NCMagazine
Over herdenken, vieren en herinneren
Nationaal Comité 4 en 5 mei, voorjaar 2017
NASRDIN HOUDT DE 5 MEI-LEZING: ‘Vrijheid moeten we koesteren. De vrijheid van onszelf, en de vrijheid van een ander’ ‘Extreem neutraal’: Zwitserland en de Holocaust SONJA BAREND IN HET GENERATIEGESPREK MET THOM HOFFMAN: ‘Mijn vader hoort heel erg bij mijn leven’ Nationaal Comité doet onderzoek naar onderwijs over de dekolonisatie in Indonesië DE GRIJSTINTEN VAN ANNEJET VAN DER ZIJL, 4 MEI-SPREKER 01.1-cover-1-22.2.indd 1
13-03-17 14:53
Hoofdredactioneel
HET BELANG VAN HET PERSOONLIJKE VERHAAL Hongerwinter 1945. Dolly was nog maar een baby toen ze van Amsterdam naar Friesland werd gebracht omdat daar nog eten was. Het schip dat haar en honderden lotgenoten vervoerde, moest uitwijken naar Enkhuizen terwijl Duitse jachtvliegers overvlogen. De inwoners van Enkhuizen schoten te hulp. Dolly werd ondergebracht bij een pleeggezin, bij wie ze ook na de oorlog bleef wonen. De geschiedenis van Dolly is een van de vertellingen over de Tweede Wereldoorlog in Noord-Holland – dit jaar het podium van de Nationale Viering Bevrijding op 5 mei. Dolly’s geschiedenis geeft de kracht van het persoonlijke verhaal aan, evenals de recent gelanceerde memoires van Sonja Barend (In het ‘generatiegesprek’ met acteur Thom Hoffman pagina 27). Ook de oproep voor liefde en hoop van 5 mei-spreker Nasrdin Dchar past in de persoonlijke vertelling van deze acteur. En wat te denken van Annejet van der Zijl, die de 4 meivoordracht houdt en een prachtig boek schreef, Sonny Boy: het liefdesverhaal over een Surinaamse man en een zeventien jaar oudere vrouw die in de oorlog onderduikers in huis nemen. Dit boek werd ook verfilmd. Annejet van der Zijl: “Waarom doen mensen eigenlijk iets goeds? Daar wilde ik graag een boek over schrijven.” Arendo Joustra (pagina 24) onderstreept het belang van persoonlijke verhalen om de Tweede Wereldoorlog bij jong en oud onder de aandacht te brengen: “Ze ontroeren omdat ze de essentie van het leven heel nabij brengen.”
02-hoofdredactioneel-2-22.2.indd 2
COLOFON Jaargang 7, nr. 11, voorjaar 2017 Hoofdredacteur: Simon Jacobus Redactie: Jan van Kooten, Irene de Roos, Niels Weitkamp, Debby van Zadelhoff Beeldredactie: Mieke Sobering Eindredactie: Marja Verbraak Technische eindredactie: Joyce van Galen Last Art direction & vormgeving: Remco Tonino Redactieadres: Nieuwe Prinsengracht 89 1018 VR Amsterdam Tel: 020 718 3500 Fax: 020 718 3501 Mail: simon.jacobus@4en5mei.nl Aan dit nummer werkten mee: Yasmina Aboutaleb, ANP/Koen van Weel, ANP/Piroschka van de Wouw, AP/Hollandse Hoogte, Alex Bakker, Beeldbank Nationaal Comité 4 en 5 mei, Beeldbank WO2/NIHM, Marc van Berkel, Melanie Caitlin, Elizabeth Carecchio, Cartoon Movement/Osama Hajjaj, Maarten Dallinga, Niels-Jan van Dijk, Tom Doms, Cristan van Emden, Gemeentearchief Roermond, Paul Grueninger Foundation/Zürich, Michiel van Hattem, Chris van Houts, Janey van Ierland, Arendo Joustra, Anjo Kan, Ton Koene/ Visuals Unlimited Inc., Rutger van Krieken, Frank Kromer, Michiel Landeweerd, Julian Nitzsche, Ilvy Njiokiktjien, NIOD/Beeldbank WO2, Leonard Ornstein, Marieke Papa, Tessa Posthuma de Boer, Larissa Pans, Ilse Raaijmakers, Rode Kruis/IFRC, Teamlottojumbo, Esther Romeyn, Toine Rongen, Lennaert Ruinen, Ricci Scheldwacht, Stadsarchief Amsterdam, Spaarnestad Photo, Dieke van der Spek, Jan van Steen, Anita van Stel, United States Holocaust Memorial Museum/courtesy of Toni Boumans, Marja Verbraak, Maarten-Jan Vos, Eva Vesseur, Natascha van Weezel, Karen Waterman, Wikipedia CC BY-SA 3.0, Debby van Zadelhoff
Drukkerij: Drukkerij Roelofs Copyright 2017 Nationaal Comité 4 en 5 mei. Overname van artikelen en informatie uit dit magazine is toegestaan voor niet-commercieel gebruik met vermelding van de auteur en de bron.
13-03-17 14:54
Het NCMagazine voorjaar 2017 OVER HERDENKEN, VIEREN EN HERINNEREN 04 06
08 24 15 16 44 48 54
10 30 66
COVERSTORY Jos Coumans, de nieuwe ceremoniemeester op de Dam: “Ik ben vrij optimistisch over de waakzaamheid van jongeren voor oorlog en onvrijheid” Plaatsvervangend commandant der Strijdkrachten Rob Bauer is bestuurslid van het Nationaal Comité
HERDENKEN
18 25 62
Annejet van der Zijl houdt de 4 mei-voordracht: “Ik vind stilte heel mooi. Er is tegenwoordig al zo weinig stilte” Het Zigeunermonument in Amsterdam
37 42
VIEREN
40
Fietsen voor de vrijheid 5 mei-spreker Nasrdin Char: “Op Bevrijdingsdag ga ik het hebben over hoop en liefde, daar geloof ik in” Het oudste Bevrijdingsfestival vindt plaats in Haarlem 5 mei-concert op de Amstel. Remy van Kesteren: “Vrijheid kan ik niet loszien van alle wereldgebeurtenissen” Nationale Viering Bevrijding in Noord-Holland: wat is de taal van vrijheid?
HERDENKEN & VIEREN Ontmoeting met lokale comités: “We willen de dialoog tussen generaties stimuleren” Interview met de nieuwe directeur van het vfonds Stand van zaken
02-hoofdredactioneel-2-22.2.indd 3
64 20 22 47 32 60
HERINNEREN Het Rode Kruis bestaat 150 jaar Presentatrice Sonja Barend en acteur Thom Hoffman in het generatiegesprek Wereld van verschil: Juno Beach Centre in Normandië en het Holy Defence Museum in Iran
EDUCATIE Jubileum Adopteer een Monument Een reis naar het onzichtbare verleden: Sobibor
ONDERZOEK Hoe staat het met het onderwijs in Nederland over de dekolonisatieoorlog in Indonesië? Middelburg in de vuurlinie: strijd om de waarheid
INSPIRATIE De keuze van Annette Schautt, nu directeur SMH 40-45 Jaarthema: de kracht van het persoonlijke verhaal Theater na de Dam
INTERNATIONAAL Interview met mensenrechtenambassadeur Kees van Baar: “Het is essentieel om te leren van de Holocaust” ‘Extreem neutraal’: Zwitserland en de Holocaust Cover Nasrdin Dchar Foto Janey van Ierland
13-03-17 13:24
De Nationale Herdenking op 4 mei begint zoals ieder jaar met een bijeenkomst in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. Schrijfster Annejet van der Zijl zal de 4 mei-voordracht verzorgen. Een ensemble van het Metropole Orkest zorgt voor de muzikale omlijsting van de bijeenkomst. De plechtigheid verplaatst zich vervolgens naar de Dam. Precies om 20.00 uur is het twee minuten stil. Na de twee minuten stilte draagt de jonge dichter die dit voorjaar Dichter bij 4 mei wint zijn of haar gedicht voor. Tijdens de kranslegging zijn op grote beeldschermen de persoonlijke verhalen van de kransleggers te zien. De herdenking wordt afgesloten met een defilĂŠ langs de kransen waarbij onder andere kinderen van Amsterdamse en Haarlemse basisscholen elk een bloem leggen.
4
NCMagazine | voorjaar 2017
03-coverstory-2-25.12.indd 4
03-03-17 16:35
coverstory Jos Coumans, de nieuwe ceremoniemeester
‘40-45 IS EEN CRUCIALE FACTOR IN MIJN WERELDBESCHOUWING’ Jos Coumans (58), officier der mariniers, maakt sinds 1 juni 2016 deel uit van het bestuur van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Bij de Nationale Herdenking op 4 mei zal hij fungeren als ceremoniemeester. Een interview door Alex Bakker | foto Chris van Houts
J
os Coumans: “Kapelaan Berix. Met hem begon voor mij het verhaal van de oorlog. Als jonge jongen keek ik met grote ogen naar zijn standbeeld tijdens de 4 mei-herdenking in het Zuid-Limburgse Meers. De kapelaan had onderduikers geholpen en was door verraad opgepakt. Kort voor de bevrijding stierf hij in concentratiekamp Bergen-Belsen, dat maakte diepe indruk op me.” “Ik ben dertien jaar na de bevrijding geboren. Mijn ouders hadden de bezetting als tiener meegemaakt. Ik groeide op met hun oorlogsverhalen, over gevechten en dode militairen. Na de bevrijding moest mijn vader naar Indonesië, als soldaat in de koloniale oorlog. Zoals veel van zijn kameraden heeft hij hierover nooit iets verteld. Tot op de dag van vandaag weet ik niet wat hij daar heeft meegemaakt.”
Cambodja “Als achttienjarige vertrok ik van Zuid-Limburg naar Den Helder om officier der mariniers te worden. Waarom ik dat toen wilde? De fysieke inspanning, het spannende en uitdagende beroep, maar vooral het vooruitzicht om leiding te geven onder moeilijke omstandigheden. Eigenlijk begon mijn werkelijke interesse in de oorlogsgeschiedenis pas toen ik in 1992 werd uitgezonden naar Cambodja voor de VN-vredesmissie.” “Cambodja had jaren van oorlog achter de rug en ik wilde weten wat het voor burgers betekent om overheerst te worden, om geen rechtssysteem te hebben en om in algehele onveiligheid te leven. Ik begon te lezen over onze eigen oorlogsgeschiedenis. Niet over de militaire aspecten, maar over het lot van de burgers in bezet Nederland, de vervolgde groepen, het ontwrichtende van een dictatuur. Het liet me niet meer los. Zo werd 1940-1945 een cruciale factor in
mijn denken en in mijn wereldbeschouwing.” “Dus toen ik gevraagd werd als bestuurslid bij het Nationaal Comité was dit voor mij een grote en prachtige eer. Zeker nu er zoveel speelt in de wereld en de waarde van vrijheid op onverhoedse manieren onder druk lijkt te staan. Maar ik ben vrij optimistisch over de waakzaamheid van jongeren voor oorlog en onvrijheid. Wel besef ik goed dat we nieuwe vormen van social media moeten gebruiken om hen te betrekken bij de toekomst van herdenken.”
Magisch moment “Toen ik als kind bij onze 4 mei-herdenking was, stond het herinneren van de slachtoffers nog centraal. De oorlog was maar twintig jaar geleden, dus iedereen kende de gedode plaatsgenoten. Nu is dat bijna weg. Het herdenken is abstracter geworden, we spreken vanuit de erfenis van de oorlog. Maar we mogen nooit vergeten dat het om mensen gaat. Daarom vind ik het zo goed dat de persoonlijke verhalen van de kransleggers op een groot scherm te zien zullen zijn, straks op de Dam bij 4 mei.” “Ik ben de nieuwe ceremoniemeester. Afgelopen jaar heb ik met Eric Burmeister (oud-ceremoniemeester/red.) meegelopen, een fantastische manier om kennis te maken met iedereen die meewerkt aan 4 mei.” “Het mooiste moment van de ceremonie vind ik de stilte. Dat magische moment kun je via de televisie niet helemaal ervaren, heb ik gemerkt. Hoe stil het kan zijn in zo’n grote stad, als iedereen twee minuten stilstaat.” “Nee, ik heb geen zenuwen om straks de Nationale Herdenking ceremonieel te begeleiden. Ook al kijken er vijf miljoen mensen mee op live tv. Het is een grote eer om mijn stem hieraan te lenen.”
|5 03-coverstory-2-25.12.indd 5
03-03-17 16:35
‘Herdenken gaat gepaard met diepe emoties en iedereen moet de juiste aandacht krijgen’
6
NCMagazine | voorjaar 2017
04-coverstory-2-11.2.indd 6
03-03-17 16:33
coverstory
‘ONVRIJHEID IS ONLOSMAKELIJK VERBONDEN MET DE INZET VAN VREDESMISSIES’ Als plaatsvervangend commandant der Strijdkrachten word je automatisch, qualitate qua, lid van het bestuur van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Viceadmiraal Rob Bauer (54) nam dit stokje op 1 september 2015 over van luitenant-generaal Hans Wehren. Najaar 2017 wordt Bauer echter commandant der Strijdkrachten en zal hij zijn bestuurszetel doorgeven aan zijn opvolger. door Anita van Stel | foto ANP / Piroschka van de Wouw
I
n Bauers familie zijn geen directe slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog te betreuren. Wel werd het verhaal verteld van zijn stiefvader, die aan de Arbeitseinsatz ontsnapte: hij sprong uit een treinwagon, rolde van een talud af en ontsnapte aan beschietingen. Zijn moeder maakte als meisje in Nijmegen de bombardementen mee. Er werd in het Amsterdamse gezin over gesproken. In de kast groeide de rij met boeken van Loe de Jong; Bauer ging met zijn ouders naar de herdenking op de Dam. Zijn keuze voor de marine kwam niet voort uit belangstelling voor de Tweede Wereldoorlog. Bauer twijfelde tussen de studies civiele techniek, economie en de officiersopleiding aan het Koninklijk Instituut voor de Marine. De zeventienjarige ging overstag voor de aantrekkelijke combinatie van praktijk en theorie aan het KIM. De opleiding tot zeeofficier bevatte veel techniek: op een fregat zowel door het varen als het door het gebruiken van wapens. Tussen 1984 en 2005 bracht Bauer deze kennis tijdens vele missies aan boord van fregatten en bij het eskader (een groep oorlogsschepen) in de praktijk. In de staffuncties die hij gedurende de afgelopen vijftien jaar bekleedde, kwam ook zijn belangstelling voor economie van pas. Schaarstemanagement was voortdurend aan de orde.
Verbonden met 4 en 5 mei De relatie tussen het Nationaal Comité 4 en 5 mei en Defensie is op het oog vanzelfsprekend en warm. Toch staat daar af en toe druk op, als in tijden van bezuinigingen binnen het ministerie vraagtekens geplaatst worden bij de kosten. Van oudsher steunt Defensie het Nationaal Comité met een significante menselijke en materiële bijdrage. Militairen vormen bij de Dodenherdenking op de Dam de erecouloir en de erewacht. De Kapel van de Koninklijke Luchtmacht verzorgt de muziek. Op 5 mei assisteren militairen bij alles wat rondom het Concert aan de Amstel nodig is. Bauer heeft continu bepleit dat deze inzet belangrijk is, omdat de krijgsmacht op deze manier verbonden blijft met alles waar 4 en 5 mei voor staat. Voor Bauer betekent 4 mei “stilstaan bij waarom we knokken”. Om
04-coverstory-2-11.2.indd 7
een dag later te kunnen vieren dat we in vrijheid leven. De herinneringen aan de onvrijheid tijdens de Tweede Wereldoorlog zijn onlosmakelijk verbonden met de inzet van militairen bij vredesmissies, in het verleden maar ook bij de huidige in Mali, Afghanistan, de Balkan en Irak, en voor de kust van Somalië en in de Egeïsche Zee, waar Nederlandse militairen strijden voor de vrijheid van anderen. In Mali kwamen in de zomer van 2016 twee militairen om bij een dodelijk incident met een mortier. Bauer maakte dit mee als waarnemend commandant der Strijdkrachten en zag opnieuw het belang van de ceremoniële herdenking. “Stilstaan bij de offers die worden gebracht bij het vechten voor de vrijheid, nu en in de toekomst, dat is een breed gevoelde opvatting van Defensie. De aanwezigheid van de minister bij diverse herdenkingen is zeker niet alleen voor de bühne.”
Behoedzaam manoeuvreren Bauer is voorstander van behoedzaam manoeuvreren, als het om veranderingen in de ceremonie van de Dodenherdenking gaat. Hij ervaart dat herdenken gepaard gaat met diepe emoties en iedereen moet de juiste aandacht krijgen. Bij de herdenking in 2016 stonden voor het eerst marechaussees in de erewacht. Dat lag gevoelig vanwege de rol van een deel van de Koninklijke Marechaussee in de Tweede Wereldoorlog. Bauer vindt het van kracht getuigen om te vergeven. Binnen het divers samengestelde NC-bestuur ontmoet hij respect voor alle invalshoeken. De leden spreken volgens hem op een goede manier over de thema’s. In het bestuur is Bauer vanzelfsprekend de beheerder van de afspraken van het Nationaal Comité met het ministerie van Defensie. Maar ook zit hij er “gewoon als Rob Bauer”, voor wie de thema’s herdenken en vieren vanuit een hedendaags perspectief belangrijk zijn. Bauer leert er nieuwe feiten uit de oorlogsgeschiedenis. Op tafel ligt de belangrijke taak om blijvend inhoud te geven aan het herdenken van de Tweede Wereldoorlog, ook als er geen ooggetuigen meer leven. Het bestuur kan rekenen op Bauers bijdrage, en die gaat verder dan qualitate qua.
03-03-17 16:34
Annejet van der Zijl in ’t kort Annejet van der Zijl werd in 1962 geboren in Oterleek. Ze studeerde kunstgeschiedenis in Utrecht, massacommunicatie in Amsterdam en international journalism in Londen. Daarna werkte ze een aantal jaren in de journalistiek. In 1998 debuteerde ze met Jagtlust. In 2002 volgde Anna, de biografie van Annie M.G. Schmidt. Twee jaar later publiceerde ze Sonny Boy, waar meer dan een half miljoen exemplaren van werden verkocht. In 2009 verscheen Bernhard, de biografie van de prins-gemaal van koningin Juliana, waar ze ook op promoveerde. Haar nieuwste boek, De Amerikaanse prinses, kwam uit in 2015. Voor haar werk ontving Annejet van der Zijl verschillende prijzen, waaronder de prestigieuze Gouden Ganzenveer.
8
NCMagazine | voorjaar 2017
05-herdenken-2-14.2.indd 8
03-03-17 16:31
DE GRIJSTINTEN VAN ANNEJET VAN DER ZIJL
herdenken
Schrijfster Annejet van der Zijl zal de 4 meivoordracht houden, in De Nieuwe Kerk in Amsterdam. “Misschien is het voornaamste wat we van de geschiedenis kunnen leren: bescheiden omgaan met je mening.” door Natascha van Weezel | foto Tessa Posthuma de Boer
“Rituelen ervaar ik als zinnig, het zijn handvatten. Veel dingen in het leven gaan om de vorm. Zo ook de Dodenherdenking, met de kranslegging en de twee minuten stilte. Ik vind stilte heel mooi. Er is tegenwoordig al zo weinig stilte.” Annejet van der Zijl krijgt veel aanvragen voor lezingen en interviews. Zóveel, dat ze er fulltime mee bezig zou kunnen zijn. Liever werkt de bestsellerauteur aan een nieuw boek. Toch houdt ze dit jaar de 4 mei-voordracht in de Amsterdamse Nieuwe Kerk. In deze literaire lezing zal haar boek Sonny Boy een grote rol spelen: “Want dichter dan dat ben ik nooit bij de Tweede Wereldoorlog gekomen.”
Zwart-wit Van der Zijl groeide op in een lerarengezin in Friesland “Met veel boeken en veel natuur. We hadden geen auto, dat was slecht voor het milieu. Mijn ouders kwamen allebei uit doorsnee gezinnen, waar tijdens de oorlog geen grote dingen zijn gebeurd. Wel had mijn vader een oudere broer die in 1940 een paar maanden lid is geweest van een jeugdorganisatie van de NSB. Dat vond mijn vader verschrikkelijk. Hij ervoer het als een schandvlek op de familie.” Onderwijzeressen op de lagere school vertelden de kleine Annejet wat voor sadisten alle Duitsers waren: “Ze presenteerden het erg zwart-wit. Je had helden en schurken. Sonny Boy werd mijn eigen onderzoek naar grijstinten.” In haar tijd als misdaadjournaliste bij HP/De Tijd werkte Van der Zijl samen met de schoondochter van Waldy Nods (Sonny Boy). Bij haar collega (en later vriendin) thuis zag ze foto’s van Waldy’s ouders aan de muur hangen. Ze luisterde naar de verhalen over de Joodse onderduikers die deze Waldemar en Rika Nods in huis hadden genomen: “Voor mijn werk was ik altijd bezig met de vraag waarom mensen iets slechts deden. En nu dacht ik: waarom doen mensen eigenlijk iets goeds? Daar wilde ik graag een boek over schrijven.” In haar zoektocht werd haar vermoeden bevestigd dat verschillende factoren hierbij een rol spelen: “Het is niet zo dat iemand op een goede dag wakker wordt als held. Het ligt aan wie je kent en wat de situatie is. Het heeft met je karakter te maken en het wordt denk ik ook heel sterk bepaald door hoeveel je te geven hebt in het leven. Rika en Waldemar hadden een uitgesproken goed huwelijk.”
Boek over liefde Journalistiek en schrijven vindt Van der Zijl mooie manieren om de wereld te ontdekken: “Sonny Boy is uiteindelijk geen boek over de oorlog geworden, het is een boek over de liefde tussen een Hollandse vrouw en een veel jongere Surinaamse student. Hoe langer ik ermee bezig was, hoe meer ik aangedaan raakte door hun lot. Ik weet nog dat ik moest beschrijven hoe mijn vrouwelijke hoofdpersoon in concentratiekamp Ravensbrück overleed. De muziek die ik toen draaide, kan ik nog steeds niet horen. Ik vond het zó erg. Hun zoon leefde nog, die is vorig jaar overleden, en ik merkte hoe graag ik gewild had dat ik de geschiedenis voor hem kon herschrijven.” Toch had Waldy het gevoel dat hij zijn ouders door het boek terug had gekregen, het heelde een gat in zijn ziel: “Dat was de mooiste recensie die ik ooit gehad heb en ooit zal krijgen.” Tijdens het schrijven van Sonny Boy dacht Van der Zijl geregeld aan De geverfde vogel van Jerzy Kosinski, over de ervaringen van een Joods jongetje in de Tweede Wereldoorlog. “Dat boek las ik rond mijn twintigste. Het was erg goed, maar ook heel verschrikkelijk, het kwam zó hard aan. Ik zag even niets moois meer in mensen. Toen ik het einde van Sonny Boy schreef besefte ik natuurlijk heel goed hoe treurig het was, maar ik wilde het zo doen dat ik de hoop niet uit mensen sla. Dat beetje hoop zal ik tijdens de 4 mei-voordracht ook proberen te behouden.”
Polarisatie Van der Zijl kwam er al op jonge leeftijd achter dat polarisatie haar niet ligt: “Ik word weleens gevraagd om mijn mening te geven in tv-programma’s. Er is al zo’n meningencircus, moet ik mijn meninkje daar dan nog eens aan toevoegen?” De schrijfster durft niet te zeggen welke kant het opgaat met ons land en de rest van de wereld: “Nadat Theo van Gogh was vermoord, riepen allerlei mensen dat Nederland nooit meer hetzelfde zou zijn. Of dat dit het begin was van een burgeroorlog. Dat is het niet geworden, goddank. Relativeren is tegenwoordig haast een zonde geworden. Ik denk juist dat het goed is om soms te zeggen dat je iets niet weet of dat je iets nóg niet weet. Dat is misschien wel het voornaamste wat we van de geschiedenis kunnen leren: bescheiden omgaan met je mening.”
|9 05-herdenken-2-14.2.indd 9
03-03-17 16:32
PORTRET
Eind 2016 vond in het provinciehuis van Noord-Holland in Haarlem de bijeenkomst voor organisatoren van lokale herdenkingen en vieringen plaats. Ruim 130 deelnemers wisselden ervaringen uit tijdens werksessies over educatie, communicatie, subsidies, nieuwe doelgroepen en initiatieven. Deelnemers vertellen hoe zij vorm geven aan herdenken en vieren. door Marieke Papa | foto’s Chris van Houts
‘VREDE EN VRIJHEID ZIJN NIET VANZELFSPREKEND’ Wie?
Jan van Ingen (Stichting 4 en 5 mei Gouda) & Aly van Leussen (Gemeente Hellendoorn)
Hoe belangrijk is herdenken voor uw gemeente?
Jan van Ingen: “Buitengewoon belangrijk. Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben wij in de wereld nooit meer een dag zónder oorlog gekend. Actuele gebeurtenissen doen beseffen dat vrede en vrijheid geen vanzelfsprekendheden zijn. Daarom moeten we de herinnering aan de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog levend houden. Aly van Leussen: “In de wereld waarin wij leven, is het belangrijk om samen te blijven herdenken. In onze gemeente betrekken we hierbij alle generaties, jong en oud. Speciaal voor jongeren organiseert de gemeente Hellendoorn elk jaar, aan de hand van het jaarthema, een gedichtenwedstrijd. Voor ouderen, die wegens omstandigheden niet bij de herdenking aanwezig kunnen zijn, brengt de plaatselijke omroep live verslag uit op tv. Hierdoor kan elke inwoner op zijn of haar manier herdenken.”
Beste oorlogsboek
Jan van Ingen: “Oorlogswinter van Jan Terlouw. Een indrukwekkend verhaal over een vijftienjarige burgemeesterszoon die in aanraking komt met alle facetten van de oorlog.” Aly van Leussen: “Het dagboek van Anne Frank. Een boek dat ik op jonge leeftijd heb gelezen en dat een blijvende indruk heeft achtergelaten.”
10 16
NCMagazine | voorjaar 2017
07-herdenken&vieren-5(L)-25.12.indd 10
03-03-17 16:27
Herdenken & Vieren
‘WE WILLEN DE DIALOOG TUSSEN GENERATIES STIMULEREN’
Wie?
Hugo van der Kooij (Stichting Amstelveen Oranje) & Vincent Seubring (4 mei Comité Zutphen)
Hoe ziet u de toekomst van herdenken en vieren?
Hugo van der Kooij: “Je moet jezelf vragen blijven stellen. Hoe kunnen we verhalen doorgeven? Hoe kunnen we de jeugd bewust maken van het belang van vrijheid? Wat betekent vrijheid vandaag de dag? Hoe willen we onze vrijheid vieren, is daar één dag voor nodig of zijn er ook andere manieren? In Amstelveen zijn we bezig met het meerjarig onderzoek Nooit meer teruggekomen. In dit onderzoek verzamelen we verhalen over Joodse inwoners die tijdens de oorlog zijn weggevoerd en nooit meer zijn teruggekeerd. Het is een ‘mooi’ voorbeeld van hoe je als gemeente verhalen kunt doorgeven aan de volgende generaties.” Vincent Seubring: “Per generatie moeten we bekijken hoe we herdenken en vieren willen vormgeven. De huidige generatie komt steeds verder af te staan van de Tweede Wereldoorlog en juist daarom is het belangrijk dat we blijven nadenken over het begrip vrijheid. Er is een hoge tol voor betaald. Het zou mooi zijn als we de dialoog tussen generaties kunnen stimuleren. Hoe betrekken we alle generaties bij het vieren? En wat voor mogelijkheden zijn er nog meer naast de traditionele manier van herdenken en vieren? Denk bijvoorbeeld aan mogelijkheden online. Er is nog veel te winnen.”
Indrukwekkendste oorlogsfilm
Hugo van der Kooij: “Soldaat van Oranje en Zwartboek van Paul Verhoeven. De films vullen elkaar aan: Soldaat van Oranje schetst vooral een vrij goed/fout-beeld van de personages, terwijl er in Zwartboek veel meer ruimte is voor nuance.” Vincent Seubring: “The longest day en Fury. Beide films laten zien wat onze vrijheid gekost heeft.”
07-herdenken&vieren-5(L)-25.12.indd 11
03-03-17 16:27
‘DOOR HET VERTELLEN VAN VERHALEN GAAT DE OORLOG LEVEN’
Wie?
Joop van der Heide (Stichting Centraal Comité 1945 Harlingen) & Margot Schreuders-Verkuil (4 mei comité Zaltbommel en gemeente Zaltbommel)
Hoe belangrijk is het vieren voor uw gemeente?
Joop van der Heide: “In Harlingen vieren wij de vrijheid eens in de vijf jaar. Vorig jaar zijn er speciaal voor de gelegenheid veteranen uit Canada overgekomen, gezien hun leeftijd waarschijnlijk voor de laatste keer. Daarnaast was er met de ruim honderd voertuigen van Keep them rolling een optocht door de stad. Vieren is naast herdenken essentieel. Helaas is er nog steeds een hoop ellende in de wereld, maar het is en blijft een meetpunt dat we na vijf bezettingsjaren zijn bevrijd. Dit moeten we blijven herdenken en vieren.” Margot Schreuders-Verkuil: “Naast herdenken is het vieren van onze vrijheid minstens zo belangrijk. Onze dorpen liggen vlakbij Den Bosch, waar elk jaar een groot bevrijdingsfeest plaatsvindt (Bevrijdingsfestival Noord-Brabant/red.). Daar gaan bewoners uit onze gemeente naartoe. Maar ook in onze eigen gemeente wordt de vrijheid gevierd: elk jaar zijn er lokale activiteiten, zoals een fietstocht met aansprekende oorlogsverhalen in onze en omliggende gemeenten. Zo vieren ook wij onze hard bevochten vrijheid.”
Inspiratie voor herdenken en vieren
Joop van der Heide: “Het verhaal van meneer Prins: dat gaat over de negenjarige zoon van een Nederlandse politieman die in het verzet zat. Dit soort verhalen inspireren de jeugd. Door het vertellen van verhalen gaat de oorlog leven en kunnen we vrijheid doorgeven. Het komt veel dichterbij.” Margot Schreuders-Verkuil: “In het dorp Zuilichem is een Canadees vliegtuig neergestort. De Canadezen die dit niet hebben overleefd, zijn begraven in een oorlogsgraf. Een veteraan die het wel heeft overleefd, is teruggegaan naar Canada, maar wilde wel begraven worden bij zijn kameraden. Dat gevoel van kameraadschap vind ik heel bijzonder. Een andere inspiratiebron is voor mij Edith, een Joods vriendinnetje van mijn moeder. Zij moest onderduiken en heeft mij al haar verhalen verteld. Dat heeft een diepe indruk op mij gemaakt.”
12
NCMagazine | voorjaar 2017
07-herdenken&vieren-5(L)-25.12.indd 12
03-03-17 16:28
Herdenken & Vieren
‘IK HEB EEN POSITIEF GEVOEL OVER DE TOEKOMST VAN HERDENKEN & VIEREN’ Wie?
Petra Westra (Oranje Vereniging Rijnsburg) & Fons Aarendonk (Commissie Herdenking 15 augustus Zwolle en Stichting veteranen en oud-militairen Zwolle)
Hoe ziet u de toekomst van herdenken en vieren?
Petra Westra: “Je kunt herdenken en vieren alleen maar levend houden als je het doorgeeft aan de jeugd. Tijdens de herdenking in Rijnsburg staan de kinderen dan ook letterlijk vooraan. Op 5 mei organiseren we speciaal voor hen een fakkeloptocht langs alle oorlogsmonumenten en koninklijke bomen. Het is heel bijzonder om te zien hoeveel kinderen hierop afkomen. Het motiveren van jongeren tussen de twaalf en achttien jaar blijft voor ons wel een grote uitdaging.” Fons Aarendonk: “Ik heb een positief gevoel over de toekomst. Op landelijk niveau zijn er het afgelopen jaar mooie stappen gezet. De oprichting van www.tweedewereldoorlog.nl, een digitaal platform van organisaties die werken op het gebied van de Tweede Wereldoorlog, is een mooi voorbeeld. Ook op gemeentelijk niveau werken organisaties goed samen om herdenken en vieren toekomstbestendig te maken. Bij ons in Zwolle komen veteranen in de klas die hun verhalen vertellen. Dat is een belangrijk project. Het maakt leerlingen bewust van hun vrijheid en de prijs die ervoor is betaald.”
Wat leert u van deze bijeenkomst?
Petra Westra: “Het is inspirerend om te horen wat iedereen lokaal allemaal doet. Een belangrijke tip uit de workshop over nieuwe doelgroepen: ‘blijf jezelf en ga je als gemeente niet jonger voordoen dan je bent.’” Fons Aarendonk: “Het Nationaal Comité gaf een aantal praktische tools die we lokaal kunnen gebruiken. De kracht van het persoonlijke verhaal bijvoorbeeld. Hoe kun je die persoonlijke verhalen gebruiken in het project Veteraan in de klas zodat ze ook in de toekomst blijven hangen?”
07-herdenken&vieren-5(L)-25.12.indd 13
03-03-17 16:28
‘DEZE BIJEENKOMST IS EEN ERKENNING VOOR ALLE LOKALE VERENIGINGEN’
Wie?
Adri Breure (4 mei comité Angerlo, Lathum en Giesbeek) & Irene Karremans (Oranjevereniging Sassenheim)
Hoe belangrijk is herdenken voor uw gemeente?
Adri Breure: “Ook in onze dorpen is er veel belangstelling voor 4 mei. Ons comité bestaat sinds 1998 en vanaf die tijd hebben we herdenken nog meer betekenis kunnen geven. Dit doen we onder meer door het plaatsen van gedenkstenen, het planten van een vredesboom en, heel belangrijk, door het verzamelen en vastleggen van oorlogsverhalen. We proberen ook in al onze herdenkingsactiviteiten jongeren te betrekken. Vorig jaar trad het jongerensymfonieorkest op met ons ouderenkoor. Een prachtige samenwerking tussen jong en oud.” Irene Karremans: “Herdenken vinden wij in Sassenheim heel belangrijk. Als Oranjevereniging overwegen we zelfs om een speciaal comité op te zetten dat zich gaat bezighouden met de invulling van 4 mei in de gemeente. Met het oog op de toekomst willen we nog meer aandacht besteden aan het vertellen van lokale verhalen over de Tweede Wereldoorlog. Ik denk dat de jeugd hier ook geïnteresseerd in is, maar we moeten deze verhalen wel zelf overbrengen. Het is de verantwoordelijkheid van de oudere generaties om dit te blijven doen.”
Wat leert u van deze bijeenkomst?
Adri Breure: “De bijeenkomst is een stukje erkenning voor alle lokale verenigingen. Het zorgt ook voor verbinding. Zo zijn we met vertegenwoordigers van vier verschillende lokale comités in één auto hiernaartoe gereden. Dat komt doordat we elkaar tijdens eerdere bijeenkomsten hebben leren kennen.” Irene Karremans: “Op een dag als deze doe je veel ideeën en inspiratie op. Er zijn zo veel mooie initiatieven waar wij in Sassenheim ook iets mee kunnen. Je leert veel van elkaar.”
14
NCMagazine | voorjaar 2017
07-herdenken&vieren-5(L)-25.12.indd 14
03-03-17 16:29
vieren
‘ALS EEN SLIERT VRIJHEID DOOR HET LAND’
Z
e gingen in V-vorm over de Waalbrug in Nijmegen, de deelnemers aan de allereerste Freedom Ride, vorig jaar in Gelderland. Je kunt zeggen: wegens succes verlengd. Want op 5 mei 2017 is editie twee, ditmaal in Limburg. “Het is echt een tocht die aanzet tot denken”, zegt organisator Fokko Spoelstra. “Je kunt in Nederland fietsen in vrijheid en daar sta je op zo’n moment heel bewust bij stil.” Er wordt in pelotonformatie gefietst en op plekken met een bijzondere geschiedenis gestopt. “Vorig jaar pauzeerden we onder meer op de Grebbeberg. Daar werd kort iets verteld en deelnemers legden een krans.”
Bevrijdingsvuur De Freedom Ride wordt georganiseerd door Team LottoNL-Jumbo (de bekende schaats- en wielerploeg), het vfonds, Liberation Route Europe (een internationale herdenkingsroute) en stichting Waardering Erkenning Politie. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei vervult een adviserende rol. De profs fietsen samen met wielertoeristen een route door Limburg van 120 kilometer. Maximaal duizend mensen kunnen meedoen en ook organisaties kunnen zich inschrijven (er gaan onder
Samen met profrenners onder, wie Robert Gesink, een toertocht maken langs iconische plekken die te maken hebben met de Tweede Wereldoorlog. Dat is de Freedom Ride, die op 5 mei plaatsvindt in Limburg. “Zo bereiken we ook mensen die niet zoveel hebben met de Bevrijdingsfestivals.” Door Maarten Dallinga | foto teamlottojumbo
meer militairen en politiemensen mee). Bovendien is het mogelijk om de 120 kilometer of de kortere versie van 80 kilometer individueel af te leggen. Een gedeelte van het parcours volgt de Liberation Route Europe. Zo zal een bezoek worden gebracht aan de Duitse militaire begraafplaats in Ysselsteyn. De nacht daarvoor wordt het Bevrijdingsvuur opgehaald in Wageningen, door profrenner Robert Gesink en enkele veteranen. Het vuur gaat de hele tocht mee.
Bijzondere gesprekken Collega-organisator Jan Willem van de Pol was vorig jaar ook deelnemer: “Het deed iets met me. Ik fietste dan weer voor en dan weer achter in het peloton en had veel bijzondere gesprekken. Zo sprak ik met een man die in de oorlog was geboren; hij reed met tranen in zijn ogen. Dat raakte me.” “De Freedom Ride is een heel andere manier om stil te staan bij vrijheid en vrede”, vult Spoelstra aan. “Daardoor trekken wij ook mensen die niet zoveel hebben met de Bevrijdingsfestivals. Opnieuw zal er een sliert van vrijheid door het land trekken.” Meer informatie: www.teamlottojumbo.nl/FREEDOMRIDE
| 15 16-vieren-1R-30.1.indd 15
03-03-17 17:05
Nasdrin Dchar als initiatiefnemer van de maatschappelijke organisatie IEDER1 tijdens de manifestatie op het Museumplein. Met de parade en manifestatie wil de organisatie de etnische en culturele diversiteit in Nederland vieren. Hier staat Nasdrin Dchar met Samia Elaz (12 jaar) - Winnares van Amsterdamse debatbattle 2016.
Over Nasrdin Dchar Nasrdin Dchar (1978) is acteur. Hij is te zien in televisieseries (De jacht, De 12 van Oldenheim, de telefilm Het bestand), films (Rabat, SĂźskind) en op het toneel (Oumi). Momenteel speelt hij de solovoorstelling DAD, over vaderschap en de angsten en blijdschap van een prille vader. Hij is getrouwd en vader van dochter Dina (2014) en zoon Malik (2016). Dchar is initiatiefnemer van de stichting IEDER1. Hij won in 2011 als eerste Nederlands-Marokkaanse acteur een Gouden Kalf, voor zijn rol in Rabat. In 2016 trad hij na de Dodenherdenking op met Theater Na de Dam. De acteur houdt dit jaar in Haarlem de 5 mei-lezing. www.ieder1.org
16
NCMagazine | voorjaar 2017
08-vieren-2-11.2.indd 16
03-03-17 16:22
vieren
5 mei-lezer Nasrdin Dchar:
‘LIEFDE OVERWINT HAAT, ALTIJD’ De 5 mei-lezing die de Nederlands-Marokkaanse acteur Nasrdin Dchar tijdens de Nationale Viering Bevrijding in Haarlem gaat houden, wordt een moment om bruggen te bouwen. “Op Bevrijdingsdag ga ik het hebben over hoop en liefde, daar geloof ik in.” door Larissa Pans | foto ANP / Koen van Weel
A
hebben, moeten we koesteren. De vrijheid van onszelf, en de vrijheid van een ander. Ik maak me zorgen over Nederland en over het wereldwijde populisme. Van Wilders tot Le Pen tot Trump, leiders die een steeds grotere aanhang krijgen. De opkomst van het religieus extremisme beangstigt me ook. Er zitten veel moslims onder de slachtoffers van die aanslagen, zogenaamd uitgevoerd in naam van de islam, terwijl het de moslims zijn die zich vervolgens moeten verantwoorden voor diezelfde aanslagen.”
ls klein jongetje in Steenbergen ging de betekenis van 4 en 5 mei aan hem voorbij. Pas toen Dchar op school leerde over de Tweede Wereldoorlog, kregen die meidagen voor hem betekenis. “Een van mijn beste vrienden op de basisschool was helemaal zot van de Tweede Wereldoorlog. Ik ging met hem mee naar huis en zijn kamer was ingericht als een soort oorlogsmuseum, met uniformen en helmen. Door hem en door de geschiedenisles op school leerde ik over de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog.”
Stichting IEDER1
“Ik was vijftien jaar, we gingen met de klas naar Schindler’s List. Die film maakte zóveel indruk, ik heb ‘m daarna nog drie keer gezien. Het lot van dat kleine meisje met het rode jasje en de rode laarsjes aan… toen besefte ik voor het eerst wat mensen elkaar kunnen aandoen. Ik stond met mijn oren te klapperen toen ik leerde over de Jodenvervolging en erachter kwam dat zo’n grote groep mensen kapot is gemaakt. Ook de taal waarin er toen over Joden werd geschreven maakte veel indruk: dat Joden ‘ratten’ waren, en een ‘plaag’ vormden. Dat ze gezien werden als ‘ongedierte’ en dat vervolgens anderen dat weer geloven. Kijk hoe er nu over vluchtelingen wordt gesproken, De Telegraaf die kopt over een ‘vluchtelingenplaag’. Dat is eng.” “Ik heb een dubbel gevoel bij de herdenking op 4 mei: aan de ene kant zeggen we ‘nooit weer’, anderzijds plakken we hetzelfde stigma op vluchtelingen als ooit op Joden en zijn we bang voor mensen die op de vlucht zijn voor oorlog en geweld. Leren we er überhaupt van, van de geschiedenis?” “Als we de Tweede Wereldoorlog als startpunt nemen, hebben wij hier vandaag in Nederland echt niks te klagen. De vrijheid die we
“Dat de polarisatie en haat aan het groeien zijn, is een feit. Dit raakt me diep. Ik wil niet dat mijn kinderen zich net als ik moeten verantwoorden voor terreuraanslagen die in naam van de islam gepleegd worden. Sinds ik vader ben, vind ik het mijn plicht om me uit te spreken. Voor mijn zoon en dochter wil ik mijn nek uitsteken. Zij zijn onderdeel van de toekomst. En misschien is de toekomst van onze kinderen wel datgene wat ons allemaal verbindt. Die toekomst komt niet vanzelf: die moeten wij hier en nu zelf creeren. Met de stichting IEDER1 (Nasrdin is een van de oprichters/ red.) en de parade vóór diversiteit en tolerantie door Amsterdam wilden we de angst voor de ander doorbreken. Er liepen vorig jaar tienduizend mensen mee. De parade was bijzonder en mooi. Waar ik wel van schrok, waren de zure berichten in de media en de haat op social media die door ons initiatief werden losgemaakt. Die negativiteit kwam hard aan.” “Ik heb twee kinderen, ik wil hoopvol blijven. Ook al klinkt het wat corny, liefde is wat we nodig hebben. Net als openheid, interesse en nieuwsgierigheid. Op 5 mei ga ik het hebben over hoop en liefde, daar geloof ik in. Liefde overwint haat, altijd.” Voor meer informatie: www.4en5mei.nl.
| 17 08-vieren-2-11.2.indd 17
03-03-17 16:23
HET RODE KRUIS 150 JAAR In 2017 bestaat het Rode Kruis 150 jaar. Mede door toedoen van het vfonds staan er tal van activiteiten op de agenda, waaronder de publicatie van een boek met persoonlijke verhalen van hulpverleners. door Frank Kromer | foto Rode Kruis/IFRC
Samenwerking vfonds en Rode Kruis De belangrijkste partner van het Rode Kruis in dit bijzondere jaar is het vfonds. (Ook het Nationaal Comité werkt al jaren samen met het Rode Kruis op de Bevrijdingsfestivals.) Voor directeur Gijs de Vries is de samenwerking een erkenning voor de weg die het Rode Kruis is ingeslagen. “Het vfonds investeert in vrede; dat staat ook zo mooi in hun logo. En met de gulle bijdrage investeren ze ook in de betekenis van het Rode Kruis.” Michiel van Hattem, directeur van het vfonds, sluit zich helemaal aan bij de woorden van De Vries: “De missie van het vfonds en de grondbeginselen van het Rode Kruis sluiten goed bij elkaar aan. Vrede en veiligheid, democratie en onpartijdigheid, de rechtsstaat en neutraliteit, en het levend houden van de herinnering aan de oorlog, zijn voor beide organisaties een spil in het denken en handelen.”
18
NCMagazine | voorjaar 2017
14-herinneren-2-14.2.indd 18
03-03-17 17:03
herinneren
Het Rode Kruis in actie, Libanon, november 2006
onze 30.000 vrijwilligers.” Het jubileumboek dient ook als basis voor een reizende tentoonstelling waarbij de persoonlijke verhalen bewerkt zijn tot korte filmpjes, indringende monologen van acteurs van het Nationale Toneel. “De tentoonstelling komt op veel grote evenementen te staan, onder andere op 3 Bevrijdingsfestivals op 5 mei. Daarnaast gaan we waarschijnlijk op een aantal bijzondere dagen met een speciale Rode Kruis-trein door het land zodat we de tentoonstelling aan zoveel mogelijk mensen kunnen laten zien. Ad van Liempt zal ook regelmatig als passagier in de coupés te vinden zijn.”
Menselijke tragedie De burgeroorlog in Syrië, een aardbeving in Nepal of de droogte in Afrika. Daar waar de menselijke tragedies het grootst zijn, is het Rode Kruis aanwezig. Het netwerk is zo groot en verworteld dat de hulporganisatie overal ter wereld, daar waar de nood het hoogst is, in actie kan komen. Hoewel het Rode Kruis in één adem wordt genoemd met dergelijke catastrofes, speelt de organisatie ook een belangrijke rol in onze eigen samenleving. Een rol die soms onderbelicht blijft. De viering van het 150-jarig bestaan is dan ook een uitgelezen mogelijkheid om, zoals Gijs de Vries het noemt, “de taken explicieter voor het voetlicht te brengen”. “Toen ik drie jaar geleden aantrad als directeur, kende ik het Rode Kruis – gechargeerd gezegd – alleen van de EHBO-posten op festivals”, vertelt De Vries. “Maar we doen zoveel meer, van noodhulp bij calamiteiten tot burgerhulp en hulp bij zelfredzaamheid.” Het Rode Kruis rukt gemiddeld zo’n 25 keer per jaar uit om politie, brandweer en ambulance te helpen in gevallen van nood. De belangrijkste taak is dan het opvangen van lichtgewonden en ervoor zorgen dat eventuele omstanders geholpen worden. “Denk bijvoorbeeld aan de overstroming van het VUmc in Amsterdam; dan staan we onmiddellijk klaar. Maar ook toen er in de zomer van 2015 55.000 vluchtelingen naar Nederland kwamen, waren we met veel vrijwilligers in de weer om hen te voorzien van basisbehoeften.”
D
at 2017 een druk jaar voor het Rode Kruis gaat worden, is een understatement. Mede dankzij een bijdrage van meer dan een half miljoen euro van het vfonds heeft het Rode Kruis tal van activiteiten en bijeenkomsten op de agenda staan. “Waar ik erg naar uitkijk is de Henry Dunant Lezing op 8 mei waar Sigrid Kaag (Nederlands VN-diplomaat, red.) de hoofdgast is. Minstens even belangrijk is dat we die dag ook het boek Hier om te helpen onthullen. Het is geschreven door Ad van Liempt en Margot van Kooten en vertelt op basis van persoonlijke verhalen van hulpverleners de geschiedenis van het Rode Kruis”, zegt Gijs de Vries, directeur van het Nederlandse Rode Kruis. “En dankzij het vfonds kunnen we dat boek aanbieden aan al
Humanitair oorlogsrecht In het jubileumjaar wordt een belangrijk evenement georganiseerd, het Humanitair Oorlogsrecht Congres, in samenwerking met het vfonds en het ministerie van Defensie. Dat congres is hard nodig, want ondanks de door vrijwel iedereen onderschreven Verdragen van Genève worden er nog steeds veel en zware overtredingen van het oorlogsrecht begaan, benadrukt De Vries. “Kijk naar de bombardementen van ziekenhuizen in Syrië. Kijk naar het barbaarse gedrag in die oorlog. Wij, het Rode Kruis, zijn de hoeders van het humanitair oorlogsrecht. We willen op het congres ook aandacht besteden aan onderwerpen zoals: hoe verhoudt oorlogsrecht zich tot terrorisme? Maar ook: hoe zit het met drones en oorlogsrecht? En wat betekent klimaatverandering voor conflicten in de wereld?” Voor meer informatie: www.rodekruis.nl/150, www.vfonds.nl
| 19 14-herinneren-2-14.2.indd 19
03-03-17 17:04
Inspiratie Boek
Goede mensen? Toneel
De complexiteit “In de Verenigde Staten is onderzoek gedaan onder jongeren en wat blijkt, is dat ze liever een sterke leider hebben. Gaat het in Nederland ook die kant op? Ik was waanzinnig onder de indruk van Ça ira, een toneelstuk dat tijdens het Holland Festival te zien was in de Amsterdamse Stadsschouwburg. De Franse Revolutie is net begonnen en een groep parlementariërs ruziet over de voor- en nadelen van democratie. Je ziet hoe het establishment zich verzet tegen de onrust van onderop. Het absurde is: je bent het als toeschouwer met bijna iedereen eens! Het stuk maakt de complexiteit duidelijk, je begrijpt dat de een concessies doet en de ander voor het pure gaat. Ça ira duurde 4,5 uur en was in het Frans - met boventiteling - dus ik dacht: waar ga ik heen? Maar ik heb 4,5 uur op het puntje van mijn stoel gezeten. Zulke waanzinnige teksten. Het stuk is een ode aan de democratie. Je moet met iedereen praten: wat déél je eigenlijk? Dat zoek ik in mijn werk ook op. PVV’ers en Trumpstemmers zijn geen slechte mensen. Het gaat om de behoefte aan een omwenteling, om het uit te schreeuwen, bij een groep die niet gezien en niet gehoord is. Logisch dat mensen dan denken: jullie van de elite kunnen me wat, het moet anders.” Ça ira (1) - Fin de Louis, Compagnie Louis Brouillard onder regie van Joël Pommerat.
Annette Schautt Door wie en door wat worden mensen geïnspireerd? In deze serie ditmaal Annette Schautt: opgeleid tot klassiek zangeres, maar werkzaam als manager in maatschappelijke en culturele organisaties. Vorig jaar werd ze programmadirecteur van de Stichting Musea en Herinneringscentra 40-45 (SMH). “Iedereen kan dader worden, álles zit in de mens.”
Annette Schautt
20
Chris van Houts
door Marja Verbraak
Minder beschaafd “In mijn werk gebruik ik vaak een interview dat ik las op www. nieuwwij.nl. Het gaat erover dat we de hele tijd met de Holocaust wapperen, ons morele ijkpunt. In het interview zegt historica Esther Romeyn dat Europeanen zichzelf zien als belichaming van de tolerantie. Het standaardidee is dat Europa herboren is na de Holocaust, haar morele les heeft geleerd en haar identiteit en beschaving op basis daarvan heeft gevormd. Immigranten, moslims, hebben die geschiedenis van de Holocaust niet en zijn dus ook niet zo tolerant, modern en beschaafd als wij. De Europeanen hebben allemaal het licht gezien, de moslims allemaal niet. Wij weten het beter en zij moeten heel snel integreren en onze waarden overnemen, vrouwvriendelijk en homovriendelijk zijn. Geweldig aan Romeyns stelling vind ik dat ze zegt dat wij ons met dit morele ijkpunt verheven voelen en daarmee uitsluiten. Die paradox is spannend. Lesgeven over de Tweede Wereldoorlog moet in dat opzicht echt veranderen. Het wordt al vanzelf een ander verhaal als je aan scholieren bijvoorbeeld vertelt dat 600.000 Marokkanen hebben meegevochten.” http:// www.nieuwwij.nl/interview/zomerserie-er-wordt-in-nederland-onverlicht-gedacht-over-immigranten.
Elizabeth Carecchio
De keuze van:
Interview
“Ik vind het fascinerend hoe De Welwillenden van Jonathan Littell in Nederland is ontvangen. In het boek volg je de SS’er Max Aue, die in Auschwitz en Stalingrad werkt. Nederlanders vonden het boek shockerend omdat je met een dader meeloopt, het is een perspectief dat ze niet kenden. Daar zit een verschil tussen Nederlanders en Duitsers. Ik kom uit Duitsland en heb dat perspectief juist van kleins af meegekregen. Ooms van me hebben in Rusland gevochten, de een was bij de Wehrmacht en de ander bij de SS. Als meisje vroeg ik op verjaardagen: wat heb je daar dan gedaan? Daar kreeg ik nooit antwoord op natuurlijk, maar ik denk dat ze ook Joden hebben doodgeschoten. De Welwillenden is zo’n sterk boek omdat je ziet hoe geleidelijk het gaat. Littell begint met het normaal menselijke: Aue die hogerop wil, een carrière nastreeft. Hij schikt zich meer en meer in het systeem, en als hij dan eindelijk het gevoel krijgt dat ethische grenzen worden overschreden, dan is het al te laat en is hij te ver gegaan. De Duitsers waren niet slecht, maar ze hebben zich tot monsters ontwikkeld. Als je als Duits volk zó fout bent geweest, dan weet je: iedereen kan dader worden, álles zit in de mens. Nederlanders identificeren zich met de goede mensen en denken ‘dat kan hier niet gebeuren’. Maar dat is naïef, het kan ook hier hartstikke misgaan.” Jonathan Littell, De Welwillenden, De Arbeiderspers.
Esther Romeyn
NCMagazine | voorjaar 2017
25-dekeuzevan-1L-30.1.indd 20
03-03-17 17:17
De capitulatie in Hotel ‘De Wereld’ op 7 mei 1945
Platform WOII
Beeldbank WO2/NIOD
Meer samenwerking organisaties Tweede Wereldoorlog
67-cover4-1-22.9.indd 21
Een krachtenbundeling om de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend te houden. Het NIOD, de Stichting Musea en Herinneringscentra 40-45, de Oorlogsgravenstichting, Stichting Liberation Route Europe en het Nationaal Comité 4 en 5 mei hebben zich verenigd in het Platform WOII. Met steun van het vfonds. Er zal intensief worden samengewerkt, bijvoorbeeld door gezamenlijk thema’s als bezetting en verzet te belichten. Verder wordt www.tweedewereldoorlog.nl dé plek met informatie over de oorlog. Meer informatie: www.4en5mei.nl/samenwerking/platform-WOII
13-03-17 15:00
DE KRACHT VAN HET PERSOONLIJKE VERHAAL Elk jaar publiceert het Nationaal Comité een jaartekst over herdenken & vieren. Voor 2017 geeft de hoofdredacteur van Elsevier, Arendo Joustra, zijn visie op de kracht van het persoonlijke verhaal. door Arendo Joustra | illustratie ‘Balance of Freedom’- Ramiro Zardoya (Cuba)
22
D
e musical Soldaat van Oranje, losjes gebaseerd op het levensverhaal van Engelandvaarder Erik Hazelhoff Roelfzema, staat al langer op de planken dan de oorlog in Nederland duurde. Het dagboek van Anne Frank is nog steeds een van de meest gelezen boeken ter wereld. Dat geldt, in Nederland althans, evenzeer voor de verhalen over de fictieve hoofdpersonen uit Oorlogswinter van Jan Terlouw en Oeroeg van Hella Haasse. Het is geen wonder dat deze persoonlijke verhalen over de Tweede Wereldoorlog en de dekolonisatie van Nederlands-Indië zo populair zijn. Ze ontroeren omdat ze de essentie van het leven heel nabij brengen. Ze gaan over moed en opoffering. Maar ook over de duistere kanten van de mens. Over de dood uiteraard en over diep gevoelde ellende, pijn, angst, onmacht en vernedering. Over verraad, leugens en lafheid. En over de geknakte levens van militairen van 19, 20, 21 lentes jong. Die nooit ouder zijn geworden. Die nooit de kans kregen hun eigen baby te horen kraaien of hun ouders te begraven. En over de miljoenen die zijn vermoord en niet eens een graf hebben. Persoonlijke verhalen over de oorlog, elke oorlog, zijn nooit zomaar verhalen, ze staan niet op zichzelf. Er hangt de schaduw overheen van de wereldgeschiedenis. Een seconde verder en je verkeert in het nog steeds onvoorstelbare verhaal van de massamoord. Of in het verhaal over de oorlog in Nederlands-Indië. Of in een overzeese strijd in de tegenwoordige tijd, om vrouwen en meisjes te behoeden voor verkrachting, mannen voor onthoofding. Het grotere verhaal van geopolitiek en genocide.
Mozaïek van verhalen Van een voetnoot in een overzichtswerk, tot een eigen (auto)biografie. Zo is in de afgelopen decennia het grote verhaal over de oorlog, de verovering, de veldslagen, de jaartallen, de moorden en
NCMagazine | voorjaar 2017
09-herinneren&vieren-2-2.2.indd 22
13-03-17 15:43
inspiratie
de uiteindelijke bevrijding, ingevuld door talloze ‘kleine’ verhalen. Samen vormen ze een mozaïek dat op geheel eigen wijze het grote verhaal nogmaals vertelt. Met als belangrijk verschil dat ze de geschiedenis aanraakbaar maken, het abstracte invoelbaar. Ze bieden een ‘historische sensatie’, zoals de historicus Johan Huizinga het noemde. En ze doen beseffen hoe het is om in vrijheid te leven, zonder nachtelijke razzia’s, zonder buigen voor een vreemde keizer. Deze verhalen moeten worden verteld, ook zeventig jaar na dato. Steeds vaker zijn de boeken die over de Tweede Wereldoorlog verschijnen biografieën, familieverhalen en memoires. Zuiver particuliere geschiedenissen dus. Soms uitgegeven in eigen beheer, zoals in 2016 Onderduiken doe je zo van Fred Stranders. Of als verhaal in een bundel, zoals De executie van oom Koen, waarin journalist Simon Rozendaal beschrijft hoe de broer van zijn vader op 16 juli 1944 in de duinen bij Overveen standrechtelijk werd geëxecuteerd vanwege zijn deelname aan het verzet. Of als onderdeel van een autobiografie, zoals de herinneringen van acteur Willem Nijholt, die in Een ongeduldig verlangen in een paar pagina’s indringend het leven in een jappenkamp schetst, het plezier van de bewakers bij het doodslaan van vrouwen, en zijn bibberende aankomst in grijs Nederland.
Wat is een natie? Die sterke drang om het persoonlijke verhaal te vertellen, is begrijpelijk. Oorlogen definiëren het bestaan van individuen en families, maar ook van naties. In zijn beroemde rede Wat is een natie? stelt de Franse historicus en filosoof Ernest Renan (1823-1892) dat een natie weinig met ras, taal of religie te maken heeft. Samen kunnen terugkijken op een gedeeld verleden en bereid zijn ook samen in de toekomst te leven, is volgens hem van veel groter belang. Volgens Renan gaat het bij een natie om solidariteit. “Zij veronderstelt een verleden, maar openbaart zich in het heden in de concrete bereidheid, de duidelijk verwoorde wens, om het leven gezamenlijk voort te zetten.” Nergens heb ik deze stelling van Renan mooier verwoord gezien dan in de autobiografie van Golda Meïr, Mijn leven. Daarin vertelt de voormalige premier van Israël hoe vlak na de oorlog, ondanks een Britse blokkade, op de stranden bij Tel Aviv de schepen arriveerden met de overlevenden uit de kampen. En hoe jongens en meisjes die in het nieuwe land waren geboren, de wilde zee inliepen “en hun leven riskeerden”. Meïr: “Ze waadden door de golven om de boten te bereiken en droegen de Joden op hun schouders aan wal. En uit de mond van de Joden die werden gedragen, heb ik gehoord hoe ze voor het eerst huilden; na alles wat ze zeven jaar lang in Europa hadden doorstaan.” De opdracht van Renan om bereid te zijn met alle inwoners het leven samen voort te zetten, geldt ook voor Nederland. Anders wordt het niks met deze natie.
Het steeds weer vertellen van verhalen over de oorlog, welke oorlog dan ook, helpt daarbij. In elke stad, elk dorp, elke gemeente is dit mogelijk. Door elk jaar op 4 mei en op de andere geëigende data de persoonlijke oorlogsverhalen van inwoners te vertellen. Daarbij kunnen de sociale media worden ingezet. Die stimuleren mensen immers om zelf verhalen uit de familie op te sporen, vast te leggen en door te vertellen. Heeft niet elke familie haar eigen verhaal, uitvergroot of niet? Soms heeft iemand een ‘tik’ overgehouden aan de oorlog, zoals mijn vader, die laarzen niet kon velen omdat hij als student zag hoe gelaarsde agenten de Joden in Amsterdam uit hun huizen haalden. Of zoals de schoonmaakwoede van de moeder van een vriend die de jappenkampen heeft overleefd.
Jodenvervolging Dat een oorlog behalve het beste ook het slechtste in mensen naar boven kan halen, leerde ik begin jaren zeventig op de middelbare school. Wekenlang besteedde geschiedenisleraar Smallegange aan de Jodenvervolging, de vernietigingskampen en de nazi’s. Om aan het slot de klas te verbijsteren met de mededeling dat onder de kampbeulen natuurlijk sadisten zaten, maar dat hij ons allen in staat achtte kampbeul te worden. Dat de meeste mensen geen helden zijn, dat straf en beloning je een bepaalde richting uit kunnen sturen en dat het laagje beschaving maar heel dun is. Het bleek een levensles te zijn, die columnist en essayist Bas Heijne aan het slot van zijn in 2016 verschenen boek Onbehagen zo formuleert: “Hoed je voor de barbaar in je omgeving. En voor de barbaar in jezelf.” Ook krampachtig zwijgen is een verhaal. Niet kunnen praten over de vermoorde familie, een nimmer teruggekeerde geliefde. Of uit schaamte. Of vanwege een muur van onbegrip bij familie of vrienden die het allemaal niet hebben meegemaakt, voor wie vredesmissie alleen een woord is in het televisienieuws. Wat dit betreft moet de beroemde dichtregel van Leo Vroman “Kom vanavond met verhalen” niet alleen als hartekreet worden gezien, maar ook als opdracht. Zonder gedeelde geschiedenis geen gedeelde toekomst. We moeten de verhalen blijven vertellen, blijven delen. Tot alle getallen weer zijn veranderd in namen. Dat is de waarde van gedenken.
Wie is Arendo Joustra? Arendo Joustra is sinds januari 2000 hoofdredacteur van het weekblad Elsevier. Van 2006 tot 2010 was hij voorzitter van het Nederlands Genootschap van Hoofdredacteuren. Hij is auteur van een dozijn boeken en bekleedt uiteenlopende nevenfuncties. Zo is hij lid van de Raad van Toezicht van het Persmuseum in Amsterdam en van het Roosevelt Study Center in Middelburg. Ook is hij secretaris van de Willem Oltmans Stichting. In 2013 ontving hij de LOF-prijs, de oeuvreprijs van de tijdschriftenbranche.
| 23 09-herinneren&vieren-2-2.2.indd 23
13-03-17 15:02
herdenken
‘HET VERLEDEN WORDT INEENS TASTBAAR’ Nederland telt ruim 3500 oorlogsmonumenten, waarvan er bijna 1500 geadopteerd zijn via Adopteer een monument. Dat geldt ook voor het ‘Zigeunermonument’ in Amsterdam. Door Maarten Dallinga | foto Nationaal Comité 4 en 5 mei
‘S
tel hun weg in het nieuwe leven voor hen open en verlos hen van de banden van het verdriet.’ Die tekst, ontleend aan een dodengebed, staat op het voetstuk van het ‘Zigeunermonument’ op het Museumplein. Het is een in brons gegoten beeld van een gezin (man, vrouw en twee kinderen), dat vlucht voor een ‘hel van vuur’. De voorstelling herinnert aan alle Sinti- en Roma-slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. In Nederland werden honderden van hen gedeporteerd; 215 mensen werden vergast of kwamen om door mishandeling, ziekte en uitputting. Koos Petalo, destijds belangenbehartiger van Roma en Sinti, nam het initiatief voor het ‘Zigeunermonument’. Het kwam er, in 1978, en is een werk van beeldhouwster Heleen Levano (Utrecht, 1941). Met regelmaat brengt ze een bezoek om te controleren of het er nog goed bijstaat. “Ik wilde laten zien waar deze slachtoffers doorheen zijn gegaan, het was echt een vergeten groep. Er bestond nog nergens in de wereld een monument speciaal ter nagedachtenis van de Sinti- en Roma-slachtoffers.”
Gedichten Het ‘Zigeunermonument’ is geadopteerd door de Hildebrand-van Loonschool in Amsterdam Zuid. “Ieder jaar houden we er rond de meivakantie met groep zeven en acht een herdenking”, vertelt
24
leerkracht Ferry Kaljee. “Die bereiden we voor met een les over de vervolging van Sinti en Roma. Ook nodigen we ieder jaar TABOR uit, een muziekgroep van Sinti en Roma. Zij geven een concert in de aula en vertellen over hun gedeporteerde familieleden. Dat maakt altijd veel indruk.” Ook schrijven de kinderen gedichten, die ze tijdens de herdenking voorlezen. Zo schreef een leerling van groep acht: “Zwart afgetekend tegen de felle middagzon, staat daar het monument, trots en fier.” Samen met TABOR zingen de kinderen liedjes en twee leerlingen leggen een krans. “Het is telkens bijzonder om met de kinderen bij de vervolgingen stil te staan”, zegt Kaljee. “Een monument helpt daarbij: het verleden wordt ineens tastbaar.”
Adopteer een monument Het Nationaal Comité 4 en 5 mei en de Oorlogsgravenstichting werken samen aan het landelijke onderwijsproject Adopteer een monument. Leerlingen van groep zeven en/of acht nemen de zorg op zich voor een oorlogsmonument of -graf in de buurt. Het is een manier om kinderen iets te leren over de lokale en regionale geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en over de traditie van herdenken. Meer informatie: www.4en5mei.nl/onderwijs.
NCMagazine | voorjaar 2017
06-herdenken-1L-25.12.indd 24
13-03-17 15:03
herinneren
‘IK BEN BIJNA MIJN HELE LEVEN NAAR MIJN VADER OP ZOEK GEWEEST’ Wat betekent het oorlogsverleden van de eerste generatie slachtoffers voor hun kinderen en kleinkinderen? Wat betekenen herdenken & vieren? NC Magazine publiceert elk nummer een gesprek tussen de verschillende generaties. Dit keer televisiepresentator Sonja Barend en acteur en fotograaf Thom Hoffman. door Leonard Ornstein en Larissa Pans | foto’s Chris van Houts
17-herinneren-5-24.2.indd 25
13-03-17 15:05
E
én keer heeft acteur en fotograaf Thom Hoffman (1957) in de talkshow van Sonja Barend (1940) gezeten. Hij speelde in 1989 samen met Marion van Thijn (“beeldschoon en een debutante, nul acteerervaring”) in De kassière. Hoffman tegen Barend: “En dat was natuurlijk ook meteen jouw vraag, of iemand die nooit geacteerd had wel in een film kon spelen.” Thom, lachend: “Toen heb ik haar natuurlijk enorm verdedigd. Maar je had gelijk.” En er loopt nog een ander lijntje: “Ik heb gekust met een van de stiefdochters van Sonja. Lang geleden hoor. Een intelligente, schitterende meid.” Er is toen een foto gemaakt door Hoffman van de dochters. Bij de familie Cahen-Barend hangt die foto nog altijd aan de muur. Barend is getrouwd met Abel Cahen, zijn drie dochters waren nog jong toen Sonja in hun leven kwam. Barend: “Raar woord hè, stief. Ik zeg ook altijd tegen ze: ‘Jullie kwaaie stief vindt er dit of dat van’.”
David Barend In een rustige hoek van het Amsterdamse College Hotel vindt vanwege dit dubbelinterview een hernieuwde kennismaking tussen beiden plaats. Ze komen privé niet bij elkaar over de vloer, maar spreken wel met een zekere vertrouwdheid. Dit voorjaar brengt ‘de koningin van de talkshow’ Sonja Barend haar biografie Je ziet mij nooit meer terug uit, waarin ze onopgesmukt en indringend haar jeugd en haar verdere leven beschrijft. Een leven waar de Tweede Wereldoorlog een zwaar stempel op heeft gedrukt. David Barend heette haar vader, een Joodse Amsterdammer die sorteerder was van tweedehands jutezakken. In het boek vertelt Sonja’s moeder over die ene bepalende dag in 1942, Sonja was
26
toen twee jaar: “We woonden op de tweede verdieping en er werd gebeld. Ik deed open. Twee mannen kwamen de trap op. Het waren keurig aangeklede Nederlandse mannen. Ze vroegen: ‘Is uw man thuis?’ Ik zei: ‘Ja’. (...) Je vader kon geen kant meer op. Ze waren al boven en hij stond gewoon in de kamer. Hij moest met ze mee. Het was maar voor even, zeiden ze, voor een formaliteit. Hij zou zo weer thuis zijn. (...) Ze liepen naar jouw kamer, waar jij in je bedje lag. Ik gilde, was bang dat ze je mee zouden nemen. Je zag er zo Joods uit met al dat zwarte haar. Ze deden net alsof ze je op wilden tillen. Maar ze lieten je toch liggen. Je vader trok zijn jas aan en zette zijn hoed op. Hij zag er altijd mooi uit, verzorgd. Lang en slank was hij, net als jij. Hij is naar je toe gegaan en heeft je hoofdje gekust. ‘Je ziet mij nooit meer terug’, zei hij. En zo is het ook gegaan, ik heb hem nooit meer teruggezien.” Barend: “Dit is het enige dat mijn moeder me vertelde. Op andere vragen zei ze: ‘Kind, dat is al zo lang geleden, dat weet ik niet meer’.” Via de strafgevangenis Het Oranjehotel in Scheveningen en Westerbork is David Barend in Auschwitz terechtgekomen waarschijnlijk in de gaskamers - samen met zijn zusjes en hun mannen, en neefje Freddy. Barend: “Ik ben bijna mijn hele leven naar mijn vader op zoek geweest.” Maar ze heeft weinig informatie over hem kunnen vinden.
Thom Hoffman: ‘Mijn vader zei opeens tegen mij: “Ik droom elke nacht over de oorlog”’
Beeldbank Indonesië ‘De oorlog’ is ook bij Thom Hoffman nooit ver weg, zij het met een minder dramatische familie-impact dan bij Barend. Hij heeft Indonesische roots - Hoffmans grootmoeder is geboren en getogen
NCMagazine | voorjaar 2017
17-herinneren-5-24.2.indd 26
13-03-17 15:07
herinneren
in Indonesië, waarschijnlijk als dochter van een Molukse militair. Zijn grootvader werkte bij de Petroleum Maatschappij in Palembang, Sumatra. “Een heel net, liberaal gezin in Wassenaar”, zo typeert Hoffman het milieu waaruit hij komt. “Well-to-do mensen, mijn vader was tandarts en was oud-tophockeyer. Mijn moeder was erg in politiek geïnteresseerd, ter rechterzijde. Zij stond te juichen als Wiegel op tv kwam. Wij, haar twee zonen, waren meer links. Wij namen een abonnement op de VPRO-Gids en juichten als Barend Servet op de televisie was.” Hoffman was in 2015 cultural professor aan de TU Delft en zette een beeldbank op over de geschiedenis van Indonesië, inclusief de minder fraaie kanten van dat verleden, zoals de oorlogswreedheden die door Nederlandse soldaten zijn begaan tijdens de ‘politionele acties’. Zodra hij over Indonesië spreekt, komt de leraar in hem naar boven en geeft hij het liefst een college, compleet met vragen aan zijn publiek. Hoffman is een man met een missie. Hij wil met “de juiste melange aan beelden” het verhaal van Nederlands-Indië vertellen en hoe het kwam dat Nederland historisch gezien aan de verkeerde kant stond. De helft van Hoffmans familie komt uit voormalig Nederlands-Indië. “Ik ben toen ik jong was deels opgevoed door mijn grootouders, en hun leven was doordrenkt van het Indische leven en het sepiagekleurde plaatje dat ze hadden van hun tijd daar. Door het spelen van toneeladaptaties van Couperus en Multatuli zag ik een bredere geschiedenis dan alleen onze familieband met het land. Ook in voormalig Nederlands-Indië waren er in de jaren dertig al politieke extremiteiten. De NSB had 4000 leden, op slechts 60.000 Nederlanders, een hoog percentage aanhangers dus. Mussert is er zelfs naartoe gegaan om geld voor zijn partijkas op te halen.” Hij herhaalt het tijdens het gesprek een paar keer: “Feitenkennis en geschiedeniskennis zijn onmisbare onderdelen om te kunnen weten waar we als land staan.”
Hoe Joods ben jij? Hoe ‘Indisch’ of hoe ‘Joods’ voelen zij zich? Hoffman: “Ik ben maar een achtste Indisch, ik voel me niet zo Indonesisch. Mijn familie is geen slachtoffer van de oorlog. Godzijdank hoor. Ik voel me dus geen tweede generatie oorlogsslachtoffer. Onvergelijkbaar met Sonja’s familiesituatie.” Sonja Barend heeft een Joodse vader en een Nederlandse moeder, wat haar dus een ‘vaderjood’ maakt. Barend: “Wat een afschuwelijke term, vaderjood. Hoe Joods voel ik me? 3,5 ons of 4 kilo? Ik heb geen idee. Ik ben heel betrokken bij die geschiedenis, het is wel de achtergrond van hoe ik in het leven sta.”Joodse feestdagen als Pesach, Seideravond en Chanoeka viert Barend met haar man, kinderen en kleinkinderen. “Ik voel me geen eerste generatie oorlogsslachtoffer, ook al ben ik aan de vooravond van de oorlog geboren. De generatie vóór mij, dat zijn de oorlogsslachtoffers. Mijn vader en zijn familie. Mijn vader hoort heel erg bij mijn leven. Dat klinkt raar, omdat ik hem en zijn hele familie niet gekend heb. ‘Zit ik me niet aan te stellen?’, heb ik weleens gedacht. Maar zijn rol is wel heel wezenlijk. Hoe ik aankijk tegen mensen, wat ik wilde bereiken met mijn televisieprogramma: met dat programma wilde ik dat iedereen aan het woord kon komen, de
Sonja Barend: ‘De generatie vóór mij, dat zijn de oorlogsslachtoffers’
| 27 17-herinneren-5-24.2.indd 27
13-03-17 15:07
SONJA BAREND IN ‘T KORT Sonja Barend (1940), oud-televisiepresentatrice, vele programma’s waaronder de talkshow Sonja op Zaterdag. Ze is getrouwd met architect Abel Cahen en was getrouwd met wijlen televisiemaker Ralph Inbar. Barend is stiefmoeder van drie kinderen. Haar vader was Joods en heeft de oorlog niet overleefd, haar moeder was Nederlands. Coen Verbraak maakte de documentaire Vragen zonder antwoord over haar en Barends autobiografie Je ziet me nooit meer terug is net uitgekomen bij De Bezige Bij.
Links: David Barend de vader van Sonja en rechts: de jonge Thom Hoffman
gastarbeiders van toen, de homo’s, de heroïneverslaafden. We wilden echt in gesprek gaan en een discussie op gang brengen.” Wat in een mensenleven vaak gedaan wordt, gebeurt ook in de geschiedenis, zegt Hoffman, namelijk dat tijdvakken netjes worden opgesplitst in bepaalde periodes met scharnierpunten. “Dat is niet zo. Het is veel meer zo dat er allerlei lange lijnen lopen met langzame ontwikkelingen, die niet meteen zichtbaar zijn. Soms vinden er erupties plaats, maar dan zijn de oorzaken eigenlijk al gepasseerd.”
Scharnierpunt Toch is één datum in zijn privéleven voor Hoffman wél een scharnierpunt: dat was in 1999. “Ik raakte die dag betrokken bij een zwaar auto-ongeluk, werd eigenlijk halfdood opgeveegd in Zwitserland. Ik was daar voor de opnames van een film. We zaten met zijn vieren in een auto, ik als passagier, en we stortten in een ravijn. Alle vier kregen we een merkwaardige adrenalinestoot waardoor we na het ongeluk naar boven konden klimmen en pas toen merkten dat er van alles in onze lijven kapot was. Hup, de ambulance in en pas vier maanden later kon ik weer functioneren. Daarna was ik een tijdje bang om te vliegen, stapte ook niet graag een auto in. Ik werd voorzichtiger. Maar die datum in november werdeen geluksdag toen exact vijf jaar later mijn zoon werd geboren. Maar eigenlijk zou ik de dag van het ongeluk óók als een geluksdag kunnen zien, want ik heb het er levend vanaf gebracht.” Eén dag kan bepalend zijn in een leven. De dag dat je levend uit
28
WIE IS THOM HOFFMAN? Thom Hoffman (1957) is acteur voor film, toneel en televisie. Hij is eveneens fotograaf, zo fotografeerde hij oorlogskinderen in voormalig Joegoslavië en Nepal voor War Child. Hij is cultural professor aan de TU Delft. Hoffman gaf als gasthoogleraar masterclasses over het Nederlands-Indië ten tijde van Multatuli onder de titel Point of view: Eduard Douwes Dekker. Hij levert een grote bijdrage aan de BBNI, BeeldBank Nederlands-Indië. Zijn vader was een bekende hockeyer en is geboren en deels getogen in Indonesië. Hoffman is getrouwd met de Nederlands-IndonesischChinese actrice Giam Kwee en heeft één zoon met haar. Hij is vorig jaar benoemd tot Ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw. een ravijn kruipt, de dag dat je levend wordt weggevoerd uit je huis om vervolgens naar de dood gedeporteerd te worden. Barend: “Ik zie het niet als slechts één dag, maar als een gebeurtenis die de rest van mijn leven bepaald heeft vanaf het moment dat ik het wist. Heel lang heb ik van niks geweten. In de oorlog woonde ik van mijn tweede tot mijn zevende jaar in Alkmaar bij mijn katholieke grootouders - de ouders van mijn moeder - en bij mijn inwonende tante Miep. Mijn moeder zag ik soms. Pas in 1947 ging ik weer bij haar in Amsterdam wonen. Zij was inmiddels samen met een andere man - waarvan ik dacht dat hij mijn vader was - en zij hadden in de tussentijd twee zoontjes gekregen - van wie ik dus dacht dat zij mijn volle broers waren.” Een “reddeloos” huwelijk, zo typeert Barend het tweede huwelijk van haar moeder. “Ze hadden altijd ruzie en ik hoorde alles. Er was tekort aan geld, althans, ze kreeg te weinig huishoudgeld van mijn vader. Er waren altijd zorgen. Ik kreeg de zenuwen van elke verjaardag, als de jongens een gat in hun broek vielen of als de Sinterklaastijd aanbrak. Mijn moeder vertelde mij alle ellende. Ik werd daar radeloos van, omdat ik het niet voor haar kon oplossen.” Haar moeder besluit haar na de oorlog niet te vertellen over haar weggevoerde vader, en Sonja krijgt de achternaam van haar stiefvader. Door toeval stuit Barend op de waarheid, ze is dan tien jaar. “Ik was bij een tante op bezoek en zag op de kalender staan dat op 29 februari Sonja Barend jarig was. ‘Gôh, wat leuk dat er nog een Sonja op die idiote datum jarig is’, zei ik tegen mijn tante toen ik van de wc kwam. Op een toon alsof ze vroeg ‘Lust je nog een boterham?’ antwoordde ze: ‘Maar dat ben jij!’ Toen ik vroeg hoe dat kon, zei mijn tante plompverloren: ‘Jouw vader was een Jood en is in de oorlog omgekomen. De vader die je nu hebt, is je echte vader niet.’ Ik had er vanaf die tijd vooral praktische gedachten over. ‘Hoe moet het nou met mijn diploma als ik eigenlijk een andere achternaam heb? Daar moet mijn echte achternaam op, anders is het niet geldig.’ Dat werd een enorm ding in mijn hoofd.” Pas later in haar leven besefte Barend de reikwijdte van het ‘kalenderincident’: “Er veranderde na die ontdekking eigenlijk ook niks. Er werd nergens over gepraat, ik wist niks en ik vroeg niks.”
NCMagazine | voorjaar 2017
17-herinneren-5-24.2.indd 28
13-03-17 15:08
herinneren
Verdriet moeder De vrouw die jarenlang heel Nederland aan het praten kreeg over gevoelige thema’s, durfde met haar moeder het onderwerp David Barend niet aan te snijden. Zelf ziet ze daar ook de ironie van in. (Fijntjes:) “Het is curieus voor iemand die veertig jaar haar geld verdiend heeft met het stellen van vragen, dat het mij niet gelukt is om mijn moeder aan het praten te krijgen over haar verleden met mijn vader. Ik had medelijden met haar, was ontzettend bang om haar verdrietig te maken. Ik wilde alles weten, maar was tegelijkertijd ook bang voor de antwoorden. Mijn man Abel zei: ‘Je móet met je moeder praten, straks is ze er niet meer en krijg je enorme spijt.’ Ik heb toen wel geprobeerd een gesprek te voeren met mijn moeder over vroeger. Maar ze zei altijd dat ze het niet meer wist.” Hoffman veert op: “Ja, herkenbaar. Families kunnen nooit met elkaar praten. De raarste strategieën vinden plaats in het nietbenoemen van dingen. Mijn familie kwam al in 1933 terug uit Nederlands-Indië, dus die hebben niets van de jappenkampen meegemaakt. Mijn vader was zoon van een burgemeester en woonde in een piepklein Brabants dorp waar die hele Tweede Wereldoorlog langs was gewaaid, zonder dat ze er veel last van hadden. Dacht ik. Tot ik in een stuk zat waarin ik Otto Frank speelde en mijn vader kwam kijken. Ik eindigde helemaal alleen op het toneel: Otto Frank na de oorlog, een totaal uit het veld geslagen, verdrietige man als hij hoort wat er met zijn vrouw en dochters is gebeurd. Bergen-Belsen komt natuurlijk ter sprake. Na afloop zei mijn vader opeens tegen mij: ‘Ik droom elke nacht over de oorlog.’ Wat bleek? Mijn vader is aan het eind van de oorlog bij het Rode Kruis gegaan. In ’44 heeft hij zich daarbij aangesloten en vanaf 1945 is hij met het Rode Kruis meegegaan, de grens over. Hij heeft in Bergen-Belsen en in andere kampen meegedaan met de identificatie en het opsporen van familieleden van slachtoffers. Van levende en van dode mensen. Hierover heeft hij nooit een woord tegen iemand gezegd. Behalve die avond met mij in de Haarlemse Stadsschouwburg. Ik ontdekte in zijn grote
fotoalbums vier kleine foto’s van zijn bezoeken aan die kampen.” Sonja vraagt: “Heb jij daarna nog geprobeerd er met hem over te praten?” Thom: “Ik heb het geprobeerd. Het was te zwaar voor hem om erover te vertellen. Mijn vader was een heel gesloten man, niet van de grote emoties. Een paar maanden na die voorstelling is hij overleden. Ik voelde aan zijn onwil om te antwoorden dat er een grens zat aan wat ik kon vragen.” Sonja: “Als iemand begrijpt hoe moeilijk het is om het gesprek aan te gaan, ben ik het wel. Jij hebt dus ook niet doorgezet. Waarom niet?” Thom: “Om hem niet de pijn van die ervaring weer te laten voelen, denk ik. Ik wilde zijn gevoelsleven respecteren, het litteken niet groter maken.” Sonja: “Mijn inzet was altijd om alles uit mijn interviewgasten te halen wat er inzat. Langzaam maar zeker leer je de manier om dat te doen. Liefst zo pijnloos mogelijk. Ik had het gemakkelijk op mijn moeder kunnen toepassen. Maar ik heb het niet gedaan. Uit angst haar pijn te doen. Ik durfde het niet. Iedere maandagavond zat ik bij haar, jaar in jaar uit. En iedere maandagvond dacht ik: vanavond…”
‘Families kunnen nooit met elkaar praten. De raarste strategieën vinden plaats in het niet benoemen van dingen’
| 29 17-herinneren-5-24.2.indd 29
13-03-17 15:08
Michiel van Hattem in Te Mate Peak met de ANZAC Pine (1914-1918) in Nieuw-Zeeland: “Vanuit mijn nieuwe functie was ik tijdens een vakantie ver weg toch ook benieuwd naar herinneren en herdenken. Herdenken in Nieuw-Zeeland is meer gericht op de Eerste Wereldoorlog. De veteranen die terugkeerden kwamen terecht in de binnenlanden waardoor er een bijzondere relatie tussen veteranen en natuurbeheer is ontstaan. In veel natuurgebieden staan daarom gedenktekens.”
‘IK GELOOF HEEL ERG IN SAMENWERKING’ Het vfonds heeft een nieuwe directeur: Michiel van Hattem. Een interview met een groot voorstander van communicatie en samenwerking. Door Simon Jacobus | Foto Privécollectie Michiel van Hattem
H
ij waardeert wat hij heeft, elke dag weer. Met tijd moet je niet slordig omgaan, vindt Michiel van Hattem, de nieuwe directeur van het vfonds. Toen hij in het laatste jaar van zijn studie aan de KMA in Breda zat, brak hij tijdens een rugbytraining zijn nek. Acht weken lag hij in het ziekenhuis, acht weken heeft hij gerevalideerd. Hij noemt het zijn noodlot, het moment waarop de toen nog jonge Van Hattem gedwongen werd na te denken over het leven, over hoe het ook anders had kunnen aflopen, over hoe je tegenslagen kunt overwinnen en over acceptatie.
Uitzending Bosnië
Dat inzicht is hem in zijn verdere carrière blijven ondersteunen. Hij vertelt dat hij het afgelopen jaar een cursus storytelling-narratieve psychologie heeft gevolgd. Uit interesse in verandermanagement door het delen van verhalen, maar ook om in zijn werk te gebruiken, want Van Hattem is een mensenmens. In de twaalf jaar dat hij bij Defensie werkte, ondermeer als officier bij de geneeskundige troepen, was hij ook altijd bezig met het helpen van mensen. In 1996 werd zijn eenheid uitgezonden naar Bosnië, nadat een jaar eerder het echec van Srebrenica had plaatsgevonden. En nee, hij voelde destijds niet de politieke en internationale druk die er toen wel degelijk was. Van Hattem: “Ik was verantwoordelijk voor de ziekenauto’s, dat betekent afvoerroutes verkennen en openhouden. Daarnaast reden we mee met de vele konvooien. We ondersteunden zo tweeduizend collega’s die veilig moesten thuiskomen. Dus
30 NCMagazine | voorjaar 2017 27-herinneren & vieren-2-7.2.indd 30
13-03-17 15:09
herinneren
Michiel van Hattem in ’t kort … (FCPSFO JO JO -FJEFO … 0QHFHSPFJE PQ (PFSFF 0WFSºBLLFF … 0QMFJEJOH ,." JO #SFEB CFTUVVSTLVOEF &SBTNVT 6OJWFSTJUFJU 3PUUFSEBN FO .#" 54. #VTJOFTT 4DIPPM
Â… &FSEFS XFSL[BBN WPPS %FGFOTJF HFNFFOUF 3PPTFOEBBM EF 1PMJUJF BDBEFNJF FO 30$ 8FTU #SBCBOU Â… (FUSPVXE WBEFS WBO WJFS LJOEFSFO Â… 8PPOU JO 3PPTFOEBBM
het was kilometers maken, zorgen dat we niet op mijnen reden en dat mensen hun werk konden doen. Ik heb veel gepraat met degenen uit mijn eenheid. Ze waren jong en ze hadden pittige dingen meegemaakt. Dat maakt nog steeds indruk.�
Duurzame relaties
Communicatie en samenwerken dus. Dat was ook belangrijk in zijn funcie als directeur bij ROC West-Brabant en in de jaren dat hij op de politieacademie werkte. Deze strategie zal hij voortzetten als vfonds-directeur. “Ik geloof erg in samenwerking en op elkaar afstemmen. Daarom zijn we bij het vfonds blij met het Platform Herinnering Tweede Wereldoorlog, daarin werken allerlei organisaties met elkaar samen.â€? Het Nationaal ComitĂŠ 4 en 5 mei beschouwt Van Hattem als een cruciale partner in de activiteiten ten aanzien van herdenken en vieren. Vorig jaar sloten het Nationaal ComitĂŠ en het vfonds, met toen nog Ton Heerts als directeur, een convenant voor drie jaar. Het past binnen het beleid van het vfonds om duurzame relaties met partners op te bouwen maar Van Hattem zegt ook dat het niet betekent dat een partnerorganisatie elk jaar automatisch subsidie ontvangt. Het vfonds heeft de afgelopen jaren aan zinvolle projecten meer geld uitgegeven dan er via de Postcode Loterij en BankGiroLoterij ontvangen werd, waardoor reserves aangesproken moesten worden. Afhankelijk van de inkomsten van loterijen zal het vfonds jaarlijks bepalen welke projecten gesubsidieerd zullen worden. “We rekenen erop dat als een organisatie een jaartje niks
27-herinneren & vieren-2-7.2.indd 31
krijgt, het toch onze partner blijft.â€? Zal er met de komst van Michiel van Hattem iets veranderen? Naast het belang dat de directeur hecht aan het opbouwen van duurzame relaties wil het vfonds zich sterker positioneren met een stempel van betrouwbaarheid. “Mensen die meedoen aan de loterijen moeten weten dat de financiĂŤn die het vfonds krijgt op de juiste plek terechtkomen en dat dit wordt getoetst op een uniforme en transparante wijze.â€? Daarnaast wil Van Hattem de kernboodschap vfonds investeert in vrede breder trekken via persoonlijke verhalen, onder andere in de campagne Ode aan de V (van vrede en vrijheid). “Maar dat is nog aan onderzoek onderhevig. Wat willen we zeggen? Wat maakt het verschil?â€? Hij was, zo zegt hij, diep onder de indruk van oud-generaal Van Uhm die in 2013 sprak op de Dam tijdens de Nationale Herdenking. Van Uhm vertelde over zijn zoon Dennis, die als uitgezonden militair in Afghanistan is omgekomen, maar ook over zijn vader die zich onmachtig had gevoeld tijdens de bezetting van Nederland door de nazi’s. Een indrukkend verhaal met een boodschap die nog steeds actueel is. Michiel hoopt met zijn kennis en achtergrond samen met alle organisaties die actief zijn binnen de werkvelden van het vfonds mooie stappen te zetten. Het werk van het vfonds is de laatste jaren alleen maar urgenter geworden door conflicten wereldwijd en dichtbij. Vrede en vrijheid zijn niet vanzelfsprekend, een goed werkende democratie hoort daarbij. Michiel sluit af met zijn eigen Ode aan de V: “verbinden en verbeterenâ€?.
13-03-17 15:09
door Karen Waterman
‘D
e Verenigde Naties zijn opgericht tegen de achtergrond van de Holocaust. Het Vluchtelingenverdrag en het Mensenrechtenverdrag waren zonder de Holocaust misschien wel nooit tot stand gekomen. De Holocaust heeft mij persoonlijk beïnvloed, als opgroeiend kind na de Tweede Wereldoorlog. Mijn ouders maakten die bewust mee. Aan de verschrikkingen van die oorlog en vooral de genocide werd thuis veel aandacht besteed. De genocide in Rwanda was voor mij een wake up call: wat eerder gebeurde, kan nogmaals gebeuren. Dit alles maakt je extra bewust van verantwoordelijkheden.” “Tussen 2011 en 2014 was ik ambassadeur in Juba, Zuid-Soedan. In december 2013 brak tijdens de verkiezingen het geweld uit. Op een gegeven moment was bijna al het personeel van de ambassade geëvacueerd. Ik bleef alleen achter met een veiligheidsman. Elke dag ging ik met de auto van de ambassade de stad door, of het land in, met de vlag voorop de auto. Het was essentieel om als buitenlands waarnemer zichtbaar te blijven. Zodat de aanstichters van het geweld wisten dat we alles zagen, dat we wisten wat er gebeurde. Want als voorkomen en beschermen niet meer mogelijk zijn, dan hebben we altijd de verplichting om wettig bewijs te verzamelen van mensenrechtenschendingen om later een strafrechtelijke vervolging mogelijk te maken.”
Spaarnestad Photo
Kan kennis over een uiterst gedocumenteerde historische genocide zoals de Holocaust bijdragen aan het voorkomen van een nieuw Auschwitz? Voor mensenrechtenambassadeur Kees van Baar is dat een retorische vraag. Maar voor optimaal resultaat moet die kennis nog veel meer gedeeld moeten worden, aldus Van Baar.
Onder rechts: Vrouwelijke vluchtelingen wachten voor een ziekenhuis in Darfur, Soedan.
Proactief Het is essentieel om te leren van de Holocaust, zegt Van Baar. Kennis over de psychologische, culturele, politieke en maatschappelijke oorzaken van die genocide zonder precedent, biedt daarvoor de ingrediënten. Onderzoek naar, herdenken van en lesgeven over de Holocaust in relatie tot andere genociden moet ook vooral doorgaan. Kees van Baar ziet kansen voor de IHRA om proactief bij te dragen aan een breder bewustzijn van de oorzaken van mensenrechtenschendingen. Een early warning system. “De IHRA kan als makelaar een schat aan kennis ontsluiten en beschikbaar maken. Waarom geen portefeuille samenstellen met sprekers voor congres-
Ton Koene/Visuals Unlimited, Inc.
‘DE GENOCIDE IN RWANDA WAS EEN WAKE UP CALL’
Rechts: Aankomst van honderd Joodse vluchtelingen uit Oostenrijk in Nederland. Na een warm bad worden de vluchtelingen in dekens gewikkeld en van het badhuis met een autobus naar een school vervoerd. Den Haag 1938.
Drie P’s
Wie is Kees van Baar? Mensenrechtenambassadeur Kees van Baar (1959) is in 1989 in dienst getreden van het ministerie van Buitenlandse Zaken. Van Baar was werkzaam in Lusaka, Moskou, Jakarta en Nairobi. In 2011 werd hij benoemd als ambassadeur in Juba (Zuid-Soedan). Sinds 2104 is Van Baar de Nederlandse Mensenrechtenambassadeur. Van Baar heeft in het afgelopen jaar twee maal opgetreden als waarnemend delegatieleider van de Nederlandse IHRA-delegatie.
32
Mensenrechten lopen als een rode draad door het beleid van Buitenlandse Zaken. De keuze in 1999 voor het aanstellen van een ambassadeur past daarin. Kees van Baar is de vijfde mensenrechtenambassadeur sindsdien. Hij verwijst naar de Nederlandse reputatie van voorvechter van mensenrechten. “De aanwezigheid van het Internationaal Strafhof in Den Haag draagt daar ook aan bij. In dat mensenrechtenbeleid gaan we in geval van grootschalige mensenrechten uit van de drie P’s. Prevention: massale schending van mensenrechten voorkomen. Protection: mensen beschermen. En Prosecution: als je die schending van mensenrechten niet kunt voorkomen, dan ervoor zorgen dat de daders berecht worden. Die drie P’s zijn een resultaat van lessen die uit de Tweede Wereldoorlog zijn getrokken.”
NCMagazine | voorjaar 2017
18-internationaal-2-22.2.indd 32
13-03-17 15:10
internationaal
Over de IHRA
Ton Koene/Visuals Unlimited, Inc.
Spaarnestad Photo
De IHRA is opgericht in 1998. De afkorting staat voor International Holocaust Remembrance Alliance. Doel van deze intergouvernementele organisatie is wereldwijd politici en anderen met maatschappelijke invloed bewustmaken van het belang van Holocausteducatie, -herdenking en -onderzoek. Lidmaatschap staat open voor alle democratische landen. Nederland is lid, net als dertig andere landen, en elf landen hebben een waarnemerstatus. Daarnaast heeft de IHRA zeven Permanente Internationale Partners, waaronder de Verenigde Naties. Meer informatie: holocaustremembrance.com
sen en die proactief uitzetten? Op de site is een fantastisch overzicht te vinden met wereldwijd 120 organisaties die zich inzetten op het gebied van herdenken, onderzoek en herinnering in relaties tot actuele mensenrechtenschendingen en genociden.* Een mooi begin. Maar hoe komt die kennis over processen en mechanismen die we bij de Holocaust waarnemen terecht bij degenen die deze kennis zoeken?”
Dialoog Als mensenrechtenambassadeur reist Kees van Baar de hele wereld over. Om zijn zorgen uit te spreken over 47 doodvonnissen in Saoedi-Arabië, om samenwerking te zoeken met andere landen. “Ik spreek met mensenrechtenactivisten in Guatemala, met het bedrijfsleven, lokale en centrale overheden, met academici
en organisaties, over de problemen in een land. Ik woonde een publiek debat bij in Irak over homo’s. Maar ik ontvang ook een Chinese delegatie om in Amsterdam te laten zien hoe die gemeente handen en voeten geeft aan het non-discriminatiebeleid. Ik bezoek congressen en conferenties om het Nederlandse mensenrechtenbeleid uit te dragen. Kennis over de mechanismen en oorzaken van mensenrechten is op alle niveaus belangrijk. De strijd voor mensenrechten en tegen een nieuw Auschwitz is een strijd van mensen, van individuen, organisaties, docenten, journalisten, maatschappelijke organisaties, landen en internationale organisaties en verbanden. Nee, het is zeker geen verloren zaak. Mensenrechten zijn geen westerse luxe. Ook in een land als Saoedi-Arabië is een dialoog mogelijk. Onlangs organiseerde Botswana een conferentie over het Internationaal Strafhof.” De meeste indruk op Kees van Baar maken individuen. “Mensenrechtenactivisten die met gevaar voor eigen leven of vrijheid hun werk doen, die soms zwaar bewaakt moeten worden of hun vrijheid op het spel zetten om mij te ontmoeten. Dat zijn de echte grote mensen, en vaak zijn het juist kleine fragiele vrouwen.” * Het overzicht is te vinden in het onderzoeksrapport A Matter of Comparison dat in 2016 is uitgekomen: www.holocaustremembrance.com/media-room/stories/ matter-comparision
| 33 18-internationaal-2-22.2.indd 33
13-03-17 15:11
Jongeren bij de interactieve tentoonstelling Museum Rotterdam ‘40-’45 NU
Serie Nederland telt vele oorlogsmusea en herinneringscentra. Sinds enkele jaren bestaat de Stichting Musea en Herinneringscentra 40-45. NC Magazine publiceert elk nummer een reportage van publiciste Yasmina Aboutaleb over een van deze musea of centra. Dit keer: Museum Rotterdam ’40-’45 NU.
34
NCMagazine | voorjaar 2017
13-herinneren-3-7.2.indd 34
13-03-17 15:13
HERINNEREN
‘WE LEREN JONGEREN HET VERSCHIL TUSSEN FEIT EN VOOROORDEEL’ Het bombardement op Rotterdam niet vertellen maar laten beléven – dat is de insteek van de herinrichting van het Museum Rotterdam ’40-’45 NU aan de Coolhaven. Het resultaat: een hypermoderne experience. ‘Oude voorwerpen zijn prima, maar we willen ook de jonge generatie blijven boeien.’ door Yasmina Aboutaleb | foto’s Lennaert Ruinen
| 35 13-herinneren-3-7.2.indd 35
13-03-17 15:13
HERINNEREN
I
n de spierwitte ruimte gaat het licht uit, de schermen in de acht meter lange tafel gaan aan. Dan galmt de stem van presentator en bekende Rotterdammer Wilfried de Jong door de ruimte. Hij neemt ons mee naar 14 mei 1940. “Niet schrikken, het kan best heftig zijn”, had de museumdocent in de ontvangstruimte gezegd. Het waarschuwen van de bezoekers is protocol. Het blijft een oorlogsmuseum, maar mensen vergeten dat wel eens. Een experience klinkt namelijk vrolijker dan het is. “Ratatatatatak, BOEM!” klinkt het ineens. Oorverdovend geknal en gesuis. Het doet nog het meest denken aan vuurwerk, oud en nieuw, maar dan midden in je woonkamer. Op de muur en op de schermen verschijnen flarden van beelden. De stad brandt, mensen schreeuwen, huizen verpulveren en gebouwen storten in. En dan is er ineens niets meer. Een troosteloze vlakte, alles grauw en grijs. De Jong vertelt over smeulende voorwerpen die tussen het puin en het as zijn teruggevonden. Een popje, een naaimachine, een koffiekan, porseleinen klompjes. Het zijn maar een paar dingen, en dat is niet zo vreemd, want het bombardement heeft de hele Rotterdamse binnenstad weggevaagd. In 1940 waren het de Duitse bombardementen, maar een paar jaar later maakte ook zogenaamd friendly fire, bommen van de geallieerden, veel slachtoffers: 884 mensen in Rotterdam – bijna net zo veel als drie jaar eerder. De meeste bezoekers weten dat natuurlijk wel, dat er bombardementen waren, maar een voorstelling kunnen ze zich er vaak niet van maken. Tot ze in het museum zijn. En dat is precies de bedoeling, vertelt directeur Paul van de Laar. Voorheen zag het Rotterdamse oorlogsmuseum eruit zoals de meeste musea eruitzien: een hoop vitrines met oude voorwerpen. “Dat is prima en goed, we hebben ze ook nog steeds, want die voorwerpen vertellen een verhaal, maar we willen ook de jonge generatie blijven boeien en plaatsen de voorwerpen daarom in een moderne context.”
Interactief Dat het een interactieve tentoonstelling moest worden, daar was het museum snel uit, en ook dat de insteek het bombardement moest zijn. “Er zijn zoveel verhalen te vertellen over de oorlog,
36
‘Het is belangrijk verhalen uit de oorlog levend te houden’
daarom kiezen de meeste oorlogsmusea of herinneringscentra voor een specifieke invalshoek. In Amsterdam wordt bijvoorbeeld de nadruk gelegd op de Jodenvervolging met Anne Frank als symbool – nergens in Nederland zijn zoveel Joden weggevoerd. Hier in Rotterdam is het bij uitstek het bombardement”, zegt Van de Laar. Wat ook een bewuste keuze is, is het educatieve karakter van het museum. “De generatie die de oorlog heeft meegemaakt wordt steeds ouder en wordt kleiner. Daarom is het belangrijk hun verhalen over de oorlog in leven te houden. Het onderwerp is nog altijd actueel: je hoeft de televisie maar aan te zetten en je ziet beelden van oorlogen en steden in puin. Kijk maar naar Aleppo.”
Oorlog & vrede Door de veranderde samenstelling van schoolklassen is het ook belangrijk om het thema oorlog en vrede te bespreken, zegt Van de Laar. “Er zijn kinderen bij wie in de familie niemand de oorlog heeft meegemaakt, maar er zijn ook steeds vaker kinderen die zelf ooit gevlucht zijn voor geweld.” Daarom wordt in het museum niet alleen aandacht besteed aan de geschiedenis, maar worden de leerlingen ook morele dilemma’s voorgelegd. Ook leren ze wat het verschil is tussen een feit en een vooroordeel. En aan de hand van stellingen leren ze hun eigen mening te vormen en onderwerpen bespreekbaar te maken. Bijvoorbeeld: het is terecht dat moslims in Nederland worden aangekeken op wat moslims in de rest van de wereld doen – eens of niet eens? Of: Het is terecht dat Duitsers worden verdacht van hulp aan mogelijke aanvallen vanuit Duitsland – eens of niet eens? Creativiteit is hierbij geboden, want de jongeren moeten ook zelf aan de slag. Met een van de 32 iPads bijvoorbeeld, waarmee ze filmopnames en selfies mogen maken. Die komen automatisch in de beeldschermen van de touchscreen-tafel terecht. Met een eenvoudig programma maken ze aan de hand van de museumcollectie vervolgens hun eigen verhaal: een dagboek, een stripverhaal of een nieuwsbericht. Zo leren de jongeren zich in te leven in de ervaringen van de mensen tijdens de oorlogsjaren. Voor meer informatie: www.museumrotterdam.nl.
NCMagazine | voorjaar 2017
13-herinneren-3-7.2.indd 36
13-03-17 15:14
educatie
Op 8 december vierde het Nationaal Comité 4 en 5 mei samen met ruim 600 kinderen uit groep zeven en acht dat het onderwijsproject Adopteer een monument 30 jaar bestaat. De kinderen kregen een afwisselend programma aangeboden met een interactieve quiz en optredens van Soldaat van Oranje – De Musical en jongeren van Theater Na De Dam.
JUBILEUM ADOPTEER EEN MONUMENT
Chris van Houts
door Irene de Roos | foto’s Chris van Houts
Soldaat van Oranje – De Musical
Samen met Soldaat van Oranje – De Musical ontving het comité de leerlingen in de TheaterHangaar te Katwijk, een prachtige locatie waar de musical al ruim twee miljoen bezoekers heeft ontvangen. De cast zong tijdens het evenement twee liedjes uit de musical: Als wij niets doen en Morgen is vandaag (voor meer informatie: www.soldaatvanoranje.nl).
37 20-jubileum-3R-25.12.indd 37
13-03-17 15:15
Interactieve quiz
Tijdens de middag werd de kinderen gevraagd naar hun mening over herdenken en herinneren. Ook kregen de kinderen vragen over het project Adopteer een monument. Bij de interactieve quiz konden ze via hun smartphone of tablet laten weten hoe zij over een stelling dachten. Het evenement werd gepresenteerd door Lisa Wade, bekend van Het Klokhuis en 13 in de oorlog.
Feest
Kinderen vanuit het hele land, van Zuidlaren tot Maastricht, waren aanwezig bij het feestje van Adopteer een monument. Alle kinderen hebben met hun school een monument in de buurt geadopteerd en verzorgen daar elk jaar een herdenking. Zo leren ze over de gebeurtenissen die in hun regio tijdens de Tweede Wereldoorlog plaatsvonden (voor meer informatie: www.4en5mei.nl/onderwijs).
38
NCMagazine | voorjaar 2017
20-jubileum-3R-25.12.indd 38
13-03-17 15:15
educatie
Theater Na De Dam
Negen jongeren die afgelopen jaar meededen aan een van de jongerenprojecten van Theater Na De Dam gaven een korte voorstelling. Theater Na De Dam organiseert na de herdenking op 4 mei allerlei activiteiten, zoals theatershows. Inmiddels vinden in heel Nederland voorstellingen plaats (voor meer informatie: www.theaternadedam.nl).
39 20-jubileum-3R-25.12.indd 39
13-03-17 15:16
LEREN OVER DE ‘VERKEERDE KANT VAN DE GESCHIEDENIS’? Het beeld over de de kolonisatieoorlog in Indonesië staat in Nederland ter discussie. Maar hoe wordt dit verleden in de schoolboekjes verteld? Wat leren onze kinderen erover op school? Het Nationaal Comité 4 en 5 mei gaf docentopleider Marc van Berkel de opdracht om dit uit te zoeken. door Ilse Raaijmakers | foto Beeldbank WO2/NIHM
Belang onderwijs in kennis Het onderwijs is van doorslaggevend belang voor het wekken van interesse bij jongeren in de Tweede Wereldoorlog (Nationaal Vrijheidsonderzoek 2011). Op school komen ze het meest in aanraking met dit verleden. Ook halen ze hun kennis over de oorlog uit schoolboeken en dat wat ze in de klas leren. De manier waarop jongeren les krijgen over de Tweede Wereldoorlog en andere oorlogen is dus erg belangrijk.
W
ie het nieuws de afgelopen maanden heeft gevolgd kan er niet omheen. De dekolonisatieoorlog in Indonesië staat volop in de belangstelling. In december 2016 maakte de Nederlandse regering bekend een grootschalig onderzoek te willen financieren naar het gebruik van geweld in de periode 1945-1949 in het toenmalig Nederlands-Indië. Aanleiding daartoe was het boek De brandende kampongs van Generaal Spoor van Rémy Limpach. Zijn conclusie dat een deel van de Nederlandse militairen ‘structureel extreem geweld’ had gebruikt, sloeg in als een bom. Al in 2005 had toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot over de dekolonisatieoorlog gezegd dat Nederland ‘aan de verkeerde kant van de geschiedenis stond’. Het beeld over de dekolonisatieoorlog in Indonesië staat dus in Nederland ter discussie. Maar hoe wordt over dit verleden in de schoolboeken verteld? Wat leren onze kinderen erover op school? Daar weten we weinig over, dus gaf het Nationaal Comité 4 en 5 mei docentopleider Marc van Berkel de opdracht om dit uit te zoeken. Aangezien de dekolonisatieoorlog direct volgde op de Tweede Wereldoorlog en het voor de betrokkenen in die tijd aanvoelde als één lange oorlog (1942-1949), keek Van Berkel naar de wijze waarop zowel de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië (19421945) als de dekolonisatie van Indonesië (1945-1949) anno 2016 in het onderwijs behandeld worden.
Weinig aandacht; eenzijdig beeld Hoe ging Van Berkel te werk? Hij keek allereerst naar de wijze waarop het thema terugkomt in het curriculum: de leerplannen voor het basis- en voortgezet onderwijs. Daarnaast bestudeerde hij uitgebreid drie representatieve lesmethodes uit het voortgezet onderwijs (Geschiedeniswerkplaats, Memo en Sprekend Verleden). Ook interviewde hij enkele praktijkdeskundigen, zoals docenten en schoolboekenauteurs. Uit het onderzoek van Van Berkel blijkt dat in de Nederlandse schoolklassen weinig aandacht aan de Japanse bezetting van Nederlands-Indië en de Indonesische dekolonisatieoorlog wordt besteed. Die aandacht valt in het niet als je het vergelijkt met de aandacht die aan de Tweede Wereldoorlog in Europa wordt geschonken. Ondanks de actualiteit lijkt er geen verandering aanstaande. De rol van de oorlogen in voormalig Nederlands-Indië in het Nederlandse onderwijs zal eerder af- dan toenemen, zo voorspelt Van Berkel. Er zijn nog meer interessante conclusies. Van Berkel laat zien dat de periode 1942-1949 erg eenzijdig behandeld wordt. Het Indonesische perspectief ontbreekt bijna geheel in alle onderzochte lesboeken. Zo krijgen Indonesische, Nederlandse en Chinese slachtoffers van beide oorlogen amper aandacht en wordt niet duidelijk verteld waarom Indonesiërs vochten voor hun onafhankelijkheid. Ook de vele slachtoffers van de Bersiap-periode – de gewelddadige periode na de capitulatie van Japan in augustus 1945 – worden niet besproken. Het eenzijdige beeld in de schoolboeken slaat niet alleen op het
40 NCMagazine | voorjaar 2017 19-onderzoek-2-14.2.indd 40
13-03-17 15:17
onderzoek Optreden van het 1e Bataljon Regiment Stoottroepen in Nederlands-Indië tijdens de 1e Politionele Actie. Krijgsgevangen republikeinse strijders.
Citaat docent lerarenopleiding: “Naar mijn mening is er in het voortgezet onderwijs nog steeds weinig aandacht voor de koloniale geschiedenis. Aan de reacties van studenten merk ik ook dat het thema niet of nauwelijks aan bod is gekomen. Zij zijn veelal verrast door de reikwijdte van onze koloniale geschiedenis en met veel onderwerpen binnen dit thema onbekend.”
ontbreken van Indonesische stemmen. Het beeld van het Nederlandse ingrijpen in die periode is ook beperkt. Leerlingen leren bijvoorbeeld niet wie verantwoordelijk was voor het militaire ingrijpen tijdens de dekolonisatieoorlog, laat staan voor het structurele en extreme geweld dat plaatsvond. Het structurele geweld wordt sowieso slechts in geringe mate behandeld. Het gebruik van de eufemistische term ‘politionele acties’ wordt wel in alle lesmethoden geproblematiseerd. Tot slot is het opvallend dat in de lesmethoden nauwelijks aandacht wordt geschonken aan de gevolgen van de dekolonisatie. Waarom wonen zoveel mensen met een Indische achtergrond in Nederland? Wat wordt op 15 augustus herdacht? Waarom is de discussie over het structurele en extreme geweld in de dekolonisatieoorlog nog steeds zo gevoelig in Nederland? Het zijn vragen die in de methodes niet worden gesteld. Dat is een gemiste kans om hedendaagse ontwikkelingen en discussies vanuit het verleden te begrijpen.
Citaat docent voortgezet onderwijs: “Ik zoek nieuwe invalshoeken om het thema in een ander perspectief te plaatsen. Bijvoorbeeld het verhaal van een ‘gewone’ Nederlandse soldaat, of een ‘gewone’ Indonesiër. Daar weet ik eigenlijk niks van.”
Hoe gaat het comité verder? In de aanbevelingen van het onderzoeksrapport houdt Van Berkel een warm pleidooi voor multiperspectiviteit. De geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in Nederlands-Indië en de Indonesische dekolonisatieoorlog lenen zich daar uitstekend voor. In plaats van te eenzijdige beelden van het verleden zouden juist verschillende narratieven en perspectieven naast elkaar moeten worden gezet. Daarmee wordt voorkomen dat jongeren het zicht op de complexiteit en culturele diversiteit van een samenleving in het verleden én het heden verliezen. Het zou mooi zijn als verschillende partijen in de educatieve sector deze aanbeveling opvolgen. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei neemt deze aanbeveling ook ter harte. Dit jaar organiseert het comité een studieprogramma voor docenten en docentopleiders waarin de geschiedenis van Nederlands-Indië en dekolonisatie centraal staan. Met zijn allen kunnen we werken aan meer multiperspectiviteit.
| 41 19-onderzoek-2-14.2.indd 41
13-03-17 15:17
EEN REIS NAAR EEN ONZICHTBAAR VERLEDEN
Wikipedia CC BY-SA 3.0
Treblinka rechts: Sobibor
Elk jaar organiseert Stichting Sobibor in samenwerking met het Duitse Bildungswerk Stanislaw Hantz en het Poolse Studnia Pamieci een reis voor Nederlanders, Duitsers en Polen langs de voormalige vernietigingskampen van Aktion Reinhard: Bełżec, Treblinka en Sobibor. Hoofd educatie van het Nationaal Comité Cristan van Emden en historicus Maarten-Jan Vos volgden het spoor van Joodse slachtoffers van de Holocaust tijdens een educatieve reis. door Maarten-Jan Vos en Cristan van Emden
42
D
e bus stopt bij een onooglijk industrieterrein aan de rand van Lublin in Polen. Een groep van twintig Nederlanders en twintig Duitsers volgt een gids langs desolate gebouwen. Sommige zijn vol bedrijvigheid, andere staan leeg en zijn verpauperd. Na een kruipdoor-sluip-doorroute bevindt de groep zich op een binnenplaats. Voor een afgebrokkelde muur liggen opeengestapelde spoorrails. Van de plaquette op de muur is af te leiden dat dit een monument is. Met verf zijn er drie woorden onder gespoten: Shoah, Holocaust en Hitler. Gids Steffen Hänschen van Bildungswerk Stanisław Hantz legt uit dat deze afgelegen plek de voormalige Umschlagplatz is. Hier dreven nazi’s de Joden uit de stad en omgeving samen om ze te deporteren. Vroeger lag hier een spoorlijn waarover de Joden gedeporteerd werden naar vernietigingskamp Bełżec. Het is onbekend hoe de plek er verder uitzag tijdens de oorlog, niets verwijst meer naar de verschrikkelijke geschiedenis, behalve het geïmproviseerde monument.
Eenzaamheid Herfst 2016 reizen wij langs de vernietigingskampen van Aktion Reinhard in Polen. De Stichting Sobibor organiseert deze reis jaarlijks in samenwerking met het Duitse Bildungswerk Stanisław Hantz. De reis kent een gedegen opbouw en werkwijze. We volgen de route die de Joodse slachtoffers ook gegaan zijn, van hun huizen in de Joodse wijk in Lublin, naar het getto in die stad, vervolgens via doorgangsgetto’s als Izbica en Piaski, naar de vernietigingskampen van Aktion Reinhard: Bełżec, Treblinka en Sobibor. Op deze plekken horen we over de gebeurtenissen die zich hier meer dan zeventig jaar geleden hebben afgespeeld, met verhalen en getuigenissen van slachtoffers, daders en omstanders. Zo komen we steeds meer te weten over hoe vanaf maart 1942 in nog geen achttien maanden 1,5 miljoen Joden werden vermoord. Op de plekken zelf is niets meer van de nazimoordmachinerie
NCMagazine | voorjaar 2017
23-herinneren-2-21.2.indd 42
13-03-17 15:18
Julian Nitzsche
herinneren
te zien. Ook niet op de andere plekken die we bezoeken, zoals doorgangsgetto Izbica. We vinden onszelf dikwijls terug in kleine plaatsjes, langs ongebruikte spoorrails of zo maar ergens langs de weg waar niets meer op een Joods verleden wijst. De afwezigheid van tastbare sporen maakt grote indruk. Een van de deelnemers vindt dat verwarrend en merkt op: “Ik voel eenzaamheid op een plek waar duizenden mensen zijn gestorven. Het massale en het eenzame botst hier.”
Geroofd goed Soms is er nog wel zichtbaar verleden. Een huis dat door bewakers als café werd gebruikt om hun geroofde goed in alcohol om te zetten. Of een woning in Bełżec waar de kampcommandant woonde.
Aktion Reinhard Aktion Reinhard was een programma van de nazi’s om de Poolse Joden te vermoorden. Dat waren de Joden die in het generaal-gouvernement leefden, het bezette oostelijke deel van Polen, maar ook Joden uit Duitsland, Oostenrijk, Tsjechië en het andere deel van Polen. Zij werden naar het generaal-gouvernement gedeporteerd en leefden in getto’s als Izbica en Piaski. Tussen maart 1942 en oktober 1943 werden 1,5 tot 2 miljoen Joden vermoord in drie kampen: Bełżec, Sobibor en Treblinka. De drie kampen waren, in tegenstelling tot Auschwitz en Majdanek, uitsluitend opgezet voor het vermoorden van Joden. In Treblinka werden 700.000 tot 900.000 Joden vermoord en in Bełżec vonden 430.000 Joden de dood. In Sobibor werden 170.000 Joden vermoord, onder wie 34.295 Nederlandse Joden. Jules Schelvis, oprichter van de Stichting Sobibor, was enige uren in dit kamp voordat hij naar een werkkamp werd doorgestuurd. Hij schreef een standaardwerk over Sobibor. Er zijn achttien Nederlandse Sobibor-overlevenden bekend, onder wie Schelvis, Selma Wijnberg en Eli Cohen die in 1979 het boek Negentien treinen naar Sobibor publiceerde.
Steevast zijn deze onderkomens in slechte staat en nergens wordt het belaste verleden vermeld. Het contrast met de monumenten bij de voormalige kampen is groot. Een fors deel van voormalig kamp Bełżec is één groot monument: een vlakte bedekt met lavastenen wordt doorsneden door een gang die langzaam afloopt. De ‘zwaarte’ van de plek wordt hiermee bijna voelbaar. In Treblinka markeren manshoge opstaande stenen de omtrek van het verdwenen kamp. Omdat er vooral bos te zien is, oogt het in eerste instantie lieflijk. Totdat we het centrum van het voormalige kamp bereiken en de natuur overgaat in een veld vol kniehoge scherpe stenen. Elke steen staat voor een dorp of stad waarvan de Joodse inwoners zijn vermoord. Daar leest gids Steffen de getuigenis voor van kapper Abraham Bomba: “In de tijd dat ik kapper in de gaskamer was, arriveerden er vrouwen met een transport uit mijn stad, Częstochowa. Ik was daar met een van mijn vrienden, toen zijn vrouw en zus de gaskamer binnenkwamen. Hij probeerde met hen te spreken maar tegen zowel de een als de ander was het onmogelijk te zeggen dat dit het laatste moment van hun leven was, want achter hen stonden de nazi’s. Toch deed hij zo veel mogelijk voor hen, één seconde, één minuut langer bij hen blijven, hen omhelzen, omarmen. Want hij wist dat hij hen nooit terug zou zien.”
Politiek geharrewar De laatste dag van de reis is gereserveerd voor Sobibor, het kamp waar meer dan 30.000 Nederlandse Joden vermoord zijn. In afwachting van een grootse herinrichting heeft men het voormalige kampterrein helemaal leeggehaald. Vier betrokken landen - Israël, Nederland, Duitsland en Polen- maken samen plannen voor een nieuwe inrichting, maar ze worden het niet eens. Hierdoor is het noch een verlaten plek, noch een plaats voor herinnering en herdenking. Het hoofddoel van de reis is door politiek geharrewar een verwaarloosde plek geworden. Daarmee is het een onbedoelde aanklacht geworden tegen hoe er met het verleden wordt omgegaan.
| 43 23-herinneren-2-21.2.indd 43
13-03-17 15:18
Bevrijdingsfestival Haarlem
DE MAGISCHE MOMENTEN VAN BEVRIJDINGSPOP NC Magazine brengt elk nummer een artikel over een van de veertien Bevrijdingsfestivals die op 5 mei plaatsvinden. Dit keer Bevrijdingspop Haarlem. door Toine Rongen | foto Melanie Caitlin www.happyphotographer.nl
44
NCMagazine | voorjaar 2017
10.1-vieren-3-2.2.indd 44
13-03-17 15:19
vieren
10.1-vieren-3-2.2.indd 45
13-03-17 15:20
vieren
Ewoud Koster (Stichting Bevrijdingspop)
De 14 Bevrijdingsfestivals
H
et Provinciehuis in de Haarlemmerhout, net buiten het stadscentrum, vormt het monumentale herkenningspunt van Haarlems Bevrijdingspop, een van ‘s lands oudste en grootste Bevrijdingsfestivals. Op loopafstand van elkaar liggen de parken waar de acts op 4 en 5 mei circa 140.000 bezoekers trekken. Het hoofdpodium staat in Park Den Hout, enkele honderden meters verderop ligt het Frederikspark met de talent stage. Ook het Florapark waar springkussens, clowns en allerlei projecten het decor vormen van het kinderfestival, is makkelijk te belopen. “Mede daardoor trekken we uit alle delen van het land ons publiek”, vertelt de voorzitster van het festival, Ella Blommaert-Zander (45), al wandelend door de parken. Ondanks haar drukke agenda - ze is directeur van een schoonmaakbedrijf - is de voorzitster in de winter wekelijks vijftien tot twintig uur onbezoldigd voor het festival aan de slag. In maart en april loopt dat op tot dertig, veertig uur per week. Ook nu maakt de onderneemster graag tijd voor het festival. “Als geboren Haarlemse weet ik dat Bevrijdingspop elk jaar opnieuw de stad doet zinderen van energie. Tijdens het festival is het ronduit magisch. Dat ik daarvan voorzitster mag zijn, vervult mij met trots en positivisme.”
Honderden vrijwilligers Een van de unieke eigenschappen van dit festival is dat het volledig draait op een vrijwilligersleger van circa 450 personen. “Die vibe van al die vrijwilligers bij elkaar is zo bijzonder”, vertelt Susanne Westenbergh (41) die de sociale media van het festival beheert. “Toen ik vier jaar geleden voor het eerst meedeed en backstage al die vrijwilligers vanuit diezelfde positieve overtuiging het festival zag draaien, dacht ik: hier wil ik bijhoren. Dit is super!” In de wintermaanden steekt Westenbergh, die een eigen bedrijf in nieuwe media leidt, zo’n anderhalf uur per week in het festival. “Maar in de twee weken voor 4 en 5 mei ben ik er fulltime mee bezig. Maar dat doe ik graag hoor. Ik ging jarenlang als bezoeker naar het festival, maar het is veel leuker om vrijwilliger te zijn.”
Live popmuziek als basis voor succes Wat volgens Blommaert-Zander verder een rol speelt in het succes is de programmering die alle leeftijdsgroepen en belangrijke muzieksmaken bedient. “Deze is dan ook in handen van professionals onder wie medewerkers van Mojo Concerts met veel contacten en ervaring. Vorig jaar stond onder meer de Haarlemse band Chef’s
46
De veertien Bevrijdingsfestivals zijn samen het grootste eendaagse culturele evenement van Nederland. Over het hele land treden zo’n 250 bands op. De festivals brengen thema’s als vrijheid, democratie en mensenrechten onder de aandacht. Ieder jaar zijn bekende artiesten of bands de Ambassadeurs van de Vrijheid: dit jaar de Staat en de Jeugd van Tegenwoordig. Zij worden van stad naar stad gevlogen in helikopters die beschikbaar zijn gesteld door het ministerie van Defensie. Special op het hoofdpodium en trad Lucas Hamming op de talent stage op. Daarmee bedienden we zowel jongeren als 50-plussers”, aldus de voorzitster. Het hoort allemaal bij het DNA van dit festival dat in 1980 ontsproot uit het brein van Ilco van der Linde. Deze Haarlemmer overtuigde bovendien overheden en instanties ervan dat maatschappelijke projecten aan impact zouden winnen als daaraan live popmuziek werd gekoppeld. Zo begon in de Haarlemmerhout Bevrijdingspop, een evenement dat door het Nationaal Comité inmiddels in dertien andere steden onder de naam Bevrijdingsfestival is voortgezet. Qua bezoekersaantallen is Haarlem samen met Zwolle het grootste Bevrijdingsfestival van het land. “Die koppositie behouden we uiteraard graag”, vervolgt Blommaert-Zander. “Wij stomen daarom stad en omgeving nu al klaar voor 4 en 5 mei.”
School of Freedom Zo voltrok zich op 1-1-2017 in Zandvoort de Bevrijdingsduik, op 2-2 gevolgd door het Bevrijdingsdebat. Op 3-3 stond de Bevrijdingswandeling op het programma. Op 4-4 zal de Bevrijdingsrun plaatsvinden en op 5-5 zijn er allerlei projecten zoals de School of Freedom. De Nationale Viering Bevrijding begint ’s ochtends in het Provinciehuis met onder meer de 5 mei-lezing van acteur Nasrdin Dchar. De Nederlander van Marokkaanse origine is tevens oprichter van IEDER1. Daarmee wil Dchar mensen en organisaties een platform bieden om een positief geluid te laten horen over diversiteit in Nederland. Na zijn lezing wordt in Park Den Hout door de minister-president het bevrijdingsvuur ontstoken dat de nacht ervoor in Wageningen aan Johan Remkes, commissaris van de Koning in Noord-Holland, is overgedragen. Voor de voorzitter vormen 4 en 5 mei een aaneenschakeling van magische momenten. Vorig jaar gaf het Kennemer Jeugdorkest op het hoofdpodium voor ruim 5000 zittende toeschouwers het 4 mei-herdenkingsconcert. “Voor de overgang naar het bevrijdingsfeest zorgde het optreden van Sue The Night voor veel kippenvel”, aldus de voorzitter die sowieso inspiratie put uit de boodschap van het festival. “Zeker in deze tijd moeten we alles doen om een toekomst onder een dictatoriaal regime te voorkomen”, zegt ze. “Mijn grootouders kwamen relatief heelhuids de oorlog uit. Zelf heb ik ook nooit iets vervelends meegemaakt op dit gebied. Maar moet dat dan? Moet je iets traumatisch meegemaakt hebben om te beseffen dat onze vrijheid een exceptioneel goed is dat we altijd dienen te beschermen?”
NCMagazine | voorjaar 2017
10.1-vieren-3-2.2.indd 46
13-03-17 15:20
inspiratie
THEATER NA DE DAM Sinds 2010 wordt na de Nationale Dodenherdenking op 4 mei Theater Na de Dam gehouden. Dit initiatief startte ooit in Amsterdam en is inmiddels een landelijk fenomeen met dit jaar ruim tachtig theatervoorstellingen, van Groningen tot Maastricht en van Koninklijk Theater Carré tot de Schilderswijk in Den Haag.” Door Dieke van der Spek | foto Niels-Jan van Dijk
D
e gedachte achter Theater Na de Dam is eenvoudig: laat mensen op 4 mei na de twee minuten stilte in theaters en op bijzondere locaties samenkomen om verhalen te delen over de Tweede Wereldoorlog. Dit kan een voorstelling zijn over een gebeurtenis uit de oorlog, over een verdwenen familielid, of een voorstelling die via de Tweede Wereldoorlog op kritische en ontregelende manier reflecteert op de wereld van vandaag. Zo hield Nasrdin Dchar (dit jaar de 5 mei-lezer/red.) op 4 mei 2016 in Carré, ondersteund door tal van muzikanten, een persoonlijke en vlammende monoloog over de polarisatie in deze tijd en over de noodzaak waakzaam te blijven. Dit jaar staat actrice en zangeres Meral Polat in Carré, met New Cool Collective. In al haar werk is het Polat steeds om hetzelfde te doen: mensen vanuit liefde bij elkaar brengen. Al heeft ze hoop, toch maakt ze zich zorgen over hoe mensen in deze tijd tegenover elkaar staan. In haar buurt in Amsterdam-West groet haar oude buurvrouw haar sinds een tijdje niet meer. Waarom is dat?
Jongerenprojecten Ook zijn er op 4 mei bijna dertig jongerenprojecten: jongeren interviewen in de weken voor 4 mei ouderen uit hun stad over hoe zij de oorlog als kind hebben beleefd. Op basis van deze gesprekken én van historisch materiaal over de stad maken de jongeren onder begeleiding van een theatermaker een theatrale route of locatievoorstelling die veelal plaatsvindt na een lokale herdenking, waardoor een divers publiek elkaar ontmoet en samen de voorstelling beleeft. Dit jaar maakt bijvoorbeeld NTjong in Den Haag zo’n voorstelling met jongeren uit de Schilderswijk, die grenst aan de oude Joodse buurt. Door dit soort voorstellingen wordt de avond van de herdenking verdiept en verbreed en krijgt hij betekenis voor deze tijd. Zo is op 4 mei het theater het huis van de geschiedenis. Het volledige programma op 4 mei 2017 is te zien op www.theaternadedam.nl.
| 47 29-inspiratie-1R-14.2.indd 47
13-03-17 15:22
5 MEI-CONCERT OP DE AMSTEL Op 5 mei wordt Bevrijdingsdag altijd feestelijk afgesloten in Amsterdam. Ook dit jaar zal er weer een prachtig podium op de Amstel verrijzen. Met het Metropole Orkest onder leiding van dirigent Jules Buckley, en met zangeres Joy Wielkens, harpist Remy van Kesteren, zanger Roel van Velzen en de cast van Soldaat van Oranje - De Musical. door Yasmina Aboutaleb | foto’s Ilvy Njiokiktjien
48
NCMagazine | voorjaar 2017
12-vieren-5(L)-17.2.indd 48
03-03-17 17:26
vieren
12-vieren-5(L)-17.2.indd 49
03-03-17 17:26
‘MIJN MINIVRIJHEID’
Remy van Kesteren (27) werd al op tienjarige leeftijd toegelaten op het conservatorium. Sindsdien heeft hij een glansrijke, internationale carrière als harpist. Vorig jaar verscheen zijn album Tomorrow eyes: voor het eerst geen klassieke muziek, maar pop én zelf gecomponeerd.
“Vrijheid kan ik niet loszien van alle wereldgebeurtenissen - vooral de vluchtelingensituatie geeft voor mij een nieuwe dimensie aan vrijheid. Zo zat ik anderhalf jaar geleden voor een concert in een Londense taxi. De taxichauffeur was een Afghaanse vluchteling. Hij vertelde hoe hij van de ene op de andere dag zijn land moest verlaten en zijn beroep als arts niet meer kon uitoefenen. Hij moest een geheel nieuw bestaan opbouwen. Dat raakte me. Tot dan toe had ik er nooit over nagedacht hoe het zou zijn om mijn huis te verlaten, nooit meer harp te kunnen te spelen en ergens anders een nieuw leven te beginnen zonder mijn muziek. En dat realiseerde ik me ineens.” Wat heb je met dat gegeven gedaan? “Ik heb een nummer over hem geschreven. Tijdens concerten speel ik het regelmatig en dan vertel ik het verhaal er ook bij. Dat is in zekere zin ook mijn minivrijheid: dat ik sinds een jaar mijn eigen nummers schrijf en niet langer meer bestaande muziek uitvoer.”
50
Wat wil je de kijkers van het 5 mei-concert meegeven? “Volgens mij werkt het niet om belerend te zijn over vrijheid. Ik probeer op mijn eigen manier, door de stukken die ik speel, mensen te inspireren om daarover na te denken.” Je bent 27 jaar, hoe denk jij dat jongeren betrokken kunnen worden bij vrijheid? “Voor mensen van mijn generatie is het moeilijk een connectie te voelen met het onderwerp omdat het ver van ze afstaat. Voor mijn muziek reis ik veel en dan merk ik hoe makkelijk het voor ons is om te gaan en staan waar we willen. Een ticket boeken is nog nooit zo makkelijk geweest en bijna alle landen laten ons binnen. Voor ons is het de normaalste zaak van de wereld, maar eigenlijk is het heel bijzonder.”
NCMagazine | voorjaar 2017
12-vieren-5(L)-17.2.indd 50
03-03-17 17:27
vieren
VERANTWOORDELIJKHEID Roel van Velzen (39) is sinds hij in 2006 de hitlijsten bestormde met Baby get higher niet meer weg te denken uit de Nederlandse popscene. De zanger en pianist won een Gouden Harp, was coach in The Voice of Holland en maakte verschillende succesvolle theatertours.
Wat betekent vrijheid voor jou? “Waar ik me nog wel eens aan stoor, is dat mensen vrijheid van meningsuiting zien als een vrijbrief om maar van alles te zeggen. Met vrijheid komt een verantwoordelijkheid, vind ik, je moet er iets positiefs mee doen. Vrijheid is niet vanzelfsprekend, dat besef ik des te meer sinds ik met de organisatie MasterPeace in Congo ben geweest, dus die moeten we koesteren en bewaken. Met een kleine bijdrage kun je van de wereld een betere plek maken. Gedag zeggen tegen de buurman kan al zo veel schelen. Misschien ben ik een optimist, maar daar ben ik van overtuigd.” Wat wil je de kijkers van het 5 mei-concert meegeven? “De koppeling maken tussen ons oorlogsverleden en onze vrijheid nu is belangrijk. Ik wil er niet met een vingertje staan, mensen thuis moeten er uithalen wat ze willen, maar ik denk dat het een mooie kans is om mensen bij het vieren van de vrijheid te laten nadenken. Muziek kan de brug slaan.” Wat doe je normaal gesproken op 5 mei? “Meestal speel ik dan op Bevrijdingsfestivals. In 2008 was ik
12-vieren-5(L)-17.2.indd 51
Ambassadeur van de Vrijheid. Dat was heel eervol. Ik mocht toen spelen op verschillende Bevrijdingsfestivals, werd er met de helikopter naartoe gevlogen. Mijn tante Co uit Canada was toen ook overgekomen. Zij werd op 5 mei 1945 verliefd op een van de Canadezen die Nederland hebben bevrijd. Ze heeft toen optimaal van haar vrijheid gebruik gemaakt door met hem mee te gaan. Met de Holland-Amerika Lijn vertrok ze destijds uit Rotterdam, en bij de kick-off van Bevrijdingsdag stonden we in Rotterdam precies op die plek. Dat was een heel mooi moment.” Hoe kunnen jongeren meer betrokken worden bij 5 mei? “Muziek is een breekijzer. En je moet jongeren niet onderschatten. Ze zijn wel jong maar niet dom, ze luisteren heel goed naar de teksten die gezongen worden, is mijn ervaring.”
03-03-17 17:27
BROTHERS IN ARMS
Valentijn Benard (28) is acteur. Hij studeerde in 2016 af aan de toneelschool in Arnhem, en sindsdien speelt hij de rol van Erik Hazelhoff Roelfzema in Soldaat van Oranje – De Musical, de meest succesvolle én langlopende theatervoorstelling in Nederland.
“Op 5 mei ben ik vaak bij mijn opa en oma, zij hebben de oorlog van heel dichtbij meegemaakt. Nu ze steeds ouder worden, komen er steeds meer herinneringen en emoties naar boven. Ik heb het daar vaak over met ze. Tijdens de oorlog woonde er bij hen een Joods gezin in de straat. Op een dag werden de kinderen van dat gezin weggehaald. Mijn opa en oma herinneren zich nog hoe de moeder de straat opliep en letterlijk God op haar blote knieën dankte dat haar gezin weggehaald werd - uit de ellende. Ze had geen idee dat de kinderen werden gedeporteerd. Later werden ook de ouders opgehaald. Mijn opa en oma wisten toen nog niet van de verschrikkingen.” Wat vind je de manier waarop we 5 mei de vrijheid vieren? “Voor mijn opa en oma was de bevrijding magisch. De mensen, die nog uitgemergeld waren vanwege de Hongerwinter, durfden weer hun huis uit te komen. Op straat liepen mannen in vreemde pakken rond die Engels spraken. Ze deelden brood uit, en chocolade en sigaretten. Heel bijzonder. Dat gevoel is nu natuurlijk weg. Om ons eraan te herinneren hebben we tegenwoordig Bevrijdingsdag. Dat vind ik heel belangrijk, het is onze taak om voortdurend na te blijven denken over het hernieuwde belang van vrijheid.”
16 52
Wat betekent vrijheid voor jou? “Niet gevangen zitten. Niet fysiek, maar ook niet mentaal. Ik hoor veel mensen zeggen dat je in onze maatschappij alle vrijheid en alle keuze van de wereld hebt. Dat is een dooddoener, vind ik. Alle keuze van de wereld hebben is niet genoeg. En het gaat voorbij aan de essentie: je moet ook van die vrijheid kunnen genieten. Zoals ze zeggen in een voorstelling die ik laatst zag, Buut, de naderende dood: ‘Paar leuke vrienden, oude verhalen, fijne relaties en af en toe een inzicht’.” Heb je een favoriet lied dat over vrijheid gaat? “Brothers in arms van Dire Straits. Het lied gaat over de Falklandoorlog in 1982. De boodschap van dat nummer is: wat zijn we aan het doen, we willen toch allemaal hetzelfde? Dat wordt ook gezongen in de laatste regel. We are fools to make war/ On our brothers in arms. Toen het nummer 25 jaar bestond, is er in naam van dat lied een fonds opgericht en de opbrengsten daarvan gaan naar oorlogsveteranen met een posttraumatische stress-stoornis.”
NCMagazine | voorjaar 2017
12-vieren-5(L)-17.2.indd 52
03-03-17 17:28
vieren
FREEDOM
Joy Wielkens (36) is actrice en zangeres. Ze studeerde in 2003 af aan de Amsterdamse Kleinkunstacademie en speelde daarna grote rollen in onder meer de politieserie Van Speijk en de musical The Lion King.
“Reuze spannend en heel bijzonder dat ik voor het 5 mei-concert ben gevraagd. Daar worden altijd grote namen voor benaderd en hoewel ik wel veel gedaan heb, ben ik nog niet zo bekend bij het grote publiek, dus het is een grote eer.” Wat betekent vrijheid voor jou? “Ik ben van Surinaamse afkomst dus ik trek het automatisch breder dan de Tweede Wereldoorlog. Ik ben me er als zwarte vrouw van bewust dat niet iedereen even vrij is, ook niet in het Nederland van nu. Binnen onze vrijheid zijn er helaas vaak beperkingen - een glazen plafond - voor mensen van kleur. Ik zou daarom graag willen dat we minder bang voor elkaar zijn, want angst brengt veel kwaad met zich mee.”
12-vieren-5(L)-17.2.indd 53
Heb je een favoriet lied dat over vrijheid gaat? “Op dit moment luister ik veel naar Freedom van Beyoncé. Het is een heel krachtig nummer dat een verlangen uitspreekt en predikt dat we beter moeten zijn voor onszelf en anderen. Dat sluit erg aan bij mijn idee van vrijheid. Namelijk dat vrijheid niet iets passiefs is dat je zomaar hebt, maar dat je ervoor moet werken. Je moet het bewaken.” Hoe zouden we jongeren kunnen betrekken bij het stilstaan bij vrijheid? “Ik ben daar een beetje spartaans in, geloof ik, maar mijn antwoord is: educatie. Het is namelijk een serieus onderwerp.”
03-03-17 17:29
WAT IS DE TAAL VAN VRIJHEID? Ieder jaar geeft een andere provincie in Nederland de vrijheid door. In 2017 is de Nationale Viering Bevrijding in NoordHolland. In de hele provincie vinden er activiteiten plaats. Dit jaar staat het persoonlijke verhaal over heden en verleden centraal.
Commissaris van de Koning in Noord-Holland Johan Remkes
door Ricci Scheldwacht
V
erhalen zijn belangrijk. Ze zorgen voor begrip, leiden tot inzicht, geven hoop en bieden troost. Kom vanavond met verhalen is een bekende dichtregel van Leo Vroman en de titel van de toekomstvisie van het Nationaal Comité 2016-2020. Een betere opdracht had hij ons niet kunnen meegeven. In Vrede, een van de mooiste gedichten uit de Nederlandse letterkunde, benadrukte Vroman het belang van de vrijheid door de lezer te laten ervaren wat het is om niet in vrijheid te mogen leven. “Vrijheid is geen vanzelfsprekendheid”, zegt de commissaris van de Koning in Noord-Holland Johan Remkes. “Persoonlijke verhalen kunnen ons daaraan herinneren.” De provincie Noord-Holland deed daarom een oproep om voor de viering van het Nationale Bevrijdingsfeest verhalen over vrijheid en oorlog in te sturen. Het thema van dit jaar is De kracht van het persoonlijk verhaal. “Voor de Nationale Viering van dit jaar zijn we op zoek gegaan naar aansprekende verhalen”, zegt Remkes. “We hebben er nadrukkelijk voor gekozen om de hele provincie erbij te betrekken. Ik heb alle burgemeesters in Noord-Holland gevraagd om iets uit hun gemeente in te sturen.”
54
In de aanloop naar 4 en 5 mei kunnen mensen ook zelf via de website www.vrijheidnh.nl een verhaal insturen. Die verhalen kunnen gaan over oorlog, vrijheid of oorlogssporen in het landschap.
Gedeelde geschiedenis In opdracht van de provincie Noord-Holland stelde Buro Zorro een verhalenkit samen met de titel Wat is de taal van vrijheid? Daarin zijn persoonlijke verhalen opgenomen van mensen die de oorlog hebben meegemaakt, aangevuld met columns en artikelen over vrijheid. De kit dient als inspiratiebron voor jong en oud om zelf verhalen te verzamelen en die door te geven. Want om de vrijheid door te geven zijn verhalen onmisbaar. “Zonder gedeelde geschiedenis geen gedeelde toekomst”, schrijft Elsevierhoofdredacteur Arendo Joustra in het openingsartikel dat in de verhalenkit is opgenomen. “We moeten de verhalen blijven vertellen, blijven delen. Tot alle getallen zijn veranderd in namen. Dat is de waarde van gedenken.” De verhalenkit Wat is de taal van vrijheid? is te downloaden op www.vrijheidnh.nl.
NCMagazine | voorjaar 2017
24-vieren-4-11.2.indd 54
13-03-17 15:27
vieren
Commissaris van de Koning in NoordHolland Johan Remkes (Zuidbroek, 1951) is de gastheer van de Nationale Viering Bevrijding 2017. Wat betekenen 4 en 5 mei voor hem?
‘I
k kom uit een agrarisch gezin dat in de oorlog redelijk gespaard is gebleven. Uit de overlevering ken ik wel de verhalen over hoe er mensen vanuit Enkhuizen met de boot het IJsselmeer overstaken om op de boerderijen in het Noorden voedsel te halen. Ik herinner me goed hoe de verhalen over de Tweede Wereldoorlog die onze onderwijzers in de klas vertelden indruk op mij maakten. Om ons bewust te zijn van de vrijheid waarin wij nu leven, is het doorgeven van verhalen onmisbaar. Door verhalen te delen creëer je verbondenheid en begrip. Ik heb veel door de voormalige Oostbloklanden gereisd. Wat mij van die reizen nog stevig op het netvlies staat, is de angst in de ogen van de mensen wanneer je een gesprek wilde aanknopen. De eerste keer dat ik me daarvan bewust werd, was tijdens een bezoek aan Oost-Berlijn in de voormalige DDR. Mensen waren doodsbenauwd voor de Stasi, de alom aanwezige geheime dienst. Dezelfde angstige blikken zag ik ook in andere landen, waar de bevolking gebukt ging onder dictatoriale regimes. Of daar nog altijd slachtoffer van is, zoals in Noord-Korea. Op die momenten kwam bij mij altijd het besef naar voren dat onze vrijheid niet vanzelfsprekend is. Dat is altijd een sterke drijfveer voor mij geweest bij mijn werk als politicus en bestuurder.”
Willem Arondéus “In de Statenzaal van het Provinciehuis in Haarlem hangen een paar wandkleden van de kunstenaar Willem Arondéus. Als verzetsman heeft hij deelgenomen aan de overval op het bevolkingsregister in Amsterdam. In 1943 werd hij door de Duitsers opge-
United States Holocaust Memorial Museum, courtesy of Toni Boumans
‘VRIJHEID IS NIET VANZELFSPREKEND’
Een jonge Willem Arondeus in zijn huis in Blaricum, 1915
pakt en vermoord. Willem Arondéus was een moedig mens. Al op jonge leeftijd kwam hij er openlijk voor uit dat hij homoseksueel was. Voor die tijd was dat zeer gedurfd, ook in de liberale kunstenaarskring waarin hij verkeerde. Na de oorlog werd er niet over zijn homoseksuele geaardheid gesproken. Dat onderwerp bleef taboe, waardoor Arondéus in de vergetelheid dreigde te raken. Sinds 2005 organiseren we op initiatief van de Provinciale Staten elk jaar de Willem Arondéuslezing. Die staat in het kader van de vrijheid van meningsuiting, een vrijheid die gekoesterd en beschermd moet worden. Want de vrijheid van meningsuiting is de zuurstof voor onze democratische rechtsstaat. Op 4 mei ben ik aanwezig bij de Nationale Herdenking op de Dam, in aanwezigheid van het koninklijk paar, de minister-president en de burgemeester van Amsterdam. Dat is het voorrecht om commissaris van de Koning in Noord-Holland te zijn. Op 5 mei ben ik op het Provinciehuis voor de Nationale Viering Bevrijding. Ik hoop dat we aan het einde van de dag kunnen zeggen dat het een geslaagde editie was. Dat alles volgens regie is verlopen en dat we kunnen terugkijken op een gedenkwaardige dag.”
| 55 24-vieren-4-11.2.indd 55
13-03-17 15:27
Speciaal voor de Nationale Viering Bevrijding verzamelt Noord-Holland verhalen uit de provincie, over vrijheid.
N
oord-Holland kent talloze verhalen over mensen die zich hebben ingezet voor vrijheid. Niet alleen over verzetsmensen als Hannie Schaft en Truus Menger-Oversteegen maar ook over anderen, die minder bekend zijn gebleven. Ook hun verhalen verdienen het om doorverteld te worden. Inzenden kan via www.vrijheidnh.nl. Naast verhalen uit de Tweede Wereldoorlog worden er ook verhalen over oorlog en vrijheid in deze tijd verteld. Hieronder een selectie.
Enkhuizen Verzetsheldin Truus Wijsmuller-Meyer regelde het transport voor duizenden – veelal Joodse – kinderen vanuit Amsterdam naar het platteland. Aangrijpend is het verhaal over de thuisdaaldertjes (het West-Friese woord voor pleegkind) die aan het eind van de Hongerwinter van 1945 naar het Noorden werden gestuurd, omdat daar nog voedsel was. De thuisdaaldertjes waren bijna honderd Amsterdamse baby’s die aan boord waren gebracht van het Groningse vrachtschip de Anjo. De pasgeboren Dolly was een van hen. Het plan was om naar Friesland te varen, maar de boot kwam niet verder dan Enkhuizen. Vanwege de dichte mist en de laag overvliegende Duitse jachtvliegtuigen was het te gevaarlijk om het IJsselmeer over te steken. Maar als het schip nog langer wachtte, zouden de kinderen van de honger omkomen. Na een noodoproep van de stadsomroeper kwamen de inwoners van Enkhuizen met dekens naar de kade om de kinderen onderdak te bieden. Ook Dolly vond een pleeggezin, bij wie ze na de oorlog bleef wonen. Toen Dolly Loots trouwde, hield Truus Wijsmuller-
56
Monument Februaristaking Zaandam figureert in het project Monumenten Spreken
Meyer een toespraak op de bruiloft ter ere van de Enkhuizer bevolking.
Alkmaar In samenwerking met Bibliotheek Kennemerwaard werkten leerlingen van de Christelijke Scholengemeenschap Jan Arentsz aan een project over vluchtelingen. Inwoners van Alkmaar vertellen in de korte film De vlucht het autobiografische verhaal van een meisje dat vluchtte uit Afghanistan: http: www.youtube.com
Heerhugowaard Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd in het buurtschap Veenhuizen (gemeente Heerhugowaard) een Engelse bommenwerper neergeschoten. Daarbij kwamen drie jonge piloten om. Zij zijn begraven naast de kerk. Jaarlijks bezoekt groep acht van de St. Jozefschool samen met de burgemeester de graven voor een kranslegging. De leerlingen bereiden dit bezoek op school voor en maken gedichten.
Hilversum In Museum Hilversum (Kerkbrink 6) is Trigger te zien, een expositie over vrede en oorlog van dj en kunstenaar Ruud de Wild. De tentoonstelling is een voorbeeld van mediacultuur in de brede zin van het woord: popmuziek, schilderkunst en fotografie van onder meer een bezoek aan Auschwitz. Ook zijn er video-interviews te zien met getuigen van de Balkanoorlog en de Tweede Wereldoorlog. In samenwerking met War Child nodigt het museum bezoe-
NCMagazine | voorjaar 2017
24-vieren-4-11.2.indd 56
13-03-17 15:27
Anjo Ka
DE KRACHT VAN HET PERSOONLIJKE VERHAAL
Anjo Ka
Stadsarchief Amsterdam / Jacob Merkelbach
vieren
kers uit om in gesprek te gaan met jongeren uit Aleppo. Op 4, 5 en 6 mei worden een debatforum en een live radio-uitzending door Ruud de Wild voor KRO/NCRV georganiseerd. Hilversum sluit af met een vuurwerkshow.
Haarlemmermeer Philip Kruijer, inwoner van Vijfhuizen en begeleider in de plaatselijke noodopvang voor asielzoekers, maakte het fotoboek Dromen van morgen, ter herinnering aan de noodopvang en de vluchtelingen die er tijdelijk verbleven. Van het album verscheen 1 exemplaar. www.haarlemmermeergemeente.nl.
Hoorn In Hoorn is de theaterproductie Na Rosa te zien. Ook tijdens de oorlog gaat Willem gewoon naar school. Op een dag is Rosa verdwenen. Ze is verhuisd, krijgt Willem te horen, maar niemand durft hem recht in de ogen te kijken. Op dat moment begint voor Willem de oorlog pas echt. Hij kan zich niet langer afzijdig houden en zoekt een manier om zich te verzetten. Wat kan een schooljongen in zoiets abnormaals als een oorlog doen? Dan blijkt dat ook kleine keuzes van grote betekenis kunnen zijn. Na Rosa is de tweede historische muziektheatervoorstelling van Laboman Producties en is geschikt voor iedereen vanaf acht jaar.
Laren In Laren komt een monument voor 45 Joodse kinderen van de Berg-Stichting, die in de Tweede Wereldoorlog zijn vermoord
Joods Kinderopvanghuis Berg-Stchting Laren (NH)
in Auschwitz en Sobibor. De Berg-Stichting was een instelling voor uit huis geplaatste Joodse kinderen tussen 4 en 21 jaar. Niet alleen de 45 kinderen, ook vier stafleden vonden de dood in de vernietigingskampen. Na de oorlog werd de Berg-Stichting een tehuis voor Joodse weeskinderen. Op die plek staat nu de middelbare school Laar & Berg. Daartegenover komt het gedenkteken te staan. Het is een drie meter hoge sculptuur van beeldhouwer Lon Pennock en wordt in het voorjaar van 2017 onthuld.
Velsen De Velsenaar Jaap de Jong vertelt in een podcast over zijn herinneringen. Als zeventienjarige jongen maakte hij de komst van de Canadezen en de bevrijding mee: www.4en5meivelsen.nl.
Zaanstad In de Zaanstreek staan 28 oorlogs- en verzetsmonumenten. Elk met een eigen verhaal. Op de website www.monumentenspreken.nl vertellen ooggetuigen over de gebeurtenissen in hun buurt tijdens de Tweede Wereldoorlog. De korte films over elk monument zijn ook op YouTube te zien of via de website van het ComitĂŠ 4 en 5 mei Zaanstad: www.4en5meizaanstad.nl. Ook in Amsterdam, Bergen, Haarlem, Heemskerk, Hoofddorp, Langedijk, Oostzaan, Ouder-Amstel, Medemblik, Schagen, Uithoorn, Velsen, Weesp en Wormerland zijn er activiteiten. Meer informatie op www.vrijheidnh.nl.
| 57 24-vieren-4-11.2.indd 57
13-03-17 15:28
Gemeentearchief Roermond
Beeldbank WO2
HERDENKEN & VIEREN De NOS, waarmee het Nationaal Comité 4 en 5 mei nauw samenwerkt, presenteert op 4 en 5 mei een uitgebreide programmering over herdenken & vieren.
58
4 MEI 2017 NPO1 18.45 – 20.25 uur Live-uitzending van de Nationale Herdenking: - Herdenkingsdienst in De Nieuwe Kerk met de 4 mei-lezing van Annejet van der Zijl - Herdenking op de Dam - Met tussendoor een schakeling naar een herdenking in het land, dit jaar is dat Roermond Presentatie Jeroen Overbeek en Annechien Steenhuizen
NPO2 & NPO3 19.50 – 20.25 uur Aankoppeling van de twee andere publieke netten voor de live-uitzending van de Nationale Herdenking op de Dam aansluitend aan de herdenking:
NPO2 20.25 – 20.58 uur De Oorlogswinter van Roermond – documentaire Documentaire over de laatste zware wintermaanden van frontstad Roermond. Eind 1944 leven de burgers van het bezette Roermond vooral in schuilkelders. De geallieerden zijn de stad op een paar kilometer genaderd, maar de Duitsers bieden taai weerstand. Duitse soldaten houden dagelijks razzia’s in de gehavende stad. Ze zijn op zoek naar weerbare mannen voor de Arbeitseinsatz, de gedwongen tewerkstelling in Duitsland. Een oproep aan alle mannen om zich te melden, wordt genegeerd. Maar als tijdens Kerstmis 1944 een van de onderduikadressen wordt verraden, stellen de Duitsers dertien Roermondse mannen tot ijzingwekkend voorbeeld. Ze worden onmiddellijk ter dood veroordeeld. Nadat ze gedwongen zijn om hun eigen graf te graven, worden ze op Tweede Kerstdag geëxecuteerd. De jongste slachtof-
NCMagazine | voorjaar 2017
30-werf-1L-1.3.indd 58
13-03-17 15:29
Linker pagina: Verpleegsters van het joodse ziekenhuis centrum. Ziekenverpleging met jodensterren, 1943
Gemeentearchief Roermond
Rechts: Verwoestingen van de oorlog in de Veldstaat en omgeving, Roermond, 1945
5 MEI 2017 fers zijn dan pas zestien jaar oud. Een nieuwe oproep volgt: op 30 december moeten alle mannen tussen zestien en zestig jaar zich melden. Anders volgen er meer executies. Bijna drieduizend mannen besluiten alsnog om hun onderduikadressen te verlaten en komen terecht in werkkampen. Als de Amerikanen op 3 maart 1945 Roermond binnentrekken, vinden ze een nagenoeg lege, verwoeste stad.
NPO2 20.58 – 21.55 uur Voor Joden verboden, 75 jaar invoering Jodenster – studioprogramma met gasten Presentatie Herman van der Zandt Vanaf de tweede helft van 1940 volgen de anti-Joodse maatregelen in Nederland elkaar in hoog tempo op. In 1942 mogen Joden niet meer in overheidsdienst werken, niet meer naar de bioscoop, geen lid zijn van een sportvereniging en gaan Joodse kinderen verplicht naar Joodse scholen. Op 3 mei 1942 komt daar de invoering van de Jodenster bij. Dat is dit jaar precies 75 jaar geleden. De NOS staat erbij stil in het programma Verboden voor Joden vanuit café-restaurant de Ysbreeker in Amsterdam. Overlevenden van de oorlog vertellen hoe het was om de Jodenster te moeten dragen en hoe het net van de anti-Joodse maatregelen zich sloot rond de Joden van Nederland.
NPO1 12.00 -13.00 uur Live-uitzending Nationale Viering Bevrijding vanuit Haarlem met Nasrdin Dchar die de 5 mei-voordracht houdt Presentatie Art Rooijakkers
NPO1 20.30 -22.10 uur Live-uitzending Bevrijdingsdag 2017 Indruk van de viering van Bevrijdingsdag in het land en opmaat naar het 5 mei-concert live vanaf de Amstel Om 21.00 uur begint de live-registratie van het 5 mei-concert Presentatie Simone Weimans
NPO3 22.30 -23.05 uur Live-uitzending Artiesten voor de Vrijheid Indruk van de Bevrijdingsfestivals, dit jaar rechtstreeks van Bevrijdingsfestival Haarlem Presentatie Winfried Baijens
NPO1 23.40 – 00.20 uur Vuur van de Vrijheid – rechtstreekse uitzending vanuit Wageningen en Amsterdam Ontsteken van het Bevrijdingsvuur in Wageningen en impressie van Theater na de Dam Presentatie Simone Weimans en Eric Corton
| 59 30-werf-1L-1.3.indd 59
13-03-17 15:29
‘EXTREEM NEUTRAAL’: ZWITSERLAND EN DE HOLOCAUST
O
AP/Hollandse Hoogte
De Jodenstempel die de Zwitserse overheid gebruikte om Joodse vluchtelingen te onderscheiden van niet-Joodse vluchtelingen
In 2017 is Zwitserland voorzitter van de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) waarvan ook Nederland deel uitmaakt. Het oorlogsverleden van Zwitserland is omstreden gezien de weigering en uitzetting van tienduizenden Joodse vluchtelingen voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog. door Marc van Berkel (lid van de Nederlandse IHRA-delegatie)
p 24 augustus 1938 slaagde de Joodse kleermaakster Frieda Prossner uit Wenen erin om de Oostenrijks-Zwitserse grens te passeren. Eenmaal in het neutrale buurland werd zij naar een opvangkamp gebracht, waar ze te horen kreeg dat ze uitgewezen zou worden: Zwitserland had de grenzen voor illegale vluchtelingen al op 18 augustus van dat jaar gesloten. Twee dagen later echter verscheen de chef van de politie in St. Gallen, Paul Grüniger. Hij zette zich persoonlijk in voor het lot van Frieda, antedateerde haar reisdocument en zorgde ervoor dat zij in Zwitserland kon blijven. Frieda Prossner had geluk; zij overleefde de Holocaust en emigreerde na de oorlog naar New York.
De beslissing om vanaf augustus 1938 ‘ongewenste vreemdelingen’ terug te sturen werd meedogenloos doorgevoerd. De angst voor verslechtering van de betrekkingen met nazi-Duitsland was groot. Soms werden de immigranten rechtstreeks en welbewust aan de Duitse politie overgedragen. Soms sloegen grenswachten de vluchtelingen terug de grens over met de kolf van hun geweren. In augustus 1942 - de Holocaust was in volle gang - begon de tweede massale vlucht voor de vervolgingen. Precies vier jaar na de eerste grenssluiting besloot de Zwitserse regering tot een totaal inreisverbod voor vluchtelingen. Vanaf dat moment werden minstens 20.000 mensen weggestuurd of overgedragen aan de naziautoriteiten.
Regeringsbeleid
Bergier-commissie
Grüniger redde in de jaren 1938 en 1939 het leven van honderden Joodse en andere vluchtelingen. Daarmee ging de politiecommandant in tegen het officiële regeringsbeleid in Zwitserland. Na de intensivering van de anti-Joodse maatregelen in Duitsland in 1937 en de Anschluss met Oostenrijk in maart 1938, groeide het aantal vluchtelingen aanzienlijk. Alleen al in 1938 en 1939 arriveerden zo’n 12.000 mensen in Zwitserland. Ook werd - na het mislukken van de Conferentie van Évian in juli 1938 - duidelijk dat de vluchtelingen die Zwitserland had opgenomen nergens anders asiel zouden krijgen. Met name de toeloop van Oostenrijkse Joden was voor de chef van de Polizeiabteilung des Eidgenössischen Justiz- und Polizeidepartement, Heinrich Rothmund, het sein om ingrijpende maatregelen te nemen.
Hoewel het om uiteenlopende redenen moeilijk is om vast te stellen hoeveel vluchtelingen Zwitserland tijdens de Tweede Wereldoorlog heeft afgewezen of opgenomen, kwam de Bergier-commissie (een commissie die namens het Zwitserse parlement van 1996 tot 2002 de rol van de Zwitserse overheid in de oorlogsjaren heeft onderzocht) desalniettemin tot een aantal statistische gegevens. Tussen september 1939 en mei 1945 zou Zwitserland in totaal bijna 300.000 migranten hebben opgenomen, variërend van een paar weken tot enkele jaren. Onder hen waren ruim 60.000 civiele vluchtelingen zonder geldig visum, van wie bijna de helft van Joodse afkomt was. Hoeveel vluchtelingen Zwitserland heeft geweigerd en/of uitgewezen is nog lastiger te bepalen vanwege het
60 NCMagazine | voorjaar 2017 26-internationaal-2-19.9.indd 60
13-03-17 15:30
Internationaal
Paul Grueninger Foundation, Zürich
Paul Grüniger Paul Grüniger, de redder van honderden vluchtelingen, overleed berooid in 1972. In 1939 werd hij op staande voet ontslagen wegens dienstverzuim en verloor hij zijn pensioenrechten. In 1940 werd hij veroordeeld tot het betalen van een geldstraf; zijn dochter brak daarop haar studie af om voor haar ouders te kunnen zorgen. Grüniger zelf kreeg nooit meer een vaste baan. In 1971 werd hem door Yad Vashem de status Rechtvaardige onder de Volkeren toegekend. Twee maanden voor zijn dood kreeg hij van de Duitse Bondspresident Gustav Heinemann wel een kleurentelevisie. In 1995 - ruim twintig jaar na zijn dood - werd Grüniger door de Zwitserse overheid volledig gerehabiliteerd, inclusief materiële schadevergoeding voor zijn nabestaanden.
feit dat niet alle uitwijzingen werden gedocumenteerd. Aangenomen wordt dat Zwitserland meer dan 34.000 mensen niet heeft toegelaten.
vergeleek Zwitserland dan ook met een vlieg in een concertzaal: “Ihr Schweizer tut gut daran nicht störend herumzusurren. Sonst könnte jemand auf die Idee kommen, die Fliege zu erschlagen.”
Duitse inval?
Bankier van de nazi‘s
Na de annexatie van Oostenrijk in maart 1938 werd Zwitserland rechtstreeks geconfronteerd met de mogelijkheid van een militaire bezetting van het land. Duitse troepen werden gelegerd in het aan Zwitserland grenzende Vorlarlberg. Hoewel het Duitstalige deel van Zwitserland werd beschouwd als alemannisch en ideologisch verwant, hadden veel nazi’s weinig waardering voor het hyperdemocratische Zwitserland. Zo gebruikte Himmler het begrip Verschweizerung als tegenstelling voor het streven naar wereldheerschappij. De Zwitsers hielden ernstig rekening met een Duitse inval. Toen op 16 juli 1940 in het Franse La Charité-sur-Loire een goederenwagon werd ontdekt waarin zich documenten van de Franse generale staf bevonden, vreesde men voor Duitse agressie. Uit die akten bleek namelijk dat er gedetailleerde afspraken bestonden tussen de Zwitserse en Franse legerleiding. Volgens deze geheime conventie zouden Franse troepen het noordwesten van Zwitserland bezetten in geval van een Duitse aanval. De vondst van de documenten bij La Charité betekende een ernstige aantasting van de geloofwaardigheid van de Zwitserse neutraliteit. In de beleving van de Zwitserse regering werd door de vondst van deze documenten als het ware een strop om haar neutrale nek geknoopt. Een Duitse diplomaat
Ondanks de Duitse dreiging waren de economische betrekkingen tussen Zwitserland en het Derde Rijk intensief. Hierdoor werden in beide staten het belang en de wenselijkheid van een onafhankelijk Zwitserland onderkend. Zwitserland leverde elektriciteit aan Duitsland en stond belangrijke transporten toe via de Alpenpassen. Hoewel de Zwitserse bijdrage aan de nazi-economie betrekkelijk gering was (minder dan 0,5% van de totale Duitse oorlogsindustrie), ging het om belangrijke technische producten. In 1997 verklaarde de toenmalige Amerikaanse onderminister van Buitenlandse Zaken, Stuart Eizenstat, dat Zwitserland de “bankier van de nazi’s” zou zijn geweest. Hij voerde aan dat Zwitserland zelfs de oorlog zou hebben verlengd door de aankoop van gestolen goud. Het meeste roofgoud stamde uit Nederland en België; een groot deel daarvan werd via Zwitserland weer uitgevoerd naar andere landen. Zo ontstond een driehoeksverhouding waarbij Zwitserland als gouddraaischijf fungeerde. Over ‘slapende tegoeden’ van slachtoffers van de Holocaust op Zwitserse bankrekeningen is in het kielzog van Eizenstats interpretaties in de jaren negentig veel gediscussieerd; de banken waren terughoudend om de nabestaanden tegemoet te komen. Meer informatie IHRA: www
| 61 26-internationaal-2-19.9.indd 61
13-03-17 15:31
Juno Beach Centre
WERELD VAN VERSCHIL Nederland telt ongeveer tachtig oorlogsmusea en herinneringscentra. Ook in het buitenland zijn er oorlogsmusea. Jan van Kooten, directeur van het Nationaal Comité, bezocht tijdens zijn vakantie het Juno Beach Centre in Normandië en het Holy Defense Museum in Iran. door Jan van Kooten | foto’s Jan van Kooten
62
I
n Normandië staat het Canadese Juno Beach Centre. Gebouwd in 2003 en een eerbetoon aan de 45.000 Canadezen die bij de bevrijding van Europa het leven verloren. Op een toegankelijke en informatieve wijze wordt duidelijk hoe de bevrijding van Europa verliep en wat de rol van Canada was. In de eerste ruimte is een 360-gradenvideoprojectie waar je ervaart wat er in het hoofd van een soldaat omging toen hij de kust van Normandië bereikte. Zijn angsten, het afscheid van zijn ouders en vrienden, de kogels die links en rechts inslaan, maten die gewond en gedood worden, zijn jeugdherinneringen. Smaakvol gedaan en het brengt je meteen op de plaats waar je bent: D-day 1944. De expositie is chronologisch opgebouwd volgens een vast format: historische feiten, foto’s en kaarten als achtergrondpaneel, objecten die daarmee samenhangen in een vitrine en persoonlijke verhalen op video met prachtig archiefmateriaal. Deze herkenbare opbouw helpt de bezoeker om zowel kennis als betrokkenheid te vergroten. Meer dan een miljoen Canadese mannen en vrouwen was actief in het leger gedurende de Tweede Wereldoorlog. Niet alleen als militair, maar ook als medicus, communicatiespecialist of verpleegster. In april 1945 kregen Canadese troepen de opdracht het westen van Nederland te bevrijden. De interviews van de bevrijders zijn ontroerend. Ze spraken allemaal over de warme ontvangst en hulpvaardigheid in Nederland. Op 5 mei vierden de Canadezen samen met de Nederlanders uitbundig het einde van de oorlog. Het liedje Trees heeft een Canadees is ook te horen. De laatste zaal in het museum gaat over het hedendaagse Canada, met 31 miljoen inwoners afkomstig uit ruim tweehonderd landen. Een land dat trots is op zijn multiculturaliteit en diversiteit. En een land dat zich wereldwijd inzet voor vrede en veiligheid,
NCMagazine | voorjaar 2017
15-herinneren-2-7.2.indd 62
13-03-17 15:32
herinneren het Holy Defense Museum in Iran
een bijdrage levert aan tal van VN-missies en op veel plaatsen in de wereld humanitaire hulp verleent.
Loopgravenoorlog In Kerman, duizend kilometer ten zuidoosten van Teheran, staat het Holy Defence Museum van Iran. Dit museum herinnert aan de oorlog tussen Iran en Irak die duurde van 1980 tot 1988. In april 1979 werd de Islamitische Republiek Iran uitgeroepen onder leiding van ayatollah Khomeini. Iran was na het verdrijven van de sjah van Perzië politiek instabiel. De president van Irak, Saddam Hoessein, vond dit het moment om het olierijke zuiden van Iran te annexeren. Het werd een gruwelijke en wrede oorlog. Het totale aantal slachtoffers was meer dan een half miljoen. Er stierven alleen al honderdduizend Iraniërs als gevolg van de inzet van gifgas en biologische wapens door Irak. In het museum zijn hier gruwelijke foto’s van te zien. Tienduizenden Iraanse kinderen stierven als gedwongen martelaar met ‘een sleutel voor het paradijs’ om hun nek. Het nog nieuwe museum is vrijwel geheel in het Farsi, maar met de kleine Engelstalige folder kom je een heel eind. Het eerste dat opvalt is de grootse entree: een waterpartij in de stijl van oude paleizen en tanks aan weerszijden. De audiovisuele techniek in het museum is beperkt, de tentoonstelling is naar onze maatstaven wat gedateerd en hoofdzakelijk een ‘boek aan de muur’. Er zijn diverse persoonlijke verhalen, zowel van burgers als militairen. De verhalen worden geïllustreerd met ontroerende persoonlijke bezittingen in vitrines. Een acht jaar durende loopgravenoorlog in de woestijn wordt in het buitengedeelte van het museum nagebouwd met loopgaven, met daarin diorama’s. Om de experience kracht bij te zetten, is mitrailleurgeluid te horen en staat heel wat
militair materieel opgesteld. Het bezoek aan het museum wordt afgesloten met een wandeling langs een namenwand waarop tienduizenden omgekomenen vermeld staan.
Dilemma Eenmaal buiten spreken we een meer pacifistisch ingestelde man. Hij vindt het oorlogsmuseum maar niks en als het aan hem lag werd het een vredesmuseum. Hij verwoordt hiermee een dilemma van elk oorlogsmuseum: wat is nu precies de missie? Het museum in Iran verheerlijkt het martelaarschap van de vaak jonge soldaten en toont de verschrikkingen van oorlog in al zijn vormen. Inmiddels weten we dat er nauwelijks een educatieve werking uitgaat van het louter en alleen tonen van oorlogsgeweld. Het museum in Normandië laat de dapperheid van de soldaten zien. Het museum is op de eerste plaats een historisch, educatief en informatief museum dat het verhaal vertelt van de bevrijding vanaf D-day tot 8 mei 1945. Beide musea informeren de bezoeker over de aanleiding en het verloop van de oorlog in al zijn gruwelijkheden. Maar het Juno Beach Centre gaat verder dan 1945. Het laat zien dat democratie en vrijheid wereldwijde inzet vraagt. Het grote aantal jonge Canadese vrijwilligers in het museum is daar een voorbeeld van. Iran heeft zeventien buurlanden, zoals Afghanistan, Pakistan, Turkmenistan en Saoedi-Arabië. Niet bepaald een stabiele, vredelievende regio. Ik ben benieuwd wanneer in het museum in Kerman, net zoals in Normandië, meer zal worden verteld over hoe democratie en vrijheid bewerkstelligd kunnen worden. Voor meer informatie: www.junobeach.org en www.en.iranhdm.ir
| 62 15-herinneren-2-7.2.indd 63
13-03-17 15:33
MIDDELBURG IN DE VUURLINIE: STRIJD OM DE WAARHEID Hebben de Duitsers Walcheren op 17 mei 1940 gebombardeerd of waren het de Fransen, die Zeeland te hulp waren geschoten? De gemeente Middelburg liet een onderzoek doen. door Rutger van Krieken
O
p 14 mei 1940 geeft het Nederlandse leger zich na vier dagen strijd over aan het Duitse leger. In heel Nederland? Nee, in Zeeland blijft men doorvechten met hulp van het Franse leger. De strijd om Walcheren en daarmee de toegang tot de Westerschelde duurt nog enkele dagen. Dagen waarin veel slachtoffers vallen; ook onder de burgerbevolking. Op het moment dat de Duitsers op 17 mei Walcheren naderen, dreigt de opmars door de Franse verdediging vast te lopen. Middelburg krijgt het zwaar te verduren. Een groot deel van het centrum gaat op 17 mei 1940 in vlammen op. Over het hoe en waarom zijn nog veel vragen en ruim 75 jaar na dato zijn deze nog steeds actueel.
Discussie In 2012 laaide de discussie over de vraag wie Middelburg aan puin heeft geschoten weer hoog op. Aanleiding voor al het tumult was het boek Gestold verleden. 17 mei 1940. Frans oorlogsgeweld op Middelburg van A.B.J Goossens. Dit boek was een reactie op de in 2010 verschenen studie Middelburg 17 mei 1940. Het vergeten bombardement van P. Sijnke. In de decennia na de oorlog zijn er verschillende publicaties en onderzoeken verschenen over deze ramp, waarin verschillende scenario’s de revue passeerden. Ook een Duits (terreur)bombardement, vergelijkbaar met het bombardement op Rotterdam, werd als oorzaak genoemd. Maar de in 2010 verschenen publicatie van Sijnke maakte aannemelijk dat er van een bombardement, laat staan een terreurbombardement, geen sprake was. Sijnke concludeerde dat de verwoesting van de stad was veroorzaakt door hoofdzakelijk Duitse artilleriegranaten met daarnaast waarschijnlijk enkele vliegtuigbommen. De mogelijkheid dat ook Franse artilleriegranaten de stad hadden geraakt sloot hij daarbij niet uit. Goossens reageerde in zijn boek echter met de these dat uitsluitend Franse artilleriegranaten de oorzaak waren geweest van de verwoesting van Middelburg. Deze granaten waren afgevuurd om de terugtocht te dekken. Kortom, onze bondgenoot had met de terugtrekking het stadscentrum van Middelburg vernietigd. Niet de Duitsers.
Monumenten De gemeente Middelburg vond dat deze ingrijpende gebeurtenis niet voortdurend ter discussie moest worden gesteld en vroeg het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) hierover zijn licht te laten schijnen. De twee genoemde publicaties vormden de basis van het rapport van het NIMH. De belangrijkste reden voor dit rapport was voor eens en altijd een einde maken aan de voortslepende discussie, maar er was ook een zeer praktische overweging. ‘DE EXPLOSIE – 1988. GEVELRESTANT LANGE DELFT 64 DOOR DUITS BOMBARDEMENT VERWOEST 17 MEI 1940.’
64
NCMagazine | voorjaar 2017
28-onderzoek-2-14.2.indd 64
13-03-17 15:33
onderzoek
Middelburg 17 mei 1940
Deze tekst staat op het monument De Explosie in Middelburg. Het bestaat uit veertien gevelfragmenten van een verwoest achttiendeeeuws patriciërshuis (De Dolfijn). Op veertien locaties in de stad is een brokstuk in het straatwerk aangebracht met daarop deze tekst. En juist deze tekst (en vergelijkbare teksten op andere monumenten) creëert in het licht van de discussie betreffende de schuldvraag extra onduidelijkheid. Het woord bombardement roept bij veel mensen het beeld op van vliegtuigen die in formatie aan komen vliegen en hun dodelijke lading loslaten. Dit is een beeld dat vaak is herhaald en dan wordt vanzelfsprekend de vergelijking met het bombardement op Rotterdam gemaakt. In beide publicaties wordt echter duidelijk gemaakt dat van een (terreur)bombardement met bommenwerpers geen sprake was. Het NIMH onderschrijft in zijn rapport deze conclusie. Dat neemt niet weg dat het woord bombardement ook kan staan voor een beschieting met granaten. Maar deze technische nuance gaat voor veel mensen, begrijpelijkerwijs, te ver. Je moet wel erg ingevoerd zijn in de militaire terminologie om dit onderscheid te kunnen maken. Dus om een nietsvermoedende voorbijganger niet op het verkeerde been te zetten, is het woord bombardement niet de meest handige keuze. Daarbij is ook de eenzijdige nadruk op de Duitsers als schuldige aan de verwoesting niet geheel conform de waarheid.
Waarheid Wat is dan wel de waarheid? Het NIMH onderzocht in zijn lezenswaardige rapport de verschillende betooglijnen van de twee publicaties en kwam tot de conclusie dat er, met de bronnen zoals die bekend zijn, niet met zekerheid een definitief oordeel omtrent de schuldvraag te geven is. Veel archiefmateriaal is verloren gegaan en wat er is, geeft niet altijd een eenduidig en scherp beeld. In de oorlog sneuvelt de waarheid als eerste. Wel is duidelijk dat een (terreur)bombardement uitgesloten kan worden. Daar is geen enkel bewijs voor. Tevens toont de commissie aan dat Goossens zijn these in Gestold verleden - het is uitsluitend Frans vuur geweest dat het centrum van Middelburg in de as heeft gelegd niet kan bewijzen. Wat is er dan wel gebeurd? Middelburg is zeer waarschijnlijk ten prooi gevallen aan een combinatie van Duitse en Franse artilleriegranaten en Duitse vliegtuigbommen. Het is volgens de commissie aannemelijk dat Duitse artilleriegranaten de hoofdmoot van de inslagen vormden.
Het NIMH adviseert dan ook de teksten op de monumenten aan te passen. In plaats van ‘bombardement’ zou men beter kunnen spreken van ‘de (stads)brand van Middelburg’. En als oorzaak kan dan ‘oorlogshandelingen’ of ‘oorlogsgeweld’ worden genoemd. De auteurs van beide publicaties hebben aangegeven de conclusies van het NIMH te accepteren. Lees de gehele studie hier: www.4en5mei.nl/rapportnimh Met dank aan Erwin Rossmeisl van het NIMH
NIOD / Beeldbank WO2
Advies
| 65 28-onderzoek-2-14.2.indd 65
13-03-17 15:34
Tweede Kamer opent deuren op 5 mei Op Bevrijdingsdag opent de Tweede Kamer zijn deuren voor iedereen die meer wil weten over democratie en het werk van Kamerleden. Tijdens de open dag zijn er verschillende activiteiten, voor jong en oud, van opa’s en oma’s tot kinderen en kleinkinderen. Alle activiteiten hebben te maken met het werk van de Tweede Kamer. Wat doen Kamerleden zoal op een dag? Hoe zijn zij in de Kamer terechtgekomen? En hoe werkt onze democratie? Iedereen die antwoord wil op deze vragen is op 5 mei welkom in Den Haag, tussen 10.00 en 16.00 uur. De open dag wordt ondersteund door Bevrijdingsfestival Den Haag.
De afgelopen jaren is flink geïnvesteerd in 5voor5 op de veertien Bevrijdingsfestivals. Inmiddels is 5voor5 een vast ritueel geworden in de programmering: een feestelijk moment om 16:55 uur waarop alle festivalbezoekers samen stilstaan bij vrijheid. Dit zorgt voor verbinding met de andere festivals. In one minute speeches worden persoonlijke verhalen verteld. Het lied Iedereen is van de wereld, vertolkt door Typhoon, wordt in het hele land meegezongen. In aanloop naar 5 mei worden social media ingezet om 5voor5 meer bekendheid te geven en het publiek alvast te betrekken. Zij kunnen selfies insturen, die zijn terug te zien op de beeldschermen van alle Bevrijdingsfestivals. In de toekomst is het de bedoeling om 5voor5 via de media ook bekendheid geven bij mensen die geen festival bezoeken. Voor meer informatie: www.bevrijdingsfestivals.nl.
Nationaal Comité 4 en 5 mei / Tom Doms
5voor5 op 5 mei
EDUCATIE WO II In januari is de website www.tweedewereldoorlog.nl vernieuwd. De portal is een samenwerking van de Anne Frank Stichting, het Nationaal Comité 4 en 5 mei, Kamp Westerbork, het Veteraneninstituut, het Nationaal Militair Museum, het NIOD en tal van andere musea en educatieve instellingen. In de week van de lancering presenteerden deze partijen onder de noemer Educatie WO II hun aanbod op de Nationale Onderwijs Tentoonstelling (NOT). Gezamenlijk brachten zij al hun lesmateriaal over de Tweede Wereldoorlog op www.tweedewereldoorlog. nl onder de aandacht van docenten. Op de site kun je als klas of leerling digitale lessen volgen en kunnen docenten lesmateriaal bestellen. Wie een gastspreker wil uitnodigen voor in de klas kan ook op deze website terecht. Naast het educatieve aanbod is voor iedereen toegankelijke informatie over de Tweede Wereldoorlog beschikbaar. De portal is een van de eerste resultaten van het Platform Herinnering Tweede Wereldoorlog (Platform WO II). Stand Educatie WO II tijdens de Nationale Onderwijs Tentoonstelling
Voor meer informatie: www.tweedewereldoorlog.nl.
66 NCMagazine | voorjaar 2017 22-stavaza-2-25.2.indd 66
13-03-17 15:35
herdenken & vieren Stand van zaken door Debby van Zadelhoff en Irene de Roos
Erratum
Michiel-Landeweerd
Het artikel ‘Holocaust in Servië’ in het NC Magazine van het najaar 2016 behoeft een aanvulling. In is te lezen dat in het kamp Staro Sajmiste in Belgrado 5.500 Joden zijn vermoord en dat hun namen nu zijn opgenomen in een database. Hier had moeten staan dat in de database de namen van 5.500 Holocaust-slachtoffers zijn opgenomen, en dat het werkelijke aantal slachtoffers hoger wordt geschat.
4 en 5 mei Amsterdam Amsterdam herdenkt en viert op 4 en 5 mei met ruim 300 activiteiten door de hele stad. Het programma omvat onder meer 40 buurtherdenkingen, concerten, rondleidingen in Artis, films, het Bevrijdingsfestival Amsterdam in het Westerpark, 35 Open Joodse Huizen en Huizen van Verzet in onder andere de Hermitage en het Gerrit van der Veen College en de Stille Tocht naar de Herdenking op de Dam. Theater Na de Dam brengt in 20 theaters voorstellingen op 4 mei, met onder meer het Holocaust Remembrance Con-
cert van het Internationaal Joods Muziek Festival en jongerentheaterprojecten in diverse stadsdelen. Op 5 mei zijn er weer ruim 100 Vrijheidsmaaltijden in de hele stad waar verhalen verteld worden en de vrijheid wordt gevierd, onder meer in het Joods Cultureel Kwartier, het Verzetsmuseum, de NDSM-werf, Waternet en de Vrije Universiteit. Voor meer informatie: www.4en5meiamsterdam.nl.
Op zondag 29 januari 2017 vond de Nationale Holocaust Herdenking plaats. Bij het Spiegelmonument Nooit meer Auschwitz in het Amsterdamse Wertheimpark hielden minister-president Mark Rutte en burgemeester van Amsterdam Eberhard van der Laan een toespraak. Van der Laan benadrukte dat onrecht vanaf de eerste stap moet worden bestreden: “De Holocaust sterkt ons in de overtuiging om in onze dagen iedere vorm van haat direct de kop in te drukken”. Het Carmel Quintet en het Zigeunerorkest Roma Mirando zorgden voor de muzikale omlijsting van de herdenking. Na de plechtigheden was er voor particulieren en organisaties gelegenheid hun kransen en bloemen te leggen bij het monument. Voor meer informatie: www.auschwitz.nl.
Jan van Steen
NATIONALE HOLOCAUST HERDENKING
67 22-stavaza-2-25.2.indd 67
13-03-17 15:35
ONDER WOORDEN GEBRACHT In de mist ~ 4 mei 2017
Nasrdin Dchar
Annejet van der Zijl
Wat heb ik te vieren? ~ 5 mei 2017
De 4 en 5 mei-voordrachten inclusief boekenlegger met fakkelsticker. Vanaf 22 april in de boekhandel.
₏5,–
Naamloos-4 72
03-03-17 17:41