensen kunnen leven. Maar niet met je architectuur vastleggen hoe zij moeten leven.’4 Opzet Deze publicatie is opgebouwd uit drie delen. Het eerste deel behandelt de geschiedenis van de Nederlandse woningbouw in de periode 1945-1983, de geschiedenis van architectenbureau Sterenberg en het hoogleraarschap van Jan Sterenberg aan de th/tu Delft (hoofdstuk 1 t/m 5). Het tweede deel bespreekt een aantal thema’s die zowel voor Sterenberg van belang waren, als voor de naoorlogse woningbouw (hoofdstuk 6 t/m 9). Ieder thema beschrijft de landelijke situatie (ontwikkelingen in politiek, stedenbouw en architectuur, maatschappelijk, sociaaleconomisch) en de bijbehorende projecten van Sterenberg, waarbij vooral is gekeken naar de kern, de essentie van het desbetref­ fende project. Immers, een project gaat nooit alleen over verkavelen of de woningplattegrond, maar is een samenspel van verschillende aspecten. Het derde en laatste deel bevat beschouwingen van Jan Sterenberg met het oog op de toekomst, de crisis van de jaren tachtig en het al dan niet bezuinigen op kwaliteit. Tevens wordt ingegaan op de rol van architectenbureau Sterenberg toen, en de betekenis van het werk voor de huidige tijd.

Michiel Kruidenier

Voorwoord

11


02 Jan Sterenberg, het begin


[1] Foto van het gezin Sterenberg, met v.n.l.r. vader Luitje, zoon Jan, zoon Hans en moeder Anna, circa 1927. Collectie: Fam. Sterenberg

1923-1945: beginjaren Jan Johannes Sterenberg, geboren op 13 maart 1923 in Groningen, was de oudste van de drie kinderen van Luitje Sterenberg (1875-1951) en Anna Heinz (1888-1969).1 Het gezin woonde in Sellingen, gelegen in de zuidoosthoek van de provincie Groningen, waar vader Sterenberg gemeentearchitect was. In opdracht van de gemeente Vlagtwedde, waar Sellingen onder viel, ontwierp Luitje tal van projecten, waaronder diverse arbeiderswoningen en de openbare lagere school aan de Schotslaan in het nabijgelegen Ter Apel (1909-1910).2 Vanaf 1936 volgde Jan Sterenberg de rijks-hbs in Ter Apel, waar hij in 1941 zijn diploma behaalde. Daarna begon Sterenberg aan de opleiding Bouwkunde aan de Technische Hogeschool in Delft, de huidige Technische Universiteit, om – net als zijn vader – architect te worden. In mei 1942 behaalde Jan Sterenberg zijn propedeuse. Inmiddels was de situatie aan de th Delft ronduit chaotisch. Medewerkers werden ontslagen of opgepakt, studenten staakten en de hogeschool werd (tijdelijk) gesloten. Sterenberg vertrok naar Groningen, waar hij in 1943 en 1944 onderwijs volgde aan de hts en de Academie Minerva (Beeldende Kunst).3 Ook werkte hij enige tijd op het architectenbureau van Evert van Linge (1895-1964) en Gerrit Bosma (19031992), waar op dat moment Jacob (Jaap) Berend Bakema (1914-1981) zat ondergedoken. ‘Bakema vond mijn ontwerp wel mooi, maar ook dood en traditioneel. Alles zat zo vast. En toen gingen mijn ogen wel een beetje open.’4

1

02  |  Jan Sterenberg, het begin

21


2


[2] Opgave voor een schetsdag van Semper Spatium, 7 december 1948. [3] Ontwerp voor een beeldhouwerswoning, J. Sterenberg, 1947.

3

Semper Spatium Direct na de oorlog pakte Sterenberg zijn studie in Delft weer op, waar hij onder anderen les kreeg van de architecten Nicolaas Lansdorp, Johannes F. Berghoef en prof. Henry T. Zwiers. Vakken die hij volgde waren ‘Ontwerpen’ (prof.ir. M.J. Granpré Molière, 1945-1946), ‘Staalconstructies’ (prof. Van Genderen), ‘Wiskunde, logica en ervaringswetenschappen’ (prof. Van Dantzig, 1945-1946) en ‘Toegepaste mechanica’ (prof. Vreedenburgh, 1946). De bouwkundeopleiding, destijds onder leiding van Granpré Molière, stond te boek als conservatief. De studie was vooral gericht op de Nederlandse bouwtraditie, zowel wat betreft vorm (zadeldaken), als materiaalgebruik (baksteen). De onvrede over dit conservatieve karakter, die al voor de oorlog had bestaan, bloeide na de oorlog weer op. Eind 1945 leidde deze tot het ontstaan van een nieuwe studiegroep genaamd ‘Semper Spatium’5 (Steeds de ruimte), geïni­ tieerd door de studenten Henk Brouwer (1920-1974) en Willem (Wim) Wissing (1920-2008). De studiegroep had als doel om naast het heersende traditionalisme aandacht te vragen voor modernistische op­­ lossingen van bouwkundige vraagstukken, waartoe bijvoorbeeld ook het zichtbaar toepassen van beton en van het on-Nederlandse platte dak hoorden. Zij bereikte dit onder meer door het organiseren van ‘schetsdagen’ voor studenten.

02  |  Jan Sterenberg, het begin

23


4

5


[4] Van Sterenbergs reis naar Italië is alleen een schetsboekje bewaard. Potlood­ tekening, San Polo, Venetië, J. Sterenberg, 9 september 1950. [5] Coöperatieve Boeren­ leenbank in Sellingen, L. en J. Sterenberg, foto kleimaquette, circa 1949.

Jan Sterenberg was een deelnemer van het eerste uur, net als Herman van Balen (1918-1999) en K.F.G. (Goof) Spruit (1921-2018).6 In hun studentenhuis aan de Markt 9 in Delft vonden de eerste bijeenkomsten plaats.7 Andere bekende leden waren onder meer Marinus (Rinus) Gout (1922-2012), Koenraad (Koen) van der Gaast (1923-1993), Rutger (Rudi) Bleeker (1920-2016), Hendrik (Henk) E. Niemeijer (1917-1970) en Nicolaas (Niek) A. de Boer (1924-2016). In 1947-1948 werd de door Semper Spatium gewenste doorbraak bereikt en werden ‘moderne’ hoogleraren aangesteld, waaronder J.H. van den Broek (1898-1978) en G.H.M. Holt (1904-1988). Dit was overigens niet alleen een verdienste van Semper Spatium; ook andere krachten, zoals de invloed van president-curator dr. C.H. van der Leeuw, waren hiervoor ver­ antwoordelijk. Semper Spatium zou slechts tot 1952 bestaan, niet alleen omdat er een doorbraak was bereikt, maar ook omdat de richtingenstrijd tussen traditionalisten en modernen steeds minder relevant werd. 8 Toch was de invloed van de studiegroep op het bouwkundeonderwijs in Delft blijvend groot, maar om een andere reden: zowel de leden Brouwer, Gout, Joost van der Grinten, Piet Tauber, Sterenberg als De Boer zijn als hoogleraar aan de th/tu verbonden geweest. Luitje Sterenberg Reeds tijdens zijn opleiding was Jan Sterenberg actief als tekenaar. In 1946 werkte hij bij architect Geert Klaas Veeze (1910-1973) uit Lochem, die in die periode betrokken was bij de herbouw van in de oorlog verwoeste Gelderse boerderijen en woningen. Ook werkte Jan Sterenberg als tekenaar bij zijn vader Luitje. Zo tekende hij bijvoorbeeld aan diverse woningen in Bourtange, Jipsinghuizen, Jipsingbourtange, Vlagtwedde en Sellingerbeetse. Nadat Jan Sterenberg in 1950 in Delft zijn diploma bouwkundig ingenieur had behaald, maakte hij een reis naar Italië. Daarna trad hij bij zijn vader in dienst en werden de ontwerpen door hen beiden ondertekend.9 Het architectenbureau heette vanaf dat moment ‘Architectenbureau Sterenberg en Zoon’. Intussen, van 1951 tot 1953, studeerde Jan Sterenberg ook nog economie aan de Rijksuniversiteit Groningen (rug), maar hij maakte deze studie niet af. 1951: een eigen bureau In 1949-1950 hadden vader en zoon Sterenberg samengewerkt aan het ontwerp voor een woning met kantoren in Sellingen, in opdracht van de Coöperatieve Boerenleenbank.10 Luitje Sterenberg zou de opening op 9 mei 1952 van het bankgebouw niet meer meemaken: hij was in 1951 overleden.11 Na de dood van zijn vader begon Jan Sterenberg in Ter Apel zijn eigen architectenbureau; een bureau dat tot 1983 zou blijven bestaan. Als

02  |  Jan Sterenberg, het begin

25



183



185



187



189


Fokkesteeg-Zuid nieuwegein De buurt Fokkesteeg-Zuid in Nieuwegein werd door Architectenbureau Sterenberg in 1976 ontworpen. In totaal ging het om 110 eengezins­ woningen, onderverdeeld in acht woningtypen. De woningen, uitgevoerd in houtskeletbouw, waren het resultaat van een prijsvraag, die was uitgeschreven door het Houtvoorlichtingsinstituut. Oorspronkelijk was het houtwerk bruin geschilderd, maar door het toepassen van verschillende kleuren ziet de wijk er tegenwoordig ‘fleurig’ uit.

p. 100

p. 98-99

p. 101

p. 103

p. 102

p. 103


De Haren-Zuid ’s-Hertogenbosch In 1967 ontstond ‘Architektengroep ’s-Hertogenbosch’, een samenwerkings­ verband van bureau P.W. en H.P.F. de Graaf uit ’s-Hertogenbosch, bureau H.L. Mens en J.G. Pruyn uit Vught en bureau Sterenberg. De groep zou voor de nieuwe wijk ’s-Hertogenbosch-Noord de buurten De Slagen-West en De Hambaken Zuid-Oost ontwerpen en later, onder de naam ‘Architek­­ tengroep Noord bv’, ook De Buitenpepers, De Rompert en De Haren-Zuid. De wijk De Haren-Zuid laat een grote mate aan eenvormigheid in de architectuur zien, waarbij variatie vooral wordt gezocht in stedenbouwkundige oplossingen. Hierbij valt met name de situering van de woningen in het overdadige groen op. p. 120

p. 120

p. 121

p. 122

p. 123

p. 124

p. 125

p. 126

p. 127

251


Colofon

Onderzoek en tekst  Michiel Kruidenier, Nijmegen Tekstredactie  Marianne Lahr Fotografie  Harry Cock, Assen Vormgeving  Studio Maud van Rossum, Amsterdam Druk  die Keure, Brugge Uitgever  Marcel Witvoet, nai010 uitgevers, Rotterdam

Deze uitgave is mogelijk gemaakt met steun van Prins Bernard Cultuurfonds

Jaap Harten Fonds

bpd cultuurfonds

© 2021 nai010 uitgevers, Rotterdam. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde ver­ goedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 kb Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloem­ lezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wenden tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie), Postbus 3060, 2130 kb Hoofddorp, www.cedar.nl/pro.

Van werken van beeldende kunstenaars aangesloten bij een CISAC-organisatie is het auteursrecht geregeld met Pictoright te Amsterdam. © 2021, c/o Pictoright Amsterdam Niet alle rechthebbenden van de gebruikte illustraties konden worden achterhaald. Belanghebbenden wordt verzocht contact op te nemen met nai010 uitgevers, Korte Hoogstraat 31, 3011 GK Rotterdam. info@nai010.com

efl Stichting

EFL STICHTING

J.E. Jurriaanse Stichting

nai010 uitgevers is een internationaal georiënteerde uitgever, gespecialiseerd in het ontwikkelen, produceren en distribueren van boeken op het gebied van architectuur, stedenbouw, kunst en design. www.nai010.com

De Frans Mortelmans Stichting

DE FRANS

MORTELMANS STICHTING

Gemeente Nissewaard

Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

Stichting ‘De Gijselaar-Hintzenfonds’

256

ISBN 978 94 6208 670 8 NUR 648 BISAC ARC003000, ARC006000 Ook verkrijgbaar als e-boek: ISBN 978 94 6208 684 5 (e-boek)



Architect Jan Sterenberg (1923–2000) werkte in de overgangsperiode van strakke wederopbouwwijken met rijtjeswoningen naar bloemkoolwijken met woonerven. Zijn bureau in Ter Apel was een van de grootste architectenbureaus van Nederland en bouwde tussen circa 1950 en 1980 tienduizenden woningen door het hele land, van de stadswijk Lewenborg in Groningen tot Buytenwegh de Leyens in Zoetermeer en stadsvernieuwing in Zwolle. Sterenberg zag wonen als een activiteit en zijn ontwerpen moesten bewoners aanzetten tot creatief gebruik van de woning én haar omgeving. De woningen waren sober en functioneel; de groene omgeving bood plaats voor ont­ spanning en aan spelende kinderen. De politiek actieve Sterenberg verkeerde met de bouwelite van Nederland, en was tegelijkertijd groot pleitbezorger van inspraak. Zijn opvattingen over wonen en nieuwe woonvormen werden erkend met een hoogleraarschap aan de TU Delft. Desondanks ging zijn bureau begin jaren 1980 roemloos ten onder. Dit rijk geïllustreerde boek haalt het werk van de bevlogen pragmaticus Sterenberg uit de anonimiteit en plaatst het in zijn context. De problemen van destijds, zoals de grote vraag naar nieuwe woningen, de oplopende kosten en energie­ besparing, zijn ook de belangrijke thema’s van nu. Groeikernen en woonmilieus toont de mogelijkheden en de beperkingen die een rol speelden bij de woningontwerpen van Sterenberg.

nai010 uitgevers www.nai010.com ISBN 978-94-6208-670-8

9 789462 086708


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.