18 minute read

Zoeken op internet

Next Article
Cultureel

Cultureel

—DooRERIC HENNEKAM personen- en archiefzoekspecialist

VeeL VAN oNze LezeR szoekeN steeDs MeeR IN Fo RM AtIe oVeR FAMILIeLeDeN oF HI stoRIsCHe g eBeURteNIss eN. IN DIt ARtIkeL geeF t ERICHENNEKAMp RoFes sIoNeLe tI ps oM Nog VeeL MeeR B RoNNeN te VINDeN op H et WoRL DWIDe W eB .

In november 2016 hield ik in Amsterdam voor deelnemers aan de bijeenkomst van het NIOD Netwerk Oorlogsbronnen een lezing met de titel ‘Uit goede bron vernomen’. In deze presentatie werd aan de hand van voorbeelden informatie gegeven hoe je het beste kunt zoeken op internet. Hoe vind je gegevens in bronnen bijvoorbeeld uit de tweede Wereldoorlog? en hoe vind je je eigen familiegeschiedenis? Naar aanleiding van deze lezing krijg ik nog steeds veel vragen over het zoeken naar gegevens. In dit artikel geef ik verkort aan hoe u kunt zoeken naar bronnen op het Internet.

INVISIBLE WEB Het ‘invisible web’ of ‘deep web’ is dat deel van de gegevens op het internet waar je met zoekmachines zoals Google geen toegang tot kunt krijgen, omdat ze door deze zoekmachines niet geïndexeerd (kunnen) worden. Als u naar de bekende Yad Vashem-database met holocaustslachtoffers gaat (www.yadvashem.org) en u gebruikt daar ‘Anne Frank’ als zoekterm, dan krijgt u meer dan honderd resultaten. Aan een deel van deze resultaten zijn documenten gekoppeld met gegevens die deels niet kunnen worden geïndexeerd door een zoekmachine. Zij zullen dus nooit in de Google-resultaten verschijnen.

Op de Mormonen-site (familysearch.org) staan vele miljoenen documenten met miljarden gegevens die niet geïndexeerd zijn. Zo zult u daar grotendeels handmatig moeten zoeken naar bijvoorbeeld documenten van nazi’s die naar Zuid-Amerika zijn gevlucht. De website met de meeste gedigitaliseerde ‘Tweede Wereldoorlog-documenten’ is de commerciële site Fold3 (www.fold3.com). Voor een goede search op deze sites moet u een account hebben. Google geeft u die toegang tot Fold3 namelijk niet.

Hoe groot het ‘invisible’ of ‘deep web’ is weet niemand precies. De schattingen variëren van 75% tot 90% van alle gegevens. Dat wil dus zeggen dat u met Google maar 10% tot 25% van de beschikbare gegevens kunt vinden. Daarom moet u bij zoeken op Internet rekening houden met deze ‘verstopte’ gege

vens. Gebruik daarom bij het zoeken termen die op de homepage van websites staan, bijvoorbeeld: search, zoeken, forum, archives, database, documents, image library, index, photos wwii et cetera (deze termen kunnen wel geïndexeerd worden door zoekmachines). Bedenk daarbij zelf welke terminologie men kan hebben gebruikt en of er een database op de website staat, bijvoorbeeld: World War II Us Air forces pictures, Japan Target Analyses, Looted datebase.

Drie voorbeelden: • U zoekt naar informatie over Holocaust-slachtoffer Abraham Cohen. Uiteraard kunt u met Google zoeken met zijn naam, maar als u weet dat een groot deel van de informatie op het Internet invisible web is, is het beter te zoeken op woorden als database holocaust victims. • U heeft een familielid die is omgekomen bij de Slag op de Javazee op 27 februari 1942. Zoek niet door zijn naam in te toetsen, maar met woorden als gedenkrol koninklijke marine. • U zoekt informatie over een ss-er. Zoek met woorden als Waffen SS forum of Waffen SS database.

VISIBLE WEB Een relatief klein deel van de databases op het internet is wel toegankelijk gemaakt voor zoekmachines, de zogenaamde visible sites. Een voorbeeld is de prachtige en handige website Oorlogsbronnen (www.oorlogsbronnen.nl). Midden op deze website staat de zoekfunctie: Thema’s WO2 of zoek door alle oorlogsbronnen. Als u hier zoekt met het woord Arbeitseinsatz dan komt er veel tevoorschijn; in de tijd dat ik dit artikel schreef verschenen 581 resultaten. Maar omdat het om een visible database gaat, is het ook mogelijk om Google te gebruiken in plaats van de wat minder goede zoekmachine op de Oorlogsbronnen-site zelf. Zo heb je de site: operator, waarmee je kunt zoeken in één specifieke site. Je zoekt dan niet over het hele Internet. De * operator is een wildcard voor één woord. Dus als je bijvoorbeeld zoekt naar arbeitseinsatz-archieven in de site oorlogsbronnen kun je in Google als volgt zoeken: arbeidseinsatz site:*. oorlogsbronnen.nl. U krijgt nu 861 resultaten. Op de moz-site https://moz.com/learn/ seo/search-operators staan alle Google operators* die beschikbaar zijn, met daarbij goede voorbeelden.

LITERATUURONDERZOEK Goed onderzoek begint altijd met literatuuronderzoek. Dat kan voor een groot deel online. Onder literatuur verstaan we secundaire bronnen als boeken, artikelen, tijdschriften, kranten et cetera. De grootste onlinebibliotheek-catalogus is Worldcat (www.worldcat.org). Hierin vind je meer dan twee miljard items van meer dan 10.000 bibliotheken uit de hele wereld. Toen ik zocht met het woord Auschwitz kreeg ik meer dan 34.000 resultaten, waarvan een deel online staat.

Als u een titel heeft gevonden in Worldcat en deze staat daarbij niet online via deze site, typ dan de hele titel tussen aanhalingstekens (“) in Google, want mogelijk staat hij elders wel online, bijvoorbeeld in Google Books [books.google.nl] of Archive.org [https://archive.org], De laatste site is dé nonprofit-bibliotheek met gratis miljoenen boeken, artikelen, film, foto’s en nog veel meer. Noteer bij de documenten die u leest, indien mogelijk, altijd de bronnen die gebruikt zijn. Veel meer Invisible- en Visible-webliteratuur kunt u vinden via mijn digitaal geheugen: Archiefzoeker.

ARCHIEFZOEKER Al meer dan 25 jaar noteer ik alle bronnen die ik tegenkom. De (nieuwe) online-bronnen komen voor een deel in de database: www.archiefzoeker.nl. Een deel verschijnt met een korte beschrijving ook in mijn Facebookgroep Archiefzoeker www.facebook.com/groups/Archiefzoeker/, Hier wisselen meer dan 1.800 mensen dagelijks informatie over bronnen uit over allerlei onderwerpen.

Enkele voorbeelden hoe te zoeken in archiefzoeker.nl : • U zoekt bronnen over de Tweede Wereldoorlog. Type in: Tweede Wereldoorlog. Er verschijnen meer dan 360 websites met database. • U zoekt bronnen over concentratiekampen. Type in: Concentratiekampen. • U zoekt online kranten archieven uit

Duitsland. Type in: Duitsland kranten. • U zoekt een Amerikaanse militair uit de

Tweede Wereldoorlog. Type in: militairen Tweede Wereldoorlog Amerika.

Het aardige van het gebruik van internet is dat men (thuis) zittend achter de pc een interessante wereld binnen kan halen. Met een beetje doorzetten en durf. Succes!

HEDDA VAN GENNEPOVERLEDEN

televisie- en filMMAAkster HEDDA VAN GENNEP is 17 noveMber op 88-jArige leeftijd overleden

De maakster produceerde taboedoorbrekende televisie en film in Nederland. Tot haar tachtigste maakte ze nog documentaires in de strijdbare stijl die tot op het laatste moment haar handelsmerk was. In de jaren vijftig ging ze bij de AVRO -radio werken voor de wekelijkse vrouwenrubriek ‘Avrodite’. In 1968 trad Van Gennep als programmamaakster in vaste dienst bij de VARA. Voor die omroep werkte ze tot 1987. Later maakte ze ook programma’s voor IKON en NCRV. Van Gennep stond aan de basis van het VAR A -programma ‘Open en bloot‘ dat in 1974 en 1975 werd uitgezonden. In deze show werd voor het eerst openlijk over seks gesproken. Presentator Joop van Tijn zei als allereerste het woord ‘neuken’ op televisie, iets was tot dan toe een taboe was geweest. Van Gennep maakte tevens programma’s over abortus, lesbiennes, pornografie, uitgeprocedeerde asielzoekers en de strijd tegen kruisraketten. Tot op hoge leeftijd leverde ze ieder jaar een documentaire af bij de publieke omroep. In 2002 speelde ze mee in het toneelstuk ‘De Vagina Monologen’. Van Gennep was de dochter van de surrealistische schilder Kor Postma. Haar Joodse grootouders werden in 1942 vermoord in Auschwitz. In 1993 maakte ze de documentaire ‘Het oog van de naald’. Deze ging over SS’er Alfons Zündler, die als bewaker van de Hollandsche Schouwburg Joden hielp te ontsnappen aan deportatie. Zelf wist Van Gennep niet dat ze Joods was. “Dat had mijn moeder me nooit verteld. Waarom zou ze ook, het was geen onderwerp. We waren niet religieus. Alle kinderen van mijn grootouders waren met christenmannen getrouwd. Mijn biologische vader, Cor Postma, de schilder, was niet-Joods, en mijn stiefvader, hij was patholoog-anatoom op het Binnengasthuis, ook niet,” vertelde Van Gennep ooit aan De Volkskrant. “Toen ik eens logeerde bij mijn grootouders in Antwerpen ging ik mijn grootvader afhalen bij de diamantslijperij. Uit de fabriek kwamen allemaal mensen met bonthoeden en pijpenkrullen. Ik keek mijn ogen uit. ‘Bompie, wat zijn dat voor mensen?’ ‘Kind,’ zei hij, ‘dat zijn Joden’. Haar grootouders kwamen bij haar ouders in Amsterdam wonen. “Ze moesten een ster dragen, mijn moeder ook. Ze mochten de winkels niet meer in. Dan moest ik de groentewinkel in, en stond mijn moeder buiten instructies te geven. En ik dacht maar: waarom doet ze in godsnaam haar eigen boodschappen niet. We gingen een keer samen schoenen kopen. We liepen over straat en zij droeg de doos schuin onder haar arm, zodat je de ster niet goed zien. Ze werd aangehouden en in het gezicht geslagen.” Bij hen thuis kwam de Nederlandse politie een paar keer langs. Van Gennep tegen de Volkskrant: “Mijn stiefvader had tegen mijn grootvader gezegd: ‘Lex, je moet weg.’ En mijn grootvader zei toen, ik weet het nog letterlijk, ik stond erbij: ‘Wat ben jij voor een schoonzoon om mij in deze omstandigheden het huis uit te zetten, ik leg ze wel uit dat ik nog nooit iets verkeerd heb gedaan, dat ik een keurige diamantklover ben.’ Mijn vader zei: ‘Lex, je krijgt de kans niet om iets uit te leggen.'” Na tien dagen kwam de SS om de Joodse bejaarden weg te voeren voor deportatie naar het Oosten. Haar Joodse moeder werd ontzien en overleefde de oorlog. "Ik kreeg van mijn stiefvader een kaartje waarop stond dat ik twee Joodse grootouders had. Die moest ik altijd bij mij dragen, zei hij, ik heb 'm onder het Rijksmuseum verscheurd en in het water van de Stadhouderskade gegooid." Nog maar elf jaar, maar strijdlustig. Het is tekenend voor het karakter van Hedda van Gennep. Decennia later maakte Van Gennep een documentaire voor de IKON over de rol van Amsterdamse ambtenaren rond de deportatie van de Joden tijdens de Tweede Wereldoorlog. In de film ‘Elke stip is tien Joden’. Van Gennep: “Ik heb zo gehuild toen ik de brieven las die ze aan de Duitsers schreven: dat ze nog niet op orde waren, maar dat ze hun best zouden doen om hun alle gegevens te verstrekken. Die hele deportatie had nooit gekund zonder die overmatige ijver van de ambtenaren. En vanuit Londen is ook nooit gezegd: verberg een Jood in uw kippenhok. Het emotioneert mij buitengewoon. Ik erger mij ongelooflijk aan de hypocrisie. Geef het toch toe. Elke stip staat voor tien Joden: het staat letterlijk op de plattegronden van die gemeenteambtenaren, ik wilde het niet geloven. En dan al die tramconducteurs die de trams hebben laten rijden, en kaartjes verkochten, want ze moesten ook nog de rit betalen van de Beethovenstraat naar het CS. Dus hoezo vastberaden, heldhaftig en nog iets… Bullshit!!” Van Gennep was getrouwd met boekhandelaar en uitgever Rob van Gennep, die in 1994 overleed. Ze kreeg in 1989 de Clara Meijer Wichmann-penning. Hedda van Gennep stond in 2005 op plek zes van de Journalist Top-40. Die werd samengesteld door de toenmalige redactie van vakblad ‘De Journalist’. Van haar eerste man kreeg ze zoon Jaap Goudsmit, hoogleraar virologie. “Ik was 21 toen hij werd geboren. Ik ben met de vader van Jaap, een Joodse jongen, getrouwd. Ik had het gevoel dat ik met een Jood moest trouwen. Zijn ouders waren vermoord. Maar het ging niet, we waren veel te jong.”

HET SPOOR NAAR AUSCHWITZ

EE N DOCUMENTAIRE DIE op indringende wijze een akelig logische vraag probeert te beantwoorden: waarom kwam er geen hulp? Waarom werd er geen enkele poging ondernomen om de massamoord verder te verhinderen? Waarom deed de wereld alsof ze niet wisten wat zich in de hel van Auschwitz afspeelde, terwijl ze het wel wisten? Waarom kregen de Nederlandse Joden geen voedsel pakketten van hun Rode Kruis? En waarom was er voor hen, die de verschillende hellen hadden overleefd, na de oorlog geen opvang? Waarom kreeg mijn vader na de oorlog geen medische hulp? Geen extra voedsel? En waarom werden de ruiten van zijn winkel ingegooid, nadat hij die eindelijk weer had teruggekregen en hij mocht proberen zich in zijn levensonderhoud te voorzien? Recentelijk heeft het Nederlandse Rode Kruis zijn diepe en zeer oprechte verontschuldigingen aangeboden, nadat het duidelijk was geworden dat de historicus/onderzoeker van het NIOD had aangetoond, na vier jaar onderzoek, dat, zoals zijzelf het kort samenvatte, het Nederlandse Rode Kruis NIE T S had gedaan voor de Joden, niet in Nederland en niet in de concentratiekampen. En ook na de oorlog was de terugkomst van Joden naar bevrijd Nederland een ongekend traumatiserend drama. Wanneer volgt het oprecht gemeende en ondubbelzinnige excuus van de Nederlandse politie? Van de Nederlandse Overheid? En wat te denken van de Rechterlijke uitspraak van vandaag dat de onaanvaardbare en ophitsende uitspraak van de heer Khoulany, die Israëlische jongeren meende te moeten betitelen als ’toekomstige kindermoordenaars’, niet onder de noemer discriminatie valt, omdat antisemitisme niet hetzelfde is als antizionisme! Terwijl ieder normaal denkend mens weet dat het verschil tussen antisemitisme en antizionisme flinterdun is, als het überhaupt nog te scheiden valt. Vorige week trof ik een witte enveloppe met inhoud in mijn brievenbus. Een brief, afkomstig van een Joodse arts. De arts schrijft mij dat een van zijn patiënten, met duidelijke psychische klachten, aan hem een mezoeza had gegeven, omdat de patiënt af wilde van dat Joodse ornament. De niet-Joodse patiënt wist niet waar de mezoeza vandaan kwam, maar had er geen goed gevoel bij. Wel wist hij dat zijn grootouders hadden weten te profiteren van het niet-terugkeren van hun Joodse buren. Voor deze patiënt was de mezoeza iets dat hij niet meer in huis wilde en durfde te houden. De mezoeza had de oorlog overleefd, de buren niet. De patiënt voelde de aanwezigheid van de mezoeza als een soort vloek waarvan hij zich wilde bevrijden. De mezoeza, een houten kokertje met een bijna vergane Bijbeltekst als inhoud, ligt nu bij mij op een plank in mijn boekenkast, naast twee zilveren kidoesj bekers. Op de ene beker staat de naam Bernhard gegraveerd. Op de andere Siegmund. Neven van mijn vader die ik niet heb gekend en over wie mijn vader mij enkel en vagelijk heeft verteld dat het twee van zijn neven waren, vermoord met hun vrouwen en met hun kinderen... Niets is er meer van hen over, geen foto’s, geen nazaten, geen broers en geen zusters. Slechts een zilveren kidoesj beker met een naam, die anoniem op de plank in mijn boekenkast prijkt, moederziel alleen, naast die waardeloze kleine half vergane houten mezoeza, die boekdelen spreekt en door mij wordt gekoesterd. De documentaire heb ik bekeken, tot mij genomen, geschokt, maar helaas geheel niet verbaasd. Had dat spoor nu wel of niet gebombardeerd moeten worden? De meningen van de deskundigen lopen uiteen. Precisiebommen bestonden nog niet. En bovendien: de moffen zouden het gebombardeerde spoor binnen een mum van tijd weer op de rails hebben gezet. Aan slaven was geen enkel gebrek. In Budapest, waar de spoorbruggen wel waren gebombardeerd werden de Joden lokaal vernietigd. Een katholieke pastoor sleepte 119 Joden uit, als ik me goed herinner, een bejaardentehuis. Ze werden tegen de muur geplaatst en gefusilleerd, terwijl de pastoor uitriep: in naam van Jezus... vúúr. Zo vertelde mij kortgeleden geëmotioneerd een Joodse overlevende van Boedapest. Op twee oktober, mocht ik aanwezig zijn bij een herdenking, een herdenking van de grote razzia die die nacht in de Noordelijke Provincies van ons land, vijfenzeventig jaar geleden, akelig goed voorbereid, had plaatsgevonden. De huidige burgemeester, het antisemitisme zeer scherp veroordelend, vroeg zich in zijn toespraak begrijpelijk en oprecht af: hoe zou ik, als ik toen burgemeester zou zijn geweest, hebben gehandeld. Na hem kreeg een overlevende het woord. De koudheid en laksheid, tijdens en na de oorlog, dat had hem het meest gekweld. De buren die na de oorlog zichtbaar teleurgesteld waren, omdat zij hadden overleefd en terugkwamen. De vrienden en bekenden die zich in de oorlog zonder al teveel aandringen loskoppelden van hen die eens hun vrienden waren, louter en alleen vanwege hun Jood-zijn. En dat zie ik in deze documentaire. Het gaat niet om de vraag of de rails wel of niet gebombardeerd had moeten of kunnen worden. Het gaat om de vraag die veel knellender is: hoe heeft de wereld kunnen wegkijken? Ja, er waren helden die met gevaar voor eigen leven mijn moeder hebben gered. Maar het percentage verzetstrijders, of beter geformuleerd ‘mensen die mens bleven’ was schrikbarend klein. Ja, ook het percentage collaborateurs was niet groot. Maar de meute, de grote meute, welke kant koos die? En welke kant gaat die grote meute vandaag op? En/of morgen? Voordat de Joden uit de Egyptische slavernij werden bevrijd, waren er eerst de Tien Plagen. De Eerste Plaag was dat het koude water van de Nijl veranderde in warm bloed. De eenvoudige betekenis is voor de hand liggend. De Nijl, de economische slagader van het verdorven Egypte, werd getroffen. Geld, roem, eigenbelang moesten eerst worden overwonnen, weggevaagd, om tot een bevrijding uit het kwaad te kunnen komen. Een diepere betekenis luidt: het koude water van de Nijl staat voor koudheid en laksheid. Dat koude water, de onverschilligheid en het wegkijken, dat moest veranderd worden in warm bloed, betrokkenheid en geïnteresseerdheid in de medemens, in oprechte naastenliefde. ’Het Spoor naar Auschwitz’ gaat voor mijn gevoel niet over het wel of niet opblazen van dat spoor, maar over een bevriezende afschuwelijke en onmenselijke koudheid, die wij, als toeschouwers van nu, moeten transformeren, om te voorkomen dat... —binyomin jacobs, opperrabbijn Overhandiging van de documentaire “Het Spoor naar Auschwitz” 8 november 2017 toespRA Ak

AWRAHAM MeIJeRs

DEMACHTVANSTRAATSCHENDERS

KO M, L A T E N W I J H E T

eens hebben over een onderwerp waar je nooit over uitgepraat en –geschreven raakt, namelijk het fenomeen van ‘Eerlijke Hardwerkende Blanke Burgers’ (EHWBB) en de ‘Wij Zijn Boze Burgers’ (WZBB). Ooit werden dergelijke klaaglieden de ‘Zwijgende meerderheid’ genoemd, wat nogal curieus is omdat je niet kunt weten of er een meerderheid bestaat als wordt gezwegen. Maar dat terzijde.

De laatste jaren lijkt het erop dat er een toename van zeurpieten is die gebukt gaan onder het juk van hun chronisch zelfmedelijden. Ze zwijgen niet langer, maar janken hoorbaar over hun ellendig bestaan, over de Hoge Heren in Den Haag, zakkenvullers en verloederde samenleving. Natuurlijk zijn ‘de anderen’ schuldig aan hun miserabele situatie, beweren ze. In ons land mogen morrende EHWBB’ers en WZBB’ers meedoen aan verkiezingen, waarna ze opnieuw zeuren omdat ‘het politiek establishment’ weer de meeste stemmen kreeg. Een nadeel van democratie is vrije verkiezingen, zal ik maar zeggen. Morrende lieden worden pas écht gevaarlijk als een leider opstaat die hen de straat oplokt en eenmaal daar, diens aanwijzingen uitbundig uitvoeren.

Begin november herdachten wij dat tijdens de Kristallnacht (1938) de virulente Jodenhaat het (voorlopig) dieptepunt bereikte. Wij weten wat het gepeupel heeft aangericht in de straten van Duitsland: 1.400 synagogen in brand, 7.500 winkels en bedrijven van Joodse eigenaren vernietigd. In Berlijn gingen 25.000 boeken van voornamelijk Joodse auteurs op de brandstapel. Zesennegentig Joodse burgers zijn op straat vermoord. Enkele maanden nadat Hitler aan de macht kwam verschenen posters in het straatbeeld met opschriften als 'Joden niet welkom' en 'Koop niet bij Joden'. Sommige Joodse burgers moesten met een bord lopen met de tekst: ‘Ich bin ein Judensau’. In 1935 zijn de zogenoemde Neurenberger Rassenwetten uitgevaardigd die het leven van de circa 600.000 Joden steeds moeilijker maakte: Ze konden geen ambtenaar worden, hadden niet langer toegang tot universiteiten, mochten niet meer voor kranten schrijven. Ze waren hun burgerrechten verloren. Velen van hen zouden ook hun leven verliezen.

We schrijven 2017. Er is welvaart. Er is democratie. Er is gelijkheid tussen mannen en vrouwen. Er zijn godzijdank genderneutrale toiletten. Er is glutenvrij brood. Er is vrijheid van godsdienst. Er gaat geen dag voorbij of het hoofd van Paul de Leeuw verschijnt op tv. Er is feeststol in plaats van kerststol. Er zijn lente-eitjes in plaats van paaseitjes. Er zijn geen zwarte Pieten meer. Er staat geen kruis meer op de mijter van de geëxcommuniceerde heer Kapoentje uit Spanje. Er is binnenkort geen sinterklaas meer. Er is geen Kalifaat meer. Er komen steeds meer autowerende betonblokken in de steden. Er wappert – bij wijze van spreken – een Nederlandse vlag in de Tweede Kamer. En, o ja; er gaat geen dag voorbij of het hoofd van Paul de Leeuw verschijnt op tv. Dus zijn we met z’n allen zielsgelukkig. Nou nee — er zijn dus nog steeds klagers die, naar ik vrees, onder leiding van (uiteraard) charismatische leiders ooit de straat op zullen gaan om ‘de schuldigen’ mores te leren. Wij kennen het negativisme van de PVV, het crypto-antisemitisme van de partij Denk – die denkt dat Israëli’s moordzuchtige varkens zijn – en het Forum voor Democratie, waarvan leider Thierry Baudet graag uithaalt naar ‘de linkse pers’. Tot nu toe renden de fans van deze partijen niet massaal de straat op. Inmiddels is er een rijzende ster die wel met zijn volgelingen de straat opgaat: Edwin Wagensveld. Zeg maar Ed. Voor wie het nog niet weet: Ed is de (uiteraard) charismatische hoofdman van de Nederlandse factie van Pegida, de felle anti-islambeweging. Uiteraard is Ed geen nazisympathisant, hoewel hij vorig jaar werd aangehouden omdat hij tijdens een demonstratie een hakenkruis toonde – hij is hier overigens niet voor veroordeeld. En uiteraard zegt Ed geweldloos te zijn, maar mijnheer de pacifist verkoopt onder de handelsnaam ‘Der Hollander’ in Duitsland onder meer pepperspray, luchtdrukgeweren en stroomstootwapens. Hij beweert dat deze wapens voor sport – pepperspray voor sport? – en zelfverdediging worden gebruikt en in Duitsland legaal zijn. Doch zijn website richt zich ook op Nederland, waar pepperspray en stroomstootwapens voor particulieren verboden zijn. Dus tja.

Begin november reisde onze vredesduif met enkele volgelingen naar Enschede, waar een moskee zal worden gebouwd. De heren sloegen op de bouwlocatie een paal met een kruis in de grond, waarna deze met varkensbloed werd ingesmeerd. Raar misschien, maar dit doet mij denken aan een bepaalde periode in Duitschland. Ik heb op Facebook bekeken wie Eds vrienden zijn. Dat zijn er 3.087. Veel foto’s van kerels in gevechtstenue, wapens, vechthonden. Eng! Laten we waakzaam blijven en zorgen dat deze heren (en dames) niet onze straten en pleinen gaan terroriseren. Volgend jaar is het 80 jaar geleden dat de Kristallnacht woedde. —

This article is from: