Nationaal Vrijheidsonderzoek 2012 Draagvlakdeel
Inhoudsopgave 1. 2. 3.
Achtergrond en doelstelling Samenvatting Staat ‘oorlog’ op de agenda van burgers? • • • • •
4.
Hoe belangrijk wordt 4 mei gevonden? Voor wie is de herdenking belangrijk? Wat betekent de herdenking voor Nederlanders? Denkt men vooral aan de Tweede Wereldoorlog of aan alle oorlogen? Herdenken leeftijdsgroepen verschillende slachtoffers? Denkt men aan een specifieke groep? Kijkt men televisie of gaat men naar een herdenking? Verschillen naar opleiding en etniciteit
p. 14 p. 16 p. 17 p. 18 p. 19 p. 20 p. 21 p. 22 p. 23 p. 24 p. 26 p. 27 p. 28 p. 29 p. 30 p. 31
Hoe belangrijk wordt 5 mei gevonden? Voor wie is 5 mei belangrijk? Wat betekent 5 mei voor Nederlanders? Viert men de vrijheid of de bevrijding? Kijkt men televisie of gaat men op pad? Verschillen naar opleiding en etniciteit
4 en 5 mei • • • •
7.
p. 7 p. 9 p. 10 p. 11 p. 12 p. 13
Oog voor onderwerpen buiten Nederland Zorgen op wereldschaal - de context van 4 en 5 mei Dé oorlog is niet meer alleen de Tweede Wereldoorlog Ervaringen met oorlog in de eigen omgeving Beeldvorming over voormalige vijanden
Vieren: 5 mei • • • • • •
6.
p. 5
Herdenken: 4 mei • • • • • • • •
5.
p.3
p. 32 p. 34 p. 35 p. 36 p. 37
Worden 4 en 5 mei even belangrijk gevonden? Waardoor vindt men 4 en 5 mei belangrijk? Weet men waar het fakkelsymbool voor staat? Laten mensen hun betrokkenheid bij 4 en 5 mei zien?
Onderzoeksverantwoording
p. 38
2
Nationaal Vrijheidsonderzoek 2012
Veldkamp
Dieter Verhue Bart Koenen Rogier van Kalmthout p5716
5 april 2012
Achtergrond en doelstelling
Sinds 2001 wordt het Nationaal Vrijheidsonderzoek
Omdat er discussie bestaat over wat mensen nu wel en
uitgevoerd. Dit onderzoek is opgezet om de beleving
niet weten over de Tweede Wereldoorlog, met name in
van Nederlandse burgers ten aanzien van 4 en 5 mei te
internationaal perspectief, zijn hierover dit jaar ook
monitoren. Dit vanuit de gedachte dat deze beleving in
vragen gesteld. In 2006 en 2007 is eerder onderzoek
de loop der tijd kan veranderen, doordat de Tweede
gedaan naar kennis. De resultaten van dit onderzoek
Wereldoorlog steeds verder achter ons ligt en jongere
zijn in een apart deelrapport beschreven.
generaties in de samenleving geen directe betrok-
Het Nationaal Vrijheidsonderzoek is uitgevoerd onder
kenheid hebben met de Tweede Wereldoorlog. Willen 4
een representatieve steekproef van 896 personen uit
en 5 mei een duidelijke plaats behouden in onze
het Nederlands publiek van 13 jaar en ouder. Binnen
samenleving, dan moeten de Nationale Herdenking op
deze steekproef zijn ook westerse en niet-westerse
4 mei en de viering van 5 mei blijven aansluiten bij de
allochtonen ondervraagd. Een onderzoeks-
beleving van de burgers.
verantwoording is als bijlage bij dit rapport opgenomen.
In dit deelrapport wordt ingegaan op het draagvlak voor de jaarlijkse Nationale Herdenking op 4 mei en de viering van 5 mei.
3
Draagvlakdeel
Samenvatting
4
Samenvatting Veel zorgen over oorlog en terrorisme
Het thema ‘oorlog’ speelt een centrale rol bij de
Toch blijft de Tweede Wereldoorlog dominant,
zowel in de associaties als in de eigen ervaringen
herdenking en viering. Om die reden wordt in het
van mensen: als men mensen kent die oorlog
Nationaal Vrijheidsonderzoek nagegaan welke plaats
hebben meegemaakt, gaat het meestal om de
oorlog in de beleving van het Nederlands publiek
Tweede Wereldoorlog.
inneemt. Net als in eerdere jaren, behoort oorlog samen met terrorisme in 2012 tot die internationale
Groot en stabiel draagvlak voor 4 en 5
vraagstukken waarover burgers zich de meeste zorgen
mei
maken. Tegelijkertijd neemt de internationale oriëntatie
van burgers in de laatste jaren af en is men meer
Het Nationaal Vrijheidsonderzoek wordt sinds
2001 uitgevoerd. In deze periode is het belang dat
nationaal georiënteerd.
aan 4 en 5 mei wordt gehecht groot en stabiel.
‘Oorlog’ roept beelden op van vroeger en nu
Ouderen hechten meer belang aan beide dagen
Bij ‘oorlog’ denkt men niet alleen aan de Tweede
dan jongeren. Het belang neemt daarbij toe met de
Wereldoorlog, maar ook aan actuele conflicten in het
leeftijd. Er is dus geen sprake van een generatie-
Midden Oosten, zoals Irak, de Arabische Lente, de
effect, waarbij het belang bij elke nieuwe generatie
Golfoorlog, Iran en het conflict in Israël.
afneemt.
5
Samenvatting Minder koppeling met Tweede Wereldoorlog In de laatste jaren is er een belangrijke verschuiving in wie men op 4 mei herdenkt en wat men op 5 mei viert. Steeds minder mensen denken op 4 mei specifiek aan de Tweede Wereldoorlog. Men denkt steeds vaker aan slachtoffers van alle oorlogen. Voor 5 mei geldt dat men vaker viert dat we in vrijheid leven dan het einde van de Tweede Wereldoorlog. Deze trends doen zich in alle leeftijdsgroepen voor. De koppeling van de herdenking en viering met de Tweede Wereldoorlog wordt minder vanzelfsprekend. Tegelijkertijd wordt de relevantie van 4 en 5 mei minder afhankelijk van deze oorlog: zo vinden steeds minder mensen dat de betekenis van de dodenherdenking afneemt naarmate de Tweede Wereldoorlog verder achter ons ligt.
6
Draagvlakdeel
Staat ‘oorlog’ op de agenda van burgers?
7
Staat ‘oorlog’ op de agenda van burgers? Zorgen wereldwijd
Het blijkt dat Nederlanders zich de laatste jaren meer
In het Nationaal Vrijheidsonderzoek wordt al jarenlang
zorgen maken over vraagstukken op Nederlandse schaal en minder over internationale vraagstukken.
gevraagd naar de zorgen van het Nederlands publiek over wereldproblemen en problemen in Nederland.
‘Oorlog’ roept beelden op van vroeger en nu
Er wordt hiernaar gevraagd omdat het belangrijk is om na te gaan hoe deze maatschappelijke thema’s zich
Wanneer gevraagd wordt aan welke oorlog men denkt bij
verhouden tot 4 en 5 mei.
het woord ‘oorlog’, denkt bijna de helft van de Nederlanders aan de Tweede Wereldoorlog. Actuele conflicten in, voornamelijk, het Midden Oosten blijken
Nederlandse problemen gaan voor
daarnaast beeldbepalend.
Oorlog en terrorisme stonden jarenlang bovenaan de
Wanneer gevraagd wordt naar beeldvorming over
lijst met zorgen. Dit jaar staan ze niet bovenaan, echter
Duitsers en Japanners blijkt dat de Tweede Wereldoorlog
oorlog blijft voor de Nederlandse bevolking wel een
weinig invloed meer heeft.
belangrijk thema.
8
Oog voor onderwerpen buiten Nederland Het Nederlands publiek is sinds de economische crisis in 2008 meer belang gaan hechten aan vraagstukken die in Nederland spelen en minder aan internationale vraagstukken.
Maakt u zich weleens zorgen over zaken die wereldwijd spelen? (n=896)
per leeftijdsgroep 80
Vrijheidsonderzoek 2012
60 40 20
28
35
51
44
58
55
0 13 – 17 18 – 24 25 – 34 35 – 49 50 – 64 65-plus jaar jaar jaar jaar jaar
6
9
13
25
32
13
3
Vrijheidsonderzoek 2011
2 6
7
19
40
21
4
In 2012 maakt men zich minder zorgen over problemen wereldwijd dan in 2011. Uit ander door Veldkamp uitgevoerd onderzoek blijkt dat deze trend zich al sinds het uitbreken van de economische crisis in 2008 voordoet. Het Nederlands publiek is sinds die periode meer belang gaan hechten aan vraagstukken die in Nederland spelen en minder aan internationale vraagstukken.
Jongeren maken zich minder vaak 0%
20%
40%
vrijwel nooit
60%
80%
100%
heel vaak
9
zorgen over internationale vraagstukken dan ouderen. Dit was ook in eerdere metingen het geval.
Zorgen op wereldschaal - de context van 4 en 5 mei Tot 2011 werd oorlog Ăłf terrorisme jaarlijks het meest als onderwerp genoemd waarover men zich zorgen maakt. Dit jaar wordt deze eerste plaats overgenomen door de economische crisis.
Rangordepositie ‘oorlog’ en terrorisme per jaar
0 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
1
1
1
1
1
1
1
1
1
Over welke van de volgende onderwerpen die wereldwijd spelen maakt u zich zorgen? (drie antwoorden per respondent; n=762 personen die zich weleens zorgen maken over zaken die wereldwijd spelen)
2
2
2
2 3
3
2 3
3
3
35
terrorisme
21
armoede
terrorisme
2008
2010
2012
terrorisme en schending van mensenrechten zijn er nauwelijks verschillen tussen de leeftijdgroepen.
29
spanningen tussen religies
2006
Bij de onderwerpen oorlog,
31
oorlog
2004
men zich zorgen over spanningen tussen religies (13-17 jaar: 15%, 65 jaar en ouder: 36%).
43
economische crisis
2
Hoe ouder, des te vaker maakt
besmettelijke ziektes
20
schendingen van mensenrechten
19
kimaatverandering
18
milieuvervuiling
17
oorlogen
13
honger
8
energievoorziening
3
migratie 0
20
40
60
2012
10
%
DĂŠ oorlog is niet meer alleen de Tweede Wereldoorlog Voor bijna de helft van het Nederlands publiek is de Tweede Wereldoorlog nog steeds de oorlog die als eerste opkomt wanneer men een oorlog moet noemen.
Als we het over oorlog hebben, welke oorlog komt dan als eerste in uw gedachten op? (n=896) diversen 8%
geen informatie 3%
In 2005 is deze vraag ook gesteld. Toen was het percentage dat de Tweede Wereldoorlog noemde nagenoeg gelijk.
oorlogen omreligie religie1% 1% oorlogen om Afrika (SomaliĂŤ, Soedan) 3% Israel, Palestina, Gazastrook 2% Iran 4%
Tweede Wereldoorlog 47%
Golfoorlog 4% Arabische Lente 6% Midden Oosten 7% (ongespecificeerd)
Irak 8%
Irak 8%
Afghanistan 12%
Eerste Wereldoorlog 1% Balkan 2%
conflicten in Europa en de twee wereldoorlogen zijn weergegeven in blauwtinten conflicten in het Midden Oosten zijn weergegeven in roodtinten
11
Ervaringen met oorlog in de eigen omgeving Van het Nederlands publiek kent 81% mensen die zelf oorlog hebben meegemaakt. Dit zijn vaker ouderen (ouders, grootouders) dan mensen van de eigen leeftijd. Meestal gaat het om mensen die de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt. Welke mensen kent u die een oorlog hebben meegemaakt? (selectie: mensen die iemand kennen die een oorlog hebben meegemaakt, N=723) ouders, ooms, tantes
Bij vrienden, kennissen of collega’s, gaat het Tweede Wereldoorlog in Nederland/Europa Tweede Wereldoorlog in Nederlands Indië/Azië
61
grootouders, oudooms, oudtantes
Welke oorlog hebben ze meegemaakt? (meer antwoorden mogelijk)
60
relatief vaak om de oorlogen in Joegoslavië, Irak of Afghanistan. Bij kinderen, kleinkinderen en neven of nichten gaat het vaker om Irak (2e Golfoorlog) of Afghanistan.
93 25
Afghanistan 10
De groep van 25 tot 34 jaar noemt vaker Joegoslavië (18%), de Tweede Golfoorlog (19%) en Afghanistan (18%). 65-plussers noemen vaak de Tweede Wereldoorlog in Indie en Azië (38%).
Joegoslavië 10
vrienden, kennissen, collega's
24
broers, zussen, neven, 11 nichten
Nieuw Guinea
8
Irak (Tweede Golfoorlog)
7
Libanon 6 kinderen, kleinkinderen, 2 neefjes, nichtjes
Korea 4 Irak/Koeweit (Eerste 4 Golfoorlog)
anders 6
andere oorlogen 4
0
20
40
60
80 100
0
12
20
40
60
80 100
De groep tot 34 jaar noemt vooral vaak grootouders, oudooms en oudtantes (in elke leeftijdgroep meer dan 85%). De groep vanaf 50 jaar noemt vaak ouders, ooms en tantes (meer dan 85%) en vrienden, kennissen en collega’s (meer dan 30%). Alleen de 65-plussers noemen ook broers, zussen, neven en nichten (42%).
Beeldvorming over voormalige vijanden Voor de meeste Nederlanders heeft de Tweede Wereldoorlog geen invloed meer op de beeldvorming over de voormalige vijanden. Een deel van de bevolking had vroeger wel een negatief beeld, maar nu niet meer. 100
Heeft de Tweede Wereldoorlog een negatieve invloed op hoe u over Duitsers denkt? (n=896)
De Tweede Wereldoorlog heeft vroeger invloed gehad op hoe ik over Duitsers/Japanners denk, maar nu niet meer (n=896)
80
7
Heeft de Tweede Wereldoorlog een negatieve invloed op hoe u over Japanners denkt? (n=896)
2
6
Er zijn bij deze vragen geen
1
significante verschillen met eerdere jaren waarin deze vragen zijn gesteld (2007 en 2010).
63 60
55
53
25 37
40 25
35
Hoe ouder, des te vaker heeft de
35
49
Tweede Wereldoorlog vroeger wel invloed gehad op hoe men over Duitsers en Japanners dacht.
24
42
17
20 10
9
12
68
0 13 – 17 18 – 24 25 – 34 35 – 49 50 – 64 65-plus jaar jaar jaar jaar jaar
het heeft nooit een negatieve invloed gehad Duitsers
Japanners
vroeger wel, nu niet meer ja, dat heeft het nog steeds ja, dat heeft het en zal altijd zo blijven
13
Draagvlakdeel
Herdenken: 4 mei
14
Herdenken: 4 mei
Draagvlak voor 4 mei
De herdenking wordt gezien als een manier om
Het Nationaal Vrijheidsonderzoek geeft elk jaar een
respect te tonen voor oorlogsslachtoffers en als een
beeld van de beleving van 4 mei en het belang dat
moment om stil te staan bij de gevolgen van oorlog.
mensen aan de herdenking hechten. Door op deze manier een vinger aan de pols te
Men herdenkt steeds vaker alle
houden, kan gevolgd worden in welke mate 4 mei blijft
slachtoffers, van alle oorlogen
aansluiten op de beleving van burgers.
Steeds minder mensen denken op 4 mei specifiek aan de Tweede Wereldoorlog. Men denkt
Groot en stabiel draagvlak voor 4 mei
daarentegen steeds vaker aan alle slachtoffers van
Van het Nederland publiek vindt 85% de herdenking
alle oorlogen.
op 4 mei belangrijk. Dit draagvlak is stabiel in de tijd.
In 2011 heeft 87% stilgestaan bij 4 mei, meestal
De herdenking wordt in de eerste plaats belangrijk
doet men dit door naar de herdenking op televisie te
gevonden voor groepen die oorlog hebben
kijken.
meegemaakt of dierbaren in een oorlog hebben verloren.
15
Hoe belangrijk wordt 4 mei gevonden? Er is een groot en stabiel draagvlak voor de jaarlijkse herdenking op 4 mei: 85% van het Nederlands publiek vindt het belangrijk dat op die dag wordt stilgestaan bij oorlogsslachtoffers. Sinds 2002 fluctueert dit percentage tussen de 78% en 86%. In welke mate vindt u het belangrijk dat jaarlijks op 4 mei wordt stilgestaan bij oorlogsslachtoffers? (n=896)
per leeftijdsgroep 100
De groep 13-49 jaar hecht
80 60
42
41
40
35
40
41
27
62
65
36
40 20
31
44
2012
35
2011
37
2010
ongeveer even veel belang aan herdenken. 50-plussers vinden het belangrijker.
50 49
32
48
Het aandeel ‘heel belangrijk’ neemt toe met de leeftijd. Uit analyse van de eerdere metingen blijkt dat men 4 mei belangrijker gaat vinden als men ouder wordt. Een generatieeffect, waarbij het belang van 4 mei per generatie afneemt, doet zich niet voor.
0 13-17 18-24 25-34 35-49 50-64 65+ heel belangrijk
antwoordmogelijkheden: • • • • •
heel belangrijk wel belangrijk noch belangrijk/noch onbelangrijk niet zo belangrijk helemaal niet belangrijk
wel belangrijk
2009
40
2008
38
46 47
2007
34
48
2006
35
45
2005
32
2004
48
36
2003
30
2002
jaarlijkse herdenking helemaal niet belangrijk. Dit percentage ligt tussen de 1% en 3% en is stabiel in de tijd.
48
34 0
Zeer weinig mensen vinden de
45
52
20 40 wel belangrijk 16
60 80 heel belangrijk
100 %
Voor wie is de herdenking belangrijk? De herdenking wordt vooral belangrijk gevonden voor groepen die zelf oorlog hebben meegemaakt of dierbaren in een oorlog hebben verloren. Dit kunnen andere oorlogen zijn dan de Tweede Wereldoorlog. Circa driekwart vindt de herdenking belangrijk voor zichzelf. Hoe belangrijk is de herdenking op 4 mei voor de volgende groepen? (n=896)
per leeftijdsgroep: voor uzelf 100
Mensen van 50 jaar en ouder
80 41
60 40 20 0
42
53
23
18
41
38
30
31
43
36
50
13-17 18-24 25-34 35-49 50-64 65+ heel belangrijk
wel belangrijk
zelf WO II meegemaakt of dierbaren in WO II verloren
84
zelf een oorlog meegemaakt of dierbaren in oorlog verloren
13
78
voor iedereen, ongeacht leeftijd of achtergrond
vinden de oorlog vaker belangrijk voor zichzelf dan de groep die jonger is dan 50.
Alle leeftijdsgroepen vinden de
17
37
herdenking in even sterke mate belangrijk voor diegenen die de Tweede Wereldoorlog of een andere oorlog hebben meegemaakt.
42
antwoordmogelijkheden:
35
voor uzelf • • • • •
heel belangrijk wel belangrijk noch belangrijk/noch onbelangrijk niet zo belangrijk helemaal niet belangrijk
Deze uitkomsten zijn nagenoeg
41
gelijk aan de uitkomsten in 2011. 32
voor jongeren
0
20
37 40
heel belangrijk
17
60
80
wel belangrijk
100
Wat betekent de herdenking voor Nederlanders? De herdenking wordt vooral gezien als moment om respect te tonen voor oorlogsslachtoffers en als moment om stil te staan bij de gevolgen van oorlog.
De jaarlijkse dodenherdenking op 4 mei (stellingen, n=896): is respect tonen voor oorlogsslachtoffers is een moment waarop wordt stilgestaan bij de gevolgen van oorlog
28
59
moet ook in de toekomst doorgaan
28
49
blijft actueel zolang er oorlog en onderdrukking bestaan
22
55
is een moment van saamhorigheid
31
41
heeft steeds minder betekenis naarmate WOII verder achter ons ligt
21
7 4 4 0
9
15
20
13
4 4
13
5 3
14
44
20
15
11
6 12 7 23
17
62
is een moment waarop wordt men zich realiseert dat vrede en vrijheid levens kosten
zegt me helemaal niets
21
71
43
41 70
40
helemaal eens noch eens, noch oneens helemaal oneens
18
60
80
enigszins eens enigszins oneens weet niet
100
Hoe ouder men is, des te vaker men de verbinding legt tussen het gegeven dat vrede en vrijheid levens kosten.
Ouderen vinden vaker dan jongeren dat 4 mei een moment van saamhorigheid is.
De antwoorden op deze stellingen zijn constant in de tijd. Op de volgende pagina lichten we ĂŠĂŠn uitzondering hierop uit.
Denkt men vooral aan de Tweede Wereldoorlog of aan alle oorlogen? Steeds minder mensen denken op 4 mei alleen aan de Tweede Wereldoorlog. Men denkt steeds vaker aan slachtoffers van alle oorlogen.
Wat betekent de dodenherdenking op 4 mei voor u? Voor mij is het de herdenking van (meer antwoorden mogelijk, N=896) 2012 %
2011 %
2010 %
2009 %
alle oorlogsslachtoffers van alle oorlogen
58
52
46
41
alleen alle Nederlandse slachtoffers alle oorlogen
32
36
27
24
alle slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog, wereldwijd
17
29
31
42
alleen alle Nederlandse slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog
7
14
15
14
Dat 4 mei minder aan de Tweede Wereldoorlog wordt gekoppeld, verklaart ook waarom steeds minder mensen denken dat de betekenis van 4 mei afneemt naarmate de Tweede Wereldoorlog verder achter ons ligt. Men herdenkt immers steeds vaker ook slachtoffers van andere oorlogen. 100
“De jaarlijkse dodenherdenking op 4 mei heeft steeds minder betekenis naarmate De Tweede Wereldoorlog verder achter ons ligt (% helemaal/enigszins eens):
80
60
40
geen van deze groepen
3
-
-
-
anders
4
8
10
6
weet niet
1
5
7
6
37
42
38 38
38
33
20
28
28
2010
2012
niet voorgelegd
0
19
2002
2004
2006
2008
Herdenken leeftijdsgroepen verschillende slachtoffers? Jong en oud herdenken ongeveer even vaak alle oorlogsslachtoffers, van alle oorlogen. Ouderen denken daarnaast vaker specifiek aan de Nederlandse slachtoffers.
Wat betekent de dodenherdenking op 4 mei voor u (naar leeftijd)? Rechterkolommen: Wat betekent de dodenherdenking op 4 mei voor uw ouders/uw kinderen? (indien men ouders/kinderen heeft).
voor mij is het de herdenking van: 13-24 jaar 25-49 jaar
alle oorlogsslachtoffers van alle oorlogen alle Nederlandse slachtoffers
alle oorlogen alle slachtoffers van de Tweede
Wereldoorlog, wereldwijd
Voor <..> is het de herdenking van:
50-plus
mijn ouders
mijn kinderen
%
%
%
%
55
60
58
26
52
26
26
41
29
14
21
15
18
28
7
8
5
9
20
11
%
alleen alle Nederlandse
slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog
20
Als men moet inschatten aan
wie de eigen ouders denken, vermoedt men relatief vaak dat zij aan de slachtoffers van specifiek de Tweede Wereldoorlog denken (28%+20%). Ouderen zelf geven dit echter slechts beperkt aan (50-plus: 18%+9%). Wel denken 50-plussers vaak aan Nederlandse slachtoffers van oorlogen (41%).
Denkt men aan een specifieke groep? Veel mensen denken niet aan een specifieke groep tijdens de herdenking. Degenen die dat wel doen, denken vaak aan militairen, vervolgden en aan verzetsstrijders.
Denkt u tijdens de herdenking aan specifieke groepen slachtoffers? Zo ja aan welke groepen? (meer antwoorden mogelijk, n=896)
per leeftijdsgroep 100
Naarmate men ouder wordt denkt men meer aan specifieke groepen. 50-plussers denken dan vooral aan vervolgden, verzetsstrijders, slachtoffers in Nederlands-IndiĂŤ, burgergetroffenen en koopvaardijpersoneel.
80 60 40
45
50
51
42
niet aan een specifieke groep
50 30
31
38
aan militairen
20 0 13-17 18-24 25-34 35-49 50-64 65+
aan groepen vervolgden, zoals Joden, Sinti en Roma
35
aan verzetstrijders
34
niet aan een specifieke groep
21
burgergetroffenen aan de slachtoffers van de oorlog in Nederlands IndiĂŤ
16
koopvaardijpersoneel
7
anders
4 0
21
20
40
60
%
Kijkt men televisie of gaat men naar een herdenking? Van het Nederlands publiek heeft 87% heeft het afgelopen jaar bij de herdenking stilgestaan. Het grootste deel daarvan heeft de herdenking op televisie gevolgd.
Bij welke van de volgende andere herdenkingen staat u weleens stil? (meer antwoorden mogelijk, n=896)
Op welke manier heeft u het afgelopen jaar stilgestaan bij de dodenherdenking op 4 mei?* (n=896)
Er is weinig verschil tussen de
Holocaust Memorial Day \ Auschwitzherdenking (januari)
9
19
1
3
leeftijdsgroepen in het bezoeken van een herdenking (5 Ă 8%). Alleen 65plussers bezoeken vaker een herdenking (12%).
3
Nederlandse Veteranendag (juni)
17
8
9
IndiĂŤ Herdenking (augustus)
10
de Herdenking van de Februaristaking (februari)
6
66
3
andere herdenking, namelijk 0
20
*
ik heb de herdenking op tv gevolgd ik deed wat anders, maar heb dat onderbroken om bij de herdenking stil te staan ik heb zelf een herdenking bezocht ik was op vakantie maar, maar heb wel bij de herdenking stilgestaan ik heb niet bij de herdenking stilgestaan ik was op vakantie maar, en heb niet bij de herdenking stilgestaan
22
Relatief weinig mensen staan stil bij anderen herdenkingen. 65-plussers doen dit vaker, vooral bij Holocaust Memorial Day (38%). Ten opzichte van 2008, toen stilstaan bij de andere herdenkingen ook werd vastgesteld, is het stilstaan bij Holocaust Memorial Day (was 7%*) en de Veteranendag (was 11%) toegenomen. * In 2008 werd de term Auschwitzherdenking niet gebruikt bij de Holocaust Memorial Day. Dit verklaart wellicht een deel van het verschil.
Verschillen naar opleiding en etniciteit
Verschillen naar opleidingsniveau
Verschillen naar etniciteit
Hoog- en laagopgeleiden verschillen niet van elkaar in
het belang dat ze hechten aan de herdenking op 4 mei. Ook staan ze even vaak stil bij de herdenking, al volgen lager opgeleiden de herdenking vaker via de televisie
4 mei zegt 18% van de niet-westerse allochtonen niets,
terwijl dit bij autochtonen slechts 3% is. Niet-westerse allochtonen vinden het weliswaar even belangrijk dat wordt stilgestaan bij oorlogsslachtoffers, maar de persoonlijke beleving is anders. Men ziet de herdenking vooral minder
dan hoger opgeleiden.
vaak als een moment waarop stil wordt gestaan bij de
Ook in de beleving van 4 mei zijn er nauwelijks
gevolgen van oorlog, een moment waarop men zich
verschillen. We zien dat laagopgeleiden vaker denken
realiseert dat vrede en vrijheid levens kosten en ervaart
aan alleen alle Nederlandse slachtoffers van de
minder gevoel van saamhorigheid.
Tweede Wereldoorlog (12%), terwijl hoogopgeleiden
juist vaker denken aan alle oorlogsslachtoffers,
autochtonen dat het herdenken respect tonen is voor
wereldwijd, van alle oorlogen (64%).
oorlogsslachtoffers. Sterker dan autochtonen denken niet-
Men vindt daarentegen vrijwel even vaak als
westerse allochtonen bij de herdenking aan alle slachtoffers, wereldwijd, van welke oorlog dan ook.
23
Draagvlakdeel
Vieren: 5 mei
24
Vieren: 5 mei
Draagvlak voor 5 mei
Vrijheid is niet vanzelfsprekend
Net als de herdenking, wordt ook de beleving van de
Op 5 mei staat men stil bij het feit dat vrijheid niet
viering op 5 mei in de tijd gevolgd. Zo kan worden
vanzelfsprekend is, bij respect en verdraagzaamheid en
bepaald of de viering bij de beleving van burgers blijft
voelt men zich solidair met mensen die niet in vrijheid
aansluiten.
leven.
50-plussers beleven de viering anders
Bevrijdingsdag is belangrijk
Onder Nederlanders is er al jaren een groot draagvlak voor de viering van 5 mei. Men vindt de viering
50-plussers relateren de viering vaker specifiek aan de Tweede Wereldoorlog. Ook vinden ze de viering vaker belangrijk voor zowel zichzelf als voor anderen.
belangrijk voor iedereen, maar in het bijzonder voor
Ook zien we dat 50-plussers de viering vaak via tv
oorlogsslachtoffers.
volgen, terwijl jongeren vaker naar de festivals gaan.
Men vindt dat de viering actueel blijft zolang er oorlogen blijven bestaan. Bijna 80% vindt dat de viering in de toekomst moet doorgaan.
25
Hoe belangrijk wordt 5 mei gevonden? Driekwart van het Nederlands publiek vindt het belangrijk dat jaarlijks 5 mei wordt gevierd. Dit is minder dan de 85% die de herdenking belangrijk vindt. Het percentage ‘belangrijk’ laat in de afgelopen jaren een redelijk stabiel beeld zien. per leeftijdsgroep
In hoeverre vindt u het belangrijk dat jaarlijks 5 mei wordt gevierd? (N=896)
100
Net als bij de herdenking,
80 60
28
20
28 24
41
43
34
40 20
41
51
55
42
0 13 – 17 18 – 24 25 – 34 35 – 49 50 – 64 65-plus
wel belangrijk
heel belangrijk
2012
37
2011
38
2010
40 39
41
2009
43
34
2008
40
2007
39
33
2006
42
35
• • •
2005
43
32
• •
2004
38
2003
40
2002
De groep van 50 jaar en ouder vindt de viering van 5 mei vaker heel belangrijk voor anderen.
39
antwoordmogelijkheden: heel belangrijk wel belangrijk noch belangrijk/noch onbelangrijk niet zo belangrijk helemaal niet belangrijk
schommelt het percentage dat de jaarlijkse viering helemaal niet belangrijk vindt, in de afgelopen 10 jaar tussen 1% en 3%.
39
42
Opvallend is de groep van 25 tot 34 jaar die veel belang aan de viering hecht. Op slide 12 zagen we dat deze groep relatief vaak mensen kent die zelf oorlog hebben meegemaakt (Afghanistan, Joegoslavië en Irak).
38 31 38
43
0
50 heel belangrijk 26
100 wel belangrijk
Voor wie is 5 mei belangrijk? De viering wordt, net als de herdenking, vooral belangrijk gevonden voor groepen die een oorlog hebben meegemaakt of door een oorlog dierbaren hebben verloren. 69% vindt de viering ook belangrijk voor zichzelf.
Hoe belangrijk is de viering op 5 mei voor de volgende groepen? (n=896)
per leeftijdsgroep: voor uzelf 100
Het persoonlijke belang van de
80 60 40 20
17
23 23
19 37
49
47
37
33
38
49
34
0 13 – 17 18 – 24 25 – 34 35 – 49 50 – 64 65-plus wel belangrijk
heel belangrijk
zelf WO II meegemaakt of dierbaren in WO II verloren
23
70
zelf een oorlog meegemaakt of dierbaren in oorlog verloren
viering neemt toe met de leeftijd. Dit is vooral te zien in de percentages ‘heel belangrijk’. Personen van 50 jaar en ouder vinden de viering belangrijker, zowel voor zichzelf als voor andere groepen.
27
63
Deze uitkomsten zijn nagenoeg
voor iedereen, ongeacht leeftijd of achtergrond
gelijk aan de uitkomsten in 2011.
43
31
antwoordmogelijkheden: • • • • •
heel belangrijk wel belangrijk noch belangrijk/noch onbelangrijk niet zo belangrijk helemaal niet belangrijk
voor jongeren
30
38
voor uzelf
29
40
0
20
40
heel belangrijk
27
60
80
wel belangrijk
100
Wat betekent 5 mei voor Nederlanders? De viering wordt gezien als moment waarop je erbij stil staat dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Men legt minder vaak een verbinding met grondrechten, mensenrechten en democratie.
De jaarlijkse viering van de bevrijding op 5 mei (stellingen, n=896): Is een dag waarop je er stil bij staat dat vrijheid niet vanzelfsprekend is Moet ook in de toekomst doorgaan Blijft actueel zolang er oorlog en onderdrukking bestaan
43
Is stilstaan bij grondrechten, mensenrechten en democratie Is een dag waarop je je solidair voelt met mensen die nu niet in vrijheid leven Is voor mij een dag om stil te staan bij de Tweede Wereldoorlog
36 34
32 31
29
30
29
Heeft steeds minder betekenis naarmate de Tweede Wereldoorlog verder achter ons ligt
7 3 6
0
14
20
4 32
19
4 22 7 22 7 33
27 25 32
20
25
17
23
32
21
Is een dag om te feesten
Zegt me helemaal niets
31
38
Is stilstaan bij respect en verdraagzaamheid
333
13
25
54
3 22
15
31
49
15
9
6 2
5
9 2
30 62
12
40
helemaal eens noch eens, noch oneens helemaal oneens
28
60
2 2
80 enigszins eens enigszins oneens weet niet
100
De Nederlandse bevolking vindt het in gelijke mate belangrijk dat vieren en herdenken in de toekomst doorgaan (79%).
De reacties op deze stellingen zijn in de tijd zeer stabiel. Ook de verschillen tussen leeftijdsgroepen zijn klein.
Viert men de vrijheid of de bevrijding? Een meerderheid van het Nederlands publiek viert op 5 mei dat we in vrijheid leven. Iets minder dan de helft viert het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Wat betekent 5 mei voor u? (meer antwoorden mogelijk, n=896)
Voor 65-plussers gaat de viering totaal
13 t/m 17 18 t/m 24 25 t/m 34 35 t/m 49 50 t/m 64 65-plus jaar jaar jaar jaar jaar
over zowel het leven in vrijheid als over het einde van de Tweede Wereldoorlog.
Voor een kwart van de %
%
%
%
%
%
%
61
48
62
71
58
52
73
47
38
40
38
37
55
68
27
28
25
15
32
32
25
anders
3
3
3
0
3
5
0
geen van deze
7
15
10
10
8
3
3
dat we nu in vrijheid leven het einde van de Tweede Wereldoorlog
de bevrijding van het Koninkrijk der Nederlanden
Nederlandse bevolking is het de viering van de bevrijding van het Koninkrijk der Nederlanden.
Alle leeftijdsgroepen vieren vaker de vrijheid dan het einde van de Tweede Wereldoorlog.
De enige uitzondering hierop is de
29
groep van 50 tot en met 64 jaar.
Kijkt men televisie, of gaat men op pad? Van het Nederlands publiek viert 81% 5 mei. De helft volgt 5 mei op televisie. Een derde bezoekt een bevrijdingsfestival of een andere activiteit.
Op welke manier heeft u het afgelopen jaar stilgestaan bij de viering van 5 mei? (meer antwoorden mogelijk, n=896*)
per leeftijdsgroep
100 76
80
20
17
57
60 40
Ouderen staan vaker stil bij 5 mei (91%) en volgen dit vaker op televisie. Jongeren tot 24 jaar bezoeken vaker een bevrijdingsfestival.
8
41 41 39 38 36 33 32 28 27 2325 19
28
28
49
2 4
16
Er wordt meer bij herdenken dan bij vieren stilgestaan: 91% heeft stil gestaan bij 4 mei, 81% bij 5 mei.
9
0 13 – 17 18 – 24 25 – 34 35 – 49 50 – 64 65-plus
15
de viering op tv volgen festival/activiteit bezocht niet vieren
14 ik heb de viering op televisie gevolgd ik heb een bevrijdingsfestival bezocht ik heb een andere activiteit bezocht ik was op vakantie, maar heb wel bij 5 mei stilgestaan ik was op vakantie en heb niet bij 5 mei stilgestaan ik heb niet bij 5 mei stilgestaan anders
* Deze gegevens zijn vóór 2011 niet consequent in kaart gebracht, dus een vergelijking in de tijd kan niet worden gemaakt.
30
Verschillen naar opleiding en etniciteit Verschillen naar opleidingsniveau
Verschillen naar etniciteit
Hoger opgeleiden zien 5 mei vaker dan lager
opgeleiden als een dag waarop men stilstaat bij
als bij de herdenking op 4 mei, een lagere
grondrechten, mensenrechten en democratie. Ook zien
betrokkenheid bij 5 mei dan overige Nederlanders. Een
hoger opgeleiden dit vaker als een dag om te feesten.
kleiner deel van deze groep vindt dat de viering in de
Lager opgeleiden denken vaker specifiek aan de
toekomst nog moet doorgaan.
bevrijding in 1945, dan aan abstracte begrippen als
mensenrechten, vrijheid of democratie.
met mensen die niet in vrijheid leven, of het stilstaan bij
Nederlanders van niet-westerse afkomst hebben, net
Men hecht minder waarde aan het solidair voelen
het feit dat vrijheid niet vanzelfsprekend is. Nederlanders van niet-westerse afkomst staan minder vaak stil bij 5 mei als het einde van de Tweede Wereldoorlog.
31
4 en 5 mei
32
Draagvlakdeel
4 en 5 mei
4 en 5 mei
Verhalen uit eigen kring bepalen belang
Vinden mensen herdenken en vieren even belangrijk,
Mensen raken vooral door verhalen van familie en
of verschilt dit? En waardoor gaan mensen deze dagen
vrienden gestimuleerd om stil te staan bij 4 en 5 mei.
eigenlijk belangrijk vinden? In dit laatste hoofdstuk
Daarnaast spelen nieuws en actualiteiten en het onderwijs
wordt op deze vragen ingegaan.
een rol.
Daarnaast wordt ingegaan op de wijze waarop mensen uiting geven aan hun betrokkenheid bij deze
Men is bereid zijn betrokkenheid uit te dragen
dagen en op hun kennis over het logo van 4 en 5 mei.
Van het Nederlands publiek is circa een derde ‘zeker’ bereid om de fakkelspeld te dragen in aanloop naar 4 en 5 mei. Ongeveer een gelijk percentage hangt op 4 en 5 mei
4 en 5 mei ‘even belangrijk’
de vlag uit. De groep die de vlag uithangt, geeft veel vaker
Een aantal jaren geleden werd aanzienlijk meer
aan bereid te zijn ook de speld te dragen.
belang gehecht aan 4 mei dan aan 5 mei. In de laatste jaren worden beide dagen steeds vaker even belangrijk gevonden.
33
Worden 4 en 5 mei even belangrijk gevonden? 4 mei wordt vaker belangrijker gevonden dan 5 mei, maar ongeveer de helft van de Nederlandse bevolking vindt 4 en 5 mei even belangrijk. De groep die beide dagen even belangrijk vindt, is sinds 2005 gegroeid.
Wat is voor u belangrijker: 4 of 5 mei? (n=896) 2012
33
2011
51
13
44
45
4
8
Er zijn geen verschillen tussen leeftijdsgroepen in het belang dat ze aan 4 en 5 mei hechten.
4
Voor hoger opgeleiden is 4 mei 2010
34
2008
58 47
2007
41
49
2006
20% herdenken
11
36
49 0%
9
36
48
2005
5 4
13
34 40% even belangrijk
60%
14 80%
vieren
34
weet niet
3
4
6 4 100%
vaker belangrijker dan 5 mei. Lager opgeleiden geven vaker aan beide even belangrijk te vinden.
Waardoor vindt men 4 en 5 mei belangrijk? 4 en 5 mei worden vooral belangrijk gevonden door verhalen van vrienden of familie en het nieuws. Ook geeft meer dan een derde aan dat dit door school, opleiding of boeken komt.
Hoe komt het dat u 4 en 5 mei belangrijk vindt? (n=896)
Bij de groep tot en met 34 jaar door verhalen van vrienden of familie
spelen scholen en opleidingen een grotere rol (52% tot 60%).
64
door nieuws, actualiteiten
57
door school of opleiding
Bij de groep van 50 tot 64 jaar is de belangstelling vaak gewekt voor verhalen van familie en vrienden (74%).
43
door boeken
35
door speelfilms
Bij 65-plussers hebben eigen oorlogservaringen vaker een rol gespeeld (38%).
22
door eigen oorlogservaringen
9
Binnen de categorie ‘door iets door theater/musicals
anders’ worden ‘opvoeding, omgekomen familie of vrienden’ en ‘interesse in geschiedenis’ relatief vaak genoemd.
3
door iets anders
13 0
20
40
60
35
80
%
Laten mensen hun betrokkenheid bij 4 en 5 mei zien? Door de vlag uit te hangen of de fakkelspeld te dragen kan men betrokkenheid tonen bij het herdenken en het vieren. Een derde zou de speld zeker dragen. Ook een derde hangt op zowel 4 als 5 mei de vlag uit. Als u deze speld uitgereikt zou krijgen, zou u deze dan dragen op of in aanloop naar 4 en 5 mei? (n=896) 54% 28%
Degenen die op zowel 4 als 5 31
0% zeker wel
23
20%
19
40%
waarschijnlijk wel
16
60%
12
80%
misschien wel, misschien niet
100%
waarschijnlijk niet
zeker niet
mei de vlag uithangen, geven ook vaker aan â&#x20AC;&#x2DC;zekerâ&#x20AC;&#x2122; bereid te zijn de fakkelspeld te dragen (44% tegen 24% van degenen die geen vlag uithangen).
De helft van de Nederlanders Kunt u aangeven op welke van de onderstaande dagen u de Nederlandse vlag uithangt of halfstok hangt? (n=896) 5 mei
38
4 mei
38
30 april
38
34% op beide dagen
verjaardagen verjaardagen leden Koninklijk van ledenHuis vanâ&#x20AC;Ś 9 15 augustus 1 Nationale Veteranendag 1 anders 5 weet niet 2
50
ik heb geen vlag
0
20 36
40
60
80
100
heeft geen vlag.
Weet men waar het fakkelsymbool voor staat? Circa 40% van het Nederlands publiek heeft enig idee van waar het fakkelsymbool voor staat: zij denken bijvoorbeeld aan ‘vrijheid’, ‘4 mei’, ‘5 mei’. Bijna de helft heeft geen idee waar het logo voor staat. Weet u waar dit symbool voor staat? (n=896) Vrijheid/dag van de vrijheid 5 mei
vrijheid of de dag van de vrijheid. Ook noemt 8% 5 mei.
8
4 en 5 mei meest genoemde onterechte associaties
Het meest wordt gedacht aan
16
7
Olympische spelen
5
De meest genoemde onterechte
vrede
5
bevrijdingsdag
5
associaties met het symbool zijn de Olympische Spelen en Amnesty (International).
Amnesty
4
diversen
2
Hoe ouder, des te slechter kent
4 en 5 mei Comité
2
men de betekenis van het logo. Van de 13 tot 17 jarigen heeft 55% een associatie in de goede richting, van de 65-plussers is dit slechts 26%.
dodenherdenking en bevrijdingsdag
1
4 mei
1
dodenherdenking
1
nee
47 0
10
20
37
30
40
50 %
Draagvlakdeel
Onderzoeksverantwoording
38
Onderzoeksverantwoording Online enquete
Weergave verschillen tussen groepen
Het draagvlakonderzoek is online uitgevoerd en liep
van 6 tot en met 19 februari 2012. In deze periode is
gemaakt als de groep respondenten per
een representatieve steekproef van n=896 burgers van
antwoordcategorie groot genoeg is. De verschillen
13 jaar en ouder ondervraagd. Voor deelname aan het
worden aangegeven in de grijze kaders.
Uitsplitsingen tussen groepen worden alleen
onderzoek zijn in totaal 1.350 respondenten benaderd. De respons lag op 66%. Er is gebruik gemaakt van de
steekproefbron TNS NIPObase. De respondenten in dit
percentages. Wanneer er door afronding totalen
panel zijn geworven door Veldkamp en TNS NIPO, dus
ontstaan van meer of minder dan 100, zijn deze niet
niet via zelfaanmelding.
gecorrigeerd. De titels van figuren en tabellen betreffen
De enquĂŞteresultaten zijn weergegeven in afgeronde
(behoudens enkele uitsplitsingen) de exacte
In het onderzoek wordt onderscheid gemaakt op
vraagstellingen zoals die aan de respondenten zijn
basis van leeftijd, opleidingsniveau en etniciteit. De
voorgelegd. Bij alle figuren en tabellen is het totale
verschillen tussen deze groepen of verschillen met
aantal respondenten weergegeven dat de betreffende
eerdere metingen worden uitsluitend gerapporteerd als
vraag heeft beantwoord.
het significante verschillen betreft.
39
Uit de actualiteit
Onrust SyriĂŤ
Griekenland
Actualiteiten die zich tijdens de veldwerkperiode van
Ook was er in deze periode veel media-aandacht
onderzoek voordoen, kunnen van invloed zijn op het antwoordpatroon van respondenten. De veldwerkperiode van het onderzoek heeft plaatsgevonden van 6 tot en met 19 februari 2012.
geweest voor het Griekse bezuinigingsakkoord, waardoor het bijna failliete Griekenland in aanmerking zou komen voor noodsteun van de Europese Unie en het IMF. Deze nieuwe mogelijke bezuinigingen leidden tot protesten in Athene.
In deze periode was er onrust in SyriĂŤ; er was een gewelddadig conflict gaande tussen troepen van het leger van president Assad en Syrische opstandelingen. Binnen de internationale gemeenschap werd gesproken over een mogelijk ingrijpen, tot een besluit kwam het echter niet.
40
Deze actualiteiten kunnen van invloed zijn geweest op de in dit rapport gepresenteerde resultaten.