NC Magazine, voorjaar 2015

Page 1

NCMagazine

Over herdenken, vieren en herinneren

Nationaal Comité 4 en 5 mei, voorjaar 2015

NC presenteert visie op herdenken en vieren STEM VAN DE REDELIJKHEID: 4 MEI-LEZER IAN BURUMA IHRA, Hongaars nationalisme en de Holocaust CONCERT VAN DE VRIJHEID Tweede en derde generatie: ‘Waar kan ik onderduiken?’ DOTAN IS AMBASSADEUR VAN DE VRIJHEID Onbekende bevrijders: Sikhs in voormalig Nederlands Indië 01-cover-1-18.3.indd 1

19-03-15 14:16


Hoofdredactioneel

FOOD FOR THOUGHT

COLOFON

De toekomstvisie op herdenken, vieren en herinneren van het Nationaal Comité op 4 en 5 mei is afgerond en aan de staatsecretaris Martin van Rijn van VWS aangeboden. Deze is tot stand gekomen door vele individuele bijdragen en gesprekken met tal van organisaties. Het komt uitgebreid in dit nummer van NC Magazine aan de orde komt. Enkele uitdagingen als food for thought: Het betrekken van een veranderende samenleving met vele nieuwe Nederlanders bij herdenken, vieren en herinneren; in het onderwijs moet de Tweede Wereldoorlog meer nadruk krijgen in relatie tot actuele gebeurtenissen; het vertellen van verhalen over ervaringen in de Tweede Wereldoorlog en het benoemen van unieke gebeurtenissen zoals de Shoah, het bombardement op Rotterdam of het schenden van de democratie en de rechtsstaat horen meer aandacht te krijgen. Hoe dan ook, laat de toekomstvisie ter inspiratie dienen maar ook de verhalen in deze editie over bijvoorbeeld Concert van de Vrijheid, onbekende bevrijders als de Sikhs, de activiteiten van de IHRA, de bijeenkomst van lokale organisatoren van herdenkingen en vieringen en over de 5 mei-lezer David Grossman. Food for thought, als opmaat naar 4 en 5 mei 2015. Zeventig jaar na de Tweede Wereldoorlog.

Jaargang 4, nr. 7, najaar 2015

02-hoofdredactioneel-2-18.3.indd 2

Hoofdredacteur: Simon Jacobus Redactie:, Jan van Kooten, Renske Krimp, Robin de Munnik, Niels Weitkamp Beeldredactie: Mieke Sobering Eindredactie: Marja Verbraak Art direction & vormgeving: Remco Tonino Redactieadres: Nieuwe Prinsengracht 89 1018 VR Amsterdam Tel: 020 7183500 Fax: 020 7183501 Mail: simon.jacobus@4en5mei.nl Aan dit nummer werkten mee: Maurice Adams, ANP/Remko de Waal, Alex Bakker, Enrico Bertuccioli, Bevrijdingsmuseum Zeeland, Esther Captain, Cartoon Movement, Collectie Eli Dwek, Collectie S.A. Golan, Maarten Dallinga, Cristan van Emden, Marcel Floor, Joyce van Galen Last, Annemiek Gringold, Firi den Hoedt, Lara Hoekstra, Chris van Houts, Karen de Jager, Joods Historisch Museum, Jolanda Keesom, Jüdisches Museum Berlijn, Olaf Kraak, Rutger van Krieken, Frank Kromer, Agnes Loonstra, Nienke Majoor, Daphne Meijer, J. Midavaine, Militärhistorisch Museum der Bundeswehr Dresden, Nationaal Archief, Elise Nieboer, Sjaak Niessen, NIOD/B. van Bohemen, Ilvy Njiokiktjien, Krijn van Noordwijk, Cas Oorthuys/Nederlands Fotomuseum, Leonard Ornstein, Larissa Pans, Karen Polak, Princeton Theological Seminary, Anda van Riet, Peter Rodrigues, Toine Rongen, Leontine Veerman-Kaplan, Sabien Vreeman-Butzelaar, Max van Weezel , Dennis Wisse, provincie Zeeland, Zeeuwse Bibliotheek en Jens Ziehe. Drukkerij: Roto Smeets, Graviservices. Copyright 2015 Nationaal Comité 4 en 5 mei. Overname van artikelen en informatie uit dit magazine is toegestaan voor niet-commercieel gebruik met vermelding van de auteur en de bron.

22-03-15 16:22


Het NCMagazine voorjaar 2015 OVER HERDENKEN, VIEREN EN HERINNEREN 04 06

09 35 46 56 52 58

13 18 24 38 48 54 60

COVERSTORY Presentatie toekomstvisie op 4 en 5 mei Debatten over herdenken en vieren: ‘Ik kan me niet voorstellen dat de Tweede Wereldoorlog niet als moreel ijkpunt wordt genomen’

HERDENKEN

10 19 36

Lopen voor verzoening, van Putten tot over de grens Getuigenverhaal dwangarbeid in Duitsland Stem van de redelijkheid: 4 mei-lezer Ian Buruma Aanmoedigingsprijs Oorlogsmonumenten in Zeeland

34

70 JAAR BEVRIJDING

40

Onbekende bevrijders: Sikhs in Nederlands-Indië Concert van de Vrijheid, muziek en verhalen vertellen over de bevrijding

VIEREN Vier jonge musici spelen op het 5 mei-concert Vrijheidsgame Duifkopter is een succes! Themastuk: ‘Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst’ ‘Wat vrijheid betekent, heb je pas door als je het tegendeel ziet,’ aldus 5 mei-lezer David Grossman Bevrijdingsfestival Zeeland: ‘Het Bevrijdingsfestival hoort bij het DNA van Vlissingen’ Op zoek naar vrijheid, over to offend, to shock, to disturb Ambassadeur van de Vrijheid Dotan

02-hoofdredactioneel-2-18.3.indd 3

45 62 28 30

14 17 42

HERINNEREN Bevrijdingspark Zeeland als kroon op het werk Waar kan ik onderduiken? Jacob Kohnstamm en Natascha van Weezel vertellen over de tweede en derde generatie Interview met NC-voorzitter Joan Leemhuis-Stout: ‘Veel organisaties zijn geïnspireerd door wat het Nationaal Comité doet’

INSPIRATIE de keuze van Marens Engelhard, directuer van het Nationaal Archief Bijeenkomst voor organisatoren van lokale herdenkingen en vieringen Selfie van de vrijheid Stand van zaken

SUBSIDIES ‘Goed idee, maar hoe kunnen we het betalen?’ Een uitleg van de subsidies Subsidies voor Right Now!, Selamat Sjabbat en animaties bij verhalen van toen

INTERNATIONAAL Het nationalisme in Hongarije en de Holocaust Column van Marcel Floor van VWS: ‘Ik hoop dat Hegel ongelijk krijgt’ Samenwerking met Duitsland

22-03-15 16:22


Nieuwspoort, Den Haag, 6 maart 2015: staatssecretaris Van Rijn van VWS neemt het advies over herdenken en vieren - onder de titel Kom vanavond met verhalen - in ontvangst van mevrouw Leemhuis-Stout, voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Hij noemde het advies “een uitstekende basis voor verdere uitwerking”.

4

NCMagazine | voorjaar 2015

03-coverstory-2-18.3.indd 4

19-03-15 16:03


coverstory

‘VERHALEN ZIJN DE SLEUTEL OM DE OORLOG NOOIT TE VERGETEN’ “We gaan nooit vergeten”, beloofde staatssecretaris Van Rijn van VWS nadat hij op 6 maart de visie Kom vanavond met verhalen van het Nationaal Comité 4 en 5 mei in ontvangst had genomen van voorzitter Joan Leemhuis-Stout. De visie is het resultaat van een jaar lang debatteren en luisteren in het land. Tevens is ze een advies aan het kabinet over herdenken en vieren in de veranderende samenleving. door Jolanda Keesom | foto Geert Snoeijer

Nationaal Comité presenteert visie op herdenken en vieren De staatssecretaris bedankte het Comité voor de zorgvuldigheid en het respect waarmee het over herdenken en vieren in gesprek is gegaan met de samenleving. De verhalen uit de titel van het advies noemde hij: “De sleutel om nooit te vergeten wat de Tweede Wereldoorlog voor Nederland heeft betekend”.

4 mei Naast journalisten en leden van het Nationaal Comité 4 en 5 mei waren vertegenwoordigers van uiteenlopende organisaties aanwezig; onder andere van het voormalig verzet, uit Joodse en Indische kring, van veteranen, Bevrijdingsfestivals en lokale herdenkingscomités. Voorzitter Leemhuis-Stout benadrukte dat de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog op 4 en 5 mei centraal blijft staan en dat bepalende gebeurtenissen, zoals de Holocaust, de Japanse bezetting van Nederlands-Indië en de Hongerwinter, voortaan explicieter aandacht krijgen. “Omdat de geschiedenis meer is dan een optelsom van individuele verhalen.” Het Nationaal Comité kiest ervoor ook Nederlandse militairen die na 1945 gesneuveld zijn op 4 mei te blijven herdenken. “Juist omdat Nederland is bevrijd door geallieerde militairen, hebben we sindsdien meegedaan aan internationale vredesoperaties en herdenken we op 4 mei ook degenen die daarbij gesneuveld zijn.”

5 mei vrije dag De voorzitter riep de sociale partners op van 5 mei een vrije dag te maken om stil te staan bij de betekenis van rechtsstaat, democratie en vrijheid, zoals verankerd in de Grondwet. “Het herstel en voortbestaan van onze constitutionele democratie is reden genoeg om verder te kijken dan de arbeidsvoorwaarden.” Ze hoopt dat de visie niet alleen op nationaal niveau de grote betrokkenheid bij herdenken en vieren ondersteunt, maar juist ook de duizenden mensen inspireert die op lokaal niveau actief zijn. De visie dient als basis voor het meerjarenbeleidsplan 2016-2020 van het Nationaal Comité, maar kan volgens de voorzitter langer mee, dankzij de uitgebreide consultatieronde die eraan ten grondslag ligt. Komend najaar volgt de uitwerking in concrete activiteiten. Daarover gaat het Comité dan opnieuw met zijn partners in gesprek. Voor meer informatie: www.4en5mei.nl.

|5 03-coverstory-2-18.3.indd 5

19-03-15 16:04


Debat over herdenken en vieren

WOII NOG STEEDS MOREEL IJKPUNT

“Waarom hebben we een nationale herdenking voor de slachtoffers van de ramp met de MH17?” Met die vraag prikkelde vicevoorzitter Jacques Wallage van het NC de deelnemers aan de debatten over de conceptvisie van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. “Omdat deze mensen niet het slachtoffer waren van een gewone vliegramp, maar tijdens een gerichte aanslag zijn vermoord.” door Jolanda Keesom | foto’s Geert Snoeijer

6

NCMagazine | voorjaar 2015

04-coverstory-3-18.3.indd 6

19-03-15 16:07


coverstory

Dagvoorzitter Ruben Maes in gesprek met Jacques Wallage tijdens het debat in Rotterdam, 30 oktober 2014.

D

Onder: respectievelijk Wageningen, Roermond en Rotterdam

e vraag wie en wat we op 4 mei herdenken en waarom we op 5 mei feestvieren, stond centraal tijdens vijf openbare debatten die het Nationaal Comité afgelopen najaar verspreid over het land organiseerde. Van de voormalige werkplek van de beroemde architect Pierre Cuypers in Roermond, via de statige aula van de Wageningen Universiteit, het knusse Theater Walhalla in Rotterdam en de bedrijvige Balie in Amsterdam, naar het kleurrijke Groninger Museum. Rond de tweehonderd mensen namen de moeite om naar een van de vijf debatten in het land te komen. Onder hen veel leden van lokale 4 en 5 mei-comités, Bevrijdingsfestivals en educatieve oorlogsprojecten. Zij bleken zelf ook behoefte aan discussie te hebben: “Wij zijn hier gekomen omdat we zelf ook met deze vragen zitten.” Ook waren er deelnemers die over dit onderwerp hun hart wilden luchten. Van: “Hoog tijd dat de Shoah op 4 mei genoemd wordt” en: “Herdenken we NSB’ers die door te vechten in Korea hun Nederlandse nationaliteit hoopten terug te krijgen?” tot: “Kunnen we niet ophouden met de Tweede Wereldoorlog als moreel ijkpunt voor alles te nemen?” Op die laatste vraag antwoordde Jacques Wallage: “Ik kan me niet voorstellen dat ik de Tweede Wereldoorlog niet als moreel ijkpunt kan nemen.”

Dilemma’s Tijdens de debatten stonden de voorstellen centraal die het NC na de verkenningsbijeenkomsten in het voorjaar van 2014 had geformuleerd in de conceptvisie Kom vanavond met verhalen. Om het draagvlak te peilen, legde het NC het publiek vijf dilemma’s voor waarover het advies wilde hebben. Vooral in Amsterdam was de sfeer emotioneel zwaar geladen. In Roermond en Wageningen was een opvallend kritisch geluid van en over jongeren te horen. In Rotterdam en Groningen werd vooral inhoudelijk stevig gediscussieerd. Overal kwam automatisch het eigen karakter van de oorlog in de betreffende regio ter sprake. De sfeer was overwegend positief en opbouwend. In grote lijnen bleek men het eens met de voorstellen van het comité (zie kaders).

Verhalen Een terugkerend geluid tijdens de debatten was het pleidooi om 4 en 5 mei voor de jeugd, en zeker die met een migrantenachtergrond, meer te verbinden met de actuele oorlogen die dagelijks de media beheersen. Net als het comité zijn de organisatoren van lokale en educatieve activiteiten ervan overtuigd dat verhalen over oorlogservaringen toen én nu mensen van verschillende leeftijden en met uiteenlopende achtergronden bij elkaar kunnen brengen. Ook constateren ouders, leerkrachten en gastdocenten dat in het Nederlandse onderwijs niet iedereen voldoende kennismaakt met de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog. Het voornemen van het Nationaal Comité om het kabinet hierop te attenderen, kon daarom op steun rekenen.

04-coverstory-3-18.3.indd 7

19-03-15 16:07


coverstory

Groningen

8

Advies over 4 mei

Advies over 5 mei

Net als het Nationaal Comité vonden de meeste deelnemers aan de debatten het geen optie om de Nationale Herdenking waarbij sinds 1961 ook slachtoffers van na 1945 worden herdacht, ineens te beperken tot de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Vooral voor jongeren wordt het belangrijk gevonden om tijdens de herdenking wel een duidelijker verband te leggen tussen de Tweede Wereldoorlog en recente vredesmissies. Het voorstel om voortaan tijdens de Nationale Herdenking expliciet te benoemen wat Joden, Roma en Sinti en mensen in Nederlands-Indië is aangedaan, vond overal grote instemming. Om bij het benoemen van andere belangrijke oorlogsgebeurtenissen niemand tekort te doen, werd geadviseerd meer met thema’s te werken en ruimte te laten voor een regionale of lokale invulling.

De stemming over 5 mei was tijdens de debatten behoorlijk eensgezind: zonder aandacht voor de bezetting en het uitschakelen van de rechtsstaat kunnen we op 5 mei de bevrijding of de vrijheid niet vieren. Overal werd ervoor gepleit op de avond van 4 mei en in de nacht naar 5 mei meer activiteiten te organiseren rond die inhoudelijke samenhang tussen oorlog, bevrijding en vrijheid. Het Nationaal Comité ziet het als een uitdaging om de inhoud van de Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei, de Bevrijdingsfestivals en het afsluitende concert op de Amstel te versterken. Het streven om van 5 mei voor iedereen een vrije dag te maken, werd vooral gezien als ondersteuning voor meer inhoudelijke betekenis van 5 mei.

NCMagazine | voorjaar 2015

04-coverstory-3-18.3.indd 8

22-03-15 16:55


herinneren

Putten-Ladelundloop

LOPEN VOOR HERINNEREN In Putten wordt 70 jaar Bevrijding op een bijzondere wijze gememoreerd, met een estafetteloop naar de kampen in Duitsland waar de mannen van Putten omkwamen. In vijf dagen lopen de deelnemers van de Veluwe naar Ladelund. door Daphne Meijer

D

insdag 28 april 2015 vertrekt een groep van circa negentig lopers, fietsers, masseurs en cateraars uit Putten, voor een bijzondere estafetteloop. De reis voert naar het voormalig concentratiekamp Neuengamme nabij Hamburg en eindigt zaterdag 2 mei 2015 in het dorpje Ladelund, vlak bij de Duits-Deense grens. Een van de organisatoren is Michel Kooij. Hij schetst de achtergronden: op 1 oktober 1944 hield de Duitse Wehrmacht een razzia in het Veluwse dorp. Alle 659 samengedreven mannen en jongens werden naar Kamp Amersfoort overgebracht. Van daar gingen zij op transport naar Neuengamme. 540 Puttenaren overleefden de ontberingen niet. Tweehonderd mannen stierven in Neuengamme. Anderen werkten zich dood in de zogenoemde buitenkampen. In Ladelund werd in november 1944 zo’n buitenkamp ingericht: driehonderd gevangenen, onder wie een grote groep uit Putten, moesten hier een tankgracht graven. Michel Kooij: “De pastoor van Ladelund kreeg van de Duitse commandant het bevel de omgekomen kampgevangenen te begraven. De pastoor zei dat hij eerst informatie wilde hebben. Hij zag dat er veel mannen uit Putten op zijn lijst stonden.” Kooij vervolgt: “Onmiddellijk na de bevrijding heeft deze pastoor Meyer contact opgenomen met de Puttense autoriteiten - het eerste bericht dat de achterblijvers bereikte over de weggevoerde mannen. Dit heeft gezorgd voor een hecht contact tussen beide dorpen, dat nog steeds bestaat. In 1950 ging voor het eerst een busreis naar Ladelund, met weduwen en wezen. Die zijn in Ladelund heel goed opgevangen.” Het contact heeft zich in de loop der jaren verdiept. De Puttenaren hebben in hun contacten met Duitse gesprekspartners een

bron van vergeving en verzoening gevonden. Michel Kooij: “Wij willen hier met onze estafetteloop aandacht voor vragen, onze dankbaarheid hiervoor tonen.” Waarom een estafetteloop? Michel Kooij: “We wilden dit jaar iets bijzonders doen. Er bestaat in Putten een hardloopscene. We kwamen uit op een eenmalig sportief evenement. De afstand tussen Putten en Ladelund is over de snelweg zeshonderd kilometer. We hebben een route uitgezet van zevenhonderd kilometer, langs plekken waar Puttenaren zijn omgekomen.” De start is op dinsdag 28 april. Ter ondersteuning van de lopers, die ieder tien kilometer per dag lopen en in drie teams elkaar afwisselen, schuift de begeleiderskaravaan in noordelijke richting, met slaapwagens en catering. Puttenaren en lopers uit Ladelund doen mee; mannen en vrouwen. De jongste deelnemer is 14, de oudste 74. Op 30 april houden lopers, fietsers en ondersteuners halt in de buurt van Neuengamme voor een rustdag. Ze bezoeken dan het kampterrein. Vervolgens wordt op 1 mei de reis hervat naar Ladelund. Zondagochtend 3 mei houdt de pastoor van Ladelund een bijzondere kerkdienst, die in het teken staat van de Puttenaren. Alle Nederlandse deelnemers vertrekken zondagmiddag met de bussen en vrachtwagens weer naar huis.

Vrijwilligers De hardloopteams hebben inmiddels genoeg lopers uit Putten en Ladelund, maar vrijwilligers die mee willen helpen kunnen zich nog melden bij www.putten-ladelundloop.nl. Men hoeft niet in Putten of Ladelund te wonen, maar men moet wel een connectie hebben met de geschiedenis van Putten.

|9 29-putten-1R-18.3.indd 9

19-03-15 16:10


Bevrijdingspark Zeeland

KROON OP HET WERK De bevoorrading van de geallieerde troepen nabij de Oranjemolen.

De 5 mei-lezing vindt in 2015 plaats in Vlissingen. De Israëlische schrijver David Grossman zal de lezing uitspreken. Een extra reden om het Bevrijdingsmuseum Zeeland in Nieuwdorp te vragen hoe het staat met de plannen voor het Bevrijdingspark. door Daphne Meijer | foto’s Bevrijdingsmuseum Zeeland

10

E

en dijk deelt het park in tweeën. Bovenop staan muraltmuurtjes. Aan de ene kant ligt de polder, volgezet met ‘Rommel-asperges’; houten palen die luchtlandingstroepen moeten tegenhouden. Half ingegraven zijn twee tobroekbunkers te zien. Een deel van de polder staat onder water, maar er ligt gelukkig een baileybrug. Aan de andere kant van de dijk liggen het strand en de Noordzee. Alles is versperd, zodat schepen er niet kunnen landen en tanks niet het strand op kunnen. Wie wil begrijpen wat er in dit landschap aan de hand is, kan vanaf volgend jaar komen kijken in het Bevrijdingspark. Het gaat in mei 2016 open, als onderdeel van een grootschalige uitbreiding van het Bevrijdingsmuseum Zeeland, in Nieuwdorp, gemeente Borsele tussen Middelburg en Goes. Het Bevrijdingsmuseum werd in 2009 geopend, ter gelegenheid van de 65ste herdenking van de Slag om de Schelde en de bevrijding van de provincie Zeeland. Directeur Stef Traas (30) vertelt dat achteraf gezien het museum, dat is gevestigd in een traditionele Zeeuwse boerenschuur, in 2009 eigenlijk al te klein was. Jaarlijks komen er nu zo’n 22.000 bezoekers naar de collectie kijken. Vooral ’s zomers is het een attractie die ook veel Duitse toeristen trekt. Het museum kon vorig jaar eindelijk beginnen met de zo gewenste uitbreiding. Er verrijst een nieuw hoofdgebouw voor de vaste collectie en er wordt gezorgd voor horeca en andere bezoekersvoorzieningen voor de circa 50.000 personen die men straks

NCMagazine | voorjaar 2015

07-Herinneren-vfonds-3-18.3.indd 10

19-03-15 16:16


vieren

Serie oorlogsmusea Nederland is rijk aan oorlogsmusea. In meer dan tachtig musea kan men meer te weten komen over de oorlog in Nederland en voormalig Nederlands-Indië. Het Bevrijdingsmuseum Zeeland en 24 andere oorlogsmusea hebben in 2014 samengewerkt aan de tentoonstelling De Tweede Wereldoorlog in 100 voorwerpen. In ieder nummer van NC Magazine wordt een van deze oorlogsmusea uitgelicht. Op de website www.tweedewereldoorlog.nl kunt u meer informatie vinden over oorlogsmusea in Nederland.

De geallieerden maken de oversteek van Breskens naar Vlissingen.

jaarlijks verwacht. In het huidige museum komt ruimte voor wisseltentoonstellingen. Doordat het museum met honderd vrijwilligers draaiend wordt gehouden, kan de exploitatie zonder subsidie toe. Voor de uitbreiding springen onder andere de provincie en het vfonds bij.

was essentieel voor de geallieerde overwinning in West-Europa. Buiten Zeeland is dit verhaal echter niet zo bekend. Stef Traas: “Het is een paar kilometer hier vandaan gebeurd. In Zeeland weet iedereen ervan. Maar de Watersnoodramp van 1953 heeft de aandacht verlegd.”

Slag om de Schelde

40.000 objecten

Het vfonds investeert anderhalf miljoen euro in het Bevrijdingspark. Dit park is de kroon op de uitbreiding. Hier kunnen bezoekers zelf rondlopen in het geschonden Zeeuwse landschap van na de bevrijding, eind 1944. Er is in Zeeland zwaar gevochten, zowel in 1940 als in 1944. Voor dit relatief onbekende aspect van de Tweede Wereldoorlog vraagt het park aandacht. Eind vorig jaar werd de Slag om de Schelde al herdacht. Binnenkort wordt de herdenkingsroute Liberation Route Europe ook uitgerold over Zeeland. Stef Traas: “Na D-Day trokken de geallieerden naar België en veroverden zij Antwerpen. Om de haven te kunnen gebruiken voor de bevoorrading van de geallieerde troepen, moest de Westerschelde worden bevrijd. Van 21 september tot 6 november 1944 zijn de geallieerden bezig geweest om Zeeuws-Vlaanderen, Zuid-Beveland en ten slotte Walcheren te veroveren. Een van de operaties was de slag om de Sloedam, de toenmalige verbinding tussen Zuid-Beveland en Walcheren. Canadese en Schotse militairen vielen de Duitse troepen van twee kanten aan, zowel over land als over het water. De bevrijding van de Zeeuwse eilanden

Het Bevrijdingsmuseum ontstond uit de verzameling van Stefs vader, Kees Traas. Die begon als jongetje met het verzamelen van objecten uit de Tweede Wereldoorlog. Zijn verzameling groeide op enig moment uit tot 40.000 objecten, van wapens tot insignes, van kleding tot voertuigen, die hij uitstalde in zijn privémuseum aan huis. Traas besloot zijn gehele collectie te schenken aan de provincie en dit leidde tot het Bevrijdingsmuseum Zeeland. De collectie groeit nog steeds. Stef Traas: “Daags na de opening in 2009 stond er iemand uit Schotland voor de deur, met de persoonlijke bezittingen van zijn vader, die in 1944 aan de Binnendijk in Nieuw- en Sint Joosland was gesneuveld. Hij vond dat het bijbeltje en het kompas dat zijn vader bij zich had toen hij werd uitgezonden met de Schotse Lowlanders, bij ons thuishoorde.” Traas kent de ontroerende en ook wel geestige verhalen achter vele objecten. Op de website van het museum is er elke maand extra aandacht voor ‘het object van de maand’. Daarnaast heeft het museum getuigenissen verzameld. Zij zullen in de nieuwe opstelling te zien of te horen zijn.

| 11 07-Herinneren-vfonds-3-18.3.indd 11

19-03-15 16:17


vieren

Vlak voordat operatie Inudatie van start gaat, worden de geallieerde troepen in Breskens ingescheept.

Belangrijke bijdrage vfonds Het Bevrijdingsmuseum Zeeland ontving van het vfonds anderhalf miljoen euro voor de aanleg van het Bevrijdingspark. Directeur Ton Heerts van het vfonds vertelt waarom: “Er zijn twee afwegingen. Het vfonds wil actief zijn in elke provincie. Wij zijn een organisatie met een nationale ambitie en we ontvangen zelf, via de loterijen, geld dat uit heel Nederland afkomstig is. Wij willen dat alle Nederlanders meedelen in wat het vfonds doet. In Zeeland waren we nog niet zo actief. Mede hierom hebben we het Bevrijdingspark financieel gesteund en de zeventigste herdenking van de Slag om de Schelde meegefinancierd met 250.000 euro, onder andere voor de website.” Hiernaast speelt de boodschap van de Slag om de Schelde een belangrijke rol bij de toekenning. “De Slag om de Schelde is een relatief onbekend deel van de geschiedschrijving van de bevrijding van Nederland. Op de middelbare school had ik wel iets geleerd over de gevechten langs de Westerschelde, maar het fijne wist ik er tot mijn aantreden bij het vfonds zelf ook niet van. Voor het begrip van de offers die voor de bevrijding van Nederland zijn gebracht, is het belangrijk op de hoogte te zijn van de chronologie. Iedereen kent D-Day. Maar dat de Nederlanders nu in vrijheid kunnen leven, is ook te danken aan de strijd die de geallieerden in Zeeland hebben geleverd, met hulp van de vele Zeeuwen die hen bijstonden. Het is cruciaal geweest voor de bevrijding van Nederland en West-Europa dat de geallieerden vanaf december 1944

12

de haven van Antwerpen konden gebruiken om hun troepen te bevoorraden. Dat is niet zonder slag of stoot gegaan en het Bevrijdingspark laat dat verhaal op een toegankelijke manier zien, juist ook voor de jongere generaties. Het vfonds zou graag zien dat de bezoekers aan het museum en het park iets meekrijgen van de geografie en de chronologie van wat zich in dit deel van Nederland heeft afgespeeld. Dat ze begrijpen wat hun voorouders hebben doorgemaakt en dat ze de link leggen naar hun huidige vrijheid. Ik hoop dat ook vele Duitse toeristen met hun kinderen komen kijken.”

Meer weten? www.bevrijdingsmuseumzeeland.nl liberationroute.nl www.deslagomdeschelde.nl

NCMagazine | voorjaar 2015

07-Herinneren-vfonds-3-18.3.indd 12

19-03-15 16:17


vieren

VRIJHEID Wat betekent vrijheid voor de leden van het Nationaal Jeugd Orkest (NJO) die op 5 mei optreden op het 5 mei-concert op de Amstel? Wat betekent 5 mei voor hen? In deze editie van NC Magazine komen vier jongeren aan het woord. Slagwerker Coen Dijkstra: ‘Leren door discussie’ Coen Dijkstra (1994) is derdejaarsstudent slagwerk aan het Prins Claus Conservatorium in Groningen. In het najaar van 2014 studeerde hij drie maanden bij de Japanse marimbaspecialiste Keiko Abe in Tokio. “Vrijheid betekent voor mij: kunnen zeggen en denken wat je wilt. In mijn vak heb ik vrijheid nodig. Op het conservatorium ervaar ik die vrijheid doordat ik samen met anderen kan discussiëren over wat ik wil leren. Tijdens mijn uitwisselingsprogramma in Japan heb ik gemerkt dat die discussie over je vak niet vanzelfsprekend is. Daar wordt voorgeschreven wat je moet leren en is respect het belangrijkste. Vrijheid wordt daar anders gewaardeerd dan hier. Respect is belangrijker.” “Een traditie van de vrijheid vieren op 5 mei heb ik eigenlijk niet. Ik ben niet gewend om naar Bevrijdingsfestivals te gaan. Meestal ben ik op 5 mei gewoon thuis. In onze familie staan we op 4 mei wel altijd stil bij de Tweede Wereldoorlog. De her-

denking om acht uur ’s avonds vind ik nog steeds een indrukwekkend moment. Ik ben opgegroeid met het verhaal van mijn oma die in de oorlog uit IJmuiden naar Friesland is gevlucht en daar mijn opa heeft ontmoet. Mijn opa heeft later aan de politionele acties meegedaan, wat natuurlijk ook sporen heeft nagelaten.” “Het is voor mij een hele eer om op 5 mei tijdens het concert op de Amstel te spelen. Ik vind het ontroerend om zo’n belangrijk moment met het NJO muzikaal te mogen begeleiden. Voor een student is het geweldig om in een orkest met zo’n hoog niveau te kunnen spelen, en helemaal tijdens zo’n emotionele gebeurtenis als 5 mei. Ik vind het een goede keuze om de Nationale Viering van de Bevrijding muzikaal af te sluiten. De extra lading van dat moment maakt mij wel nederig tegenover de muziek. Ik weet dat muziek ook in de oorlog de kracht had om mensen even alles te laten vergeten.”

Ilvy Njiokiktjien

door Jolanda Keesom

| 13 27-vieren-4-18.3.indd 13

19-03-15 16:22


HONGAARS NATIONALISME EN DE HOLOCAUST Hongarije is in 2015 voorzitter van de International Holocaust Remembrance Alliance, IHRA. Dit voorzitterschap is omstreden omdat Hongarije zijn rol in de Tweede Wereldoorlog niet conform de feiten onder ogen ziet. De discussie over het Hongaarse voorzitterschap toont hoe actueel de Holocaust nog steeds is. door Karen Polak en Annemiek Gringold

H

et Hongaarse IHRA-voorzitterschap is niet onomstreden. Dit heeft grotendeels te maken met de problematische wijze waarop de Hongaarse overheid omgaat met de rol van de Hongaren tijdens de Tweede Wereldoorlog. Ook de actuele ontwikkelingen in het land, waar antisemitisme en haatcampagnes tegen Roma aan de orde van de dag zijn, leiden ertoe dat dit voorzitterschap bij veel IHRA-delegatieleden moeilijk ligt. 2015 begon in Hongarije met een politieke rel. Het eerstgeboren kind van het jaar wordt volgens de traditie door de overheid verwelkomd; dit jaar was het de kleine Rikardo, een Roma-kind. Het was aanleiding voor kamerlid Elöd Novák, tevens vicevoorzitter van de extreem nationalistische Jobbik-partij, om op zijn Facebook-pagina te zetten dat Roma geen Hongaren zijn. Hiermee maakt hij en zijn ouders tot doelwit van een anti-Romacampagne in de media. In het Hongaars parlement heeft Jobbik 23 van de 199 zetels.

Omgang met het eigen verleden Extreem nationalisme speelt ook een bepalende rol in de wijze waarop veel Hongaren met het oorlogsverleden omgaan. Afgelopen zomer werd in het holst van de nacht een groot monument onthuld op het centraal gelegen Vrijheidsplein in Boedapest, een monument gewijd aan de slachtoffers van de Duitse bezetting. Het monument benadrukt dat Hongarije slachtoffer was van de Duitsers, terwijl het tijdens de oorlog een bondgenoot was van

14

Hitler en pas in 1944 door Duitsland werd bezet. Het monument op het Vrijheidsplein heeft geleid tot protest van een grote groep mensen die dit zien als geschiedvervalsing. Het voorstellen van Hongaren als slachtoffers van de nazi’s verhult bewust de Hongaarse medeplichtigheid aan de deportatie van 440.000 Hongaarse Joden. Het ‘negeren’ van de Jodenvervolging en het Hongaars antisemitisme wordt ook duidelijk uit de herziening van het Hongaarse onderwijscurriculum in 2012, toen een drietal extreem antisemitische vooroorlog-se schrijvers weer in de canon van te lezen

Over de auteurs Annemiek Gringold van het Joods Historisch Museum en Karen Polak van de Anne Frank Stichting zijn lid van de Nederlandse IHRA-delegatie. Naast hun deelname aan de educatieve werkgroep zijn zij beiden voorzitter van een comité waar complexe vraagstukken met internationale experts besproken worden. Gringold leidt het Comité over de Holocaust, andere genocides en misdaden tegen de menselijkheid. Dit comité zal zich de komende jaren onder andere richten op internationale uitwisseling over educatie en research met een vergelijkende benadering. Het Comité over de genocide op de Roma, voorgezeten door Polak, wil meer aandacht vragen voor de onderbelichte genocide op Roma, maar ook voor huidige haatcampagnes tegen Roma en de bijbehorende dreiging voor deze kwetsbare minderheid.

NCMagazine | voorjaar 2015

19-internationaal-3-18.3.indd 14

19-03-15 16:25


internationaal

Bekladde poster van Romameisje bij een bushalte in Boedapest, 12 januari 2015

| 15 19-internationaal-3-18.3.indd 15

19-03-15 16:26


internationaal

Wat is de IHRA? De International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA) bestaat sinds 1998. Twee keer per jaar komen zo’n tweehonderd experts bijeen ten behoeve van internationale uitwisseling en samenwerking bij het blijvend herdenken, onderzoeken en in onderwijs verankeren van de Jodenvervolging. De 31 landen in de IHRA hebben niet alleen heel verschillende rollen gespeeld tijdens de Holocaust, maar gaan ook op uiteenlopende manieren om met hun verleden. De overgang van het Britse voorzitterschap naar dat van de Hongaren in maart dit jaar illustreert dat. De IHRA ontwikkelt onder andere middelen voor onderwijs over de Holocaust en beheert een fonds voor financiering van internationale samenwerkingsprojecten. Voor meer informatie over de IHRA en het fonds zie www.holocaustremembrance.com.

boeken werd opgenomen. Er kwam veel protest vanuit de Joodse gemeenschap. Een van de schrijvers, József Nyírö, was namelijk parlementslid geweest voor de nationaalsocialistische Pijlkruisers. Toen lerarenverenigingen tegen de opname van de vooroorlogse fascistische schrijvers in het curriculum protesteerden, antwoordde staatssecretaris van onderwijs Rózsa Hoffmann dat het om auteurs gaat die in hun eigen tijd een grote invloed hadden en nu een waardige plek in het curriculum verdienen. De ontkenning van de Hongaarse verantwoordelijkheid voor de Shoah is alomtegenwoordig en antisemitische uitspraken worden in het publieke debat geenszins geschuwd. Deze ontwikkelingen kunnen compromitterend zijn voor de IHRA, nu Hongarije in 2015 voorzitter is.

Groot-Brittannië Niet ieder IHRA-voorzitterschap ligt zo gevoelig als dat van Hongarije. Groot-Brittannië was in 2014 voorzitter en maakte zich bewust sterk voor het blijvend herinneren van de Holocaust. De Britse premier David Cameron heeft begin 2014 een commissie ingesteld met de opdracht een voorstel te doen over de wijze waarop de herinnering aan de Holocaust in de toekomst permanent gewaarborgd kan worden. Ook moet onderzocht worden hoe het onderwijs gegarandeerd kan blijven van goed lesmateriaal. De verwachting is dat de commissie begin dit jaar zal adviseren tot oprichting van een Brits Holocaust Museum. Om het internationale IHRA-gezelschap van regeringsvertegenwoordigers, specialisten van musea, het onderwijsveld en van universiteiten in contact te brengen met historici en onderwijsmensen

16

in het land van het voorzitterschap, worden conferenties georganiseerd. What Britain Knew: The Holocaust and Nazi Crimes was de titel van een conferentie die eind november 2014 onder het Britse voorzitterschap werd georganiseerd. Tijdens de conferentie werd gesproken over de verschillende wijzen waarop Britten destijds reageerden op de misdaden van de nazi’s en hoe die misdaden lange tijd werden genegeerd.

Nederland Ook Nederland, lid sinds 1999, was nog niet zo lang geleden voorzitter van de IHRA, namelijk in 2011 (en ook al eerder in 2001). Nederland is aangesloten omdat het de doelstellingen met betrekking tot herinneren van, onderzoek naar en onderwijs over de Holocaust van groot belang acht. Het internationale netwerk biedt interessante netwerkmogelijkheden voor het Nederlandse werkveld van herdenken en herinneren. Bovendien is het leerzaam om af en toe over de eigen grenzen heen te kijken om nieuwe inspiratie op te doen. De Nederlandse delegatie wordt geleid vanuit het ministerie van VWS en bestaat uit medewerkers van de Anne Frank Stichting, het Joods Historisch Museum, het NIOD en het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Ook het ministerie van Buitenlandse zaken is delegatielid. Binnen de IHRA wordt gewerkt in werkgroepen en comités die zijn samengesteld op basis van verschillende expertises van delegatieleden, zoals educatie, onderzoek, museale kennis en/of communicatie.

Het begin van de IHRA De Verklaring van Stockholm vormt de basis van de samenwerking van de 31 IHRA-lidstaten, 8 kandidaatlanden en 7 internationale partners (onder andere de VN, UNESCO, OSCE/ODIHR en de Raad van Europa). De IHRA-missie is gevat in de bevestiging van het belang van de Stockholm verklaring, door alle aangesloten landen in 2015 op de volgende wijze uitgesproken: The unprecedented character of the Holocaust will always hold universal meaning for us. We are committed to remembering and honouring its victims, to upholding the terrible truth of the Holocaust, to standing up against those who distort or deny it and to combatting antisemitism, racism and prejudice against the Roma and Sinti. We are determined to continue to develop our international cooperation on Holocaust education, remembrance and research and the prevention of future genocides.

NCMagazine | voorjaar 2015

19-internationaal-3-18.3.indd 16

19-03-15 16:27


internationaal

Ik hoop dat Hegel ongelijk krijgt column door Marcel Floor | foto Chris van Houts

Veel mensen blijven via Twitter, nieuwssites, fora en andere media geïnformeerd over ontwikkelingen die op hun beroep betrekking hebben. Ik heb weleens de indruk dat maar weinigen deze dagen met zo veel actualiteit worden geconfronteerd als ik. Terwijl mijn werk volgens sommigen zo’n beetje op zijn laatste benen loopt. Beroepsmatig mag ik mij richten op het vormgeven van en richting geven aan het beleid rond de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog. In die verantwoordelijkheid bestaat een van mijn rollen uit het leiden van de Nederlandse delegatie naar de International Holocaust Remembrance Alliance (IHRA). De IHRA bestaat uit 31 lidstaten (zo ongeveer de Europese Unie, Canada, Verenigde Staten en Israël) en acht beoogde lidstaten. Het doel van de IHRA is om de herinnering aan de Holocaust levend te houden door educatie en onderzoek. Anno 2015 wordt op veel plaatsen herdacht en gevierd dat de Tweede Wereldoorlog in 1945 werd beëindigd. Die oorlog had tot gevolg: 72 miljoen doden, mede door de 42.500 concentratiekampen en de Duitse geïndustrialiseerde vernietiging van mensen om hun afkomst. De oorlog was allesbepalend voor de huidige wereldorde. Maar terwijl intergouvernementele organisaties werden opgericht om internationale samenwerking en veiligheid te creëren, bleven Europese democratieën last houden van antisemitisme,

antiziganisme, uitsluiting van andersdenkenden, van racisme en xenofobie. Volgens de Duitse filosoof Hegel (1770-1831) leert de mens uit de geschiedenis dat de mens niets leert uit de geschiedenis. De actualiteiten lijken zijn gelijk te bewijzen. Na terroristische aanslagen zoals in Europese hoofdsteden wordt veelal naar inlichtingen- en opsporingsdiensten gekeken. Maar preventie wordt natuurlijk verwacht van internationale samenwerking op het terrein van educatie en voorlichting over vreemdelingenhaat en tolerantie. Welke waarden dragen we uit in onze lespakketten? Welke kennis van ons verleden en daarmee van onze identiteit van vandaag veronderstellen we als bekend? Oneindige en in zekere zin universele en grensoverschrijdende vragen. Nederland heeft in deze zoektocht steeds een voortrekkersrol gehad. In deze tijd van groeiende aantallen bezoekers van oorlogsmusea en gerelateerde historische plaatsen moeten aansprekende manieren worden gevonden om de boodschap ‘dit nooit meer’ aan jongere generaties over te dragen. Het is een lange weg, maar ik hoop ooit nog eens te mogen constateren dat Hegel ongelijk had. Marcel Floor is afdelingshoofd Oorlogsgetroffenen en Herrinering WOII van het ministerie van VWS. Hij is onder meer verantwoordelijk voor het Nederlandse overheidsbeleid rond de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog.

| 17

19b-column-1L-18.3.indd 17

19-03-15 16:31


herdenken

Tien extra levels

VRIJHEIDSGAME DUIFKOPTER EEN SUCCES Al meer dan 30.000 mensen vlogen voor de vrijheid van hun vrienden, met het smartphonespel Duifkopter van het Nationaal Comité. Vanwege het succes van 2014 volgt dit jaar een uitbreiding. door Maarten Dallinga | foto Lara Hoekstra

De chagrijnige buurman heeft het niet op vogels en dus sluit hij ze op in zijn duiventil. Aan Duifkopter, ook de naam van de protagonist, de taak om ze te bevrijden. Laat de speler het vrolijke vogeltje met propeller zijn vriendjes hun vrijheid teruggeven, dan levert dat punten op. Na ieder behaald level krijgt de speler quotes over vrijheid te zien, die gedeeld kunnen worden op Facebook en Twitter. Een van de citaten komt van de Fransman André Malraux: “Ik weet niet goed wat vrijheid is, maar ik weet wel wat bevrijding is.” Bestaat het spel nu nog uit 25 levels, later dit jaar moeten dat er 35 zijn. Op dit moment worden de nieuwe levels ontwikkeld. In de online ‘winkel’ waar Android-gebruikers Duifkopter kunnen downloaden zijn gebruikers lovend. De game krijgt van hen bijna vier van vijf sterren. Peter Freya schrijft: “Mooi om dit mijn kinderen mee te geven.” En Romy laat weten: “De boodschap van het spel is heel mooi, maar het is ook een heel leuke game.” Leuk en zinvol tegelijk. Precies dat moest Duifkopter worden, zegt Rutger van Krieken, specialist nieuwe media van het Nationaal Comité. Het lijkt gelukt. “Dit is een heel interessante manier om een jonge doelgroep te bereiken, mensen van ongeveer 15 tot 25. Zo hebben we ze direct te pakken, de meesten bereikten we voorheen alleen met de Bevrijdingsfestivals.” Of de gebruikers van Duifkopter zich door het spel bewuster worden van vrijheid en of ze zich hier meer voor gaan inzetten is (nog) niet onderzocht. “Maar ik krijg wel signalen dat het met mensen iets doet”, zegt Niels Monshouwer van gamestudio WeirdBeard, dat samen met het Nationaal Comité het spel ontwikkelde. Duifkopter laat volgens hem zien “hoe je op een leuke, speelse manier met een complexe boodschap om kunt gaan.” Op hemzelf heeft het in ieder geval effect: “Ik ben meer over vrijheid gaan nadenken.” Meer informatie: duifkopter.nl.

18

30.000 Duifkopter werd in 2014 geïntroduceerd en is meer dan 30.000 keer gedownload. Via bijvoorbeeld spelletjessites wordt de game gepromoot. Het spel is beschikbaar voor gebruikers van Android en iOS (het Apple-besturingssysteem). Doordat ieder level meerdere moeilijkheidsgradaties bevat moet Duifkopter zowel mensen met veel als met minder game-ervaring aanspreken. Duifkopter is mogelijk gemaakt door het Nationaal Fonds 4 en 5 mei.

NCMagazine | voorjaar 2015

28-duifkopter-1R-18.3.indd 18

19-03-15 16:32


herinneren

‘WAAR KAN IK ONDERDUIKEN?’ Wat betekent het oorlogsverleden van de eerste generatie oorlogsslachtoffers voor hun kinderen en kleinkinderen? Welke functie hebben herdenken en vieren voor de volgende generaties? NC Magazine publiceert hierover elke editie een gesprek. Dit keer publicist en filmer Natascha van Weezel en Jacob Kohnstamm, jurist en oud-politicus. door Leonard Ornstein en Larissa Pans | foto’s Ilvy Njiokiktjien

12-herinneren -5-18.3.indd 19

19-03-15 16:35


Z

ij, Natascha van Weezel (28), is enig kind. Opgegroeid in een “journalistenhol vol kranten en boeken en altijd de tv op CNN”, dochter van Vrij Nederlandjournalist Max van Weezel en oud-Volkskrant-journalist Anet Bleich. Joods, met een familiegeschiedenis doortrokken van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust. In haar onlangs verschenen boek Derde generatie, kleinkinderen van de Holocaust, betoogt Natascha dat ook de jongste generatie Joden wel degelijk een deuk heeft opgelopen van het Holocaustverleden van hun opa’s en oma’s. Hij, Jacob Kohnstamm (65), komt uit een gezin van vijf kinderen. Hij is de oudste zoon van Max Kohnstamm, een van de bekendste gegijzelden uit Kamp Amersfoort en Sint Michielsgestel. Zoon Jacob, jurist en oud-politicus, heeft net als zijn vader de rechtsstaat hoog in het vaandel staan en bewaakt onze privacy als voorzitter van het College Bescherming Persoonsgegevens. Beiden zijn welbespraakt en maatschappelijk betrokken, maar hun manier van spreken en redeneren is totaal anders. Natascha is uitgesproken en spreekt vol hartstocht. Jacob Kohnstamm wacht een paar seconden voor hij antwoordt, en formuleert voorzichtig. Een tweegesprek over doodgeknuffeld worden en nooit je bord aflikken. In 1942 las studentenleider Max Kohnstamm bij de sluiting van de Universiteit van Amsterdam een strijdbaar couplet voor van het Wilhelmus en belandde als ‘Absoluut Duitslandvijandig’ persoon in Kamp Amersfoort, later in Sint Michielsgestel. Volgens Jacob sprak zijn vader niet vaak over wat hij had meegemaakt. “Ik weet wel dat hij het er moeilijk mee had dat er in Sint Michielsgestel zoveel geklaagd werd, terwijl ze geen idee hadden wat

20

gevangenen in Kamp Amersfoort hadden doorgemaakt. Het zijn van een Untermensch, zoals hij dat noemde, is bepalend geweest voor de rest van zijn leven. Het slepen met lijken door de sneeuw is zijn andere beeld van Kamp Amersfoort. Mijn vader zei altijd: ‘Waar de rechtsstaat ophoudt evenwicht te bewaren tussen macht en individu, sta je op de stoep van de hel’. Je moet alles inzetten om ervoor te zorgen dat dat niet weer gebeurt. Mijn vader zat er maar drie of vier maanden, maar ‘Amersfoort’ heeft in hoge mate zijn leven bepaald.”

Wat was een bepalend moment voor jullie relatie? “Dat was in 1987, toen de affaire speelde rondom het pensioen van Rost van Tonningen. Ik was toen Tweede Kamerlid voor D66. Een waanzinnig moeilijk en loodzwaar debat. Met op de publieke tribune al die oude dames en heren die de oorlog maar net hadden overleefd. Het ging over de kwestie of het pensioen van Rost van Tonningen moest worden afgepakt. Ik heb lang getwijfeld over mijn standpunt, totdat ik vlak voor het debat de knoop doorhakte: als we dat doen zo lang na de oorlog en nadat al drie keer eerder door de Tweede Kamer en de regering is besloten het pensioen niet stop te zetten, dan is dat in strijd met de rechtsstaat. Ook al is zij een fasciste en heeft ze haar pensioen in de oorlog opgebouwd. Dit moeten we dus niet doen. Daarna, ik kwam midden in de nacht thuis, ging de telefoon, mijn vader.

Jacob Kohnstamm: Ik ben het kind van mijn vader, maar ik ben geen oorlogsslachtoffer

NCMagazine | voorjaar 2015

12-herinneren -5-18.3.indd 20

19-03-15 16:36


herinneren

‘Jonkie, wat heb je gedaan?’ Even was er een stilte en toen zei hij: ‘Wij hebben niet voor niets geleden in de oorlog’. De rechtsstaat had gezegevierd, een wet wordt niet gemaakt om één persoon te treffen.” Jacob Kohnstamm lacht ongemakkelijk, krijgt vervolgens tranen in zijn ogen. “Het voelde alsof hij mij zijn zegen gaf.” We spreken Jacob en Natascha in een oud grachtenpand aan de Nieuwe Keizersgracht. Een ‘schuldig’ huis. Een huis dat er al stond ten tijde van de razzia’s in de Tweede Wereldoorlog. 35 panden telt het stukje gracht tussen de Amstel en de Weesperzijde, toentertijd zijn 220 Joodse bewoners opgepakt. Tweehonderd van hen vonden de dood, slechts twintig overleefden de oorlog, ontdekte Kohnstamm. In een van die huizen woont hij met zijn vrouw Beatrijs. Ruim zeventig jaar eerder woonde er op een van zijn etages een Joods gezin van vijf, waarvan alleen de dochter overleefde. Aan de buitenkant van het grachtenpand hangen plaquettes, in niet mis te verstane bewoordingen valt te lezen dat de vader, de moeder en de zoons er niet meer zijn, ‘vermoord omdat ze Joods waren’. Een initiatief van Jacob en Beatrijs, een eerbetoon aan de uitgewiste bewoners. Natascha, je schrijft in je boek dat je van jongs af aan geconfronteerd werd met het oorlogsverleden van je familie, dat je zelf ook altijd al “overmatig” bezig was met de Tweede Wereldoorlog. Je hebt anorexia gehad en bent veel gepest op de middelbare school. Is dat terug te voeren op het Holocaustverleden van je familie? Voel je je daadwerkelijk een kleinkind van de Holocaust? “Ja, dat voel ik wel zo. Maar het betekent niet dat ik een slachtoffer ben. De derde generatie heeft als kenmerk dat wij alles willen weten over de oorlog. En dat onze grootouders er tegenover ons wél over kunnen spreken, en lang niet altijd met hun eigen kinderen. Als ik over mijn puberteit spreek, kan ik alleen voor mezelf praten,

al heb ik wel meerdere derdegeneratiemensen gesproken die ook eetstoornissen hadden in hun puberteit. De oorlog was altijd zó aanwezig in mijn leven. Op familiefeestjes moesten we altijd een paar minuten stil zijn voor de vermoorde familieleden. Het grote verdriet om zij die er niet meer waren. Als kind ging ik al mee naar de Auschwitzherdenking, Ik wist al jong dat mijn moeder geen kinderen had gewild want ‘na Auschwitz deed je zoiets niet’. Mijn opa van moederskant noemde God een oorlogsmisdadiger, dus onze beleving van het Jodendom is ook nogal ingewikkeld. Uiteindelijk wilde mijn moeder één kind, maar ze nam zich wel voor: laten wij er dan voor zorgen dat ons kind niks overkomt en dat het heel gelukkig wordt. En wat gebeurt er dan? Ja, ze heeft me heel gelukkig gemaakt, maar ze heeft me ook doodgeknuffeld. Aan de ene kant is het: kom maar bij mama, anderzijds: de wereld is eng. Daar ben ik niet weerbaar van geworden en ik werd een gemakkelijk slachtoffer om te pesten.” Enig kind thuis, en ook het enige kleinkind in die ooit grote Joodse familie. Dat dat verplichtingen schiep, voelde de kleine Natascha al haarscherp aan. “Ik wilde altijd mijn opa’s en oma’s troosten. Ik bracht het licht in hun leven, zeiden ze. Een compliment, maar het zorgde ook voor een grote druk. Ik wilde controle over mijn leven houden, voelde me eenzaam en anders. Toen besloot ik om eens flink te gaan afvallen, want dat kon ik heel goed. En dat ontaardde in anorexia. Die oorlog en hoe dingen zo gekomen zijn, zit in heel veel lagen verborgen in mijn leven en in mijn gedachten.” En dat zij niet uniek was met die gecompliceerde levens-

Natascha van Weezel: Ik wilde altijd mijn opa’s en oma’s troosten

| 21 12-herinneren -5-18.3.indd 21

19-03-15 16:36


Wie zijn zij? JACOB KOHNSTAMM (1949) is voorzitter van het College Bescherming Persoonsgegevens (CBP). Hij was staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en partijvoorzitter van D66. Ook zat hij voor die partij in de Eerste en Tweede Kamer. Kohnstamm studeerde rechten en begon zijn loopbaan als advocaat. Hij is de oudste zoon van historicus en diplomaat Max Kohnstamm (overleden in 2010), die in de Tweede Wereldoorlog vanwege zijn politieke overtuigingen werd opgepakt door de nazi’s en in Kamp Amersfoort en Sint Michielsgestel terechtkwam. Max Kohnstamm is een van de grondleggers van de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal, de voorloper van de Europese Unie. houding, ontdekte Natascha toen zij voor haar boek met vijftig jonge Joodse mensen sprak uit Nederland, Amerika en Israël. “Steeds kwamen we weer op dezelfde soort gesprekken uit: veiligheid, waar kan ik onderduiken, wat zou mijn buurman doen als hij zou weten dat ik Joods ben, voel ik me Nederlander of Joods? Ik ben zeker niet de enige met een overmatige interesse in de Tweede Wereldoorlog. Je ziet een gigantische trend onder mijn leeftijdsgenoten om naar Auschwitz te gaan.”

NATASCHA ROSA VAN WEEZEL (1986) is documentairemaker en schrijver (ze schreef onder andere Magere Jaren). Zij houdt dit jaar op 4 mei een toespraak in Slotervaart, op het plein waar Marokkaanse jongens in 2003 met kransen hebben gevoetbald. Onlangs verscheen haar boek Derde generatie, kleinkinderen van de Holocaust. Over dit thema maakte ze de documentaire Elke dag 4 mei. Ze is ook actief in de islamitisch-Joodse dialooggroep Salaam-Shalom.

Voelt Natascha zich uitgesproken derde generatie, Kohnstamm voelt zich niet thuis in de term tweede generatie. “Ik ben het kind van mijn vader, maar ik ben geen oorlogsslachtoffer.” Al speelt zijn vaders credo ‘Nooit meer oorlog’ een bepalende rol in zijn leven. En vindt hij het vanzelfsprekend een persoonlijke plicht dat hij (met zijn vrouw) het initiatief nam voor het plaatsen van de plaquettes op hun huis.

eigenlijk liever naar een film van de Beatles gegaan. Direct na de eerste drie, vier maten van het concert, greep hij mijn hand en wilde hij meteen weg. Er was iemand voor ons komen zitten met een wit-blauw gestreept shirt en dat was zó’n oorlogsbeeld voor hem. In tranen verliet hij met mij de zaal, ik begreep er niks van.”

Wat is jullie vroegste oorlogsherinnering? Natascha denkt meteen aan “het zussenvraagstuk” van haar moeder. “Mijn moeder heeft twee zussen, die vijftien en achttien jaar ouder zijn. Dat leeftijdsverschil vond ik altijd al raar. Ik vroeg daar steeds naar, tot mijn moeder op mijn tiende vertelde dat het niet haar echte zussen zijn. Zij waren eigenlijk de dochters van haar tante Rosa, maar Rosa en haar man zijn vermoord in Auschwitz, en toen hebben mijn opa en oma de meisjes geadopteerd.” Kohnstamm merkte het aan tafel. “Borden aflikken, al was het hemelse modder, dat was bij ons thuis ten strengste verboden. Dan was je je zelfbeheersing kwijt. Dat kwam uit Kamp Amersfoort; kampgenoten die hun borden aflikten, die waren een paar dagen daarna ‘weg’ (dood).” Kohnstamm herinnert zich nog een andere confrontatie met het oorlogsverleden van zijn vader. Hij groeide op in Brussel en op zijn twaalfde nam zijn vader hem mee naar een klassiek concert. “Het waren de cantates van Bach. Ik was

22

Aan beide geïnterviewden zal 4 mei nooit onopgemerkt voorbij gaan. Jacob Kohnstamm organiseert inmiddels samen met zijn buurtgenoten een eigen straatherdenking: “Vorig jaar hadden we voor het eerst onze herdenking bij de Schaduwkade, de gedenkkade voor de vermoorde Joodse bewoners die in het begin van de Tweede Wereldoorlog in onze huizen woonden. Er staat daar een heel mooi hek dat de Hermitage (de overburen) afsluit, waarin wij op 4 mei tweehonderd rozen in staken. Een buurtbewoner speelde cellosuites van Bach. Daarna legden we op elk naambordje op de kade een roos. Dit willen we jaarlijks herhalen.” Natascha: “Het beangstigt me dat veel van mijn leeftijdsgenoten nauwelijks nog naar herdenkingen gaan. Ik ga altijd en ik zal op die dag ook zeker niet naar een feestje gaan of uitgebreid uit eten, dat dóe je niet. Ik wil wel heel graag mijn obsessie met de Tweede Wereldoorlog afsluiten en heb me gestort op een nieuw thema: een echte dialoog creëren tussen Joodse jongeren en moslims, begrip en verzoening tussen beide groepen tot stand brengen.” Wordt ongetwijfeld vervolgd.

NCMagazine | voorjaar 2015

12-herinneren -5-18.3.indd 22

19-03-15 16:37


vieren

VRIJHEID

Jorge Hernandez (1992) is geboren en getogen in Mexico en woont sinds september 2014 in Amsterdam, waar hij aan het Conservatorium van Amsterdam contrabas studeert. Hij heeft 4 en 5 mei dus nog nooit in Nederland meegemaakt. “Vrijheid betekent voor mij kunnen doen wat ik wil en kunnen spelen wat en waar ik wil, in mijn geval op de contrabas. Ik ben nog maar kort hier, maar ik denk dat Nederland in veel opzichten vrijer en liberaler is dan Mexico. Bijvoorbeeld tegenover drugs, die in Mexico vanwege de handel een groot probleem vormen. Ik ben blij dat ik zelf in Mexico geen ervaringen heb opgedaan met onvrijheid. Wel was het best moeilijk om hier naartoe te komen voor mijn studie, maar dat had vooral met geld te maken. Gelukkig heb ik een internationale talentenbeurs gekregen om hier te kunnen studeren.”

13

“Wat 5 mei precies betekent in Nederland moet ik nog meemaken. Ik weet wel dat het hier een belangrijke dag is. De Tweede Wereldoorlog was een onderwerp tijdens onze geschiedenislessen op school. Die gingen onder andere over D-Day. In Mexico hebben we ook een soort Bevrijdingsdag. De bevrijding van het kolonialisme in 1821 wordt jaarlijks officieel gevierd op 16 september. De president luidt dan een speciale klok. Doordat het zo lang geleden is, staat het verder van de mensen af dan het einde van de Tweede Wereldoorlog hier, denk ik.” “Het optreden op 5 mei vind ik bijzonder omdat ik weet dat het voor Nederlanders een belangrijk feest is. Ik wil dat gevoel van bevrijding en vrijheid graag meemaken en er via de muziek een bijdrage aan leveren.”

IIlvy Njiokiktjien

Contrabassist Jorge Hernandez: ‘Belangrijk voor Nederland’

| 23 27-vieren-4-18.3.indd 23

19-03-15 16:42


‘WIE DE OGEN SLUIT VOOR HET VERLEDEN, IS BLIND VOOR DE TOEKOMST’ Elk jaar schrijft het Nationaal Comité een basistekst Vrijheid geef je door. Dit jaar is het geschreven door bestuurslid Maurice Adams.

‘P

roberen te vergeten verlengt slechts de ballingschap; het geheim van de verlossing ligt in de herinnering.” In mei 1985 haalde de toenmalige Duitse bondspresident Richard von Weizsäcker dit Joodse spreekwoord aan. Hij deed dit tijdens zijn nog steeds lezenswaardige toespraak ter gelegenheid van veertig jaar bevrijding van de nationaalsocialistische tirannie. In zijn rede legde hij een nadrukkelijk verband met de actualiteit, omdat hij de herinnering thematiseerde als gids voor toekomstig handelen.

door Maurice Adams | illustratie Enrico Bertuccioli (Italië), i.s.m. Cartoon Movement

In 2015 viert Nederland dat het zeventig jaar geleden werd bevrijd van de Duitse en Japanse onderdrukking. Tegelijkertijd lijkt de wereld in brand te staan, zijn oorlog en grootschalig geweld aan de orde van de dag. Vrijheid is nog steeds niet vanzelfsprekend. Dat doet de vraag rijzen hoe het verhaal van de verschrikkingen van onderdrukking en bezetting blijvend kan worden gehouden, en hoe ons oorlogsverleden zich verhoudt tot de actualiteit. Zoals een deelnemer aan de Nationale Herdenking op de Dam in mei 2014 het zei: “Ik vind het belangrijk om hier te zijn omdat mijn generatie steeds minder verhalen te horen krijgt over de Tweede Wereldoorlog. Onze opa’s en oma’s zijn er straks niet meer, het is belangrijk om dit te blijven doen.” De herinnering leidt tot

24

NCMagazine | voorjaar 2015

11-herinneren-2-18.3.indd 24

22-03-15 16:53


herinneren

ongemakkelijke vragen over het handelen van toen én over het onvoltooide project dat de democratische rechtsstaat heet. Vragen waarop het antwoord niet eenvoudig te geven is. Vóór en na 1940 zag ons land vluchtelingen toestromen die lang niet allemaal en dan ook nog met de nodige moeite toegang kregen. Eenmaal toegelaten, kregen deze mensen niet vanzelfsprekend de veiligheid waarop zij hadden gehoopt en die ze hadden verwacht. Dit gold voor Joden, maar ook, na de oorlog, voor personen met een Nederlands-Indische achtergrond. Ook zij kregen een kille ontvangst en behandeling. Op het eiland Lampedusa, de ‘drempel van Europa’, arriveren momenteel nog bijna dagelijks vluchtelingen op zoek naar een beter leven; daarbij sterven er ook iedere dag vluchtelingen. Zien we dit als onze zorg en verantwoordelijkheid? Of beschouwen we het meer als de nevenschade (collateral damage) van een keuze die mensen op de vlucht nu eenmaal zelf maken? Wat vinden we van het op legale gronden uitzetten van uitgeprocedeerde asielzoekers, ook als ze in het land van herkomst niet welkom zijn, en mogelijk zelfs het risico lopen het slachtoffer te worden van vervolging? Tijdens de nationaalsocialistische overheersing was er geen sprake van een democratische rechtsstaat, met een daarbij horende onafhankelijke rechtspraak. En het recht op vrije, politieke meningsuiting was nagenoeg zonder betekenis. In Duitsland zelf werd dit gelegitimeerd met een beroep op de - vermeende - volkswil. De huidige nationalistische regering van Hongarije heeft sinds 2010 een overweldigende meerderheid in het parlement. De laatste jaren werd onder meer de persvrijheid drastisch beperkt en werd het kiesstelsel hervormd ten voordele van de bestaande macht. Ook ondergaat de rechterlijke macht ingrijpende hervormingen. Hierdoor moeten zittende rechters systematisch plaatsmaken voor regeringsgetrouwe opvolgers. Bezwaren en tegengeluiden uit de politiek en samenleving worden niet of nauwelijks gehoord. Hangt de kwaliteit van een democratie niet mede af van de manier waarop deze met andersdenkenden omgaat? En hoe kijken we aan tegen het veranderende politieke taalgebruik? Dat lijkt er steeds vaker vanuit te gaan dat democratie niet een systeem is van omgang met politiek andersdenkenden, maar met vijanden. Zoals dat in nazi-Duitsland ook gebeurde. De publicist en voormalige Canadese politicus Michael Ignatieff stelt in zijn recente boek Vuur en As dat er in de hedendaagse politiek steeds meer sprake is van oorlogstaal. Maar in een oorlog moeten vijanden worden verslagen of zelfs vernietigd. Zelfs het sluiten van bijvoorbeeld politieke compromissen kan dan als een vorm van verraad worden gezien. In een democratische rechtsstaat is politiek nu echter juist een alternatief voor oorlog. Het politieke handelen heeft dan bij uitstek tot doel ons te behoeden voor een situatie waarin vreedzaam samenleven welhaast onmogelijk wordt. Dat doet de vraag rijzen in welke mate stevige politieke

meningsverschillen gepaard moeten gaan met respect en tolerantie voor degenen met wie men van mening verschilt. Steeds vaker treden problemen van het samenleven tussen burgers, via de route van botsende grondrechten, op de voorgrond. Grondrechten kennen geen rangorde. Zo staan het gelijkheidsbeginsel en het verbod op discriminatie op dezelfde hoogte als de vrijheid van meningsuiting. Het recht geeft dus niet op voorhand een antwoord op de vraag in hoeverre we moeten toelaten dat iedereen alles vrij kan zeggen, ook als die uitingen tot discriminatie en uitsluiting leiden. Hebben we inderdaad, zoals bij ons het geval is, een verbod op groepsdiscriminatie nodig als voorwaarde voor het in stand houden van een maatschappelijk klimaat waarin burgers elkaar als moreel gelijkwaardig beschouwen; een klimaat waarin burgers elkaar daadwerkelijk zien staan? De geschiedenis herhaalt zich niet. Daarvoor is iedere gebeurtenis te uniek. Er zijn echter wel patronen waar te nemen. Waar het op aankomt, is dat we verbanden proberen te leggen tussen unieke gebeurtenissen, zoals de systematische uitroeiing van de Joden, Roma en Sinti door de nazi’s, en meer actuele ontwikkelingen. Wel moeten we de verschillen tussen vroeger en nu duidelijk benoemen, maar we mogen het trekken van parallellen ook niet uit de weg gaan. We moeten concrete verhalen vertellen om ze van generatie op generatie door te geven en in stand te houden. Verhalen bijvoorbeeld over de bombardementen op Nijmegen en Rotterdam, de Hongerwinter, de dwangarbeid in Zuidoost-Azië, het verzet tegen de Duitse overheersing, de ontberingen in de Japanse interneringskampen. Dat zijn we verplicht aan de generatie die de gruwelen van geweld, onderdrukking en vervolging zelf heeft meegemaakt. Deze verhalen hebben echter óók tot doel meer zicht te krijgen op de structuren die leiden tot de uitschakeling van rechtsstaat en democratie, en tot het verdwijnen van tolerantie en respect. In dit laatste toont zich hoe geschiedenis en herinnering ook meer kunnen zijn dan de optelsom van individuele verhalen; hoe de wisselwerking tussen het verleden en het heden, en tussen het unieke en het algemene, kan worden gethematiseerd; hoe de verleden tijd in zekere zin juist niet voltooid is. Daarin ligt ook een kans besloten om huidige en toekomstige generaties waardevolle informatie aan te reiken, en de noodzakelijke herinnering blijvend van waarde te voorzien. “Ik ben hier vanavond met mijn dochter en vier kleindochters. Mijn opa heeft in concentratiekamp Theresienstadt gezeten omdat hij bij het verzet zat. Ik wil aan de volgende generatie meegeven hoe belangrijk het is om in vrijheid te leven”, aldus nog een deelnemer aan de Nationale Herdenking op de Dam afgelopen jaar. Om ook met Weizsäcker te eindigen: “Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst.” Dat blijft onverminderd waar. Voor meer informatie: www.4en5mei.nl

| 25 11-herinneren-2-18.3.indd 25

19-03-15 16:50


vieren

VRIJHEID De Britse altviolist Joe Nicholls (1994) studeert sinds september 2013 aan het Koninklijk Conservatorium in Den Haag. Hoe Nederland 5 mei viert, is voor hem een compleet nieuwe ervaring. Wel is hij gewend aan het jaarlijks herdenken van oorlogsslachtoffers op Remembrance Day, 11 november. “Vrijheid betekent voor mij kunnen zeggen en doen wat ik wil, binnen de grenzen van het redelijke. Wat redelijk is, bepaal je met je eigen morele kompas. Ik vind het moeilijk om op mijn twintigste iets te zeggen over vrijheid en onvrijheid omdat ik tot nu toe een gemakkelijk leven heb gehad, zonder oorlogservaringen. De Eerste en de Tweede Wereldoorlog speelden zich af in een totaal andere wereld. Des te onbegrijpelijker vind ik het dat er vandaag de dag nog steeds oorlog wordt gevoerd, zoals nu in Gaza, Oekraïne en Syrië. Oorlog is gewoon gekkenwerk.” “Dat Nederland de bevrijding en de vrijheid viert met muziek begrijp ik heel goed. Het waarom is moeilijk onder woorden te brengen, maar het is precies de reden waarom ik musicus ben. Muziek kan gevoelens overbrengen, je haartjes rechtop zetten en je kippenvel bezorgen. Mij valt altijd op dat de muziek uit de twintigste eeuw doordrenkt is van emoties die met oorlog te maken hebben, bijvoorbeeld de compositie van Sjostakovitsj over het beleg van Leningrad. Het is geen toeval dat het expressionisme in de muziek opkwam na de Eerste Wereldoorlog. Voor de Britten roept Elgars Enigma de stemming van die periode op. De viool, mijn instrument, speelt altijd een belangrijke rol in het uitdrukken van emoties. Daarmee hoop ik op 5 mei een passende bijdrage te leveren.”

26

Ilvy Njiokiktjien

Altviolist Joe Nicholls: ‘Muziek drukt emoties over oorlog uit’

NCMagazine | voorjaar 2015

27-vieren-4-18.3.indd 26

19-03-15 16:45


SUBSIDIES Het Nationaal Comité verstrekt sinds 2011 namens de minister van VWS subsidie aan projecten op basis van de subsidieprogramma’s niet mijn oorlog, wel mijn vrijheid en ondersteuning organisaties van oorlogsgetroffenen WO||. In dit katern vind u uitgebreide informatie over de subsidieregelingen én voorbeelden van projecten die voor subsidie in aanmerking zijn gekomen. In elk nummer van NC Magazine laten we u in dit katern een proeve van de resultaten zien (zie pag 30) Uit een lezersonderzoek voor NC Magazine (2014) is gebleken dat lezers graag meer informatie krijgen over de subsidieregelingen en voorbeelden van projecten die in aanmerking zijn gekomen voor subsidie. Vandaar dat NC Magazine de subsidieregelingen nogmaals uitgelegd worden (zie pag 28). door Marja Verbraak | illustratie (uitsnede) Agnes Loonstra

16-subsidie-1R-18.3.indd 27

19-03-15 16:46


“Goed idee, maar hoe kunnen we het betalen?” Het Nationaal Comité kan sinds 2011 namens het ministerie van VWS subsidie verlenen voor projecten en activiteiten rond de Tweede Wereldoorlog. Ten eerste kan subsidie worden aangevraagd voor projecten op het gebied van educatie en voorlichting. Ten tweede voor activiteiten ten behoeve van de eerste generatie, omdat het belangrijk is dat zij contact met elkaar kunnen blijven houden.

1- Subsidie educatie en voorlichting Subsidieprogramma: Niet mijn oorlog, wel mijn vrijheid Waarom? Met dit ambitieuze subsidieprogramma wil het Nationaal Comité educatieve en publieksgerichte initiatieven en projecten ondersteunen die de betekenis van de Tweede Wereldoorlog voor de wereld van nu op vernieuwende wijze verbeelden. Voor de periode 2011 tot en met 2015 zijn er drie programmalijnen vastgesteld: Wereldwijd, Implementatie en Lacunes.

Hoeveel? Voor het gehele programma is 900.000 euro per jaar beschikbaar.

Programmalijn 1: Wereldwijd De Tweede Wereldoorlog was een mondiaal conflict: bijna alle landen in de wereld waren erbij betrokken. In Nederland is dit onvoldoende bekend. De programmalijn Oorlog, Vrijheid - Wereldwijd is aan de ene kant gericht op projecten die dit internationale karakter van de oorlog benadrukken. Aan de andere kant worden projecten gesubsidieerd die de aandacht vestigen op de internationale verdragen die naar aanleiding van de Tweede Wereldoorlog zijn gesloten en projecten waarin vrijheid, democratie en rechtsstaat in relatie tot de Tweede Wereldoorlog en nu centraal staan. Programmalijn 2: Implementatie Er is een breed aanbod

van mooi, bestaand educatief (erfgoed)materiaal dat beter en breder kan worden benut, zowel binnen als buiten het onderwijs. De kern van deze programmalijn: niet meer van hetzelfde, maar nieuw en effectiever gebruik van het bestaande.

Programmalijn 3: Lacunes Een ongemakkelijke waarheid, een verborgen verhaal. Er zijn lacunes in onze kennis van de Tweede Wereldoorlog, vrijheid, democratie en rechtsstaat. Daarbij kan het gaan om onderwerpen waar mensen niets van weten, maar ook om nieuwe invalshoeken of nieuwe doelgroepen. Het moet altijd gaan om een aantoonbare lacune in onze kennis, een onbekende thematiek; er wordt bijvoorbeeld geen subsidie gegeven voor het vastleggen van nieuwe persoonlijke verhalen als de thematiek wel al bekend is. Bijzonderheden Het Comité wil meerwaarde creëren door de kracht van de een te verbinden met de kracht van de ander. Nieuwe combinaties, bijvoorbeeld een historisch gerichte organisatie die samenwerkt met een bureau dat multimediaprojecten ontwikkelt, kunnen veel moois opleveren en een breder publiek aanspreken. Samenwerking met andere organisaties is voor álle programmalijnen van belang. Voor programmalijn 1 is samenwerking een voorwaarde om subsidie te krijgen.

2- Subsidie eerste generatie Subsidieprogramma: Ondersteuning organisaties van oorlogsgetroffenen WOII Waarom & voor wie? Het doel is dat de eerste generatie oorlogsgetroffenen, geboren vóór 15 augustus 1945, onderling contact kan blijven houden. Landelijke vrijwilligersorganisaties voor vervolgingsslachtoffers, burgeroorlogsgetroffenen en verzetsdeelnemers krijgen subsidie om dit onderlinge contact te bestendigen. De regeling is niet bedoeld voor veteranen (zij kunnen een verzoek indienen bij het vfonds) en evenmin voor doelgroepen in het buitenland.

Hoeveel? Het resterende budget voor 2015 is 62.000 euro. Waarvoor? Een landelijke reünie of lustrumbijeenkomst voor de eerste generatie. Het uitgeven van een contactblad of (digitale) nieuwsbrief voor de eerste generatie. Een publicatie om de geschie-

denis van de organisatie vast te leggen. Een bijzondere bijeenkomst (bijvoorbeeld bij het opheffen van de organisatie) Een tegemoetkoming in de reis- en verblijfskosten van oorlogsgetroffenen die deelnemen aan een educatieve reis waarbij ze kennis overdragen op jongere generaties De regeling is niet bedoeld voor herdenkingen (maar weer wel voor een contactbijeenkomst die daarvoor of daarna wordt georganiseerd), activiteiten met een uitsluitend lokaal karakter of het maken en onderhouden van een website.

Bijzonderheden Het gaat niet om instellingssubsidie maar om een eenmalige projectsubsidie - ze moet telkens opnieuw worden aangevraagd. De subsidie moet ten goede komen aan de eerste generatie maar kan wel door derden worden aangevraagd

28 NCMagazine | voorjaar 2015 18-subsidie-2-18.3.indd 28

19-03-15 16:53


SUBSIDIES Meer weten? Op www.4en5mei.nl/subsidies staat meer informatie over beide subsidieprogramma’s. U kunt daar onder andere de precieze subsidievoorwaarden en de aanvraagformulieren vinden. Voor inhoudelijk advies over het subsidieprogramma Ondersteuning organisaties van oorlogsgetroffenen WOII kunt u contact opnemen met projectadviseur Nienke Majoor, telefoon 020-7183500 of n.majoor@4en5mei.nl. Voor inhoudelijk advies over het subsidieprogramma Niet mijn oorlog, wel mijn vrijheid kunt u contact opnemen met projectadviseur Cristan van Emden, telefoon 020-7183500 of c.vanemden@4en5mei.nl. Voor alle overige vragen kunt u contact opnemen met de secretaris van de subsidieregelingen, Dorothée Kaiser, 0207183500 of d.kaiser@4en5mei.nl.

Beeld uit de tentoonstelling over Joden in het vroegere Nederlands-Indië Selamat Sjabbat. Poeriemviering, Batavia of Bandoeng, 1917. Collectie S.A.Golan

18-subsidie-2-18.3.indd 29

19-03-15 16:53


SUBSIDIES Over wetten en regels “Sommige jongeren ervaren wetten en regels als een dwangbuis en komen daartegen in opstand.” Armin Tashakoor van Theater Mach heeft het over de jongeren die hij sprak om Right Now! te kunnen maken. Deze voorstelling voor 15+ gaat over persoonlijke vrijheid, democratie en rechtsstaat en is geschreven op basis van de ideeën van jongeren zelf; Tashakoor ging naar scholen in Rotterdam om met jongeren te praten. Hij is zelf 22 jaar geleden van Iran naar Nederland gevlucht en zegt: “Ik wéét wat het is om uit een land te komen waar willekeur heerst. Wat ik zorgelijk vind, is dat de rechtsstaat in Nederland zo vanzelfsprekend wordt gevonden. Een democratische rechtsstaat kan alleen bestaan als de inwoners er vertrouwen in hebben. De essentie van de rechtsstaat is: de rechter heeft gesproken, daar leg je je bij neer. Als mensen het daar niet mee eens zijn, krijg je polarisatie en radicalisering.” Right Now! is een snelle, fysieke voorstelling over drie jongeren die de wetten in Nederland beknellend vinden en in een Spaans dorp een eigen gemeenschap opbouwen. En daar vinden ze zelf uit of regels nou zin hebben of niet. Waar remt de wet onze individuele vrijheid, waar gaat ze tegen ons gevoel in, waar beschermt ze ons? Het mag duidelijk zijn dat Mach maatschappijkritisch theater maakt: De makers vinden dat er tegenwoordig in Nederland veel te weinig theater is dat inspeelt op politieke thema’s, hoewel democratie, geloof en extremisme juist voortdurend in het nieuws staan. De première is op 16 april in het Zuidplein Theater te Rotterdam. Het is een openbare voorstelling, iedereen kan erheen. Maar Right Now! is vooral ook bedoeld voor schoolgroepen, van vmbo tot vwo. Er is een voorbereidend lespakket en na de voorstelling is er een nabespreking met de acteurs. “En dan gaat het er soms heftig aan toe”, zegt Tashakoor.

Waarom subsidie?

Ver van elkaar

Right Now! heeft 29.000 euro ontvangen op basis van programmalijn 1: Oorlog, vrijheid - Wereldwijd. De voorstelling gaat over het belang van de rechtsstaat, die tijdens de Tweede Wereldoorlog buiten werking werd gesteld. Naoorlogse generaties hebben nooit anders gekend dan de grondrechten die we nu hebben, en de theatermakers willen de waarde daarvan benadrukken. Een artistiek middel als theater kan jongeren emotioneren, confronteren en uitdagen om dilemma’s te onderzoeken en in combinatie met de voor- en nabespreking tot reflectie leiden. In het script komen verschillende perspectieven naar voren, waarmee wordt ingespeeld op de diversiteit van hedendaagse jongeren. Mach werkt samen met ProDemos, Huis voor democratie en rechtsstaat, dat het lespakket heeft gemaakt en scholen buiten Rotterdam werft om de voorstelling te bezoeken. De voorstelling wordt vastgelegd op DVD en is daardoor ook later nog te zien.

Armin Tashakoor, theatermaker en acteur: “Het is fascinerend om te zien hoe jongeren de wereld om zich heen labelen. We willen weten hoe jongeren tegen vrijheid en rechtsstaat aankijken, dus ik heb gastlessen gegeven op wijkscholen. Dat zijn scholen waar ook jongeren op zitten die met de politie en justitie in aanraking zijn geweest. Die zeggen: ze moeten mij altijd hebben, ik mag niet eens over straat lopen want dan krijg ik al een boete voor samenscholing! Op mijn eigen oude school, de Daltonschool waar ik vroeger maatschappijleer gaf, zitten blanke jongeren die zeggen: meer blauw op straat, harder straffen, belachelijk dat je niet meer dan een taakstraf krijgt. Op de wijkscholen: we worden gediscrimineerd. Op de Dalton: er kunnen geen buitenlanders meer bij. De beleving ligt zó ver van elkaar. Dat is toch ongelooflijk, in een en dezelfde stad!”

30 NCMagazine | voorjaar 2015 17-subsidie-3-18.3.indd 30

19-03-15 16:55


SUBSIDIES

Het Joods Historisch Museum te Amsterdam had met Selamat Sjabbat een primeur in huis: de eerste tentoonstelling over Joden in het vroegere NederlandsIndië. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog ging het om zo’n drieduizend mensen. De meesten van hen kwamen uit Nederland en waren net als andere Nederlanders naar dat verre land gekomen om een carrière op te bouwen. Maar er waren ook Joden uit Irak, vluchtelingen uit Oost-Europa en vanaf de jaren veertig ook uit Palestina; de laatsten waren op de vlucht voor Rommel, die al was opgerukt naar El Alamein. Er was geen rabbijn, geen kosjere slager. In de hele archipel was er maar één synagoge, in Surabaya. Maar de Joodse feestdagen werden wel degelijk gevierd, te zien aan de foto’s op de tentoonstelling. Poeriem onder de klapperboom. Selamat Sjabbat vertelt de onbekende geschiedenis van de Indische Joden voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog aan de hand van foto’s, persoonlijke getuigenissen en objecten. Ook zij kwamen in Japanse kampen terecht. Mevrouw Cohen borduurde een boek over de dagelijkse gebeurtenissen in het Boemiekamp. Mevrouw Davidson hielp kinderen in kamp Tangerang, een kamp waarin Joden apart waren gezet, met het maken van lappen poppen, Clowntje en Slome Henkie. Ondertussen maakte ze zich zorgen over haar eigen kinderen, die ze naar Nederland had gestuurd omdat het onderwijs daar beter was. Na de bevrijding uit de Japanse kampen werden de Indische Joden ook nog geconfronteerd met de Shoah en de gevolgen daarvan voor hun familie en vrienden in Europa. De tentoonstelling was te zien tot en met 8 maart, maar blijft virtueel toegankelijk op www.jodeninnederlandsindie.nl, tevens een platform voor het leggen van contacten en het vastleggen van verhalen. Een bezoeker uit Indonesië merkte op: ‘I had to come to Amsterdam to learn about this part of my history’. Dat kan voortaan ook makkelijker, via de website.

17-subsidie-3-18.3.indd 31

Collectie Eli Dwek, Joods Historisch Museum

Poeriem onder de klapperboom

Bar Mitswa en gasten – zowel Europese als Iraakse joden- voor het huis van de familie Mussry, Soerabaja, ca. 1932

Waarom subsidie? De subsidie van 40.000 euro is gegeven op grond van programmalijn 3, gericht op voorlichtings- en educatieactiviteiten ten aanzien van lacunes en onderbelichte thema’s. De situatie van Joodse Nederlanders in Nederlands-Indië is een interessante thematiek waar het brede publiek weinig weet van heeft. Met de tentoonstelling, het begeleidende evenementenprogramma (er was een uitgebreid programma met lezingen, een workshop genealogie en zelfs een kosjere rijsttafel), de begeleidende publicatie (gemaakt in samenwerking met Misjpoge en het Menasse ben Israel Instituut) en het digitale platform kreeg het thema de aandacht dat het verdient. Het geheel draagt bovendien bij aan de plaats van de Nederlands-Indische herinnering in de Nederlandse herdenkings- en herinneringscultuur. De verhalen en objecten blijven op het digitale platform staan en een deel van het materiaal wordt onderdeel van de vaste opstelling in het Joods Historisch Museum, waarmee het projectresultaat wordt geborgd.

Is die er ook? Hetty Berg van het Joods Historisch Museum, initiatiefnemer/maker van Selamat Sjabbat: “Ik heb een Joodse en Indische achtergrond, dus ik ben superblij dat ik met dit idee aan de slag mocht en dat het ook echt bleek te léven bij mensen. De opkomst bij de opening van de tentoonstelling was overweldigend. Mensen die als kind met elkaar in een Japans kamp hadden gezeten, zagen elkaar voor de eerste keer weer. Dan vroegen ze aan me: ‘Is die er ook, en die?’ Uit één Joodse familie kwamen er 21 mensen, kinderen, kleinkinderen, ook uit Israël en Amerika. Dus er was uit Joodse hoek veel belangstelling, maar het is gelukt om ook veel Indische mensen naar de tentoonstelling te krijgen, dat wilden we als Joods Museum graag. Een tentoonstelling over dit deel van de wereld verwacht je niet zo gauw bij ons. Nu stonden er ineens allemaal Maleisische woorden in het reactieboek.”

22-03-15 16:51


SUBSIDIES

Koeien aan de wandel De koeien die door de Duitsers waren opgehaald, wandelden ’s nachts terug naar de boerderij. In de vroege ochtend stonden ze gewoon weer in de wei om gemolken te worden. Als je het opschrijft, is het toch echt een stuk minder aansprekend dan de kleurrijke animatie die Agnes Loonstra, afgestudeerd aan de Kunstacademie St. Joost in Breda, ervan heeft gemaakt. Agnes is een van de studenten en afgestudeerden van de afdeling Animatie die hebben meegewerkt aan het project Beeldtijd. Het project werd georganiseerd door Stichting Beeldtijd, die met de studenten vijftien animatievideo’s samenstelde bij verhalen die ooggetuigen uit NoordBrabant vertelden over de Tweede Wereldoorlog. In het ‘koeienclipje’ vertelt Annie Ruitenberg, die zelf ook te zien is, over het dagelijks leven in Waspik. In een andere clip vertelt verzetsman Piet van den Hoek hoe hij in een bootje piloten, verzetslieden, medicijnen en geheime informatie door de Biesbosch smokkelde. Weer een ander herinnert zich de dood van een piepjonge Duitse soldaat in Oploo. Het project vond plaats in het kader van 70 jaar bevrijding. Nieuwe interviews met ooggetuigen werden gecombineerd met het vele materiaal dat lokale historische kringen, heemkundekringen en lokale omroepen in Noord-Brabant al bij elkaar hadden gebracht. Vervolgens maakten de studenten er bijvoorbeeld een collage of tekenfilm bij. “De kern van het project is dat het oude beeld herleeft door de animatie”, zegt Hans van Boxtel van Stichting Beeldtijd. “Klassiek historisch materiaal met talking heads slaat niet aan bij jongeren, deze clips wel.”

32

animaties van Agnes Loonstra

Nieuwe traditie

Waarom subsidie? Het Nationaal Comité heeft 45.000 euro subsidie gegeven op basis van programmalijn 2. Bestaand erfgoedmateriaal wordt hergebruikt en toegankelijk gepresenteerd aan jongeren en een breed publiek. De clips komen beschikbaar via de websites van de Liberation Route (liberationroute.nl/ discover-the-history) en van het Brabants Historisch Informatie Centrum (bhic.nl/hetgeheugen-van-brabant); bij het BHIC zijn ze digitaal te vinden op de historische kaart van Brabant, waarmee ze onderdeel worden van de educatieve programma’s. Het is de bedoeling om de samenwerking met historische verenigingen en heemkundekringen in het kader van 70 jaar bevrijding ook landelijk te implementeren.

Hans van Boxtel van Stichting Beeldtijd: “Nederland heeft geen grote traditie van animatie bij historische gebeurtenissen, zoals in Engeland en Frankrijk. Ik ben echt verrast door het enthousiasme van de studenten. De St. Joost leidt kunstenaars op die alle vrijheid hebben en dit was heel anders dan ze gewend zijn; ze waren gedwongen serieus onderzoek te doen naar de historische details, want het moest wel kloppen. Het was voor hen echt een uitdaging en ze hebben het met verve gedaan. Het is een internationaal goed aangeschreven opleiding, dus dan zag je Turkse en Italiaanse studenten heel serieus aan de gang met de Tweede Wereldoorlog in Brabant. Ik denk ook dat het een goede vingeroefening is voor later. Het produceren van deze clips maakt nu deel uit van de masterfase, er komt een pool van jonge animatiemakers die met deze werkwijze aan de slag kan. Ik hoop dat er een traditie uit voortkomt om zware onderwerpen als oorlog en vervolging ook op deze manier te behandelen.”

NCMagazine | voorjaar 2015

17-subsidie-3-18.3.indd 32

19-03-15 16:58


vieren

VRIJHEID Susanna ten Wolde (1987) studeert hoorn aan het Conservatorium van Hannover. Omdat ze ook al jaren heeft meegedaan met het Nationaal Jeugdkoor dat op 4 mei altijd optreedt tijdens de Nationale Herdenking in De Nieuwe Kerk, kent ze de herdenking op 4 mei van dichtbij. Maar optreden op 5 mei is voor haar een compleet nieuwe ervaring. “Vrijheid betekent voor mij op dit moment vooral dat ik als Nederlandse in Duitsland kan studeren. Door de Nederlandse traditie van 4 en 5 mei ben ik gewend stil te staan bij het feit dat het niet vanzelfsprekend is dat we nu eten, onderdak, onderwijs en voorzieningen hebben en dat je als jongere kunt kiezen wat je wilt worden. Ik vind het belangrijk om me er bewust van te zijn dat er overal in de wereld mensen zijn die geen vrijheid hebben.” “Wat de Tweede Wereldoorlog voor Nederland

heeft betekend, heb ik vooral ervaren bij de Nationale Herdenking in De Nieuwe Kerk op 4 mei. Verder weet ik dat mijn oma een dappere vrouw was omdat ze als verpleegster na spertijd illegaal spullen vervoerde om mensen te helpen. Nu ik in Duitsland studeer, krijg ik door mijn contacten met Duitse leeftijdgenoten een beter beeld van de andere kant van de oorlog. Eerder besefte ik niet hoe zwaar die oorlog voor Duitsland is geweest.” “Tot nu toe heb ik de vrijheid op 5 mei gevierd op Bevrijdingsfestivals. Tegen het concert op de Amstel heb ik altijd opgekeken omdat daar de beste Nederlandse orkesten spelen. Nu mag ik er zelf spelen en dat vind ik geweldig. Bij zo’n moment past veel muziek. Wat mij betreft hoeft die muziek trouwens niet per se vrolijk te zijn; ze moet je iets doen.”

Ilvy Njiokiktjien

Hoorniste Susanna ten Wolde: ‘De andere kant van de oorlog’

| 33 27-vieren-4-18.3.indd 33

19-03-15 16:59


Bron van inspiratie

Waarheidsvinding

Nieuwe vragen

“In Amsterdam, in de hongerwinter, maakte Cas Oorthuys een foto van een uitgemergelde vrouw met een homp bruin, droog brood in haar mond. Die foto stond in The Family of Man, een fotoboek van het Museum of Modern Art in New York dat in de jaren vijftig in een enorme oplage is uitgegeven. Ik zag zijn foto als kind en het was alsof het over een ander land ging. Ik ben van 1955, opgegroeid in Amsterdam, maar dit was een andere wereld. Een wereld die mijn moeder wèl kende. Zij had de hongerwinter meegemaakt; ze was gestrand in de stad toen ze achttien was, alleen, haar ouders waren achtergebleven in Suriname. Ze maakte tochten naar het platteland om voedsel te halen en deed ook koerierswerk. Toen ik jong was, maakten we met ons gezin wandelingen door Amsterdam en later ging ik ook in mijn eentje, en dan zag je de gaten in de oude Jodenbuurt, de huizen die gesloopt of in elkaar gestort waren. Dat vonden we toen heel gewoon en vanzelfsprekend. Pas later dacht ik: wat heb ik gezíen daar?” De foto van Cas Oorthuys is tot en met 12 juli te zien in de tentoonstelling Blikvangers, Nationaal Archief te Den Haag.

De keuze van:

Marens Engelhard Door wie en door wat worden mensen geïnspireerd? In deze serie dit keer historicus Marens Engelhard, sinds vorig jaar algemeen rijksarchivaris en algemeen directeur van het Nationaal Archief. Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft onlangs zijn archief overgedragen aan dit ‘nationaal geheugen van Nederland’ (zie www.gahetna.nl); Negentien meter aan documenten, foto’s en publiciteitsmateriaal.

Marens Engelhard

Cas oorthuys / Nederlands Fotomuseum

Nationaal Archief

door Marja Verbraak

Anne Reitsma / Nationaal Archief

Een andere wereld

“Het is belangrijk om je te realiseren wat de waarde is van vrij toegankelijke archieven. Daaraan kun je zien of een land vrij is: geen toegang tot archieven, dan geen rechtsstaat. In veel landen kunnen burgers de overheid niet op de vingers kijken. Vrij toegankelijke archieven zijn een belangrijk element in de vrijheid van waarheidsvinding. Een tijdje geleden was er ophef over de boetes die teruggekeerde Joden van de stad Amsterdam kregen omdat ze in de oorlog hun erfpacht niet hadden betaald. Het NIOD moest in de archieven zoeken naar de toedracht en ik was daarbij betrokken omdat ik als directeur van het Stadsarchief namens burgemeester en gemeenteraad opdrachtgever was. Maar hoe was die hele zaak bekend geworden? Omdat een stagiaire, een student geschiedenis, in het archief zat en dacht: Hè? Boetes op het niet betalen van erfpacht? Dat stond gewoon in de gemeenteraadsverslagen van die tijd hoor, het was niet geheim. Het is makkelijk om het nu af te keuren, maar mensen letten daar toen niet zo op. Het denken verandert in de loop der tijd, onderzoekers en historici kunnen aan een archief altijd nieuwe vragen stellen. De interpretatie van ons verleden verandert met de tijd en een archief moet dat mogelijk maken.” Vrij toegankelijke archieven.

“De Groningse historicus Isaac Lipschits heeft in een heel dun, onthullend boekje beschreven hoe Nederlanders tot ver in de jaren zeventig omgingen met de slachtoffers van de Shoah die waren teruggekeerd. Hij noemde de manier waarop ze ontvangen werden de ‘kleine shoah’. Er kwam bijvoorbeeld geld uit Duitsland om uit te keren aan oorlogsslachtoffers en het hele ambtelijke apparaat dat daarvoor was opgetuigd, een man of driehonderd, werd tot in de jaren zeventig betaald uit die Duitse vergoeding. Tenenkrommend, dat kun je je nu niet voorstellen. Maar aan de andere kant: is het zo anders dan hoe we nu met asielzoekers omgaan? Ik vraag me af hoe je daarover denkt als je twintig jaar naar de toekomst wordt getransporteerd. De moraal verandert, je moet jezelf telkens nieuwe morele vragen stellen. Dat geldt ook voor een bonafide instelling als het Stadsarchief Amsterdam, waar ik tot voor kort directeur was; we bleken roofkunst in ons bezit te hebben, stadsgezichten die van een Joodse familie waren geweest die zich gedwongen had gezien ze ter veiling te brengen. Hoe kwamen die in de collectie terecht? Nu zou je meteen naar de herkomst kijken, maar vroeger keken ze anders dan nu.” Isaac Lipschits, De kleine sjoa. Joden in naoorlogs Nederland.

34 NCMagazine | voorjaar 2015 15-dekeuzevan-1L-18.3.indd 34

20-03-15 17:13


herdenken

DWANGARBEID IN DUITSLAND

H

et is herfst 1944 als de nazi’s in 45 dorpen in Limburg ruim drieduizend mannen en jongens oppakken en als dwangarbeiders naar Duitsland deporteren. Honderdtwintig van hen zouden nooit meer thuiskomen. Jo Pouls uit Neer, destijds 16 jaar, kwam wel terug. Hij overleed in 2012 op 84-jarige leeftijd. Tijdens de razzia was hij afgekomen op het geluid van huilende vrouwen bij de kerk. “Je bent oud genoeg”, zei de Duitse soldaat die hem oppakte. In Neer alleen al werden 45 mannen en jongens opgepakt en naar Duitsland getransporteerd. Een vreselijke reis van vier dagen en vier nachten. Geen wc’s en heel af en toe een korte stop. Plaats van bestemming was een chemische fabriek, waar zoals in 1951 zou blijken giftige brandstof voor V1’s en V2’s werd gemaakt. “We hadden geen idee wat we aan het doen waren. We moesten speciale gummikleding aan. Het spul dat we produceerden, brandde er zo doorheen. Degenen die niet meer konden werken, werden doodgeschoten. Een kennis hield zijn leven lang open wonden over aan zijn tijd in de fabriek. We hadden aldoor honger. Soms plakten we rauwe schijfjes aardappel tegen de kachels aan en aten die daarna op.” Door de aanhoudende bombardementen kwamen er geen grondstoffen meer binnen. “We werden overgeplaatst naar een fabriek in aanbouw in Hilkerode Rhumspringe. Maar ook daar lag opeens het werk stil en moesten we puinruimen na de bombardementen. Vanuit de barakken zagen we hoe duizenden mensen door de Duitsers naar het oosten werden vervoerd.” Op 12 april 1945 werd Jo Pouls met zijn medegevangenen bevrijd. Samen met elf dorpsgenoten verliet hij onmiddellijk het kamp. Met een gevonden stafkaart op zak zochten ze hun weg door een chaotisch Duitsland. Af en toe een lift. Ze sliepen in een lege fabriek, op stations en in wagons. In een vakantiepark zo’n tachtig kilometer voor de Nederlandse grens moesten ze wachten totdat ook Nederland was bevrijd en ze echt naar huis konden.

05-herdenken-1R-18.3.indd 35

Het Nationaal Comité heeft in de afgelopen jaren veel getuigenverhalen verzameld en gepubliceerd op www.4en5mei.nl. NC Magazine schenkt elk nummer aandacht aan een van deze verhalen. Dit keer het relaas van Jo Pouls, dwangarbeider in 1944, die in 2012 overleed. Bewerking Karen de Jager | foto Sjaak Niessen

Het monument ‘Sporen die bleven’ in Neer (gemeente Leudal) is een zwarte plaquette op de muur van deze kerk. Op de plaquette is de afbeelding van het algemene monument voor de kerkrazzia aangebracht.

20-03-15 17:14


Voorzitter Joan Leemhuis-Stout

LEVEND HOUDEN VAN DE HERINNERING Het Nationaal Comité 4 en 5 mei heeft zich de afgelopen jaren beraden op zijn visie, organisatie en werkwijze. Een periodieke herijking, gebruikelijk bij veel organisaties en instellingen. De uitkomsten zullen hopelijk iedereen die betrokken is bij herdenken en vieren inspireren. door Jolanda Keesom | foto’s Olaf Kraak

‘H

et werk van het Nationaal Comité behoort aan te sluiten bij belangrijke ontwikkelingen in de samenleving”, aldus Joan Leemhuis-Stout, die al bijna zes jaar met grote betrokkenheid voor het comité in touw is. Zo was ze in 2014 intensief betrokken bij de verkenningsbijeenkomsten en debatten over de nieuwe visie van het Nationaal Comité voor de beleidsperiode 2016-2020. In Utrecht, Roermond, Wageningen, Amsterdam, Rotterdam, Groningen en Den Haag zijn bijeenkomsten gehouden

36

om meningen en ideeën te horen over het levend houden van de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en over de zingeving van herdenken en vieren, in het bijzonder van 4 en 5 mei. Samen met andere bestuursleden ging ze in gesprek met vertegenwoordigers van de Joodse gemeenschap, Roma en Sinti, de Indische gemeenschap, veteranen, burgergetroffenen, koopvaardij en van verzetsstrijders. “Het was heel bijzonder om dit proces te mogen meemaken en al die verhalen en ideeën te horen, en de gedachtelijn van het comité te toetsen”, zegt Leemhuis. Parallel aan de ontwikkeling van de inhoudelijke visie is bezien hoe het comité zelf het beste gestalte kan blijven geven aan zijn verantwoordelijkheid voor herinneren, herdenken en vieren. Inhoud, bedrijfsvoering en governance kunnen eigenlijk niet los van elkaar worden gezien. Leemhuis: “Het kabinetsbesluit uit 1987 om het Nationaal Comité 4 en 5 mei in te stellen, was de resultante van een discussie hoe herdenken en vieren in de samenleving moesten worden verankerd. Op dat moment zijn herdenken en vieren, zijn 4 en 5 mei, tot het publieke domein gaan behoren. Het kabinet stelde in het verlengde daarvan belastinggeld beschikbaar. Om de borging te bewerkstelligen werd bij Koninklijk Besluit het Nationaal Comité 4 en 5 mei ingesteld”. Het comité is, op basis van het Koninklijk Besluit, verantwoordelijk voor het levend houden van de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog en voor het richting geven aan de zingeving van herdenken en vieren. Daarnaast en ten behoeve van de bovenliggende taken ontplooit het comité activiteiten op internationaal gebied, op het gebied van educatie, voorlichting en onderzoek. Ook meer specifiek op 4 en 5 mei heeft het comité een verantwoordelijkheid. Het gaat daarbij om de Nationale Herdenking op De Dam en delen van de Nationale Viering van de Bevrijding, in het bijzonder de bijeenkomst met de 5-mei lezing en het 5-mei concert. “Van zijn werkzaam-

NCMagazine | voorjaar 2015

13-Herinneren-2-18.3.indd 36

19-03-15 17:05


Voorzitter Joan Leemhuis-Stout op de bijeenkomst voor organisatoren van lokale herdenkingen en vieringen, Soest 7 maart 2015.

heden legt het comité”, aldus Leemhuis, “verantwoording af aan het kabinet, maar tegelijkertijd is het onafhankelijk en apolitiek. In de vaste Kamercommissie voor VWS is er nooit politieke discussie over ons werk. Dat vind ik een groot goed, want herdenken en vieren mag geen speelbal zijn van politieke overwegingen.” Waarom vond het Nationaal Comité het vorig jaar tijd voor een nieuwe visie? “Elke vijf jaar wordt een nieuwe beleidsvisie geschreven. Bij het richting geven aan herdenken en vieren moeten we er rekening mee houden dat de samenleving constant verandert. De eerste generatie is bijna verdwenen en een belangrijk deel van de bevolking heeft een andere historische achtergrond. De veranderingen in de samenleving verplichtten ons eens te meer fundamenteel naar de inhoud te kijken. Om de verhalen van de eerste generatie oorlogsgetroffenen overdraagbaar te maken, moeten we duidelijk maken wat het betekende dat in 1940 door de Duitse en Japanse invasie onze democratie en rechtsstaat werden afgeschaft, dat een verwerpelijke ideologie als legitimatie werd gebruikt om Joden en Roma en Sinti systematisch en op industriële wijze te vermoorden, en dat er hard is gevochten om democratie en rechtsstaat in 1945 te herstellen. Inhoudelijk is dat in 2014 vastgelegd in de nieuwe beleidsvisie Kom vanavond met verhalen. Over de gevolgen van die visie voor de concrete invulling van de Nationale Herdenking en Viering vanaf 2016 neemt het Nationaal Comité in een later stadium een besluit.” Wat is er het afgelopen jaar hier ‘in huis’ bij het comité veranderd? “Zoals gezegd is bezien hoe het comité zelf het beste gestalte kan blijven geven aan zijn verantwoordelijkheid voor herinneren, herdenken en vieren. De organisatie, bestuur en bureau, moeten het beleid doelmatig en efficiënt uitvoeren, maar vooral ook op een manier die past bij deze tijd en bij het onderwerp. Dat vraagt om duidelijkheid over de rolverdeling tussen bureau en bestuur en ook, het klinkt heel zakelijk, om een goede begroting- en beleidscyclus. Met welke organisaties heeft het Nationaal Comité een bijzondere samenwerkingsrelatie? “Er zijn veel organisaties waarmee we nauwe relaties hebben. Het onderwerp, herinneren, herdenken en vieren, schept altijd een band tussen mensen en daarmee tussen organisaties. Als ik er een uit wil lichten dan noem ik de Oorlogsgravenstichting (OGS). Recent hebben OGS en Nationaal Comité afgesproken dat de graven die OGS beheert worden toegevoegd aan Adopteer een Monument. Aan dat project doen al ruim 1450 scholen mee die een herdenkingsmonument in de regio adopteren en een herdenking organiseren waarbij oorlogsgebeurtenissen in de streek centraal staan. Voortaan wordt het werk van de Oorlogsgravenstichting ook vermeld in het Nationaal Aandenken, het boekje dat basisschoolleerlingen in groep 7 krijgen. Het Nationaal Aandenken is voor deze leerlingen vaak de eerste kennismaking met oorlog, vrijheid, herdenken en vieren in Nederland en met het belang van rechtsstaat en democratie.” “Ook het vfonds en het Nationaal Fonds 4 en 5 mei wil ik noemen. Deze fondsen maken het ons mogelijk net dat extra project te realiseren. Met het vfonds wordt jaarlijks een afspraak gemaakt over bijdragen aan de Bevrijdingsfestivals, bijvoorbeeld voor inhoudelijke

herinneren activiteiten, zoals speeddates - korte ontmoetingen - tussen festivalbezoekers en veteranen. Die gesprekken blijken jongeren erg aan te spreken. Het Nationaal Fonds is door het comité zelf opgericht en ontvangt bijdragen uit het bedrijfsleven. Op dit fonds kunnen we een beroep doen voor projecten die we graag willen realiseren omdat ze de jeugd aanspreken, zoals de Duifkopter-game. Dat is een game waarbij de speler vrijheid moet managen. Beide fondsen leveren dit jaar ook een bijdrage in de kosten van het eenmalige project 70 jaar Bevrijding: Concert van de Vrijheid.” Hoe is de relatie tussen het Nationaal Comité en andere organisaties die met herdenken en vieren bezig zijn? “Veel, vooral ook lokale, organisaties blijken zich geïnspireerd te voelen door wat het Nationaal Comité doet en opschrijft. Ze nemen onze analyses als voorbeeld en leggen onze keuzes bijvoorbeeld weer voor aan hun burgemeester. Graag wil ik nog eens benadrukken dat de Nationale Herdenking en de Nationale Viering van de Bevrijding tot stand komen dankzij de inzet van duizenden vrijwilligers overal in het land. De Nationale Herdenking vindt op 4 mei op 2800 plekken tegelijk plaats. Met recht dus een Nationale Herdenking. De herdenking op de Dam springt eruit doordat die in de hoofdstad bij het Nationaal Monument plaatsvindt, in aanwezigheid van het staatshoofd. Maar in essentie onderscheidt die herdenking zich niet van wat er op hetzelfde moment in Hoogezand of Nijmegen gebeurt. U hebt persoonlijk altijd veel werk gemaakt van het contact met de lokale comités die zich bezighouden met herdenken en vieren. Wat doet het Nationaal Comité verder om hen te ondersteunen? “Ja, dat klopt. Al die vrijwilligers die zo betrokken zijn, moeten we koesteren en ook de gelegenheid geven elkaar te ontmoeten, van elkaar te leren. We organiseren een paar keer per jaar bijeenkomsten om hen te motiveren en inspireren. Daarnaast geeft het Nationaal Comité een handreiking voor herdenkingen en vieringen uit en we sturen jaarlijks een themastuk rond onder de noemer Vrijheid geef je door. Dit jaar is het stuk geschreven door comitélid Maurice Adams met als titel Wie de ogen sluit voor het verleden, is blind voor de toekomst. Daarin wordt sterk de verbinding tussen 4 en 5 mei gelegd. Door al deze activiteiten heeft het Nationaal Comité een lage drempel voor lokale comités en komt er ook een nuttige onderlinge uitwisseling tot stand, bijvoorbeeld rond veiligheidsaspecten. Dat is iets om zuinig op te zijn.” Hoe ziet u de toekomst van herdenken en vieren? “Het draagvlak voor 4 en 5 mei blijft onverminderd groot. Het comité is erin geslaagd om een visie op herinneren, herdenken en vieren te formuleren waarin grote delen van de Nederlandse samenleving zich kunnen vinden. Daarom heb ik veel vertrouwen in de mogelijkheden om herdenken en vieren over te dragen en jongere generaties erbij te betrekken. Wat ik verder opmerkelijk en ontroerend vind, is de persoonlijke betrokkenheid van zo velen, ook van de leden van het Nationaal Comité, bij het levend houden van de herinnering en bij herdenken en vieren. Het gevoel van persoonlijke verantwoordelijkheid voor het bestrijden van gevaarlijke ideologieën is voor velen een drijfveer, ongeacht of dat gevoel nu voortkomt uit de eigen familiegeschiedenis, persoonlijke ervaring of iets anders.”

| 37 13-Herinneren-2-18.3.indd 37

19-03-15 17:05


5 mei-lezer David Grossman:

‘WAT VRIJHEID BETEKENT, HEB JE PAS DOOR ALS JE HET TEGENDEEL ZIET’

5 mei-lezing De 5 mei-lezing markeert het begin van de Nationale Viering van de Bevrijding en fungeert als bron van inspiratie voor en een verdieping van het debat over vrijheid. De lezing is een moment van bezinning op de kwetsbaarheid van vrijheid, niet alleen in Nederland, maar ook daarbuiten. 4 en 5 mei zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden omdat het vieren van de vrijheid nadrukkelijk is verbonden met het teloorgaan van vrijheid en democratie in de Tweede Wereldoorlog. Elk jaar vindt de 5 mei-lezing in een andere provincie plaats, in 2015 in de provincie Zeeland. Met de bijeenkomst in Vlissingen laten de provincie en haar gemeenten zien hoe zij invulling geven aan het vieren van de vrijheid.

38

NCMagazine | voorjaar 2015

25-vieren.portret-2-18.3.indd 38

19-03-15 17:06


vieren De Israëlische schrijver David Grossman geeft de 5 mei-lezing 2015 die wordt gehouden in Vlissingen, provincie Zeeland. Grossman is een bevlogen denker over oorlog, vrede en vrijheid. Een portret. door Leontine Veerman in Jeruzalem | foto Chris van Houts

‘M

ijn betrokkenheid bij de viering van 70 jaar bevrijding van Nederland? Als kind al was ik buitengewoon geïnteresseerd in de Tweede Wereldoorlog en vooral in de Shoah. Mijn broer en ik groeiden op in de schaduw van de vervolging. ’s Nachts hoorde ik het schreeuwen van de overlevenden en overdag zag ik mensen met nummers op hun armen, aldus David Grossman in Jeruzalem. “De bevrijding van Nederland, van heel Europa, betekent voor mij de nederlaag van het nazisme en de overwinning op die vreselijke ziekte die bezit had genomen van een deel van de mensheid. De bevrijding betekent ook iets anders: wederopbouw, het begin van een proces van herstel. Ik wil geen vergelijking maken tussen toen en wat er nu in het Midden-Oosten gebeurt, maar ik voel me geïnspireerd door het proces dat Nederland en Europa hebben ondergaan en ik hoop dat ook wij ooit zo’n periode van herstel bereiken en kunnen beleven.” David Grossman is een van de belangrijkste Israëlische schrijvers. Hij is in 1954 in Jeruzalem geboren. Na zijn diensttijd studeerde hij filosofie en theater aan de Hebreeuwse Universiteit van Jeruzalem, werkte hij als journalist bij de radio en modereerde hij onder andere een uiterst populair programma voor kinderen. In die jaren begon hij ook te schrijven, eerst korte verhalen en daarna een roman, De glimlach van het lam, waarin hij zich bezighoudt met de vraag hoe het kan dat het sobere, gedisciplineerde en idealistische Israël waarin Grossman opgroeide, zich na 1967 deed kennen als een bezettende macht. Deze roman en de volgende, Zie: Liefde, waarin hij, (klein)zoon van slachtoffers van het nazisme, de Shoah beziet, hebben Grossman in en buiten Israël als schrijver op de kaart gezet.

Over de grens De publicist Grossman brak kort daarna door. Op verzoek van een Israëlisch weekblad ging hij in 1987 bijna twee maanden op verkenning op de Westelijke Jordaanoever. Grossman sprak met tientallen Palestijnen in dorpen en vluchtelingenkampen, aanschouwde de omstandigheden en noteerde hun verhalen. Hij woonde zittingen bij van de militaire rechtbank en logeerde bij Joodse kolonisten. Zijn bevindingen publiceerde hij in Over de Grens, een kritisch verslag van de gevolgen van twintig jaar bezetting. Zelfs voor Israëlische lezers, die op een steenworp afstand wonen, vormde het boek schokkende literatuur, omdat ze zich

25-vieren.portret-2-18.3.indd 39

nooit hadden afgevraagd wat de bezetting betekende voor het dagelijks leven van Palestijnen. Vooral in Westerse landen word Grossman vaak om politiek commentaar gevraagd, en hij doet dat genuanceerd als geen ander. Maar, zegt hij, ik ben niet de politieke commentator van mijn land, maar vooral een schrijver van romans, verhalen en kinderboeken. In 2006 mengde de Israëlische werkelijkheid zich op de meest tragische wijze in het persoonlijke leven van de schrijver. Al twee jaar werkte hij aan Een vrouw op de vlucht voor een bericht, over een Israëlische vrouw, moeder van een soldaat in een gevechtseenheid, die van huis wegvlucht om niet te hoeven horen hoe het haar zoon vergaat. Intussen brak de Tweede Libanonoorlog uit. Net als de twee andere belangrijke Israëlische schrijvers Amos Oz en A.B. Jehoshua erkende Grossman het recht van Israël op zelfverdediging tegen de agressie van Hezbollah. Maar na een paar weken verklaarden de schrijvers gezamenlijk dat verdere militaire acties ongewenst waren en dat de regering een wapenstilstand zou moeten accepteren. Drie dagen later klopten de autoriteiten bij Grossman aan: de tank van zijn zoon werd in Libanon door een raket geraakt en alle inzittenden, ook de 21-jarige Uri Grossman, kwamen om het leven.

Vrijheid en gevangenschap Begrippen als bevrijding, vrijheid en gevangenschap vind je bij Grossman niet alleen terug, hoe kan het ook anders, in de context van het Midden-Oostenconflict, maar vooral in zijn romans. Wat vrijheid betekent, zegt hij, dat heb je pas door als je het tegendeel ziet. De meeste Israëli’s zitten gevangen in standpunten, stereotiepe beelden en ritueel gedrag. Grossman: “Ik acht het de taak van de schrijver om een vinger op de wonde te leggen, om op een nieuwe manier, in een taal waarvoor de lezer zich nog niet heeft leren afschermen, te beschrijven hoe gecompliceerd de bestaande situatie is, om stereotypen omver te werpen die het gemakkelijk maken om niets aan problemen te doen. De schrijver moet mensen in herinnering brengen dat menselijkheid en moraal nog steeds belangrijke kwesties zijn en hij moet waarschuwen voor de toekomst die voortvloeit uit het heden.’’ Schrijven is voor hem “revolte tegen de angst”. Voor meer informatie: www.5meilezing.nl/www.4en5mei.nl.

19-03-15 17:07


Bijeenkomst voor organisatoren van lokale herdenkingen en vieringen

VAN ELKAAR LEREN Op 7 maart vond er een landelijke bijeenkomst plaats die het Nationaal Comité organiseerde. De bijeenkomst werd gehouden om organisatoren te informeren over activiteiten en inzichten van het comité en om deelnemers de mogelijkheid te bieden met elkaar in gesprek te gaan. door Nienke Majoor | foto Olaf Kraak

Centraal in de bijeenkomst stond de uitwisseling van informatie tussen de organisatoren van lokale initiatieven. Wat staat er dit lustrumjaar allemaal te gebeuren in Nederland?

Betrekken van jongeren

Bevrijdingsvuur

Lokale organisaties zetten zich dit jaar extra in om jongeren te betrekken bij hun herdenking of viering. Vaak wordt daarbij samengewerkt met basisscholen en worden gastsprekers van de eerste generatie gevraagd om te vertellen over hun eigen ervaringen. Hierbij speelt ook het project Adopteer een Monument een rol. Ook zijn er projecten waarbij leerlingen in de klas dilemma’s met de thema’s haat en verzoening voorgelegd krijgen. En indien mogelijk wordt leerlingen een bezoek aangeboden aan een van de landelijke herinneringscentra. Daarnaast hebben diverse organisaties interviewprojecten geïnitieerd waarbij leerlingen eerstegeneratieoorlogsslachtoffers thuis bezoeken, om zo de afstand tussen generaties te verkleinen. Vooraf stellen de jongeren de vragen samen om daarna zelf de ouderen te interviewen. Alle goede ideeën ten spijt ervaren diversen van de aanwezigen dat de meivakantie hen belemmert bij het vergroten van de participatie van jongeren op 4 en 5 mei. Diverse organisaties proberen daarom al in een eerder stadium via een school of kerk de jongeren te betrekken bij herdenken en vieren.

In samenwerking met de lokale atletiek- of hardloopvereniging halen veel organisatoren het Bevrijdingsvuur op in Wageningen. Ook hierbij proberen zij alle generaties te betrekken. In grotere gemeenten wordt het vuur vaak centraal binnengehaald, waarna het wordt doorgegeven aan de omliggende dorpen. Een idee dat ook mooi aansluit bij de landelijke slogan Vrijheid geef je door. Een aantal organisatoren bedenkt rondom het Bevrijdingsvuur feestelijke momenten; ze zwaaien de lopers uit, halen de lopers feestelijk binnen of creëren een speciaal moment voor het ontsteken van het vuur. Soms wordt daarbij ook samengewerkt met de regionale omroep.

Veteranen Veteranen krijgen bij veel herdenkingen ook dit jaar een prominente rol toebedeeld. Zij lopen mee in de stille tocht, leggen een van de kransen bij het monument en spreken tijdens de herdenking. In aanloop naar de herdenking en viering worden veteranen geregeld gevraagd om als gastdocent les te geven op scholen. Nieuwe initiatieven met veteranen zijn er ook: denk aan een meet and greet in de vorm van een veteranenspeeddate.

Andere initiatieven 2015 is een lustrumjaar. 70 jaar bevrijding. Veel organisatoren proberen met extra projecten en initiatieven meer aandacht te genereren voor hun herdenking en viering die overigens niet altijd plaatsvinden op 4 en 5 mei. Veel gemeenten hebben hun eigen moment van herdenken en vieren, vaak verbonden met historische gebeurtenissen of eigen momenten van bevrijding. Het is een druk jaar: lokale media schenken extra aandacht aan herdenken en vieren, er worden nieuwe projecten ontwikkeld om nieuwe Nederlanders te betrekken en in samenwerking met Keep them rolling worden activiteiten georganiseerd. Ook worden dit jaar herdenkings- en bevrijdingsconcerten gehouden, vaak in samenwerking met lokale artiesten en koren. Verder zijn er extra tentoonstellingen over de lokale oorlogsgeschiedenis, parades, toneelvoorstellingen, boekpresentaties, wandelingen langs oorlogsmonumenten en Bevrijdingsmaaltijden op straat en soms ook in verzorgingshuizen.

40 NCMagazine | voorjaar 2015 14-herinneren-2-18.3.indd 40

19-03-15 17:08


inspiratie

In cijfers 98% van de Nederlandse gemeenten geeft aan een herdenking te organiseren. Meer dan de helft geeft aan ook activiteiten te organiseren rondom de bevrijding. Herdenken en vieren wordt georganiseerd door gemeentes, Oranjeverenigingen, stichtingen en comitĂŠs.

| 41 14-herinneren-2-18.3.indd 41

19-03-15 17:09


SAMENWERKEN OVER DE GRENS Het ministerie van VWS gaf het Nationaal Comité 4 en 5 mei in 2011 een aantal nieuwe taken. Een van die taken betreft de internationale kennisuitwisseling op het gebied van herdenken, vieren en herinneren. Het werkveld ‘herinneren’ wordt actief ondersteund. In 2015 faciliteert het comité de samenwerking tussen Nederlandse organisaties en hun partners in Duitsland. Directeur Jan van Kooten schetst de achtergronden. door Daphne Meijer | foto’s Jüdisches Museum Berlijn / Jens Ziehe en Militärhistorisch Museum der Bundeswehr Dresden

42

J

an van Kooten vertelt over het Duitslandproject: “Het bevorderen van internationale samenwerking in het veld maakt deel uit van onze kerntaken. Daarom organiseren wij al een aantal jaren de internationale uitwisseling van deskundigen op het gebied van herinneren. Wij faciliteren; we brengen experts naar Nederland of organiseren studiereizen voor Nederlandse professionals. De herdenkingscentra hebben in 2011 de Stichting Musea en Herinneringscentra 40-45 opgericht, om de samenwerking te vergemakkelijken. Het Museum in Overloon is daar lid van, maar ook de Herinneringscentra in Westerbork en Vught en het Joods Historisch Museum. Deelnemers aan de studiereizen, zoals curatoren en educatief medewerkers, zijn inmiddels naar Groot-Brittannië, België, Noorwegen en Frankrijk geweest.” Wat hebben deelnemende organisaties met elkaar gemeen? Van Kooten: “Dat ze de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog levend willen houden en zitten met de vraag: hoe borgen we dit in de toekomst?”

Berlijn en Dresden In Duitsland is in de loop der jaren veel expertise opgebouwd op dit terrein. Het comité heeft ervoor gekozen om in 2015 de focus te leggen op internationale kennisuitwisseling en grensoverschrijdende samenwerking met dit buurland. Jan van Kooten:

NCMagazine | voorjaar 2015

20-internationaal-3-18.3.indd 42

23-03-15 16:05


Internationaal

Links: Militärhistorischen Museum der Bundeswehr in Dresden Boven: Jüdisches Museum in Berlijn

“Een van de aanleidingen om voor samenwerking met Duitsland te kiezen, was het bezoek van de Duitse president Joachim Gauck aan Nederland. Hij gaf in 2012 de 5 mei-lezing in Breda, bezocht later die middag het 5 mei-concert in Amsterdam en was enorm onder de indruk van hoe wij in Nederland 5 mei vieren. Tijdens de nazit kwam hij tot de conclusie dat het niet bij een eenmalige ontmoeting tussen beide landen zou moeten blijven. Wat kunnen wij samen doen om deze zwarte bladzijde van Europa te blijven herinneren?” Diverse Nederlandse en Duitse organisaties werden uitgenodigd voor een reis in Duitsland. Deze organisaties brachten in november 2014 een bezoek aan de Nederlandse ambassade in Berlijn om hun projecten voor te stellen. In december 2014 brachten directeuren van musea en herinneringscentra een bezoek aan het Haus der Wannsee-Konferenz en het Jüdisches Museum in Berlijn en het Militärhistorischen Museum der Bundeswehr in Dresden. Daarbij spraken zij over mogelijke toekomstplannen. Ook medewerkers van het vfonds en de Liberation Route Europe namen hieraan deel. In 2015 gaat echter veel meer gebeuren. Jan van Kooten: “We hebben verschillende organisaties bij elkaar gebracht om hun grensoverschrijdende initiatieven te kunnen ondersteunen. Een voorbeeld is het Nederlands Debat Instituut. Analoog aan het Duitse programma Jugend debattiert gaan Nederlandse en Duitse jonge-

ren dit jaar met elkaar in debat. Samen gaan ze nadenken over de toekomst van de vrijheid.”

Bundespräsidialamt De ontmoeting van Nederland en Duitsland gebeurt niet in een vacuüm; er bestaat al samenwerking op verschillende niveaus. In het politiek-diplomatieke speelveld is het comité in gesprek met enkele deelnemers aan het Duits-Nederlandse Forum. Dit samenwerkingsverband tussen de Duitse en Nederlandse ministeries van Buitenlandse Zaken komt eens per twee jaar bijeen. Steun is er van het Bundespräsidialamt, het kabinet van president Gauck, dat enthousiast heeft gereageerd op de Nederlands-Duitse samenwerking. Het Duitse Bundesministerium für Familie, Senioren, Frauen und Jugend is bereid subsidie te verlenen voor grensoverschrijdende programma’s waar Duitse organisaties voor jeugd en jongeren aan deelnemen. Het Duitsland Instituut van de Universiteit van Amsterdam en het Zentrum für Niederlande-Studien in Münster steunen het initiatief, evenals de Landeszentrale für politische Bildung in Düsseldorf. Jan van Kooten: “De energie in het veld wordt nu samengebald, maar het is niet onze doelstelling om langdurige intensieve relaties te organiseren. De continuïteit moet uit de organisaties zelf komen. Het zou weleens heel interessant kunnen zijn als meer landen mee gaan doen.”

| 43 20-internationaal-3-18.3.indd 43

23-03-15 16:05


Détail van de Garten des Exils, Joods Museum Berlijn Rechts: Bondspresident Joachim Gauck tijdens zijn 5 mei-lezing in 2012

Geert Snoeijer

Jüdisches Museum Berlin/Jens Ziehe

internationaal

‘Wij leren uit tijden van oorlog en vervolging waartoe de mens in staat is. In het slechte, maar ook in het goede’ Bondspresident Joachim Gauck tijdens de 5 mei-lezing in 2012

Migranten Het Anne Frank Zentrum in Berlijn voert een project uit, waarbij vertegenwoordigers van verschillende generaties met elkaar in gesprek gaan. “Jongeren bevragen ouderen”, aldus Jan van Kooten. “De eerste generatie is aan het verdwijnen. Hoe gaan we hiermee om? Hoe vertellen we het verhaal van de eerste generatie aan de derde of vierde generatie? En hoe richten we ons tot de migranten? Nederland en Duitsland hebben met elkaar gemeen dat in beide landen een deel van de bevolking niet uit eigen ervaring of familieoverlevering weet heeft van de Tweede Wereldoorlog.”

Studieprogramma “Ook in 2015 wordt opnieuw een studieprogramma georganiseerd. Dit keer zal er echt sprake zijn van uitwisseling: Nederlanders gaan naar Duitsland en vice versa. We gaan voorstellen om het accent op migranten te leggen. Hoe zorgen we ervoor dat musea en herinneringscentra betekenisvol zijn voor de migranten in onze samenleving? Er is een plan aan het ontstaan om hierover een tentoonstelling te maken. Want praten is goed, maar samen iets maken is beter.”

44

5 mei-lezing Joachim Gauck De 5 mei-lezing van president Joachim Gauck werd rechtstreeks op televisie uitgezonden en is hier terug te zien: www.npo.nl/nos-5-mei-lezing-duitse-president/05-052012/12act0505Gauck

NCMagazine | voorjaar 2015

20-internationaal-3-18.3.indd 44

19-03-15 17:14


inspiratie

SELFIE VOOR DE VRIJHEID In 2011 startte het Nationaal Comité met het promoten van de fakkeltjes, de draagbare versie van het nationale symbool van 4 en 5 mei. Het comité spoort iedereen aan deze fakkel op zijn of haar kleding te dragen en zo te tonen herdenken en vieren belangrijk te vinden. Vanwege het lustrumjaar 70 jaar bevrijding komt het comité dit jaar met een speciale fakkel-fotoactie, via een photobooth.

W

Tekst Daphne Meijer

ie de fakkel draagt, laat zien dat 4 en 5 mei voor hem of haar een persoonlijke relevantie hebben. Om die persoonlijke betrokkenheid van mensen meer onder de aandacht te brengen, heeft het comité Booth Nation de opdracht gegeven een speciale photobooth te ontwikkelen. Dit is een verplaatsbaar fotohokje dat bij evenementen en op speciale locaties komt te staan, denk aan Soldaat van Oranje - de musical, NHL Hogeschool in Leeuwarden, het Omniversum in Den Haag of aan de Vrijheidscolleges die in april in het hele land gegeven worden door onder anderen oudTweede Kamervoorzitter Gerdi Verbeet en cabaretier Jan Jaap van der Wal. Bezoekers kunnen een foto van zichzelf met een fakkeltje laten maken. Een soort selfie voor de vrijheid.

Waarom draag jij de fakkel? Bijzonder is dat zij hun motivatie aan de foto kunnen toevoegen. Wat betekent vrijheid of onvrijheid voor je? Waarom draag je de fakkel? Wat betekent herdenken voor jou? De foto met quote wordt meteen geprint en meegegeven en is tevens te delen op sociale media Facebook, Twitter en Instagram. Tussen 10 april en 5 mei 2015 reist het comité met die speciale photobooth. “Op deze manier willen we aandacht vragen voor zowel het dragen van de fakkel als de persoonlijke motivatie van mensen als het om herdenken en vieren gaat”, vertelt Coromandel Brombacher, communicatieadviseur bij het comité. “Denk aan een meisje dat zegt dat 4 mei de enige dag in het jaar is dat zij haar oma ziet huilen. Of een oudere heer die vertelt dat de bevrijding als een soort nieuw begin voelde. Maar mensen kunnen ook gewoon aangeven wat vrijheid of democratie voor hen betekenen.”

30-fakkel-1R-18.3.indd 45

De photobooth komt op vele plekken te staan, waarschijnlijk ook op een basisschool. Het Nationaal Comité werkt elk jaar samen met basisscholen. 210.000 kinderen van groep 7 krijgen dit jaar twee fakkelstickers cadeau. Een voor henzelf en een om uit te delen aan bijvoorbeeld iemand uit de familie. Ze ontvangen deze bij het boekje Vrijheid geef je door dat gaat over de Tweede Wereldoorlog en over leven in (on)vrijheid en dat uitgereikt wordt op vijfduizend scholen. Al deze scholen ontvingen eerder al een fakkelvlag. Die zal ook dit jaar weer op menig schoolplein wapperen.

Bedrijfsleven Eveneens ondersteunt het bedrijfsleven de fakkel. Een groeiend aantal bedrijven koopt in aanloop naar 4 en 5 mei een display met driehonderd fakkeltjes die uitgedeeld worden aan medewerkers en klanten. Brombacher vertelt dat de NS jaarlijks fakkeltjes voor haar conducteurs en machinisten bestelt. Op de reisplannerpagina vertelt NS ook over haar betrokkenheid bij herdenken en vieren. Andere bedrijven die meedoen zijn onder meer: Google, de Rotterdamse RET, Trouw, Het Parool, de Telegraaf Mediagroep en de HEMA. Producent Fred Boot van Soldaat van Oranje - de musical draagt de fakkel zelfs het hele jaar op zijn revers. Daarnaast koopt hij jaarlijks fakkelstickers die in de periode voor de meidagen aan bezoekers van de musical worden uitgereikt. En dit jaar is er dus die photobooth die een dag in het theater in Katwijk staat.

Meer weten?

De fakkeltjes zijn tegen kostprijs te bestellen via de webshop op de site van het comité; de metalen fakkeltjes in een set van vijf à 7,50 euro, de stickers in een display van driehonderd stuks voor 30 euro. Voor meer informatie: www.4en5mei.nl

19-03-15 17:17


De 4 mei-lezing wordt in 2015 gehouden door schrijver en hoogleraar Ian Buruma. Een interview met deze internationale opiniemaker, ook wel ‘de stem van de redelijkheid’ genoemd. door Max van Weezel | foto Princeton Theological Seminary

‘O

nze generatie is opgegroeid in de schaduw van de Tweede Wereldoorlog”, zegt babyboomer Ian Buruma: “Toen ik op school zat, deed elke onderwijzer zich voor als verzetsheld. Je wist precies welke slager in de buurt fout in de oorlog was geweest, daar kocht je niet. De Tweede Wereldoorlog was voor ons het belangrijkste morele ijkpunt. Naar mijn mening zijn we daar te ver in doorgeslagen.” Veelzijdiger dan Buruma kun je ze niet krijgen. Zijn Nederlandse vader kwam uit een familie van doopsgezinde predikanten, zijn Britse moeder was Joods. Hij studeerde sinologie in Leiden, filmwetenschappen in Japan en is nu hoogleraar Democratie en mensenrechten in New York. Hij schreef boeken over geisha’s, de oriëntaalse visie op het Westen (“gedegenereerd, gewetenloos en materialistisch”), het Nederland van na de moord op Theo van Gogh en de grenzen van de vrijheid van meningsuiting. Twee jaar geleden verscheen zijn meesterwerk 1945, over de euforische stemming, seksuele ontsporingen en wraakacties tegen de Duitsers en hun collaborateurs in het Europa van meteen na de bevrijding. Zijn opiniestukken vinden gretig aftrek bij de redacties van The New York Review of Books, The Guardian, Le Monde en NRC Handelsblad. Vlak voor de Nationale Herdenking op de Dam houdt Buruma dit jaar de lezing in De Nieuwe Kerk. Zonder twijfel zal het gaan over de vergelijking met de Tweede Wereldoorlog die volgens hem te vaak en te gemakkelijk wordt gemaakt. Hij zegt ook: “Bezetting en bevrijding zijn nu historie geworden, er zijn geen ouders meer die het uit eigen hand kunnen vertellen. Maar er zal plaats blijven voor de herdenking. Als ritueel maar ook omdat het ons een gevoel van saamhorigheid geeft.”

Goed en kwaad Ik spreek hem in theehuis Hoftuin, op een steenworp afstand van het Joods Historisch Museum, de Dokwerker en het Monument van Joodse Erkentelijkheid dat in 1950 in de Weesperstaat verrees als dankbetuiging aan Amsterdammers die onderduikers hadden geholpen. “Mijn generatie heeft te veel de neiging gehad de wereld in goed en kwaad op te delen”, zegt hij. “Dat had iets moois, er was zonder de democratiseringsbeweging van de jaren zestig nooit iets op gang gekomen. Het gaat om een geëngageerde generatie. Maar jezelf onder de goeden scharen, getuigt ook van een soort morele superioriteit. Het leidt tot verkeerde vergelijkingen.” De provo’s maakten de politie voor SS’ers uit, Vietnamdemonstranten en krakers waren niet milder gestemd over de Mobiele Eenheid. Buruma: “Je ziet het nog steeds aan het islamdebat zoals dat nu wordt gevoerd. Moslimradicalen worden islamofascisten genoemd, te pas en te onpas wordt naar het Verdrag van München van 1938 verwezen. Zoals de Britse premier Chamberlain toen voor

46

Hitler capituleerde, zouden de voorstanders van een dialoog met de islamitische wereld dat nu doen. Ik vind dat een a-historische benadering.” Een echte ‘68’er’ is hij zelf nooit geweest (“Ik beperkte me in mijn studententijd tot stickies roken”). Hij had begrip voor het verzet tegen ouders die in de oorlog de andere kant hadden opgekeken, tegen de verzuilde politieke partijen, de kerk en de bekrompen seksuele moraal. Maar van de weeromstuit liepen de babyboomers achter de verkeerde idolen aan: “Van de bewondering in die tijd voor Ho Chi Minh en Mao heb ik nooit iets begrepen.” Moreel superioriteitsgevoel, denken in het absolute goed versus het absolute kwaad, staat hem nog steeds tegen. Zo waarschuwt hij ertegen de moslimterroristen die onze steden onveilig maken als het absolute kwaad te zien: “Ze zeggen dat ze uit naam van het geloof handelen, maar dat is niet waar. Een paar maanden geleden waren het nog drugsdealertjes die achter de meisjes aanzaten.”

Overtrokken angst Hij heeft niet veel op met mensen die het beledigen van de Profeet als het summum van vrijheid van meningsuiting beschouwen: “De essentie van de democratie is geven en nemen, compromissen sluiten, niet alleen je eigen gelijk zien te krijgen.” Daarom is het verkeerd de ‘ontspoorde jongemannen’ die met de jihad dwepen salafistische nazi’s te noemen en de voorstanders van een dialoog met de gematigde moslims te beschimpen als laffe collaborateurs. De kinderen van immigranten hebben altijd moeite gehad zich aan het land van aankomst aan te passen, brengt hij in herinnering: “De Joden in Amerika werden uitgemaakt voor kruimeldieven, de Italianen, Chinezen en Russen namen uit hun geboorteland de maffia mee. Op den duur komt het goed, maar de vraag is wanneer. Veel hangt ervan af of de meerderheid tolerantie kan opbrengen voor de nieuwe migrantengemeenschap. En aanslagen als die in Parijs helpen daarbij uiteraard niet.” Europa zal met het risico op aanslagen moeten leren leven, vreest hij: “Een bom onder het Centraal Station kán. Maar het idee dat Europa op het punt staat te islamiseren, daar geloof ik niets van. De angst daarvoor is hoogst overtrokken. Wat je nu ziet gebeuren, lijkt eerder op een herhaling van de Rote Armee Fraktion in Duitsland en de IRA in Engeland dan op nazi-Duitsland. Het is geen 1933, en ook geen 1938.” Buruma is wel eens ‘de stem van de redelijkheid’ genoemd. Hij zelf daarover: “Er is niets anders dan redelijkheid om in te geloven, daar zul je voortdurend voor moeten vechten. Het is de enige manier om geweld tussen mensen enigszins binnen de perken te houden. Daarom waarschuw ik tegen te veel alarmisme over de moslimradicalen. Er zullen meer aanslagen volgen, maar de Derde Wereldoorlog staat niet voor de deur.”

NCMagazine | voorjaar 2015

24-herdenken-2-18.3.indd 46

19-03-15 17:18


herdenken 4 mei-lezer Ian Buruma:

STEM VAN DE REDELIJKHEID

Ian Buruma in ’t kort Geboren op 28 december 1951 in Den Haag 1971-1975 Studie Chinese literatuur en geschiedenis in Leiden 1975-1977 Studie Japanse film in Tokio 2003-nu Hoogleraar Democratie, mensenrechten en journalistiek aan het Bard College in New York 2008 Winnaar van de Erasmusprijs 2012 Buruma publiceert zijn meesterwerk 1945

24-herdenken-2-18.3.indd 47

23-03-15 16:07


BEVRIJDINGSFESTIVAL ZEELAND

48

NCMagazine | voorjaar 2015

09-vieren-4-18.3.indd 48

19-03-15 17:20


vieren De veertien Bevrijdingsfestivals op 5 mei vormen het grootste eendaagse culturele evenement dat jaarlijks in Nederland wordt gehouden. Ze onderscheiden zich van andere festivals doordat projecten over vrijheid en democratie een belangrijke rol spelen. Hoe wordt een Bevrijdingsfestival opgebouwd? Wie zijn erbij betrokken? NC Magazine brengt elk nummer een artikel over een van deze festivals. Dit keer Bevrijdingsfestival Zeeland. door Toine Rongen | foto Firi den Hoedt

09-vieren-4-18.3.indd 49

19-03-15 17:21


Dennis Wisse

O

p het moment dat we met festivalorganisator Onno Bakker (50) het Bellamypark betreden, breekt de zon door. Vervolgens rijst in het regenachtige decor van het eeuwenoude stadscentrum van Vlissingen een kleurrijk panorama op. Het indrukwekkende beeld onderstreept de woorden van de directeur van Cultuurwerf, de instantie die het Bevrijdingsfestival Zeeland organiseert: “De kracht van dit Bevrijdingsfestival ligt vooral in de ligging, midden in de stad”, vertelt Bakker. “Het hoofdpodium is aan de kop van de haven met daarachter het standbeeld van Michiel de Ruyter en de Westerschelde met die passerende zeeschuimers. Dat geeft ons festival zijn unieke maritieme karakter.” Zeeland is weliswaar een van de kleinste provincies van het land, Bevrijdingsfestival Zeeland trekt wel dertigduizend bezoekers. Alleen al qua historie ligt de keuze van Vlissingen als Zeeuwse festivalstad voor de hand. “Vlissingen”, zegt Bakker, “is een wereldstad van 45 duizend inwoners.” Vlissingen is een vrijplaats. Hier woonde de zeeheld Michiel de Ruyter (1607-1676). In de zeventiende eeuw bedwongen koopvaarders vanuit deze haven de wereldzeeën. En, nog zo’n typisch nationalistisch voetnootje, de verdrijving van de Spaanse bezetter uit Zeeland begon vanuit deze stad. Maar geen oorlog heeft zulke trauma’s bij de bevolking gegenereerd als de Tweede Wereldoorlog. De stad is zowel door de Duitsers, op 7 mei 1940, als vier jaar later door de Britten en Fransen gebombardeerd. De Slag om de Schelde in oktober 1944 geldt als een van de hevigste uit de Tweede Wereldoorlog. Via de Schelde wilden de geallieerden doorstoten naar Antwerpen en de rest van Zuid-Nederland. Vandaar een enorme strijd waar met name Vlissingen het kind van de rekening werd. De stad telde letterlijk één onbeschadigd huis. Van 1940

50

tot 1944 vielen er tijdens 82 luchtaanvallen in totaal 11.200 bommen, zo lezen we in het boekwerk van Jo de Ridder: Vlissingen, het kind van de rekening. “De oorlog leeft enorm bij de bevolking”, aldus Letty Demmers van der Geest (62), sinds 2013 waarnemend burgemeester van Vlissingen. “Dit collectieve trauma slaat van generatie op generatie over.”

Uncle Beach We lopen langs Uncle Beach, een stukje strand in het verlengde van de boulevard. Zeventig jaar geleden, op 1 november 1944, landden hier honderden Schotse, Canadese en Franse militairen. Er is een monument en ook in het Nieuwe Dijk-museum wordt de bevrijding van Vlissingen herdacht, die drie dagen in beslag nam. Op zaterdag 1 november 2014 werd de slag deels nagespeeld. Spitfires vlogen opnieuw over Uncle Beach, legervoertuigen en andere amfibische landingsvoertuigen rolden door de straten. Het was onderdeel van de herdenkingsplechtigheid die vijfduizend bezoekers trok, onder wie twee bevrijders uit Frankrijk en Schotland. De burgemeester: “Een enerverende, emotionele dag waarop veel verhalen loskwamen.” “Het Bevrijdingsfestival hoort bij het DNA van Vlissingen”, benadrukt Bakker. “Toen ik in 2002 vanuit Amsterdam hier kwam, herkende ik direct die open, tolerante sfeer die Amsterdam ook kenmerkt. Dat komt, denk ik, ook door het maritieme karakter.” Vlissingen telt jaarlijks 80 duizend scheepsbewegingen. De aanwezigheid van scheepswerven, staalbedrijven en andere maritieme bedrijven, vaak gesitueerd in de stad, genereert een dynamische en open energie. Hoewel de stad geografisch aan het begin van de Biblebelt is gesitueerd, geldt Vlissingen als de meest seculiere gemeente van Zeeland.

NCMagazine | voorjaar 2015

09-vieren-4-18.3.indd 50

19-03-15 17:21


Anda van Riet

vieren

Familieverleden Iedereen roemt de tolerante sfeer en de saamhorigheid van het Bevrijdingsfestival. De zestig vrijwilligers variëren in leeftijd van 16 tot 76 jaar en weerspiegelen het festivalpubliek. “Jong, oud, Fries of Zeeuw, zwart of geel, iedereen kan met een goed en vooral ook veilig gevoel het Bevrijdingsfestival bezoeken”, aldus Bakker, die onthult dat het aantal podia het komend festival van zes naar tien gaat. Op het kantoor treffen we communicatiemedewerkster Lindy Huibregtse (41): “We staan er op het festivalterrein nadrukkelijk bij stil dat vrijheid niet vanzelfsprekend is”, zegt ze. Alle verhalen over oorlog grijpen Lindy snel naar de keel en die over de Tweede Wereldoorlog komen érg dicht tegen de huid. Ze vertelt: “Mijn opa en oma hadden Joodse onderduikers op hun boerderij in Kruiningen. Nog altijd komen zij en hun familieleden geregeld langs om mijn grootouders te bedanken.”

Joodse onderduikers Ook Bakkers grootouders hadden Joodse onderduikers in hun woning in Amsterdam. Hun familieverleden inspireert beiden om tijdens het festival nadrukkelijk stil te staan bij de brandhaarden van vandaag. Ook inspireert dit verleden hen tot het opzetten van talloze boeiende projecten in het voortraject van het Bevrijdingsfestival. Lopend Vuur is een scholenproject waarbij leerlingen uit het voortgezet onderwijs met elkaar in gesprek gaan over de betekenis van vrijheid. Op deze middag geven schrijvers uit binnen- en buitenland lezingen en ’s avonds vieren de leerlingen de vrijheid rondom een kampvuur, met muziek en dans. “Het idee is dat de leerlingen de vrijheid als lopend vuur doorgeven aan een andere school”, aldus Huibregtse. Daarnaast vinden er vanaf dit jaar vrijheids-

Rechter pagina: Vlaamse cultuurhistoricus en schrijver David van Reybrouck hield in 2014 de Van Randwijklezing in de St. Jacobskerk in Vlissingen.

colleges plaats waar schrijvers, publicisten en politici Bevrijdingsfestivals lezingen geven over het thema vrijheid. Verder: elk De afgelopen 25 jaar zijn de Bevrijdingsfestivals jaar maakt een beeldend kunstenaar/performer spe- uitgegroeid tot het grootste ciaal voor het Bevrijdingsfestival een werk. Zo maakte eendaagse culturele afgelopen jaar kunstenaar Tinkebell Home sweet home. muziekevenement in Nederland, met optredens Dat bestond uit een huisje op het festivalterrein, waar van zo’n 250 bands op tijdelijk twee uitgeprocedeerde asielzoekers woonden circa 40 podia. Elke die bezoekers uitnodigden bij een kopje thee hun ver- provincie heeft een Bevrijdingsfestival, dat halen aan te horen. gratis toegankelijk is. Ook

Debatten over vrijheid Ook vinden er verschillende debat- en discussieprogramma’s plaats. Het meest onderscheidt zich de Van Randwijk-lezing in de Sint Jacobskerk, die met zevenhonderd gasten tot de laatste plaats is gevuld. De lezing is genoemd naar H.M. van Randwijk (1909-1966), de schrijver/journalist die onder meer de verzetsbladen Het Parool en Vrij Nederland oprichtte. Sprekers als Job Cohen, Max van der Stoel, Paul Scheffer en Mabel Wisse Smit pakten de drie kwartier om een inspirerend verhaal neer te zetten. De laatste spreker was de auteur van onder meer het meeslepende boek Congo - Een geschiedenis, van de Vlaming David van Reybrouck. Zijn lezing over democratie zette ook de burgemeester aan het denken. “Vrijheid, daar kwam zijn lezing op neer, houdt ook in dat je verantwoordelijkheid moet nemen voor de woorden die je uitspreekt. Pas op om bepaalde bevolkingsgroepen met beledigingen te triggeren. Vrijheid moet niet doorschieten naar losbandige loslippigheid. Dat bewustzijn dienen we aan de volgende generaties door te geven, vond hij. Daarin kan ik me wel vinden.” Dit jaar valt de Van Randwijk-lezing samen met de 5 mei-lezing die door de Israëlische schrijver David Grossman wordt gehouden. Voor meer informatie zie: 4en5mei.nl.

zijn er Bevrijdingsfestivals in de hoofdstad en de hofstad. In 2014 werden de festivals door ruim 900.000 mensen bezocht. Het ministerie van Defensie, samenwerkingspartner van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, zorgt voor helikopters waardoor de ambassadeurs in het hele land kunnen optreden. De festivals worden georganiseerd in samenwerking met het Nationaal Comité. Het vfonds levert een substantiële bijdrage aan de exploitatie van de 14 Bevrijdingsfestivals. Het vfonds investeert in vrede. Meer informatie: www. bevrijdingsfestivals.nl.

| 51 09-vieren-4-18.3.indd 51

19-03-15 17:22


Sikhs In Nederland telt de Sikh-gemeenschap ongeveer 12.000 mensen. Met zo’n 25 miljoen aanhangers is het Sikhisme de vijfde religie in de wereld. De religie werd gesticht door goeroe Nanak (14691539), die werd geboren in de Punjab. In deze noordelijke deelstaat van India wonen nog steeds de meeste Sikhs. Het woord Sikh is afgeleid van shishya, Sanskriet voor student of discipel. Een Sikh die de geloofsregels volgt, eet vegetarisch, drinkt geen alcohol en bidt elke dag drie keer. Sardar Bhupinder Singh Holland tijdens de Nationale Herdenking op de Dam Amsterdam, 4 mei 2014

52

NCMagazine | voorjaar 2015

26-sikhs-2-18.3.indd 52

19-03-15 17:26


vieren

BEVRIJD DOOR De inzet van Brits-Indische SIKHS militairen voor de vrijheid

S

ikhs maakten deel uit van het koloniale Brits-Indische leger. In 1849 veroverden de Britten de Punjab. Vele Sikhs namen dienst en zo kwamen Sikh-militairen in verschillende delen van het Britse rijk terecht. Tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog vochten meer dan vierhonderdduizend van hen in Britse krijgsmacht. Zij stonden bekend om hun heldhaftigheid en krijgslust en gebruikten hun eigen traditionele wapens, zoals dolken en sabels.

Bevrijding

Wist u dat Ben Bot, oudminister van Buitenlandse Zaken en als jongen van acht geïnterneerd in kamp Tjideng, werd bevrijd door Sikhs? Ieder jaar zijn ze aanwezig bij de Nationale Herdenking op de Dam: mannen, afkomstig uit India met een felgekleurde oranje tulband. “Maar weinig mensen weten dat de Sikhs een belangrijke rol hebben gespeeld bij de bevrijding van Europa en Nederlands-Indië”, vertelt Sardar Bhupinder Singh Holland, sinds 1973 in Nederland en in het dagelijks leven analist bij IBM. door Esther Captain | foto Ilvy Njiokiktjien

In de Tweede Wereldoorlog maakten Sikhs deel uit van de geallieerde strijdkrachten en werden ze onder meer ingezet in de strijd tegen Japan in Nederlands-Indië. Na de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945 kregen de Britten het gezag over Java opgedragen. Er waren toen maar weinig Europese militairen beschikbaar: één bataljon Schotse Highlanders. Wel landden 45.000 Brits-Indische militairen op Java. Volgens historicus Bert Immerzeel van weblog De Java Post had hun inzet mogelijk nadelig kunnen uitvallen: “Het waren immers soldaten uit een land dat zelf óók in een onafhankelijkheidsstrijd was verwikkeld. Hun sympathie zou daarom wel eens naar de Indonesiërs kunnen uitgaan. Een alternatief was echter niet voorhanden.” Van actieve steun van deze mannen aan de Indonesische vrijheidsstrijd is maar zeer beperkt sprake geweest.

Tulband De Nederlandse Trix Meijer-Olivier maakte als negentienjarige de Japanse bezetting en dekolonisatiestrijd te Ambarawa (Midden-Java) mee. Zij werd ingezet bij de hulp aan gewonden in het ziekenhuis en herinnert zich: “Er was een Sikh die een granaat[scherf EC] in zijn buik had gekregen. Hij lag aan een infuus en werd helemaal wild. Zelfs in bed houden Sikhs hun tulband op, want je mag hun haar nooit zien. Hij sloeg zo wild om zich heen dat de naald uit zijn arm dreigde te gaan. Ik stond daar maar bij hem om die arm in bedwang te houden, want die vent was beresterk. Zulke dingen vergeet je absoluut niet. Ik zie nog steeds zijn hoofd voor me. Hij had heel mooie ogen.” In totaal zijn tijdens de Eerste en de Tweede Wereldoorlog 83.000 Sikhs omgekomen en 109.000 Sikhs raakten tijdens gevechten gewond. Bovendien raakten velen van hen vermist. Op de Menenpoort te Ieper in België, waar sinds 1926 dagelijks de Last Post wordt geblazen als eerbetoon aan de 54.896 vermiste soldaten en officieren uit alle landen van het Britse Gemenebest die tijdens de Eerste Wereldoorlog vermist raakten, komt de naam Singh vele malen voor. Het is de achternaam die alle mannelijke Sikhs dragen. Meer lezen: Sardar Bhupinder Singh Holland, Sikhs in World War I. Replika Press: 2013. Sardar Bhupinder Singh Holland, Sikhs in World War II. Thomson Press: 2014.

| 53 26-sikhs-2-18.3.indd 53

19-03-15 17:27


Op zoek naar de vrijheid

HOE VER GAAT HET RECHT OM TE ZEGGEN WAT JE WILT? Sinds de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, opgesteld in 1948, zijn er verschillende internationale verdragen afgesloten om fundamentele grondrechten voor de mens te waarborgen. Zijn er echter grenzen aan grondrechten? door Peter Rodrigues | foto ANP/Remko de Waal

O

p 19 maart 2014 vraagt PVV-leider Geert Wilders zijn publiek tijdens een toespraak op de uitslagenavond van zijn partij in Den Haag of ze meer of minder Marokkanen in de stad willen. De zaal scandeerd daarop minder, minder. Daarop zegt Wilders: “Dat gaan we regelen�. Deze actie riep veel negatieve reacties op en menigeen had associaties met het naziregime voorafgaande aan de Tweede Wereldoorlog. Was hier niet sprake van volksophitsing tegen een minderheidsgroep; mensen afkomstig uit de Marokkaanse gemeenschap in Nederland? De PVV-leider memoreerde vooraf dat hij het eigenlijk niet mocht zeggen, want dan zou er aangifte tegen hem worden gedaan. Daartegenover stelde hij dat de vrijheid van meningsuiting een groot goed is. Twee grondrechten komen hier met elkaar in conflict. Het recht op vrije meningsuiting botst hier frontaal op het verbod op discriminatie. Hoe ver gaat het recht om te mogen zeggen wat je wilt? En mag een politicus daarin vanwege zijn publieke functie niet heel ver gaan? De confrontatie met de strafrechter is voor Wilders niet nieuw. In 2011 moest hij zich voor de rechter verantwoorden voor zijn politieke uitspraken. De rechtbank oordeelde toen dat er geen sprake was van groepsbelediging omdat de uitspraken gingen over de islam als geloof, niet over de mensen die dit geloof aanhangen. Ook was er geen sprake van aanzetten tot haat en discriminatie. Hoe zal de strafrechter er deze keer over oordelen?

To offend, to shock, to disturb Voor de vraag hoe ver de uitingsvrijheid in Nederland reikt, is de rechtspraak van het Europese Hof voor de Rechten van de Mens in Straatsburg bepalend. Dit hof ziet toe op het Europese Verdrag

54

NCMagazine | voorjaar 2015

22-vieren-2-18.3.indd 54

19-03-15 17:28


vieren

Boven: Actievoerders protesteren tegen racisme en de PVV tijdens een grootschalige demonstratie op het Museumplein, Amsterdam, 22 maart 2014

voor de Rechten van de Mens dat in 1950 tot stand kwam naar aanleiding van de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog. Het hof heeft als vaste uitleg over de vrije meningsuiting bepaald dat uitlatingen to offend, to shock or to disturb (kwetsen, choqueren of verontrustend) mogen zijn. Aan de andere kant heeft het hof zich meerdere keren uitgesproken over uitlatingen van politici zoals (vader) Le Pen van het Front National en FĂŠret van het Waalse Front National. Het Straatsburgse hof is van oordeel dat voor politici een ruimere vrijheid van meningsuiting geldt, maar dat aan hen ook meer verantwoordelijkheid wordt toegekend. Het aanzetten tot haat of intolerantie wordt niet gedekt door de vrije meningsuiting. De bescherming van het verdrag kan niet worden ingeroepen door degene die zelf de kernwaarden schendt waarop het verdrag is gebaseerd. Daarvan kan sprake zijn als de uitlatingen uiting geven aan ideologieĂŤn als fascisme, antisemitisme en islamofobie. Overigens beoordeelt het Europese hof niet de strafbaarheid, dat is een nationale aangelegenheid.

Aanzetten tot onverdraagzaamheid? Indien er aangifte wordt gedaan van discriminatie dient het OM tot vervolging over te gaan. De strafrechter heeft te oordelen of er daadwerkelijk sprake is van discriminatie. Dat gebeurt de laatste jaren steeds minder. Het is de vraag of een strafrechtelijke veroordeling de dader tot inkeer brengt. Aan de andere kant is het belangrijk te laten zien dat ook de vrije meningsuiting haar grenzen kent. In de zaak van Wilders heeft een groot aantal burgers en organisaties aangifte gedaan. De publieke verontwaardiging over zijn uitlatingen was groot. In het vorige proces gingen zijn uitlatingen volgens de rechter over de godsdienst en niet over de gelovigen. Deze keer gaat het om personen uit de Marokkaanse

gemeenschap. Maakt Wilders zich schuldig aan het aanzetten tot haat of discriminatie? Volgens de rechter was dat in het vorige proces niet het geval. De Hoge Raad heeft op 16 december 2014 een interessante uitspraak gedaan over het recht op vrije meningsuiting in het kader van het publieke debat. Het betreft een strafzaak tegen de Amsterdamse politicus Felter die homofobe uitlatingen heeft gedaan. Ons hoogste rechtscollege herhaalt de uitgangspunten van het Straatsburgse hof en stelt dat geen uitlatingen mogen worden gedaan die in strijd zijn met de wet of de grondbeginselen van een democratische rechtsstaat. Daarbij gaat het volgens de Hoge Raad niet alleen om het aanzetten tot haat of discriminatie, maar ook om uitlatingen die aanzetten tot onverdraagzaamheid. Met deze uitspraak van de Hoge Raad in de hand lijkt een veroordeling van Wilders waarschijnlijker dan de vorige keer.

Electoraal De PVV-leider heeft zijn partij - door de grenzen van de wet op te zoeken - in een politiek isolement gebracht. Welke partij wil nog met de PVV een coalitie aangaan? Hier lijkt de wal het schip te keren. Zeggen wat het volk denkt, is misschien electoraal heel interessant, maar kan niet zonder zelf verantwoordelijkheid te tonen voor de grondbeginselen van onze rechtsstaat. Niet voor niets hebben we met elkaar minimumfatsoensnormen afgesproken, die mensenrechten worden genoemd. Wie deze regels bewust met voeten treedt, schendt niet alleen mensenrechten, maar veronachtzaamt ook de geschiedenis die heeft geleid tot het ontstaan van deze normen. Peter Rodrigues is hoogleraar Immigratierecht aan de Universiteit Leiden.

| 55 22-vieren-2-18.3.indd 55

19-03-15 17:29


D

e Aanmoedigingsprijs Oorlogsmonumenten is in het leven geroepen om het beheer, behoud en het levend houden van oorlogsmonumenten te stimuleren. Janneke de Wit van Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, die de wedstrijd samen met het Nationaal Comité organiseert: “We willen met deze wedstrijd beheerders in het zonnetje zetten en stimuleren om door te gaan met hun belangrijke werk. Werk dat vaak achter de schermen plaatsvindt. Dankzij die soms onzichtbare inspanningen blijft dit oorlogserfgoed behouden en krijgt het de belangstelling die het verdient. Ook hopen we dat de verhalen en goede voorbeelden nog meer scholen inspireren om een monument te adopteren.”

5 mei-lezing Elk jaar wordt de prijs uitgereikt in de provincie waar de 5 meilezing plaatsvindt. Dit jaar is dat Zeeland. In aanmerking komen oorlogsmonumenten die herinneren aan diverse aspecten van de Tweede Wereldoorlog en/of oorlogssituaties en vredesoperaties daarna. Zeeland alleen telt al 185 oorlogsmonumenten. In Zeeland kan elke beheerder ‘zijn’ of ‘haar’ monument aanmelden. De Zeeuwse organisatie die haar monument kort, krachtig en overtuigend presenteert als het best beheerde en meest levende monument, sleept de prijs in de wacht. De prijs bestaat uit een trofee en een geldbedrag van duizend euro, bestemd voor activiteiten bij het monument. Janneke de Wit: “Er zijn zeventien inzendingen binnengekomen. Leuk is dat van alle Zeeuwse eilanden een monument is aangemeld.” Ze is nieuwsgierig naar de bijzondere verhalen die achter de verschillende oorlogsmonumenten schuilgaan.

Verhalen Oorlogsmonumenten zijn meer dan kunstwerken of plaquettes die herinneren aan de oorlog of aan vredesoperaties. De Database Oorlogsmonumenten op de site van het Nationaal Comité illustreert dat met 3.500 oorlogsmonumenten, vaak met bijbehorende verhalen en filmportretten. Deelnemers zijn uitgenodigd om vooral ook dergelijke achtergrond- en getuigenverhalen aan te leveren. Die verhalen worden door de jury in haar beoordeling meegenomen. Bijzondere verhalen krijgen een plaats op de website zeeuwseankers.nl van Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland. Als onderdeel van de publieke ruimte nemen oorlogsmonumenten een unieke plaats in onze herinneringscultuur in. Ze zijn altijd zichtbaar en het eigendom van iedereen. Beheer en onderhoud liggen in handen van gemeenten, organisatoren van lokale herdenkingen, heemkundigen, parochies of buurtverenigingen. Consistent beleid is er niet altijd. In 2009 publiceerde het Nationaal Comité 4 en 5 mei daarom de Beleidshandreiking beheer en behoud oorlogsmonumenten. Dit handboek, met praktische tips en adviezen om zo’n beleid scherper vorm te geven, is digitaal te lezen op de website en gratis als boekje te bestellen. Zie www.4en5mei.nl. Heeft u vragen over de Aanmoedigingsprijs Oorlogsmonumenten? U kunt terecht bij Janneke de Wit van Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, adviseur musea: 0118 670886 of j.de.wit@scez.nl.

56

NCMagazine | voorjaar 2015

6-herdenken-2-18.3.indd 56

19-03-15 17:30


herdenken Aanmoedigingsprijs Oorlogsmonumenten in Zeeland

WERK ACHTER DE SCHERMEN Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland reikt samen met het Nationaal ComitĂŠ 4 en 5 mei en de Provincie Zeeland op dinsdagavond 21 april de Aanmoedigingsprijs Oorlogsmonumenten 2015 uit.

door Karen de Jager | foto Zeeuwse Bibliotheek / Beeldbank Zeeland / J. Midavaine

6-herdenken-2-18.3.indd 57

19-03-15 17:30


70 JAAR Bevrijding CONCERT VAN DE VRIJHEID Op 2 mei presenteert het Nationaal Comité 4 en 5 mei in samenwerking met de NOS een bijzonder televisieprogramma: 70 jaar Bevrijding: Concert van de Vrijheid. Verhalen over de gevolgen van oorlog en vredesmissies worden door Nederlandse topartiesten voorzien van muziek. A tribute to liberation. door Alex Bakker | foto’s Chris van Houts

58

M

uziek hoort bij het vieren van de vrijheid, dat blijkt elk jaar op de veertien Bevrijdingsfestivals die op 5 mei worden gehouden. In de afgelopen 25 jaar werden meer dan zestig artiesten in helikopters van de luchtmacht van festival naar festival gevlogen, als Ambassadeurs van de Vrijheid. In het televisieprogramma Concert van de Vrijheid treden verschillende artiesten uit dit roemruchte gezelschap op: Nick & Simon, maar ook Ali B, Guus Meeuwis, Van Velzen, Hessel (de allereerste ambassadeur van 25 jaar geleden) en Giovanca (dit jaar solist op het 5 mei-concert). In een hangar in Katwijk waar ook Soldaat van Oranje, de musical wordt gespeeld, wordt een intieme setting gebouwd. Presentator is Eric Corton, die als geen ander popmuziek weet te verbinden met serieuze inhoud. Maar de beroemde Ambassadeurs van de Vrijheid zijn op deze avond niet degenen die centraal staan. Het gaat om mensen wier naam niemand kent, die geen BN’er zijn. Gewone mensen met bijzondere verhalen over vrijheid.

Geen geschiedenisverhaal Het perspectief is dat van 2015, niet van 1945. Projectleider van Concert van de Vrijheid, Claartje Nicolas van het Nationaal Comité 4 en 5 mei: “We laten mensen vertellen vanuit het heden. Ze ver-

NCMagazine | voorjaar 2015

08-vieren-2-18.3.indd 58

19-03-15 17:32


vieren

tellen over die ene persoon die in de oorlog of op een vredesmissie iets heeft gedaan of meegemaakt wat sindsdien altijd van betekenis is gebleven. Hun vader, moeder, opa, oma, de boer die onderduikers hielp. Zo wordt duidelijk hoe de ervaringen van oorlog en bevrijding doorwerken in de generaties nadien.” Zo vertellen drie jongens over hun oma, die verzet pleegde in Nieuw-Guinea. De familie woont al jaren in Rotterdam. De onverschrokkenheid van oma is een grote inspiratiebron in het leven van haar kleinzoons. Een 33-jarige journalist legt uit hoe de keuze voor zijn vak is beïnvloed door zijn Joodse opa en oma. Zijn oma was net van school, klaar voor de toekomst, toen ze opeens van jonge, talentvolle vrouw tot opgejaagd wild werd verklaard. In de onderduik overleefde ze de oorlog, altijd afhankelijk van de goedheid van anderen. Maar er zijn ook verhalen over recente offers voor de vrijheid, over de jonge kinderen van een marinier, kinderen die zonder hun vader opgroeien omdat hij in Afghanistan is gesneuveld.

‘We willen met dit programma de inspiratie van vrijheid overbrengen’ Het televisieprogramma 70 jaar Bevrijding: Concert van de Vrijheid wordt op 2 mei om 21.30 uur door de NOS uitgezonden op NPO 1. Het Concert van de Vrijheid is mede mogelijk gemaakt door de NOS, het Nationaal Fonds 4 en 5 mei, het vfonds, het ministerie van Defensie en Faber.

Eerbetoon Het televisieprogramma is ontwikkeld in samenwerking met de NOS en televisieproducent IDTV. Creative director Peter Blom: “Je kunt het een eerbetoon noemen, gebracht door kinderen, kleinkinderen, dierbaren, ondersteund door de artiesten. Het is daarmee een eerbetoon namens heel Nederland. Niet alleen aan deze mensen in het programma, maar aan iedereen die offers heeft gebracht voor onze vrijheid. Die erfenis is onvervreemdbaar aanwezig in de levens van heel veel mensen in ons land. Daar staan we niet altijd bij stil. Zelf heb ik me pas laat gerealiseerd dat het verhaal van mijn vader, die als Joodse jongen onderdook, een rol speelt in alles wat ik doe. In elke afweging, bewust of onbewust. Hij leeft in mij en ik leef door hem.”

Linker pagina: Claartje Nicolas, projectleider. Onder: Creative director Peter Blom

Ali B Het programma wordt een collage van getuigenissen, muziek, reportages en archiefbeelden. Blom: “De muziek is de rode draad die de emotie van beelden en woorden inkleurt, zoals de soundtrack van een film. Onze artiesten zijn nauw betrokken bij de voorbereiding en kiezen zelf uit bij welk verhaal hun muziek past. Ali B heeft speciaal een nummer geschreven voor het eerbetoon van Lalla Weisz. Zij vertelt over haar vader, die verder moest leven zonder het grootste deel van zijn Sinti-familie. Ze vertelt het ook vóór hem.” Claartje Nicolas van het Nationaal Comité 4 en 5 mei: “De betekenis van zeventig jaar bevrijding voor Nederland is niet in één dag te vatten, niet in één concert, niet in één televisieprogramma. Maar toch proberen we met dit concert erkenning te geven aan wie erkenning toekomt. En daarmee proberen we de inspiratie van vrijheid over te brengen.”

| 59 08-vieren-2-18.3.indd 59

23-03-15 14:19


Bevrijdingsfestivals De afgelopen 25 jaar zijn de Bevrijdingsfestivals uitgegroeid tot het grootste eendaagse culturele muziekevenement in Nederland, met optredens van zo’n 250 bands op circa 40 podia. Elke provincie heeft een Bevrijdingsfestival, dat gratis toegankelijk is. Ook zijn er Bevrijdingsfestivals in de hoofdstad en de hofstad. In 2014 werden de festivals door ruim 900.000 mensen bezocht. Het ministerie van Defensie, samenwerkingspartner van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, zorgt voor helikopters waardoor de Ambassadeurs in het hele land kunnen optreden. De festivals worden georganiseerd in samenwerking met het Nationaal Comité. Het vfonds investeert in vrede en is hoofdsponsor van de veertien Bevrijdingsfestivals. Meer informatie: www.bevrijdingsfestivals.nl. Waar zijn de Ambassadeurs van de Vrijheid op 5 mei te zien? Caro Emerald: Vlissingen, Rotterdam, Almere Dotan: Roermond, Den Bosch, Wageningen, Utrecht Jett Rebel: Groningen, Leeuwarden, Amsterdam, Den Haag, Haarlem Mainstreet: Zwolle en Assen

Wie is Dotan? Dotan Harpenau wordt geboren op 26 oktober 1986 in Jeruzalem. Hij groeit op in Amsterdam en raakt al snel in de ban van de muziek van Neil Young en Jeff Buckley. De singer-songwriters inspireren de jonge Dotan om zelf liedjes te schrijven voor piano en gitaar. In 2011 komt zijn debuutalbum Dream Parade uit en wordt hij door 3FM tot Serious Talent gedoopt. Begin 2014 komt zijn - inmiddels met platina bekroonde - tweede plaat 7 Layers uit. Daarop staat zijn grootste hit tot nu toe; met het nummer Home breekt Dotan wereldwijd door. In 2015 is hij genomineerd voor de Edisons.

60 NCMagazine | voorjaar 2015 10-vieren-2-18.3.indd 60

19-03-15 17:34


vieren

‘VRIJHEID Ambassadeur van de Vrijheid HEEFT Dotan: ALTIJD TWEE KANTEN’ De Ambassadeurs van de Vrijheid 2015 zijn Caro Emerald, Dotan, Jett Rebel en Mainstreet. Zij zullen dankzij de inzet van Defensie op 5 mei optreden op de veertien Bevrijdingsfestivals. Het is precies 25 jaar geleden dat de eerste Ambassadeurs van de Vrijheid optraden. Reden genoeg om dit jubileumjaar met vier Ambassadeurs te werken in plaats van drie én om een goed gesprek te hebben met Dotan. door Frank Kromer | foto Ilvy Njiokiktjien

O

ok al is hij de nieuwe Ambassadeur van de Vrijheid, muzikant Dotan ziet zichzelf niet als een prediker, als iemand met een grotere boodschap. Het is zijn muziek die hij wil laten spreken. “Mijn liedjes gaan over dichter bij jezelf komen, over de eenvoud van muziek en het leven. Ik schrijf daarom ook vaak intieme en ingetogen nummers.” Maar hij zegt ook: “Bevrijdingsdag is voor mij veel meer dan alleen maar springen en feesten. Het gaat ook om reflectie, want vrijheid heeft altijd twee kanten. Hopelijk kan mijn muziek een soort rustmoment op de dag zijn, zodat mensen - al is het maar heel even - stil kunnen staan bij hun eigen luxepositie in Nederland. Echte vrijheid is niet alleen vrijheid voor jezelf, maar ook voor de ander.” Dotan heeft zich het afgelopen jaar verbaasd over het gebrek aan tolerantie en respect in ons land. “We leven hier in vrijheid, maar het lijkt soms wel of we elkaar niet alle vrijheid gunnen. Als ik kijk naar de zwartepietendiscussie, naar protesten tegen het conflict in het Midden-Oosten, dan zie ik heel veel haat. Die emotie zit zo diepgeworteld. Kijk maar eens op social media, wat je daar allemaal leest. Daar lusten de honden geen brood van. Vrijheid is ook elkaars vrijheid respecteren. En daar schort het wel eens aan.”

Schuldig landschap Begrippen zoals oorlog en vrede zijn Dotan met de paplepel ingegeven. “Als je in Amsterdam opgroeit, word je van dichtbij met de Tweede Wereldoorlog geconfronteerd. Fiets door een willekeurige wijk en je staat bijna automatisch oog in oog met het verleden. De huizen, de straten, de parken. Het is als het ware een schuldig landschap. Ik ben een Joodse jongen dus mijn familie heeft alle ellende meegemaakt. Hoe heeft dit ooit kunnen gebeuren? Het is een vraag die bij mij toch altijd blijft hangen”. Toch hebben de oorlogsverhalen van zijn familie hem ook mooie levenslessen meegegeven: “Mijn opa heeft in het verzet gezeten. Zijn belangrijkste taak was het regelen van onderduikplekken voor Joodse mensen. Door zijn werk heeft hij ervoor gezorgd dat mensenlevens werden gered. Het was ontzettend gevaarlijk, maar hij cijferde zichzelf weg voor iemand anders. Ik vind dat zo knap. Misschien is dat wel de beste les die je aan iemand kunt geven: het gaat niet altijd om jou, denk ook eens aan elkaar. Want de vrijheid die wij nu hebben in Nederland, danken we tenslotte niet alleen aan onszelf.” Voor Dotan is het woord ‘vrijheid’ onlosmakelijk verbonden met zijn muziek. “Mijn tweede album 7 Layers dat begin 2014 uitkwam, heb ik helemaal zelf gemaakt. Zelf geschreven, zelf gespeeld en zelf geproduceerd. Ik weet dat er genoeg muzikanten zijn die dergelijke luxe niet hebben. Maar voor mij is het de ultieme vrijheid. Er is niemand die mij vertelt hoe het moet klinken. Als je met jouw eigen muziek, jouw eigen idee, mensen kunt raken, dan voelt dat geweldig. Hopelijk doe ik dat ook op 5 mei.”

| 61 10-vieren-2-18.3.indd 61

19-03-15 17:34


Vrijheid vieren en lessen uit het verleden Het 5 mei-concert is de feestelijke afsluiting van de Nationale Viering van de Bevrijding. Dit jaar staan Herman van Veen, cabaretière Claudia de Breij en zangeres Giovanca op het podium. Ze schrijven nummers speciaal voor deze gelegenheid. Het Nationaal Jeugdorkest (NJO) begeleidt de solisten. Het orkest, de solisten en het Nationaal Comité werken nauw samen om een muzikaal programma samen te stellen waarin vrijheid en de gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog centraal staan. Samen vertegenwoordigen deze artiesten de verschillende generaties die de vrijheid aan elkaar doorgeven. ‘’We vieren een vrijheid die niet vanzelfsprekend is’’, aldus Herman van Veen. De NOS zendt het 5 mei-concert vanaf 21.00 uur rechtstreeks uit op NPO 1. Zangeres Giovanca

DICHTER BIJ 4 MEI Isa Hamerlinck (14), leerlinge van CSW Van de Perre in Middelburg, mag op 4 mei haar gedicht Het blijft maar komen voordragen tijdens de Nationale Herdenking op de Dam. Op 19 maart werd in poppodium De Spot in Middelburg de winnaar van Dichter bij 4 mei bekendgemaakt. De wedstrijd werd dit jaar gehouden in Zeeland, waar de Nationale Viering van de Bevrijding op 5 mei begint. Uit bijna tweehonderd inzendingen werden veertien gedichten gekozen voor de finale. De jury over het gedicht van Isa: “Het gedicht van Isa is origineel. Ze beschrijft dat ze zoveel vragen heeft die ze nooit meer kan stellen. Ook het gebruik van Zeeuwse elementen vonden we mooi.’’ Drie andere winnaars mogen hun werk voordragen tijdens de herdenkingen in de herinneringscentra Amersfoort, Vught en Westerbork.

Veteranen in het Omniversum In het Omniversum in Den Haag is de film D-Day, Normandy 1944 te zien. Op het grote scherm komen alle facetten van de invasie tot leven: historische gebeurtenissen, militaire strategieën en de mensen die daarbij betrokken waren. Heeft u een Veteranenpas? Dan krijgt u gratis toegang tot deze film. Op 3, 4 en 5 mei krijgt elke bezoeker een fakkelsticker cadeau. Zolang de voorraad strekt. De film is in het Nederlands ingesproken en geschikt voor acht jaar en ouder. Tot en met 30 juni 2015 nog te zien. Ga voor meer informatie naar www.omniversum.nl of bel met de reserveringslijn: 0900 666 48 37.

62 NCMagazine | voorjaar 2015 23-stavaza-2-18.3.indd 62

22-03-15 16:26


inspiratie Stand van zaken onder redactie van Robin de Munnik, met medewerking van Lara Hoekstra

Families, Generations and War Op 31 maart 2015 is tijdens het vakcongres voor oorlogsmusea en herinneringscentra in het Museon in Den Haag het eerste exemplaar van het boek Families, Generations and War overhandigd aan Job Cohen, voorzitter van de commissie integrale visie herdenken, herinneren en vieren. Het boek is een bundeling van de lezingen die vorig jaar zijn gegeven op het gelijknamige congres in de Kunsthal en het Natuurhistorisch Museum in Rotterdam. Verschillende bekende internationale wetenschappers, onder wie historicus Jay Winter, schrijven over het thema oorlog gezien vanuit het perspectief van gezin, familie en generaties. De uitgave is mogelijk gemaakt door het Nationaal Comité 4 en 5 mei en staat onder redactie van historica Esther Captain (Nationaal Comité 4 en 5 mei) en psychologe Trudy Mooren (Centrum ’45). Het boek is vanaf 31 maart verkrijgbaar. Voor meer informatie kunt u een mail sturen naar: esther@4en5mei.nl.

DE 5 MEI-KINDERLEZING

SMS BEVRIJDING NAAR 4333

Provincie Zeeland

Voor de tweede keer wordt er een kindervariant van de 5 mei-lezing gehouden. Na het succes van vorig jaar, toen de twaalfjarige Hammoude Al-Cheik in de provincie Drenthe zijn licht liet schijnen op vrijheid en onvrijheid, werd besloten dit initiatief voort te zetten. Dit jaar organiseren de Provincie Zeeland (gastprovincie 5 mei) en het Nationaal Comité 4 en 5 mei samen met Stichting Switch de Zeeuwse editie. Vijf kinderen, jonger dan dertien jaar en afkomstig van vijf verschillende scholen uit Zeeland, waren in de race. Op 20 maart is de winnaar gepresenteerd. Judith Smaal (12) van basisschool Binnen de Veste/Vitruvio uit Zierikzee staat op 5 mei in Vlissingen in de St. Jacobskerk, waar de Nationale Viering van de Bevrijding begint. Voor meer info: www.5meilezing.nl

In 2015 is het 70 jaar geleden dat heel Nederland bevrijd is. Een mooi moment om te herinneren, herdenken en te vieren. Om de vrijheid waarin wij nu leven te behouden, moeten we blijven investeren in vrede. Het vfonds ondersteunt projecten en mensen die zich hiervoor inzetten, zoals de veertien Bevrijdingsfestivals die door heel Nederland worden georganiseerd. Vrijheid is niet vanzelfsprekend en elke euro is nodig om vrijheid te realiseren. Doe mee, sms BEVRIJDING naar 4333 en doneer eenmalig 1 euro! Kijk voor meer informatie op www.vfonds.nl.

63 23-stavaza-2-18.3.indd 63

22-03-15 16:27


“Nooit vergeten. Dat is waarom ik de fakkel draag.” Draag ook de fakkel. Ga naar 4en5mei.nl

31-cover4-1-14.3.indd 64

19-03-15 17:49


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.