Het bezield modernisme van A.H. Wegerif Architectuur als beschavingsideaal
naioÄąo uitgevers
Huub Thomas
5
‘Wij hebben de aarde niet te zien als materie alleen, we moeten haar beschouwen als de plaats, die den mensch tot woonstede is gesteld, waarin de Goddelijkheid zich openbaart en den mensch als de hoogste verschijningsvorm, als uitdrukkingsmiddel van al het Goddelijke.’
A.H. Wegerif, Beschouwingen over cultuur, 1931
Inhoud Verantwoording 8 Inleiding 12 1
Architectuur als beschavingsideaal Over de verhouding tussen het geestelijke en het stoffelijke 18
2
Ideaal en praktijk Omtrent het streven naar schoonheid De vormende jaren 52 Een eigen praktijk 68 Apeldoorn, en verder 94 Wonen en werken 118 Een groot verlies 148 Naar Wassenaar 164 Bouwen in het Willemspark 194 Meer meesterwerken 216 Schijn en zijn 238 Ontwerpen voor Oranje 270 De Haagsche Kunstkring 286 Oorlog en verzet 310 Een betere samenleving 330 Wederopbouw op stoom 352 Apotheose 372
3
Traditie en moderniteit Formele diversiteit als resultante van ernstige arbeid Wooncultuur als vorm van levenskunst 390 Stedenbouwkundig plan en maatschappelijke vernieuwing 464 Bijdragen aan een Nederlandse filmcultuur 486
7
4 Conclusie Het bezield modernisme van Wegerif 516 5 Bijlagen Nederlandse samenvatting 525 English summary 527 Noten 530 Publicaties van Wegerif 543 Publicaties over Wegerif 544 Algemene bibliografie 546 Werkenlijst 550 Illustratieverantwoording 566 Registers 567 Colofon 576
Inleiding
13 De bibliotheek van Goethe aan het Frauen plan in Weimar
‘Wij mogen niet toelaten, dat de samenleving op niet direct te herkennen wijze beïnvloed wordt door ideologieën, welke tegengesteld aan de onze zijn en het is onze plicht daartegen met waakzaamheid op te treden.’1 Met deze woorden, die twee maanden voor de Duitse invasie van Nederland werden gepubliceerd, biedt A.H. Wegerif ons een inkijk in zijn denkwereld en in de positie die hij inneemt in het culturele en politieke landschap van het interbellum. Vanuit zijn overtuiging dat ‘ideeën veelal in stoffelijken vorm waarneembaar [worden] en tot uitdrukking gebracht’2 keert Wegerif zich niet alleen tegen de politieke werkelijk heid van het nationaalsocialistische Duitsland, maar oefent hij ook sterke kritiek op tendensen in de Nederlandse praktijk. Tendensen, die de toepassing van horizontale lijnen in de architectuur als ‘onchristelijk’ verwerpen en die de ontwikkeling van het individu in vrije omstandigheden zouden frustreren. Enkele jaren later zal de Duitse filosoof Th. Adorno dit conflict bondig onder woorden brengen met zijn uitspraak: ‘Es gibt kein richtiges Leben im falschen.’3 Geboren in Apeldoorn in 1888, groeit Henk Wegerif op in een tijd dat de kunsten aan grote veranderingen onderhevig zijn. Onder invloed van de ontmoetingen die hij al op jonge leeftijd met toonaangevende kunstenaars heeft, zal Wegerif zijn hele leven wijden aan het vraagstuk van de verhouding tussen het geeste lijke en het materiële. Gezien zijn zoektocht naar de vertaling van hogere waarden verbaast het dan ook niet dat Wegerif al vroeg aansluiting zoekt bij de vrijmetselaars, die hem op 21-jarige leeftijd in de Apeldoornse loge De Veluwe opnemen. Hij zal later binnen deze beweging een bijdrage leveren aan het denken over cultuur in het algemeen en architectuur in het bijzonder. In Den Haag sticht hij in 1955 een nieuwe loge.
Het bezield modernisme van A.H. Wegerif
16
Architectuur als beschavingsideaal
1
Architectuur als beschavingsÂideaal
17
Over de verhouding tussen het geestelijke en het stoffelijke
19 Detail van het grote persistylum op het terrein van Amon-Ra in de grote tempel van Karnak, circa 1920
1) 2)
‘De analyse is uitstekend als werktuig van verlichting en civilisatie, uitstekend, in zoverre ze domme overtuigingen aan het wankelen brengt, natuurlijke vooroordelen wegneemt en het gezag ondermijnt, uitstekend, met andere woorden, zolang ze bevrijdt, verfijnt, vermenselijkt en knechten rijp maakt voor de vrijheid. Ze is slecht, zeer slecht, in zoverre ze de daad belemmert, het leven in zijn wortel aantast, uit onvermogen het vorm te geven [...].’7 Dit stelt Ludovico Settembrini in De Toverberg, de befaamde ideeënroman van Thomas Mann uit 1924, als hij de hoofdpersoon Hans Castorp in diens onverlichte kamer in sanatorium Berghof opzoekt en het licht aansteekt om zo ook in letterlijke zin het donker te verdrijven. In de persoon van de vrijmetselaar Settembrini, die met Castorp bevriend raakt, worden niet alleen humanistische principes en democratische waarden tot uiting gebracht, maar wordt ook de positie uitgewerkt van een man die het leven omarmt. Settembrini eert op vrijzinnige wijze ‘de schoonheid, de vrijheid, de blijmoedigheid, het genot’ en vormt daarmee de tegenhanger van de ascetische jezuïet dr. Leo Naphta, die na de omverwerping van ‘de satansheerschappij van het geld’ een totalitaire, op terreur gebaseerde heilstaat wil vestigen en voor wie het begrip vrijheid slechts een anachronisme is. De Toverberg, gelezen als een literaire vertaling van de culturele, politieke en filosofische tendensen die het interbellum kenmerken, is van grote betekenis voor ons begrip van deze periode; een periode waarin een andere vrijmetselaar en protagonist van dit boek, Henk Wegerif, in tal van publicaties en voordrachten zijn gedachten uiteenzet omtrent cultuur en beschaving, waarbij zijn bijzondere aandacht uitgaat naar de verhouding tussen idee en materie.
13 ) Francis Bacon
14 ) Het maatsysteem van de tempel van Salomo volgens Odilo Wolff
29
15 ) De zoöloog Ernst Haeckel op een foto van Nicola Perscheid
16 ) Illustratie uit Haeckels Kunst-Formen der Natur, 1899-1904
Over de verhouding tussen het geestelijke en het stoffelijke
17) De filosoof Jonas Cohn
30
18 ) De filosoof Gerard Bolland
Deel 1
19 ) Picasso’s Guernica (1937), een geschilderde aanklacht tegen het bombardement op deze plaats tijdens de Spaanse Burgeroorlog
Deelbezield Het 3 modernisme van A.H. Wegerif
388
Wooncultuur Architectuur als als vorm beschavingsideaal van levenskunst
3
Traditie en Âmoderniteit Formele diversiteit als Âresultante van ernstige arbeid
389
Wooncultuur als vorm van levenskunst
391 Das Englische Haus van Her mann Muthesius oefent in de eerste decennia van de twintigste eeuw grote invloed uit op architecten in heel Europa
Het is architect Albert van Rood die op 19 oktober 1939 in zijn lezing voor ‘De Keten’ in het Haags Gemeentemuseum twee dominante groeperingen onderscheidt in de Nederlandse architectuur: de onder jongeren populaire, sterk op vernieuwing gerichte modernisten en anderzijds diegenen die willen vasthouden aan overlevering en traditie. Zijn analyse sluit aan op het beeld dat tijdens het interbellum in de vakpers sterk wordt aangezet. Zo neemt het Bouwkundig weekblad vrijwel zonder uitzondering kopij van moderne archi tectuur uit de kring van het Nieuwe Bouwen op, terwijl in een tijdschrift als het Roomsch-Katholiek Bouwblad de pagina’s zijn voorbehouden aan traditionele vormen van architectuur. Ruimte voor andere geluiden wordt nauwelijks geboden en de inzichten van diegenen die zoeken naar een eigentijds archi tectonisch idioom en die daarbij de geschiedenis evenmin willen loochenen als zalig verklaren, vinden dan ook maar moeizaam een podium. Als er al van groepsvorming sprake mag zijn, behoort Wegerif tot dit derde kamp: reeds vanaf zijn eerste conflict met een opzichter over de juiste uitvoering van een rollaag verkent hij nieuwe wegen, in het besef dat hij – al zoekende – op de schouders staat van hen die hem zijn voorgegaan. Daarbij laat hij zich inspireren door uitingen van Egyptische, Griekse en gotische kunst en voelt voor hem het werk van Berlage net zo dichtbij als de kathedraal van Amiens of de tempel van Amon in Karnak. De culturele waarde van deze gebouwen schuilt voor hem niet alleen in de ruimtelijke werking die samenhangt met tijdgebonden rituelen en gebruiken, maar eveneens in de wijze van construeren en de toepassing van materialen. Vanuit de gedachte dat deze aspecten, in de ideale situatie, alle in gelijke mate bijdragen aan het ontstaan van hoogstaande bouw
Het bezield modernisme van Wegerif
517 Henk Wegerif, in december 1943 getekend door Paul Citroen
De processen die Nederland in de twintigste eeuw ingrijpend hebben veranderd, vinden hun oorsprong in het proces van industrialisatie die hier – beduidend later dan in andere Europese landen – tussen 1870 en 1940 vorm krijgt. Het zijn de jaren die gelden als de Machine Age: een periode die met de introductie van de atoombom en de eerste computers haar einde vindt. Daarmee wordt een tijdperk ingeleid waarin mechanische technieken op de achtergrond raken en vervangen worden door hoogontwikkelde technologie. De Machine Age is een tijdperk, waarin zowel op theoretisch als op praktisch gebied wordt gezocht naar antwoorden op de uitdagingen die de moderniseringsprocessen met zich meebrengen. Binnen verschillende disciplines, waaronder de architectuur, wordt nagedacht over mogelijke reacties die in uiteenlopende ideologieën hun uitwerking vinden. Zoals de in de inleiding aangehaalde historicus Kossmann stelt, zijn deze reacties vaak ‘[…] onstuimig en hartstochtelijk, [en school] in het verlangen naar synthese en eenheid iets buitensporigs.’1 Dat neemt niet weg dat door velen oprecht en betrokken wordt gestreefd naar verbetering, zij het in de vorm van pacifisme, idealisme of een neiging tot het spirituele. Daarin toont Wegerif zich eveneens een kind van zijn tijd: ook hij ontwikkelt een raamwerk, waarmee hij een antwoord wil kunnen geven op de eigentijdse opgaven, inclusief een esthetische filosofie. In zijn visie op de bouwers van de middeleeuwse kathedralen, die Wegerif op eerste plaats als modernisten beschouwt omdat zij nieuwe vormen ontwikkelden en daarmee een levend element creëerden ‘[…] dat telkens weer een afspiege ling werd van het zich steeds ontwikkelende geestelijke leven van hun tijd’3,
577
Bijlagen
Dank
Colofon
Dit boek is mede mogelijk gemaakt door financiële bijdragen van:
Tekst Huub Thomas Tekstredactie Marianne Lahr Beeldredactie Huub Thomas Redactie Rein Geurtsen Beeldbewerking Paulijn Snijders Vormgeving Joseph Plateau, Amsterdam Fotografie Lithografie en druk epopee Papier Fly 05, 115 gr Uitgever Marcel Witvoet, nai010 uitgevers
Mevrouw C.L. de Carvalho-Heineken Mevrouw H.G. Catz-Bennink Bolt Mevrouw J.J. Thomas-Burghout Aanmoedigingsfonds van de Koninklijke Facultatieve De Gijselaar-Hintzenfonds Fonds Apeldoornse Historische Publicaties Frank van der Wal Fonds Jaap Harten Fonds Koninklijke Facultatieve Mondriaanfonds Prins Bernhard Cultuurfonds Stichting Mr. Dr. J.C. van Overvoorde - In het belang der Monumentenzorg
ISBN 978-94-6208-462-9 NUR 648, 652 BISAC ARC006020, PHO022000
576
Het bezield modernisme van A.H. Wegerif is ook verkrijgbaar als: Het bezield modernisme van A.H. Wegerif e-boek (PDF) ISBN 978-94-6208-471-1
© 2018 auteur, nai010 uitgevers, Rotterdam. Behoudens de in of krachtens de Auteurswet van 1912 gestelde uit zonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16 h Auteurswet 1912 dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te vol doen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.reprorecht.nl). Voor het over nemen van gedeelte(n) uit deze uit gave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) kan men zich wen den tot de Stichting PRO (Stichting Publicatie- en Reproductierechten Organisatie), Postbus 3060, 2130 KB Hoofddorp, www.cedar.nl/pro. Van werken van beeldende kunstenaars aangesloten bij een CISAC-organisatie is het auteurs recht geregeld met Pictoright te Amsterdam. © 2018, c/o Pictoright Amsterdam Niet alle rechthebbenden van de gebruikte illustraties konden worden achterhaald. Belanghebbenden wordt verzocht contact op te nemen met nai010 uitgevers, Mauritsweg 23, 3012 JR Rotterdam. info@nai010.com
Deel 5
nai010 uitgevers is een internationaal georiënteerde uitgever, gespeciali seerd in het ontwikkelen, produceren en distribueren van boeken op het gebied van architectuur, stedenbouw, kunst en design. www.nai010.com
Het verhaal van het Nederlandse modernisme is rijk en divers. Dit blijkt eens te meer nu het werk van vrijmetselaararchitect A.H. Wegerif in perspectief wordt geplaatst. Bezield modernisme beschrijft een architectuur die, gebaseerd op Wegerifs vertaling van het maçonniek gedachtegoed, de ambitie in zich bergt de beschaving naar een hoger peil te voeren. Aan de hand van zijn ontwerpen, publicaties en maatschappelijke inzet wordt getoond hoe Wegerif deze opvatting heeft vormgegeven. Na een verkenning en duiding van de filosofische grondslagen van Wegerifs denken volgt een biografisch deel waarin zijn persoonlijk leven, theorie en praktijk ruim aan bod komen. Het derde deel bevat thematisch onderzoek naar de rol van deze ontwerper op het vlak van woningbouw, stedenbouw en filmkunst. Dr. ir. Huub Thomas is architectuurhistoricus en houdt zich als architect vooral bezig met de transformatie van waardevolle gebouwen.
naioıo uitgevers www.naioıo.com isbn 9789462084629
9 789462 084629