17 minute read

het belang van lokaal shoppen Verzekeringen: Wat met uw gereedschap en handelswaar tijdens het vervoer in uw bedrijfswagen?

Wat met uw gereedschap en handelswaar tijdens het vervoer in uw bedrijfswagen?

Bedrijfsvoertuigen rijden vaak rond met een aanzienlijk kapitaal aan gereedschap en/of handelsgoederen. Deze goederen zijn niet verzekerd in uw verplichte verzekering ‘burgerlijke aansprakelijkheid motorrijtuigen’ of in de optioneel onderschreven waarborg ‘omnium’.

Voor uw gemoedsrust, adviseren we u dan ook om deze geladen goederen in eigen voertuigen te verzekeren tegen materiële schade én diefstal via een specifieke transportverzekering.

Wat is er meestal standaard verzekerd in dit type van verzekering? • alle materiële schade en verliezen na ongeval en brand • diefstal • schade door het laden en lossen Voor nieuwe koopwaar is het zelfs mogelijk de waarborg uit te breiden tot een formule “ALLE mogelijke risico’s“. Raadpleeg uw makelaar en wees aandachtig bij de analyse van de offerte.

Voor een maandelijkse premie van amper 50 euro kan u al genieten van een uitgebreide dekking.

Hierbij enkele tips waarvoor u best aandacht heeft: • diefstal: sommige verzekeraars geven geen dekking bij diefstal indien de schade zich ’s nachts of in een niet-afgesloten ruimte voordoet. Het betere contract geeft ook ’s nachts dekking, zelfs indien het voertuig zich op de

openbare weg bevindt. De verzekeraar vraagt dan meestal enkel een verduistering van de zij- en achterramen én strikte scheiding tussen passagiers- en koffer en/of laadruimte. • Welke vrijstelling wordt er bij schade toegepast? Is deze vrijstelling altijd dezelfde, ongeacht het type schade? • Wat is de maximale tussenkomst per schadegeval? • Is de polis van toepassing voor al mijn bedrijfsvoertuigen of specifiek gekoppeld aan een bepaalde nummerplaat? • Welk vervoergebied is gewenst?

Deze extra gemoedsrust is niet duur. Voor een maandelijkse premie van amper 50 euro, kan u al genieten van een uitgebreide dekking.

 Paul Liekens (manager risk solutions Liantis)

Electro-Test maakt snelladers beschikbaar voor derden in zijn nieuwe gebouw

Electro-Test, erkend organisme voor technische controles en opleidingen, is verhuisd naar een nieuw kantoor te Melsbroek. De ruim 100 werknemers namen hun intrek in een bijna energieneutraal gebouw met allerhande technische innovaties. Electro-Test biedt er ook opleidings- en vergaderfaciliteiten aan voor ondernemingen in de buurt.

Op de site staan 10 reguliere laadpalen voor hybride voertuigen. Vooraan het gebouw staan twee snelladers, die ook voor derden beschikbaar zijn. Dit is de eerste kmo met een dergelijk oplaadaanbod.

 Henri Vandervorst voorzitter raad van bestuur bij ET, Kurt Ryon burgemeester van Steenokkerzeel, Ellen Vandervorst, algemeen directeur bij ET en Jens Van Boven van Eneco

Sterk groeiende keuringsorganisatie

De inspecteurs van Elektro-Test voeren over heel België wettelijk verplichte controles uit op elektrische, gas- en brandinstallaties, stookolie- en drukinstallaties, hijs- en hefwerktuigen, liften, energie,… Daarnaast worden er heel wat opleidingen gegeven aan technische specialisten. De scope wordt nog steeds uitgebreid en het bedrijf is de jongste jaren sterk gegroeid. Er was behoefte aan een ruimere huisvesting en aan de Haachtsesteenweg 236 in Melsbroek werd een nieuwe vestiging gebouwd die recent officieel in gebruik werd genomen.

Bijna energieneutraal

Het gloednieuwe, bijna energie-neutrale kantoorgebouw is uitgerust met de meest recente technische innovaties en daardoor nagenoeg zelfvoorzienend. Zonnepanelen en warmtepompen op het dak van het gebouw genereren energie voor de dagelijkse werking en voor de warmtebehoefte. De lokalen worden ter beschikking gesteld van bedrijven in de buurt. Een dergelijke centrale aanpak reduceert het aantal verplaatsingen en heeft een positieve impact op de ecologische voetafdruk van de omgeving.

Vergroening wagenpark

De inspecteurs van Electro-Test zijn vaak onderweg en omdat het bedrijf zo ecologisch mogelijk wil werken, werd sterk gefocust op de vergroening van het wagenpark. Alle dienstwagens met verbrandingsmotoren worden vervangen door hybride wagens.

Recent werden ook 22 elektrische wagens besteld. Deze voertuigen voldoen aan de hoogste comfortstandaard en veiligheid. Opladen is eenvoudig met niet alleen laadpunten aan het kantoorgebouw, maar ook bij de medewerkers thuis.

Snelladers ter beschikking van het publiek

Energieleverancier Eneco plaatste op de site 10 reguliere laadpunten (22 kVA) voor een normale oplading. “En we zijn nog een stap verder gegaan,” zegt algemeen directeur Ellen Vandervorst. “We plaatsten immers ook 2 quick charging laadpalen (50 kW) voor het snel opladen van elektrische voertuigen. Deze laadinfrastructuur is ook beschikbaar voor het publiek. We zijn de eerste kmo die over dergelijke publieke snellaadpalen beschikt.”

Europese Commissie maakt eerste wijkbatterij in ons land mogelijk

Begin dit jaar werd in OudHeverlee de eerste Belgische wijkbatterij opgestart. Dit prestigieuze project kon tot stand komen dankzij de steun die een Europees consortium kreeg van de Europese Commissie. Wij hadden een gesprek met de drijvende kracht achter dit experiment: Leen Peeters, van het Leuvense ingenieursbureau Th!nk E.

De wijkbatterij bevindt zich in de Ophemstraat, middenin een wijk waar nogal wat bewoners zonnepanelen op hun dak hebben liggen. Sommigen rijden ook met een elektrische auto die regelmatig opgeladen moet worden én een kwart verwarmt met een warmtepomp. In deze omstandigheden raakte het verouderde elektriciteitsnet vaak overbelast. De wijkbatterij moet het teveel aan opgewekte zonne-energie overdag opslaan. Deze kan dan gebruikt worden wanneer de bewoners ’s avonds thuiskomen. Leen Peeters legt het eenvoudig uit: “Als je elektriciteit vergelijkt met het verkeer, dan moet je de kabels zien als de autowegen: een dikke kabel is als een autostrade met veel rijvakken. Wanneer er -tijdens de dag- veel zonne-energie is, dan krijg je bij momenten heel veel ‘verkeer’ op een kleine gewestweg. De wijkbatterij is dan een grote parking, waar we het verkeer parkeren tot er opnieuw plaats is op de weg.”

Concreet kregen nogal wat bewoners van de wijk aan de Ophemstraat te maken met variabele kwaliteit van energie: hoger en lagere voltages. Als het voltage in het net te hoog is treedt een beveiliging in werking en vallen zonnepanelen uit. Als het voltage echt te laag is, werken bepaalde toestellen niet.

Veel toepassingsmogelijkheden

Deze wijk werd als proefproject gekozen omdat er veel groene energie  De wijkbatterij kan 90 kilowattuur opslaan, het equivalent van een stevige batterij van een Tesla-auto.

geproduceerd wordt en de overbelasting van het net een reëel probleem is omdat de kabel uitzonderlijk is: oud, wat langer dan gemiddeld en meer aansluitingen dan gemiddeld. Het is dus niet de bedoeling om in de toekomst elke wijk te gaan uitrusten met een dergelijke batterij, want de kostprijs is niet min. We spreken in het geval van Oud-Heverlee van om en bij de 80.000 euro.

Een batterij van dergelijke omvang is niet overal nuttig, maar er zijn heel wat toepassingen mogelijk.

Pionier

De wijkbatterij kan 90 kilowattuur opslaan, het equivalent van een stevige batterij van een Tesla-auto. “Het duurde 2 jaar om hem op zijn plaats te krijgen,” vertelt Leen Peeters. “Omdat er geen wetgeving bestond, waren tal van vergaderingen nodig met allerhande instanties: de gemeente, de provincie, de energieregulator VREG, de Vlaamse overheid en andere betrokkenen. Fluvius heeft een addendum gemaakt en het goede nieuws is dat dit als standaardcontract kan dienen voor iedereen die een wijkbatterij wil plaatsen. In die zin hebben we pionierswerk verricht en kunnen toekomstige projecten veel vlotter verlopen.”

Subsidies nodig

“Een batterij van dergelijke omvang is inderdaad niet overal nuttig,’ klinkt het bij Leen Peeters. “Maar er zijn heel wat toepassingen mogelijk. Denk bijvoorbeeld aan tijdelijke omstandigheden wanneer een bepaalde elektriciteitslijn gesplitst of verzwaard moet worden, maar dat door omstandigheden niet onmiddellijk kan gebeuren: dan heeft zo’n buurtbatterij een duidelijke, tijdelijke functie. Ook bij festivalsites, waar niet permanent een voorbeeld dergelijke batterijen verhuren.” Snel zal ons land echter niet vollopen

verzwaarde structuur nodig is, kan je bijmet dergelijke batterijen, daarvoor is de kostprijs voorlopig te hoog. En er is geen verdienmodel: wat in de batterij wordt opgeslagen, wordt aangekocht aan normaal tarief, injectie heeft een waarde tussen 3 en 5% per kWh. Deze wijkbatterij kon er alleen komen dankzij subsidies. Het project maakt immers deel uit van een internationaal onderzoek naar slimme netten waarvoor de Europese Commissie in totaal 12,5 miljoen euro vrijmaakte.

 Linda Claeys

Problemen met mobiliteit? Verplaats u met de fiets!

Dat ons land kampt met mobiliteitsproblemen is een understatement. Vooral in grote steden is het niet alleen uitermate moeilijk om op tijd ter plaatse te raken, ook het parkeren is moeilijk èn duur. Twee van onze leden hebben er daarom voor gekozen om zich met de elektrische fiets in het drukke verkeer te begeven. In een gesprek bejubelen zij de vele voordelen van deze ecologische manier van verplaatsen.

Jan Meeus

“Zelfgemaakte, flexibele fietskar krijgt alle materiaal ter plekke” Jan Meeus woont in het centrum van Gent en startte 2 jaar geleden als zelfstandig elektricien. “Na jarenlang een administratieve job te hebben gedaan, had ik zin in iets nieuws en ik voel mij nog steeds goed bij mijn keuze,” vertelt hij. Hij spitst zich vooral toe op kleine residentiële werken. Van het installeren van verlichtingsarmaturen, over aanpassingen aan bestaande installaties tot en met het in orde zetten van elektrische installaties voor keuringen. Van in het begin maakte hij de keuze om niet te investeren in een bestelwagen. Jan Meeus: “Omdat ik in Gent woon, ken ik de mobiliteits- en parkeerproblemen goed. Vandaar mijn keuze voor een elektrische fiets. In mijn stad is dat de beste garantie om mij gemakkelijk, snel en efficiënt te kunnen verplaatsen.”

Als elektricien heb je wel altijd een pak materiaal nodig om werken te kunnen uitvoeren en dat past meestal niet in een rugzak. “Dat klopt,” bevestigt Jan. “En dat heeft meegespeeld in mijn beslissing om mij te gaan specialiseren in kleinere installatiewerken. Dan valt het wel mee qua hoeveelheid gereedschappen en materiaal. Maar ik moet uiteraard toch een aantal zaken bij me hebben en daarom maakte ik zelf een fietskar op mijn maat, die ik aan mijn fiets vast maak. Als er al eens grotere zaken mee moeten, zoals bijvoorbeeld een alleszuiger of een ladder, dan lukt het ook om deze bovenaan de bak te binden.”

De fietskar is niet alleen handig om alle materiaal in te vervoeren, hij is ook nog eens heel flexibel. Jan heeft goed nagedacht over het concept van zijn fietskar. Zo kunnen de twee grote wielen, die bij het fietsen nodig zijn, eraf gehaald worden. Dan kan de volledige kar rechtop op kleinere wieltjes rijden, waardoor hij ook binnen kan in nauwere ruimtes. Het gebeurt immers regelmatig dat hij in een rijhuis aan de slag moet en dan kan de kar ook door een gang.

Jan Meeus vindt zijn klanten binnen een straal van 8 km: “Er is behoefte aan een elektrotechnisch installateur voor de kleinere opdrachten. Nogal wat mensen vertellen mij dat het zoeken is naar een installateur die zich wil verplaatsen voor die werkjes. Mijn agenda is dus goed gevuld.” Af en toe begeeft hij zich wel eens verder dan het centrum van Gent, maar enkel als het werk de moeite loont. En in uiterst zeldzame gevallen lukt het niet om alle materiaal per fiets tot bij de klant te krijgen. Gelukkig kan hij dan gebruik maken van de gezinswagen.

Klanten reageren heel enthousiast op de keuze van Jan om zich per fiets te verplaatsen. “Ik heb zelfs klanten die speciaal voor mij kiezen omdat ik voor deze ecologische manier van werken kies.”

Is er dan totaal geen nadeel aan deze manier van verplaatsen? “Niet echt,” klinkt het enthousiast. “Misschien enkel het feit dat er af en toe wel wat spierkracht nodig is om de zaken ter plekke te krijgen. Zeker als er grotere items nodig zijn voor een installatie. En ik ken mijn routes, waarbij ik tramsporen en kasseien vermijd.”

Ook de kar zelf is zwaar om te verplaatsen: leeg weegt hij zo’n 50 kg, waardoor het af en toe toch wat sleuren is. Daarom denkt Jan Meeus luidop aan een versie 2.0 van zijn fietskar, waarbij hij met lichtere materialen wil gaan werken, zodat de kar zelf minder weegt. Maar daarvoor is het nog even wachten tot het wat minder druk is.

Bram Leys

“Efficiënt door Antwerpen met bakfiets en Cambio” Bram Leys opereert vanuit Antwerpen centrum en investeerde midden vorig jaar in een elektrische Cargo-fiets: “Het verkeer is de afgelopen jaren enorm toegenomen en er zijn behoorlijk wat wegwerkzaamheden in mijn stad. De combinatie van deze beide factoren maakt dat de wegen verzadigd zijn. Voeg daarbij de gekende parkeerproblematiek en je begrijpt dat ik mij met de fiets veel sneller en efficiënter kan verplaatsen in Antwerpen.” Maar wat hem echt over de streep trok was de invoering van de LEZ (Lage Emissie Zone). Zijn bestelwagen voldeed niet meer aan de norm en de hoge afkoopsom om er nog in het centrum mee te kunnen rondrijden, stond niet meer in verhouding tot het aantal verplaatsingen die hij moest doen.

De bakfiets van Bram volstaat om zijn gereedschapskist en een aantal noodzakelijke wisselstukken of hulpmiddelen te vervoeren: “Sinds een paar jaar beperk ik mij voornamelijk tot het verlenen van service aan bestaande klanten, het onderhoud en de service van zonnepanelen en allerhande andere kleine opdrachten. Dit in een straal van 10 tot 15 km.”

Voor iets grotere klussen of voor verdere verplaatsingen heeft hij af en toe wel eens een wagen nodig en dan doet hij een beroep op Cambio-autodelen. Deze heeft immers ook bestelwagens in het assortiment. “Die bestelwagens zijn beperkt in aantal, dus ik moet ze goed op voorhand reserveren,” vertelt Bram. “Dat is trouwens het belangrijkste verschil met vroeger: ik moet alles veel strikter plannen. Als ik in het verleden een interventie of installatie moest gaan doen, dan stapte ik in mijn ingerichte bestelwagen en moest ik daar verder niet al te veel bij nadenken. Nu moet ik mij beter organiseren: wat heb ik nodig? Kan het allemaal in de bakfiets? Heb ik een wagen nodig? Wanneer is die vrij om te reserveren?...” Daartegenover staat dat ik de luxe heb om de voorkeur te geven aan jobs die ik per fiets kan doen.

In het centrum van Antwerpen kijken zijn klanten al lang niet meer op als hij aan komt fietsen: “De mobiliteitsproblematiek is al een tijdje nijpend en dat heeft er toe geleid dat heel wat serviceverleners zich in het centrum per fiets verplaatsen. En dan bedoel ik niet alleen de koeriers of pakjesdiensten. Zo ken ik bijvoorbeeld diverse fietsherstellers die zich per fiets tot bij de klant begeven om hun rijwiel te herstellen of te onderhouden. De mobiliteitsshift is hier al een tijdje aan de gang en dus dagelijkse kost voor velen onder ons.”

Hij moet al een eindje buiten het centrum van Antwerpen fietsen, vooraleer hij nog ver- of bewonderende blikken krijgt. “Ik heb er nog geen moment spijt van gehad, met intussen meer dan 4500 km op de teller en gezonde benen,” besluit Bram. “Al moet ik wel toegeven dat een dergelijk transportmiddel enkel realistisch is binnen grootstedelijk gebied voor klantbezoeken en kleine opdrachten.”

 Linda Claeys  Met dank aan Bram en Jan voor de foto’s

Olivier Lanckriet en Gert Van Gestel (Connect+): “Lokale zelfstandigen moeten de winnaar van de markt worden”

Afgelopen zomer nam Gert Van Gestel de dagelijkse leiding in handen van Connect+, de groep achter de enseignes Exellent, Expert, Selexion, Compudeals en Brio. Voormalig CEO, Olivier Lanckriet, blijft aan boord als voorzitter van de Raad van Bestuur. Daar krijgt hij alle tijd om zich te focussen op de langetermijnstrategie van de groep. Wij gingen samen met beide heren rond de virtuele tafel zitten en kregen tekst en uitleg bij hun plannen voor de toekomst.

Gert Van Gestel kwam op 1 mei de Connect+ troepen versterken. Middenin de coronacrisis. Niet evident begin, zo blijkt. “Die periode was -en is nog steeds- zeer bevreemdend,” analyseert hij voorzichtig. “Maar dat is voor iedereen zo.” Toen hij eerder dit jaar aan de slag ging, wou hij in een snel tempo alle mensen ontmoeten om vlot de DNA van het bedrijf te leren kennen: “Omdat alles coronaproof moest georganiseerd worden, kostte dat meer tijd dan ik gedacht had.” Toch lukte het om per 1 juli aan de slag te gaan als CEO, terwijl dat oorspronkelijk pas op 1 augustus ingepland stond. “De vibe zat meteen goed,” glimlacht Gert. “Ook bij de oorspronkelijke gesprekken met Olivier merkten wij dat we op dezelfde golflengte zaten, zodat ook de mensen meteen duidelijk oppikten welke richting we uit willen.”

Krijtlijnen voor de toekomst

Met Gert aan het dagelijkse roer, komt er tijd vrij voor Olivier Lanckriet om zijn rol als voorzitter van de Raad van Bestuur volwaardig op te nemen. “In onze organisatie is dat geen functie op papier,” benadrukt hij. “Met een omzet van 550 miljoen euro en de verantwoordelijkheid om 1.500 zelfstandige retailers te ondersteunen, wil ik voldoende tijd om mijn rol als voorzitter volwaardig te kunnen spelen en daarbij de krijtlijnen voor de toekomst grondig te overdenken en uit te werken.”

Consumentenvragen kwalitatief invullen

Het is al veel langer een credo van Olivier Lanckriet: de service van een zelfstandige

combineren met de kracht van een digitaal platform. “Jawel,” knikt hij. “Dat is volgens mij de beste strategie om de lokale zelfstandigen de winnaars van de markt te laten worden. Corona heeft een aantal zaken sneller scherper gesteld: nu zien we heel duidelijk dat de consument nood heeft aan de perfecte combinatie. Als groep wil ik voldoende ondersteuning bieden aan al onze leden om die consumentenvraag op een kwalitatieve manier in te vullen.” “In deze coronacrisis heeft onze lokale vakhandel bewezen dat hij goed en efficiënt kan werken,” vult Gert Van Gestel aan. “Wij bieden een omnichannel service aan van zodra de consument daar behoefte aan heeft.” Dat vroeg trouwens een behoorlijke logistieke wijziging van de centrale van Connect+: waar normaal gezien de toestellen per pallet naar de winkel worden getransporteerd, moest men

 Gert Van Gestel (49) startte zijn carrière in de bouwsector. In diverse bedrijven werkte hij onder meer als werfleider, sales representative, logistiek manager en werd hij ook in het buitenland ingezet voor een ITgerelateerde job. Daarna startte hij als directeur van Asamco, een aankoopgroepering in professioneel gereedschap. In de loop van zijn carrière ontwikkelde hij een grote affiniteit met retail, digitalisering en procesmatig werken. Allemaal puzzelstukjes die samenvallen in zijn huidige taak als CEO van Connect+. heel snel schakelen naar zogenaamde drop-shipments waarbij geleverd diende te worden naar individuele consumenten op aangeven van de retailers. “Dit is enkel gelukt dankzij onze organisatie en de inzet van alle mensen op onze werkvloer,” benadrukt Gert Van Gestel. “Wij zijn trots op ons DNA van harde werkers die zich voluit inzetten voor een goede werking en voor de ondersteuning van onze leden.”

Verhouding online offline

Studies wijzen erop dat de online verkoop nog steeds toeneemt en dat het plafond nog niet bereikt is. Voor Olivier Lanckriet maakt dat weinig verschil: “Wij hebben ondertussen bewezen dat de consument bij ons de keuze heeft: hij kan online bestellen en shoppen in onze winkels. Het is mij dus eigenlijk om het even hoe de markt verder evolueert. Wij kunnen beide scenario’s aan. Onze voornaamste bekommernis blijft dezelfde: de consument tevreden houden!” En die klantentevredenheid wordt gemeten: bij meer dan 100 winkels wordt gepeild naar de ervaring van de consument. “Op die manier blijven we op de hoogte van de wensen en de opmerkingen van onze klanten,” stelt Gert Van Gestel. “Want het verschil wordt gemaakt bij de consument: hij beslist waar en bij wie hij koopt. Hij geeft aan of hij de voorkeur geeft aan gemak, ontzorging, een degelijke service, een goede begeleiding, een vriendelijke bediening of aan alles tegelijkertijd. Aan ons om die wensen te detecteren en eraan te voldoen.”

De uitdagingen voor de sector

Gevraagd naar zijn toekomstvisie omtrent het distributielandschap, aarzelt Olivier Lanckriet geen moment: “Het middensegment gaat eruit! De grote internetspelers zijn blijvers. En ook de lokale zelfstandigen die dicht bij ‘hun’ klanten staan en hen goed ondersteunden, zullen nooit verdwijnen. Daarnaast zullen -onder meer- de ketens zich echt moeten gaan herpositioneren.” Ook Gert Van Gestel benadrukt het belang van de zelfstandige retailer in de markt: “Die zelfstandige is een onderdeel van het sociale weefsel in de maatschappij. Als je met je kinderen naar hun voetbalmatch gaat kijken, wie zie je daar als sponsors? Zeker geen Amazon of  Olivier Lanckriet (50) stond mee aan de wieg van Exellent dat hij -samen met zijn vader Paul Lanckriet en oom Jan Aerts- heeft uitgebouwd. Diverse overnames hebben geleid tot de structuur die we vandaag kennen: Connect+ als overkoepelende groep voor de enseignes Exellent, Expert, Selexion, Compudeals en Brio. Nu zal hij als voorzitter van de raad van bestuur de toekomststrategie uitstippelen. Hij blijft ook bestuurder van Expert International (de grootste groep van zelfstandigen in Europa).

Bol.com… Zelfstandige lokale mensen ondersteunen de gemeenschap en niemand wil die steun zien wegvallen.”

Nog overnames?

Connect+ is momenteel in het straatbeeld zichtbaar onder vier bekende merknamen: Exellent, Expert, Selexion, Compudeals en Brio. EP: en Euronics werden opgenomen in respectievelijk Exellent en Selexion. De vijf enseignes zullen op dezelfde manier in de markt blijven staan. “Al onze winkels kennen een goede verankering in de lokale markt,” stelt Gert Van Gestel. “Er zijn geen plannen om daar veel aan te wijzigen.”

Als we vragen of Connect+ nog overnameplannen heeft, dan zijn beide heren formeel: “Jawel!” Maar meer wilden ze -voorlopig- niet kwijt. We houden u op de hoogte…

 Linda Claeys  Els Verhaeghe

This article is from: