3 minute read
Twentse verrassing Door beekdal en boerenland
Fietsen in Twente, dat klinkt aanlokkelijk. Je ziet de heuvels, bossen en beekjes al voor je. En inderdaad, die kom je allemaal tegen op de fietsroute door het BenedenDinkeldal. Onderweg wacht ook een verrassing: Ottershagen, topgebied voor weidevogels.
Boswachter Simone
Damhof is er helemaal klaar voor. Vanaf Erfgoed Bossem trapt ze vrolijk weg op haar elektrische tweewieler, ik mag erachteraan op een oer-Hollandse fiets. Da’s af en toe aanpoten, maar wat geeft het. Het landschap om me heen stuwt me als vanzelf voort. Groene weides, prachtige eikenlanen en de Dinkel die we al snel oversteken. Geregeld gaan we even uit het zadel, zoals bij vogelkijkhut Ottershagenschöpke aan de rand van Ottershagen. Rondom hangen panelen van de vele soorten die je hier kunt spotten. Van veldleeuwerik tot watersnip, er is altijd wat te zien. Het is ook een vaste broedplek en pitstop voor weidevogels die hier in alle rust kunnen uitrusten, voedsel zoeken en broeden.
Drassige gronden
Voor het zesde jaar op rij is in Ottershagen een elektrisch hekwerk om het leefgebied van de weidevogels gezet om vossen op afstand te houden. “Dat is nodig om het broedproces kans van slagen te geven”, vertelt Simone. “We zijn zuinig op de weinige goede leefgebieden voor weidevogels die we hebben. Gelukkig geldt dat voor Ottershagen. We zorgen hier voor een hoge waterstand met veel drassige stukjes, daar houden weidevogels van. De volwassen dieren vinden er bodemdiertjes en voor de kuikens zijn er voldoende insecten.”
Het beheer werkt, want Ottershagen doet niet onder voor de weidevogelgebieden in het westen en noorden van het land. Grutto’s en tureluurs zitten hier qua aantal broedparen in de lift, terwijl er ook veel kuikens opgroeien en uitvliegen.
Klimmen en dalen
Na de openheid van Beneden-Dinkeldal fietsen we de stuwwal van Ootmarsum op, dwars door natuurgebied Springendal van Staatsbosbeheer. Soms zoeven we naar beneden, langs kruidenrijke graslanden waar stroompjes zich een weg banen naar de Springendalsebeek, dan weer is het stevig klimmen door hoogopgaand bos. Boven komen we even op adem, met zicht tot ver in Duitsland. Verderop fietsen we Hazelbekke in, het beekdal van de Hazelbeek. Het kraakheldere beekje dankt zijn naam aan Twents dialect (bekke betekent beek) en de hazelaars langs het water. Op de oeverlanden barst het van de bloemen. Boterbloemen, echte koekoeksbloemen en dotterbloemen vallen het meest op, maar er groeien ook veel orchideeën en planten die van vochtige bosgrond houden, zoals paarbladig goudveil.
Meanderende beek
“Een pareltje”, zegt Simone Hazelbekke. “Vooral dankzij de variatie en kleurenpracht. De beek meandert weer door een kleinschalig cultuurlandschap zoals we dat kenden van zestig jaar geleden. Daar ging wel het nodige werk aan vooraf. Voedselrijk grasland is afgeplagd, zodat oorspronkelijke grassen, kruiden en bloemen weer een kans krijgen. De plaggen zijn gebruikt voor herstel van houtwallen die hier van oudsher voorkomen. Die bieden dieren als de das, geelgors en kerkuil voedsel en schuilgelegenheid. Op de graanakkers geven akkerkruiden het landschap kleur. Er wordt matig bemest en in het midden en langs de randen is extra ruimte voor korenbloemen, klaprozen en andere akkerplanten. Dat trekt veel insecten en akkervogels aan, en het is prachtig om te zien. Ik zou zeggen, stap van de fiets af en loop dit gebied even in. Er ligt ook een prachtige bronvijver die gevoed wordt met kwelwater, de bron van de Hazelbeek. Die was dichtgeslibd, maar is in 2020 gebaggerd. Er borrelt weer schoon kwelwater op, leefruimte voor de kleine watersalamander en andere bijzondere waterdiertjes.”
Topgevels
Als vanzelf volgt er na het beekdal weer wat klimwerk, door boerenland met afwisselend moderne megastallen en typisch Twentse boerderijen met houten topgevels en rode pannendaken. Een ruimtelijk landschap met op menige hoek een grote eik, aangenaam voor de fietser die schaduw zoekt. Het laatste stukje fietsen we langs de Dinkel en passeren we de plek waar de rivier samenkomt met het Omleidingskanaal. Vlak voor het einde lopen we even het uitzichtpunt op bij de brug. We zien plasjes en drassige graslanden, alweer een prachtplek voor weidevogels in het Beneden-Dinkeldal.
Hazelbekke en Beneden-Dinkeldal
24 km
Startpunt: parkeerplaats van Erfgoed Bossem, Dorpsstraat 7, Lattrop (eigen weg). De fietsroute is niet bewegwijzerd. Download de route via nm.nl/ dinkeldalroute
Legenda
Bos
Bebouwing
Heide
Water
Verharde weg
Fietspad / Wandelpad
Wandelroute
Horeca
Routepunten onderweg
1
Startpunt van de fietstocht. Op de biologische belevingsboerderij kun je eten en overnachten. De brandrode runderen die Erfgoed Bossem als thuisbasis hebben, begrazen ook percelen van Natuurmonumenten.
2
Cosmos Sterrenwacht staat op een van de donkerste plekken van Twente. Binnen vind je een planetarium, een astrotheater met filmscherm en observatorium met speciale telescopen voor waarnemingen in het donker en overdag.
3
Hier heb je zicht op Ottershagen, een drassig weidevogelgebied en pitstop voor trekvogels.
De waterstand wordt voor de vogels op peil gehouden met hulp van een elektrisch pompje.
4
Landgoed van Staatsbosbeheer waar je slingerend doorheen fietst, met onderweg beukenlanen, hooilanden, houtwallen, beekjes en bronnen.
5
Ook een plezier om doorheen te fietsen: een goed bewaard voorbeeld van een kleinschalig Twents cultuurlandschap. Het natuurgebied kent bloemrijke hooilandjes en stukken bos van meer dan 150 jaar oud.
6
Je passeert hier de Hazelbeek waarlangs zeldzame planten groeien, vooral in de vochtige bossen langs de beek met soorten als paarbladig goudveil, gulden boterbloem en kleine valeriaan.
7
Hier steek je de Hazelbeek opnieuw over en passeer je de stuwvijver van watermolen De Mast aan de overkant. De molen is vanaf de 15e eeuw gebruikt als olieen graanmolen en onlangs gerestaureerd. Te bezichtigen op afspraak.
8
Hier fiets je over de Witte Berg (65 m), onderdeel van de stuwwal van Ootmarsum die ontstond in de voorlaatste ijstijd (het Saalien). In oostelijke richting kijk je tot ver in Duitsland.