6 minute read

Graafland

Hoogzomer. De zon brandt. De akker zindert. De bodem vertoont diepe barsten. De rozetten van het sint-janskruid liggen uitgemergeld op het droge. Goudsbloem en valeriaan verdorren. Alle planten staan te verkommeren. Behalve de ezelsdistel. Die houdt juist van hitte en droogte. Zie hem eens fier rechtop staan, precies zoals op de vlaktes van La Mancha in Spanje. Je zou hier, in dit dorrende landschap, nu elk moment ook de dolende ridder Don Quichot kunnen tegenkomen, zittend op zijn paard Rocinante. Maar dit is niet La Mancha, dit is een kruidentuin in Zuid-Holland! De ezelsdistel komt van oorsprong uit Zuid-Europa. Hij komt al lang in Nederland voor, maar de laatste jaren neemt hij enorm in aantal toe, vast en zeker vanwege het veranderende klimaat. Vroeger moest ik moeite doen om de ezelsdistel in de Weleda-tuin te behouden. Elk jaar opnieuw, zaaiden we hem voor, onder glas. Maar tegenwoordig heb ik geen omkijken meer naar deze mediterrane plant. Hij handhaaft zich vanzelf, zaait zich spontaan uit. Dat is fijn, want we hebben hem nodig. We gebruiken de bloemen voor de bereiding van medicijnen. Gewapend met snoeischaar stort ik mij op de imposante, manshoge distel. Die weert zich met duizend naaldscherpe stekels.

Het gevecht met de ezelsdistel Win!

Ze zitten overal. Op de stengel, de bladeren, zelfs op de bloembodems. Die bodems doen denken aan zee-egels. Ze zijn net zo hard en scherp.

Gedurende het gevecht treft de distel mij meermaals. Op de rug van mijn hand die de snoeischaar vast heeft, wellen bloeddruppels op. Maar de distel is traag. En ik ben snel. Steeds opnieuw val ik aan. Knip, knip. Behendig ontdoe ik de gevaarlijke plant één voor één van zijn bloemen en dwing ik de venijnige stekelbollen in de oogstemmer. Als ik een halve emmer vol heb, hoor ik wat. Onder in de emmer klinkt hevig gezoem. Het is een aardhommel die met een bloem mee in de emmer terechtkwam. Hij weet zich ternauwernood langs de messcherpe stekels omhoog te werken, vliegt de emmer uit en gaat ervandoor. Zwaar zoemend. Het klinkt als gemopper.

Jan Graafland,

Verstevigende Gezichtsverzorging

Deze lijn met granaatappel en macapeptiden is speciaal ontwikkeld voor de 40+ huid en gaat tekenen van huidveroudering op een natuurlijke manier tegen. Je kunt dit complete gezichtsverzorgingspakket met dagen nachtcrème, oogcontourcrème, serum en gezichtsolie ter waarde van € 139,95 winnen. Stuur je naam en adres voor 1 juli naar weleda@ natuurmonumenten.nl

Groene Toekomst

In de serie Groene Toekomst spreken we jonge mensen over natuur en klimaat. Wat vinden zij belangrijk? Hoe moeten we het land anders inrichten?

Nicky Castricum legt vlindertuinen aan in zijn woonplaats Amsterdam, geeft cursussen over hoe je vlinders in je tuin krijgt en kweekt inheemse planten. Ook geeft hij lessen natuureducatie op basisscholen. Zo draagt hij bij aan natuurherstel en meer biodiversiteit.

Hoe komt een industrieel ontwerper in een vlindertuin terecht? “Ik hoopte in mijn studie Industrieel Ontwerpen in Delft mijn creativiteit kwijt te kunnen. Later realiseerde ik me dat er zoveel commerciële producten op de wereld zijn. Wilde ik daaraan bijdragen? Ik kreeg belangstelling voor openbare ‘producten’, zoals musea en exposities. Het leek me leuk een eigen exporuimte te hebben. Dat werd vlindertuin Mot in Mokum, waar je leert hoe je je tuin ideaal kunt inrichten voor vlinders.”

Wanneer begon de liefde voor vlinders? “Zes jaar geleden las ik dat in dertig jaar tijd 75 procent van de insecten was verdwenen. Dat vond ik zo schokkend dat ik besloot me in te zetten voor natuurherstel. Zo ontstond mijn idee voor de vlindertuin waarin ik inheemse planten en struiken kweek die goed zijn voor vlinders. Ook geef ik cursussen over vlinders. Een tuin waarin vlinders gedijen, is een tuin waar ze zich kunnen voortplanten en waar je dus ook rupsen hebt.”

Je bent vooral actief in je eigen buurt. Hoe pak je dat aan? “Vrijwilligers vinden is geen enkel probleem. Ik doe een oproep op social media en mensen melden zichzelf aan. Er zijn zoveel mensen die écht iets willen doen. Ik heb een tweede vlindertuin op het Buikslotermeerplein en nog twee illegale tuinen op groenvoorzieningen van de gemeente. Daar laten we zien hoe de openbare ruimte er kan zijn voor mens én dier.”

Wat vind jij belangrijk voor je leefomgeving? “Het is belangrijk dat mensen beter beseffen wat de waarde van natuur is, dat gevoel is weggezakt, terwijl de verbondenheid met de natuur zou moeten terugkomen. Laten we – als land – een visie ontwikkelen op hoeveel natuur nodig is en op het gebruik van natuurlijke hulpbronnen. We denken veel te grootschalig, sluiten onze ogen voor de nadelige effecten daarvan. We gebruiken grote landbouwgebieden voor monocultuur, zogenaamd omdat dat efficiënt is. Maar is dat wel zo? De opbrengst van onze landbouw is grotendeels voor de export. De nadelen ervan ondervinden we in Nederland. We rekenen alle schade van dit systeem niet mee. Dat moet toch anders kunnen, kleinschaliger en efficiënter?”

Wat moet op de schop? “De ideeën van The Commons inspireren mij. Zij gaan uit van het gezamenlijk gebruik van natuurlijke hulpbronnen, zoals landbouwgronden, weilanden en bossen. Ik geloof in een kleine lokale economie met groene ondernemers die een sluitende kringloop willen neerzetten. Laten we ons systeem baseren op de vraag: wat is hier mogelijk? Met oog voor de juiste balans voor natuur en biodiversiteit. Ik geloof dat dat haalbaar is in kleinschalige, zelfvoorzienende gemeenschappen, waarbij mensen een paar uur per week vrijmaken om voedsel te verbouwen. Zo’n systeem gaat transport en verspilling tegen en het is ook goed voor de verbondenheid met de natuur.”

Je sloot je aan bij Extinction Rebellion. Wat wil je bereiken? “De overheid is aan zet om grote maatregelen te nemen. Het huidige kapitalistische systeem kent allerlei weeffouten en moet op de schop. Maar die urgentie wordt niet genoeg gevoeld, het gaat te langzaam. Mensen die verandering willen, en dat zijn er veel, worden niet voldoende gehoord. Extinction Rebellion is een manier om gezamenlijk een krachtig signaal aan de politiek te geven.”

Hoe zie je jouw toekomst? “Ik ben geen stadsmens en wil over een paar jaar graag de stad uit. Mede daarom geef ik in de herfst en winter, als er minder werk is in de vlindertuinen, lessen natuureducatie op basisscholen en de buitenschoolse opvang. Zo kan ik sparen om straks samen met gelijkgestemden in bijvoorbeeld Oost-Nederland een lap grond of een boerderij te kopen en daar een zelfvoorzienende woongemeenschap op te richten. Deze plannen geven me hoop. Ook hoopgevend is het enthousiasme van de gemeente die onze vlindertuin – nu op tijdelijke grond –een vaste plek wil geven.”

Nicky Castricum (35) studeerde Industrieel Ontwerpen aan de TU in Delft, maar kreeg gaandeweg meer belangstelling voor natuur dan voor techniek. Samen met vele vrijwilligers zet hij zich in Amsterdam in voor vlinders en andere soorten en investeert zo in biodiversiteit en natuurherstel. Intussen droomt hij van een toekomst buiten de stad, samen met gelijkgestemden.

Gulle Gever

Ad en Karin Obdam beheren een fonds met de nalatenschap van hun overleden buren. Het Baumeister Fonds is bestemd voor onderhoud van het Zwanenwater. Precies vijftig jaar geleden kocht Natuurmonumenten dit duingebied bij Callantsoog (NH) na een publieksactie.

Ad: “Wij waren niet verbaasd dat onze overbuurman Ton Baumeister ons vroeg of wij de nalatenschap van hem en zijn vrouw wilden beheren. Zijn vrouw Nel was in 2018 overleden en zij hadden geen kinderen of contact met andere familieleden. Bovendien hadden zij, net als wij, echt iets met de natuur. Karin en onze oudste dochter Daniëlle hielpen de laatste jaren in de huishouding, ze dronken er koffie en deden boodschappen. Nel overleed na enkele jaren in een verzorgingstehuis. Ton zelf was fysiek slecht, hij was klaar met het leven. Daniëlle heeft zijn huis mogen kopen, ze gunden jonge mensen een plaats op de woningmarkt. Met het geld dat vrijkwam, is een fonds voor Natuurmonumenten opgericht, met bestemming het Zwanenwater. Daar gingen Ton en Nel op Eerste Kerstdag altijd heen om te wandelen. De laatste jaren ging ik vaak op zondagmiddagen met Ton autorijden. Twee weken voordat hij uit het leven stapte, reden we naar het Zwanenwater. Voor hem stond vast dat zijn geld daar naartoe zou gaan. Trots vertelde hij de medewerkers van Natuurmonumenten dat hij de heer Baumeister was, en dat binnenkort het Baumeister Fonds zou worden opgericht. Karin en ik krijgen elk jaar een overzicht van de bestedingen. Recent is er een telescoop uit het fonds betaald, het schelpenpad is onderhouden, en er gaat een bijdrage naar de nieuwe entree. Tijdens excursies krijgen we te zien wat er is gebeurd. Onderhoud is belangrijk, anders raakt het in verval.”

Eerste aankoop in De Wieden

De geschiedenis van Natuurmonumenten samengevat in vijftig historische momenten, personen en gebeurtenissen. Aflevering 6: het begin van iets groots.

De aankoop van de Bakkerskooi legde in 1934 het fundament voor een van de grootste natuurgebieden van Natuurmonumenten: De Wieden. De vereniging was in de oude eendenkooi geïnteresseerd vanwege de aalscholverkolonie van bijna duizend broedparen. Bovendien was rondom de kooi een rijke en karakteristieke moerasflora te vinden. Over de

Familiefoto nu compleet

In de vorige editie van Puur

Natuur vertelden Alex

Oude Elferink en Annet

Eggen in Gulle Gever over hun liefde voor de natuur. Door een misverstand ontbrak dochter Katia op de begeleidende foto. Graag zetten we dat recht; zie de familie hier compleet: (van links naar rechts) Jacco, Annet, Alex en Katia.

This article is from: